jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
Tiecelijn 26VoorafHet dierenepos Van den vos Reynaerde stamt uit de dertiende eeuw en geldt als het absolutehoogtepunt van de (Middel-)Nederlandse literatuur. Het werd geschreven door eenzekere Willem (over wie we bijna niets weten) en telt 3469 versregels. Er zijn honderdenversies van het verhaal in omloop, allemaal gebaseerd op twee integraal bewaard geblevenmanuscripten (waarvan de zogeheten Comburgse codex de bekendste is) en enkele fragmenten.Niets houdt ons dus tegen om er anno 2013 nog een versie aan toe te voegen.In het verhaal wordt een hofdag van koning Nobel beschreven. Alle dieren verschijnen –behalve Reynaert de Vos. Iedereen doet namelijk zijn beklag over de schurkenstreken vanReynaert en koning Nobel besluit daarom de Vos voor het hof te dagen. Daartoe wordteerst Bruin de Beer als dagvaarder aangesteld. Reynaert weet echter Bruins zwakke plekte vinden. Hij vertelt hem dat er honing in een opengespleten boomstam zit en Bruin traptin de val: hij steekt zijn kop in de spleet en Reynaert slaat de wiggen uit de boom. De Beerzit klem ...Ook een tweede gezant, Tybeert de Kater, laat Reynaert in een (spreekwoordelijke) muizenvallopen. Met Grimbeert de Das gaat de vos uiteindelijk toch mee naar het tribunaal– maar dan blijkt pas echt wat voor een doortrapte smeerlap Reynaert is. Hij weet iedereenom de tuin te leiden met zijn fantastisch verhaal over de schat van de Kriekenput en ontspringtzo op geniale wijze de (doden)dans. Nobel en Co worden onsterfelijk belachelijkgemaakt ...De geheime kracht van het eeuwenoude verhaal bestaat erin dat de lezer – tegen beterweten en spontaan aanvoelen in – toch sympathie gaat koesteren voor de onverbeterlijkeschurk Reynaert de Vos en – juist daardoor in de war gebracht – gaat nadenken over water echt gaande is. Stoppen met lezen is echter geen optie, het verhaal leest zo vlot dat je hetonmogelijk naast je neer kunt leggen. In mijn versie probeerde ik om juist die ervaring dooreen haast rebels ritme te evoceren.Voor alle duidelijkheid: het gaat hier dus niet om een vertaling van Van den vos Reynaerdevan het Middelnederlands naar modern Nederlands. Dit gebeurde reeds herhaaldelijk,onder meer op onovertroffen wijze door Ard Posthuma en door Walter Verniers. Het leekme zinloos hun werk over te doen. Neen, ik breng mijn (ingekorte) versie van het Reynaertverhaalen ik leg hierbij, zoals verder zal blijken, eigen klemtonen.Bij het dichten koos ik ervoor om 700 verzen lang telkens acht lettergrepen op rijm tebrengen; ook deed ik een poging om (zoveel als mogelijk) doffe en beklemtoonde lettergrepenelkaar onafgebroken te laten afwisselen. Dit mag dan wel makkelijk in het gehoor liggen,het was een hels karwei om dit vast stramien tot op het eind aan te houden.~ 210 ~
