12.07.2015 Views

Miele KM6115 inbouw inductie kookplaat 60 cm - Wehkamp.nl

Miele KM6115 inbouw inductie kookplaat 60 cm - Wehkamp.nl

Miele KM6115 inbouw inductie kookplaat 60 cm - Wehkamp.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

InhoudBeveiligingen ....................................................37Vergrendeling instellingen / apparaat ..................................37Veiligheidsuitschakeling ............................................39Oververhittingsbeveiliging ...........................................40Reiniging en onderhoud ...........................................42Extra functies ....................................................44Reset ...........................................................44Programmering ...................................................45Nuttige tips .....................................................48Bij te bestellen accessoires ........................................52Veiligheidsinstructies voor het <strong>inbouw</strong>en. ............................53Inbouwmaten ....................................................59KM 6112. ........................................................59KM 6113. ........................................................<strong>60</strong>KM 6115. ........................................................61KM 6116. ........................................................62KM 6117. ........................................................63KM 6118. ........................................................64Inbouwen .......................................................65Elektrische aansluiting ............................................66Aansluitkabel .....................................................67Aansluitschema ...................................................68Klantcontacten / typeplaatje / garantie ...............................693


AlgemeenKM 6117 Kookzones met TwinBooster Kookzones met booster Bedieningspaneel6


AlgemeenKM 6118 Kookzone met TwinBooster Kookzones met booster Bedieningspaneel7


AlgemeenBedieningspaneel8i888 8.8jkleghdafcb8


Sensortoetsen Aan/Uit-toets <strong>kookplaat</strong> - Toetsen voor het instellen van de vermogensstand- Voor de vergrendeling- Voor het instellen van de tijd Booster / TwinBooster Toets voor het kiezen van een kookzone - Toets voor het kiezen van de timer- Voor het wisselen tussen de timerfuncties- Voor het kiezen van een uitschakeltijd (zie "Kookzone automatisch uitschakelen")Controlelampjes Booster / TwinBoosterAlgemeenKookzonedisplay0 = kookzone klaar voor gebruik^ = warmhoudfunctie1 t/m 9 = vermogensstandf = stand 1 TwinBoosterh = booster / stand 2 TwinBoosterß = geen pan of een ongeschikte pan (zie "Inductie")# = restwarmteF = foutmelding (zie "Veiligheidsuitschakeling")A = aankookautomaat bij instelling extra vermogensstanden Controlelampje aankookautomaat of weergave extra vermogensstanden (zie"Programmering"), bijvoorbeeld voor kookzone rechts achterTimerdisplay00 tot 99 = tijd in minuten0.^ tot 9^ = tijd in uren Controlelampje toewijzing kookzone, bijvoorbeeld kookzone rechts achter Controlelampje kookwekker Controlelampje voor halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minuten9


AlgemeenKookzonesKookzone KM 6113Minimale tot maximale in <strong>cm</strong>*f 18 - 28 NormaalTwinBooster, stand 1TwinBooster, stand 2x 14 - 20 NormaalBoosterz 10 - 16 NormaalBoosterVermogen in Watt bij 230 V**2<strong>60</strong>0300037001850300014002200Totaal: 7400Kookzone KM 6112 / KM 6115 / KM 6116 / KM 6118Minimale tot maximale Vermogen in Watt bij 230 V** in <strong>cm</strong>*y 16 - 23 NormaalTwinBooster, stand 1TwinBooster, stand 2w 10 - 16 NormaalBoosterx 14 - 20 NormaalBoosterz 14 - 20 NormaalBooster230030003700140022001850300018503000Totaal: 740010


AlgemeenKookzone KM 6117Minimale tot maximale in <strong>cm</strong>*y 16 - 23 NormaalTwinBooster, stand 1TwinBooster, stand 2w 10 - 16 NormaalBoosterVermogen in Watt bij 230 V**x 14-20/20x30NormaalTwinBooster, stand 1TwinBooster, stand 2NormaalTwinBooster, stand 1TwinBooster, stand 2z 14 - 20 NormaalBooster2300300037001400220018502500300023003000370018503000Totaal: 7400* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiametergebruiken.** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het materiaalvan de gebruikte pannen.11


Veiligheidsinstructies en waarschuwingenDit apparaat voldoet aan de geldendeveiligheidsvoorschriften. Onjuistgebruik echter kan persoo<strong>nl</strong>ijk letselof beschadiging van het apparaattot gevolg hebben.Lees daarom de gebruiks- en montagehandleidingaandachtig door,voordat u het apparaat in gebruikneemt. In de handleiding vindt u belangrijkeinstructies met betrekkingtot <strong>inbouw</strong>, veiligheid, gebruik enonderhoud.Bewaar de gebruiks- en montagehandleidingen geef deze door aaneen eventuele volgende eigenaar!Verantwoord gebruik Dit apparaat is uitsluitend bestemdvoor particulier huishoudelijk gebruik(of daarmee vergelijkbaar).Gebruik het apparaat voor het bereidenen warmhouden van gerechten.Gebruik voor andere doeleinden is niettoegestaan en kan gevaarlijk zijn. <strong>Miele</strong>kan niet aansprakelijk worden gesteldvoor schade die wordt veroorzaakt doorgebruik voor andere doeleinden danhier aangegeven of door een foutievebediening. Het apparaat mag niet buiten wordengebruikt. Dit apparaat mag alleen worden gebruiktdoor personen die in staat zijnhet apparaat veilig te bedienen en dievolledig op de hoogte zijn van de inhoudvan de gebruiksaanwijzing!12


Veiligheidsinstructies en waarschuwingenKinderen Maak gebruik van de vergrendeling,zodat kinderen het apparaat niet onbedoeldkunnen inschakelen of instellingenkunnen wijzigen. Houd kinderen in de gaten wanneerzij zich in de buurt van het apparaat bevinden.Laat kinderen nooit met het apparaatspelen. Kinderen mogen het apparaat alleenzonder toezicht gebruiken als ze wetenhoe ze het apparaat veilig moeten bedienen.De kinderen moeten zich bewustzijn van de gevaren van een foutievebediening. Kinderen kunnen ook verbrandingenoplopen als zij pannen van het apparaattrekken. Draai de grepen daaromzo dat ze zich boven het werkblad bevinden.Bij de vakhandelaar is een speciaalrek verkrijgbaar dat ervoor zorgtdat kinderen niet meer bij het apparaatkunnen komen. Verpakkingsmateriaal (zoals foliesen piepschuim) kan gevaarlijk zijn voorkinderen. Verstikkingsgevaar! Bewaarhet verpakkingsmateriaal dan ook buitenhet bereik van kinderen en zorg dathet zo snel mogelijk wordt afgevoerd. Het apparaat wordt tijdens het gebruikheet en blijft dat ook nog enigetijd nadat het is uitgeschakeld. Houdkinderen op een afstand, totdat het apparaatvoldoende is afgekoeld en ergeen verbrandingsgevaar meer bestaat. Bewaar geen voorwerpen die voorkinderen interessant zijn in kastjes bovenof achter het apparaat. De kinderenklimmen anders misschien op het apparaaten kunnen zich er dan aanbranden.13


Veiligheidsinstructies en waarschuwingenTechnische veiligheid Controleer het apparaat voor de <strong>inbouw</strong>op zichtbare schade. Neem eenbeschadigd apparaat nooit in gebruik.Een beschadigd apparaat kan uw veiligheidin gevaar brengen. De elektrische veiligheid van het apparaatis uitsluitend gegarandeerd, alshet wordt aangesloten op een aardingssysteemdat volgens de geldendeveiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.Het is zeer belangrijk dat wordt nagegaanof aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaardeis voldaan. Laat bijtwijfel de huisinstallatie door een vakmaninspecteren. <strong>Miele</strong> kan niet aansprakelijkworden gesteld voor schadedie wordt veroorzaakt door een ontbrekendeof beschadigde aarddraad (bijvoorbeeldeen elektrische schok). Voordat u het apparaat aansluit,dient u de aansluitgegevens (spanningen frequentie) op het typeplaatje te vergelijkenmet de waarden van het elektriciteitsnet.Deze gegevens moeten beslistovereenkomen om beschadigingvan het apparaat te voorkomen. Raadpleegbij twijfel een elektricien. Gebruik het apparaat alleen als hetis ingebouwd, zodat de veiligheid gewaarborgdis. Open in geen geval de ommantelingvan het apparaat.Wanneer onderdelen worden aangeraaktdie onder spanning staan of wanneerelektrische of mechanische onderdelenworden veranderd, levert dit gevaarop voor de gebruiker. Het kan ertevens toe leiden dat het apparaat nietmeer goed functioneert. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamhedenuitsluitend doorvakmensen uitvoeren die door <strong>Miele</strong>zijn geautoriseerd. Ondeskundig uitgevoerdewerkzaamheden leveren groterisico's op voor de gebruiker. <strong>Miele</strong> kanhiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamhedendient het apparaatspanningsvrij te worden gemaakt. Hetapparaat is alleen dan spanningsvrij alsaan één van de volgende voorwaardenis voldaan:– als de hoofdschakelaar van de huisinstallatieis uitgeschakeld.– als de zekering van de huisinstallatieer geheel is uitgedraaid.– als de stekker uit het stopcontact isgetrokken. Trek daarbij aan de stekkeren niet aan de aansluitkabel.14


Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Is de <strong>kookplaat</strong> voorzien van eencommunicatiemodule, dan moet bijinstallatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamhedenaan de <strong>kookplaat</strong> ookde communicatiemodule spanningsvrijworden gemaakt. Als dit apparaat binnen degarantieperiode defect raakt, mag hetalleen door <strong>Miele</strong> worden gerepareerd,anders vervalt de garantie. Defecte onderdelen mogen alleendoor originele <strong>Miele</strong>-onderdelen wordenvervangen. Alleen van die onderdelenkan <strong>Miele</strong> garanderen dat zij aande veiligheidseisen voldoen. Als de aansluitkabel beschadigd is,moet deze door een speciale kabel vanhet type H 05 VV-F (PVC-isolatie) wordenvervangen. Een dergelijke kabel isverkrijgbaar bij <strong>Miele</strong>. De kabel mag alleendoor een vakman worden vervangen. Het apparaat mag niet via een stekkerdoosof verlengsnoer op het elektriciteitsnetworden aangesloten. Hiermeekan een veilig gebruik van het apparaatniet worden gewaarborgd. Er kan bijvoorbeeldoververhitting ontstaan. Neem de <strong>kookplaat</strong> niet in gebruikbij een defect of bij breuken, scheurenen barsten in de keramische plaat c.q.schakel het apparaat meteen uit. Maakde <strong>kookplaat</strong> spanningsvrij. U kunt anderseen elektrische schok krijgen!Veilig gebruik Alleen voor personen met een pacemaker:Houdt u er rekening mee dat in de directeomgeving van het ingeschakeldeapparaat een elektromagnetisch veldontstaat. Het is niet waarschij<strong>nl</strong>ijk datdit veld de werking van de pacemakernadelig beïnvloedt. Neem bij twijfelcontact op met de fabrikant van depacemaker of met uw arts. Houd magnetiseerbare voorwerpen,zoals creditcards, diskettes en rekenmachines,uit de buurt van het ingeschakeldeapparaat, anders kan dewerking van deze voorwerpen wordenbeïnvloed. Wanneer u de kookzones gebruikt,worden deze zeer heet. Ook na het uitschakelenblijven ze dat nog enige tijd.De restwarmte-indicator geeft aan ofeen kookzone nog heet is. Houd toezicht op de <strong>kookplaat</strong> als uhet apparaat gebruikt!Door drooggekookte pannen kan dekeramische plaat beschadigd raken.<strong>Miele</strong> kan hiervoor niet aansprakelijkworden gesteld.Oververhit vet en oververhitte olie kunnenvlam vatten en brand veroorzaken. Mocht het vet of de olie vlam vatten,gebruik dan nooit water voor het blussen!Doof de vlammen met een geschiktedeksel, een vochtige doek ofiets dergelijks.15


Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Trek altijd ovenwanten aan of gebruikpanne<strong>nl</strong>appen als u met het heteapparaat werkt. De ovenwanten of panne<strong>nl</strong>appenmogen niet nat of vochtigzijn, omdat ze de warmte dan beter geleiden.U kunt zich branden! Flambeer nooit onder een afzuigkap.Door de vlammen kan de afzuigkapin brand vliegen. Gebruik het apparaat niet als werkblad.Leg er geen messen, vorken, lepelsof andere metalen voorwerpen op.Als het apparaat ingeschakeld is, onbedoeldwordt ingeschakeld of bij restwarmtekunnen metalen voorwerpenheet worden (verbrandingsgevaar).Andere voorwerpen kunnen - afhankelijkvan het materiaal - smelten of vlamvatten.Vochtige pandeksels kunnen zichvastzuigen.Schakel de kookzones na gebruik uit! Dek het apparaat nooit af met eendoek of iets dergelijks. Als het apparaatnog heet is, bestaat er brandgevaar. Gebruik geen serviesgoed vankunststof of aluminiumfolie, want datsmelt bij hoge temperaturen. Brandgevaar! Verwarm geen dichte blikken endergelijke op de kookzones. Er ontstaatanders overdruk waardoor de blikkenuiteenspatten en u zich kunt verwonden. Gebruik alleen pannen met eengladde bodem. Een ruwe bodem kankrassen op de keramische plaat veroorzaken. Verhit kookgerei nooit leeg, tenzij defabrikant van het kookgerei een dergelijkgebruik uitdrukkelijk toestaat. Vanwegede snelle reactietijd van <strong>inductie</strong>kan de temperatuur in de panbodem inzeer korte tijd dezelfontbrandingstemperatuur van olieen vet bereiken. Houd de <strong>kookplaat</strong> schoon. Zout,suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld vangroente) kunnen krassen veroorzaken. Zet geen hete pannen of schalen opof in de buurt van het bedieningspaneel.Hierdoor kunnen de elektronischeonderdelen onder het paneel beschadigdraken. Laat geen voorwerpen op de keramischeplaat vallen. Zelfs een lichtvoorwerp, zoals een zoutvaatje, kanscheuren of barsten veroorzaken alshet verkeerd terechtkomt.16


Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Komt suiker, suikerhoudend voedsel,kunststof of aluminiumfolie op eenhete kookzone terecht, vermeng de suikerhoudendestoffen dan onmiddellijkmet water. Schakel vervolgens de kookzoneuit en verwijder de resten met eenschraper, zolang de plaat nog heet is.Als de stoffen afkoelen kan de keramischeplaat beschadigd raken. Let opdat u uw handen niet brandt.Reinig de plaat verder als deze is afgekoeld. Als u een stopcontact in de buurtvan het apparaat gebruikt, mogen deaansluitkabels van de betreffende apparatenniet in aanraking komen methet hete apparaat. De isolatie van dekabels kan beschadigd raken, waardooru een elektrische schok kunt krijgen. Het apparaat is voorzien van eenventilator. Als zich onder hetingebouwde apparaat een lade bevindt,moet de afstand tussen de inhoudvan de lade en de onderkant vanhet apparaat voldoende zijn om de ventilatiete waarborgen. Bewaar geen spitseen kleine voorwerpen of papier in delade. Deze voorwerpen kunnen via deventilatieopeningen in de behuizing terechtkomenof aangezogen worden. Deventilator kan dan beschadigd raken ofde koeling kan worden beïnvloed. Wanneer zich onder het apparaateen schuiflade bevindt, zonder tussenbodem,mogen daarin geen licht ontvlambarestoffen of brandbare voorwerpenzoals spuitbussen worden bewaard.Een eventuele bestekbak moetvan hittebestendig materiaal zijn. Metalen voorwerpen die in een ladeonder de <strong>kookplaat</strong> worden bewaard,kunnen heet worden als u het apparaatlang en intensief gebruikt. Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoendeworden verhit. Eventuele bacteriënin het eten worden alleen gedood,wanneer de temperatuur hooggenoeg is (> 70 °C) en lang genoegwordt aangehouden (> 10 min.). Plaats op een kook- of braadzonenooit twee pannen tegelijk. Als het apparaat achter een meubeldeuris ingebouwd, mag u het apparaatalleen gebruiken als de deur geopendis. Sluit de meubeldeur pas als het apparaatuitgeschakeld is en derestwarmte-indicatoren gedoofd zijn. Schakel de <strong>kookplaat</strong> niet in alsdeze boven een pyrolyse-oven of-fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctieactief is, omdat de oververhittingsbeveiligingvan de <strong>kookplaat</strong> zoukunnen reageren (zie de betreffenderubriek).Als de "Veiligheidsinstructies enwaarschuwingen" niet worden opgevolgd,kan <strong>Miele</strong> niet aansprakelijkworden gesteld voor schade diedaarvan het gevolg is.17


