SAW DC 44 Methodieken sociaal-cultureel werk - Profi-leren

SAW DC 44 Methodieken sociaal-cultureel werk - Profi-leren SAW DC 44 Methodieken sociaal-cultureel werk - Profi-leren

profi.leren.nl
from profi.leren.nl More from this publisher
12.07.2015 Views

DC44 Methodiekensociaal-cultureel werk1 InleidingHet sociaal-cultureel werk kan van verschillende methodieken gebruikmaken om doelgroepente bereiken en het werk uit te voeren. Aansluitend op de informatie over methodiekenin de thema’s ‘Het aanbod van projecten en programma’s’, ‘Methodieken en werkwijzenin het sociaal-cultureel werk’ en ‘Netwerken en sociale kaart’ vind je in dit thema nog eenaantal methodieken. In de laatste paragraaf zijn verschillende methoden en techniekenondergebracht ten bate van het multiculturele werken in een buurt of wijk.Methodieken sociaal-cultureel werk:2 Systeemgerichte benadering3 Bemoeizorg4 Community website5 Seniorenadviseurs6 Zelforganisatie7 Sociale activering8 Multicultureel werken1SAW DC 44 Methodieken sociaal-cultureel werk1

<strong>DC</strong><strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong><strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>1 InleidingHet <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong> kan van verschillende methodieken gebruikmaken om doelgroepente bereiken en het <strong>werk</strong> uit te voeren. Aansluitend op de informatie over methodiekenin de thema’s ‘Het aanbod van projecten en programma’s’, ‘<strong>Methodieken</strong> en <strong>werk</strong>wijzenin het <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>’ en ‘Net<strong>werk</strong>en en sociale kaart’ vind je in dit thema nog eenaantal methodieken. In de laatste paragraaf zijn verschillende methoden en techniekenondergebracht ten bate van het multiculturele <strong>werk</strong>en in een buurt of wijk.<strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>:2 Systeemgerichte benadering3 Bemoeizorg4 Community website5 Seniorenadviseurs6 Zelforganisatie7 Sociale activering8 Multi<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>en1<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>1


2 Systeemgerichte benaderingIn het <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>, maar bijvoorbeeld ook in de hulpverlening en de zorg,worden cliënten gezien en benaderd als onderdeel van een groter geheel, van een systeem:wonend in een bepaalde buurt, of deel uitmakend van een gezin. Deze benadering gaatervan uit dat interventies (ingrepen) bij problemen of ziekten niet alleen gericht moetenzijn op de cliënt maar ook op het systeem waar hij in leeft. In deze paragraaf leggen we desysteemgerichte benadering uit.Systeemgerichte benadering:• systemen op verschillende niveaus• subsystemen• cliëntsysteem• systeemgerichte benadering binnen programma’s enprojecten• systemische benadering2Systemen op verschillende niveausWe geven eerst een definitie van een systeem.Een systeem is een samenhangend geheel van delen die elkaar beïnvloeden en onderling vanelkaar afhankelijk zijn.In de sociale sector kun je bijvoorbeeld denken aan:• een gezin: ouders en kinderen;• een familie: grootouders, ouders, kinderen en kleinkinderen, ooms en tantes,neven en nichten;• een buurthuis: professionals, buurthuisraad, verenigingen, deelnemers, vrijwilligers;• een straat: huizen met families, openbare ruimte, verkeer.2<strong>SAW</strong> Digitale Content


Je ziet in deze voorbeelden verschillende niveaus: van een klein systeem als het gezin naareen groot systeem als de straat. Er zijn drie niveau: micro, meso en macro. Een gezin is eenklein systeem op microniveau. Samen met de directe ooms en tantes, neven en nichten hebje een systeem op mesoniveau. Betrek je daar ook alle achterooms, achtertantes, achternevenen achternichten bij dan heb je een systeem op macroniveau.Kijk je vanuit de leefomgeving dan kun je een straat beschouwen als een systeem op microniveau,een buurt, stadsdeel of wijk als een systeem op mesoniveau en het dorp of de stadals een systeem op macroniveau.Diezelfde stad kan echter ook een systeem op microniveau zijn. Dat is het geval als je destad vanuit een landelijke visie bekijkt. Het land is dan het macroniveau, een provincie ishet mesoniveau en de stad is het microniveau.Waar het om gaat, is dat de verschillende niveaus aangeven hoe de systemen met elkaarsamenhangen.SubsystemenEen systeem is in verschillende onderdelen of subsystemen uit elkaar te halen. Zo bestaateen gezin uit twee subsystemen: de ouders en de kinderen.Hieronder zie je een aantal voorbeelden van systemen en de onderlinge samenhang. Elkonderdeel kun je als een subsysteem beschouwen.Enkele voorbeelden van systemen• Onze economie is een systeem dat bestaat uit de onderdelen: inkoop van grondstoffen,produceren, verkopen, handel, arbeid, salaris, kopen van producten en diensten.• Een thuisbioscoop is een systeem dat bestaat uit de onderdelen: tuner/versterker, luidsprekerboxen,dvd-speler, tv of beamer en eventueel een los projectiescherm.• Een pc is een systeem dat bestaat uit de onderdelen: systeemkast, moederbord, processor,vaste schijf, dvd-station, grafische kaart, geluidskaart en randapparatuur.• Een organisatie is een systeem dat bestaat uit bijvoorbeeld de onderdelen: directie, inkoop,financiële administratie, personeelszaken, ICT en allerlei afdelingen.• Een logistiek systeem bestaat uit de onderdelen: orderver<strong>werk</strong>ing, opslag, transport endistributie.Ook hier gaat het dus om de onderlinge samenhang van de systemen.<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>3


