jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
Tiecelijn 261Akte van beschuldiging1 Het was tijdens de Pinksterweektoen in de wijde omtrek bleekdat àlle dieren, groot en klein,bij koning Nobel moesten zijn.De fiere vorst hield immers hofen oogstte daarmee alom lof.7 ‘Ja, iedereen van de partij,’was dit wat ik u zopas zei?Welaan, dan heb ik mij vergist.De Vos die werd heel erg gemist.En dat precies Reynaert ontbrakwas iets dat koning Nobel stak:13 ‘De Vos die zo graag and’ren kweltnegeert vandaag ons streng bevel!Hij vreest de straf die hem hier wacht,hij wordt immers alom veracht,hij is een schurk, schavuit, bandiet!een moordenaar!! Ja, hij deugt niet.Hij vreest dit hof dus zeer terecht,hij is nu eenmaal waarlijk slecht.’~ 212 ~
Tiecelijn 2621 Wie dacht dat slechts de vorst dit zei,is mis. – Eenieder trad hem bij,behalve dan Grimbeert de Das,die toch een neef van Reynaert was.25 Vooreerst was daar Wolf Izegriendie eerbied voor zijn vorst liet zienen dan pas met zijn klacht begon;hij deed van grote gruw’len kond29 en jankte hierbij snerpend schril –het werd aan ‘t hof toen ak’lig stil.31 [Klagerig] ‘Dat Vos mijn vrouw eergist’ren nam ...!En, erger nog, in haar klaarkwam ...!Dat Vos mijn kroost ook heeft bepist!Mijn kroost dat nu het daglicht mist!Ja, mijn verdriet is levensgroot,geef toe – nog erger dan de dood![Apocriefe toevoeging –Bedeesd]37 Ik weet wat elke man nu peinst,(al wordt dit meestentijds ontveinsd):‘Wat klinkt die klacht toch geil en leuk!Een vos die een wolvin flink neukt,hoe ging dat eig’nlijk in zijn werk? –Enfin, Reynaert is vast heel sterk!Het maakt van hem een stoere vent,Zo neuken maakt toch diep content ... –45 En heeft hij heus dat kroost bezeikt?Dan geef ik hem geen ongelijk!~ 213 ~
- Page 162 and 163: tiecelijn 26wordt genoemd is heel i
- Page 164 and 165: tiecelijn 26Hoezeer Lawrence zich o
- Page 166 and 167: tiecelijn 26NOTEN1 Blijkt uit nagen
- Page 168 and 169: tiecelijn 26An Illustrated Biograph
- Page 170 and 171: tiecelijn 2632 Voor meer details/ar
- Page 172 and 173: tiecelijn 2652 Zie Sigmund Freud, T
- Page 174 and 175: tiecelijn 26~ 174 ~
- Page 176 and 177: tiecelijn 26Misschien valt het hier
- Page 178 and 179: tiecelijn 26Maar dan - de schilder
- Page 180 and 181: tiecelijn 26alle slag, bedelaars en
- Page 182 and 183: tiecelijn 26die kan zichzelf in dez
- Page 184 and 185: tiecelijn 26Zijn kleine kop steekt,
- Page 186 and 187: tiecelijn 26berustend inlevingsverm
- Page 188 and 189: tiecelijn 26drinken in het heden’
- Page 190 and 191: tiecelijn 26NOTEN1 Stefan Hertmans,
- Page 192 and 193: Vertaling / tiecelijn 26letaldus Va
- Page 194 and 195: tiecelijn 26Zodra het vuur het hout
- Page 196 and 197: tiecelijn 26Ze vragen: ‘Boze mach
- Page 198 and 199: tiecelijn 26NawoordLetaldus van Mic
- Page 200 and 201: tiecelijn 26• Paul Pascal, ‘The
- Page 202 and 203: Tiecelijn 26van bisschop Hartgar en
- Page 204 and 205: Tiecelijn 26niet ongestraft - en sl
- Page 206 and 207: Tiecelijn 26ling en commentaar, waa
- Page 208 and 209: Tiecelijn 26uitstekende Nederlandse
- Page 210 and 211: Tiecelijn 26VoorafHet dierenepos Va
- Page 214 and 215: Tiecelijn 26Wie ‘t janken van die
- Page 216 and 217: Tiecelijn 26Het werd, jawel, een gr
- Page 218 and 219: Tiecelijn 262Ten Paradijze ...151 P
- Page 220 and 221: Tiecelijn 26197 [Speels] Reynaert z
- Page 222 and 223: Tiecelijn 263Bruin de Beer verliest
- Page 224 and 225: Tiecelijn 26‘Als ik die honing ma
- Page 226 and 227: Tiecelijn 26men joeg hem haast over
- Page 228 and 229: Tiecelijn 26381 De Kater schreeuwde
- Page 230 and 231: Tiecelijn 26Breng hem voor mij, zod
- Page 232 and 233: Tiecelijn 26en onvolprezen toch uw
- Page 234 and 235: Tiecelijn 26Er zit helaas niets and
- Page 236 and 237: Tiecelijn 26en roofde ongestraft, b
- Page 238 and 239: Tiecelijn 26600 Hij heeft dit kwaad
- Page 240 and 241: Tiecelijn 26627 En toch bleef Nobel
- Page 242 and 243: Tiecelijn 26Ja, Nobel leek de Vlaam
- Page 244 and 245: Tiecelijn 26Hedwig Pauwels (Sint-Ni
- Page 246 and 247: Tiecelijn 26~ 246 ~
- Page 248 and 249: Tiecelijn 26~ 248 ~
- Page 250 and 251: Tiecelijn 26~ 250 ~
- Page 252 and 253: Tiecelijn 26~ 252 ~
- Page 254 and 255: Tiecelijn 26~ 254 ~
- Page 256 and 257: Tiecelijn 26~ 256 ~
- Page 258 and 259: Tiecelijn 26~ 258 ~
- Page 261 and 262: ~ 261 ~Tiecelijn 26
Tiecelijn <strong>26</strong>1Akte van beschuldiging1 Het was tijdens de Pinksterweektoen in de wijde omtrek bleekdat àlle dieren, groot en klein,bij koning Nobel moesten zijn.De fiere vorst hield immers hofen oogstte daarmee alom lof.7 ‘Ja, iedereen van de partij,’was dit wat ik u zopas zei?Welaan, dan heb ik mij vergist.De Vos die werd heel erg gemist.En dat precies Reynaert ontbrakwas iets dat koning Nobel stak:13 ‘De Vos die zo graag and’ren kweltnegeert vandaag ons streng bevel!Hij vreest de straf die hem hier wacht,hij wordt immers alom veracht,hij is een schurk, schavuit, bandiet!een moordenaar!! Ja, hij deugt niet.Hij vreest dit hof dus zeer terecht,hij is nu eenmaal waarlijk slecht.’~ 212 ~