6. INDIENSTSTELLING<strong>Saint</strong><strong>Roch</strong> gammaVoor hetvullen van de installatie, de stikstofdruk van het expansievat aanpassen in functie van dehoogte van de installatie. Men bekomtde waarde van deze stikstofdruk (P VAT[bar]) door de manometrische hoogte van de installatie te delen door 10 en door er eenveiligheidsmarge van 0,2 tot 0,5 bij te voegen. Bv.: Voor een installatiehoogte van 6 m: P VASE=(6 / 10 + 0,3) = 0,9 bar.Toen alle toebehoren geplaatst zijn (expansie vat, veiligheidsklep, manometer... ) en dat de dichtheid van de hydraulische trajectenwordt gewaarborgd, tot het vullen van het circuit verwarming overgaan :- Open de terugslagkleppen (niet actief /vrije doorgang).TerugslagklepAutomatische stand (actieve klep)Open stand (vrije klep)Beeldterinformatie.Niet contractueel.eenrichtingscirculatiecirculatie in de 2 richtingen-het vullenmoet langzaamgebeuren, terwijlde ontluchtersopen staanofafgeschroefd zijn, zodatblokkering doorlucht zo veelmogelijkvermeden wordt.- de werking van de eventuele automatische ontluchting van het hydraulisch verwarmingscircuit van de boiler controleren.- na een eerste vulling en een eerste ontluchting, zal de op de drukmeter af te lezen druk gelijk zijn aan de statische druk (of werkelijkedrukhoogte van de installatie), vermeerderd met 0,1 tot 0,5 bar naargelang het geval.- de eerste opwarming moet met de hoogst mogelijke temperatuur gebeuren (80 tot 90°C) en gedurende enkele uren voortgezet worden,teneinde de installatie zo goed en zo snel mogelijk te ontluchten.- tijdens deze verwarmingsfaze op hoge temperatuur moet de lucht en gas zo regelmatig mogelijk afgelaten worden met behulp van deafscheidings- en ontluchtingsinrichtingen.- na een laastste ontluchting, dient de druk op de drukmeter te worden afgelezen, alsook de temperatuur van het water in de installatieen de installatie stilgelegd worden (circulatiepomp inbegrepen); men laat ze vervolgens afkoelen tot ca. 50°C.- De druk, af te lezen op de drukmeter bij een gemiddelde temperatuur van 50°C is na ontluchting ongeveer gelijk aan de spanning inhet expansievat, vermeerderd met 0,2 tot 0,5 bar. Zo is de druk waarmee het water van de installatie tegen het membraan van het vatstuwd, voldoende groot zo dat het membraan lichtjes bol komt te staan en zo dat de op dat moment op de drukmeter afgelezen drukprecies voldoende is om te verhinderen dat de installatie ooit in onderdruk zou komen te staan. In bovenstaand voorbeeld moet dedruk bij het vullen van de installatie met koud water dus bijgesteld worden tot ongeveer: P VULLEN= 0,9 + 0,3 = 1,2 bar.- Controleer de dichtheid van alle verbindingsstukken en de terugslagkleppen afsluiten (actief).- Sifon van evacuatie van de condensaten verplicht te starten.7. PROCEDURE VOOR HET OPTSTARTEN7.1. NAZICHT VAN DE GOEDE WERKING1) De werking van de brander bijstaan bij het bereiken van de keteltemperatuur of wanneer de regeling niet meer in vraag is.2) De werking van de brander bijstaan wanner de keteltemperatuur daalt of wanneer de regeling terug warmte vraagt.3) De verwarmingsketel is uitgerust met een oververhittingthermostaat met vergrendeling en manuele reset. Wanneer de keteltemperatuur de limietwaarde (110°C) overschrijdt wordt de brander stilgelegd.Na het uitvallen van de ketel op deze limiet moeten, en waterdruk en werking van de pomp nagezien worden alvorens de thermostaatmanueel te ontgrendelen (zie blz 17/27).4) Indien de ketel op de beveiligingsthermostaat blijft afvallen, maak beroep op een specialist.5) Na het toevallig afslaan van de brander is het aangeraden enkele minuten te wachten alvorens deze terug te starten.22 /27
<strong>Saint</strong><strong>Roch</strong> gamma7.2. STILSTAND VAN DE KETEL1) de optionele regelingen beschikken over een antivries functie dat ketel en boiler beschermen zolang de installatie onderspanningblijft.2) Neemt de nodige maatregelen om vorstschade te vermijden. (v.b.: volledig aflaten van de installatie bij langdurige stilstanden)7.3. DE EIGENSCHAPPEN VAN HET WATER IN HET VERWARMINGSCIRCUITOm alle schadelijke ketelsteenafzetting en korrosie door water te vermijden, dient er rekening te worden gehouden met deeigenschappen van het water dat in het verwarmingscircuit gebruikt wordt.De normale eigenschappen van water dat in een verwarmingscircuit gebruikt wordt, zijn als volgt : hardheid (gehalte aancalciumcarbonaat of kalksteen) lager dan 2,5 mol/m 3 (25 THF) en de weerstand hoger dan 2000 Ohm/cm.Waterontharding is noodzakelijk wanneer de TH van het water van het verwarmingscircuit hoger is dan 2,5 mol/m 3 .Indien de pH lager is dan 7,2 en de weerstand lager dan 2000 Ohm/cm en voor zover de hardheid lager is dan2,5 mol/m 3 (ofwel natuurlijk, of na ontharding) moet het water ofwel behandeld worden om deze waarden te bereiken ofwel tot eenfilmogene behandeling overgegaan worden.8. ONDERHOUD VAN DE KETELHet is de gebruiker ten zeerste aangeraden dat hij een jaarlijks onderhoudscontract onderschrijft met zijn installateur of eengespecialiseerde onderneming. Zo zullen ketel en installatie nagezien en onderhouden zijn, zal de brander correct geregeld worden enzal het geheel volledige voldoening schenken en op de meest economische manier werken.Uittevoerenhandelingen :- uw ketel regelmatig (minstens één maal per jaar) laten onderhouden.- de sproeier volle kegel evanals het filtrerende patroon van stookolie pre-filter vervangen.- de verbrandingshygiëne van de gesloten stookolie brander regelen voor een CO 2van 12,5 % met een warme ketel (temperatuurmini:70°C)- de druk van water van het verwarmingscircuit en de werking van de expansie vessel controleren.- de goede werking van de boiler aquastaat controleren.- de stukken opnieuw op hun plaats zetten.- bij elk uiteenemen van de ventouse, de silicon dichtings met spleet (maxi : 250°C) eerst bevochtigd met zeepwater of bij voorkeurmet silicon vet.- de keramische condensor met helder water schoonmaken.AanbevelingenRegelmatig de water druk van de installatie controleren.De waarde aangeluid op de manometer mag niet lager zijn dan 1 bar in koude toestand.OPGELET!De stroomtoevoer via de hoofdschakelaar uitschakelen vóór elke interventie.De veiligheidsaquastaat is ontkoppeld : controleer de watervoorziening, de werking van de pomp, alsook de regelthermostaatHet rood getuigenlampje van de brander brandt : het defect komt van de brander. Enkele minuten wachten en de controle relais diezich vooraan op de brander bevindt, herbewapenen. Als er niets gebeurt, moet er beroep gedaan worden op uw installateur of op eengespecialiseerde firma.LedigingHet ledigen van de ketel is onontbeerlijk als er vorstgevaar dreigt. Gebruik hiervoor zijn onderaan gelegen afvoerkraan.Indien U dikwijls afwezig bent, laat dan antivries in de installatie doen.23 / 27