Stativari 35: DE ECONOMISCHE SLAGKRACHT ... - Vlaanderen.be

183. Investeringen / bruto toegevoegde waardeIn 2003 was de mediaan onderneming bereid om per 100 bruto toegevoegde waarde 16,9 inbedrijfsactiva te investeren. Dit is een lichte daling van 1,3%- punt tegenover 2002.In 1997 bereikte de indicator een dieptepunt (16,7%). Over de tijdspanne 1997-1999 veerde de ratio open bleef tot 2001 vrijwel op eenzelfde (hoog) niveau. Dit heeft te maken met de economisch gunstigejaren.Grafiek 1 Investeringsratio in het Vlaamse Gewest1996-200320,5%20,0%19,5%19,0%18,5%18,0%17,5%17,0%16,5%16,0%1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 20034. ArbeidsintensiteitDaar de mediaan van deze indicator nul bedraagt vanaf 2001 (zie tabel 2 De middelste onderneming heeftgeen personeel in dienst) gebeurt de bespreking op basis van de gemiddelde waarden.In 2003 is het aandeel van de personeelskost in de bruto toegevoegde waarde bij een gemiddeldeVlaamse onderneming tot 28,3% opgelopen, wat een daling was van 0,2%-punt ten opzichte van 2002.Daarmee behoort het Vlaamse Gewest, maar ook België in zijn geheel, tot één van de landen met dehoogst oplopende loonlast. Enkel de Noord-Europese landen scoren nog hoger.Over de periode 1996-2003 vertoont de arbeidsintensiteit bij een gemiddelde Vlaamse ondernemingeen dalende trend, gaande van 35% in 1996 tot 28,3% in 2003. Het uitzonderingsjaar was 2000. Toenwas de arbeidsintensiteit tot 46,4% opgeklommen. Dit zou kunnen toe te schrijven zijn aan de gunstigeconjunctuur met een grotere vraag naar arbeidskrachten.Een te hoge loonlast heeft een negatieve invloed op de werkgelegenheid op lange termijn. Het zorgt erook voor dat geïnvesteerd wordt in arbeidsbesparende productiewijzen. Stativaria 35