jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
tiecelijn 26alleen in het voordeel van de man hoort te eindigen, tenzij een of ander ongeluk/voorvaldaar anders over beschikt. Een sterk voorbeeld van mannelijkedominantie is terug te vinden in de figuur van generaal Don Cipriano, dievoorgesteld wordt als ‘the ancient phallic mystery, the ancient god-devil ofthe male Pan. Cipriano unyielding forever, in the ancient twilight, keepingthe ancient twilight around him’ (p. 325). 17 Even verder geeft de verteller degedachten van zijn aanstaande vrouw weer die zich ten volle realiseert hoezeerze bij haar tweede huwelijk haar eigen persoonlijkheid op de tocht zet:‘Ah! And what a mystery of prone submission, on her part, this huge erectionwould imply! Submission absolute, like the earth under the sky. Beneath anover-arching absolute’ (idem).Waar het voor de getrouwde vrouw op aankomt, spelt de auteur nogmaals uitin de openingsbladzijden van Lady Chatterley’s Lover, vooraleer Clifford verlamdnaar huis wordt verscheept: ‘And a woman had to yield. A man was likea child, with his appetites. A woman had to yield him what he wanted, or likea child he would probably turn nasty and flounce away and spoil what was avery pleasant connection. But a woman could yield to a man, without yieldingher inner, free self. [...]’. Een typerende overweging waarin Lawrence voor dezoveelste keer op zoek gaat naar het niemandsland waarin man en vrouw elkaarpartij geven. Het gaat om een variatie op hetzelfde thema, maar dat neemtniet weg dat hij net als in zijn vroege romans ook in zijn laatste, duur bevochtenroman de vrouw eerst en vooral voorstelt als een archetypische, piëta-achtigemoederfiguur, al toont Constance ten overvloede haar talent voor erotischeovergave in het vervolg van dezelfde roman. 18Liefde en erotiekNiet alleen in zijn romans en verhalen, maar ook in zijn essays heeft Lawrencezich gebogen over ‘de liefde’ als een intense vorm van passionele betrokkenheidtussen man en vrouw. Die essays kunnen gezien worden als uitgesponnenkanttekeningen bij zijn verhalen en romans, als ‘inferences made afterwards,from the experience’. 19 Lawrence’ verhalen en romans gaan dus in de regelaan zijn theoretische beschouwingen vooraf, al geldt dat niet voor Kangaroo,St. Mawr, The Virgin and the Gipsy, The Plumed Serpent en Lady Chatterley’sLover. 20 De vraag is wat Lawrence onder ‘liefde’ verstaat en welke aspecten hijnaderhand in een theorie heeft omgezet, of dat althans heeft geprobeerd.~ 150 ~
tiecelijn 26In weerwil van zijn reputatie wil ik er graag op wijzen dat de auteur zichhoogst zelden aan expliciete of gedetailleerde seksscènes heeft gewaagd. Inzekere zin komen ze alleen voor in zijn tot schandaalroman opgewaardeerdelaatste worp, Lady Chatterley’s Lover, waarvan de ‘oorspronkelijke’ tekst pas in1959 is vrijgegeven en een jaar later is gepubliceerd. 21 Zover mij bekend komtin al zijn ander werk nauwelijks een scène voor waarin een orgasme of coïtus– behalve ‘orgasme’ ook wel ‘crisis’ genoemd – expliciet wordt beschreven. ‘Gesuggereerd’wordt seksuele gemeenschap uiteraard wél, maar veel vaker wordtze geïmpliceerd of eindigt een hoofdstuk waar de beschrijving van een en anderzou kunnen beginnen. Er is bij Lawrence een aanzienlijke schroom aanwezigom de fysieke liefde uit te beelden, niet alleen omdat hij haar idealiseerde, maarook omdat hijzelf de natuurlijke zuiverheid ervan niet wou omlaag halen. 