jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
tiecelijn 26NawoordLetaldus van Micy was een benedictijnermonnik die in de tiende eeuw leefde.Hij is vernoemd naar de abdij van Saint-Mesmin in Micy, nabij Orléans, waarhij een deel van zijn leven doorbracht. Hier schreef hij in de jaren 986-987 eenwerk in proza, De miraculis sancti Maximini (De wonderen van de heilige Maximinus),over de eerste abt van Saint Mesmin. Later verhuisde hij naar de abdijvan La Couture, nabij Le Mans. Daar schreef hij, na 996 en wederom in proza,zijn Vita sancti Iuliani (Het leven van de heilige Julianus) over de eerste bisschopvan Le Mans en de vroege geschiedenis van de abdij. Waarschijnlijk is Letaldusdaar aan het begin van de elfde eeuw gestorven. Daarnaast heeft hij nog enkelehagiografische werken op zijn naam staan, die evenals De quodam piscatore uithet einde van de tiende eeuw dateren.Binnen zijn grotendeels hagiografische oeuvre vormt zijn gedicht overWithin een vreemde eend in de bijt. Het beschrijft weliswaar een wonderbaarlijkegeschiedenis, maar is sterk gekleurd door de klassieke poëzie inplaats van door Bijbelse, patristische of andere christelijke teksten. Letaldusverwerkte vele verwijzingen naar klassieke werken, met name Vergilius’ Aeneis,in De quodam piscatore. Ook de versmaat, de dactylische hexameter, is die vanhet klassieke epos. Daarnaast dragen epische vergelijkingen en verwijzingennaar mythologische figuren als de Furiën (Eumeniden), Scylla en Charybdis,Aurora en Tithonus bij aan het epische karakter van de tekst. Tegenover aldeze reminiscenties aan de klassieken staat een enkele verwijzing naar de oudtestamentischeprofeet Jona (v. 185).Letaldus staat met zijn gedicht in een lange traditie van walvissenliteratuur,die reikt van het Bijbelboek Jona, het middeleeuwse verhaal van de zeereis vande heilige abt Brendaan (Navigatio sancti Brendani abbatis) tot klassiekers alsMoby Dick van Herman Melville en Pinoccio van Carlo Collodi. Een recentvoorbeeld is de novelle Leviathan van P.F. Thomése, in de bundel Zuidland.De tekst van De quodam piscatore quem ballena absorbuit is bekend uittwee handschriften, waarvan er een, bewaard in Tours, verloren is gegaantijdens een bombardement in juni 1940. Het andere handschrift, uit heteind van de elfde of het begin van de twaalfde eeuw, wordt bewaard inParijs (B.N. 5230 A). Deze vertaling, in zevenvoetige jambische regels, isgebaseerd op de editie van Pennisi. Via deze uitgave en Ziolkowski’s Fairytales from before fairy tales is meer literatuur en achtergrondinformatie tevinden.~ 198 ~
tiecelijn 26NOTEN1 Pindarus (ca. 520-445 v.C.) is een beroemde Griekse dichter.2 Orfeus (letterlijk: Thraciës dichter), een mythische dichter die met zijn liedkunst zelfsdieren, bomen en rivieren ertoe bewoog om bij hem te komen.3 Tijdens het pontificaat van Gregorius de Grote (590-604) werd de kerstening van hetAngelsaksische Engeland ter hand genomen.4 Aurora, gehuwd met Tithonus, is de godin van de dageraad. Dit vers is ontleend aanVergilius, Aeneis IV 585. In de scène die door dit vers wordt ingeleid ziet Dido hoe Aeneasmet zijn schepen in zee steekt, een aardig voorbeeld van de wijze waarop Letaldus Vergilius’werk in zijn gedicht verwerkt.5 Een curragh is