12.07.2015 Views

Schrijfwijzer masterthesis - Protestantse Theologische Universiteit

Schrijfwijzer masterthesis - Protestantse Theologische Universiteit

Schrijfwijzer masterthesis - Protestantse Theologische Universiteit

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1. EISEN AAN DE THESIS1.1 Wetenschappelijke eisenEen thesis is het schriftelijk verslag van een meer of minder omvangrijk onderzoek.Met deze verslaglegging wordt het onderzoek afgerond en verantwoord. Vanuitdeze verbinding tussen onderzoek en verslaglegging kunnen de eisen die geldenvoor het onderzoek ook betrokken worden op de rapportage van dit onderzoek.Wetenschappelijk onderzoek richt zich op het verwerven van kennis en inzicht,die beide aanspraak kunnen maken op intersubjectieve geldigheid. Om dit doelte bereiken moeten ongereflecteerde intuïtieve opvattingen en ongereflec teerdeprincipiële (voor)oordelen in het onderzoek zoveel mogelijk uitgesloten worden.Ook dient het onderzoek te voldoen aan methodische eisen. Door het onderzoeksmateriaalop methodische wijze te hanteren komt de onderzoeker via interpretatieen toetsing tot nieuwe resultaten. Deze resultaten van het onderzoek moetencontroleerbaar zijn.Voor de verslaglegging houdt bovenstaande typering van wetenschappelijk onderzoekin, dat de resultaten van het onderzoek op een controleerbare wijze wordenweergegeven. In het verslag komt dit tot uitdrukking door een verantwoordingvan de gevolgde methode, een verantwoording van het gebruikte onderzoeksmateriaal,literatuurverwijzingen en onderbouwing van beweringen.Uit bovenstaande eisen die aan onderzoek en verslaglegging gesteld worden,kunnen enkele elementen worden afgeleid die in elk wetenschappelijk werkstukaanwezig moeten zijn:»»probleem– of vraagstelling;»»verantwoording van de methode;»»afbakening en ordening van het materiaal;»»verslaglegging van de methodische verwerking;»»conclusie;»»evaluatie van de onderzoeksresultaten en methode;»»noten en literatuurlijst.1.2 KwaliteitseisenAan de <strong>masterthesis</strong> worden de volgende formele eisen gesteld:»»De thesis bevat een duidelijk geformuleerde probleem– of vraagstelling.»»De thesis vormt een samenhangend geheel. Bij deze samenhang spelen de volgendefactoren een rol:1. het materiaal is afgebakend en geordend;2. het materiaal is kritisch verwerkt d.m.v. vakspecifieke methoden;3. de eigen vooronderstellingen zijn expliciet gemaakt;4. de thesis vertoont een inhoudelijk samenhangende structuur.»»De thesis heeft een duidelijke conclusie, die logisch voortvloeit uit de gegevenargumen tatie en die een antwoord geeft op de gekozen probleem– of vraagstelling.» » In de thesis worden de geciteerde bronnen correct en op een consistente maniervermeld.<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 3