CliëntsysteemVooral in de zorg, maar ook wel in het <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>, praten we ook over cliëntsystemen.Definitie cliëntsysteem:een cliëntsysteem is het net<strong>werk</strong> rond de cliënt;daarbinnen zijn relaties die het probleem veroorzaken,versterken of kunnen bijdragen aan de oplossing3Heb jij te maken met een kind met problemen, dan betrek je daar de situatie in het gezinbij, maar ook de situatie op school, de vrijetijdsbesteding en het verdere sociale net<strong>werk</strong>van het kind (vriendjes, familie, buren, onderwijzers, enzovoort). Je bekijkt de problemenvan het kind in samenhang met dit grotere geheel. Wie of wat veroorzaakt de problemen?Welke omstandigheden of personen verergeren de problemen? Wie of wat voor omstandighedenkunnen bijdragen om de problemen op te lossen?Systeemgerichte benadering binnen programma’s en projectenBij veel projecten en programma’s wordt gebruikgemaakt van de systeemgerichte benadering.Zo zijn klussendiensten voor ouderen bijvoorbeeld vanuit deze benadering opgezet. Hetsociale systeem rondom ouderen wordt steeds kleiner. Kinderen verhuizen of zijn druk methun <strong>werk</strong>. Vrienden en familieleden van de eigen leeftijd overlijden. Zo komen ouderenvoor problemen te staan die niet meer door henzelf of de mensen om hen heen (hun socialesysteem) op te lossen zijn. Een oudere die moeilijk loopt, kan bijvoorbeeld moeilijk meer haareigen boodschappen doen of een simpel klusje uitvoeren als een lamp indraaien. Dat moet dusgecompenseerd worden, zodat het systeem weer gesloten wordt. In buurten worden daaromklussendiensten in het leven geroepen. Dat zijn vrijwilligersorganisaties die ervoor zorgen datde klussen bij de ouderen thuis gedaan worden.4<strong>SAW</strong> Digitale Content


3 BemoeizorgBemoeizorg is een methodiek om mensen in psychische en/of sociale nood te helpen. Hetgaat vaak om mensen die op straat leven of thuis geïsoleerd en vereenzaamd leven en hunhuis en zichzelf verwaarlozen. De omgeving vindt vaak dat zij overlast veroorzaken enbeschouwt hen als ongewenst. Vaak gaat het ook om gezinnen met grote problemen.Degene die hulp nodig heeft, zoekt zelf geen hulp en accepteert hulp van anderen niet.Zij zijn vaak teleurgesteld in mensen en de hulpverlening. Vaak zijn ze niet goed in staatom hun hulpvraag te formu<strong>leren</strong> en vallen daarom in de reguliere hulpverlening buiten deboot. Ondanks dat zij in eerste instantie geen hulp accepteren gaat bemoeizorg er dan tochop af en probeert hen te overreden hulp te aanvaarden. Het is specialistisch <strong>werk</strong> dat vaakin teamverband wordt uitgevoerd. De teams maken meestal onderdeel uit van een instellingvoor de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).Als <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>er doe je zelf dus niet aan bemoeizorg. Het kan echter wel zijndat je een bemoeizorgteam moet inschakelen omdat een bewoner overlast veroorzaakt ofomdat je ziet dat iemand hulp nodig heeft maar die niet accepteert. Vóór je een bemoeizorgteaminschakelt, moet je eerst goed nadenken of je bij hen op de juiste plek bent. Alsde cliënt al in behandeling is bij een instantie, heeft het geen zin het bemoeizorgteam in teschakelen, ook al is er een calamiteit. Voor calamiteiten moet je bij de politie zijn. Als eencliënt dringende problemen heeft, probeer je hem eerst naar de reguliere hulpverlening teverwijzen, zoals een huisarts of de GGZ. Lukt dat niet dan schakel je een bemoeizorgteamin.Je neemt contact op met een bemoeizorgteam als:• er sprake is van grove verwaarlozing of vervuiling van mensen die op straat moetenleven (dak- en/of thuislozen);• grove verwaarlozing of vervuiling van mensen in woningen;• drugs-, medicatie- en alcoholmisbruik in een woning of op straat;• straatprostitutie;• ernstige vereenzaming;• vluchtelingenproblematiek;• mensen die een gevaar voor zichzelf of hun omgeving vormen.6<strong>SAW</strong> Digitale Content


Een bemoeizorgteam gaat als volgt te <strong>werk</strong>.1 Na een melding bekijkt het bemoeizorgteam eerst of zij de zaak zelf gaat behandelen,alleen advies geeft of de zaak doorverwijst naar een andere hulpverleningsinstantie.2 Wanneer het Bemoeizorgteam zelf aan de slag gaat, dan doet zij dat bij voorkeur oplocatie en indien mogelijk met mede<strong>werk</strong>ing van mensen uit de directe omgeving (familie,buurtbewoners).3 In overleg met alle partijen bekijken zij het probleem en gaan na welke oplossing hetbeste is. Dat kan zijn ondersteuning, begeleiding of opvang.4 Het bemoeizorgteam gebruikt daarbij de mogelijkheden binnen de GGD, GGZ, ofwelzijn. Daarnaast regelt zij contacten met bijvoorbeeld de sociale dienst, thuiszorg ofhuisarts, een opvanghuis of andere instellingen.5 Het doel van bemoeizorg is hoe dan ook te komen tot een aanvaardbare leefsituatievoor zowel de persoon in kwestie als voor de directe omgeving.(Bron: Bemoeizorgteam Eindhoven)Bemoeizorg is een vorm van outreachend <strong>werk</strong>en (vindplaatsgericht of ambulant <strong>werk</strong>en).De meeste tijd en energie gaat in het leggen van het contact zitten. Omdat het vertrouwenvan de cliënten in anderen en in de hulpverlening is geschaad, kan dat maanden en somszelfs jaren duren. Een bemoeizorgteam <strong>werk</strong>t nauw samen met de politie, de gemeente enwoningbouwcorporaties.Welkom op de website van Dokus bemoeizorgteam Midden-Limburg.Bemoeizorgteam Dokus is er voor mensen met psychische problemen, mensen met <strong>sociaal</strong>maatschappelijkeproblemen en mensen met een verslavingsprobleem die wel zorg nodighebben, maar geen zorg willen (de zogenaamde zorgwekkende zorgmijders). Het team heeftals taak deze mensen op te vangen, te ondersteunen en te begeleiden. Bemoeizorgteam Dokusis een samen<strong>werk</strong>ing tussen RiaggZuid, RC GGz Weert, GGZ Noord- en Midden-Limburg, divisieVerslavingszorg.<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>7


5 SeniorenadviseursEen seniorenadviseur helpt ouderen door hen te informeren over regelingen, voorzieningenen diensten die het hen mogelijk maken langer zelfstandig thuis te blijven wonen. Somsadviseren zij ook, helpen bij de invulling van formulieren of treden op als belangenbehartigernaar instanties en organisaties. De seniorenadviseur kan ook tussenpersoon zijn tussende oudere en de gemeente als het gaat om inkomen en de aanspraak op voorzieningen inhet kader van het gemeentelijk armoedebeleid.Seniorenadviseurs zijn meestal aangesloten bij een welzijnsstichting of bij de gemeente.Een seniorenadviseur:• is een deskundige vrijwilliger die opgeleid is om informatie te verstrekken;• <strong>werk</strong>t voor alle zelfstandig wonende ouderen;• kent de regelingen, voorzieningen en diensten die aangeboden worden in de buurt;• komt eenmalig op huisbezoek om de informatie te verstrekken;• gaat uit van de wensen van de oudere en diens behoefte aan informatie;• verwijst eventueel naar de juiste instantie;• gaat vertrouwelijk te <strong>werk</strong>.De seniorenadviseur geeft informatie op het gebied van wonen, welzijn en zorg, verkeer envervoer en financiële regelingen aan ouderen.<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>9