22Die schroomvolle instelling houdt hij in wezen vol tot het einde van zijnschrijvende bestaan: het is zonder meer opvallend dat hij de liefde vooral opeen metonymische manier verbeeldt. Talloos zijn de scènes waarin geliefdenelkaar diep in de ogen kijken, elkaars handen langdurig vasthouden of verruktzijn over hun naakte voeten. Nog indrukwekkender vind ik de scènes waarin zeelkaars lippen beroeren en onder het langdurige kussen bijna wegzwijmelen ofzelfs in slaap vallen. De voorbeelden zijn legio, maar wie zich wil vergewissen,verwijs ik graag naar een heuse ‘filosofie van de kus’ in het voorlaatste hoofdstukvan Th e R a i n b o (p. w 497-499), een uitvoerige cursus ‘spooning’ in de onvoltooideroman Mr Noon (1920-1921) of naar de kusscène in hoofdstuk drievan The Trespasser (1912), waar het initiatief uitgaat van een verliefde vrouw:‘It was the long, supreme kiss, in which man and woman have one being, Twoin-one,the only Hermaphrodite. When Helena drew away her lips, she wasexhausted. […] Her desire was accomplished in a real kiss’. 23 Het valt niet teontkennen dat lippen, voeten, handen en ogen gesublimeerde verwijzingen(kunnen) zijn naar het geslachtelijke, maar even cruciaal lijkt het me te onderstrependat Lawrence elke zweem van vulgariteit behoedzaam schuwt. 24Bovendien moet erop gewezen worden dat ware liefde altijd gepaard gaat meteen streven naar volkomen eenwording. Hoe dominant hij zich de man (cf. ‘thepioneer of life’) voorstelt en hoe onderworpen ook de vrouw (cf. ‘in the twilight’),als het over liefde gaat in lawrenciaanse zin, is het kernwoord ‘oneness’of ‘communion’, zoals uit het vorige citaat al mag blijken. In nagenoeg al zijnromans wordt diezelfde overtuiging beleden, ook als het om een homoseksuelerelatie gaat, zoals die tussen Ursula Bragwen en Winifred in Th e R a i n b , o nét wvoor de terugkeer van Skrebensky: ‘Their lives seemed suddenly to fuse into~ 151 ~
- Page 100 and 101: TIeCelIJn 266 Petrus Alfonsi (voor
- Page 102 and 103: artikel / tiecelijn 26ReinaeRt de V
- Page 104 and 105: tiecelijn 26Derde bedrijfIn de vers
- Page 106 and 107: tiecelijn 26gelijking kunnen doorst
- Page 108 and 109: tiecelijn 26Afb. 5. Edward Keurvels
- Page 110 and 111: tiecelijn 26De muziekFrits Celis (1
- Page 112 and 113: tiecelijn 26Globaal beschouwd vinde
- Page 114 and 115: tiecelijn 26Afb. 10. Kostuumstudies
- Page 116 and 117: tiecelijn 26Afb. 12~ 116 ~
- Page 118 and 119: tiecelijn 26Af b. 14~ 118 ~
- Page 120 and 121: tiecelijn 26Afb. 16~ 120 ~
- Page 122 and 123: tiecelijn 26Afb. 18~ 122 ~
- Page 124 and 125: tiecelijn 26Bij de creatie op zater
- Page 126 and 127: tiecelijn 26Afb. 22. Judels en Tokk
- Page 128 and 129: tiecelijn 26Afb. 24. Brochure opera
- Page 130 and 131: tiecelijn 26Afb. 26. Théo Dejoncke
- Page 132 and 133: tiecelijn 26Afb. 32. Programmabroch
- Page 134 and 135: tiecelijn 26Afb. 35. Frits Celis (A
- Page 136 and 137: tiecelijn 26Symfonische fragmentenI
- Page 138 and 139: tiecelijn 26het programma stond. He
- Page 140 and 141: tiecelijn 26BesluitAlhoewel Reinaer
- Page 142 and 143: tiecelijn 265 Prentbriefkaart van A
- Page 144 and 145: tiecelijn 26D.H. Lawrence~ 144 ~
- Page 146 and 147: tiecelijn 26opzicht behoort Lawrenc
- Page 148 and 149: tiecelijn 26Thomas Hardy’s contro
- Page 152 and 153: tiecelijn 26one, inseparable’ (p.
