Pijnbestrijding, postoperatief - Nederlandse Vereniging voor ...

Pijnbestrijding, postoperatief - Nederlandse Vereniging voor ... Pijnbestrijding, postoperatief - Nederlandse Vereniging voor ...

12.07.2015 Views

POSTOPERATIEVE PIJNBEHANDELINGORGANISATIE VAN POSTOPERATIEVE PIJNBEHANDELINGanesthesioloog zijn cruciaal zowel voor het beleidsmatige deel, als voor de implementatie ende uitvoering van deze zorg.ConclusiesNiveau 2Niveau 2Niveau 2Het is aannemelijk dat introductie van georganiseerde postoperatieve pijnbehandelingleidt tot significante vermindering van postoperatieve pijn.B Sartain 1999 1 ; Bardiau 1999 2 ; Tighe 1998 3 ; Gould 1992 4 ;Mackintosh 1997 5 ; Harmer 1998 6Er zijn aanwijzingen dat introductie van georganiseerde postoperatievepijnbehandeling leidt tot een verkorting van de opnameduur.B Miaskowski 1999 7 ; Brodner 2000 9Het is aannemelijk dat de verpleegkundige, de snijdend specialist en deanesthesioloog betrokken moeten zijn bij de in- en uitvoering van postoperatieve pijnbehandeling.B Gould 1992 4 ; Miaskowski 1999 7Voorwaarden voor succesOrganisatie van postoperatieve pijnbehandelingUitvoeringsvoorschrift- eenvoudig helder algoritme- voor titratie op effect- binnen de randvoorwaarden voor veiligheid- bij de individuele patiëntUITVOERINGEffect & veiligheid• gestandaardiseerde pijn en sedatiescore:- als systematische postoperatieve controle- bijvoorbeeld. NRS- en Ramsay-schaal• gestandaardiseerde pijnbestrijdingsmethoden:- met specifieke randvoorwaarden per methode- afgestemd op kennis en kunde vande afdelingsverpleegkundigen• dosering met inachtneming vande farmacologische eigenschappen (zoals oplaadbasis,‘rescue’-medicatie, onderhoudsdosering).• combineren met inachtneming van analgetica metverschillende werkingsmechanismenbehandelendspecialistischverpleegkundigebehandelendsnijdend specialistverpleegkundigepatiëntanesthesioloogC Rawal 1998 16 Afspraken over:IMPLEMENTATIEVoorwaarden voor succes• maak gebruik van de bestaande organisatiestructuur• respecteer de invalshoeken van alle betrokken disciplines• houd de afspraken eenvoudig, eenduidig en helder• stel een implementatiecoördinator aan (bij voorkeureen specialistisch verpleegkundige)• stem voortdurend af tussen beleid en uitvoering• zorg voor continue scholing t.a.v.:- attitude- pijnscore- sedatiescore- basiskennis• zorg voor consequent doorgevoerde patiëntenvoorlichtingEVALUATIEBELEID• doel van de behandeling• beleid hoe tot dat doel te komen• taak verantwoordelijkheden• taak bevoegdhedenDoor:• verpleegkundige discipline• snijdende discipline• anesthesiologische disciplineFiguur 1 Schematisch overzicht van de georganiseerde postoperatieve pijnbehandeling1819

