12.07.2015 Views

META 2013/2 - VVBAD

META 2013/2 - VVBAD

META 2013/2 - VVBAD

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Betere kosteneffectiviteit…eBooks on EBSCOhost biedt een betaalbare manier om kwaliteitstitels aan uw collectie toe te voegen;u betaalt geen mark-up of extra kosten voor toegang en onderhoud.Flexibelere aanschafmogelijkheden…Naast de mogelijkheden voor aanschaf voor één of meerdere gebruikers kunt u ook e-bookcollectiesop abonnementsbasis afnemen met toegang voor een onbeperkt aantal gebruikers.Meer onderwerpcollecties om aan de wensenvan uw organisatie tegemoet te komen…Vind de perfecte onderwerpspecifieke titels voor uw organisatie of kies passende collecties of abonnementspakketten.Betere ondersteuning voor versimpeld collectiebeheer…Creëer en beheer uw e-bookcollectie met de EBSCOhost Collection Manager – hierin zoekt u titels,bekijkt u pakketten, maakt u lijsten voor Patron Driven Acquisition, stelt u uw aankooppreferenties in en meer.Bezoek voor meer informatie onze websitewww.ebscohost.com/ebooksof neem contact op met Kaatje De Moore-mail: kdemoor@ebsco.com - telefoon: 0497547861


editoriaalDuurzaamheid:wie wijst de weg?VERANTWOORDELUKE UITGEVERJulie Hendrickx, Statiestraat 179,2600 BerchemHOOFDREDACTEURJulie Hendrickx • julie.hendrickx@vvbad.beREDACTIEKlaartje Brits, Beatrice De Clippeleir,Gerd De Coster, Ann De Meulemeester,Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert,Myriam Lemmens, Kris Michielsen,Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega,Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon,Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren.vrijwilligersRien EmmeryREDACTIESECRETARISTom Van Hoye • tom.vanhoye@vvbad.beREDACTIEADRES<strong>VVBAD</strong> • <strong>META</strong>Statiestraat 179, 2600 BerchemTel. 03 281 44 57meta@vvbad.be • http://www.vvbad.be/metaReageer op Twitter: #overmetaADVERTENTIESMarc Engels • marc.engels@vvbad.beLAY-OUTMarc EngelsDRUKEnschedé-Van Muysewinkel<strong>META</strong> verschijnt 9x per jaar,niet in januari, juli en augustus.<strong>META</strong> is een uitgave van de <strong>VVBAD</strong> en isbegrepen in het lidmaatschap, maar is ookverkrijgbaar als abonnement. Meer informatieop http://www.vvbad.be/lidmaatschap.Bruno Vermeeren, coördinator“Hoe beoordeel jij je eigen levensstijl?” Het is een wat stoute vraag waarmee deredactie het interview met Bruno Verbergt over duurzaamheid afsluit. Maar zesluit wel aan bij de rest van het interview, dat meer draait om het ‘wie’ dan omhet ‘wat’ of ‘hoe’: wie neemt het voortouw?Dat het onderwerp zo nadrukkelijk op de agenda staat, de laatste maanden, heeftongetwijfeld te maken met het leiderschap van een minister die de bevoegdhedencultuur en leefmilieu deelt. Uitvoeringsbesluiten en beheersvennootschappenvragen organisaties rond het thema te werken. Het gaat dan zowel om eenecologische invulling als om borging van kennis. Ook voor de <strong>VVBAD</strong> is dat vantoepassing. In het nieuwe beleidsplan dat de vereniging moet indienen — eengevolg van het nieuwe decreet Lokaal Cultuurbeleid — zal het dan ook nadrukkelijkeraan bod komen.Maar ook los van de verplichtingen die de minister oplegt, wil de vereniging eenvoortrekkersrol opnemen. We probeerden dat al in 2010, met een studiedag diewegens gebrek aan belangstelling niet kon doorgaan. Vorig jaar lukte het wel,met een succesvolle Focus op duurzame bibliotheken en archieven. Daar ging hetwel over ‘wat’ en ‘hoe’. Keynote Erik Paredis relateerde de term aan draagkrachtvan de aarde, maar ook aan rechtvaardigheid. Hij presenteerde vier strategieënom tot resultaat te komen: eco-efficiëntie, herverdeling, matigheid en selectieveconsumptie en inbedding en inperking van markten. Uitdagend genoeg om methem en vertegenwoordigers van de informatiesector rond de tafel te gaan zitten.Het resultaat van het gesprek leest u in deze <strong>META</strong>.Op Focus kondigde LOCUS aan om, samen met Ecolife, een project op te startenrond milieuzorg. Terwijl u dit leest, loopt er een enquête om te peilen naareen stand van zaken in het lokale cultuurbeleid. Ook de <strong>VVBAD</strong> ondersteunt hetproject. In het najaar hopen we in <strong>META</strong> te berichten over de resultaten van depilootprojecten en vooruit te blikken op het tweede deel van dit project.Maar leiderschap inzake duurzame ontwikkeling is niet iets wat louter van overhedenof bovenlokale organisaties moet komen. Verbergt wijst erop dat elkebibliothecaris, elke archivaris initiatieven kan nemen, al is het maar om het onderwerponder de aandacht te brengen en te houden van zijn bestuurders. De vraag“Hoe beoordeel jij in het kader van duurzaamheid je eigen levensstijl?” is er danook een die we ons allemaal voortdurend zouden moeten stellen.ISSN 2033-639X<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 1


100806040200


inhoud<strong>META</strong> <strong>2013</strong>/2Jaargang 89 - maart <strong>2013</strong>1 EditoriaalDuurzaamheid: wie wijstde weg?4 Nieuws8 ArtikelLokale digiscanElly Van Acoleyen14 InterviewDuurzame ontwikkelingJulie Hendrickx en Tom Cocquyt19 ArtikelICA-AtoM op speed!Roeland Verhaert32 Essay“Ons geluk hangt niet afvan het aantal boeken datwe thuis in de kast hebbenstaan.”Bruno Verbergt35 ColumnZoo Zonder InspanningEva SimonHet citaat36 De VraagWat doe je methangjongeren?Frank Verreyken24 SignalementLeeszaal Kunstcampus26 EtalageBibliotheek KoninklijkConservatorium27 InzetSofie De Caigny28 Over de schutting“Het is een kunst om degoede dingen mee te nemen”Rik van Daele30 TrendWat met elektronischebibliotheekcollecties?Hilde Van Kiel31 UitgepaktArchiefinventarissenomzetten naar EADBert Lemmens37 Het cijferHet plan38 Kroniek• Verslag artlibraries.netGeneral Meeting• The secret of their success• Game on!• We like to move it!42 RecensiesToepassing44 Personalia45 Zo gehoordPeter Moorkens47 Activiteiten48 Uitzicht<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 3


nieuwsRijksarchief Brugge opent deurenop nieuwe locatieHet nieuwe Rijksarchief in Brugge, naar een ontwerpvan Olivier Salens (Brugge) is de vrucht van publiekprivatesamenwerking. In oktober 2010 werd gestartmet de sloop van de rijkswachtkazerne. Een winterprikkleurde de eerste werkdagen. Achttien maanden later,op 31 augustus 2012, kon de aannemer en de eigenaarde huurder de sleutels overhandigen.De nieuwe site heeft inderdaad heel wat pluspunten tegenoverde oude bewaarplaats. Naast aandacht voor de kerntaken,namelijk de opslag van de archieven in een modern doubledeck compactussyteem en de publieke dienstverlening in eenmoderne, ruime en toch huiselijke leeszaal, werd ook nagedachtom de site instrumenten te geven om naast de archiefbewerking(verpakking, digitalisering, schoonmaken en restauratie vandocumenten, quarantaineruimte)ook een vergader-en conferentiefunctiein het concept in tepassen. Een kleine, maarhistorische tentoonstellingszaalin de oude kapittelzaalvan het dominicanenkloosterzorgt ook hiervoor een extra troef.Op 1 oktober 2012, nauwelijkséén maand nade overdracht van hetgebouw, werd begonnenmet de overbrengingvan de archieven van hetressort Brugge die totdan in het Rijksarchief teBeveren werden bewaard:de gerechtelijke archieven,de archieven van de buitendienstenvan de federaleministeries, samen5500 strekkende meter of5500 legborden kunnenvoortaan in Brugge wordengeraadpleegd. Op 16oktober kon deze verhuisworden afgesloten.In opdracht van de Directie in Brussel werden vanaf 18 januari2011 de werfvergaderingen voor het Rijksarchief bijgewoonddoor Dr. Michel Nuyttens, Departementshoofd Vlaanderen,en Dr. Luc Janssens, sinds 1 maart 2011 toegevoegd aan hetarchivariscorps van het Brugse Rijksarchief en sinds 1 mei 2012Diensthoofd. Voor de Regie der Gebouwen was ing. JohanGheyle van de Brugse buitendienst de verantwoordelijke ambtenaar.Zoals de korte bouwfase laat uitschijnen zijn er geen onoverkomelijkeproblemen opgetreden. Het nieuwe Rijksarchief inBrugge is goed bereikbaar via het openbaar vervoer (de bussen6 en 16 van De Lijn stoppen aan de deur) en ook de ondergrondseprivate parking (196 wagens) geeft extra troeven aande instelling (zowel voor de ontvangst van gewone leeszaalbezoekersals voor mogelijke klanten die geïnteresseerd zijn inde vergader- en conferentieruimten).Op 24 oktober 2012 werd gestart met de overbrenging van dearchieven uit de Academiestraat, samen 6800 meter of 6800legborden. Die verhuis uit de historische Poortersloge aan hetJan Van Eyckplein kon op 16 november 2012 worden afgesloten.Externe problemen — zoektocht naar lekken naar de ondergrondseparking — zorgden voor wat vertraging, maar op 16 en17 december 2012 werden de meubels van de Academiestraatverhuisd.Sinds 3 januari <strong>2013</strong> is het Rijksarchief in Brugge opnieuwgeopend voor het publiek. De dienstverlening naar notarissenwerd nooit onderbroken. De sluiting voor het publiek bleefbeperkt tot een periode van 19 oktober tot 21 december 2012.Meer informatie op onze website www.arch.be (archiefbewaarplaatsen/Brugge)Dr. Luc Janssens4 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


nieuwsVoordeelabonnement ChiefNaar aanleiding van de studiedag ‘Game on!’ biedt gamesmagazine Chief alle bibliothekende kans om een voordelig jaarabonnement te nemen. “Chief is een maandblad voorzowel hardcore als casual gamers. Jonge ouders, tieners en twintigers die hongerig zijnnaar de nieuwste games en gadgets. Chief is spitsvondig, humoristisch, deskundig enkritisch, maar ook zelfrelativerend, rock-‘n-roll, bijdetijds en in the know. Chief is verrevan chaotisch en schreeuwerig. Eerder volwassen, stijlvol en to the point.”Als je ten laatste tegen 29 maart via de <strong>VVBAD</strong> inschrijft betaal je 40 euro in plaatsvan 57 euro voor 11 nummers. Interesse? Stuur ten laatste tegen 29 maart een mailtjenaar klaartje.brits@vvbad.be met daarin de naam en het adres van je bibliotheeken de naam van een geadresseerde.VIAA van start: minister Lietengeeft toelichtingOp 22 januari gaf minister Lieten toelichtingover de plannen van de Vlaamseregering rond het Vlaams Instituut voorAudiovisuele Archivering (VIAA). Datgebeurde tijdens een vergadering vande commissie voor Cultuur, Jeugd, Sporten Media in het Vlaams Parlement. Eind2012 besliste de Vlaamse regering omgespreid over twee jaar 11,8 miljoen eurovrij te maken voor de oprichting van hetinstituut, 7,8 miljoen bestemd voor dewerkingskosten, 4 miljoen voor investeringenin infrastructuur en materiaal. Inde eerste fase komt er geen afzonderlijkinstituut, maar krijgt iMinds (voorheenIBBT) de opdracht toegewezen.De minister benadrukte in haar antwoordop de vragen van de commissieleden,dat ze er altijd voor gepleit heeftde taak van archivering en ontsluitingop het Vlaamse niveau te organiserenen wel zo dat het ook kleinere cultureleinstellingen ten goede komt. “Het VlaamsArchiveringsinstituut moet de hoeksteenvormen voor een Vlaamse archiveringsstrategie,”aldus de minister, “niet alleenop het vlak van de audiovisuele archiveringmaar op termijn ook in het lichtvan de toenemende noden aan digitalearchivering van Vlaamse overheden enpublieke organisaties.”De opdracht van het VIAA bestaat uit driedelen:• De digitalisering van bestaand enbedreigd analoog audiovisueel materiaal,zowel van de publieke omroep alsvan de private en regionale omroepenen de cultuur- en erfgoedsector;• Het bewaren ‘digital born’ materiaal;• De ontsluiting van het materiaal.Voor die laatste opdracht, de ontsluiting,verwijst de minister niet alleen naaronderwijs en onderzoek, maar uitdrukkelijkook naar de openbare bibliotheken.Hoewel de minister in eerste instantiemikt “op een gratis ontsluiting van decontent naar het grote publiek”, is het nietde bedoeling dat het VIAA een verdienmodelgaat ontwikkelen dat de valorisatiedoor de contenteigenaars zelf in de wegzal staan. (BV)De tentoonstelling op de ramen van het Muntpunt.I BOOK YOUI BOOK YOU is een regelrechte liefdesverklaringaan het boek en het lezen. Aankúnnen lezen. Want lezen is niet vooriedereen vanzelfsprekend. Muntpunt ende visuele communicatiestudio Beshartslaan de handen in elkaar en gaan metI BOOK YOU de strijd aan tegen laaggeletterdheiden analfabetisme.I BOOK YOU is een gratis tentoonstellingdie 24u op 24 en 7 dagen op 7 tebezoeken is. Centraal staan 100 nieuwontworpen boekcovers. De tentoonstellingis te bezichtigen op de ramen van hetMuntpuntgebouw in Brussel en loopt van14 februari tot 23 april.De selectie is geïnspireerd op een bijzonderecollectie, die door Beshart werdsamengesteld. Honderd kunstenaarsvan over de hele wereld creëerden eennieuwe cover voor een van de boeken uitde lijst ‘The 100 Greatest Novels of AllTime’ van The Observer. Deze creatievelingengaven zo mee vorm aan de liefdevoor het boek. En de strijd tegen ongeletterdheid.Het resultaat, ‘100 Book Coversto Fight Illiteracy’, werd intussen met eenUNESCO-label bekroond. Elk boek is ookuitleenbaar in de Muntpunt bib.I BOOK YOU zet de liefde voor boekenin voor de strijd tegen ongeletterdheid.Muntpunt staat in deze strijd en in ditproject niet alleen, maar betrekt partners,bedrijven, instellingen en vrijwilligers.Samen willen we meer zichtbaarheidgeven aan laaggeletterdheid en analfabetisme.Muntpunt<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 5