een op een kano lijkend vaartuig, bestaande uit een houten geraamte datmet huiden is bespannen. Met dit type boot voeren Ierse geestelijken als Sint-Brendaan overzee.6 Scylla en Charybdis zijn twee mythologische zeemonsters, bekend uit boek 12 vanHomerus’ Odyssee.7 Het motief van het roofdier dat het aflegt tegen zijn prooi, een uitwerking van het themavan de omgekeerde wereld, speelt een belangrijke rol in de Ysengrimus; cf. Ysengrimus, Textwith translation, commentary and introduction by Jill Mann, Leiden etc., 1987, p. 38.8 Rochester ligt in Zuidoost-Engeland, aan de kust van Kent.9 Het Latijn herinnert aan Aeneis II 774, waar Vergilius beschrijft hoe Aeneas schriktwanneer hij de schim van zijn overleden vrouw Creusa ziet.10 Cf. Mattheüs, 14, 26 en Marcus, 6, 49 (over de discipelen die schrikken als ze Jezus overhet water zien lopen en hem voor een spook aanzien).11 Volgens o.a. Augustinus zouden oude adelaars, waarvan het verenkleed vergaan is, deogen door een waas zijn bedekt en de snavel vergroeid is zodat ze niet meer kunnen eten,door omhoog te vliegen naar de zon weer jong worden en hun vroegere kracht en uiterlijkherwinnen.12 Deze epische vergelijking is ontleend aan Aeneis XII 473-477, waar Vergilius debronnimf Juturna, de zuster van Aeneas’ tegenstander Turnus, met een zwaluw vergelijkt.LITERATUUR• Jean-Paul Bonnes, ‘Un lettré du Xe siècle: Introduction au poème de Letald’, in: RevueMabillon, 33 (1943), p. 23-47.• Cora E. Lutz, ‘Letaldus, a wit of the tenth century’, in: Viator, 1 (1970), p. 97-107.~ 199 ~
- Page 148 and 149: tiecelijn 26Thomas Hardy’s contro
- Page 150 and 151: tiecelijn 26alleen in het voordeel
- Page 152 and 153: tiecelijn 26one, inseparable’ (p.
- Page 154 and 155: tiecelijn 26Banford en MarchTh e F
- Page 156 and 157: tiecelijn 26Voorplat van The Fox, H
- Page 158 and 159: tiecelijn 26schijnlijk is dat ze zi
- Page 160 and 161: tiecelijn 26hij spelenderwijs drome
- Page 162 and 163: tiecelijn 26wordt genoemd is heel i
- Page 164 and 165: tiecelijn 26Hoezeer Lawrence zich o
- Page 166 and 167: tiecelijn 26NOTEN1 Blijkt uit nagen
- Page 168 and 169: tiecelijn 26An Illustrated Biograph
- Page 170 and 171: tiecelijn 2632 Voor meer details/ar
- Page 172 and 173: tiecelijn 2652 Zie Sigmund Freud, T
- Page 174 and 175: tiecelijn 26~ 174 ~
- Page 176 and 177: tiecelijn 26Misschien valt het hier
- Page 178 and 179: tiecelijn 26Maar dan - de schilder
- Page 180 and 181: tiecelijn 26alle slag, bedelaars en
- Page 182 and 183: tiecelijn 26die kan zichzelf in dez
- Page 184 and 185: tiecelijn 26Zijn kleine kop steekt,
- Page 186 and 187: tiecelijn 26berustend inlevingsverm
- Page 188 and 189: tiecelijn 26drinken in het heden’
- Page 190 and 191: tiecelijn 26NOTEN1 Stefan Hertmans,
- Page 192 and 193: Vertaling / tiecelijn 26letaldus Va
- Page 194 and 195: tiecelijn 26Zodra het vuur het hout
- Page 196 and 197: tiecelijn 26Ze vragen: ‘Boze mach
- Page 200 and 201: tiecelijn 26• Paul Pascal, ‘The
- Page 202 and 203: Tiecelijn 26van bisschop Hartgar en
- Page 204 and 205: Tiecelijn 26niet ongestraft - en sl
- Page 206 and 207: Tiecelijn 26ling en commentaar, waa
- Page 208 and 209: Tiecelijn 26uitstekende Nederlandse
- Page 210 and 211: Tiecelijn 26VoorafHet dierenepos Va
