12.07.2015 Views

100 jaar station Dalfsen - Atlantis

100 jaar station Dalfsen - Atlantis

100 jaar station Dalfsen - Atlantis

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Belevenissen van scholieren die in deoorlogsjaren met de (stoom)trein reisdenTrudy de Lange, Jan Tuut en Gerrit JansDe jongelui die verschillende scholenin Zwolle bezochten, gingen ’s zomerspraktisch allemaal op de fiets en’s winters meestal met de bus. Diestopte overal waar iemand stond,geen vaste haltes dus. Als je een beetjelaat was, stopte de bus voor je huis enclaxonneerde. Toen de bussen nietmeer reden gingen we met de trein;maar dat gaf toen ook al problemen.Als de school bijvoorbeeld om halfvier uit ging, kon je pas met de treinvan tien voor zes. Je zat dan in hetdonker in een koude coupé te wachten.Als de trein pech kreeg – en datgebeurde nogal eens – stond je somstijden stil en kwam je pas om zevenuur in <strong>Dalfsen</strong> aan. Vaak zaten wij´s morgens in de wachtkamer, somsuren lang; dan kwam de trein pas omelf uur in plaats van half acht, omdathij bijvoorbeeld niet door de sneeuwkon komen. Maar dan hadden wij welde meeste lol met elkaar, want deschooltijd werd daardoor natuurlijkmooi ingekort. Er was elke dag eenvaste conducteur die wij “weet niks”noemden, want hij wist namelijknooit iets als je hem wat vroeg. Hetwas een klein kereltje en nog eenNSB-er ook, maar niet fanatiek; dus jehoefde geen angst te hebben dat hij jezou aanbrengen bij de landwacht alswe weer eens wat deden wat nietmocht. Maar één keer hebben wij hemte pakken gehad. Wij hadden afgesprokenmet een man of tien dat wij,zodra wij in de trein waren, direct inde bagagenetten zouden gaan liggen.Dat waren van die grote lange netten,waar je met een beetje goede wil zo inkon kruipen. Dat moesten we dus inhet pikdonker doen, want licht was,hoe weinig ook, streng “verboten” inverband met dreigende beschietingendoor vliegtuigen. Toen “weet niks” naeen tijdje in onze coupé kwam, trof hijons daar uiteraard niet aan, terwijl hijwist dat wij naar binnen waren gegaan.Hij had een zaklantaarn waarbijhet licht door een klein spleetjekwam, net genoeg om onze kaartjes tekunnen knippen, dus daar had hijook niets aan. Je kon hem horenmompelen “waar zijn ze nou gebleven”en liep hij al mopperend doornaar de volgende coupé. Toen hijeven later weer terug kwam, zat iedereenweer keurig met een stalen gezichtop zijn plaats. “Jullie waren ernet niet, hoe kan dat dan?” Toen wehem vertelden wat wij hadden uitgespookt,kon hij er ook nog wel om lachen.In de trein waren ook elke dag tweevaste reizigers aanwezig, namelijkJohan Broekman en Leo Vleugels.Vleugels ging met zijn baas Broekmannaar de Bata schoenenfabriek inZwolle om daar te werken. Maar nuwas Leo niet één van de snuggerstenen daar werd natuurlijk prompt misbruikvan gemaakt door ons. Wij haddenzijn naam dan ook veranderd in“Leo Klungels”. In de wachtkamerhing een kaartje met de tekst “nietspuwen”, hetgeen bedoeld was voorde boeren die ook naar Zwolle gingenen nog wel eens een pruimpje tabakin de mond hadden. Toen kwam iemandop het idee om Leo met datbordje op de rug de stad in te latengaan. Zo gezegd zo gedaan en op hetbordje werd de tekst bijgeschreven:“te koop, te huur, voor niets nog teduur”. Leo liep echt door de stad metdat bordje op z´n rug.In de trein zaten ook vaak mensen uithet kamp Erica met bewakers. Wij gavendie mensen ons brood, waarvande bewakers niets zeiden. Dan was erook nog ene Brandhof uit Ommen,die bij de landwacht van de NSB was.Bij de NSB was ook een meisjesafdeling“De Meeuwen”. Prompt werd erop de dochter van Brandhof, die ookin de trein zat en lid was van de“Meeuwen”, een provocerend liedjegemaakt door Jan Tuut op de wijs vaneen Duits overwinningsliedje: “daarbij Sebastopol”. Het liedje begon alsvolgt: “daar tussen ijs en sneeuw,daar ligt een dode meeuw, hola hi lahola…….. enz.”. Toen zij haar beklaghierover deed bij haar vader, is die in<strong>Dalfsen</strong> naar de ouders van één vanons gegaan met de waarschuwingdat wanneer wij niet ophielden methet provoceren, hij ervoor zou zorgen,dat wij allemaal in het kamp bijOmmen terecht zouden komen. Toenmoesten wij wel oppassen, want hijwas ertoe in staat.Wij waren altijd aan het donderjagenin de trein. Op een gegeven momentwas er weer een NSB-er in de treinmet een driehoekig speldje op zijn jas,waaraan je kon zien dat hij van departij was. De trein was vaak zo vol,dat veel mensen moesten staan. Wanneerwe bij Herfte van rails wisselden,gaf de trein een schok, zodat je bijnaomviel. Eén van ons die naast dieman stond gaf hem op dat momenteen extra zet “per ongeluk natuurlijk”,zodat hij omviel, precies op deschoot van een vrouw uit <strong>Dalfsen</strong>, diegeregeld naar Zwolle ging met eenmandje (smokkel) boter en eieren. Zehad dat mandje op schoot dus het laatzich raden, grote paniek!!Deze man was zo kwaad dat hijdirect zijn kameraden opzocht. Delandwachters, zo hadden we vernomenvia onze geheime kanalen, wildenons opwachten bij de uitgang inZwolle om ons eens een lesje te leren.Wij wisten dat dit niet zo zachtzinnigzou gaan. De trein stopte altijd vlaknaast het hek langs de Oosterlaan. Enwat deden we? Snel de trein uit overhet hek en weg wezen……. op één na,die via de uitgang liep. Zo konden wijop afstand aanschouwen hoe dezeknaap werd afgeranseld.RONDOM DALFSEN 46 977

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!