»»Beschrijf de methoden die je wilt gebruiken om je vragen te beantwoorden.»»Maak een voorlopige hoofdstukindeling op grond van de geformuleerde deelvragen— maar houd er wel rekening mee dat zowel de formulering van de vraagstellingals die van de deelvragen in de loop van het onderzoek nog kunnenworden bijgesteld.»»Keer terug naar de voorlopige titel en ondertitel van je thesis en herformuleerdeze als dit noodzakelijk blijkt.Stap 5: Maak een (voorlopig) tijdschemaWeek 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13Onderzoeksplangemaakt tijdens de laatste literatuurmodule voor de <strong>masterthesis</strong>Deelvraag 1Deelvraag 2Deelvraag 3Deelvraag 4DefinitieveversieSchema voor een thesis van 13 weken. Paars: streeftijd. Oranje: maximale uitlooptijdOp basis van de vraagstelling, de deelvraagstellingen en de voorlopige hoofdstukindelingkun je niet alleen een tijdschema maken maar ook een globaal onderzoeksplan,waarin je bedenkt / beslist wat je eerst gaat doen, welke literatuur jegaat bestuderen, welk hoofdstuk je eerst gaat schrijven, etc. Maak een tijdsplanningniet te krap, en plan ook het onvoorziene in. Houd dus rekening met tegenslag,onvoorziene wendingen in je onderzoek, technische pech en in de vakantietijd metafwezigheid van je begeleider, etc.2.3 Het zoeken van literatuurIn alle fasen van het onderzoek zoekt men literatuur. Voor een snelle oriëntatie opeen bepaald begrip is het handig om een (theologische) encyclopedie of een andernaslagwerk te raadplegen. Gebruik het woord ‘encyclopedia’/‘encyclopedie’ alszoeksleutel in de online catalogus van de PThU (pica.pthu.nl) en je vindt de naslagwerkendie de bibliotheek in huis heeft. Ook Wikipedia kan informatie opleveren(www.wikipedia.nl). NB: deze informatie kan alleen ter oriëntatie dienen, maar magniet ongecontroleerd geciteerd worden in een thesis.Een andere veelgebruikte methode in de oriënteringsfase is de ‘sneeuwbalmethode’:via één of meer willekeurige publicaties over het onderwerp verzameltmen literatuur en gebruikt deze weer om verdere gegevens op het spoor te komen.Voor uitgebreider literatuuronderzoek gebruikt men vooral de elektronischecatalogi van de bibliotheek. Denk daarbij niet alleen aan de catalogus van hetboekenbestand van de eigen bibliotheek, maar raadpleeg ook de elektronischedatabases waar de bibliotheek een abonnement op heeft. Ieder vakgebied heeftook vrij toegankelijke bibliografieën. Veel (elektronische) theologische of voor detheologie relevante tijdschriften zijn via het intranet van de universiteit toegankelijk.Raadpleeg verder je docent(e) bij het zoeken naar en selecteren van literatuur.<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 7


2.4 Het concept van de thesis: De Uitvoeringsfase (zie Begeleidingswijzer)Tijdens het afbakenen van het onderwerp, het formuleren van de centrale vraagstellingen de deelvragen is een eerste opbouw van de thesis ontstaan. Die opbouwis uitgewerkt in een hoofdstukindeling. Vervolgens wordt deze indeling ‘aangekleed’met tekst — het schrijven gaat beginnen. In deze fase is het van belang omzich vooral op de inhoud van de tekst te concentreren. Het bijschaven van de tekst,het preciezer formuleren, het taalgebruik, de spelling etc. komen in een volgenderonde van het schrijfproces aan de orde.Tijdens dit eerste schrijven kunnen nieuwe vragen opkomen. Men ontdekt doorhet zwart op wit zetten van de gedachten nieuwe verbanden, die tot dan slechtsfragmentarisch aanwezig waren. Deze kunnen zo waardevol zijn, dat ze alsnogmoeten worden opgenomen in het concept. Soms leidt dit tot een wijziging van hetoorspronkelijke bouwplan.Het definitieve bouwplan van het concept moet een heldere en logische opbouwvertonen. Vaste onderdelen van deze opbouw vormen de inleiding, het eigenlijkebetoog inclusief de verwijzingen naar literatuur en de conclu sies.In de inleiding worden zo scherp en concreet mogelijk de vraagstelling/probleemstellingen de daarmee samenhangende deelvragen geformuleerd. Ook wordt hierde doelstelling van de thesis aangegeven. Verder kan in de inleiding kort op dekeuze van het onderwerp van de thesis worden ingegaan. De lezer krijgt hierdoorde kans om de thesis beter te situeren. Van belang is verder om uiteen te zettenwelke methode voor het onderzoek werd toegepast en wat hiervan het gevolg isvoor de opbouw van de thesis. Soms kan het noodzakelijk zijn om de gevolgde methodelater in het betoog nader uit te werken. Dit zal met name het geval zijn wanneerspecifieke methoden voor bijvoorbeeld empirisch onderzoek, gebruikt zijn.In het centrale gedeelte van de thesis volgt het verslag van het onderzoek. Hetis raadzaam om een langere tekst, bijvoorbeeld een hoofdstuk, met behulp vansteekwoorden eerst in grote lijnen op papier te zetten. Een dergelijk schema vantrefwoorden biedt je veel houvast bij het schrijven van het hoofdstuk, vooral als jeook al bedenkt hoe de samenhang is tussen de verschillende steekwoorden: hoezou je zelf hun volgorde beargumenteren? Velen hebben de neiging te lang stil testaan bij de eerste zin. Ze willen bijvoorbeeld die eerste zin al direct perfect oppapier krijgen, terwijl dit meer thuis hoort in een latere fase van het schrijfproces.Als je de grote lijn niet goed in je hoofd hebt, bestaat bovendien de kans datje te lang over details uitweidt. Wacht nooit op inspiratie, maar begin gewoon teschrijven. Maak je nog niet bezorgd over de juiste, precieze formulering, taalgebruik,leestekens en spelling. Voor de leesbaarheid is het van belang onderdelenop elkaar aan te laten sluiten. Dit doe je onder meer door aan het eind van eenhoofdstuk of paragraaf aan te geven wat volgt en waarom je daarop ingaat. Ookkun je bij het begin van een nieuw onderdeel even terugblikken.Het hoofddeel van de thesis wordt afgesloten met de conclusies. In dit onderdeelworden de resultaten van het onderzoek en de daarbij getrokken conclusies verbondenmet de vragen, die in de inleiding werden gesteld. Ook wordt in een terugblikeen evaluatie van de gebruikte methode gegeven en worden eventuele vragenvoor nader onderzoek aangeduid.<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 8