Een bijdrage aan de bescherming van het milieuHet verpakkingsmateriaalDe verpakking beschermt het apparaattegen transportschade. Het verpakkingsmateriaalis uitgekozen met hetoog op een zo gering mogelijke belastingvan het milieu en de mogelijkhedenvoor recycling.Hergebruik van het verpakkingsmateriaalremt de afvalproductie en het gebruikvan grondstoffen. Vaak neemt deleverancier de verpakking terug. Als ude verpakking zelf wegdoet, informeerdan bij de reinigingsdienst van uw gemeentewaar u die kunt afgeven.Het afdanken van het apparaatOude elektrische en elektronische apparatenbevatten meestal nog waardevollematerialen. Ze bevatten echterook schadelijke stoffen die nodig zijngeweest om de apparaten goed en veiligte laten functioneren. Wanneer u uwoude apparaat bij het gewone afvaldoet of er op een andere manier nietgoed mee omgaat, kunnen deze stoffenschadelijk zijn voor de gezondheid enhet milieu.Verwijder uw oude apparaat dan ooknooit samen met het gewone afval,maar lever het in bij een gemeentelijkinzameldepot voor elektrische en elektronischeapparatuur. Vraag uw handelaarindien nodig om i<strong>nl</strong>ichtingen.Het afgedankte apparaat moet tot dietijd buiten het bereik van kinderen wordenopgeslagen.18


Vóór het eerste gebruikBij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plakdit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw gebruiksaanwijzing.Eerste reinigingIngebruikneming Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers. Reinig het apparaat voor het eerste gebruik met een vochtigedoek en wrijf het apparaat daarna weer droog.Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand):Na het <strong>inbouw</strong>en kan de eerste dagen een spleet zichtbaarzijn tussen de <strong>kookplaat</strong> en het werkblad. Deze spleet zaldoor het gebruik kleiner worden. De elektrische veiligheidvan het apparaat is echter altijd gewaarborgd.Als u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, komen ergeurtjes en eventueel damp vrij. Bij elk volgend gebruik komener minder geurtjes vrij. Uiteindelijk zult u niets meer ruiken.Wanneer er geurtjes en damp vrijkomen, betekent dat nietdat het apparaat verkeerd is aangesloten of defect is. Degeurtjes en de damp zijn niet schadelijk voor de gezondheid.Houdt u er rekening mee dat de opwarmtijd bij <strong>inductie</strong>kookplatenveel korter is dan bij gewone kookplaten.19


InductiePrincipeOnder elke kookzone bevindt zich een <strong>inductie</strong>spoel. Als ueen kookzone inschakelt, genereert deze spoel een magneetveldwaardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzonezelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmtevan de pan.Een <strong>inductie</strong>kookzone reageert alleen op pannen met eenmagnetiseerbare bodem (zie de rubriek "De juiste pannen").Andere pannen worden niet heet.Bij <strong>inductie</strong> wordt automatisch rekening gehouden met degrootte van de gebruikte pan. Het <strong>inductie</strong>systeem werkt alleenop het gedeelte dat door de panbodem wordt bedekt.De kookzone functioneert niet,– als u deze zonder pan of met een ongeschikte pan (metniet magnetiseerbare bodem) inschakelt.– als de bodemdiameter van de pan te klein is.– als u de pan van een ingeschakelde kookzone haalt.In dat geval verschijnen in het display afwisselend het symboolß en de ingestelde vermogensstand. Na enige tijdbrandt alleen het symbool ß continu.Als u binnen 3 minuten een geschikte pan op de kookzonezet, verdwijnt het symbool ß en kunt u gewoon doorgaan.Als u geen (geschikte) pan op de kookzone zet, wordt dekookzone c.q. de <strong>kookplaat</strong> na 3 minuten automatisch uitgeschakeld.Gebruik het apparaat niet als werkblad voor messen, vorken,lepels of andere metalen voorwerpen. Als het apparaatingeschakeld is, onbedoeld wordt ingeschakeld of alser sprake is van restwarmte kunnen dergelijke voorwerpenheet worden (verbrandingsgevaar).Schakel de kookzones na gebruik uit!20


InductieGeluidenBij gebruik van een <strong>inductie</strong><strong>kookplaat</strong> kunnen in het kookgereiallerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk vanhet materiaal en de constructie van de bodem van het kookgerei.– Op een hoge vermogensstand kan het apparaat een bromgeluidveroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt, wanneereen lagere vermogensstand wordt ingesteld.– Bij pannen met een bodem die uit verschillende materialenbestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem) kan eenknetterend geluid optreden.– Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar verbondenkookzones (zie de rubriek "Boosterfunctie") tegelijkzijn ingeschakeld en op de kookzones pannen staan meteen bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeldeen sandwichbodem).– Vooral bij lage vermogensstanden kunnen bij elektronischeschakelingen klikgeluiden optreden.Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaatvoorzien van een ventilator. Als u het apparaat intensiefgebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld en hoort u eenzoemend geluid. Ook nadat u het apparaat heeft uitgeschakeld,kan de ventilator nog doorlopen.21


InductieDe juiste pannenGeschikt zijn pannen van:– roestvrij staal met een magnetiseerbare bodem– geëmailleerd staal– gietijzerNiet geschikt zijn pannen van:– roestvrij staal met een niet magnetiseerbare bodem– aluminium of koper– glas/keramiek, aardewerkAls u niet zeker weet of een pan geschikt is voor <strong>inductie</strong>,kunt u een magneet tegen de panbodem houden. Blijft demagneet hangen, dan is de pan geschikt.Houdt u er rekening mee dat de eigenschappen van de panbodemhet bereidingsresultaat beïnvloeden.Om optimaal gebruik te maken van een kookzone moet u hetformaat van de pan zo kiezen dat de pan tussen de binnensteen de buitenste markering van de kookzone past. Als depan kleiner is dan de binnenste markering, kan het voorkomendat de <strong>inductie</strong>spoel niet reageert. De kookzone reageertdan alsof er geen pan op staat.Houdt u er rekening mee dat pannenfabrikanten vaak de diameteraan de bovenkant vermelden. Van belang is echter alleende (meestal kleinere) bodemdiameter.Plaats pannen altijd midden op een kook- of braadzone.Als een pan slechts gedeeltelijk op een kook- of braadzonestaat, kunnen de grepen zeer heet worden.22


Principe van de bedieningBedieningDe <strong>kookplaat</strong> is voorzien van elektronische sensortoetsen.Deze reageren op vingercontact.U bedient de <strong>kookplaat</strong> door met uw vinger de juiste toetsenaan te tippen. Het apparaat reageert daarop telkens met eenakoestisch signaal.De kookzones en de timer moeten "actief" zijn als u een vermogensstandof tijd wilt instellen of wijzigen.Om een kookzone of de timer te activeren, moet u de toetsvan de betreffende kookzone of van de timer aantippen. Als ude toets heeft aangetipt, begint het betreffende display teknipperen. Zolang het display knippert, is de kookzone c.q.de timer "actief" en kunt u een vermogensstand of tijd instellen.Uitzondering:Als slechts één kookzone in gebruik is, kunt u de vermogensstandzonder activering wijzigen.Houd het bedieningspaneel altijd vrij en schoon, andersreageren de toetsen niet of u activeert onbedoeld functies.Ook kan de <strong>kookplaat</strong> automatisch worden uitgeschakeld(zie de rubriek "Veiligheidsuitschakeling").Zet nooit hete pannen op de toetsen om beschadiging vande elektronische onderdelen te voorkomen.23


BedieningInschakelenOm de kookzones te kunnen gebruiken, moet u eerst de<strong>kookplaat</strong> inschakelen.Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is!Kookplaat inschakelen Druk op de toets .In de displays van alle kookzones verschijnt een 0, inhettimerdisplay 00. Voert u daarna geen waarden in, dan wordtde <strong>kookplaat</strong> om veiligheidsredenen na enkele secondenweer uitgeschakeld.Kookzone inschakelen, vermogensstand instellen Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.De 0 in het display van die kookzone begint te knipperen. Zolang de 0 knippert, kunt u met de toets - of + een vermogensstandinstellen.Als u daarbij met - begint, kiest u koken met aankookautomaat.Als u met + begint, kiest u koken zonder aankookautomaat(zie de rubriek "Aankookautomaat").De gekozen vermogensstand knippert gedurende enkele secondenen brandt daarna constant.Vermogensstand wijzigen Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.De vermogensstand knippert. Kies met de toets - of + de gewenste vermogensstand.24