POSTOPERATIEVE PIJNBEHANDELINGORGANISATIE VAN POSTOPERATIEVE PIJNBEHANDELINGEr wordt wisselend gesproken over de rol die iedere discipline binnen de organisatie moetvervullen. 16 In de richtlijnen die sinds eind jaren 80 zijn verschenen, zijn in dit kader grofwegtwee modellen te onderscheiden die hebben geleid tot een ander soort postoperatieve pijnbehandeling.21 Het eerste is een model waarbij de anesthesioloog de basis vormt van een pijnservice,die vooral gericht is op geavanceerde vormen van pijnstilling zoals epidurale analgesieen PCIA/PCEA. 1,7,23 Hier wordt technisch hoogstaande zorg geleverd aan een kleine groeppostoperatieve patiënten. Per patiënt is deze zorg relatief duur. In het andere model, de ontwikkelingvan postoperatieve pijnbehandeling zoals dat met name in Europa gebeurt, staatde verpleegkundige meer centraal in de organisatie, zowel bij de opzet, het onderhoud als bijde uitvoering van de pijnbehandeling. De anesthesioloog heeft hier als deskundige de rol vansupervisor. 12,19,22 Deze vorm van zorg is meer gericht op de gehele postoperatieve patiëntenpopulatieen zou per patiënt eenvoudiger en goedkoper zijn. 3 Bij evaluatie van de praktijkwordt ook bij de postoperatieve pijnbehandeling die georganiseerd is volgens het eerstemodel het belang van een meer centrale rol van de verpleegkundige onderkend en bevestigd.De verpleegkundige discipline heeft deze rol al onderkend en beschreven in het consensusrapport‘Verpleegkunde bij pijn’ in 1994. 24 Behalve de operatieve ingreep op zich zijn er nogandere lichamelijke, psychische, sociale en spirituele factoren die pijn kunnen beïnvloeden.Het is noodzakelijk dat de verpleegkundige beschikt over discipline om de deskundigheidomtrent diagnostiek en behandeling met betrekking tot deze dimensies van de pijn verder uitte kunnen bouwen. Het Landelijk Netwerk Pijnverpleegkundigen ontwikkelt momenteelrichtlijnen voor verpleegkundige anamnese, pijnonderwijs en postoperatieve pijnbehandeling.Deze kunnen te zijner tijd worden gebruikt als aanvulling op deze richtlijn.ConclusieNiveau 21.1.2 AfsprakenHet is aannemelijk dat de verpleegkundige discipline centraal moet staanom pijnbehandeling voor álle postoperatieve patiënten kosteneffectief teorganiseren.B Sartain 1999 1 ; Tighe 1998 3D Rawal 1999 12 ; Europain Minimum Standards 1998 19 ; Wulf 1997 21 ,Consensus verpleegkunde bij pijn 1994 24Wetenschappelijke onderbouwingDe eerste stap om postoperatieve pijnbehandeling te realiseren in multidisciplinair verband isafstemming over het te voeren pijnbeleid. Het gaat hierbij over het gewenste doel dat gesteldwordt, met betrekking tot effect en veiligheid van de postoperatieve pijnbehandeling en demanier waarop dat doel bereikt zal gaan worden. De literatuur adviseert, enerzijds concreetaan de hand van voorbeelden (hoe wordt een pijnservice in een bepaald ziekenhuis opgezet),anderzijds algemeen, aan de hand van bredere overwegingen. 11,20 Er worden verschillendevoorstellen aangedragen die variëren van simpele controles tot uitgebreide algoritmes, verrichtdoor de afdelingsverpleegkundigen of meer gespecialiseerd personeel. 13-15,25 Eenduidigheid iser over het feit dat er afspraken gemaakt moeten worden over de pijnbehandelingsmethodendie gebruikt (gaan) worden: Waar en aan wie kunnen we wat en hoe veilig toedienen? En overde controle en evaluatie van de pijnbehandelingsmethoden bij de individuele patiënt: Watmoet er gebeuren, wanneer en door wie?Dat betekent dat er binnen de gemeenschappelijke multidisciplinaire verantwoordelijkheidvoor postoperatieve pijnbehandeling duidelijke taakverantwoordelijkheden en bevoegdhedenworden omschreven.ConclusieNiveau 4Het algemene advies is: om postoperatieve pijnbehandeling te organiserenmoeten formele afspraken gemaakt worden tussen de betrokken disciplinesover het te voeren beleid en wanneer en door wie het wordt uitgevoerd.D Wilson 1992 11 ; Ready 1992 13 ; Practice guidelines 1995 14 ;Clinicians Quick Reference Guide 1995 15AanbevelingDe werkgroep is van mening dat de verpleegkundige, snijdende en anesthesiologischediscipline samen verantwoordelijk zijn voor de postoperatieve pijnbehandeling. Zijstellen een gemeenschappelijk doel en maken beleid waarin taakverantwoordelijkhedenen bevoegdheden van de afzonderlijke disciplines duidelijk omschreven zijn.1.2 Implementatie1.2.1 Van richtlijn naar patiëntenzorgWetenschappelijke onderbouwingOndanks het feit dat er in een aantal landen nationale richtlijnen zijn geformuleerd, lijkt deontwikkeling van goede postoperatieve pijnbehandeling traag en moeizaam op gang te komen.Blijkbaar zijn er problemen bij de implementatie. De complexiteit van de gepubliceerde richtlijnenzou één van de redenen zijn. 12Het multidisciplinaire karakter van de problematiek rondom de postoperatieve patiënt, in deverzuilde medische cultuur, brengt met zich mee dat iedere discipline het belang van depatiënt benadert vanuit zijn eigen invalshoek. In dit verband wordt, in de literatuur, de aanwezigheidvan een pijnverpleegkundige (Acute Pain Nurse) met verantwoordelijkheid voorhet implementatietraject, maar ook als link tussen de verschillende disciplines bij de uitvoering,herhaaldelijk benadrukt. 1,3,5,12,14,26,272021