2.5 De Slotfase: de definitieve versieDe eerste versie is (bijna) altijd een conceptversie. Daarna volgt de fase van hetherschrijven en herordenen van het geschrevene. Het herschrijven van de tekstkan men het beste beschouwen als een tweede ronde. Dat betekent dat het beteris om door te schrijven en niet te ‘blijven hangen’ in het bijschaven van de individuelehoofdstukken voordat men verder gaat. Vaak blijkt pas wanneer het hele betoogin een eerste keer is afgemaakt op welke wijze de eerder geschreven hoofdstukkenmoeten worden herschreven of opnieuw geordend. Bij het herschrijven enafwerken zijn er een aantal aandachtspunten: er moet worden gekeken naar deinhoud, de presentatie van het geheel en de uiterlijke afwerking.De inhoudTen aanzien van de inhoud dient er op gelet te worden of het betoog volledig enrelevant genoeg is, waarbij men vragen kan stellen als: zijn bepaalde passagesoverbodig of worden er juist omissies geconstateerd? Kunnen bepaalde zinnenverkeerd gelezen of misverstaan worden? Is de argumentatie helder en logisch?Zijn de overgangen tussen de verschillende alinea’s logisch, of zitten er gedachtesprongenin? Komen de gekozen begrippen overeen met wat ik duidelijk wil maken?De presentatieTen aanzien van de presentatie dient vooral gelet te worden op de structuur vande thesis en het taalgebruik. De innerlijke structuur die op grond van de inhoud isgekozen, moet ook zichtbaar worden in de uiterlijke structuur. Een goede uiterlijkestructuur geeft inzicht in de samenhang en de opbouw van het geheel en draagtbij aan het verstaan van het betoog.Door een indeling in hoofdstukken (hoofdvragen) en een onderverdeling in paragrafen(kernant woorden op deze hoofdvragen) en eventueel subparagrafen temaken wordt de grote lijn van de thesis zichtbaar. Voor de verdere structureringworden alinea’s gebruikt en eventueel een regel wit om een aantal samenhangendealinea’s te onderscheiden. Deze indeling kan op verschillende manieren zichtbaargemaakt worden. Veel gebruikt wordt tegenwoordig de decimale indeling. Dekopjes kunnen daarbij typografisch worden aangepast. Bijvoorbeeld:1 TITEL VAN HET HOOFDSTUK (kapitaal)1.1 Titel van de paragraaf (klein kapitaal)1.1.1 Titel van de subparagraaf (cursief)1.2 Titel van de paragraaf (klein kapitaal)1.2.1 Titel van de subparagraaf (cursief)1.2.2 Titel van de subparagraaf (cursief)1.3 Titel van de paragraaf (klein kapitaal)2 TITEL VAN HET HOOFDSTUK (kapitaal)2.1 Titel van de paragraaf (klein kapitaal)De alinea’s moeten niet te kort, maar ook niet te lang zijn. In het eerste gevalontstaat een zeer onrustig tekstbeeld, in het tweede is er weinig inzicht in deopbouw aanwezig. Een vuistregel is, dat een nieuwe alinea gebruikt wordt bij hetbeschrijven van een nieuw aspect. Wanneer een nieuwe zin over hetzelfde gaat als<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 9