Tabel vermogensstandenBedieningHet apparaat heeft af fabriek 9 vermogensstanden. Als u fijner afgestemde vermogensstandenwenst, kunt u het aantal standen vergroten (zie "Programmering"). Bijde tussenstanden verschijnt een punt achter het getal.instellingaf fabriek(9 vermogensstanden)Vermogensstandgewijzigdeinstelling(17 vermogensstanden)Warmhouden h hBoter smelten1-2 1-2.Gelatine oplossenRijstepap, havermoutpap maken 2 2 - 2.Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen3 3-3.Rijst wellenGroente ontdooien (in een blok) 3 2. - 3Graan wellen 3 2. - 3.Gerechten verwarmen die veel vocht bevattenOmelet, eieren zonder korstje bakkenFruit blancheren4 4-4.Deegwaren wellen 4 4 - 5.Groente, vis stoven 5 5Diepvriesproducten ontdooien en verwarmen 5 5 - 5.Aankoken van grote hoeveelheden, bijv. eenpansgerechtenGebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsausof sauce hollandaise6 5.-6Eieren behoedzaam bakken (zonder oververhitting van hetvet)Vis, schnitzel, braadworst behoedzaam bakken (zonder oververhittingvan het vet)6 5.-6.7 6.-7.Poffertjes, pannenkoeken, etc. bakken 7 6. -7Aanbraden van stoofgerechten 8 8 - 8.Grote hoeveelheden water kokenAankoken9 9De aangegeven standen zijn slechts algemene richtlijnen.Het vermogen van de <strong>inductie</strong>spoel varieert afhankelijk van de grootte en het materiaal van de panbodem.Het is dan ook mogelijk dat bij uw pannen de vermogensstanden een geringe afwijking vertonen.Bepaal in de dagelijkse praktijk welke instellingen het beste bij uw pannen passen.25


BedieningAankookautomaatActiverenAls de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffendekookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen ingeschakeld.Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand(doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt afvan de ingestelde doorkookstand (zie tabel). Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.Het display van de kookzone knippert. Stel met de toets - de gewenste doorkookstand in, bijvoorbeeld6.Gedurende de aankooktijd brandt er een controlelampje (eenpunt) rechts naast de doorkookstand. Daarna dooft dit lampje.Als u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Programmering"),knipperen in het display afwisselend een A ende doorkookstand (gedurende de aankooktijd).Als u de doorkookstand wijzigt, wordt de aankookautomaatuitgeschakeld.DeactiverenU kunt de aankookautomaat voortijdig uitschakelen. Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.De vermogensstand knippert. Kies een andere vermogensstand.26


BedieningDoorkookstand*Aankooktijd inminuten enseconden (ca.)1 0:151. 0:152 0:152. 0:153 0:253. 0:254 0:504. 0:505 2:005. 5:506 5:506. 2:507 2:507. 2:508 2:508. 2:509 -* De doorkookstanden met punt zijn alleen beschikbaar alsu het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Programmering").27


BedieningBoosterfunctieDe kookzones hebben een booster of een TwinBooster, ziehet hoofdstuk "Algemeen".Met de boosterfunctie kunt u grote hoeveelheden snel verhitten,bijvoorbeeld water voor pasta. Als u de functie inschakelt,werken de kookzones gedurende 15 minuten met eenverhoogd vermogen.U kunt de boosterfunctie bij twee kookzones tegelijk gebruiken,dat wil zeggen bij een kookzone links en bij eenkookzone rechts.Als u de booster inschakelt, terwijl– geen vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop van deboostertijd of bij het eerder uitschakelen van de functie automatischteruggeschakeld naar vermogensstand 9.– wel een vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop vande boostertijd of bij het eerder uitschakelen van de functieautomatisch teruggeschakeld naar de ingestelde vermogensstand.Wordt tijdens de boostertijd de pan van de kookzone gehaald,dan wordt de boosterfunctie uitgeschakeld. De functiewordt weer geactiveerd als u de pan binnen 3 minuten terugzet.Om het vermogen voor de booster te kunnen leveren, moethet systeem gedurende de boostertijd aan een andere kookzoneeen deel van het vermogen onttrekken. Hiervoor zijnsteeds twee kookzones met elkaar verbonden zoals op de afbeeldingis aangegeven.Bijvoorbeeld:Het inschakelen van de booster/TwinBooster (op stand 1)leidt er bij de verbonden kookzone toe dat:– de aankookautomaat wordt uitgeschakeld als deze ingeschakeldwas.28


Bediening– dat de vermogensstand van de verbonden kookzone wordtverlaagd als vermogensstand 9 was ingesteld.Het inschakelen van de TwinBooster op stand 2 leidt er bij deverbonden kookzone toe dat die kookzone wordt uitgeschakeld.29


BedieningBooster inschakelen Druk op de toets van de betreffende kookzone. Kies zo nodig een vermogensstand. Druk op de toets B I/II.Het controlelampje voor de booster licht op en in het displayvan de kookzone begint h te knipperen.Na enkele seconden brandt h constant en dooft het controlelampje.TwinBooster inschakelenStand 1 Druk op de toets van de betreffende kookzone. Kies zo nodig een vermogensstand. Druk op de toets B I/II.Het controlelampje voor de booster licht op en in het displayvan de kookzone knippert f. Na enkele seconden brandt fconstant en het controlelampje dooft.Stand 2 Druk op de toets van de betreffende kookzone. Kies zo nodig een vermogensstand. Druk twee keer op de toets B I/II.Het controlelampje voor de booster licht op en in het displayvan de kookzone knippert h. Na enkele seconden brandt hconstant en het controlelampje dooft.Booster / TwinBooster uitschakelen Druk op de toets van de betreffende kookzone. Druk zo vaak op de toets B I/II totdat het controlelampjevoor de booster dooft en in het display van de kookzone deingestelde vermogensstand verschijnt.of Druk op de toets van de betreffende kookzone. Kies een andere vermogensstand.30


WarmhoudfunctieBedieningAlle kookzones hebben een warmhoudfunctie (stand "h").Deze stand bevindt zich tussen de vermogensstanden "0" en"1".Als u de warmhoudfunctie instelt, wordt de kookzone namaximaal 2 uur uitgeschakeld.De warmhoudfunctie is voor het warmhouden van gerechtenmeteen na de bereiding (dus als deze nog warmzijn). De functie is niet bedoeld voor het opwarmen vanreeds afgekoelde gerechten!Tips– Houd gerechten alleen in de pan warm. Dek de pan meteen deksel af.– U hoeft de gerechten tijdens het warmhouden niet te roeren.– De voedingswaarde van een gerecht neemt gedurende debereiding af. Tijdens het warmhouden neemt de voedingswaardeverder af. Houd de warmhoudtijd dan ook zo kortmogelijk.31


BedieningUitschakelen en restwarmte-indicatieHet uitschakelen van een kookzone Druk 2x op de toets van de betreffende kookzone.In het kookzonedisplay knippert gedurende enkele secondeneen 0. Is de kookzone nog heet, dan wordt kort daarna derestwarmte weergegeven.Het uitschakelen van de <strong>kookplaat</strong> Druk op de toets .Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. In de displays van dekookzones die nog heet zijn, wordt de restwarmte weergegeven.Restwarmte-indicatorDe streepjes van de restwarmte-indicatie verdwijnen één vooréén als de kookzone afkoelt. Het laatste streepje verdwijnt alsde kookzone zover is afgekoeld dat u deze zonder gevaarkunt aanraken.Raak een kookzone niet aan zolang de restwarmteindicatorbrandt. Leg of zet er ook geen hittegevoeligevoorwerpen op. Doet u dat wel, dan bestaat het risico datu zich brandt of dat voorwerpen vlam vatten!32


Tips om energie te besparen– Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die maniervoorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt.zonder dekselmet deksel– Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Vooreen kleine pan is minder energie nodig dan voor een grote,niet geheel gevulde pan.– Gebruik zo weinig mogelijk water.– Schakel na het aankoken of aanbraden op tijd terug naareen lagere vermogensstand.– Met een snelkookpan kunt u de bereidingstijd aanzie<strong>nl</strong>ijkverkorten.33