nieuwsNieuwe cursus informatievaardighedenDe bibliothecarissen van de AUHA(Associatie universiteit & hogescholenAntwerpen) presenteren een nieuweonline cursus informatievaardigheden.De cursus is gericht op de eerstejaarsstudentenin het hoger onderwijs,maar hij is ook bruikbaar voor anderegeïnteresseerden die informatie willenleren zoeken en organiseren.Het was zeker niet de bedoeling vande AUHA om het warm water opnieuwuit te vinden. Daarom werd eerst geïnventariseerdwelk materiaal al beschikbaarwas in de eigen bibliotheken enandere wetenschappelijke bibliothekenin binnen- en buitenland. Zo bleekeen aanzienlijk deel van een tutorialvan de bibliotheek Letteren van deKU Leuven al zeer geschikt als basis,zij verleende gelukkig de toestemmingom de teksten te hergebruiken.De AUHA financierde het project, datliep van 1/11/2011 tot 30/04/2012. Eenexterne projectmedewerker werdgedurende deze periode halftijds aangesteld,om de teksten te herwerkenen ze te publiceren in de vorm vaneen website. De basis voor de websiteis MoinMoin, een wiki-omgevingmet een eigen programmeertaal. Dehosting van de website gebeurt doorde Universiteit Antwerpen. De websiteis nu actief via deze link: http://anet.ua.ac.be/brocade/informatievaardigheden.phtmlOp de welkomstpagina kan de gebruikerkiezen uit drie hoofdmodules. Inde module ‘zoekmethoden’ leert hijgoede zoektermen te formuleren endeze te combineren. De module ‘informatiebronnen’besteedt aandacht aanhet nut en de kwaliteit van zoekbronnen,zoekmachines, catalogi, databanken,e-books en naslagwerkenvoor wetenschappelijk onderzoek. Demodule ‘refereren’ overloopt tot slot,de criteria voor een kwalitatieve selectievan gevonden publicaties en leertde gebruiker correct te citeren, parafraserenen voetnoten te gebruiken. Deopgedane kennis kan steeds getoetstworden met de bijhorende oefeningen.Het onderdeel ‘tips & tutorials’ bevatHet opstartscherm van http://anet.ua.ac.be/brocade/informatievaardigheden.phtml.o.m. videotutorials over het gebruikvan specifieke catalogi en referencemanagers.Daarnaast is er nog een verkort traject,waarin de gebruiker in vijf stappenleert hoe hij een wetenschappelijkeliteratuurlijst kan opmaken, bijv. inhet kader van een paper. Helemaal opmaat van de student met weinig tijd.De cursus wordt beheerd en onderhoudendoor de bibliotheken van deAUHA, het copyright ligt ook bij hen.De inhoud van de cursus mag dooranderen worden hergebruikt voorniet-commerciële doeleinden en mitsbronvermelding. Meer info bij CreativeCommons.> Nuttige links:AUHA: http://www.auha.beAUHA-cursus informatievaardigheden: http://anet.ua.ac.be/brocade/informatievaardigheden.phtmlTutorial van KU Leuven - bibliotheek faculteitLetteren: http://bib.arts.kuleuven.be/bibliotheek/tutorialCreative Commons: http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/3.0/deed.nlDirk DesaeverPlantin-Moretusarchiefopgenomen in lijst roerendcultureel erfgoedHet Plantin-Moretusarchief is nu ook officieeltoppatrimonium. Christoffel Plantijn(ca 1520-1589) en zijn opvolgers hebbennagenoeg alle documenten over dewerking van hun drukkerij, uitgeverij enboekhandel minutieus bijgehouden. Hetarchief, dat zich uitstrekt van de 16e eeuwtot de 19e bevat ook persoonlijke documenten.Driehonderd jaar aan bedrijfs- enhuishoudelijk archief bevat in totaal 1382registers, 990 bundels, 1385 losse stukkenen behoort daarmee tot de internationaalgereputeerde archiefbestanden.Minister van Cultuur Joke Schauvliegebesloot op 24 december 2012 het Plantin-Moretusarchief definitief op te nemen inde lijst van roerend cultureel erfgoedvan de Vlaamse Gemeenschap omwillevan zijn unieke historische en cultuurhistorischebetekenis. Het archief heefteen bijzondere waarde voor het collectievegeheugen van de culturele enwetenschappelijke geschiedenis vanVlaanderen. Het is tevens het oudstebewaard archief van een drukkerij-uitgeverijter wereld. UNESCO erkende hetPlantin-Moretusarchief eerder al als cultureelwerelderfgoed door de opname inMemory of the World-register.LIBRARIUM genomineerd voorEuropean Museum of the YearAwardLIBRARIUM, het museum over degeschiedenis van het boek en het schriftvan de Koninklijke Bibliotheek van België,behoort tot de finalisten van de prestigieuzeEuropean Museum of the YearAward (EMYA).De EMYA is een initiatief van het EuropeanMuseum Forum en bestaat al sinds 1977.De prijs beloont ieder jaar een Europeesmuseum dat uitblinkt met een uniek, kwaliteitsvolen innovatief aanbod voor zijnbezoekers. De jury ontving voor de editie<strong>2013</strong> kandidaturen uit 21 verschillende landen.De prijsuitreiking van de EMYA vindtplaats tijdens de jaarlijkse bijeenkomstvan het European Museum Forum op 18mei <strong>2013</strong> in het Gallo-Romeins Museumin Tongeren.LIBRARIUM, de permanente ontdek-6 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


nieuwskings ruimte van de Koninklijke Bibliotheekvan België, staat volledig in het teken vande geschiedenis van het boek, het schrift ende bibliotheken. Aan de hand van authentiekedocumenten en heel wat interactieveen audiovisuele elementen kunnen bezoekersverschillende soorten geschriften,handschriften van bekende auteurs, minusculeboekjes, kranten, tekeningen, uniekemedailles, stripverhalen enz. ontdekken.In de ‘LIVROMATON’, een interactievecabine met gedigitaliseerde stukkenuit de collecties van de KoninklijkeBibliotheek, kunnen bezoekers de Romanvan Gerard de Nevers doorbladeren énbeluisteren.Aangezien een groot deel van de tentoongesteldedocumenten om de drie maandenwordt vervangen, is LIBRARIUM eententoonstelling om te ontdekken en teherontdekken. Momenteel worden er verschillendebewerkingen van Reynaert devos en een beperkte uitgave van Ulyssesvan James Joyce met gravures en tekeningenvan Henri Matisse tentoongesteld.Vlaamse tegenhanger The Reader Organisationvoorgesteld in GentOp de Dag van de Cultuureducatie in deVooruit in Gent werd in primeur de aanzettot een Vlaamse tegenhanger van demethode van The Reader Organisationvoorgesteld. Dit project kreeg een subsidievan 50.000 euro van Vlaams ministervan Cultuur Joke Schauvliege en wordtdoor Boek.be gecoördineerd.The Reader Organisation, met Jane Davisals energieke directeur, ontwikkelde eenunieke methode om mensen die (nog)niet lezen tot lezen aan te zetten. Davis werd in 2012 door Boek.be nog uitgenodigdals gast op de jaarlijkse Leerstoel Boek.be. Via leesgroepen, waarin hardop wordt voorgelezenuit hoogstaande literatuur of poëzie, brengen ze deze mensen tot lezen metals doel hun mentale weerbaarheid te verhogen en via de literatuur een beter inzichtte laten verwerven in de wereld rondom hen. Het doelpubliek van deze leesgroepenzijn vaak mensen uit een kansarme omgeving of met mentale of andere gezondheidsproblemen.Verschillende van hun projecten worden vanuit onderzoek onderbouwden opgevolgd. De positieve effecten die zij met hun leesgroepen behalen (330 perweek in het Verenigd Koninkrijk), zorgen ook rechtstreeks voor de financiering doorverschillende partners uit welzijn, gezondheidszorg, cultuur en onderwijs.Collectie Fierlants definitiefbeschermd als topstukHet jaar 1860, fotograaf Edmond Fierlantskrijgt een belangrijke overheidsopdrachttoegewezen. Tijdens de afbraak van de16e-eeuwse Spaanse omwallingen vereeuwigthij gebouwen en monumentenop foto. Het bekende Antwerpse stadsbeeldverandert onherroepelijk. Zijn foto’sgeven de oude stad weer op het belangrijkstescharnierpunt van de 19e eeuw opde vooravond van het verdwijnen van hetoudste stadsdeel door het rechttrekkenvan de Scheldekaden.De collectie Fierlants plaatst Vlaanderenzowel technisch als inhoudelijk opde kaart van de 19e-eeuwse fotografiein Europa. De originele fotocollectiewordt deels bewaard in hetFelixarchief van Antwerpen en deels in deErfgoedbibliotheek Hendrik Conscienceen telt 165 opnames. Naast de afdrukkenbewaart het stadsarchief ook glasplatenvan de helft van de opnames.> Op pagina 48 van deze <strong>META</strong> ziet u het Willemdokmet het Sint-Felixpakhuis zoals getrokken doorEdmond Fierlants in 1860.Een breed spectrum van organisaties, waaronder Vocvo, Cover Consult Verlinden, DeRode Antraciet, LOPON², Vormingplus Volkshogeschool Gent-Eeklo vzw, vzw Jongen GO!, hebben de wens uitgesproken om met de visie en de ervaringen van TheReader Organisation ook in Vlaanderen aan de slag te gaan. De finale doelstelling isernaar te streven om ook hier mensen van verschillende afkomst plezier in het lezente bezorgen en om hen via het lezen inzicht te laten verwerven in hun eigen leven enweerbaarder te maken.Concreet zal Boek.be in mei en juni dit jaar 3 keer een opleiding van telkens een weekorganiseren voor een groep van max. 12 deelnemers. Jane Davis stuurt speciaal eenaantal lesgevers van The Reader Organisation naar Antwerpen om die opleiding teverzorgen. Heeft u interesse om zo’n opleiding te volgen, stuur dan snel een mail metuw gegevens naar info@boek.be — u krijgt dan meer tekst en uitleg over de opleidingin uw bus.Boek.beHebt u ook nieuws voor deze rubriek? Stuur het naar meta@vvbad.be<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 7


artikelLokale digiscanDe piloot voorbijElly Van Acoleyen, BibnetDe digiscan is een manier om het digitale een plaats te geven in je lokale bibliotheek. Om uit te zoekenwat je lokaal wilt realiseren met een aantal, soms nieuwe, digitale mogelijkheden. Om vast te leggenwaar jouw bibliotheek en je bestuur willen op inzetten, en hoe je dat gaat doen. Een digiscan geeftrichting aan je digitale beleid, maakt het concreet, en ondersteunt je bij de uitvoering ervan.De lokale digiscanter ondersteuning“Digitaal is het nieuwe normaal”schrijft Peter Hinssen, we kunnener niet aan voorbijgaan.Digitale evoluties hebben eeninvloed op de manier waaropeen bibliotheek haar publiekbereikt, aanspreekt en bedient.Evengoed zijn digitale evolutiesmoeilijke uitdagingen vooriedereen die in en met bibliothekenwerkt.Daarom ontwikkelde Bibneteen lokale digiscan: een inspirerendespiegel op basis vaneen aantal gegevens uit jelokale bibliotheekwerking, eneen proces dat je helpt om tebepalen welke uitdaging jebib eerstkomend zal aanpakken.Met een lokale digiscandenkt Bibnet mee na met delokale situatie, en brengt zehaar expertise over digitalebibliotheekwerking in. Net zogoed zorgt een lokale digiscanvoor een vruchtbare bodemwaar de verdere uitbouw vande digitale bibliotheek kan opgroeien.Wat is een digiscanJe mag een digiscan niet zienals een instrument an sich:een vragenlijst die je invult ofeen tabel die je interpreteert.Een digiscan is een trajectdat je doorloopt. Je gaat hetgesprek aan met je bestuur,met collega’s uit andere dienstenen collega’s uit de bibliotheek.Je gebruikt een aantalinstrumenten en methodiekenom samen een analysete maken van je huidige situatie,en je ambities voor detoekomst vast te leggen indoelstellingen en acties.Een digiscan-traject bestaatuit drie fases:1 Een voorbereidende fase,waarin elke kandidaatbibliotheekna een oriënterendeintroductiedag overweegtof ze klaar is voor een digiscan2 De eigenlijke digiscan, diebestaat uit een oriënterendevragenlijst, twee workshopsen een rapport met slotconclusies3 Een natraject, waarin digiscanbibliothekenin (kleine)groepen verder wordenopgevolgdConcreet bestaat de eigenlijkedigiscan in hoofdzaak uit tweeworkshops ter plaatse.Vooraf vullen twee betrokkeneneen vragenlijst in. Dezevragen peilen naar:• Digitale instrumenten diereeds een plaats kregen inde huidige bibliotheekwerking• Hoe actief de bib methaar digitale instrumentenomgaat• Mogelijk gewenste vernieuwingenof verbeteringenDe antwoorden op deze vragenlijstgeven een eerstebeeld van de huidige digitalewerking van de bib enhaar ambities voor de toekomst.Deze eerste analysewordt ingebracht in een eersteworkshop. Tijdens dezeworkshop wordt de huidigesituatie van de bib besproken,genuanceerd en bijgestuurd.8 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