de vorige of daarvan een nadere uitwerking is, wordt in het algemeen geen nieuwealinea begonnen. Met andere woorden, een alinea is een gedachte–eenheid. Hetbegin van een nieuwe alinea kan worden aangegeven door de tekst enigszins telaten inspringen. Bij een alinea aan het begin van een hoofdstuk of paragraaf wordtmeestal niet ingesprongen. Let op dat er een goede balans is in de omvang vande verschillende hoofdstukken en paragrafen. De omvang kan uiteenlopen, maarniet teveel. Voeg dan iets samen of splits een te groot hoofdstuk of paragraaf inlogische onderdelen.Een tweede aspect waar men bij de presentatie op moet letten, is het taalgebruiken de stijl. Een goed taalgebruik en een goede stijl verhogen de leesbaarheid vaneen thesis. De tekst dient helder te zijn en de formuleringen moeten precies enscherp genoeg zijn, zodat misverstanden te voorkomen kunnen worden. Moeilijkte volgen gedachtesprongen in het betoog moeten worden vermeden. Voldoendeafwisse ling in de zinsbouw en een taalgebruik dat niet te formeel maar ook niet teinformeel is, dragen bij aan de aantrekkelijkheid van een thesis. Vanzelfsprekenddient men te letten op de correct heid van het taalgebruik. Worden de woordencorrect en consequent gebruikt? Zijn de leestekens (punt, komma, puntkomma,dubbele punt, aanhalingstekens, gedachtestreep) op de juiste manier geplaatst?Vaak probeert men om op een creatieve manier ‘inclusieve taal’ (taal die verwijstnaar mannen en vrouwen) te gebruiken. Verschillende mogelijkheden staan daarbijter beschikking. Men kan bijvoorbeeld in plaats van ‘hij’ spreken over ‘hij of zij’,meervoudsvormen toepassen of ‘hij’ en ‘zij’ afwisselend gebruiken. Inclusieve taalkan ook bereikt worden door het gebruik van ‘men’ of een ‘lijdende vorm’. En tenslottebiedt de manier van formuleren van zinnen mogelijkheden voor een inclusieftaalgebruik.2.6 Belangrijke aandachtspunten bij het schrijven2.6.1 Het gebruik van citatenIn het algemeen worden de opvattingen van andere auteurs weergegeven doordeze samen te vatten of te parafraseren (met eigen woorden weergeven). Als eenstuk tekst letterlijk wordt overgenomen, dan spreekt men van een citaat. Aanhet einde van een citaat neem je altijd een literatuurverwijzing op, bijvoorbeeldeen voetnootnummer (in superscript) dat verwijst naar een voetnoot onderaan debladzijde. Een lang citaat kun je beter in een apart blok opnemen, gekenmerkt alscitaat door bijvoorbeeld in te springen en een iets kleiner lettertype te gebruiken,of door de tekst van het citaat cursief weer te geven. Een korter citaat wordt gemarkeerddoor aan het begin en het einde van het citaat dubbele aanhalingstekenste gebruiken:Th. Vriezen zei: “Dit idee kwam misschien ook bij andere volken voor.” 43 Inmiddelsweten we ….Wordt in het citaat nog weer een andere auteur letterlijk aangehaald, dan komt dittweede citaat tussen enkele aanhalingstekens (“… ‘…’ …”):Berkhof betoogde: “Zijn uitspraak ‘Buiten de kerk geen heil’ riep misverstandenop.” 12<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 10