TimerKookwekkerInstellenWijzigenWissenDe <strong>kookplaat</strong> moet ingeschakeld zijn, als u de timer wilt gebruiken.De timer kan voor twee functies worden gebruikt:- voor het instellen van een kookwekkertijd.- voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.U kunt een tijd instellen van 1 minuut (01) tot 9 1 / 2 (9.^) uur. Bijtijden boven 99 minuten (99) vindt de instelling plaats in stappenvan een half uur. Een half uur wordt aangegeven met eenpunt achter het cijfer.Met de toets - verlaagt u de tijd van 9.^ tot 00. Met de toets +verhoogt u de tijd van 00 tot 9.^. Bij 2h en bij 99 volgt eenstop. Om door te gaan, haalt u kort uw vinger van de toets entipt u de toets daarna weer aan.Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt gedurende enkeleseconden de waarde 00 in het timerdisplay. Tegelijk hoort uenkele seconden een akoestisch signaal. Tip de toets aan,als u het signaal voortijdig wilt uitzetten. Druk op de toets .In het timerdisplay knipperen 00 en het controlelampje vande kookwekker. Druk zo lang op de toets - of + tot de gewenste tijd wordtweergegeven, bijvoorbeeld 15 minuten.De ingestelde tijd loopt in minuten af. De resttijd kunt u in hettimerdisplay aflezen. Druk op de toets . Stel met de toets - of + de gewenste tijd in. Druk op de toets . Druk tegelijk op de toetsen - en +.34


Kookzone automatisch uitschakelenTimerU kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatischwordt uitgeschakeld.Alle kookzones kunnen tegelijk worden geprogrammeerd.Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaaltoegestane bedrijfsduur wordt de kookzone door deveiligheidsuitschakeling uitgeschakeld (zie de betreffenderubriek). Stel voor de gewenste kookzone een vermogensstand in. Druk op de toets .In het timerdisplay knipperen 00 en het controlelampje vande kookwekker. Druk opnieuw op de toets .In het timerdisplay dooft het controlelampje van de kookwekkeren een controlelampje voor de kookzonetoewijzing knippert. Zijn meerdere kookzones ingeschakeld, druk dan zo vaakop toets tot het controlelampje van de gewenste kookzoneknippert, bijvoorbeeld rechts achter.De controlelampjes van de ingeschakelde kookzones verschijnenmet de wijzers van de klok mee, beginnend bij linksvoor. Druk zo lang op de toets - of + tot de gewenste tijd wordtweergegeven, bijvoorbeeld 15 minuten.De ingestelde tijd loopt in minuten af. De resttijd kunt u in hettimerdisplay aflezen.Als u nog een kookzone automatisch wilt laten uitschakelen,voert u de beschreven handelingen nog eens uit.35


TimerAls u meerdere uitschakeltijden heeft geprogrammeerd,wordt de kortste resttijd weergegeven. Het controlelampjevan de betreffende kookzone knippert. De andere controlelampjesbranden continu. Als u die resttijden wilt laten weergeven,tip dan de sensortoets zo vaak aan totdat het gewenstecontrolelampje begint te knipperen.Wijzigen Tip de sensortoets zo vaak aan totdat het betreffendecontrolelampje begint te knipperen. Stel met de toets - of + de gewenste tijd in.Timerfuncties tegelijk gebruikenU kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitschakelen"tegelijk gebruiken.U heeft een of meer uitschakeltijden geprogrammeerd en wiltook de kookwekker instellen:Tip de sensortoets zo vaak aan totdat het controlelampjevan de kookwekker knippert.U heeft de kookwekker ingesteld en wilt ook een of meeruitschakeltijden programmeren:Tip de sensortoets zo vaak aan totdat het controlelampjevan de gewenste kookzone knippert.Kort na de laatste invoer schakelt het timerdisplay over naarde kortste resttijd.Wilt u de resttijden laten weergeven die op de achtergrondaflopen, tip dan de sensortoets zo vaak aan totdat het gewenstecontrolelampje knippert.Uitgaande van de kortste resttijd worden nu met de wijzersvan de klok mee alle ingeschakelde kookzones en de kookwekkergeselecteerd.36


Vergrendeling instellingen / apparaatBeveiligingenOm te voorkomen dat de <strong>kookplaat</strong> of kookzones per ongelukworden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is ditapparaat voorzien van een vergrendeling.De vergrendeling van de instellingen activeert u als de<strong>kookplaat</strong> in gebruik is. Als de vergrendeling actief is, kan hetapparaat alleen nog beperkt worden bediend:– De vermogensstanden van de kookzones en de instellingenvan de timer kunnen niet worden gewijzigd.– De kookzones, de <strong>kookplaat</strong> en de timer kunnen wel wordenuitgeschakeld, maar daarna niet weer worden ingeschakeld.De vergrendeling van het apparaat activeert u als de <strong>kookplaat</strong>uitgeschakeld is. Als de vergrendeling actief is, kan hetapparaat niet worden ingeschakeld en kan de timer niet wordenbediend.Het apparaat is zo geprogrammeerd dat u deze vergrendelinghandmatig moet activeren. U kunt de instelling zo wijzigendat de vergrendeling van het apparaat 5 minuten nahet uitschakelen van de <strong>kookplaat</strong> automatisch plaatsvindt,wanneer het apparaat niet handmatig wordt vergrendeld (zieook "Programmering").Als bij ingeschakelde vergrendeling een toets wordt aangeraaktdie niet mag worden bediend, verschijnt gedurende ca.3 seconden in het kookzonedisplay links voor L en rechtsvoor C.Beide vergrendelingen zijn na een stroomonderbrekinguitgeschakeld.37


BeveiligingenActiverenDeactiveren Druk tegelijk op de toetsen - en +. Druk zo lang totdat ueen lang akoestisch signaal hoort. Druk tegelijk op de toetsen - en +. Druk zo lang totdat ueen akoestisch signaal hoort.38


VeiligheidsuitschakelingBeveiligingenAls een kookzone te lang aanstaatIs een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel),zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt dekookzone automatisch uitgeschakeld. In het display verschijntde restwarmte-indicator.Als u een kookzone weer wilt inschakelen, doet u dat zoalsgebruikelijk.Vermogensstand*Maximale bedrijfsduur in urenh 21/1. 102/2. 53/3. 54/4. 45/5. 36/6. 27/7. 28/8. 29 1* De vermogensstanden met punt zijn alleen beschikbaarals u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Programmering").Als er iets op het bedieningspaneel ligtDe <strong>kookplaat</strong> wordt automatisch uitgeschakeld als één ofmeer sensortoetsen langer dan 13 seconden bedekt zijn, bijvoorbeeldals u uw hand erop legt, een gerecht overkookt ofals er voorwerpen op liggen.In het timerdisplay knippert een F. Reinig het bedieningspaneel c.q. verwijder de voorwerpen.De F dooft. U kunt de <strong>kookplaat</strong> weer in gebruik nemen.39


BeveiligingenOververhittingsbeveiligingInductiespoel / koellichaamAlle <strong>inductie</strong>spoelen en de koellichamen van de elektronicazijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de<strong>inductie</strong>spoelen of de koellichamen oververhit raken, zorgt deoververhittingsbeveiliging voor een van de volgende reacties:Inductiespoel– Een ingeschakelde booster wordt uitgeschakeld.– De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.– De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld.De foutmelding "FE44" verschijnt.U kunt de kookzone gewoon weer in gebruik nemen als defoutmelding is verdwenen.Koellichaam– Een ingeschakelde booster wordt uitgeschakeld.– De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.– De kookzones worden automatisch uitgeschakeld.Pas als het koellichaam voldoende is afgekoeld, kunt u debetreffende kookzones weer in gebruik nemen.De oververhittingsbeveiliging reageert als– leeg kookgerei wordt verhit.– vet of olie op een hoge vermogensstand wordt verhit.– de onderkant van het apparaat niet voldoende wordt geventileerd.– een hete kookzone na een stroomstoring weer wordt ingeschakeld.Reageert de oververhittingsbeveiliging opnieuw nadat deoorzaak is weggenomen, neem dan contact op met <strong>Miele</strong>.40


BeveiligingenBedieningspaneelDe elektronica van het bedieningspaneel is voorzien van eenoververhittingsbeveiliging. Deze beveiliging schakelt de<strong>kookplaat</strong> automatisch uit voordat de elektronica oververhitraakt.In het display verschijnt de foutmelding FE37.Als de elektronica voldoende is afgekoeld, verdwijnt de foutmeldingen kunt u de <strong>kookplaat</strong> weer in gebruik nemen.De oververhittingsbeveiliging kan reageren als u meerderekookzones gedurende lange tijd op een hoge vermogensstandgebruikt.41