De seniorenadviseur informeert u over:WonenAanpassingen in uw woning (WMO), huurtoeslag, klussendienst, het zoeken van een passendewoning.WelzijnServicepunt voor Senioren, Meer Bewegen voor Ouderen, educatieve activiteiten, sociale contacten,vrijwilligers<strong>werk</strong>, personenalarmering, mantelzorg.ZorgCentrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) hulpmiddelen, thuiszorg, zorgtoeslag, verzorgingshuizen,dagopvang, maaltijdvoorziening.Verkeer en vervoerCollectief vervoer, Valys, invalidenparkeerkaart.Financiële regelingenBijzondere bijstand, participatiefonds, zorgtoeslag, hulp bij de administratie thuis, kwijtscheldingen,schuldhulpverlening. Kortom: informatie die nu of in de toekomst belangrijk voor u kanzijn.(Bron: Wel.Kom Roermond)Ouderen kunnen in contact komen met een seniorenadviseur door zelf contact op te nemenof door te reageren op een brief die hen toegezonden wordt waarin informatie over deseniorenadviseurs staat.10<strong>SAW</strong> Digitale Content


6 ZelforganisatieEen zelforganisatie is een op eigen initiatief van bewoners ontstaan samen<strong>werk</strong>ingsverbandtussen bewoners in een wijk. Een zelforganisatie kan allerlei vormen en samenstellingenhebben en verschillende doelstellingen. Elke groep mensen die met elkaar activiteiten wilontwikkelen zonder professionele ondersteuning is dus al een zelforganisatie.Het <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong> ondersteunt bewoners in hun leefsituatie. Dat doet zij niet doordingen over te nemen maar door het activeren van de bewoners om hun problemen zelfstandigaan te pakken en op te lossen. De <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>er stimuleert daarbij dus dezelforganisatie van de bewoners en bevordert hun zelfredzaamheid.Het doel van zelforganisatie is integratie, participatie en een volwaardige deelname aan desamenleving.Turkse zelforganisatie TIOD steunt tuinbouwarbeidersHet organiseren van mensen aan de onderkant van de samenleving is noodzakelijk, maar ooklastig. Dat ondervindt het door de Turkse zelforganisatie TIOD opgerichte steuncomité tuinbouwarbeidersin het Westland. Die arbeiders worden flink uitgebuit en hebben vaak nauwelijksnog geloof in de strijd voor een betere toekomst. Hun collega’s in de schoonmaaksectorlaten zien dat verzet nog steeds succesvol kan zijn.Een woensdagavond in het buurthuis aan het Mandelaplein in Den Haag. Enkele mannen zittente kaarten en te dammen, anderen lezen de krant. Zodra we binnenkomen, krijgen we koffieaangeboden. Langzaam druppelen steeds meer mensen binnen. In de kantoorruimte van hetbuurthuis kruipen jonge mannen en vrouwen achter de computer en overleggen met elkaar.We zijn te gast bij TIOD, de Turkse arbeiders- en studentenzelforganisatie. TIOD is aangeslotenbij HTIF, een confederatie van Turkse zelforganisaties in Europa. We worden ontvangen doorSerda Demir, studente en een van de actieve jonge vrouwen bij TIOD. We leerden haar kennenin het buurthuis tijdens een solidariteitsbijeenkomst voor schoonmakers die strijden voor eenbetere CAO. Ze hield toen een krachtig betoog voor gezamenlijke arbeidersstrijd van onderop.Ook zagen we een poster op de muur hangen met de tekst ‘Tuinbouwarbeiders, slaven van nu?’<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>11


7 Sociale activeringSociale activering is bedoeld voor mensen die al langere tijd niet hebben ge<strong>werk</strong>t en mededaardoor in een <strong>sociaal</strong> isolement dreigen te raken. Door sociale activering worden hunkansen op deelname aan de samenleving bevorderd. Sociale activering is bedoeld voormensen met een uitkering via de gemeente op grond van de Abw, Ioaw en Ioaz. Het gaatmet name om mensen die door het centrum voor <strong>werk</strong> en inkomen (CWI) in fase 4 zijningedeeld. Dat zijn mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die meestal langdurig<strong>werk</strong>loos zijn.Deze beschrijving van sociale activering is erg gericht op het toeleiden naar betaald <strong>werk</strong>.Sociale activering kun je echter ook zien als het stimu<strong>leren</strong> van mensen om deel te namenaan activiteiten in de samenleving om zo bijvoorbeeld <strong>sociaal</strong> isolement bij ouderen tevoorkomen. Dat is een meer algemene benadering die dichter bij het <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>ligt. Over deze vormen van activering is in het boek Sociaal-<strong>cultureel</strong> Werk saw 4 al voldoendegezegd. Hier gaat het om de definitie van sociale activering zoals die nu algemeengehanteerd wordt in het kader van arbeid.Volgens de Thesaurus zorg en welzijn is sociale activering het volgende.Sociale activeringVorm van intensieve individuele begeleiding (georganiseerd door gemeenten, zorginstellingenof welzijnsorganisaties) waardoor mensen op vrijwillige basis nieuwe activiteiten gaan ondernemenen hun isolement doorbreken. Het kan ook een opstap zijn naar betaald <strong>werk</strong>. Socialeactiveringstrajecten worden gezien als eindige trajecten met uitstroom naar activerendearbeidsmarkttrajecten, vrijwilligers<strong>werk</strong> zonder begeleiding of zorgtrajecten.De kern van sociale activering is het verhogen van de maatschappelijke participatie en hetdoorbreken en/of voorkomen van <strong>sociaal</strong> isolement van langdurig <strong>werk</strong>lozen. Deelnameaan maatschappelijk zinvolle activiteiten kan een eerste stap naar betaald <strong>werk</strong> betekenen,maar het vinden van betaalde arbeid is geen doel op zich. Uitgangspunt van socialeactivering is het inventariseren van de mogelijkheden en kwaliteiten van mensen in plaatsvan het concentreren op onmogelijkheden en belemmeringen. De deelnemer staat centraal,zijn of haar wensen en mogelijkheden zijn het vertrekpunt van het activeringstraject.12<strong>SAW</strong> Digitale Content