Bij voorkeur citeer je het originele werk. Je citeert Kant dus niet uit een besprekingvan Kant in een boek van Beauchamp. Als dat echt niet mogelijk is, dan moet vermeldworden waar het citaat gevonden werd. Geef citaten ook zo veel mogelijk inde oorspronkelijke taal weer en geef er zo nodig een vertaling bij. Het nauwkeurigomgaan met citaten vereist ook dat men deze overneemt in de oorspronkelijkespelling inclusief onderstrepingen, cursiveringen etc. Letterlijk citeren betekentdat je fouten in de tekst ook zult moeten overnemen. Geef dit dan aan door [sic]achter de fout te zetten (sic is Latijn voor ‘zo’, in de zin van: zo staat het echt inde tekst):De Telegraaf schreef toen: “De misdadiger bekend [sic], maar accepteert geenstraf.”In principe wordt een citaat opgenomen zoals het in het origineel wordt aangetroffen.Soms heeft men echter maar een deel nodig of moet het citaat aangepastworden aan het eigen betoog. Als iets wordt weggelaten kan dit worden aangegevendoor drie punten tussen vierkante haken te zetten. Dus: […]. Wanneer men zelfbepaalde woorden of passages van een citaat extra nadruk geeft door bijvoorbeeldonderstrepen of cursiveren, moet dit tussen haken met de eigen initialen vermeldworden, bijvoorbeeld:De krant schreef: “Elvis Presley, die in 1935 geboren werd […], is nog steeds populair.”Th.C. Vriezen zei: “Dit idee kwam misschien ook bij andere volken voor.” 43 (cursiveringPM).In de <strong>masterthesis</strong> teksten van anderen citeren, bewerken of verwerken zondernaar de herkomst te verwijzen is ten strengste verboden en heeft ernstige consequenties.Dit geldt ook voor het gebruik van ongepubliceerde teksten. Zie hiervoorverder de Regeling Fraude en Plagiaat in Artikel 3.13 van het OER Predikantsmaster(overgenomen in Bijlage 2 bij deze handleiding). In geval van twijfel raadpleegje de begeleidende docent.2.6.2 Literatuurverwijzingen in de tekstHet doel van literatuurverwijzingen is de resultaten van wetenschappelijk onderzoeken de weg waarlangs deze resultaten verkregen zijn controleerbaar te maken.Literatuurverwijzingen worden daarom in elk geval geplaatst bij citaten en parafrasesen wanneer men een opvatting aan een auteur ontleent. Verder wordt literatuurvermeld wanneer dit voor de controleerbaarheid van het betoog noodzakelijkis. Zie Bijlage 3 voor de verschillende manieren van verwijzen.2.6.3 BibliografieIn de bibliografie aan het einde van de thesis worden alle geciteerde werken metde volledige gegevens via een alfabeti sche ordening van de achternamen van deauteurs vermeld. Bij het ontbreken van een auteur wordt het eerste hoofdwoordvan de titel gebruikt voor de alfabetische ordening. Bij omvangrijke werken wordtde bibliografie vaak inhoudelijk onderverdeeld, maar bij een <strong>masterthesis</strong> zal dit inhet algemeen niet nodig zijn.<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 11


Samenvattend: de onderdelen van een thesis1. Omslag2. Titelblad: titel + ondertitel thesis, auteur van de thesis, het vakgebied van dethesis, de aandui ding ‘<strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> Univer siteit Locatie … ’ (Kampen,Leiden, Utrecht), de datum en het jaartal, de naam van de begeleidendedocent of docente.3. Woord vooraf: biedt de mogelijkheid om iets te zeggen over de omstandighedenwaarin de thesis tot stand gekomen is, en om mensen te bedanken die eenrol gespeeld hebben bij de totstandkoming van de thesis (optioneel)4. Inhoudsopgave5. Inleiding6. Betoog: de verschillende hoofdstukken van de thesis7. Conclusies8. Evaluatie van de onderzoeksresultaten en de gevolgde methode9. Nawoord (optioneel)10. Bijlagen (optioneel)11. Literatuurlijst/bibliografie<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 12


Bijlage 1: Regelingen inzake de <strong>masterthesis</strong>(uit: OER Predikantsmaster/Verdiepingsmaster 2010/11, bijlage 2)Omvang van de <strong>masterthesis</strong>Voor het behalen van het masterexamen dient een <strong>masterthesis</strong> te worden vervaardigd.De omvang van de werkzaamheden bedraagt 15 ECTS.Het aantal woorden van de <strong>masterthesis</strong> bedraagt 15.000 à 25.000 woorden,exclusief eventuele bijlagen, dat wil zeggen gedeelten die normaal gesproken niettot het bestand van de thesis behoren. De begeleidende docent kan toestemminggeven voor een grotere of kleinere omvang (= aantal woorden) van de <strong>masterthesis</strong>met het oog op de aard van het onderzoek.TaalDe <strong>masterthesis</strong> wordt geschreven in het Nederlands, Engels of Duits. In overlegkan de thesis ook in een andere taal geschreven worden.Begeleiding en verantwoordelijkheidHet vervaardigen van de <strong>masterthesis</strong> vindt plaats onder de verantwoordelijkheidvan een docent, die tevens de begeleider is. Hiernaast dient de student, in overlegmet de begeleider, een beoordelaar te zoeken, die deskundig is op het terrein vande thesis of op een specifiek deelgebied hieruit en die tot taak heeft in de aanvangsfasevan het thesistraject de opzet goed te keuren en aan het eind de <strong>masterthesis</strong>te beoordelen en deel te nemen aan de thesisbespreking.Als het onderwerp er om vraagt, kan een tweede begeleider/beoordelaar bij hetthesisproject betrokken worden. Richtlijnen voor student en docent over planningen begeleiding staan in de regeling ‘begeleiding Masterthesis PThU’. En richtlijnenvoor het schrijven van de thesis staan in de scriptiehandleiding PThU. Beide zijn tevinden op Intraboard Student en Intraboard Staf.Opzet <strong>masterthesis</strong> en afspraken met betrekking tot de begeleidingEr worden duidelijke afspraken gemaakt over de opzet van de <strong>masterthesis</strong> en overde begeleiding. De procedure hiervoor is als volgt:1. OriëntatiefaseRuim vóór de werkelijke start van de werkzaamheden dient de student met de begeleideréén of meerdere oriënterende gesprekken te houden over de keuze voorhet onderwerp en de haalbaarheid van haar/zijn plannen.2. Opzet <strong>masterthesis</strong>De opzet <strong>masterthesis</strong> dient te worden goedgekeurd door de begeleider en de beoordelaaren bevat de volgende elementen:omschrijving van het onderwerp, de probleemstelling en vraagstelling van de thesis,het doel en de relevantie van het onderwerp en de methode;1. globale aanduiding van het te verwachten resultaat van de thesis;2. voorlopige indeling van de hoofdstukken;<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 13