Reiniging en onderhoudGebruik voor het reinigen van het apparaat nooit eenstoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delendie onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.Reinig het hele apparaat na elk gebruik. Laat het apparaateerst afkoelen.Wrijf het apparaat na elke vochtige reiniging droog. U voorkomtzo kalkafzetting.Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen,mogen de volgende middelen niet worden gebruikt:– afwasmiddelen.– soda-, alkali-, ammoniak-, zuur- of chloridehoudende reinigingsmiddelen.– kalkoplossende reinigingsmiddelen.– vlekken- en roestverwijderaars.– schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder, vloeibaarschuurmiddel en reinigingssteen.– oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.– reinigingsmiddelen voor afwasautomaten.– grill- en ovensprays.– glasreinigers.– schurende harde borstels en sponsjes (zoals pannensponsjes)en gebruikte sponsjes die nog resten schuurmiddelbevatten.– vlekkensponsjes.– puntige voorwerpen(zodat de dichtingen tussen de keramische plaat en de lijstdan wel tussen lijst en werkblad niet beschadigd raken).42


Reiniging en onderhoudGebruik voor het reinigen geen afwasmiddel. Met afwasmiddelworden niet alle verontreinigingen verwijderd. Erontstaat dan een onzichtbaar laagje dat tot verkleuring vande keramische plaat leidt. Die verkleuring kan niet meerworden verwijderd.Reinig de <strong>kookplaat</strong> regelmatig met een speciaal reinigingsmiddelvoor keramische platen.Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtigedoek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met eenglasschraper.Reinig de <strong>kookplaat</strong> vervolgens met het<strong>Miele</strong>-reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrijstaal (zie ook "Bij te bestellen accessoires") of met een andergeschikt reinigingsmiddel voor keramische platen. Gebruikhierbij keukenpapier of een schone doek. Gebruik het reinigingsmiddelniet op een hete <strong>kookplaat</strong>, omdat daardoorvlekken kunnen ontstaan. Houdt u zich aan de aanwijzingenvan de fabrikant van het reinigingsmiddel.Wis de <strong>kookplaat</strong> ten slotte met een vochtige doek af en wrijfde plaat weer droog. Verwijder alle reinigingsmiddelresten.De resten kunnen anders inbranden en de keramische plaataantasten.Vlekken van kalkresten, water en aluminium kunt u met hetreinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staalverwijderen.Komt suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolieop een hete kookzone terecht, vermeng de suikerhoudendestoffen dan onmiddellijk met water. Schakel vervolgensde kookzone uit en verwijder de resten met eenschraper, zolang de plaat nog heet is. Let op dat u daarbij uwhanden niet brandt.Reinig de plaat verder als deze is afgekoeld. Ga daarbij tewerk zoals in het voorgaande is beschreven.43


Extra functiesResetReset activerenUw apparaat heeft een reset-functie. Met deze functie kunt ualle instellingen van de programmering weer op de fabrieksinstellingenzetten. Schakel de <strong>kookplaat</strong> in. Druk tegelijk op de toetsen van de kookzones links voor enrechts voor totdat de kookzonedisplays doven (ca. 10 seconden).Het uitvoeren van de reset duurt ca. 1 minuut. De reset is afgeslotenals het controlelampje voor de booster kort oplicht.Schakel de <strong>kookplaat</strong> pas in als de reset is afgesloten.44


ProgrammeringExtra functiesU kunt de programmering van uw apparaat wijzigen (zie tabel).U kunt meerdere instellingen na elkaar wijzigen.Na het oproepen van de programmering verschijnen in dekookzonedisplays P (programma), S (status) en getallen.Hiermee wordt de huidige instelling aangegeven.Na het verlaten van de programmering wordt automatischeen reset uitgevoerd. De reset is afgesloten als het controlelampjevoor de booster kort oplicht.Schakel de <strong>kookplaat</strong> pas in als de reset is afgesloten.Programmering oproepen Druk terwijl de <strong>kookplaat</strong> uitgeschakeld is tegelijk op detoetsen en B I/II. Druk zo lang totdat het betreffendecontrolelampje gaat knipperen.Programma instellen, status instellen Bij kookplaten met 4 of meer kookzones:Druk op de toets van de kookzone links voor. Bij kookplaten met 3 kookzones:Druk op de toets van de kookzone links. Kies met de toets + of - het gewenste programma. Druk op de toets van de kookzone rechts voor. Kies met de toets + of - de gewenste status (zie tabel).Instellingen opslaan Druk zo lang op de toets totdat de weergave dooft.Instellingen niet opslaan Druk zo lang op de toets B I/II totdat de weergave dooft.45


Extra functiesProgramma*P 0 Demo-stand en fabrieksinstellingenStatus** InstellingS 0 Demo-stand aan(na het inschakelen van de <strong>kookplaat</strong>verschijnt gedurende enkeleseconden in het kookzonedisplaylinks voor "d" en rechts voor "E").S 1 Demo-stand uitS 9 Fabrieksinstellingen herstellenP 2 Aantal vermogensstanden S 0 9 vermogensstanden(1, 2, 3 ... tot 9)S 1 17 vermogensstanden(1, 1., 2, 2., 3 ... tot 9)Let op!De aankookfunctie is nu te herkennenaan een A die afwisselendmet de doorkookstand verschijnt.P 3 Akoestisch signaal als S 0 Uitgeen pan of een ongeschiktepan is geplaatstS 1 ZachtS 2 GemiddeldS 3 HardP 4 Akoestisch signaal bij bedieningS 0 UitsensortoetsenS 1 ZachtS 2 GemiddeldS 3 HardP 5 Akoestisch signaal timer S 0 UitS 1 Zacht, 10 secondenS 2 Gemiddeld, 10 secondenS 3 Hard, 10 seconden* De niet genoemde programma's zijn voor <strong>Miele</strong>.** De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt.46


Extra functiesProgramma*Status** InstellingP 7 Vergrendeling apparaat S 0 Alleen handmatige activering vande vergrendelingS 1 Handmatige en automatische activeringvan de vergrendelingP 5. Geluidssignaal als er ietsop het bedieningspaneelligtP 6. Reactiesnelheid sensortoetsenSS01UitAanS 0 LangzaamS 1 NormaalS 2 Snel* De niet genoemde programma's zijn voor <strong>Miele</strong>.** De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt.47


Nuttige tipsDe meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voorkomen,kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet dehulp van een service-technicus hoeft in te roepen.Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een probleem te vinden en hetprobleem te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende:Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen wordenuitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voorde gebruiker.Probleem Oorzaak OplossingDe <strong>kookplaat</strong> respectievelijkde kookzoneskunnen niet wordeningeschakeld.De zekering van de huisinstallatieis defect.Er is mogelijk een technischestoring geweest.Controleer de zekeringen(minimale sterkte: zie typeplaatje).Maak het apparaat ca. 1minuut spanningsvrij. Doedat als volgt:– Schakel de hoofdschakelaarvan de huisinstallatieuit c.q. draai de desbetreffendestop eruitof– schakel de aardlekschakelaaruit.Nadat de zekering, dehoofd- of de aardlekschakelaarweer is ingeschakeld,kunt u het apparaatweer normaal gebruiken.Waarschuw een elektricienof <strong>Miele</strong> als u de storingniet zelf kunt verhelpen.48


Nuttige tipsProbleem Oorzaak OplossingBij de nieuwe <strong>kookplaat</strong>komen geurtjesen damp vrij.In het display van eenkookzone verschijnthet symbool ß.Na het inschakelenvan de <strong>kookplaat</strong> verschijntgedurende enkeleseconden in hetkookzonedisplay linksvoor "L" en rechtsvoor "C".Na het inschakelenvan de <strong>kookplaat</strong> verschijntgedurende enkeleseconden in hetkookzonedisplay linksvoor "d" en rechtsvoor "E".De kookzones wordenniet heet.Een kookzone of dehele <strong>kookplaat</strong> wordtautomatisch uitgeschakeld.De boosterfunctiewordt te vroeg uitgeschakeld.De kookzone werktniet zoals u gewendbent op de ingesteldevermogensstand.Op de kookzone staatgeen pan of een ongeschiktepan.De vergrendeling is ingeschakeld.De demo-functie is ingeschakeld.Een kookzone was te langingeschakeld.De oververhittingsbeveiligingheeft gereageerd.De oververhittingsbeveiligingheeft gereageerd.Bij elk volgend gebruikneemt de geurvorming af,totdat u niets meerwaarneemt.Gebruik geschikte pannen(zie "De juiste pannen").Schakel de vergrendelinguit (zie "Vergrendeling instellingen/ apparaat").Schakel de demo-functieuit (zie "Programmering").U kunt de kookzone gewoonweer in gebruik nemen(zie"Veiligheidsuitschakeling").Zie "Oververhittingsbeveiliging".Zie "Oververhittingsbeveiliging".49