artikel“Bibliothekenzijn er zichzeker vanbewust datalgemene groeigeen evidentieis, en dat keuzesmoeten gemaaktworden omdat‘alles vooriedereen’ nietlanger op gaat.”Daarnaast bepalen de aanwezigensamen de richting diede bib wil uitgaan: waar wil zeop inzetten, waar wil en kan zelokaal het verschil maken, enhoe spoort dit met het beleidvan de stad of gemeente.Deze gesprekken worden gefinaliseerdin een aantal beleidslijnenen doelstellingen. Bijv.“De bib wil inzetten op onlineetalages om zichzelf als huisvan de stad te promoten enmensen (waar mogelijk meerop maat) te inspireren”.Het is belangrijk bij deze eersteworkshop ook vertegenwoordigersvan het bestuuren van collega-diensten tebetrekken. Zij zorgen meevoor voldoende afstand vande dagdagelijkse werking,een ander en soms brederperspectief. Dikwijls komen erdwarsverbanden bovendrijven,die leiden tot gezamenlijkeambities of initiatieven oververschillende diensten heen.In een tweede workshopworden de vooropgesteldebeleidslijnen vertaald in concreteacties. Bijv. “De bibliotheekbouwt een degelijkewebomgeving/website uitmet een duidelijke inhoudelijkefocus op nieuws en materialendie verband houden metschrijvers, performers en evenementenuit onze gemeente”.De aanwezigen overwegensamen haalbaarheid en impactvan deze acties, prioriteitenen focus. Daarna wordenacties verder geconcretiseerd,en in actieplannen gegoten.Tijdens de tweede workshopzijn vooral de bibliotheekmedewerkersbetrokken, die meehet digitale beleid uitvoeren.De twee workshops krijgeneen neerslag in een rapportwaarin doelstellingen, gehanteerdeargumentatie, acties enuitspraken over prioriteit ofgevolgen voor de bibliotheekwerkingworden opgenomen.Waarom zou jebib een digiscanuitvoerenEen digiscan helpt je als bib nate denken over je digitale werkingen je gewenste resultatenin kaart te brengen. Misschienheeft jouw bibliotheek al stappengenomen, haalde ze eenaantal digitale instrumentenin huis of onderneemt ze eenaantal acties, maar is ze uit hetoog verloren wat ze er eigenlijkmee wil bereiken of hoe verze hiermee wil gaan? Of misschienis je bib nog zoekende,weet ze niet waar eerst tebeginnen?De vragenlijst van Bibnet.<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 9


artikelAls je de digitale werking van je bibliotheek wil bediscussiëren ende gewenste evoluties ervan wil vastleggen, moet je kunnen situerenwaar dat digitale zich bevindt. Wat is eigenlijk die digitalebibliotheek? Alvast niets anders dan een bibliotheek, die zich vaneen aantal digitale middelen bedient om haar werking te versterken,haar publiek te bereiken, te inspireren, te begeleiden.In het kader van de digiscan werd een theoretisch denkkader ontwikkeld.Dit schema helpt bibliotheken om de digitale impact ophun werking te zien, de opportuniteiten ervan te herkennen, keuzeste maken en gewenste resultaten te benoemen en later ookte meten.Het digitale karakter komt sterker naar voor als je gaat kijken naarwat een bibliotheek met haar grondstoffen doet. In dit theoretischdenkkader, situeren we de bibliotheekwerking in zes werkwoorden:OpenenBibliotheken maken hun collectie en plek toegankelijk, selecteren,kopen aan, stellen op, faciliteren,... Ze zorgen er voor dat hun collectieen plek voor mensen bereikbaar en toegankelijk is.De digitale impact op ‘openen’ is groot: instrumenten waarvan bibliothekenzich bedienen om hun collectie te selecteren, te verwervenen te ontsluiten worden digitaal. Processen verlopen langs digitalekanalen. Een meer geautomatiseerde aanpak en schaaloptimalisatiezorgen voor meer efficiëntie.BedienenuitbatenbegeleidencollectieplekopenenbedienenBibliotheken enten diensten op hun grondstoffen, ze zorgen er voordat mensen hun collectie en plek gebruiken: dat ze lezen (luisteren,kijken), lenen, verblijven.Digitale diensten zijn nog steeds in opmars. Basisdiensten of transactiesdie mensen gemakkelijk zelf kunnen doen, gebeuren online.Bijv. zoeken in de collectie, beschikbaarheid checken, fragmenteninkijken, verlengen en reserveren.◦ grondstoffen◦ acties• impact van het digitaleHet DenkkaderetalerenEen bibliotheekwerking start bij de grondstoffen waarover ze kanbeschikken. Grondstoffen die maken dat een bibliotheek zich bibliotheekkan noemen: collectie en plek.Het digitale binnen deze grondstoffen is vandaag eerder beperkt.De huidige digitale collectie van bibliotheken komt niet bovende vijf procent van de totale collectie. We kennen Mediargus (nu:GoPress), muziekfragmenten, Fundels, en metacontent als recensiesen covers. Ook binnen de bibliotheek als plek, beperkt het digitalezich tot digitale infrastructuur: draadloos internet voor gebruikers,internetcomputers, luister- of leespalen, eventueel tablets, eengameroom of smartboard.EtalerenBibliotheken stimuleren hun publiek voortdurend met etalages:• Ze tonen wat ze in huis hebben, lichten er bepaalde collectieonderdelenuit, spelen in op lokale thema’s, inspireren mensen tothet lezen van iets ‘nieuws’, maken overzichten, leggen verbandentussen het boek, het thema, de verfilming, de auteur, ...• Met etalages blijven bibliotheken in het vizier van hun publiek, bijv.op Google, op Facebook, met e-nieuwsbrieven, op leerplatformen,met leesblogs, … Ze gaan een relatie aan met hun gebruikers, krijgeneen gezicht en blijven in contact.De impact van het digitale op etalages en de visibiliteit van de bibis zeer duidelijk. Het belang van digitale kanalen overstijgt dat vanfysieke. Sociale media bieden plots mogelijkheden tot interactie dievoorheen ongezien waren. Uiteraard komen digitale etalages en contactenniet in de plaats van fysieke, alleen het bereik en de complementairemogelijkheden kennen een flinke uitbreiding.UitbatenBibliotheken exploiteren hun collectie en plek door een netwerk uitte bouwen van collega-organisaties en verenigingen die van hunVervolg van p. 9Met een digiscan verhoog jede betrokkenheid van collega’sen bestuurders uit je stadof gemeente bij de digitalewerking van de bib. Je plaatstje digitale bib midden in eenlokale context, laat opportuniteitenvoor collega’s engemeentelijk beleid ontdekken,en krijgt meer draagvlakvoor je eigen acties.Bovendien zorgt de betrokkenheidvan externen vooreen extra brede blik, en ontdekje zelf mogelijkheden dieje voorheen niet zag.Met een digiscan vertaal je jedigitale ambities in concretestappenplannen en haalbareacties. Wat ga je doen? Hoepak je dit aan? Wat zet je neer?Je hoeft dit niet alleen aan tepakken. Bibnet begeleidt jebib zowel inhoudelijk als procesmatigdoorheen het heletraject, en digiscan-bibliothekenvinden in het natrajectinspiratie bij elkaar.Bevindingen uit depilootfaseTien bibliotheken voerdeneen digiscan uit als piloot. Debibliotheken kwamen zoweluit grotere (tot 82.000 inw.)als uit kleinere (tot 9500 inw.)gemeenten.De ervaring van tien bibliothekenis uiteraard te beperktvoor algemene besluiten.Bovendien blijft de digiscaneen subjectief proces, opmaat van de lokale bibliotheekin haar lokale context, engestuurd door de aanwezigentijdens de workshops. Metdeze noodzakelijke nuanceringin het achterhoofd, sommenwe hier toch een aantalbevindingen op.Gaan voor groei!Zo goed als alle pilootbibliothekengaan voor groei.Ze zijn ambitieus, én ze zijnambitieus op elk terrein vande digitale bibliotheek: ze willeneen digitale infrastructuur10 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


artikelgrondstoffen gebruik willen maken om eigen doelstellingen te realiseren.Zo verankeren ze zich lokaal en sociaal. Bijv. Digidak vindt onderdakin de bib, en ontplooit er haar eigen werking. Of bijv. secundairescholen uit de stad of gemeente krijgen toegang tot de databank vanMediargus (nu: GoPress) via de bib, om er eigen leerdoelstellingenmee te realiseren. De finaliteit van ‘uitbaten’ ligt bij het algemeen rendementvan de bib. Het digitale aspect ervan ligt enkel daar waar hetover het uitbaten van digitale collectie of digitale infrastructuur gaat.BegeleidenBibliotheken die specifieke groepen begeleiden, helpen hen te ontdekkenwat de bib hen inhoudelijk te bieden heeft. Begeleiden gaatverder dan prikkelen. Bibliotheken leren mensen gebruik te makenvan collectie en plek, rekening houdend met wie deze mensenzijn en wat ze nastreven. Ze doen dit met bijv. leesbevorderendeactiviteiten, workshops en introducties allerlei, projectenmediawijsheid. Hoewel begeleiden doorgaanseen uitgesproken fysiek proces is, zien we het digitaletoch een belangrijke plaats innemen waar hetgaat over kennismaken met digitale inhoud, werkenaan e-inclusie en mediawijsheid.loyalegebruikerniet-uitgeleende werken. Of je kan een boekenblog oprichten voorje veellezers, met een forum voor de leeskring. Of je post dagelijkseen nieuwe lees- of luistertip op Facebook.• Wil je investeren in loyale gebruikers? Wil je er voor zorgen datmensen trouw blijven aan je bib? Dan kan je bijv. met een nieuwsbrieftrouwe gebruikers een eerste inzage geven in de aanwinsten,en hen de eerste mogelijkheid geven ze online te reserveren. Ofje kan hen betrekken bij beslissingen die je moet nemen over eennieuwe dienst of aankoop. Of je kan hen buiten de openingsurengebruik laten maken van de tablets in de krantenhoek.begeleidenmarktcreërencollectiebehoefteplekopenengebruikerbedienenWat doe je met dit denkkaderuitbatenbinnen de digiscanetalerenBinnen de digiscan ga je met dit denkkader aan deslag. Enerzijds doe je uitspraken over de huidige situatievan je bib: hoe ver sta je met je digitale dienstver-interactielening, hoe zichtbaar zijn je online etalages, heb je binnenje werking aandacht voor mediawijsheid? Anderzijds gebruikje dit kader ook om per werkwoord te bekijken wat je met je acties ◦ ◦ gewenste resultatenwil bereiken?bedienentevredengebruiker• Wil je markt creëren? Wil je nieuwe gebruikers aantrekken? Dankan je bijv. intekenen op de diensten van Mediargus (nu: GoPress)om jongeren aan te trekken met een aanbod dat hen aanbelangt.Of je kan er voor zorgen dat je meest cruciale informatie (openingsuren,adres) makkelijk terug te vinden is in Google. Of je kankansengroepen introduceren in het gebruik van nieuwe media.• Wil je gebruikers optimaal bedienen? Wil je hen tevreden houdenmet jouw service? Dan kan je bijv. intekenen op Bibliotheekportalen,om mensen ook van thuis uit optimaal te bedienen. Je kan hierextra diensten aan koppelen, zoals het online reserveren vanUiteraard zal je je niet beperken tot één van deze drie mogelijkheden.Het blijft wel interessant je als bibliotheek deze vragen te stellen,want naargelang de keuzes die je maakt zal je digitale werkinger anders uit zien. Je kan bijv. e-boeken aankopen voor je veellezers,of je kan e-boeken aankopen om er je publiek mee te laten kennismaken.Deze keuze zal bepalen welke e-boeken je wil, ze aanbiedttegen betaling of niet, en op welke manier je ze zal etaleren.die “mee” is, meer aandachtvoor e-inclusie en mediawijsheid,meer etalages en meerinteractie met het publiek, enze willen een uitgebreide digitalecollectie. Bibliothekenzijn er zich zeker van bewustdat algemene groei geen evidentieis, en dat keuzes moetengemaakt worden omdat“alles voor iedereen” niet langerop gaat. Ze willen echterwel kunnen beschikken overeen breed arsenaal aan digitaleinstrumenten, om dan tekunnen variëren in wat ze ermee doen. In de acties zit hetverschil tussen bibliothekenonderling, en hier speelt ookhet belang van de lokale context.Kiezen blijft echter eenmoeilijke oefening.Het verlanglijstjeDe grootste ambities koesterende pilootbibliothekenop het vlak van begeleiden(zie denkkader). Ze willenbepaalde doelgroepen bedienenen een rol opnemen bijhet bevorderen van e-inclusieen mediawijsheid. Ze willenmensen laten proeven vandigitale inhouden, mensenintroduceren en initëren inhet gebruik van digitale instrumenten(vooral tablets), toeganggeven tot digitale media.Als bibliotheken willen inzettenop ‘begeleiden’, dan is diteen bewuste keuze waarbijde lokale context een belangrijkerol speelt. Het lijkt mindervanzelfsprekend voor eenbibliotheek, dan het verlenenvan basisdiensten of het promotenvan haar aanbod. Allepilootbibliotheken zijn heter over eens dat ‘begeleiden’enkel kan binnen een lokaalnetwerk, en in complementariteitmet andere spelers op ditterrein.Digitale etalages op websites,blogs, Google, Facebook, …zijn voor de pilootbibliothekeneven belangrijk of zelfsbelangrijker geworden dande klassieke kanalen. Ze gaan<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 11