Tiecelijn 26Dit ritme houdt daarenboven een groot risico in. De kans bestaat namelijk dat men (vooralbij het declameren) de even lettergrepen gaat overbeklemtonen, waardoor al spoedig eenzekere dreun ontstaat en zowel de voordrachtkunstenaar als de toehoorders na korte tijdbarstende hoofdpijn krijgen. Lees de verzen dus niet als: ‘la LA la LA la LA la LA la LA laLA la LA la LA’ maar betracht een zekere soberheid bij het savoureren van het allermooisteverhaal in onze taal.Ook is er (zoals bij élke toneelopvoering in de Westerse wereld) het grote gevaar dat men,op sleeptouw genomen door het relaas, de teksten te snel gaat lezen, (waardoor het publieksteevast heel wat van het verhaal mist). Mijn advies aan sprekers en spelers aller landen luidt:jawel, verhalen en verzen moeten met vaart gelezen worden. Maar ga tegelijk ook op de remstaan. Aarzel niet om pauzes in te lassen, zelfs als deze ongemakkelijk aanvoelen. U hoeftde laatste trein niet te halen. Verhalen zijn geen marathon waarbij het erop aankomt omaan de eindmeet te scoren en applaus te oogsten. Verhalen zijn het grootste geschenk van degoden om dit ondraaglijke bestaan op aarde toch enigszins leefbaar te maken.~ 211 ~
- Page 160 and 161: tiecelijn 26hij spelenderwijs drome
- Page 162 and 163: tiecelijn 26wordt genoemd is heel i
- Page 164 and 165: tiecelijn 26Hoezeer Lawrence zich o
- Page 166 and 167: tiecelijn 26NOTEN1 Blijkt uit nagen
- Page 168 and 169: tiecelijn 26An Illustrated Biograph
- Page 170 and 171: tiecelijn 2632 Voor meer details/ar
- Page 172 and 173: tiecelijn 2652 Zie Sigmund Freud, T
- Page 174 and 175: tiecelijn 26~ 174 ~
- Page 176 and 177: tiecelijn 26Misschien valt het hier
- Page 178 and 179: tiecelijn 26Maar dan - de schilder
- Page 180 and 181: tiecelijn 26alle slag, bedelaars en
- Page 182 and 183: tiecelijn 26die kan zichzelf in dez
- Page 184 and 185: tiecelijn 26Zijn kleine kop steekt,
- Page 186 and 187: tiecelijn 26berustend inlevingsverm
- Page 188 and 189: tiecelijn 26drinken in het heden’
- Page 190 and 191: tiecelijn 26NOTEN1 Stefan Hertmans,
- Page 192 and 193: Vertaling / tiecelijn 26letaldus Va
- Page 194 and 195: tiecelijn 26Zodra het vuur het hout
- Page 196 and 197: tiecelijn 26Ze vragen: ‘Boze mach
- Page 198 and 199: tiecelijn 26NawoordLetaldus van Mic
- Page 200 and 201: tiecelijn 26• Paul Pascal, ‘The
- Page 202 and 203: Tiecelijn 26van bisschop Hartgar en
- Page 204 and 205: Tiecelijn 26niet ongestraft - en sl
- Page 206 and 207: Tiecelijn 26ling en commentaar, waa
- Page 208 and 209: Tiecelijn 26uitstekende Nederlandse
- Page 212 and 213: Tiecelijn 261Akte van beschuldiging
- Page 214 and 215: Tiecelijn 26Wie ‘t janken van die
- Page 216 and 217: Tiecelijn 26Het werd, jawel, een gr
- Page 218 and 219: Tiecelijn 262Ten Paradijze ...151 P
- Page 220 and 221: Tiecelijn 26197 [Speels] Reynaert z
- Page 222 and 223: Tiecelijn 263Bruin de Beer verliest
- Page 224 and 225: Tiecelijn 26‘Als ik die honing ma
- Page 226 and 227: Tiecelijn 26men joeg hem haast over
- Page 228 and 229: Tiecelijn 26381 De Kater schreeuwde
- Page 230 and 231: Tiecelijn 26Breng hem voor mij, zod
- Page 232 and 233: Tiecelijn 26en onvolprezen toch uw
- Page 234 and 235: Tiecelijn 26Er zit helaas niets and
- Page 236 and 237: Tiecelijn 26en roofde ongestraft, b
- Page 238 and 239: Tiecelijn 26600 Hij heeft dit kwaad
- Page 240 and 241: Tiecelijn 26627 En toch bleef Nobel
- Page 242 and 243: Tiecelijn 26Ja, Nobel leek de Vlaam