3. planning van de werkzaamheden die tenminste de volgende onderdelen bevat:»»streefdata voor de verschillende onderdelen/hoofdstukken van de thesis»»een streefdatum voor afronding van de thesis»»frequentie van begeleidingsgesprekken;4. literatuurlijst3. Frequentie begeleidingsafsprakenIn het thesistraject heeft de student recht op minimaal 3 en maximaal 6 gesprekkenmet de begeleider.4. Richtlijnen voor de uitwerkingDe begeleider verschaft heldere instructies aangaande de stijl en de algemeneopzet van de <strong>masterthesis</strong>, in overeenstemming met het terrein van onderzoek.5. Bemiddeling bij geschillenIndien er tijdens de begeleiding problemen ontstaan tussen de betrokkenen, kande student om bemiddeling vragen bij de leerstoelhouder van de betreffende leerstoelgroep.Indien het een geschil met deze hoogleraar betreft, kan de studentzich wenden tot de voorzitter van de examencommissie en als de klacht de voorzitterbetreft, wordt een ander lid van de examencommissie als bemiddelaar aangewezen.Voor geschillen aangaande de becijfering kan de student gebruik maken van dereglementair gebruikelijke beroepsprocedure.Eindtermen en beoordeling <strong>masterthesis</strong>EindtermenNa afronding van de <strong>masterthesis</strong> (15 ECTS) is de student in staat zelfstandig eenwetenschappelijke verhandeling te schrijven, die gebaseerd is op door hem/haarverricht bronnen–, empirisch en/of literatuuronderzoek naar een zelf gekozen probleemstelling.Aandachtspunten voor de beoordelingDe volgende aandachtspunten worden bij de beoordeling van de thesis in achtgenomen.1. Algemeen»»de <strong>masterthesis</strong> heeft qua methode, inhoud en presentatie voldoende wetenschappelijkconsistent, coherent, congruent en kritisch niveau. In de beoordelingwordt tevens gelet op de onafhankelijkheid van werken en het niveau en demoeilijkheidsgraad van het onderzoek.2. Probleemstelling en vraagstelling»»een helder geformuleerde en afgebakende onderzoeksopzet;» » de probleemstelling geeft duidelijk aan waar in het gekozen onderzoeksveldproblemen liggen en geeft mogelijk tevens aan hoe de problemen eerder wetenschappelijkzijn onderzocht;<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 14


»»de vraagstelling van de thesis (in een volzin) is gesitueerd in de probleemstellingvan het gekozen onderzoeksveld en biedt een mogelijke uitweg;»»methode en doel passen bij de vraagstelling;»»de onderzoeksresultaten zijn in de conclusies adequaat verwerkt;»»de stand van het onderzoek en de weergave van posities op het veld van onderzoekis goed en gericht op de vraagstelling;»»de vraag is aan het slot van de thesis met passende argumenten beantwoord;»»de werkwijze en methodische verantwoording daarvan staan expliciet vermeld;»»bronnen/literatuur zijn op zorgvuldige en correcte wijze gebruikt;»»de annotatie is accuraat en correct, passend bij de normen van de (sub)discipline;»»eventueel: aantoonbare integratie van empirisch of bronnenmateriaal en theoretischmateriaal;»»de bestudeerde literatuur is relevant voor de probleemstelling en vraagstelling.3. Relevantie»»probleemstelling en vraagstelling zijn relevant binnen het vakgebied»»de draagwijdte van de conclusies van het onderzoek is aangegeven»»de bijdrage van het onderzoek aan de ontwikkeling van de protestantse theologiebeoefeningis aangegeven.4. Zelfstandigheid»»er is zelfstandig en onafhankelijk gewerkt»»een beargumenteerde eigen visie is aanwezig in de thesis»»er is blijk gegeven van het op constructieve wijze kunnen hanteren van commentaarop concepten van (gedeelten van) de thesis»»de probleemstelling, de vraagstelling, de inhoudelijke argumentatie en reflectieen de inhoudelijke beantwoording van de vraagstelling geven blijk van oorspronkelijkheid5. Vorm»»de thesis is verzorgd vormgegeven»»het betoog is logisch opgebouwd»»de omvang van de thesis is ca. 15.000–25.000 woorden voor 15 ECTS, hiervankan in overleg worden afgeweken6. Formulering»»het taalgebruik is correct»»de betoogtrant is helder»»eenduidigheid in en juist gebruik van termen»»op de juiste wijze vermelding van bronnen7. Planning»»afspraken m.b.t. het aanleveren van conceptgedeelten en bespreking daarvanzijn nagekomen»»de thesis is binnen de geplande termijn afgerond<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 15