artikelDe bibliotheek van Hoogstraten in het digiscan natraject.“Je mag eendigiscan nietzien als eeninstrumentan sich: eenvragenlijstdie je invult ofeen tabel die jeinterpreteert.Een digiscan iseen traject datje doorloopt.”voor meer inhoud, meer rendement,meer interactie eneen meer persoonlijke aanpak.Tegelijk zorgt ‘etaleren’ vooronrust: er hangt een zekerurgentie aan, en enkele pilootbibliothekenvrezen de treinte missen. Dé eerste stap bijhet werken met digitale etalagesis het meekrijgen vanzoveel mogelijk medewerkers.Deze zijn niet altijd overtuigdvan het belang, of ze denkenniet over de nodige competentieste beschikken omdigitale kanalen te hanteren.Een ander probleem waar depiloten bij het digitaal etalerenmee te maken krijgen isversnippering: meer en meerverschillende kanalen, eenvariatie aan al dan niet inhoudelijkeboodschappen, elkkanaal een andere identiteit,…Afstemming en de behoefteaan een communicatiestrategieis een ambitie die velepilootbibliotheken delen. Zijvinden hier ook connectie metde communicatiedienst van degemeente, die in de meestedigiscan-workshops mee rondde tafel zat.De pilootbibliotheken zijn ervan overtuigd dat de digitaleinfrastructuur in een bibliotheekhet gevoel moet gevendat je in een omgeving komtdie digitaal “mee” is. Eenbibliotheek hoeft hiervoorniet extreem te pionieren ofde allernieuwste dingen aante bieden. Ze moet wel minstenseen even goede infrastructuurhebben dan demeeste mensen thuis, en eenaantal nieuwigheden aanreikendie hun degelijkheid alhebben bewezen. De aanwezigheidvan tablets in de krantenhoeken/of voor het bibliotheekpersoneelwerd dikwijlsgenoemd.De vraag bleef bij enkelepiloten nog hangende of hetgebruik van de digitale infrastructuurvoor iedere gebruikervrij moet zijn. Kan de bibeen bepaald ‘type’ gebruik stimuleren(kranten lezen, mailen,opzoeken, huiswerk maken, …)of is het nodig ander gebruikte ontmoedigen (vrij gamenen surfen)?Wat met onze collectie? Hetbelang dat de pilootbibliothekenaan collectie geven ismoeilijk te vatten. Enerzijdswordt gezegd dat de “inhoudelijkesterkte” van bibliothekenfundamenteel is, en datcollectie hier de belangrijkstegrondstof voor is. Anderzijdswordt collectie niet meergenoemd als het gaat overprioriteiten.Zeker is alvast dat de focusverschuift van het hebben12 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


artikelvan collectie naar het ontsluiten,wegwijzen of begeleidenop maat. Dat je hiervoor moetkunnen beschikken over eencollectie is een conditio sinequa non. Dat je hiervoor je collectiegoed moet kennen ook.Mensen moeten vooral vindenwat ze zoeken, anders komenze niet meer terug. Vindende pilootbibliotheken dat hetgeen lokale prioriteit meer isom in te zetten op collectievorming?Is collectie als waterdat uit een lokale kraan komt,waar je dan verschillende activiteitenmee kan ondernemen?Gaat hetzelfde ook op voor debasisdiensten die op de collectiezijn geënt: zoeken, inkijken,lenen, verlengen, reserveren?Het natrajectBibliotheken die een digiscanuitvoeren beschikken over eenbrede verzameling aan bouwstenenvoor een lokaal digitaalbibliotheekbeleid: ze hebbendoelstellingen, een argumentatie,links met gemeentelijkeambities, een zeker draagvlak,prioriteiten, concrete engagementen,...Om echter tot concrete resultatente komen, moet een bibhiermee aan de slag: moet zeengagementen omzetten inactieplannen, bereikte resultatenin kaart brengen.Een natraject bleek cruciaalom bibliotheken verder op tevolgen en te ondersteunen.Concreet komen digiscanbibliothekenna afloop van huneigenlijke digiscan drie maalper jaar samen in groepjes vanvijf vergelijkbare bibliotheken.Ze wisselen er ervaringen uit,en krijgen er instrumenten inhanden om:• acties te concretiseren;• gewenste resultaten te definiëren;• meetstrategieën te ontwikkelen;• resultaten te meten;• metingen te interpreteren;• en effecten te consolideren.Wanneer kan eenbibliotheek eendigiscan uitvoerenEen digiscan is voor een deelnemendebibliotheek eenbelangrijk, maar een intensieftraject. We vragen daaromaan de mogelijke kandidatenom een deelname eerst grondigte overwegen. Bij dezeoverweging kan je je de volgendevragen stellen:• Kiest je bibliotheek voor deuitbreiding van haar digitalewerking, en krijgt zehiervoor de steun van haarbestuur?• Kan je bibliotheek schepenvoor Cultuur, cultuurdienst,IT-dienst, communicatiediensten secretaris betrekken?◦ Zijn collega-diensten enmanagementteam van degemeente op de hoogtevan het digiscan-traject?◦ Kan minstens een vertegenwoordigervan hetbestuur én een collegauit een andere dienst zichvrijmaken voor de eersteworkshop?• Kan je bibliotheek tijd enmankracht vrijmaken voorhet traject? (dit wordtgeschat op een inspanningvan ongeveer 15 werkdagen,verspreid over één jaar enover twee personen).Antwoord je “ja” op allebovenstaande vragen, danben je klaar om een bijbehorendeengagementsverklaringaan je bestuur voor te leggen.Ben je geïnteresseerd, neemdan zeker deel aan een introductiedag.Tijdens deze(halve) dag overlopen we hetvolledige traject, schetsen wede resultaten en maken weeen inschatting van wat ditvoor een bibliotheek betekent.Digiscans zijn ook voor Bibneteen intensieve investering. In<strong>2013</strong> kunnen een twintigtalbibliotheken in hun trajectbegeleid worden. Om tegemoette komen aan de onkostenvan het begeleiden en hetinhuren van extra expertise tijdenshet natraject, vragen weaan deelnemende bibliothekeneen forfaitaire bijdragevan 200 euro.Een digiscan en jebestuur?Ben jij alvast overtuigd dat dedigiscan iets is voor jouw bib,maar heb je nog wat inspiratienodig om je bestuur indit verhaal mee te nemen?Bibnet stelt je een voorbeeldpresentatieter beschikking,die je zelf aanvult met lokalegegevens en de verbandendie je ziet met het gemeentelijkof stedelijk beleid. In dezevoorbeeldpresentatie staat(kort) uiteengezet wat ‘digitaledienstverlening’ voor eenbibliotheek betekent, waaromdit belangrijk is en wat dit kanbetekenen voor de stad ofgemeente. De presentatie eindigtuiteraard met de ondersteuningdie een lokale digiscanje kan bieden.KernconclusiesLokale bibliothekenzijn aan zet om methun digitaal beleidmeerwaardes te realiserenvoor hun gebruikers.Een bibliotheekdie intekent op eenlokale digiscan:• Denkt inhoudelijkna over de betekenisvan haar digitalewerking voor haarlokaal publiek• Overweegt, discussieert,maakt keuzesen betrekt hierbijmensen uit haaromgeving• Zet beleidslijnen uit,en zet haar beleidom in realisatiesTien pilootbibliothekendeden het je alvastvoor. Geïnteresseerdebibliotheken mogenaltijd contact opnemenmet elly.van.acoleyen@bibnet.beIntroductiesessies26 maart in Genk28 maart in Brussel30 april in Brugge<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 13


interviewverloren energie en middelen. Die moetenwe detecteren. Bepaalde dingen zijnmisschien niet langer nodig en zoudenbijgevolg beter ingevuld worden doorefficiëntere doelen? Kwaliteit bekom jealleen maar door een efficiënt personeelsbeleiden efficiënt je werkprocesseninzetten. Het is niet onmiddellijk een ecologischaspect maar ook op dit vlak kunnenwe vaak met minder ook rond komen.Erik Paredis en Annelies Nevejans.fundamentele en daardoor ook de meest moeilijke om te vertalen.Maar ik ben overtuigd dat de sector voor het hele procesrond duurzame ontwikkeling bondgenoten zal vinden inlokale besturen. Voor dit onderwerp zal dat ook noodzakelijkzijn. Je zal in het gemeentelijk netwerk op zoek moeten gaannaar bondgenoten, ook minder evidente. Het zou verfrissendzijn moesten bibliotheken zich daarin kunnen laten opmerken.Ze zijn er tenslotte om mensen te versterken in hun sociaal enmaatschappelijk functioneren. Bibliotheken kunnen mee doenaan het maatschappelijk debat en eventueel de rol van moderatorop zich nemen.Annelies: Ik blijf het gevoel hebben dat het hele duurzaamheidsverhaalen het in de praktijk brengen daarvan zich nog teveel beperkt tot de highbrow. Bibliotheken kunnen helpen omdit onderwerp open te trekken, in zekere zin zijn ze een weerspiegelingvan de samenleving.Paul: De informatieve functie van de bib is daar inderdaad heelbelangrijk voor. Maar wat de eigen werking van de bibliotheekbetreft, vind ik dat het efficiënt en kwalitatief inzetten vanpersoneel daar ook een belangrijk onderdeel van is. Maar demanier waarop de werkprocessen vandaag gerealiseerd wordenis niet altijd even efficiënt en gaat gepaard met heel wat“Het zou een gemiste kanszijn, moest de cultuurenbibliotheeksectorzich laten herleidentot de franjes in hetduurzaamheidsverhaal.”Erik: Duurzaamheid is ook geen puurecologisch verhaal. Het wordt natuurlijkgestimuleerd door die ecologische grenzen.Daarom denk ik dat het beter is omte spreken over ‘ons ontwikkelingsmodel’,de manier waarop wij onze welvaart creërenheeft sociale, economische en ecologischeaspecten. Ook de inzet van enhet sociaal omgaan met het personeelhoort hier dus bij. Je moet personeel nietalleen zo efficiënt mogelijk inzetten maarje moet je werknemers ook kwaliteit vanwerk en verloning kunnen garanderen.Tom: Een duurzaam personeelsbeleid legt accenten op levenskwaliteit,rechtvaardigheid, matigheid en democratie, zoalsPeggy De Prins uitlegde op Focus in september.Miek: Dat is durven nadenken over onze bestaande manier vanfunctioneren en actie ondernemen indien nodig. Maar veranderenis vaak lastig en iets afschaffen is iets wat we zelden ofnooit doen in Vlaanderen.Wat zou je dan afschaffen?Miek: we denken in heel de cultuursector toch vaak in termenvan “het moet altijd meer zijn”. Zo zie je dat heel wat bibliothecarissennog altijd redeneren vanuit het basisidee “wij biedeneen heel brede collectie aan” terwijl die collectie zeker nietoveral zo uitgebreid hoeft te zijn. Soms moet je meer keuzesdurven maken.Paul: Het gaat natuurlijk niet alleen over de collectie maar overandere taken die ook tot het bibliotheekwerk behoren. Ik denkdat we niet anders meer kunnen doen dan taken schrappen.We moeten knopen doorhakken want het aantal opdrachtendie erbij komen is zodanig groot geworden dat we altijd moetenkiezen en keuzes moeten maken. Voornamelijk in kleineregemeenten en kleinere bibliotheken, die alles met een beperktaantal mensen moeten runnen, daar kunnen ze niet alles opnemenen houden ze alleen maar de basistaken over.Tom: Maar als we in de toekomst meer focussen op duurzameontwikkeling is dat ook een kans om daar meer mensenin te schakelen. Als je op lokaal niveau wil samenwerken metde gemeente om informatie over duurzame ontwikkeling terbeschikking te stellen voor lokale bedrijven, particulieren enandere groepen die zo’n informatie nodig hebben om duurzaamte leven, te werken, te ondernemen, … hoeft dat niet gratis tezijn, denk ik.Miek: Misschien moeten we ook eens met een andere blik naarvrijwilligerwerking durven kijken. Als het gaat over sociale herverdelingkan het inzetten van vrijwilligers ook een sociale maatregelzijn. Dan heb ik het niet (alleen) over de klassieke klusjes16 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


INTERVIEW“Archieven kunneneen belangrijke rolspelen door andere ofaanvullende interpretatiesop de geschiedenis naarboven te brengen.”vertrouw er op dat jij dat wel bij houdt.” Vandaag denken wenog te vaak “Zij houden het bij maar ik zal het zelf voor alleveiligheid ook maar bijhouden.” Dat soort wantrouwen beperktzich uiteraard niet alleen tot de archiefsector. Wat betreft delokale strategie en de inbedding van markten komt het volgensmij neer op een lokale verbondenheid creëren rond je archief.Misschien dat crowdsourcing hier wel een mogelijkheid biedt.Er worden al kleine stapjes in die richting gezet maar als sectoris het nog een grote uitdaging.Miek: Het is van een andere orde maar aanvullend: de boekenkastvan Sint-Niklaas. Een voorbeeld dat me charmeerde. Indie boekenkast kan iedereen boeken deponeren die men nietmeer gebruikt. De kast staat zelfs voor de ‘officiële’ inkom vande bib. Rond de kast circuleren ook vrijwilligers waardoor zeook een sociale doelstelling heeft. Er zit ook een bibliotheekmedewerkerin de buurt die aanvullend kan werken indien nodig.Dat is de kracht van het experiment. Het gewoon proberen.Als we iets willen veranderen dan moeten we daar weken, zoniet maanden, verslagen over maken en die vervolgens aanpassen.Vervolgens moeten we overal toestemming gaan vragenen ondertussen censureren we onszelf door honderd manierente bedenken waarom het niet zal lukken. Daarom ben supporterik voor experimenten. Als het niet mag, dan zullen we hetwel horen. (lacht)Erik: Interessant dat je dat zegt want dat is een van de dingendie in het hele duurzaamheidsdenken de laatste tijd meer enmeer naar boven komt. Men beseft dat dingen van bovenaf aansturenniet altijd de beste oplossing is. En we weten ook dat wehet niet kunnen overlaten aan de markten. Naast het denkenzijn er steeds vaker experimenten opgestart. Gewoon kijkenwat werkt in de praktijk en daaruit leren. Diepgaande transitiesvragen tijd maar als we niet experimenteren dan komt er misschienhelemaal niets van de grond.Annelies: Binnen de sectie Archief en HedendaagsDocumentbeheer van de <strong>VVBAD</strong> zou ik, nadat we ons beleidsplanningstrajecthebben afgerond, graag een werkgroep opstartendie experimenteert. Want in je eentje is maar alleen natuurlijk.Het is vaak al voldoende om een aanstekelijk voorbeeld te hebbendat inspireert of aanmoedigt om zelf aan de slag te gaan.Maar is er daarnaast ook geen nood aan kennismanagementrond duurzame ontwikkeling? Waar haal je de juiste informatie?Kan de BAD-sector de juiste informatie bij de mensen brengendie ze nodig hebben?Erik: Vanaf nu gaan al die bibliotheken daar massaal op inzettennatuurlijk. (lacht)Miek: We moeten bondgenootschappen aangaan zowel opVlaams niveau als lokaal. En durven zeggen dat je specialistgaat worden in informatie over duurzame ontwikkelingen. Ener zijn in een lokale gemeenschap vaak verschillende krachtenbezig: Chirojeugd Vlaanderen met Loslopend wild, milieuvriendelijken energiezuinig op jeugdkamp en de KVLV probeert metDroge Was energieverslindende droogkasten buiten spel te zetten.Het komt er dus ook op neer om alert te zijn wie met watbezig is. Ook dat hoort ook bij het maatschappelijk debat: wiezijn de trekkers en koplopers? Kunnen we die niet bijeenbrengen?En dan ga je selectief zoeken.Bestaat het gevaar dat de BAD-sector zich laat voorbij steken?Tom: Zouden we daarom duurzaamheid niet best in onze missionstatements opnemen? Dat zijn eigenlijk heel korte beleidsplannen.Erik: Het is nu dat we de volgende stap moeten zetten. Ik denkdat het een goed signaal zou zijn om dat als bibliotheek ofarchief mee in de opdracht te zetten. Maar als het een opdrachtis, moet je er ook iets mee doen. Dan moet je nadenken hoe jedat gaat vertalen.Loopt men bij het vertalen van duurzame ontwikkeling van demissie naar de doelstellingen niet vaak vast?Miek: Als je iets doet, dan moet je ook laten zien dat je hetgedaan hebt. Hoe klein ook. Een bibliotheek gaat de wereldniet veranderen, zelfs kunst doet dat niet, maar als bibliotheekof archief kan je op die manier ook een maatschappelijk statementmaken.Erik: Je moet dat ook niet alleen in kwantitatieve doelstellingenvertalen. Bovendien is duurzaamheid ook geen eindstadiummaar een continu proces..Miek: Bibliotheken hoeven sinds de invoering van hetPlanlastdecreet geen apart beleidsplan meer te maken, degemeente stelt een strategisch plan op voor zes jaar. Een toenemendaantal Vlaamse steden en gemeenten gaan wellichtduurzaam beleid opnemen in hun strategische doelstellingen.Het zou volgend jaar interessant zijn om na te gaan in welkemate de bib zich heeft ingeschreven onder de noemer duurzaambeleid. Dat zou een interessante toetssteen zijn om na te gaanin hoeverre de sector zich kan vinden in dit verhaal.Paul: Door die integratie zorgen we er ook voor dat iedereenop hetzelfde spoor zit, dat je efficiënt en duurzaam bezig bent.De bib is een boekenkast voor een volledige gemeenschap, erbestaat weinig dat duurzamer is dan dat.Paul: Dat is waar! Bibliotheken kunnen een databank aanbiedenwaarvoor ze 3000 euro per jaar betalen. Wie kan zich daar alsparticulier een abonnement op veroorloven? Wij doen dat dusvoor heel de gemeenschap.Er zit verborgen duurzaamheid in de dingen die de bibliotheekenarchiefsector al honderd jaar doen!Ben je geïnspireerd om iets te doen met duurzaam? Ervaringenuitwisselen of samenwerken met andere informatiewerkers?Laat het ons weten: meta@vvbad.be. Wij zijn benieuwd!18 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