Nuttige tipsProbleem Oorzaak OplossingDe vermogensstand 9wordt automatisch verlaagdals u bij de verbondenkook- c.q.braadzone eveneensvermogensstand 9 instelt.Het apparaat wordt tijdenshet gebruik uitgeschakeld.In alle kookzonedisplaysverschijnteen F.De inhoud van een panbegint niet of nauwelijkste koken, terwijl deaankookautomaat ingeschakeldis.De ventilator blijft inwerking, ook nadat ude <strong>kookplaat</strong> heeft uitgeschakeld.Bij gelijktijdig gebruikvan vermogensstand 9zou het maximale vermogenworden overschreden.Een of meer sensortoetsenzijn afgedekt,bijvoorbeeld omdat uuw hand erop legt,een gerecht overkooktof omdat er voorwerpenop liggen.Er worden grote hoeveelhedenverhit.De pan geleidt dewarmte niet goed.De ventilator blijft inwerking totdat het apparaatis afgekoeld enwordt dan automatischuitgeschakeld.Reinig het bedieningspaneelc.q. verwijder de voorwerpen(zie "Veiligheidsuitschakeling").Gebruik voor het aankoken dehoogste vermogensstand enkies daarna handmatig ee<strong>nl</strong>agere stand.50


Probleem Oorzaak OplossingDe gevoeligheid vande sensortoetsen iste groot of te klein.In het kookzonedisplaylinks achter verschijnteen F, inhetdisplay rechts achtereen E en in de voorstedisplays cijfers.links rechtsDe gevoeligheid van desensortoetsen is veranderd.9 0 Na het uitvoeren van een resetof na een stroomstoring9 1is de instelling veranderd.9 2Dooft het display niet na 59 3minuten, ga dan te werk zoalsrechts beschreven.3 7 De oververhittingsbeveiliging4 4heeft gereageerd.4 7 De ventilator is geblokkeerd4 8 of defect.Alle anderefoutmeldingen.Er is een storing opgetredenin de elektronica.Nuttige tipsZorg eerst dat zon- of kunstlichtniet direct op de <strong>kookplaat</strong>valt. De omgeving vande <strong>kookplaat</strong> mag echter ookniet te donker zijn.Er mogen zich geen voorwerpenop de <strong>kookplaat</strong> ende sensortoetsen bevinden.Verwijder eventueel kookgereien reinig de <strong>kookplaat</strong>indien dat nodig is.Onderbreek de stroomvoorzieningvan de <strong>kookplaat</strong> gedurendeca. 1 minuut.Mocht het probleem daarnanog niet zijn verholpen,neem dan contact op met<strong>Miele</strong>.Zodra de foutmelding verdwijnt,kunt u de <strong>kookplaat</strong>weer in gebruik nemen (zie"Oververhittingsbeveiliging").Controleer of de ventilatordoor een voorwerp (bijvoorbeeldeen vork) wordt geblokkeerd.Verwijder hetvoorwerp. Neem contact opmet <strong>Miele</strong> als de foutmeldingopnieuw verschijnt.Onderbreek de stroomvoorzieningvan de <strong>kookplaat</strong> gedurendeca. 1 minuut.Neem contact op met <strong>Miele</strong>als het probleem zich na hetherstellen van de stroomvoorzieningweer voordoet.51


Bij te bestellen accessoiresSpeciaal voor uw apparatuur levert <strong>Miele</strong> een uitgebreid assortimentaan toebehoren, alsmede reinigings- en onderhoudsmiddelen.U kunt deze producten heel eenvoudig via de <strong>Miele</strong>-webshopbestellen:Kook-/braadpannenDe producten zijn ook verkrijgbaar bij <strong>Miele</strong> (zie omslag) enbij uw <strong>Miele</strong>-vakhandelaar.Bij <strong>Miele</strong> kunt u kiezen uit een groot aantal kook- en braadpannen.De pannen sluiten qua functie en afmetingen perfectaan op de <strong>Miele</strong>-apparatuur. Meer informatie over de afzonderlijkeproducten vindt u op de <strong>Miele</strong>-website.Pannen in diverse afmetingenSauté-pan met dekselPan met anti-aanbaklaagWok-panBraadpanOnderhoudsproductenReinigingsmiddel voor keramische platenen roestvrij staal 250 mlVoor het verwijderen van verontreinigingen, kalk- en aluminiumvlekkenUniverseel microvezeldoekjeVoor het verwijderen van vingerafdrukken en lichte verontreinigingen52


Veiligheidsinstructies voor het <strong>inbouw</strong>enAlleen een erkend vakman mag hetapparaat <strong>inbouw</strong>en en op het elektriciteitsnetaansluiten.Om te voorkomen dat het apparaatbeschadigd raakt, mag het pas nade montage van de bovenkastjes ende afzuigkap worden ingebouwd. De lijsten en randen van het werkbladmoeten met een hittebestendigelijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat zeniet loslaten of vervormen. Ook dewandafdichtstrip moet hittebestendigzijn. De aansluitkabel van de <strong>kookplaat</strong>mag na het <strong>inbouw</strong>en niet in aanrakingkomen met de bodemplaat van het apparaaten niet worden blootgesteld aanmechanische belastingen. De op de volgende bladzijden aangegevenveiligheidsafstanden dienennauwkeurig te worden aangehouden.Alle maten zijn in mm aangegeven. Dit apparaat mag niet op eenniet-stationaire locatie (zoals een boot)worden gebruikt. Het is niet toegestaan de <strong>kookplaat</strong>boven koelapparatuur, afwas-, was- endroogautomaten in te bouwen. Deze <strong>kookplaat</strong> mag alleen bovenfornuizen en ovens met wasemkoelingworden ingebouwd.53


Veiligheidsinstructies voor het <strong>inbouw</strong>enVeiligheidsafstand boven het apparaatAls in de gebruiksaanwijzing of montagehandleidingvan verschillendeapparaten (bijvoorbeeld een wokbranderof een elektrische <strong>kookplaat</strong>)verschillende veiligheidsafstandenworden genoemd voorplaatsing onder een afzuigkap, kiesdan de grootste afstand.Tussen het apparaat en een erbovengemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstandaan te houden die doorde fabrikant is aangegeven.Is dergelijke informatie niet beschikbaar(bijvoorbeeld bij een keukenplank), danmoet de afstand bij licht ontvlambarematerialen ten minste 7<strong>60</strong> mm bedragen.54


Veiligheidsafstand zijkant / achterkantBij <strong>inbouw</strong> van de <strong>kookplaat</strong> mag zichaan de achterkant en aan één kant(rechts of links) een hoge keukenkastof een wand bevinden (zie afbeeldingen).Veiligheidsinstructies voor het <strong>inbouw</strong>en Tussen de uitsparing in het werkbladen de achterkant van het werkbladdient de afstand minimaal 50 mm tezijn. Rechts van de uitsparing dient deafstand tot een ernaast geplaatstmeubelstuk (bijvoorbeeld een hogekast) of een wand minimaal 50 mm tezijn. Links van de uitsparing dient de afstandtot een ernaast geplaatstmeubelstuk (bijvoorbeeld een hogekast) of een wand minimaal 50 mm tezijn.Niet toegestaan!Aan te bevelen!Toegestaan maar niet aan te bevelen!Toegestaan maar niet aan te bevelen!55