- Page 244 and 245: Tiecelijn 26Hedwig Pauwels (Sint-Ni
- Page 246 and 247: Tiecelijn 26~ 246 ~
- Page 248 and 249: Tiecelijn 26~ 248 ~
- Page 250 and 251: Tiecelijn 26~ 250 ~
- Page 252 and 253: Tiecelijn 26~ 252 ~
- Page 254 and 255: Tiecelijn 26~ 254 ~
- Page 256 and 257: Tiecelijn 26~ 256 ~
- Page 258 and 259: Tiecelijn 26~ 258 ~
Tiecelijn <strong>26</strong>VoorafHet dierenepos Van den vos Reynaerde stamt uit de dertiende eeuw en geldt als het absolutehoogtepunt van de (Middel-)Nederlandse literatuur. Het werd geschreven door eenzekere Willem (over wie we bijna niets weten) en telt 3469 versregels. Er zijn honderdenversies van het verhaal in omloop, allemaal gebaseerd op twee integraal bewaard geblevenmanuscripten (waarvan de zogeheten Comburgse codex de bekendste is) en enkele fragmenten.Niets houdt ons dus tegen om er anno 2013 nog een versie aan toe te voegen.In het verhaal wordt een hofdag van koning Nobel beschreven. Alle dieren verschijnen –behalve Reynaert de Vos. Iedereen doet namelijk zijn beklag over de schurkenstreken vanReynaert en koning Nobel besluit daarom de Vos voor het hof te dagen. Daartoe wordteerst Bruin de Beer als dagvaarder aangesteld. Reynaert weet echter Bruins zwakke plekte vinden. Hij vertelt hem dat er honing in een opengespleten boomstam zit en Bruin traptin de val: hij steekt zijn kop in de spleet en Reynaert slaat de wiggen uit de boom. De Beerzit klem ...Ook een tweede gezant, Tybeert de Kater, laat Reynaert in een (spreekwoordelijke) muizenvallopen. Met Grimbeert de Das gaat de vos uiteindelijk toch mee naar het tribunaal– maar dan blijkt pas echt wat voor een doortrapte smeerlap Reynaert is. Hij weet iedereenom de tuin te leiden met zijn fantastisch verhaal over de schat van de Kriekenput en ontspringtzo op geniale wijze de (doden)dans. Nobel en Co worden onsterfelijk belachelijkgemaakt ...De geheime kracht van het eeuwenoude verhaal bestaat erin dat de lezer – tegen beterweten en spontaan aanvoelen in – toch sympathie gaat koesteren voor de onverbeterlijkeschurk Reynaert de Vos en – juist daardoor in de war gebracht – gaat nadenken over water echt gaande is. Stoppen met lezen is echter geen optie, het verhaal leest zo vlot dat je hetonmogelijk naast je neer kunt leggen. In mijn versie probeerde ik om juist die ervaring dooreen haast rebels ritme te evoceren.Voor alle duidelijkheid: het gaat hier dus niet om een vertaling van Van den vos Reynaerdevan het Middelnederlands naar modern Nederlands. Dit gebeurde reeds herhaaldelijk,onder meer op onovertroffen wijze door Ard Posthuma en door Walter Verniers. Het leekme zinloos hun werk over te doen. Neen, ik breng mijn (ingekorte) versie van het Reynaertverhaalen ik leg hierbij, zoals verder zal blijken, eigen klemtonen.Bij het dichten koos ik ervoor om 700 verzen lang telkens acht lettergrepen op rijm tebrengen; ook deed ik een poging om (zoveel als mogelijk) doffe en beklemtoonde lettergrepenelkaar onafgebroken te laten afwisselen. Dit mag dan wel makkelijk in het gehoor liggen,het was een hels karwei om dit vast stramien tot op het eind aan te houden.~ 210 ~