ARTIKELICA-AtoM op speed!Invoermodules voor ICA-AtoM in het GemeentelijkDocumentatiecentrum van Ranstte horen opRoeland Verhaert, vrijwilliger Documentatiecentrum RanstIn het voorjaar van 2012 besloot het Gemeentelijk Documentatiecentrum van Ranst om hetopensourcearchiefbeschrijvingssysteem ICA-AtoM in gebruik te nemen. Dit artikel gaat in opdeze ingebruikname en op de ontwikkeling van aanvullende tools. Die maken het beheer vangrote hoeveelheden beschrijvingen van archieven, archiefvormers en foto’s mogelijk 1 .Het Gemeentelijk Documentatiecentrumvan Ranst 2 is eenkleine gemeentelijke instelling,die uitsluitend op een tientalvrijwilligers 3 draait. De werkingsgeldenzijn afkomstigvan de gemeente en voorzienop de begroting. De collectiebestaat uit documentatie (verzamelingenvan affiches, boeken,foto’s, krantenknipsels,kaarten, tijdschriften, personalia,…)en privé-archieven.Twaalf jaar geleden is hetdocumentatiecentrum gestartmet de digitale inventarisatievan deze collectiestukken ineen Access-databank.Begin 2012 wordt een standvan zaken opgemaakt. Opdat moment zijn er 32.200beschrijvingen: 15.146 krantenknipsels,2487 affiches, 4172foto’s, 6609 beschrijvingenvan personalia (doodsprentjesen –brieven), 2889 archiefbeschrijvingen,977 beschrijvingenvan audio, video en digitalekopieën van stukken. 3634foto’s zijn in 2012 gedigitaliseerddoor een jobstudente.datumnotaties (nu eens dd/mm/jjjj, dan weer jjjj/mm/dd,dan weer enkel een jaartaletc.) Er was dringend noodaan standaardisatie.Een aantal andere vaststellingen:het aantal vragenvia e-mail was exponentieelgestegen maar het leeszaalbezoeksterk gedaald. Er wasduidelijk behoefte aan eendigitale dienstverlening. Erwaren veel geïnteresseerden,maar de meesten lieten hetafweten omdat ze zich altijdmoesten verplaatsen wanneer“De conclusies:er is een schataan informatiedie we nietwillen opgeven.Maar er is noodaan een flexibelen geïntegreerdsysteem.”centrale invoer en kwaliteitsbewaking.En er moet werkworden gemaakt van ontsluitingvia internet.Een nieuw systeemDe zoektocht naar een nieuwsysteem startte met een kleinemarktverkenning en enkelearchiefbeheerssystemen werdenonderzocht (onder meerAdlib en Brocade). De commerciëleprogramma’s warenvoor het documentatiecentrumal heel snel te duur, maaktengeen gebruik van archiefstandaardenof waren nietflexibel genoeg. Met een groteraantal medewerkers, zijner twee mogelijkheden: meerlicenties kopen, of minder vlotwerken. Ook het feit dat wezouden moeten betalen omeenmalig de bestaande inventarissente laten omzetten endaarna verder handmatigHeel veel, minutieus geïnventariseerdeinformatie, dievreemd genoeg moeilijk doorzoekbaarwas. Dit had verschillendeoorzaken: het ging nietmeer om een databank, maarom drie Accesdatabanken metvijftien tabellen, enkele Excelsen een Word-document...Ten tweede had elke tabeleen ander datamodel enten derde waren er ook veelinconsistenties, zoals hetgebruik van “voorloopnullen”,ze wilden helpen. De collectiefoto’s was groot, maar doorhet gemis aan een goed overzichtbegonnen er stilaan veeldubbels op te duiken,…De conclusies: er is een schataan informatie die we niet willenopgeven. Maar er is noodaan een flexibel en geïntegreerdsysteem, waarin wealle oude inventarissen snel enefficiënt kunnen opnemen. Bijvoorkeur ook een systeem metHet opbreken van de tramsporen te Broechem, rond 1958.Gemeentelijk Documentatiecentrum Ranst, inventarisnummer NB_166.<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 19


artikelEen processie te Broechem, 1946. Gemeentelijk Documentatiecentrum Ranst, inventarisnummer NB_162.zouden moeten invoeren waseen obstakel.Uiteindelijk werd besloten omte kiezen voor het open sourcearchiefbeschrijvingssysteemICA-AtoM.De keuze voor ICA-AtoMlag eigenlijk voor de hand.Het is gratis open source,het ondersteunt alle internationalestandaarden voorhet beschrijven van archief(ISAD(G), ISAAR(CPF), ISDF,en ISDIAH) 4 , het is web based,kan ook de functie van beeldbankvervullen en het voorzietmodules voor bulkinvoer (EAD,EAC, CSV, enz.). De beschrijvingenworden in een opensysteem opgeslagen en zijnte allen tijde opnieuw exporteerbaar.Weliswaar zijn een aantalfuncties nog niet voorzien,zoals depotbeheer ofleeszaalmodules, maar binnende categorie van de gratisbeschikbare systemen washet toch duidelijk een van debetere 5 .De standaardfuncties voor hetimporteren van beschrijvingenin bulk boden een goedeopportuniteit om het probleemvan de retroactieve invoer vande reeds aanwezige digitalebeschrijvingen aan te pakken.We besloten dan ook om teinvesteren in de ontwikkelingvan een omzettingstool. Ditprogramma moest het mogelijkmaken om zelf onbeperktonze inventarissen in Accessdatabankenen semi-gestructuurdelijsten op een efficiëntewijze om te zetten naarEAD, één van de importformatenvan ICA-AtoM. Dit waseen eenmalige investering, diezich snel zou terugverdienen.Inzake 6 kreeg de opdracht omdit programma te ontwikkelen.De auteur van dit artikel testteals vrijwilliger bij het documentatiecentrumactief meebij deze ontwikkeling.In gebruikname eninstallatie van ICA-AtoM 1.2In eerste instantie moest uiteraardeen host gezocht worden.Bij de medewerkers vanhet documentatiecentrum wasonvoldoende kennis aanwezigom het programma zelf tebeheren op een eigen server.Daarom werd gekozen voorexterne hosting. Voordeeldaarbij was dat we onmiddellijkonline zouden kunnenwerken. De prijzen liggendaarenboven relatief laag. Webesloten kleinschalig van startte gaan en kozen voor een formulevan shared hosting, maarwel met de mogelijkheid omde formule te wisselen of hetpakket uit te breiden. Eensgekozen, verliep het opzettenvan ICA-AtoM (op dat momentversie 1.2) verder zonder problemen.Omzetting naar EAD/ISAD(G)Parallel met de configuratie eninrichting van ICA-AtoM werddan de opdracht gegeven omeen omzettingsmodule te ontwikkelenom Excel-bestandenom te zetten naar EAD. Debelangrijkste stap hierbij washet vastleggen van een invoersjabloonop basis waarvan degeautomatiseerde omzettingnaar EAD zou gebeuren.Vertrekpunten voor dezeoefening waren enerzijds debestaande beschrijvingen enanderzijds de velden in deEAD-norm. Dit was een relatiefmoeilijke oefening omdatde bestaande Access-tabellenvan het documentatiecentrumgeen vaste structuur hadden.Uiteindelijk werd een invoer -20 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


signalementLeeszaal KunstcampusOp 27 februari werd de LeeszaalKunstcampus feestelijk ingehuldigd,al is de nieuwe leeszaal al sinds hetjaarbegin voor het publiek toegankelijk.De leeszaal is een samenwerkingtussen het Koninklijk ConservatoriumAntwerpen, deSingel en het Vlaams24 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


signalementArchitectuurinstituut, en biedt die disciplines aan die op de kunstcampusaan bod komen: muziek, theater, dans en architectuur. De basisvoor de leeszaalcollectie wordt gevormd door de conservatoriumbibliotheek.Deze muziek-, theater- en danscollectie wordt in de nieuwe leeszaalaangevuld met architectuurboeken en -tijdschriften. De LeeszaalKunstcampus staat niet alleen open voor studenten en docenten, maarverwelkomt graag alle geïnteresseerde bezoekers.<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 25


etalageBibliotheek KoninklijkConservatorium AntwerpenOp 8 januari <strong>2013</strong> is de nieuweleeszaal geopend op deKunstcampus in Antwerpen.Het is het resultaat van eeninnovatief samenwerkingsverbandtussen het KoninklijkConservatorium Antwerpen(AP Hogeschool), deSingelen het Vlaams Architectuurinstituut.Basis voor decollectie is de bibliotheek vanhet Koninklijk Conservatorium.Deze collectie wordt in denieuwe leeszaal aangevuldmet publicaties architectuur.<strong>META</strong> laat dit nieuwe teamaan het woord.Wanneer werd de bibliotheek van hetKoninklijk conservatorium opgericht?De bibliotheek is ouder dan het conservatorium:ze gaat terug tot de AntwerpscheVlaamsche Muziekschool die in 1867 metPeter Benoit als directeur van start ging.In de pioniersjaren waren er kleine klasbibliothekenper instrument, maar al in1874 werd begonnen met de uitbouwvan een centrale bibliotheek. De eersteinventaris vermeldt 33 werken, nu bewarenwe meer dan 600.000 volumes. Hetoudste stuk is een antifonarium uit heteinde van de 13e eeuw, de recentste werkenwerden bij wijze van spreken gisterengeschreven. Het is een bijzonder rijke collectiemet veel preciosa en unica. Onlangswerden drie werken op de topstukkenlijstgeplaatst, waaronder het handgeschrevenBeyaert-boek (1746) van Joannesde Gruytters. Met de bibliotheek ondersteunenwe het onderwijs en het wetenschappelijken artistiek onderzoek in hetconservatorium, maar bijzonder is datwe vanuit de bibliotheek zelf ook onderzoeksprojecteninitiëren.Jullie nieuwe leeszaal opent 27 februarifeestelijk, wat mogen de bezoekers verwachtenvan deze nieuwe stek?Een rustige en aangename plek voorstudie, onderwijs, onderzoek en reflectie,waar zowel de (pre)professioneel alsde liefhebber zijn gading vindt. De leeszaalis een samenwerkingsverband tussenhet conservatorium, deSingel en hetHet team bestaat uit bibliothecaris: Jan Dewilde, bibliotheekmedewerkers: Carla Belis, Marjan Bosmans,Kim De Brabander, Nicole Verbruggen, Annemie Verheyen, Myriam Voet en erfgoedmedewerkers: Lien Alaerts,Hannah Aelvoet, Kim De Brabander.VAi. De muziek-, theater- en danscollectievan het conservatorium werd aangevuldmet architectuurboeken en –tijdschriften.Dankzij de samenwerking tussen de driepartners is de leeszaal ook op sommigeavonden en in het weekend toegankelijk.Wat nog te weinig mensen weten, is datook onze uitleenbibliotheek voor hetbrede publiek open staat. Naast onderwijs-,onderzoeks- en erfgoedbibliotheekfunctioneren we zo ook als ‘openbare’bibliotheek.Wat maakt jullie team zo uniek?De complementariteit. De een is goedin boekverzorging, anderen hebbenmuziekcatalografie helemaal in de vingers,terwijl iemand anders databaseskan bouwen of excellent functioneertaan de balie. Zo heeft iedereen wel ietsdat extra bijdraagt tot een betere werkingvan de bibliotheek.Welke eigenschappen, vaardigheden eninteresses zijn cruciaal om in dit team tefunctioneren?Naast de essentiële bibliotheektechnischekennis en een vertrouwdheid met muzieken podiumkunsten: een flinke dosis flexibiliteit,nieuwsgierigheid, dienstbaarheid,empathie, geduld en een goed humeur.En een goed mondje Engels om de buitenlandsestudenten verder te helpen.Maar bovenal het inzicht dat alles wat wedoen gericht moet zijn op de informatiebehoeftenvan onze (huidige en toekomstige)klanten.Wat zouden jullie in de toekomst noggraag verwezenlijken met zijn allen?We zien twee grote uitdagingen: hetpubliek blijven wegwijs maken in hetexploderende aanbod, zowel digitaalals in druk en voldoende personele engeldelijke middelen vinden om de historischecollecties en de vele schenkingenefficiënt te ontsluiten, in goede omstandighedente bewaren en waar nodig terestaureren. En we kijken natuurlijk uitnaar de organisatie van het internationalecongres van muziekbibliothecarissenin juli 2014.26 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