Beoordeling thesisNadat de thesis als voldoende is gekwalificeerd door de begeleider wordt de thesister beoordeling voorgelegd aan de beoordelende docent. De beoordelaar kan aanwijzingengeven ter verbetering van het geheel.De begeleidende docent en de beoordelende docent geven binnen 10 werkdagencommentaar op het ingeleverde materiaal.Voor de vermenigvuldiging van de <strong>masterthesis</strong> is toestemming nodig van de begeleidendedocent en de beoordelende docent. Indien tussen de docenten geeneenstemmigheid blijkt te bestaan over de goedkeuring van de thesis, wordt dezezaak door hen, onder bijvoeging van een kopie van het manuscript en hun schriftelijkestandpuntbepaling in dezen, voorgelegd aan de EC. De commissie besluitvervolgens, of de gevraagde toestemming kan worden verleend.De begeleider en beoordelaar stellen onafhankelijk van elkaar voorafgaand aan dethesisbespreking een cijfer vast voor de eindversie van de thesis. Omdat de thesisbesprekingdeel uitmaakt van de beoordeling van de thesis, wordt het eindcijfervastgesteld in een beraad van de docenten na de thesisbespreking.Een eventuele extra begeleider/beoordelaar heeft volledig deel aan de beoordelingen becijfering.Indienen en publieke bespreking van de <strong>masterthesis</strong>Na de definitieve goedkeuring van de <strong>masterthesis</strong> vraagt de student het examenaan bij de medewerker onderwijsadministratie. Voor het aanvragen van het examenen het protocol van de publieke bespreking is alle informatie te vinden opIntraboard Student.Elke <strong>masterthesis</strong> zal worden genoemd in het jaarverslag van de PThU.<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 16


in overleg met je begeleider voor kiezen van dit systeem af te wijken. Toch zijn erenkele regels waar je niet van kunt afwijken. Je moet er in ieder geval voor zorgendat de titel waaronder een citaat is terug te vinden via een bibliotheekcataloguscursief gedrukt staat: een boektitel wordt dus cursief gedrukt in een voetnoot,maar in een citaat uit een artikel uit bijvoorbeeld het tijdschrift Kerk en Theologiewordt de titel van het tijdschrift schuin gedrukt en de titel van het artikel in gewoonschrift en tussen aanhalingstekens geplaatst. Bijvoorbeeld als verkorte titelin de voetnoot:De Kruijf, ‘Een eeuw eschatologie’, p. 279.In de bibliografie komt dan de complete titel als volgt te staan:G.G. de Kruijf, ‘Een eeuw eschatologie’, Kerk en Theologie 50 (1999), pp. 278–292.In de bibliografie aan het einde van je <strong>masterthesis</strong> alfabetiseer je alle titels op deachternamen van de auteurs. ‘De Kruijf’ plaats je uiteraard onder de ‘K’.Titelbeschrijving voor de bibliografieVoor elk soort publicatie (artikel, boek, internetpagina, etc.) gelden specifieke regelsvoor de opname in een bibliografie. Hieronder de belangrijkste verschillen.BoekVoorletters of voornaam + achternaam van de auteur, Titel van het boek, Plaatsvan uitgifte: eventueel Uitgever, jaartal. Eventueel indicatie van de druk of editiemet behulp van superscript.R. Sneller, Het Woord is schrift geworden: Derrida en de negatieve theologie, Kampen:Kok/Agora, 1998.S. Schwertner, Internationales Abkürzungsverzeichnis für Theologie und Grenzgebiete,Berlin 1992 2 .Mogelijke afkorting na de eerste, volledige vermelding in een voetnoot:Sneller, Het Woord is schrift geworden, p. 12.Schwertner, Internationales Abkürzungsverzeichnis, pp. 26–28.Artikel in een tijdschriftVoorletters of voornaam + achternaam van de auteur, ‘Titel van het artikel’, Titelvan het tijdschrift + nummer (jaargang), pp. (gevolgd door paginanummers).Martha Frederiks, ‘Hermeneutics from an Inter–religious Perspective?’, Exchange34 (2005), pp. 102–110.Mogelijke afkorting na de eerste, volledige vermelding in een voetnoot:Frederiks, ‘Hermeneutics’, p. 104.<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 19


