12.07.2015 Views

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

tiecelijn <strong>26</strong>in de gedateerde hondengedaante.) En toch volgt er een ‘maar’: het betreffendeschilderij maakt wel degelijk iets los bij de kijker-auteur zelf. Haast letterlijkzelfs. Van een initiële empathische inleving, een pril maar sterk medelevenmet de schilder en zijn enigszins pathetische relatie met het kunstwerk, vindt erdan ook een persoonlijke uitwisseling plaats met het fresco ‘El perro’. Met eentrefzekere vergelijking die de omgekeerde weg volgt van het vooraf beschrevenmengprocedé wordt het interactieve herinneringsproces heel plastisch verwoord.Het oude, verharde schilderij lijkt langzaam weer tot leven te komen waardooronwillekeurig bepaalde geheugenreacties op gang komen bij de waarnemer, diezich ook zelf als personage herinnert (inclusieve herinnering):de oude engel in de winkel, en ik die voor mijnlief – dat wist ik toen nog niet – mijn handen in dehouding van een lang vergeten pose wring terwijl iemandbij de naamloos wachtenden, in de kronkelrijen opde trappen voor het Prado, zingt.De slordigheid van het geheugen en het onvermogen alles in één beweging onderwoorden te brengen vallen op door de onbepaaldheid en onvolledigheid vande beschrijvingen. Tijd en ruimte komen hier feitelijk over en door elkaar te liggen,maar vloeien uiteindelijk samen in één hier-en-nu-moment: dat van de hypersubjectievekunstervaring, zeg maar de persoonlijke toe-eigening of invullingmet de winkelscène en het knielen / smeken / bidden. Het voegwoord ‘terwijl’wijst naast de poëtische actualiteit van de rest van de (bij)zin – in tegenstellingtot Goya kan de museumbezoeker kennelijk wel geluid waarnemen, wat hem uitzijn herinneringen wekt – ook en vooral op de simultaneïteit van alles wat menzich tot dan op één plaats in één ogenblik herinnert én tegelijk daarbuiten nogwaarneemt. Al komt alles in de tekst ten slotte in een schijnbaar associatieve enlogisch-continue opsomming bij elkaar te staan. We bevinden ons intussen ofnog altijd in het Prado-museum, meer bepaald in de door de dichter apocalyptischomgedoopte ‘Laatste Zaal’ op de ‘planta primera’ (eerste verdieping), waarwe omsingeld worden door Goya’s beruchte ‘zwarte schilderijen’ …We verdrinken in het heden en de adem schiet tekort.(Wie in het donker van de Laatste Zaal is aanbeland,en ziet wat daar in de onwerkelijkverwrongen smoelen al te lezen is –~ 181 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!