Sociale activering omvat activiteiten zoals vrijwilligers<strong>werk</strong>, cursussen en stage-achtige activiteitenof het volgen van een training of opleiding. Sommige mensen vergroten via socialeactivering hun kansen op <strong>werk</strong>, maar dat hoeft niet altijd het belangrijkste doel te zijn.Sociale activering vraagt om maat<strong>werk</strong>: per deelnemer wordt het aantal uren en de matevan begeleiding vastgesteld en de duur van het traject. Immers, sommige deelnemers kunnengoed zelfstandig activiteiten verrichten, andere hebben (zeker in het begin) meer begeleidingnodig. Sommige kunnen veel tijd aan hun activiteiten besteden, andere niet zo veel.Voor dit <strong>werk</strong> moet je opgeleid zijn. Als <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>er verricht je deze <strong>werk</strong>zaamhedenniet zelf maar je hebt er wel mee te maken. Vaak zijn vrijwilligers mensen die in ditkader een opleidingstraject volgen. Jij verzorgt dan de stageplaats en de begeleiding op de<strong>werk</strong>plek.Sociale activering wil mensen letterlijk weer mee laten doen in de maatschappij en een maatschappelijkisolement doorbreken of voorkomen. Dit gebeurt door deelnemers te begeleidenbij het vinden van duurzaam vrijwilligers<strong>werk</strong> en eventueel andere activiteiten (zoals deelnameaan het verenigingsleven of <strong>sociaal</strong>-culturele activiteiten) die eventueel een eerste stap op wegnaar betaald <strong>werk</strong> kunnen betekenen.Bij Trajekt wordt sociale activering uitgevoerd onder de namen Ik doe mee! en Weer actief.’Ik doe mee!’ richt zich op mensen met een uitkering in het kader van de WWB (Wet Werk enBijstand) en woonachtig in Maastricht of in het Heuvelland. ’Weer actief’ richt zich op mensendie <strong>werk</strong>eloos zijn en géén bijstandsuitkering ontvangen, woonachtig in Maastricht.(Bron: Trajekt)<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>13


8 Multi<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>enHet <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong> tracht alle bevolkingsgroepen te bereiken, de wensen en behoeftenvan alle bevolkingsgroepen te achterhalen en activiteiten te ontwikkelen die daarbijaansluiten. Om dit voor mensen met een andere etnische achtergrond dan de Nederlandsewaar te maken, kun je speciale methoden en technieken inzetten. Over deze methoden entechnieken gaat deze paragraaf.Multi<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>en:• de integrale aanpak• dualistisch <strong>werk</strong>en• <strong>werk</strong>en met sleutelfiguren en intermediairs• werven en voorlichten• buurtpanels• inter<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>en in groepen4In onderstaande tekst is gebruikgemaakt van informatie in de publicatie bij het project‘Heel de buurt’ samengesteld oor H. Broekman.14<strong>SAW</strong> Digitale Content


8.1 De integrale aanpakCees van Baardwijk van FORUM (Instituut voor multiculturele ontwikkeling) onderscheidtvijf aspecten aan multi<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>en die samen een allesomvattende aanpakvormen. In onderstaande tekst is gebruikgemaakt van zijn methode.De integrale aanpak:• totaalbenadering• <strong>werk</strong>en met actietrajecten• integrale <strong>werk</strong>wijze in net<strong>werk</strong>en• sturing van het lokale ontwikkelingsproces• participatie van allochtonen5TotaalbenaderingJe kiest de doelgroep waarvoor je <strong>werk</strong>t, bijvoorbeeld moeders, doorstromers naar hetvoortgezet onderwijs, jongeren. Daar voer je een doelgroepanalyse op uit. Vervolgens maakje een plan voor het <strong>werk</strong>en aan de problemen van die doelgroep, bijvoorbeeld uitval vantieners uit het onderwijs.De interventies (ingrepen) die je pleegt, worden op zoveel mogelijk terreinen gericht,bijvoorbeeld onderwijs en opleiding, vrije tijd, <strong>werk</strong> en inkomen. Per terrein formuleer jeéén kernprobleem dat je steeds centraal stelt. Voor de uitval uit het onderwijs kan dat bijvoorbeeldde samen<strong>werk</strong>ing met het voortgezet onderwijs met betrekking tot huis<strong>werk</strong>begeleidingzijn. Voor de vrije tijd kan dat de afstemming met activiteiten van het onderwijsen sportscholen zijn. Wat je centraal stelt is natuurlijk afhankelijk van de analyse van dedoelgroep die je eerst gemaakt hebt.Voor elk probleem maak je een plan van aanpak. In elk plan van aanpak komen steeds drieniveaus aan bod:1 de uitvoering: wat ga je in de praktijk doen;2 samen<strong>werk</strong>ing en afstemming met ander partijen, zoals onderwijs, maatschappelijk<strong>werk</strong> en de gemeente en met eventuele andere projecten;3 aansluiting van je plan bij (stedelijke) plannen en beleid.<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>15


Werken met actietrajectenActietrajecten zijn alle acties, activiteiten en voorzieningen die gericht zijn op de oplossing vande problemen in een logische volgorde en in onderlinge afstemming en samenhang. Het totaleactietraject geeft een zo compleet mogelijk antwoord op de problemen.Actietraject schooluitval 13 tot 16-jarigen• doelgroepanalyse en keuze specifieke doelgroep• omschrijving van de geconstateerde problemen• vastselling betrokkenen: individuen en groepen of groeperingen• inventarisatie voorzieningen en projecten op dit terrein• mogelijke samen<strong>werk</strong>ing en afstemming met deze voorzieningen en projecten• mogelijke aanvullende interventies• beschrijving aard van de te plegen interventies: individueel of in groepsverband, outreachend<strong>werk</strong>en, enzovoort• uitvoering en evaluatieIntegrale <strong>werk</strong>wijze in net<strong>werk</strong>enJe maakt een ontwikkelplan om tot samen<strong>werk</strong>ing en afstemming met andere voorzieningen enorganisaties te komen. Samen met hen en de doelgroep <strong>werk</strong> je aan de oplossingen.Sturing van het lokale ontwikkelingsprocesHierbij gaat het erom het ontwikkelingsproces in een wijk vanuit een centrale regie vorm te geven.Met alle samen<strong>werk</strong>ende partijen maak je dus afspraken over wie de regie heeft en wat de bijdragenen verantwoordelijkheden van alle partijen zijn. Meestal wordt een kleine regiegroep geformeerddie de sturing geeft.Participatie van allochtonenAllochtonen zijn niet slechts deelnemer aan de activiteiten. Zij zijn ook partner bij de ontwikkelingen de uitvoering. Zij zijn dus op alle niveaus betrokken.Bij deze <strong>werk</strong>wijze is het een uitdaging om de acties en activiteiten concreet en uitvoerbaar tehouden en resultaten op de korte termijn te realiseren.Aandachtspunten effectieve samen<strong>werk</strong>ing• de inhoud staat centraal;• ieders belangen zijn duidelijk;• de deelnemers staan open voor een boodschap van de ander;16<strong>SAW</strong> Digitale Content