POSTOPERATIEVE PIJNBEHANDELINGORGANISATIE VAN POSTOPERATIEVE PIJNBEHANDELINGEr wordt wisselend gesproken over de rol die iedere discipline binnen de organisatie moetvervullen. 16 In de richtlijnen die sinds eind jaren 80 zijn verschenen, zijn in dit kader grofwegtwee modellen te onderscheiden die hebben geleid tot een ander soort postoperatieve pijnbehandeling.21 Het eerste is een model waarbij de anesthesioloog de basis vormt van een pijnservice,die <strong>voor</strong>al gericht is op geavanceerde vormen van pijnstilling zoals epidurale analgesieen PCIA/PCEA. 1,7,23 Hier wordt technisch hoogstaande zorg geleverd aan een kleine groeppostoperatieve patiënten. Per patiënt is deze zorg relatief duur. In het andere model, de ontwikkelingvan postoperatieve pijnbehandeling zoals dat met name in Europa gebeurt, staatde verpleegkundige meer centraal in de organisatie, zowel bij de opzet, het onderhoud als bijde uitvoering van de pijnbehandeling. De anesthesioloog heeft hier als deskundige de rol vansupervisor. 12,19,22 Deze vorm van zorg is meer gericht op de gehele postoperatieve patiëntenpopulatieen zou per patiënt eenvoudiger en goedkoper zijn. 3 Bij evaluatie van de praktijkwordt ook bij de postoperatieve pijnbehandeling die georganiseerd is volgens het eerstemodel het belang van een meer centrale rol van de verpleegkundige onderkend en bevestigd.De verpleegkundige discipline heeft deze rol al onderkend en beschreven in het consensusrapport‘Verpleegkunde bij pijn’ in 1994. 24 Behalve de operatieve ingreep op zich zijn er nogandere lichamelijke, psychische, sociale en spirituele factoren die pijn kunnen beïnvloeden.Het is noodzakelijk dat de verpleegkundige beschikt over discipline om de deskundigheidomtrent diagnostiek en behandeling met betrekking tot deze dimensies van de pijn verder uitte kunnen bouwen. Het Landelijk Netwerk Pijnverpleegkundigen ontwikkelt momenteelrichtlijnen <strong>voor</strong> verpleegkundige anamnese, pijnonderwijs en postoperatieve pijnbehandeling.Deze kunnen te zijner tijd worden gebruikt als aanvulling op deze richtlijn.ConclusieNiveau 21.1.2 AfsprakenHet is aannemelijk dat de verpleegkundige discipline centraal moet staanom pijnbehandeling <strong>voor</strong> álle postoperatieve patiënten kosteneffectief teorganiseren.B Sartain 1999 1 ; Tighe 1998 3D Rawal 1999 12 ; Europain Minimum Standards 1998 19 ; Wulf 1997 21 ,Consensus verpleegkunde bij pijn 1994 24Wetenschappelijke onderbouwingDe eerste stap om postoperatieve pijnbehandeling te realiseren in multidisciplinair verband isafstemming over het te voeren pijnbeleid. Het gaat hierbij over het gewenste doel dat gesteldwordt, met betrekking tot effect en veiligheid van de postoperatieve pijnbehandeling en demanier waarop dat doel bereikt zal gaan worden. De literatuur adviseert, enerzijds concreetaan de hand van <strong>voor</strong>beelden (hoe wordt een pijnservice in een bepaald ziekenhuis opgezet),anderzijds algemeen, aan de hand van bredere overwegingen. 11,20 Er worden verschillende<strong>voor</strong>stellen aangedragen die variëren van simpele controles tot uitgebreide algoritmes, verrichtdoor de afdelingsverpleegkundigen of meer gespecialiseerd personeel. 13-15,25 Eenduidigheid iser over het feit dat er afspraken gemaakt moeten worden over de pijnbehandelingsmethodendie gebruikt (gaan) worden: Waar en aan wie kunnen we wat en hoe veilig toedienen? En overde controle en evaluatie van de pijnbehandelingsmethoden bij de individuele patiënt: Watmoet er gebeuren, wanneer en door wie?Dat betekent dat er binnen de gemeenschappelijke multidisciplinaire verantwoordelijkheid<strong>voor</strong> postoperatieve pijnbehandeling duidelijke taakverantwoordelijkheden en bevoegdhedenworden omschreven.ConclusieNiveau 4Het algemene advies is: om postoperatieve pijnbehandeling te organiserenmoeten formele afspraken gemaakt worden tussen de betrokken disciplinesover het te voeren beleid en wanneer en door wie het wordt uitgevoerd.D Wilson 1992 11 ; Ready 1992 13 ; Practice guidelines 1995 14 ;Clinicians Quick Reference Guide 1995 15AanbevelingDe werkgroep is van mening dat de verpleegkundige, snijdende en anesthesiologischediscipline samen verantwoordelijk zijn <strong>voor</strong> de postoperatieve pijnbehandeling. Zijstellen een gemeenschappelijk doel en maken beleid waarin taakverantwoordelijkhedenen bevoegdheden van de afzonderlijke disciplines duidelijk omschreven zijn.1.2 Implementatie1.2.1 Van richtlijn naar patiëntenzorgWetenschappelijke onderbouwingOndanks het feit dat er in een aantal landen nationale richtlijnen zijn geformuleerd, lijkt deontwikkeling van goede postoperatieve pijnbehandeling traag en moeizaam op gang te komen.Blijkbaar zijn er problemen bij de implementatie. De complexiteit van de gepubliceerde richtlijnenzou één van de redenen zijn. 12Het multidisciplinaire karakter van de problematiek rondom de postoperatieve patiënt, in deverzuilde medische cultuur, brengt met zich mee dat iedere discipline het belang van depatiënt benadert vanuit zijn eigen invalshoek. In dit verband wordt, in de literatuur, de aanwezigheidvan een pijnverpleegkundige (Acute Pain Nurse) met verantwoordelijkheid <strong>voor</strong>het implementatietraject, maar ook als link tussen de verschillende disciplines bij de uitvoering,herhaaldelijk benadrukt. 1,3,5,12,14,26,272021

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!