Als werk vertaald is, kan men dat als volgt aangeven:W.R. Ward, Kirchengeschichte Großbrittanniens vom 17. bis 20. Jahrhundert(Kirchengeschichte in Einzeldarstellungen, 7, 3. Neuzeit), trans. S. Westermann,Leipzig 2008.Als geen jaar en of plaats van uitgave wordt vermeld wordt dit aangegeven metrespectievelijk z.j. (zonder jaar) en z.p. (zonder plaats).M. Zohary, Het plantenrijk van het land van de Bijbel, Zwolle z.j.Voor afkortingen van tijdschriften etc. gebruik je: S. Schwertner, IATG. InternationalesAbkürzungsverzeichnis für Theologie und Grenzgebiete, Berlin 1992 2 , of: S.Schwertner, <strong>Theologische</strong> Realenzyklopädie. Abkürzungsverzeichnis, Ber lin 1994 2(hierin is het eerst vermelde boek van Schwertner volledig opgenomen).Bij het vermelden van ongepubliceerde bronnen zijn de volgende gegevens nodig:archiefbewaarplaats, archieffonds, inventarisnummer, aanduiding van het betreffendestuk, datum en/of folio– of bladzijdenummer:Rijksarchief in Overijssel (RAO), Archief Ridderschap en Steden (Statenarchief),inv. nr. 3676, Stukken betreffende de verdeling van marken, 1800–1810.Algemeen Rijksarchief (ARA), Archief Raad van State, inv. nr. 1527, Commis sievoor Symon Kohout van Lichtenfelt, Commissieboeken 1641–1649, f. 221 r .Archiefbewaarplaatsen worden vaak afgekort weergegeven. Enkele afkortingenvan archiefbewaarplaatsen zijn: ARA = Alge meen Rijksarchief; RA Overijs sel ofRAO = Rijksarchief in Overijssel; GA Kampen = Gemeentear chief Kampen etc.Als er geen inventarisnummer aanwezig is, wordt zo mogelijk het doos– of planknummervermeld.<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 21


Bijlage 4: Beoordelingsformulier (voorbeeld)Waardeer op een schaal van 1 (onvoldoende) tot 5 (zeer goed).1. Vraagstellinghelder geformuleerd 1 2 3 4 5zinnig afgebakend 1 2 3 4 5voldoende complex 1 2 3 4 5wetenschappelijk / maatschappelijk relevant 1 2 3 4 5voldoende uitgewerkt 1 2 3 4 52. Betooghelder 1 2 3 4 5goed gestructureerd 1 2 3 4 5overtuigend 1 2 3 4 53. Literatuurvoldoende van omvang 1 2 3 4 5uitgangspunt in recente literatuur / naslagwerken 1 2 3 4 5inzicht in status quaestionis 1 2 3 4 54. Bronnenrelevant origineel bronmateriaal gevonden 1 2 3 4 5in voldoende mate gebruikt 1 2 3 4 55. Conclusiehelder geformuleerd 1 2 3 4 5logisch voortvloeiend uit betoog 1 2 3 4 5overtuigend 1 2 3 4 56. Stijl en afwerkingspelling 1 2 3 4 5persoonlijke stijl 1 2 3 4 5annotatie 1 2 3 4 5algemene verzorging 1 2 3 4 57. Werkhoudingzelfstandigheid 1 2 3 4 5originaliteit 1 2 3 4 5leerbaarheid 1 2 3 4 5kritische habitus 1 2 3 4 5EindcijferOpmerkingen:<strong>Schrijfwijzer</strong> <strong>masterthesis</strong> vestiging Utrecht/Kampen/Leiden · 22

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!