inzetSofie De Caigny:“Voor het CVAa is eenorganisatie als <strong>VVBAD</strong> vanonmiskenbaar belang”Hoe ben je in de archiefsector beland?Na mijn studies Moderne Geschiedenisaan de KU Leuven studeerde ik Cultuurmanagementin Barcelona. Tijdens mijnverblijf in de Catalaanse hoofdstad tussen1997 en 2001 zag ik hoe er werd ingezetop cultuurbeleid. Cultuur vormde een hefboomvoor emancipatie, zowel op individueelvlak, op wijkniveau als voor deCatalaanse identiteit. Men zocht op datmoment bijvoorbeeld naar centrale databanksystemenom de diverse museumcollectiesin Catalonië eenvormig te ontsluiten.Er werd ook sterk geïnvesteerd in debrede werking van archieven en bibliotheken.Hoewel ik niet steeds instemde metwat ik zag, raakte ik diep geboeid doorcultuurbeleid, en de convergenties metandere beleidsdomeinen zoals huisvesting,stedenbouw, samenlevingsopbouw, …Na mijn terugkomst uit Barcelona deed ikzes jaar onderzoek aan de KU Leuven. Hetbestuderen van de ruimtelijke dimensievan sociale ontwikkelingen bleef daarinde rode draad vormen. Toen de vacatureverscheen van coördinator van hetCentrum Vlaamse Architectuurarchievenin 2006, heb ik geen seconde getwijfeld.Het boeiende aan deze job is dat ikzowel met inhoudelijke architectuurhistorischethema’s bezig ben, maar ook metpubliekswerking, behoud en beheer, ontsluitingenzovoort. Die breedte blijft meprikkelen, maar vormt soms een moeilijkheidvoor een kleine organisatie als hetCVAa. Je kan immers niet specialist zijnin alles. Gelukkig ervaar ik een enormebereidheid tot samenwerking in de sector.Enkele voorbeelden: bij het CVAa zijnwe ons erg bewust van de problematiekvan de digital born architectuurarchieven,die uiterst kwetsbaar zijn. Samenmet Henk Vanstappen werken we nu alenkele jaren aan een traject om daaropantwoorden te formuleren. Op het vlakvan behoud en beheer is de samenwerkingmet het Architectuurarchief vande provincie Antwerpen erg vruchtbaar.Op het vlak van ontsluiting kunnen wedan weer rekenen op diverse netwerken,waaronder Odis. Voor publiekswerking isdeSingel een belangrijke partner.Hoe lang ben je al actief binnen de<strong>VVBAD</strong>? En wat was je motivatie om lidte worden?Ik denk dat ik lid werd zodra ik bij hetCVAa begon te werken in 2006, eerst binnenhet sectiebestuur Archief, later alsbestuurslid van OKBV. Voor het CVAa iseen organisatie als de <strong>VVBAD</strong> van onmiskenbaarbelang. De vereniging stimuleerthaar leden om met andere professioneleinformatiebeheerders van gedachten tewisselen over de uitdagingen waar desector voorstaat. We proberen zoveelmogelijk nieuwe projectresultaten tepresenteren op de fora van de <strong>VVBAD</strong>omdat we steeds bijleren uit de feedbackvan andere professionals. Daarnaast zijnook de informele netwerkmomenten cruciaal.Zo ontstond een belangrijk projectrond architectuurtijdschriften doordattwee bestuursleden van OKBV hierovereen ballonnetje oplieten op de feestelijkeafsluiter van een OKBV-werkjaar.Welk thema ligt je nauw aan het hart?Wat zou je in de toekomst graag willendoen binnen de vereniging?Het blijft me verbazen hoe elke bibliothecarisen archivaris vanuit zijn specifiekewerkveld kennis opbouwt die in zekerezin uniek is. Kennisuitwisseling is een permanentenoodzaak. Ik wil me dan ook blijveninzetten om hiervoor de juiste instekente vinden. Binnen het sectiebestuurvan OKBV is er de laatste jaren heel watgediscussieerd over geschikte ‘formats’.We hebben geëxperimenteerd met deformule van relatief kleine workshopsrond heel specifieke thema’s. Heel vruchtbaar,zo bleek achteraf. En ook draaglijkom te organiseren. Iedereen is van goedewil, maar de tijd ontbreekt vaak om grootsereinitiatieven op te zetten.Hoe hoop je dat de vereniging zelf zalevolueren in de toekomst?Er zijn heel wat ontwikkelingen in decultureel-erfgoedsector. Er wordt bijvoorbeeldgewerkt aan een belangenbehartiger.Ik hoop dat de <strong>VVBAD</strong>als beroepsvereniging haar identiteitbewaart. Zeker de openheid waarmeeleden worden ontvangen en de interdisciplinairewerking zijn sterktes, vind ik. Bijde <strong>VVBAD</strong> kan je samenwerken met professionelendie werken voor verschillendeoverheden, commerciële en niet-commerciëleorganisaties, en uit verschillendedeelsectoren. Ik hoop dat de onverwachtesamenwerkingen en cross-overs die daardoorontstaan, ook in de toekomst mogelijkblijven.Sofie De Caigny is coördinator van hetCentrum Vlaamse Architectuurarchievenvan het Vlaams Architectuurinstituut. Zeis bestuurslid van het OKBV. Ze is gebetendoor architectuur en door de betekenisvan cultureel erfgoed voor wetenschappelijkonderzoek, ruimtelijke ordening,monumentenzorg, toerisme, onderwijs, ….<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 27


Over de schuttingRik van Daele:“Het is een kunst om degoede dingen mee te nemen”Rik van Daele is doctor in de Letteren en Wijsbegeerte. Rik was wetenschappelijk medewerkeraan de KU Leuven (1985-1995). Vervolgens werd hij conservator van het Stedelijk MuseumLokeren (1995-2002) en directeur van het cultureel centrum Lokeren (1999-2000). Van maart2002 tot augustus 2009 was hij directeur van cultuurcentrum Ter Vesten in Beveren, waar hijmee het erfgoed- en kunstenbeleid coördineerde. Op 1 september 2009 trad hij in dienst vande stad Sint-Niklaas als stadsbibliothecaris. Op 1 januari <strong>2013</strong> werd hij directeur Cultuur van destad Sint-Niklaas. Hij nam de taken van cultuurbeleidscoördinator en directeur cultuurcentrumop zich. Rik keek vlak voor zijn jobwissel nog een keer over de schutting voor ons.Hoe ben je in de bibliotheeksectorbeland?De liefde voor het boek, de poëzie en …Reynaert de vos. Ik solliciteerde als directeurvan cultuurcentrum Ter Vesten inBeveren (een plek waaraan ik mijn hartheb verpand) in 2009 voor de vacantefunctie van stadsbibliothecaris van Sint-Niklaas en kwam als eerste uit de procedure.De liefde voor boek en bibliotheekzaten in de genen. Een oom wasbibliothecaris in Stekene en mijn moederwas sterk betrokken bij de vrije bibliotheekHet Centrum in Sint-Niklaas (eengebouw waarin ik mijn jeugd heb doorgebracht).De Bibliotheca Wasiana in de Bibvan Sint-Niklaas was een vaste studie- enpleisterplek tijdens studiewerk voor mijndoctoraat over Van den vos Reynaerde.“Bibliotheken zijnnet als musea encultuurcentraplekken vanverwondering enverbeelding.”In hoeverre hebben je studies en vorigewerkervaringen je voorbereid op je huidigejob?In 1984 had ik mij tijdens mijn tweedelicentie Germaanse filologie inLeuven ingeschreven voor het vakBibliotheekwetenschappen bij LudoSimons (met wie ik later een kantoordeelde) én volgde ik in Sint-Niklaasmaandenlang zaterdagcursussen tot hetbekomen van de ‘acte van bekwaamheid’o.l.v. André Stoop. Simons en Stoop, diein Sint-Niklaas zeer intens met Reynaertbezig geweest is (coördineerde tentoonstellingenin 1955 en 1971 en een massaspelin 1973), waren grote voorbeelden.Ik koester hun cursussen tot op vandaag.De vraag om in Leuven te doctorerenveranderde mijn plannen om leraarof bibliothecaris te worden. Aan de KULeuven was ik tien jaar collectievormer‘Middelnederlandse literatuur’ en ikzat tien jaar in het Letterengebouw alledagen in een (wetenschappelijke) bibliotheek.Ik ademde bibliotheken…Wat waren de eerste dingen die je opvielenin de bibliotheeksector?Bibliotheken zijn net als musea (ik waszeven jaar conservator) en cultuurcentraplekken van verwondering en verbeelding,van belevenis, van informatie, kennis engeheugen en ze hebben vaak parallelletaken als educatie, gemeenschapsvorming,communicatie en ontmoeting. Zestimuleren onze creativiteit en ze versterkenonze weerbaarheid, ze makenons rijker als persoon en als een wondereverzameling van gemeenschappen,ze structureren onze gedachten enconfronteren ons met het bekende enhet vreemde. Opvallend was de anderemanier van werken en van denken vancollega’s in een bibliotheek en een cultuurcentrum.Ik kwam binnen in eenbibliotheek die zich mogelijkerwijze teveel naar binnen ging keren, dit op eenplek midden in de stad en op een momentdat de wereld verandert. De laagdrempeligstevan alle culturele stadsinstellingenmoest terug naar buiten kijken,naar stad en wereld. Vandaar het belangvan het opstarten van een taalpunt, hetloyaal ondersteunen van een boekenruilrekdoor een lokale LETS-beweging, hetorganiseren van lezingen en tentoonstellingen.Binnen het grotere bibliotheekveldviel op dat er op het terrein vele spelerszijn van diverse formaten, die vaak wel indezelfde richting sturen, maar niet altijdmet dezelfde timing en finaliteit. Somslijkt het bibliotheekveld wel op een reusachtigrangeerstation. De traagheid vanhet rangeren, het knarsen van de metaalweerstand…Maar de trein rijdt (zolang hijniet Fyra heet… misschien ook een verhaalom ons aan te spiegelen ).Wat zijn de sterktes en de zwaktes vande sector?De Bib is een onvoorstelbaar sterk merk,bovendien in Vlaanderen erg laagdrempelig.De schaalgroottes verschillen ergsterk: een bib in een dorp is een heel anderverhaal dan een bib in een centrumstad.Er zou nog veel meer intergemeentelijkmoeten gewerkt worden met oog voorde lokale autonomie. De sector heeft zichlange tijd niet in vraag moeten stellen.Dit is in de digitale maatschappij van de28 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


over de schuttingeenentwintigste eeuw niet meer mogelijk.Instellingen als bibliotheken kunnen nietop hun eentje de vele maatschappelijkevragen en noden beantwoorden.Hoe kunnen we die zwaktes ombuigen?Fusie, samensmelting, taakafspraken,afstemming van reglementen binnenregio’s, specialisering en schaalvergrotingzijn geen vieze woorden. Gemeentenmoeten niet alleen projectmatig maarvooral procesmatig samenwerken, centrumstedenmoeten elkaar veel frequenterzien, provincies moeten gezamenlijkplannen en visietrajecten ontwikkelen,grotere verhalen moeten efficiënter, snelleren communicatief beter uitgewerktworden (Mediargus, de bibliotheekportalen,het VEP enzovoort, enzovoort).Op welke schaal men wàt kan doen is inVlaanderen een verhaal dat nog kan verbeterdworden. Hier hebben ook steunpunten,belangenbehartigers, maar ookbibliotheekmedewerkers en lokale politicieen cruciale rol. We kunnen gaan kijkenwat in Scandinavië en Nederland wélgelukt is en we moeten ook leren van dezaken die daar niet werken of zijn doorgeschoten.Onderwijs en cultuur moetennog veel sterker op elkaar wordenafgestemd. Bibliotheken moeten bruggenbrouwerszijn, landingsplekken creëren,stilte- en studieplekken aanbieden,101 talenten helpen stimuleren, vragendurven stellen rond identiteit, rond taal,bewaarplekken zijn van het lokale geheugen…Niet elk filiaal, niet elke bibliotheekkan wellicht al deze taken op zich nemen,maar ze mogen gerust ambitieus zijn énze moeten nog sterker samenwerken metandere lokale gemeentelijke spelers.Binnenkort verlaat je de bib voor eennieuwe baan. Welke bagage uit de BADsectorneem je zeker mee?Rik van Daele, nu directeur Cultuur van de stad Sint-Niklaas.“Bibliotheken moeten bruggenbrouwers zijn.”Ik neem graag de mensenkennis mee,wat ik over en van collega’s, over lenersen lezers, over de beleidsmensen hebgeleerd en gehoord; ik neem ook de poëziemee, de drive achter de Sint-Niklasekinderstadsdichter, de gesprekken met,de gedrevenheid van en de kwaliteitsvollemanier van werken van diverse collega’s.Wat laat je liever achter?Ik neem in mijn rugzak altijd liever dezaken uit het verleden mee, eerder dandat ik ze moet achterlaten. Het is eenkunst om de goede dingen mee te nemenen toch zaken los te laten. Ik hoop dat ikde bouwplannen voor een nieuwe Bib inSint-Niklaas niet moet achterlaten… voormijn kinderen en kleinkinderen.<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 29