• blauwdrukken (algemene ontwerpen) dienen actief te worden aangepast aan de eigen situatie;• de deelnemers onderkennen het nut van samen zaken aanpakken.(Bron: Kempen)Tips om de participatie van allochtonen in de wijk te bevorderen:• Om te voorkomen dat inter<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>en beperkt blijft tot incidentele acties of projectenis het belangrijk dat dit beleid ingebed wordt in de organisatie en door het management en de<strong>werk</strong>ers uitgedragen worden. Een bewuste keuze geeft een duidelijk signaal, schept helderheidover de koers en kan weerstanden verminderen.• Duidelijk verwoorden wat de opvattingen, rol en betekenis van de organisatie zijn.• Zorg dat je voldoende tijd hebt om de participatie vorm te geven en houd er rekening mee dathet een proces van lange adem is.• Het moet duidelijk zijn dat er geen sprake is van een speciaal aanbod voor een allochtone doelgroepnaast het bestaande. Het gaat om diversiteit in de dienstverlening, die correspondeertmet de diverse samenstelling van de lokale bevolking.• Zorg voor een evenwichtig aanbod aan activiteiten dat recht doet aan verschillende wensen.Overweeg bijvoorbeeld of er een ruimte moet zijn voor aparte activiteiten voor allochtonennaast de gezamenlijke activiteiten.• Zorg dat er voldoende budget is voor activiteiten met allochtonen en dat deze activiteiten nietten koste gaan van andere activiteiten. Dat kan verzet oproepen. Zorg daarom dat de middelennaar rato verdeeld worden over de bevolkingsgroepen.• Werk aan je deskundigheid. Zorg dat je kennis hebt van de verschillende culturen, achtergrondenen groepen allochtonen in de buurt. Let daarbij op kennis, taal, waarden en normen,eigen belangen en kennis over en ervaringen in de wijk.• Maak gebruik van de kennis van andere organisaties en personen, en maak gebruik van sleutelfigurenin de doelgroep.• Probeer meerdere groepen met hetzelfde belang bij elkaar te brengen. Samen<strong>werk</strong>ing betekentmeer draagvlak, macht en daadkracht. Houd dan wel rekening met de verschillende kenmerkenvan de groepen. Gebruik daarvoor heldere en goede communicatiemiddelen.• Besteed aandacht aan organisatievorming (bijvoorbeeld door een cursus) en aan kadervormingbijvoorbeeld door via sleutelfiguren in de wijk nieuwe mensen te werven.• Heb een duidelijk doel voor ogen. Dat doel moet de belangen van een groep of het algemenebelang van de wijk ondersteunen.• Houd er rekening mee dat bewoners alleen participeren als zij dat zelf willen en als hun eigenbelang ermee gediend wordt. Sluit aan bij waar zij zich betrokken op voelen.• Zet in op korte-termijntrajecten waardoor snel resultaat geboekt kan worden. Zo raken zijsneller betrokken bij de aanpak van een probleem.<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>17


8.2 Dualistisch <strong>werk</strong>enDualistisch wil zeggen dat je uitgaat van twee beginselen. In het geval van multi<strong>cultureel</strong><strong>werk</strong>en wil dat zeggen dat culturen enerzijds samen activiteiten ontplooien en anderzijdsjuist apart activiteiten hebben. Er zijn zelforganisaties in bijna alle etnische groeperingendie voor de eigen groepering activiteiten ontwikkelen en de belangen van die groeperingbehartigen. Daarnaast zijn er overbruggende activiteiten. Dat wil zeggen activiteiten diemensen met verschillende etnische achtergronden met elkaar in contact brengen en waarbijzij samen<strong>werk</strong>en. Dualistisch <strong>werk</strong>en wil ook zeggen dat je daar waar nodig extra aandachtgeeft aan de eigen cultuur.Samen<strong>werk</strong>ing ontstaat waar gezamenlijke belangen gevonden worden, bijvoorbeeld bij hetopknappen van een buurt of het aanleggen van een speelterrein voor kinderen. Vóór datgebeurt, worden alle groeperingen in de buurt benaderd om hun visie te geven en aan derealisatie mee te <strong>werk</strong>en.In een multiculturele wijk wordt een speelterrein gerealiseerd. De Turkse belangenverenigingwordt aangeschreven omdat er erg veel Turkse mensen in de wijk wonen met jonge kinderen.Ook de ‘witte’ wijkraad wordt aangeschreven. Er wordt een <strong>werk</strong>groep ‘speelterrein’ geformeerdin de Turkse belangenvereniging en een ‘<strong>werk</strong>groep allochtonen’ in de wijkraad. De wijkraadheeft daarmee tot doel expliciet aandacht te geven aan de belangen van allochtonen en henbij dit proces te betrekken. De Turkse <strong>werk</strong>groep wil aandacht vragen voor de wensen en behoeftenvan de Turkse bevolkingsgroep. Beide <strong>werk</strong>groepen <strong>werk</strong>en met elkaar samen om eenspeelterrein te creëren dat aan de wensen van alle allochtone bewoners voldoet.Er zouden overigens nog meer <strong>werk</strong>groepen kunnen komen, bijvoorbeeld als de Marokkaansevrouwen vinden dat hun belangen onvoldoende aandacht krijgen. Misschien formerenzij dan ook wel een aparte <strong>werk</strong>groep die wil samen<strong>werk</strong>en met de andere <strong>werk</strong>groepen,maar ook apart wil kunnen vergaderen.Het lijkt dubbelop om verschillende <strong>werk</strong>groepen te hebben die vervolgens gaan samen<strong>werk</strong>en.Maar toch heeft dit voordelen. Het maakt het voor sommige mensen gemakkelijkerom voor zichzelf op te komen als zij eerst samen met mensen uit hun eigen cultuurhebben kunnen overleggen en als zij het gevoel hebben een achterban te hebben die hunmening deelt. Het biedt ook de mogelijkheid om expliciet stil te staan bij de specifiekewensen en behoeften van verschillende groeperingen.18<strong>SAW</strong> Digitale Content


