12.07.2015 Views

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

tiecelijn <strong>26</strong>Ik woonde in een laag huis in de vlakte, wolken veronder de gulden snede ingedaald, en reikte met mijnvingertoppen naar de zwartberookte zoldering –een door zelfmedelijden uitgeholde knaap,het type dat, verzinkend in glacis, nog hier en daarde kijker ergert met zijn pijnlijk precieuze prinsenzielin de sublieme leegte van portretten.Ik had een hond die graag in de door vloed omstuwdekanaaltjes in de polders zwom, een beest dat’s winters op de einder sliep. En ik liep met hem op,verloor hem uit het door de luchtverpletterd vergezicht.Men zou bij een eerste lezing geneigd kunnen zijn de verzen automatisch vanuithet lyrische ‘ik’ te lezen. In die lectuur wordt het eerder op gang gebrachteen even door ‘het heden’ onderbroken herinneringsproces alsnog verdergezet.Minstens even plausibel lijkt evenwel de mogelijkheid dat het om een ander‘ik’ gaat: in onmiddellijke aansluiting bij de regels tussen haakjes zou ‘dejongen’ hier wel eens aan het woord kunnen zijn. Er heeft zich dan in de witregeleen perspectiefwissel voltrokken. Inhoudelijk diept het ‘ik’ hoe dan ookjeugdherinneringen (‘knaap’) op die nog maar eens een andere lezing van hetfresco met het hondje mogelijk maken. De analogieën met het tafereel zijn legio:‘wolken ver / onder de gulden snede ingedaald’ bijvoorbeeld, terwijl ‘hetdoor de lucht / verpletterd vergezicht’ rechtstreeks in verbinding staat met ‘hetvroegere naïeve vergezicht’. Een en ander lijkt nochtans de eenzijdig subjectieveinbreng van de jongen.Maar de passage werpt met een (pseudo-)biografische anekdote als inspiratiebroneen nieuw licht op een mogelijke ontstaansgeschiedenis van het schilderij.Zo komt men logischerwijze bij Goya zelf uit als derde mogelijke ‘ik’. De‘zwartberookte zoldering’ kan men eventueel linken aan het Landhuis van deDove.De jongen komt klaarblijkelijk met enige vertraging nu ook de trappen vande tweede verdieping van het Prado naar de eerste (met de ‘pinturas negras’)afgelopen:Maar nu de jongen zingend in de zwarte zaalis ingedaald, steekt daar de onooglijke Cerberusde snuit omhoog en alles jankt hem tegen.~ 183 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!