TrendAssociatie en IntegratieWat met elektronischebibliotheekcollecties?Hilde Van Kiel, KU LeuvenHet Vlaamse Hoger Onderwijslandschap wijzigt grondig per 1 oktober <strong>2013</strong>. De academiserendeopleidingen van de hogescholen maken vanaf dat moment integraal deel uit van de universiteitbinnen hun Associatie. Dat deze operatie heel wat met zich meebrengt, staat buitenkijf; dat de onderneming ook een aantal bibliothecarissen, in deze tijd waarin een groot deelvan de collectie elektronisch is, kopzorgen baart, willen we u verduidelijken.SchaalvergrotingDe prijsbepaling voor toegang tot dee-collectie (databanken en tijdschriften)gebeurt in de meeste gevallen opbasis van een cijfer dat de totale mogelijkegebruikspopulatie voor de uitgeverbepaalt. Uitgevers die toegang verlenentot hun databank op basis van gelijktijdigegebruikers zijn schaars geworden,voor toegang tot een e-tijdschrift is ditmodel nagenoeg onbestaande. Het grosvan de internationale uitgevers werktmet het totalestudentenaantal van eeninstelling (FTE) als basis voor een prijszetting;slechts enkele uitgevers zijnbereid enkel het aantal personeelsledenen studenten van de betrokkendiscipline(s) als startpunt voor een prijsin aanmerking te nemen. Bij dit laatstemodel wordt meestal toch ook nog hettotale FTE opgevraagd zodat de groottevan de instelling mee in rekening kangebracht worden.Technisch wordt de toegang zelf op ditmoment veelal gegeven op basis vanIP-herkenning; het IP-adres van de computerwaarop toegang wordt gevraagd,dient binnen de IP-range te liggen diede instelling doorgaf aan de uitgever. Deintegratie van de academische hogeschoolopleidingenbetekent voor de KULeuven een verspreiding over diversecampussen over heel Vlaanderen met alsgevolg computers met een IP-adres buitende huidige range van de KU Leuven.De integratie betekent eveneens eensterke stijging van het aantal studenten;KU Leuven ziet haar totale studentenaantalstijgen van 30.000 naar 45.000studenten.Wanneer we beide gegevens combinerenvalt meteen het spanningsveld op: deuniversiteit wil graag haar e-collectie toegankelijkvoor alle (relevante) gebruikers,op al haar campussen. Dat voor extragebruik een meerprijs zal moeten betaaldworden is acceptabelmaar uitgevers zienin deze schaalvergrotingeenuitgelezen kansom hun inkomsten,soms buitenproporties, teverhogen. Hoe proberenwe dit op te lossen?ShibbolethAllereerst blijven praten met de uitgevers;voor alle grote contracten zijn“Dat voor extragebruik eenmeerprijs zal moetenbetaald wordenis acceptabel maaruitgevers zien in dezeschaalvergrotingeen uitgelezenkans om huninkomsten, somsbuiten proporties, teverhogen.”onze prijzen door onderhandelingenbepaald. Via internationale contactenmet andere universiteitsbibliothekenkunnen we op de hoogte blijven vanhun voorwaarden en informatie uitwisselenrond prijsmodellen. Uitgevers zijnechter slechts zelden bereid hun prijs telaten bepalen door de effectieve gebruikersindien dit niet technisch kan gerealiseerdworden. Om die reden heeft KULeuven bij Belnet aangedrongen op devorming van een Belgische ShibbolethFederatie. Shibboleth is een single signonsysteem waarbij de gebruikers slechtseenmaal moeten aanloggen, anderzijdszorgt de Federatie ervoor dat de uitgeversShibboleth als een ‘trust’ beschouwenwaarbij ze de verantwoordelijkheidvoor toegang tot een databank bij deinstelling of federatie leggen. De universiteitbepaalt met andere woorden zelfwie ze al dan niet toegang geeft op basisvan het profiel van de gebruiker. Op dezemanier kan met uitgevers onderhandeldworden om een beperktere gebruikersgroepin aanmerking te nemen. Het latenondertekenen van de agreements metBelnet neemt de nodige tijd in beslagzodat wellicht enkel de grote uitgeversper 1 oktober effectief via dit systeemzullen kunnen werken.Daarnaast analyseren we steeds meer indetail onze gebruikscijfers. Sinds de universiteiteen discovery service (in dit gevalPrimo van Ex Libris) installeerde, merkenwe een sterke daling van de bibliografischedatabanken. Wellicht zullen hiervandan ook enkele moeten wegvallen in devolgende jaren om ruimte te maken vooreen nog groter full text aanbod.Onderhandelen, technische aanpassingenen verschuivingen in de collectie zullenonze voornaamste middelen zijn om alonze gebruikers de juiste collectie aan tebieden.30 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


uitgepaktArchiefinventarissenomzetten naar EADBert Lemmens, PACKED vzwEen archiefinventaris is al lang geen document meer dat je exclusief in de leeszaal van eenarchief aantreft. Steeds vaker is het een datapakket dat in verschillende formaten en op uiteenlopendemanieren gekopieerd, doorzocht en bewerkt wordt via internet. Het is de zorgvan de archivaris om die inventaris correct en actueel te houden, ongeacht zijn vorm. De introductievan ISAD(G) was een mijlpaal voor analoge archiefbeschrijvingen. Encoded ArchivalDescription (EAD) loodst archiefbeschrijvingen het digitale tijdperk in.Encoded ArchivalDescription?Eenvoudig gezegd is EAD een stel afsprakenom inventarissen te coderen in eenXML-bestand. EAD maakt een inventaris‘machine-leesbaar’ door hem te coderenin een tekstbestand (XML). Hierdoorkan een computer de inventaris ‘lezen’,maar nog niet ‘begrijpen’. De inhoudmaakt EAD ‘begrijpelijk’ door hem metbehulp van 146 verschillende tags te labelen.De meeste tags zijn ontleend aan deISAD(G)-beschrijvingsregels, maar EADvult ze aan met specifieke tags voor bijvoorbeeldtrefwoorden en verwijzingennaar digitale representaties. Zo kan eencomputerprogramma de inhoud begrijpen,controleren en transformeren, zonderdat de betekenis ervan verloren gaat.Het programma gebruikt daarvoor eenXML Schema, waarin alle EAD-afsprakenformeel zijn vastgelegd.EAD wordt gebruikt voor het integrerenvan inventarissen in zoekportalen.De nationale archieven van Duitsland,Zweden, Frankrijk, Nederland en Spanjespelen hier een voortrekkersrol door debouw van het European Archives Portal(APE), dat met behulp van EAD archievenuit zestien Europese landen doorzoekbaarmaakt.Maar ook binnen de archiefinstelling kanEAD nuttig zijn. Wanneer instellingenoverschakelen naar een nieuw archiefbeheersysteem,gaat dit vaak gepaard metcomplexe en dure dataconversies. Meeren meer archiefbeheersystemen biedenEAD aan als uitwisselformaat, waardoordataconversie in de toekomst eenvoudigerwordt.Overschakelen naar EADHoe een inventaris wordt omgezet naarEAD hangt af van het formaat van deinventaris. Er zijn twee mogelijkheden:• Staat de inventaris nog op papier of ineen Word-document, dan is het eigenlijknog ‘niet-gestructureerde’ tekst dieeerst machineleesbaar moet gemaaktworden. Er zit dan weinig anders opdan hem overtypen in een archiefbeheersysteemen vervolgens om te zettennaar EAD. De markt biedt hiervoorgoede commerciële software en er zijnook enkele eenvoudige opensourcetoolsbeschikbaar.• Zit je inventaris in een archiefbeheersysteem,dan is hij alvast machineleesbaar.Misschien kan het systeem zelf aleen EAD-bestand maken. Als dat niethet geval is, zal je het gestructureerdetekstbestand van je inventaris moetentransformeren. Dat betekent een aanpassingvan de opbouw en de tags vanhet tekstbestand tot ze overeenstemmenmet de specificaties van het EADXML Schema.Als je voldoende kennis hebt van XML,heb je hiervoor maar twee dingen nodig:een goede XML-editor 1 om het tekstbestandte bewerken en een XML Stylesheetdat je tekstbestand vertaalt in een EADdocument.XML kan je zelf leren metbehulp van online documentatie, maardat vraagt tijd 2 . Als die tijd er niet is, roepje best de hulp in van een XML-expert.EAD is een complex en tegelijk open XMLSchema, dat verschillende interpretatiestoelaat. Om de uitwisselbaarheid van jeEAD-inventaris te verzekeren maak jebest gebruik van de richtlijnen van deRLG EAD Advisory Group 3 en het APEnetwerk4 .BesluitOverschakelen naar EAD vraagt tijd enmiddelen maar is een nuttige investering.Eenmaal je de stap hebt gezet, wordthet veel eenvoudiger om gegevens uit tewisselen zonder risico op informatieverlies.Ben je op zoek gaat naar een nieuwearchiefbeheersysteem, zorg er dan zekervoor dat het EAD ondersteunt.Dit artikel werd bezorgd door PACKEDvzw dat als expertisecentrum digitaal erfgoedkennis, ervaring en deskundigheidomtrent digitaal erfgoed centraliseert enverspreidt. Vragen voor PACKED vzw zijnwelkom via info@packed.be.1 Zie bijvoorbeeld oXygen XML Editor (http://www.2 Een introductie op het gebruik van XML vind jeop CEST: http://projectcest.be/index.php/Wat_is_XML%3F . Wil je XML Schema’s en Transformatiesoxygenxml.com/) Altova XMLSpy (http://www.altova.com/xmlspy.html).onder de knie krijgen, kijk dan op http://www.ibm.com/developerworks/xml/.3 RLG Best Practice Guidelines for Encoded ArchivalDescription: http://www2.archivists.org/groups/technical-subcommittee-on-encoded-archivaldescription-ead/encoded-archival-descriptionead/rlg-best-practice-guidelines-4 De richtlijnen van het APE-netwerk worden ontwikkeldin het kader van het APEx-project: http://www.apex-project.eu/index.php/outcomes/standards. Het APE-netwerk gebruikt o.a. eeneigen apeEAD XML Schema, dat een iets strengereinterpretatie is van het EAD XML Schema: http://www.archivesportaleurope.eu/profiles/APEnet_EAD.xsd<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 31


essayBruno Verbergt:“Ons geluk hangt niet af van hetaantal boeken dat we thuis in dekast hebben staan.”Julie Hendrickx<strong>META</strong> sprak met Bruno Verbergt, directeur Cultuur, jeugd en sport bij de Stad Antwerpen endocent cultuurmanagement aan de Universiteit Antwerpen, over hoe we duurzame ontwikkelinghet beste verankeren in de bedrijfsvoering. Welke rol van betekenis kunnen ambtenarenzoals bibliothecaris en archivaris opnemen? Een gesprek over transisitiemanagement, leiderschapen talent.Wat is de stand van zaken omtrent duurzame ontwikkeling inde cultuursector?Daar heb ik eerlijk gezegd geen duidelijk beeld van. Ik weetwel wat opvalt. Het Vlaams Theaterinstituut en de kunstencentravragen zich al enkele jaren bewust af hoe ze met duurzameontwikkeling moeten omgaan. En dan is er nog jullie initiatief,de studiedag Focus op duurzame bibliotheken en archieven.Initiatieven in de Vlaamse museumwereld zijn me niet bekend.Dan is er natuurlijk nog het initiatief van Minister Schauvliege.Toen de minister van start ging met het Cultuurforum was ervanuit de podiumkunsten de wil om daar een trekkersrol in tespelen. Als je dat legt naast wat Erik Paredis (Centrum voorDuurzame Ontwikkeling, Universiteit Gent) heeft gezegd opFocus dan staat alles nog in zijn kinderschoenen. Het gaat eigenlijkalleen nog maar over hoe we energiezuiniger kunnen werken.Maar het wijst wel al op een belangrijke mentaliteitswijziging.Ik vind dat de cultuursector hier zijn rol speelt. Zoals altijd eenheel klein beetje voorop. Het is ook een zelfbewuste sector diewerkt met publieke middelen en daar ook verantwoordelijk meewil omspringen. Maar het zijn harde roepers waardoor het lijktdat ze veel verder vooruitlopen. In het bedrijfsleven zul je ongetwijfeldbedrijven vinden die veel verder staan. Ook de medischesector zal al wel een tijdje oog hebben voor duurzame ontwikkeling.Het belangrijkste verschil is dat de cultuursector snellermobiliseerbaar is.Focust de sector zich vooral nog op het infrasturcturele aspectof gaat het ook over duurzame ontwikkeling in de bedrijfsvoering?Voor zover ik daar als lokaal ambtenaar en docent zicht opheb: ik denk dat het verder gaat. Het gaat over een merkbarementaliteitswijziging. Toen ik twintig jaar geleden nog programmatorvan het dansfestival Klapstuk was, trok ik regelmatig opprospectie. Omdat we de eerste probeerden te zijn om de bestebuitenlandse voorstellingen in België te programmeren, draaideik mijn hand er niet voor om om vanuit Leuven naar Amsterdamof Parijs te rijden om een voorstelling bij te wonen. En ’s avondslaat weer terug te rijden. Tien jaar later begon de podiumkunstensectorzich de vraag te stellen of het nu niet gek was omaltijd alleen naar Parijs te rijden? Die gedachte kwam bij onsnog niet op. Ik zou nooit naar collega’s in Antwerpen of Genthebben gebeld om te vragen of ze die voorstelling ook wildenzien en zo ja, of ze wilden carpoolen. Dat waren goede collega’smaar … (lacht) het waren ook concurrenten. Tien jaarlater was dat wel evident. Nog eens zoveel jaar later gaat hetniet meer over carpoolen maar om samen met de trein te reizen.Of over één iemand die met de trein naar Parijs afreist enachteraf aan alle collega’s vertelt hoe geweldig het al dan nietwas. Tegenwoordig vraagt men zich als maar vaker af of het welecologisch verantwoord is om met zo’n grote gezelschappen optournee te gaan. Zo hoorde ik dat Anne Teresa De Keersmaeker(Rosas) enkel nog rondtoert als de locaties dicht genoeg bijelkaar liggen om gemakkelijk met de trein te kunnen reizen. Dieevolutie wijst op een mentaliteitswijziging.In wat we zelf doen voor de stad Antwerpen, nemen we eerlijkgezegd geen overduidelijke trekkersrol op wat betreft duurzameontwikkeling. Als je geen pioniers hebt in de politiek of inde directie die dat willen veranderen, dan lukt het niet. Verstame niet verkeerd, we zijn er op een gezonde manier mee bezigmaar niet fel. Al onze gloeilampen hebben we vervangen doorspaarlampen. En voor het Museum aan de Stroom kozen webewust voor LED-verlichting. Bij nieuwbouw leggen we onszelfsteeds meer de strengste normen op en passiefbouw komt voor.In het investeringsprogramma van de bibliotheken zitten meeren meer slimme energiebesparende projecten. Zo ben je ‘goedbezig’, maar daarom ben je nog geen koploper. Uiteindelijk wordende grootste ecologische vooruitgangen nog gemaakt doorte besparen. Als een bepaald budget onvoldoende blijkt te zijn,dan schrappen we in het aantal vierkante meter. Duurzaamheiden bescheidenheid gaan hand in hand.Wat, schat u, zijn de voornaamste struikelblokken die bibliothekenen archieven, bij het verankeren van duurzame ontwikkelingin hun bedrijfsvoering, kunnen tegenkomen?Dat zullen dezelfde problemen zijn die elke veranderaar tegenkomt.Ik las eens iets over een professor die moest lesgevenover veranderingsmanagement. Bij aanvang van zijn vierde collegevroeg hij zijn studenten nadat ze waren gaan zitten omvan plaats te veranderen. Diegene die rechts zaten moestennaar links en wie vanachter zat moest vooraan plaatsnemen.Algemeen protest! Voor iets onnozel als de plaats waar je zittijdens de les. Hij deed dit als een klein experiment om aan tetonen hoe moeilijk transitiemanagement is. Elke leider in eenbib of archief die aan transitiemanagement wil doen — het gaatdan niet meer over spaarlampen indraaien maar fundamentelewijzigingen — zal met die problemen geconfronteerd worden.Als je dan op zoek gaat naar vakliteratuur zal je merken dat32 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