Dualistisch <strong>werk</strong>en heeft natuurlijk ook nadelen. Het kan de daadkracht beïnvloedenomdat er steeds teruggekoppeld wordt naar de achterban en het zal soms lastig zijn om allegroeperingen hun zin te geven.Bij dualistisch <strong>werk</strong>en of het <strong>werk</strong>en in een multi<strong>cultureel</strong> samengestelde <strong>werk</strong>groep is hetzaak om vooral goed op de taakverdeling en de verantwoordelijkheden te letten. De takenen verantwoordelijkheden moeten evenwichtig verdeeld worden over de <strong>werk</strong>groepleden.Pas op dat je geen mensen onderschat omdat ze de taal misschien wat minder beheersendan een ander. En dat je niet in stereotypen vervalt als: ‘vrouwen zorgen voor de koffie ende thee en het type<strong>werk</strong>, allochtone mannen doen het praktische <strong>werk</strong> als folders verspreiden,de blanke mannen praten met de gemeente.’ Waak er ook voor mensen te bevoogdenwant daar <strong>leren</strong> ze niets van.Sociaal-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong> is erop gericht om mensen zelf verantwoordelijkheid te laten nemenvoor hun concrete woon- en leefsituatie. Dat lukt niet wanneer beroepskrachten plaatsvervangendvoor de bewoners initiatieven nemen, problemen oplossen, activiteiten organiseren enbeslissingen nemen. Wanneer de <strong>werk</strong>ers niet meer verwachten dat de bewoners nog initiatievennemen en als de bewoners verwachten dat de <strong>werk</strong>ers het wel zullen doen (zij worden erimmers voor betaald), dan schiet het <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong> zijn doel voorbij.(Marcel Spierts)Voorwaarden voor dualistisch <strong>werk</strong>en in de buurt:• Creëer draagvlak in de buurt en bijvoorbeeld bij de wijkraad of vrijwilligersgroep voorhet <strong>werk</strong>en met allochtonen door bijvoorbeeld de noodzaak ervan in te laten zien.• Geef allochtone mensen de kans zich eerst te organiseren in de eigen kring. Mensenin die kring hebben vergelijkbare ervaringen, dezelfde informatiebehoefte en sprekendezelfde taal. Zij zijn in staat veel meer mensen bij het proces te betrekken.• Overweeg wat de meest wenselijke organisatievorm is: één gezamenlijke <strong>werk</strong>groep ofmeerdere <strong>werk</strong>groepen. Dit hangt ook af van de aard en de grootte van de groepen envan de aard en grootte van het project. Soms is één handzame, daadkrachtige organisatienodig, zoals bijvoorbeeld bij de organisatie van een buurtfeest. De belangen zijndaarbij te klein en de organisatie zou te log worden als er meerdere <strong>werk</strong>groepen zijnwaar steeds naar teruggekoppeld moet worden.• Leg goed uit waarom voor een bepaalde organisatievorm gekozen is en stel de organisatievormen de <strong>werk</strong>wijze duidelijk vast.• Bij alle betrokkenen moet bereidheid zijn om met elkaar samen te <strong>werk</strong>en en eventueelextra moeite te doen om elkaar te begrijpen.<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>19


8.3 Werken met sleutelfiguren en intermediairsAls je met sleutelfiguren <strong>werk</strong>t, benader je een groep via een bekend iemand. Meestal is datiemand die binnen een bepaalde groepering veel gezag heeft, die actief is, veel mensen kenten die vertrouwd wordt. Als hij of zij zich voor iets inzet, heb je meer kans op succes. Zokun je allochtone vrouwen bijvoorbeeld vaak beter benaderen via andere vrouwen uit deeigen cultuur. Sleutelfiguren kunnen bijvoorbeeld ook leiders in moskeeën zijn, maatschappelijk<strong>werk</strong>er, peuterspeelzaalleidsters, voorzitters van verenigingen, enzovoorts. Benaderhen persoonlijk, leg goed uit wat je bedoelt en geef zoveel mogelijk informatie.Een alternatief is het <strong>werk</strong>en met intermediairs. Organisaties van allochtonen zijn doorgaanszelforganisaties met veel vrijwilligers. De goed ingevoerde vrijwilligers treden vaak opals belangenbehartiger en aanspreekpunt voor instanties en organisaties zoals het welzijns<strong>werk</strong>,maatschappelijk <strong>werk</strong>, de GGD en de overheid.Intermediairs kunnen ook beroepskrachten zijn. Het zijn mensen die de kloof tussen allochtonenen de voorzieningen dichten. In de gezondheidszorg wordt bijvoorbeeld metVoorlichters Eigen Taal en Cultuur (VETC) ge<strong>werk</strong>t. In het onderwijs worden schoolcontactpersonenaangesteld voor de contacten met allochtonen, of klassenassistenten krijgendeze rol. Bij voorschoolse activiteiten worden buurtmoeders ingezet die allochtone oudersmet jonge kinderen wegwijs maken in de Nederlandse opvoedgewoonten en de Nederlandsespelmaterialen. In het welzijns<strong>werk</strong> vormen daartoe opgeleide intermediairs delink tussen allochtonen en voorzieningen, zoals instanties die zich inzetten voor langdurig<strong>werk</strong>lozen. Zelforganisaties zetten hier ook vaak een kaderlid voor in. Meestal wordenintermediairs hiervoor getraind.Er kunnen ook nadelen zitten aan het <strong>werk</strong>en met sleutelfiguren en intermediairs. Jij en deorganisatie kunnen er lui van worden: als het makkelijk kan via een sleutelfiguur waaromzou je dan nog anderen vragen of jezelf inzetten. Een ander nadeel kan zijn dat het vooréén iemand altijd moeilijk is om voor anderen te praten: de meningen kunnen vertekendweergegeven worden of niet alle meningen worden verteld.Om deze reden pleiten sommigen ervoor om niet via bestaande minderhedenorganisatiesof via andere intermediairs te <strong>werk</strong>en maar om allochtonen rechtstreeks en individueel tebenaderen, dus niet als groep. Ook pleit men ervoor de eigen organisatie zo aantrekkelijkvoor allochtonen te maken dat allochtonen gemakkelijk naar de organisatie toe komen.20<strong>SAW</strong> Digitale Content


