jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
12.07.2015 Views

tiecelijn 26Globaal beschouwd vinden we in deze opera van De Boeck geen strenge academischevormen. De weinige liedvormen in de koorpassages vormen hieropeen uitzondering.Het geheel is eerder kleurrijk dan constructief en lijkt op een caleidoscopischereeks. Alles is kort en fragmentarisch, tot de kerngedachte herleid. Deouverture wordt samengebald tot een korte passage met trompetten op hettoneel. Compositietechnisch staat het contrast centraal. Alles wordt overkoepelddoor een dynamische climax naar het einde toe, slechts onderbrokendoor een kloosterscène. 10De partituur: handschriften en uitgavenEen partituur in handschrift (1909) van August de Boeck berust in het AugustDe Boeckfonds dat deel uitmaakt van de collectie van het Letterenhuis inAntwerpen. 11 Een andere partituur, ook in handschrift van De Boeck (1909),wordt bewaard in de bibliotheek van de Artesis Hogeschool, Koninklijk ConservatoriumAntwerpen (afb. 8). 12In de reeks ‘Vlaamsche Muziek’ zorgde Hendrik Diels, circa. 1929, voor eenbewerking van enkele fragmenten uit Reinaert de Vos. 13‘Stoet’ uit Reinaert de Vos werd bewerkt voor harmonieorkest door N. Genotte. 14Afb. 8. Fragment uit de orkestpartituur van Reinaert de Vos (© Artesis-KC)~ 112 ~

tiecelijn 26De creatieDe directeurs van de Vlaamse Opera hadden kosten noch moeite gespaardom van de opvoering een artistieke gebeurtenis te maken. Nooit was er zoveelgeld besteed aan een Vlaams werk. Het Antwerpse stadsbestuur had nieuwedecors laten schilderen en in Berlijn werd de kledij, ontworpen door MedardTijtgat, besteld bij het beroemde huis Baruch.In 1908 werkte Medard Tijtgat als decor- en kostuumontwerper voor deVlaamse Opera in Antwerpen. Hij maakte kleurschetsen in waterverf voor dekostuums van Reinaert de Vos, en werkte waarschijnlijk ook met De Boeck enVerhulst samen. Deze kwaliteitsvolle tekeningen, met erop gepinde stalen stof,zijn bewaard gebleven en behoren toe aan de Stichting Marten Melsen (afb.10-19). Ze geven een goed beeld van de kwaliteit, van de werkmethodes en vande precisie bij de operahuizen uit die tijd. 15August de Boeck had graag gehad dat zijn vriend Edward Keurvels Reinaertde Vos zou dirigeren maar die had, na een ruzie met de directie van de opera,zijn ontslag ingediend als dirigent.Afb. 9. Reinaert de Vos. Omslag van de maanduitgavevan Vlaamsche Muziek, nr. 17 (AFT)~ 113 ~

tiecelijn <strong>26</strong>Globaal beschouwd vinden we in deze opera van De Boeck geen strenge academischevormen. De weinige liedvormen in de koorpassages vormen hieropeen uitzondering.Het geheel is eerder kleurrijk dan constructief en lijkt op een caleidoscopischereeks. Alles is kort en fragmentarisch, tot de kerngedachte herleid. Deouverture wordt samengebald tot een korte passage met trompetten op hettoneel. Compositietechnisch staat het contrast centraal. Alles wordt overkoepelddoor een dynamische climax naar het einde toe, slechts onderbrokendoor een kloosterscène. 10De partituur: handschriften en uitgavenEen partituur in handschrift (1909) van August de Boeck berust in het AugustDe Boeckfonds dat deel uitmaakt van de collectie van het Letterenhuis inAntwerpen. 11 Een andere partituur, ook in handschrift van De Boeck (1909),wordt bewaard in de bibliotheek van de Artesis Hogeschool, Koninklijk ConservatoriumAntwerpen (afb. 8). 12In de reeks ‘Vlaamsche Muziek’ zorgde Hendrik Diels, circa. 1929, voor eenbewerking van enkele fragmenten uit Reinaert de Vos. 13‘Stoet’ uit Reinaert de Vos werd bewerkt voor harmonieorkest door N. Genotte. 14Afb. 8. Fragment uit de orkestpartituur van Reinaert de Vos (© Artesis-KC)~ 112 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!