Veiligheidsinstructies voor het <strong>inbouw</strong>enVeiligheidsafstand onder het apparaatOm de ventilatie van het apparaat tekunnen waarborgen, moet onder hetapparaat een minimale afstand wordenaangehouden ten opzichte van eenoven, tussenbodem of lade.De minimale afstand vanaf de onderkantvan de <strong>kookplaat</strong> tot de– bovenkant van een oven moet15 mm zijn.– bovenkant van een tussenbodemmoet 15 mm zijn.– bodem van een lade moet 75 mmzijn.TussenbodemEen tussenbodem onder de <strong>kookplaat</strong>is niet noodzakelijk, maar wel toegestaan.Voor de aansluitkabel moet aan de achterkanteen spleet van 10 mm wordenaangehouden.Voor een betere ventilatie van de <strong>kookplaat</strong>adviseren wij een spleet van20 mm.56


Veiligheidsinstructies voor het <strong>inbouw</strong>enVeiligheidsafstand bij een beklede nisAls er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uitsparingin het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hogetemperaturen kunnen materialen beschadigd raken.Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.Is de bekleding van niet brandbaar materiaal (zoals metaal, natuursteen en keramischetegels), dan moet de afstand tussen de uitsparing in het werkblad ende nisbekleding minimaal 50 mm min de dikte van de bekleding zijn.Als de nisbekleding bijvoorbeeld 15 mm dik is, moet de minimale afstand50 mm - 15 mm = 35 mm zijn.Kookplaten zonder randlijstKookplaten met randlijst/facetrand Wand Nisbekledingmaat x = dikte van de nisbekleding Werkblad Uitsparing in het werkblad Minimale afstandbij brandbare materialen 50 mmbij niet brandbare materialen 50 mm - maat x57


Veiligheidsinstructies voor het <strong>inbouw</strong>enKookplaten met randlijst /facetrandWerkblad met tegelsDichting tussen <strong>kookplaat</strong> en werkbladDe dichting onder de rand van het apparaatis toereikend als afdichting tussenapparaat en werkblad.De voegen en het gearceerde gedeelteonder de rand moeten glad envlak zijn, zodat de <strong>kookplaat</strong> gelijkmatigaansluit en de dichting onder de randvan het apparaat voldoende afdicht.Gebruik voor het afdichten nooit kit(bijvoorbeeld siliconenkit).Als de <strong>kookplaat</strong> moet worden verwijderd,zouden het apparaat en hetwerkblad beschadigd kunnen raken.58


InbouwmatenKM 6112 Voorkant Inbouwhoogte AansluitkastDe aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.59


InbouwmatenKM 6113 Voorkant Inbouwhoogte AansluitkastDe aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.<strong>60</strong>


InbouwmatenKM 6115 Voorkant Inbouwhoogte AansluitkastDe aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.61


InbouwmatenKM 6116 Voorkant Inbouwhoogte AansluitkastDe aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.62


InbouwmatenKM 6117 Voorkant Inbouwhoogte AansluitkastDe aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.63


InbouwmatenKM 6118 Voorkant Inbouwhoogte AansluitkastDe aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.64


InbouwenVoorbereiding werkblad Maak de uitsparing in het werkbladvolgens de maatschets. Neem daarbijde veiligheidsafstanden in acht(zie ook "Veiligheidsinstructies voorhet <strong>inbouw</strong>en"). De snijvlakken van houten werkbladenmoeten met speciale lak, siliconenkitof giethars worden afgewerktom te voorkomen dat het werkbladdoor vocht wordt aangetast.De producten mogen niet op hetwerkblad terechtkomen.Voor de <strong>inbouw</strong> zijn geen klemverennodig. De speciale afdichttape zorgtervoor dat de <strong>kookplaat</strong> stevig in deuitsparing ligt en niet verschuift.De spleet tussen de rand en hetwerkblad zal na verloop van tijdkleiner worden.Kookplaat positioneren Leid de aansluitkabel van de <strong>kookplaat</strong>door de uitsparing in het werkbladnaar beneden. Leg de <strong>kookplaat</strong> midden in de uitsparing.De dichting van het apparaatmoet goed op het werkblad aansluiten.Alleen zo kan een correcte afdichtingworden gegarandeerd.Gebruik voor het afdichten nooit kit(bijvoorbeeld siliconenkit)!Als de dichting bij de hoeken nietgoed op het werkblad aansluit, kande hoekradius van het werkblad( R4) voorzichtig met een decoupeerzaagworden nabewerkt. Sluit de <strong>kookplaat</strong> op het net aan. Controleer of het apparaat goedfunctioneert.Aansluitkabel op het apparaat aansluitenDe aansluiting mag alleen door eenvakman worden uitgevoerd. Sluit de kabel volgens het aansluitschemaop het apparaat aan (zie"Elektrische aansluiting / Aansluitschema").65


Elektrische aansluitingDit apparaat mag alleen door eenerkend elektricien op het elektriciteitsnetworden aangesloten. Hierbijmoeten de landelijke voorschriftenen de voorschriften van het energiebedrijfin acht worden genomen.<strong>Miele</strong> kan niet aansprakelijk wordengesteld voor directe of indirecteschade als gevolg van ondeskundigeinstallatie, onderhoudswerkzaamhedenof reparaties.<strong>Miele</strong> kan bovendien niet aansprakelijkworden gesteld voor schadedie is veroorzaakt door een ontbrekendeof beschadigde aarddraad(bijvoorbeeld een elektrischeschok).Na plaatsing moet zijn gewaarborgddat onder spanning staande delenniet kunnen worden aangeraakt.Aansluitwaardezie typeplaatjeAansluitingVoordat u het apparaat aansluit, dient ude aansluitgegevens (spanning en frequentie)op het typeplaatje te vergelijkenmet de waarden van het elektriciteitsnet.Deze gegevens moeten beslistovereenkomen.Spanning AC 230 V/50HzVoor de aansluitmogelijkheden zie hetaansluitschema.AardlekschakelaarVoor extra veiligheid wordt in deEU-voorschriften en -richtlijnen voor Nederlandgeadviseerd om de huisinstallatievan een aardlekschakelaar te voorzien(30 mA).66


Elektrische aansluitingScheidingssysteemHet apparaat moet via een schakelaarmet alle polen van de netspanningkunnen worden losgekoppeld. De contactopeningin uitgeschakelde toestandmoet ten minste 3mmbedragen!Geschikte schakelaars zijnoverbelastings- en aardlekschakelaars.Spanningsvrij makenMoet het apparaat spanningsvrij wordengemaakt, ga dan, afhankelijk vande situatie, als volgt te werk:– Bij zekeringen:Draai de zekering los en haal dezeuit de houder.– Bij een zekeringsautomaat:Druk op de testknop (rood) totdatde middelste knop (zwart) eruitspringt.– Bij een <strong>inbouw</strong>zekeringsautomaat:(zelfuitschakelaar, min. type B of C)Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan)op 0 (Uit).– Bij een aardlekschakelaar:Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)op 0 (Uit) of druk op de testknop.Zorg dat de netspanning niet perongeluk weer kan worden ingeschakeld.AansluitkabelHet apparaat moet met een kabel vanhet type H 05 VV-F (PVC-isolatie) volgenshet aansluitschema worden aangesloten.De kabel moet voldoendedoorsnede hebben.Voor de aansluitmogelijkheden zie hetaansluitschema.De van toepassing zijnde aansluitwaardenvindt u op het typeplaatje.Aansluitkabel vervangenAls de aansluitkabel moet worden vervangen,mag hiervoor alleen een kabelvan het type H 05 VV-F (PVC-isolatie)worden gebruikt. Een geschikte aansluitkabelis verkrijgbaar bij <strong>Miele</strong>.De aansluitkabel mag uitsluitend dooreen vakman worden vervangen. Dezeis precies op de hoogte van de landelijkevoorschriften en van de voorschriftenvan het gemeentelijke energiebedrijfen houdt zich daar strikt aan.De aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje.De aarddraad moet worden vastgeschroefdaan de aansluiting metsymbool -.67


Elektrische aansluitingAansluitschema68


Klantcontacten / typeplaatje / garantieVoor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u– uw <strong>Miele</strong>-vakhandelaar of– de afdeling Klantcontacten van <strong>Miele</strong>.De gegevens van <strong>Miele</strong> vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten wetenwelk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindtu op het typeplaatje.Voor informatie over het <strong>Miele</strong>-Service-Verzekering-Certificaat kunt u zich wendentot uw <strong>Miele</strong>-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het typeplaatjeovereenkomen met de gegevens op het titelblad van deze gebruiksaanwijzing.Garantie en garantievoorwaardenDe garantietermijn voor dit apparaat bedraagt 2 jaar.Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.69


Wijzigingen voorbehouden / 4811 M.-Nr. 07 816 430 / 05

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!