Elke organisatie zou uit moeten gaan van de diversiteit van culturen en van de verschillentussen culturen en dit in hun aanpak meenemen. Je mag omgekeerd ook van allochtoneneisen dat zij meedenken en –organiseren. Werk aan de verbetering van hun zelfredzaamheiden zelfstandigheid. En kijk eens naar je manier van <strong>werk</strong>en. Ga je er niet teveel vanuitdat allochtonen zich aansluiten bij jouw manier van <strong>werk</strong>en? Accepteer je ook dat hetmisschien op een andere manier ook heel goed kan? Luister je echt voldoende naar watallochtonen belangrijk vinden en naar hoe zij met dingen omgaan?‘Sleutelfiguren cruciaal in wijk’Zoek in problemenwijken naar sleutelfiguren en geef ze de ruimte. Dat is het idee achter eennieuw onderzoek van onder meer UvT-hoogleraar Gabriël van den Brink.Sleutelfiguren in probleemwijken dwingen respect af en kunnen bewoners motiveren. Datuitgangspunt wordt vanaf november getoetst in een onderzoek van het Nicis Institute en deUniversiteit van Tilburg.De onderzoekers gaan het profiel van deze ‘best persons’ in kaart brengen en verkennen despeelruimte die sleutelfiguren nodig hebben. Dit thema sluit aan bij eerder <strong>werk</strong> van hoogleraarMaatschappelijke bestuurskunde Van den Brink, waarin hij meer ruimte bepleitte voorprofessionals zoals politieagenten en leraren.<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>21


8.4 Werven en voorlichtenIn de Nederlandse samenleving zijn we gewend veel schriftelijk te doen: een foldertje eneen advertentie bijvoorbeeld. Bij allochtonen <strong>werk</strong>t dat vaak niet. Mondelinge informatieoverdracht<strong>werk</strong>t het beste. Het is voor hen van groot belang wíe de informatie overbrengt.Het hangt van de waardering die iemand voor de boodschapper heeft af of de informatiegoed overkomt. Ook de juiste plaats en tijd waarop de informatie gegeven wordt zijn vanbelang.Tips:• Breng eerst de relevante kenmerken van de doelgroep in kaart: taal, wat lezen zij, welkeplekken bezoeken ze? Sluit bij de verstrekking van informatie en werving daarbij aan.Lever dus maat<strong>werk</strong> voor zover mogelijk, want er zijn in feite geen algemene kenmerkenper groep. Eventueel benader je organisaties die met de doelgroep bekend zijn ommeer informatie over de doelgroep te vergaren.• Voor adressenbestanden kun je vaak terecht bij peuterspeelzalen, scholen, zelforganisaties,buitenlands vrouwencentrum, enzovoort.• Zoek de mensen op plaatsen op waar ze zijn, bijvoorbeeld bij de zelforganisaties of demoskee. Laat na afloop eventueel een folder of brochure achter zodat de informatienagelezen kan worden.• Maak voor het eerste contact gebruik van sleutelfiguren.• Een persoonlijke benadering <strong>werk</strong>t het beste.• Gebruik media waarmee de doelgroep bereikt wordt, zoals de lokale radio of tv. Mondop-mondreclame<strong>werk</strong>t goed.• Geef de informatie in de eigen taal.• Als je gebruikmaakt van een schriftelijke uitnodiging, herhaal de uitnodiging dan.Ondersteun de schriftelijke uitnodiging met een telefoontje of een bezoekje. Het is nietvoldoende om mensen uit te nodigen door een zinnetje aan het eind van de notulen.Stuur liever apart nog een uitnodiging.• Dit alles vraagt veel tijd. Trek dus ook voldoende tijd uit voor de werving.• Gebruik in de schriftelijke informatie korte zinnen, vermijd moeilijke woorden enambtelijke taal. Beperk de inhoud tot één duidelijk geformuleerde boodschap en maakduidelijk wat het belang is.• Geef de voorkeur aan een brief met een duidelijke afzender, boven een strooifolder metonduidelijke herkomst. Die wordt niet zo snel gelezen.• Zorg voor een bijeenkomst voor kinderopvang.• Zorg dat allochtone vrouwen niet in aanraking hoeven te komen met vreemde mannen.22<strong>SAW</strong> Digitale Content


8.5 BuurtpanelsEen buurtpanel is een bewonersnet<strong>werk</strong> van actieve burgers dat zich bezighoudt met deleefbaarheid in de buurt. Het buigt zich bijvoorbeeld over de woningen, voorzieningen,eventuele overlast en contactmogelijkheden in een buurt.Een buurtpanel verschilt van een zelforganisatie omdat het doorgaans multi<strong>cultureel</strong>samengesteld panels zijn die het liefst een goede afspiegeling van de buurt vormen. Zelforganisatieszijn willekeurige organisaties. Elke bewonersgroep die zelfstandig functioneert enactiviteiten ontwikkelt, is in feite een zelforganisatie.Een buurtpanel overlegt over de eigen buurt met organisaties, instanties en vooral met degemeente. Zij prikkelt medebuurtbewoners om mee te doen aan (interculturele) buurtacties.Zij kiezen zelf hun acties en voeren daar zelfstandig de regie over. Zij komen in deplaats van bewonerscommissies die vaak niet als representatief worden ervaren en gezienworden als een instrument van gemeenten en instellingen om hun eigen beleid te legitimeren.Als <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>er kun je zo’n buurtpanel ondersteunen. Je kunt mee<strong>werk</strong>en aande opzet van een buurtpanel en het panel faciliteren door een ruimte ter beschikking testellen en materialen, koffie, thee en dergelijke. Als zij daarom vragen, kun je hen adviserenen informeren. Uiteraard is het wel zaak ervoor te zorgen dat de buurtpanels zelfstandig enonafhankelijk blijven functioneren en eigen verantwoordelijkheid blijven dragen. Dat ishun kracht.<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>23