- Page 154 and 155: tiecelijn 26Banford en MarchTh e F
- Page 156 and 157: tiecelijn 26Voorplat van The Fox, H
- Page 158 and 159: tiecelijn 26schijnlijk is dat ze zi
- Page 160 and 161: tiecelijn 26hij spelenderwijs drome
- Page 162 and 163: tiecelijn 26wordt genoemd is heel i
- Page 164 and 165: tiecelijn 26Hoezeer Lawrence zich o
- Page 166 and 167: tiecelijn 26NOTEN1 Blijkt uit nagen
- Page 168 and 169: tiecelijn 26An Illustrated Biograph
- Page 170 and 171: tiecelijn 2632 Voor meer details/ar
- Page 172 and 173: tiecelijn 2652 Zie Sigmund Freud, T
- Page 174 and 175: tiecelijn 26~ 174 ~
- Page 176 and 177: tiecelijn 26Misschien valt het hier
- Page 178 and 179: tiecelijn 26Maar dan - de schilder
- Page 180 and 181: tiecelijn 26alle slag, bedelaars en
- Page 182 and 183: tiecelijn 26die kan zichzelf in dez
- Page 184 and 185: tiecelijn 26Zijn kleine kop steekt,
- Page 186 and 187: tiecelijn 26berustend inlevingsverm
- Page 188 and 189: tiecelijn 26drinken in het heden’
- Page 190 and 191: tiecelijn 26NOTEN1 Stefan Hertmans,
- Page 192 and 193: Vertaling / tiecelijn 26letaldus Va
- Page 194 and 195: tiecelijn 26Zodra het vuur het hout
- Page 196 and 197: tiecelijn 26Ze vragen: ‘Boze mach
- Page 198 and 199: tiecelijn 26NawoordLetaldus van Mic
tiecelijn <strong>26</strong>In weerwil van zijn reputatie wil ik er graag op wijzen dat de auteur zichhoogst zelden aan expliciete of gedetailleerde seksscènes heeft gewaagd. Inzekere zin komen ze alleen voor in zijn tot schandaalroman opgewaardeerdelaatste worp, Lady Chatterley’s Lover, waarvan de ‘oorspronkelijke’ tekst pas in1959 is vri<strong>jg</strong>egeven en een jaar later is gepubliceerd. 21 Zover mij bekend komtin al zijn ander werk nauwelijks een scène voor waarin een orgasme of coïtus– behalve ‘orgasme’ ook wel ‘crisis’ genoemd – expliciet wordt beschreven. ‘Gesuggereerd’wordt seksuele gemeenschap uiteraard wél, maar veel vaker wordtze geïmpliceerd of eindigt een hoofdstuk waar de beschrijving van een en anderzou kunnen beginnen. Er is bij Lawrence een aanzienlijke schroom aanwezigom de fysieke liefde uit te beelden, niet alleen omdat hij haar idealiseerde, maarook omdat hijzelf de natuurlijke zuiverheid ervan niet wou omlaag halen. 22Die schroomvolle instelling houdt hij in wezen vol tot het einde van zijnschrijvende bestaan: het is zonder meer opvallend dat hij de liefde vooral opeen metonymische manier verbeeldt. Talloos zijn de scènes waarin geliefdenelkaar diep in de ogen kijken, elkaars handen langdurig vasthouden of verruktzijn over hun naakte voeten. Nog indrukwekkender vind ik de scènes waarin zeelkaars lippen beroeren en onder het langdurige kussen bijna wegzwijmelen ofzelfs in slaap vallen. De voorbeelden zijn legio, maar wie zich wil vergewissen,verwijs ik graag naar een heuse ‘filosofie van de kus’ in het voorlaatste hoofdstukvan Th e R a i n b o (p. w 497-499), een uitvoerige cursus ‘spooning’ in de onvoltooideroman Mr Noon (1920-1921) of naar de kusscène in hoofdstuk drievan The Trespasser (1912), waar het initiatief uitgaat van een verliefde vrouw:‘It was the long, supreme kiss, in which man and woman have one being, Twoin-one,the only Hermaphrodite. When Helena drew away her lips, she wasexhausted. […] Her desire was accomplished in a real kiss’. 23 Het valt niet teontkennen dat lippen, voeten, handen en ogen gesublimeerde verwijzingen(kunnen) zijn naar het geslachtelijke, maar even cruciaal lijkt het me te onderstrependat Lawrence elke zweem van vulgariteit behoedzaam schuwt. 24Bovendien moet erop gewezen worden dat ware liefde altijd gepaard gaat meteen streven naar volkomen eenwording. Hoe dominant hij zich de man (cf. ‘thepioneer of life’) voorstelt en hoe onderworpen ook de vrouw (cf. ‘in the twilight’),als het over liefde gaat in lawrenciaanse zin, is het kernwoord ‘oneness’of ‘communion’, zoals uit het vorige citaat al mag blijken. In nagenoeg al zijnromans wordt diezelfde overtuiging beleden, ook als het om een homoseksuelerelatie gaat, zoals die tussen Ursula Bragwen en Winifred in Th e R a i n b , o nét wvoor de terugkeer van Skrebensky: ‘Their lives seemed suddenly to fuse into~ 151 ~