12.07.2015 Views

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

tiecelijn <strong>26</strong>(De leraar in de zwemles, lang geleden,die hem toebijt dat hij zakt voor dit examenwant ‘Gij zwemt gelijk een Hond, mijn kind,gij deugt niet voor de wereld’, terwijl de chloorhem in de ogen bijt) –De geabstraheerde ‘wereld’ is in de persoon van de Vlaams pratende zwemleraarook tegen het kind zoals de geabstraheerde ‘tijd’ dat ook lijkt (leek) te zijnvoor Goya. De keuze voor tweemaal (toe)bijten is erg accuraat.Ritmisch ‘kloppen’ volgende verzen – in een haast vanzelfsprekende combinatiemet het voor Hertmans zo vertrouwde ingebedde rijm (tafereel-penseel):Goya tuurt naar een tafereel waarin de vormendiep verzonken liggen. Likt aan het somber goudvan zijn penseel.We zijn klaarblijkelijk teruggegaan in de tijd, op bezoek in Goya’s atelier.Het likken aan het penseel maakt een voor de hand liggende terugkoppelingmogelijk naar het ‘spuug’ in de vijfde strofe van het gedicht.Rijm van lange adem speelt ook in de volgende strofe (binnen-linnen, talentkent,dringt-verzinkt), waarvan de donkerheid contrasteert met het (weliswaarsombere) goud en de ironisch-plechtstatige toon:De toegang tot dit zwart Elysium, zo wordt het omgeroepen,is gratis op de Dag des Heren, de Heffe kan naar binnen.Alleen wie nog dit oud talent voor het verzuipen kent,dringt in de kolken van het linnenwaarin de hond steeds weer verzinkt.Terwijl het goud nog deed denken aan het eldorado – letterlijk ‘het vergulde(land)’ – of paradijs, staat hier in werkelijkheid een ‘zwart Elysium’ tegenover:de gelukzalige mythische verblijfplaats van de na hun dood door de goden uitverkorenstervelingen, maar in de museumzalen van Goya zijn die dus zwartgeblakerd.De in- en aangrijpende artistieke ervaring zoals de jongen en het lyrischesubject die lijken te hebben meegemaakt, is kennelijk niet voor iedereen weggelegd:noodzakelijk daarvoor blijkt een ‘oud talent voor het verzuipen’, eenzichzelf keer op keer vernieuwend en nooit in een definitieve interpretatie~ 185 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!