Downloaden - VMS
Downloaden - VMS Downloaden - VMS
2.3 Fase 3: opnameFase 3a: opname op de afdelingBij opname op de afdeling checkt de verpleegkundige– op dezelfde wijze als in fase 1– ofhet gaat om de:• juiste patiënt;• juiste plaats en zijde;• juiste interventie.De verpleegkundige vermeldt in het EPD/destatus dat de controles betreffende de juistepatiënt, juiste plaats en zijde, en juiste interventiedoor de patiënt en verpleegkundigezijn uitgevoerd. De verpleegkundige brengt bijde patiënt een identiteitsbandje aan.TipHet identiteitsbandje alleen is onvoldoendeom te verifiëren of het de juiste patiënt is.Op het identiteitsbandje dient altijdeen dubbel-check plaats te vinden methet EPD/de status. Idealiter checkt deverpleegkundige dit samen met de patiënt,dus op de afdeling en vóór het toedienenvan pre-medicatie.Daarnaast checkt de operateur of hetgaat om de:• juiste markering: de operateur markeert,na overleg met de patiënt en met gezamenlijkeovereenstemming over de plaats en/of zijde, met een pijl de juiste te opererenplaats en/of zijde.De operateur is eindverantwoordelijk voorde juiste markering voor het transport naarde OK.De operateur noteert in het EPD/de statusdat hij/zij in overleg met de patiënt de juisteplaats en/of zijde heeft gemarkeerd.Fase 3b: voorbereiding op de OKOp de dag voordat de patiënt van de afdelingnaar de OK gaat of aan het begin van deoperatiedag controleert de operateur de:• juiste benodigdheden: deze dienen specifiekvoor die betreffende patiënt aanwezig tezijn, zodat de juiste materialen bij depatiënt worden ingebracht. Indien dit niethet geval is, kan de operateur dit bijstellen.25
- Page 5: InhoudInleiding 712Verwisseling van
- Page 8: 1 Verwisseling van en bij patiënte
- Page 12 and 13: 1.3 AfbakeningIn deze praktijkgids
- Page 14: De juiste patiënt14
- Page 17 and 18: Om verwisselingen te voorkomen zal
- Page 19: Fase 3bVoorbereidingop de OKFase 4H
- Page 22: 2.2 Fase 2: preoperatievescreening
- Page 29 and 30: 2.5 Fase 5: OK (start)Bij de start
- Page 33 and 34: 2.6 Fase 6: OK (eind)Aan het eind v
- Page 35 and 36: 3.2 Indicatoren voor hetVMS Veiligh
- Page 37 and 38: Op de polikliniek gaat het om de ve
- Page 39 and 40: 3.3 MetenGenoemde indicatoren meet
- Page 42 and 43: 4 Adviezen voor implementatie4.1 Im
- Page 44 and 45: voorkoming van patiëntverwisseling
- Page 46 and 47: 5 LiteratuurlijstAmerican Academy o
- Page 48 and 49: 6 DefinitiesIdentificatie- en verif
- Page 50 and 51: 7 BijlagenBijlage 1 Tips voor vraag
- Page 52 and 53: Hij/zij wordt niet gestimuleerd om
- Page 54 and 55: Colofon‘Verwisseling van en bij p
- Page 56: Met dank aan:• Beroepsvereniging
- Page 60: www.vmszorg.nl
2.3 Fase 3: opnameFase 3a: opname op de afdelingBij opname op de afdeling checkt de verpleegkundige– op dezelfde wijze als in fase 1– ofhet gaat om de:• juiste patiënt;• juiste plaats en zijde;• juiste interventie.De verpleegkundige vermeldt in het EPD/destatus dat de controles betreffende de juistepatiënt, juiste plaats en zijde, en juiste interventiedoor de patiënt en verpleegkundigezijn uitgevoerd. De verpleegkundige brengt bijde patiënt een identiteitsbandje aan.TipHet identiteitsbandje alleen is onvoldoendeom te verifiëren of het de juiste patiënt is.Op het identiteitsbandje dient altijdeen dubbel-check plaats te vinden methet EPD/de status. Idealiter checkt deverpleegkundige dit samen met de patiënt,dus op de afdeling en vóór het toedienenvan pre-medicatie.Daarnaast checkt de operateur of hetgaat om de:• juiste markering: de operateur markeert,na overleg met de patiënt en met gezamenlijkeovereenstemming over de plaats en/of zijde, met een pijl de juiste te opererenplaats en/of zijde.De operateur is eindverantwoordelijk voorde juiste markering voor het transport naarde OK.De operateur noteert in het EPD/de statusdat hij/zij in overleg met de patiënt de juisteplaats en/of zijde heeft gemarkeerd.Fase 3b: voorbereiding op de OKOp de dag voordat de patiënt van de afdelingnaar de OK gaat of aan het begin van deoperatiedag controleert de operateur de:• juiste benodigdheden: deze dienen specifiekvoor die betreffende patiënt aanwezig tezijn, zodat de juiste materialen bij depatiënt worden ingebracht. Indien dit niethet geval is, kan de operateur dit bijstellen.25