Waarom een buurtpanel in Pathmos?In veel gemeenten en/of wijken blijkt het moeilijk om bewoners voor langere tijd te interesserenvoor hun eigen woon- en leefomgeving. Omgekeerd zijn ingesleten gewoonten en gebruikenvan bestaande vormen van bewonersparticipatie (bewoners denken en praten mee) vaakeen drempel voor participatie van ‘nieuwe’ groepen burgers, zoals jongeren en allochtonen.Antwoord:Het oprichten van een buurtpanel is wellicht een antwoord om op een eigentijdse, flexibele enopen manier richting te geven aan het zelforganiserend vermogen van bewoners ten aanzienvan hun directe leef- en woonomgevingDEFINITIE BUURTPANELEen buurtpanel bestaat uit bewoners van een zelfde straat en/of buurt met allen hetzelfde doel:ze voelen zich betrokken en willen zich inzetten voor de leefbaarheid in hun directe woon- enleefomgeving.SAMENSTELLING BUURTPANELEen buurpanel bestaat uit minimaal 3 en maximaal 7 personen. Wenselijk is een brede vertegenwoordigingwat betreft leeftijd, afkomst (autochtone of allochtone) en sekse.UITGANGSPUNTEN BUURTPANEL• Buurtbewoners denken, praten, en <strong>werk</strong>en mee aan zaken in de straat, buurt, wijk, diehenzelf aangaan.• Manier van samen<strong>werk</strong>en om signalen en ideeën af te geven aan bijvoorbeeld de gemeente,de woningcorporatie of andere instanties om uiteindelijk een bepaald doel te bereiken.• Ervaringen van verschillende buurtpanels worden breed verspreid in de wijk. Andere bewonerskunnen hier mogelijk direct van profiteren of zich uitgenodigd voelen om in hunstraat en/of buurt ook activiteiten te starten.STATUS BUURTPANELBuurtpanels kunnen geheel zelfstandig opereren en stellen binnen zekere grenzen (gemeenschappelijkbelang, geografische reikwijdte) hun eigen agenda samen.Mogelijk en wellicht ook wenselijk voor de toekomst is, dat buurtpanels aansluiting vinden bijbestaande vormen van bewonersparticipatie, zoals bijvoorbeeld een wijkraad.24<strong>SAW</strong> Digitale Content


MOGELIJKE ACTIVITEITEN BUURTPANEL• Werken aan versterking van onderlinge samenhang bij een groot gevoel van (sociale) onveiligheid.• Pleiten voor ontwikkeling van groenvoorzieningen en speelterreinen.• Stimu<strong>leren</strong> van laagdrempelige ontmoetingen.• Het opzetten van een buurtvereniging.Sommige signalen en/of problemen vragen om een directe aanpak/oplossing. Andere kunnenvastgelegd worden op een zogenaamd ‘panelformulier’ en bijeen worden gebracht in deverschillende buurtpanels en indien wenselijk de wijkraad.ONDERSTEUNINGBij het oprichten van een buurtpanel biedt de bewonersondersteuner, die als belangrijke taakbewonersondersteuning- en participatie heeft, ondersteuning en een stuk begeleiding. Via deverschillende net<strong>werk</strong>en en overlegvormen waar hij aanzit, kan hij vice versa signalen uitwisselenom het buurtpanel te stimu<strong>leren</strong> en gaandeweg meer draagvlak geven. Hij kan tevensfungeren als intermediair tussen bewonersideeën en wensen in de wijk en de instellingen enbeleidsafdelingen welke hierin een rol kunnen spelen.STRUCTUUR BIJEENKOMSTENBij het oprichten van een buurtpanel worden gezamenlijke afspraken gemaakt over:1 Samenstelling.2 Het aantal en duur van de bijeenkomsten.3 Spelregels voor het overleg:• Een voorzitter, secretaris en zonodig een penningmeester worden benoemd..• Een algemeen reglement voor buurtpanels.• Een huishoudelijk reglement waar per buurtpanel de eigen <strong>werk</strong>wijze wordt vastgelegd.(Bertus Siemerink)<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>25


8.6 Inter<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>en in groepenInter<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>en is een manier om culturele verschillen te overbruggen en gemeenschappelijkewaarden en activiteiten naar voren te laten komen. Inter<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>en ismeer dan je verdiepen in de achtergronden van verschillende culturen en sociale systemenzodat je beter met elkaar kunt communiceren.Een interculturele benadering en <strong>werk</strong>wijze houdt rekening met persoonlijke ervaringen,waarden, wensen en behoeften. Bij een interculturele benadering laat je ‘het vreemde’ toe.Je accepteert het dat de ander zich presenteert zoals hij dat zelf wil. Dat vraagt om flexibiliteit,ruimte geven en een ruime blik. Je treedt daarbij de ander onbevangen en ontvankelijktegemoet.Bij inter<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>en in een groep draag je uit dat mensen gelijkwaardig zijn, ongeachthun kleur, religie, gewoonten of taal. Je besteedt aandacht aan de verschillende meningen,gewoonten, ideeën en gevoelens en laat de overeenkomsten en verschillen zien vanuitacceptatie. Verschillen kunnen en mogen gewoon naast elkaar bestaan. Laat groepsledenzelf uitleggen wat de achtergrond is van hun ideeën en gewoonten. Dan vergroot je hetonderlinge begrip. Probeer veralgemenisering te vermijden en stereotypen als ‘alle moslimsbidden vijf keer per dag’. In feite bestaat er niet zoiets als één cultuur of één geloof. Binnenelke cultuur en elk geloof kunnen grote onderlinge verschillen bestaan. Praat neutraal oververschillen tussen culturen en leg de verschillen feitelijk, objectief en concreet naast elkaar.Interpreteer ze niet als anders, slechter of beter. Als je op deze manier groepsleden benadert,biedt je een multi<strong>cultureel</strong> perspectief.Wees er jezelf van bewust dat je meestal vanuit je eigen perspectief praat. Probeer de dingenook eens vanuit het perspectief van een ander te zien. Laat de groepsleden stilstaan bijhun eigen denkpatronen en probeer daar samen met hen van los te komen. Vermijd zoveelmogelijk het ‘wij-zij denken’ maar stimuleer de interesse in elkaar.Stimuleer groepsleden om assertief te zijn; dat wil zeggen met respect voor elkaars meningde eigen mening naar voren te brengen. Gaat het een keer mis, bespreek dan het gedragmaar niet de persoon. Verwijt niet maar laat open en nuchter zien wat er gebeurt, waaromiets een discriminerende opmerking was en waarom die niet respectvol was. Maak ookduidelijk dat je niet alles hoeft te begrijpen van een andere cultuur om er respect voor tehebben. Je hóeft zelf ook niets met dingen die je niet begrijpt. Het gaat erom dat je die accepteerten anderen in hun waarde laat.26<strong>SAW</strong> Digitale Content


Let ook op het materiaal dat je in een groep brengt, de fysieke omgeving, de manierwaarop mensen benaderd worden en de schriftelijke informatie. Zijn in boeken voor kinderenzienswijzen en levensstijlen uit verschillende culturen zichtbaar? Is de aankleding vande ruimte aantrekkelijk voor meerdere culturen? Worden mensen op een correcte manierontvangen waarbij rekening gehouden wordt met de gebruiken? Sluit wat er te eten endrinken is aan op wat mensen in verschillende culturen waarderen?<strong>SAW</strong> <strong>DC</strong> <strong>44</strong> <strong>Methodieken</strong> <strong>sociaal</strong>-<strong>cultureel</strong> <strong>werk</strong>27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!