- Page 212 and 213: Tiecelijn 261Akte van beschuldiging
- Page 214 and 215: Tiecelijn 26Wie ‘t janken van die
- Page 216 and 217: Tiecelijn 26Het werd, jawel, een gr
- Page 218 and 219: Tiecelijn 262Ten Paradijze ...151 P
- Page 220 and 221: Tiecelijn 26197 [Speels] Reynaert z
- Page 222 and 223: Tiecelijn 263Bruin de Beer verliest
- Page 224 and 225: Tiecelijn 26‘Als ik die honing ma
- Page 226 and 227: Tiecelijn 26men joeg hem haast over
- Page 228 and 229: Tiecelijn 26381 De Kater schreeuwde
- Page 230 and 231: Tiecelijn 26Breng hem voor mij, zod
- Page 232 and 233: Tiecelijn 26en onvolprezen toch uw
- Page 234 and 235: Tiecelijn 26Er zit helaas niets and
- Page 236 and 237: Tiecelijn 26en roofde ongestraft, b
- Page 238 and 239: Tiecelijn 26600 Hij heeft dit kwaad
- Page 240 and 241: Tiecelijn 26627 En toch bleef Nobel
- Page 242 and 243: Tiecelijn 26Ja, Nobel leek de Vlaam
- Page 244 and 245: Tiecelijn 26Hedwig Pauwels (Sint-Ni
- Page 246 and 247: Tiecelijn 26~ 246 ~
tiecelijn <strong>26</strong>NOTEN1 Pindarus (ca. 520-445 v.C.) is een beroemde Griekse dichter.2 Orfeus (letterlijk: Thraciës dichter), een mythische dichter die met zijn liedkunst zelfsdieren, bomen en rivieren ertoe bewoog om bij hem te komen.3 Tijdens het pontificaat van Gregorius de Grote (590-604) werd de kerstening van hetAngelsaksische Engeland ter hand genomen.4 Aurora, gehuwd met Tithonus, is de godin van de dageraad. Dit vers is ontleend aanVergilius, Aeneis IV 585. In de scène die door dit vers wordt ingeleid ziet Dido hoe Aeneasmet zijn schepen in zee steekt, een aardig voorbeeld van de wijze waarop Letaldus Vergilius’werk in zijn gedicht verwerkt.5 Een curragh is een op een kano lijkend vaartuig, bestaande uit een houten geraamte datmet huiden is bespannen. Met dit type boot voeren Ierse geestelijken als Sint-Brendaan overzee.6 Scylla en Charybdis zijn twee mythologische zeemonsters, bekend uit boek 12 vanHomerus’ Odyssee.7 Het motief van het roofdier dat het aflegt tegen zijn prooi, een uitwerking van het themavan de omgekeerde wereld, speelt een belangrijke rol in de Ysengrimus; cf. Ysengrimus, Textwith translation, commentary and introduction by Jill Mann, Leiden etc., 1987, p. 38.8 Rochester ligt in Zuidoost-Engeland, aan de kust van Kent.9 Het Latijn herinnert aan Aeneis II 774, waar Vergilius beschrijft hoe Aeneas schriktwanneer hij de schim van zijn overleden vrouw Creusa ziet.10 Cf. Mattheüs, 14, <strong>26</strong> en Marcus, 6, 49 (over de discipelen die schrikken als ze Jezus overhet water zien lopen en hem voor een spook aanzien).11 Volgens o.a. Augustinus zouden oude adelaars, waarvan het verenkleed vergaan is, deogen door een waas zijn bedekt en de snavel vergroeid is zodat ze niet meer kunnen eten,door omhoog te vliegen naar de zon weer jong worden en hun vroegere kracht en uiterlijkherwinnen.12 Deze epische vergelijking is ontleend aan Aeneis XII 473-477, waar Vergilius debronnimf Juturna, de zuster van Aeneas’ tegenstander Turnus, met een zwaluw vergelijkt.LITERATUUR• Jean-Paul Bonnes, ‘Un lettré du Xe siècle: Introduction au poème de Letald’, in: RevueMabillon, 33 (1943), p. 23-47.• Cora E. Lutz, ‘Letaldus, a wit of the tenth century’, in: Viator, 1 (1970), p. 97-107.~ 199 ~