COLUMNZoo Zonder InspanningEva SimonDe mensen willen zoogdieren zien, dusmoeten we ze meer zoogdieren geven.Dixit Dries Herpoelaert, directeur van deKoninklijke Maatschappij voor Dierkundevan Antwerpen. Herpoelaert wordt verwetenzijn zoo te runnen als een koekjesfabriek.Evengoed hadden de criticasterskunnen zeggen: als een bibliotheek.De gelijkenis tussen dierentuin en bibliotheekis er. Voorziet informatie en ontspanning.Organiseert shows: pythonsvoederen of e-readers demonstreren.Ontvangt klasgroepen. Laat het publiekparticiperen: naam bedenken voor babyolifantof meedromen over bibste bib.Beide kampen met dezelfde vraagstukken:toenemende concurrentie van andereattracties, dalende bezoekersaantallen,plaatsgebrek, hoe bedreigde soorten conserveren.E-dieren hoeft de zoo nog niette vrezen. Al is de derde generatie Furby’sop komst en zullen we ooit zelf onze zoouit de 3D-printer kunnen toveren.De voorgangers van Herpoelaert warennaar ‘t schijnt te veel met de dieren bezigen te weinig met de mensen. Vroegermoest een zoo aan onderzoek doen enmoeilijke dieren fokken. Nu gaat het nietmeer om die biodiversiteit, maar om deverwondering bij de bezoekers.Ook de bibliothecaris bestudeert zijnboeken niet meer. Hij ambieert de jobniet langer vanuit zijn passie voor deboekerij. Laat staan dat hij nog de tijdkan nemen om een moeilijke en ruime collectiete kweken. De bibliothecaris beslistzelf niet meer wat er in zijn tuin te zienis. Zijn boekdieren worden hokklaar geleverd.Alle energie gaat naar de belevenisvan de gebruiker.Herpoelaert ergert zich als hij een opzichtermet een lege kruiwagen ziet rondlopen.Ook hier geeft de floorwalkendebibliotheek met haar immer volle boekentrolleyshet goede voorbeeld. Verzorgersmoeten vanachter hun tralies treden.Aanspreekbaar zijn. Voor de mensen. Dezoo kan wel nog wat leren van de vraaggerichtebibliotheek. Momenteel is hetgeeneens mogelijk een pinguïn te reserveren.De directeur koestert ambitieuze plannenvoor zijn Zoo Zonder Inspanning: een groterinkomplein voor het kleine ontmoeten,Eva Simon is al tien jaar docent aande Bibliotheekschool Gent (Initiatieen Graduaat BDI). In 2010 stond zeaan de wieg van de Vlaamse Bib WebAwards. Eva is al jarenlang actief inde <strong>VVBAD</strong>. Ze was redactielid vanBibliotheek- & archiefgids en nu van<strong>META</strong> en de Wegwijzer voor bibliotheken& documentatiecentra.oninteressante vogels en impopulaire vissenafvoeren, apen en giraffen in een fonkelnieuwverblijf. Kortom, de Sprintersonder de zoogdieren zullen frontaalgepresenteerd staan.Herpoelaert plakt deze woorden op detoekomst van zijn tuin: authentiek en exotisch.Zijn dat nu net niet de twee dwingendebepalingen bij elk bibliotheekinnovatieproject?citaat“Een bibliotheek zonder collectie is een buurthuis,debatcentrum, seats2meet, Fablabof een bruin café: van alles, maar géén bibliotheek!”Rob Bruijnzeels<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 35


de vraagWat doe je met hangjongeren?Frank Verreyken, opnebare bibliotheek VilvoordeDe bibliotheek wordt geconfronteerd met jongeren die op eenandere, minder conventionele manier gebruik maken van debibliotheek en die we na verloop van tijd overlastjongeren ofhangjongeren zijn gaan noemen. De strategie om met dezejongeren om te gaan was eerder repressief van aard. Er warengeregeld politiepatrouilles aanwezig, gemeenschapswachtenliepen in en uit en behandelden de jongeren op dezelfde manierals de bibliotheekmedewerkers: autoritair.In 2009 zijn we beginnen nadenkenover tal van zaken: Wat is de rol van eenopenbare bibliotheek in een multiculturelesamenleving? Hoe ervaren jongeren,en in het bijzonder allochtone jongeren,de bibliotheek? Hoe moet het personeelfunctioneren in zulk een gewijzigd bibliotheeklandschap?We creëerden we tal vanaandachtspunten: vorming en coachingvan het bibliotheekpersoneel, doelgroepenwerking,samenwerking met andereactoren uit het veld, aanpassen van decollecties…Uitdagingen op het vlak vanpersoneelsbeleidDe belangrijkste taak van bibliotheekmedewerkersis altijd deze vaninformatiebemiddelaar geweest. Talvan maatschappelijke evoluties hebbener voor gezorgd dat de vereiste competentiesen vaardigheden niet meer voldoendewaren om optimaal te kunnenfunctioneren in de Vilvoordse bibliotheek.Klantvriendelijkheid werd niet alleen eenprioriteit maar een absolute vereiste.Daarenboven moesten onze medewerkerskunnen omgaan met (allochtone)jongeren, die de bibliotheek als net ietsmeer zagen dan een overdekte boekenkast.Het personeel was enorm gestresseerd,werd daardoor agressief en zeerrepressief. Het antwoord van de jongerenwas : provocatie én nog meer overlast. Denieuwe personeelsleden die er ondertussenzijn bijgekomen werden uiterst zorgvuldigop hun sociale vaardighedengescreend. De andere medewerkersworden gecoacht in functievan het ontwikkelen of verbeterenvan hun sociale vaardigheden.De samenstelling van de uitleenteamsgebeurt op basis van hetconcept ‘homogeen team’.Medewerkers die geregeld problemenhebben met jongerenkrijgen een buddy naast zichdie model staat voor hoe je jemoet gedragen naar jongerentoe. Deze buddy’s interveniërenook bij conflictsituaties.Uitdagingen op het vlakvan jongerenbeleidErvaring leert ons dat de zogenaamdejongerenoverlast daalt naarmate er meervolwassen allochtonen in de bibliotheekaanwezig zijn. Wij doen als bibliotheekdan ook ons uiterste best om deze mensenhun weg te laten vinden naar debibliotheek.Via de activiteit rond 2-jarigen “Naarde bib, mee vanaf twee” hebben weheel wat allochtone families bereikt.We bevoorraden de lagere scholen,door middel van boekenpakketten, metnieuwe verhalende en informatieve boeken.Via dit kanaal bereiken we op eenindirecte manier de ouders en zo komenook zij uiteindelijk in de bibliotheekterecht. De aankoop van twee Arabischedamesbladen (Turkse bladen volgen)heeft voor een forse toename gezorgdvan allochtone moeders in de bibliotheek.Veel allochtone jongeren kunnenthuis niet over een computer beschikken.Wij bieden computers aan zodat ookdeze jongeren hun computervaardighedenkunnen ontplooien én hun schooltakenkunnen maken. We hebben studieruimteningericht voor jongeren die thuisgeen mogelijkheid hebben om rustig tekunnen studeren. De zogenaamde hangjongerenhebben in de bibliotheek rechtop een hangplaats. We hebben, ook metde jongeren zelf, afspraken gemaakt datde verdiepingen stiltezones zijn. Op hetgelijkvloers hebben ze de gelegenheidom zich wat meer te ‘profileren’. We houden,in de samenstelling van de collecties,rekening met alle gemeenschappen.Een deel van onze jobstudenten is vanallochtone afkomst.Huidige toestandWe hebben sinds enkele jaren een bijzondermoeilijke maar tegelijkertijd ookboeiende weg afgelegd. We zijn er algedeeltelijk in geslaagd om die hangjongerendeelgenoot te maken van debibliotheek. We hebben er een plaatsvan gemaakt waar ze worden gerespecteerd,waar ze antwoorden krijgenop hun talrijke vragen, waar ze in aanrakingkomen met de nieuwste media enactuele materialen. We zijn in hun leefwereldeen vrij positief begrip gewordenen dus ook een hangplaats, een ontmoetingsplaats.Hetzelfde geldt voor oudersen familie van de jongeren. Zij zien debibliotheek meer en meer als een veiligeontmoetings-, ontspannings- en studieruimtevoor hun kinderen. We blijven verderwerken aan het relevant uitbouwenvan de collecties en het verdiepen vande contacten met alle gemeenschappenen organisaties.36 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


Het cijfer / Het plan95Op 3 maart 2009 deed zich in Keulen,wellicht als gevolg van werken aan eennieuwe metrolijn, een plotse grondverzakkingvoor. Van het gebouw waarin hetstadsarchief gevestigd was, bleef enkelpuin over. Twee personen kwamen om.Het Keulse stadsarchief bewaart ca. 30kilometer archief, de oudste stukkendateren uit de 9e eeuw. Onmiddellijk nade ramp bestond de vrees dat het grosvan de bijzonder rijke en ook voor onzegewesten belangrijke archiefcollectiesreddeloos verloren was. Toch werd er snelvan start gegaan met een door de plaatselijkebrandweer geleide, technisch delicatereddingsoperatie. Mede dankzij hulpvan vele vrijwilligers was een klein jaarlater alle puin geruimd en liefst 85 % vande collectie geborgen. De rest van de collectiesmoest onder water gezocht worden.In augustus 2011 was in totaal 95 %teruggevonden. 35 % van de stukken liepbijzonder zware schade op. De restauratiezal naar schatting 30 tot 50 jaar duren. Deontsluitingsinstrumenten, die alle geredkonden worden, vormen de ruggengraatvan het grootschalige restauratie- en digitaliseringsproject.Tegen 2017 moet hetstadsarchief ondergebracht worden ineen gloednieuw archiefgebouw. Voor degebruikers wordt ondertussen een digitaalarchief uitgebouwd.De totale kost wordt geraamd op 1 miljardeuro. Toch zijn er ook positieve effecten.De grootschalige restauratienoden leiddentot innovatie en de oprichting vaneen omvangrijk restauratie- en digitaliseringscentrumin Keulen. Bovendien zijnzowel stadsbestuur als bevolking zichmeer bewust van het nut en het belangvan het stadsarchief. Er wordt nu nagegaanwie juridisch verantwoordelijk is. Deresultaten worden tegen mei 2014 verwacht.De nieuwe metro moet nog evenwachten.Gerd De Coster, SOMA> http://www.stadt-koeln.de/5/kulturstadt/historisches-archiv/Nieuw RijksarchiefGentHet huidige Rijksarchief is sinds het einde van de 19e eeuwgevestigd in het Geraard de Duivelsteen. Om diverse redenenwerd uitgekeken naar nieuwe huisvesting in de binnenstad. Alslocatie is gekozen voor het terrein in de Bagattenstraat 43. Desite is vlot bereikbaar met het openbaar vervoer en ligt vlakbijde universiteitsgebouwen waar onder andere de vakgroepgeschiedenis is ondergebracht.Het nieuwe gebouw is een ontwerp van architectenbureauRobbrecht en Daem in samenwerking met Arch. & TecoArchitecture and Planning. Het presenteert zich vanuit deBagattenstraat als een gesloten blokvormig volume, waarin dearchieven veilig afgeschermd van het zonlicht worden bewaard.Het lagere achterliggende volume, met de leeszaal en de burelen,weerspiegelt de hoogte van de bebouwing in de omliggendestraten. De verhoogde inkomzone fungeert als sokkel vanhet nieuwe gebouw. De in glas uitgevoerde ingang loopt uit ineen continue transparante horizontale strook die als een wikkelrond het gebouw loopt. Omwonenden krijgen zo een inkijkin de werking van het Rijksarchief. Als een verwijzing naar dedoelstelling van het Rijksarchief om archieven te bewaren enbeschikbaar te stellen, worden op de gevel betonnen legbordengeplaatst. Een deel van het archief is ondergronds gehuisvest,waardoor achteraan ruimte vrijkomt voor een klein stedelijkplein.In de depots is plaats voorzien voor 40 strekkende kilometer.Het nieuwe Rijksarchief zal fungeren als bewaarplaats voor dearchieven van zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijkearchiefvormers die gevestigd zijn of waren in de provincie Oost-Vlaanderen. Naast de acht kilometer archieven die in het huidigedepot in Gent worden bewaard, zullen meer dan zeventien kilometerarchieven van Beveren naar Gent worden overgebrachtom de collectie te vervolledigen. Het gebouw wordt in de eerstehelft van 2014 opgeleverd.Foto: © Robbrecht en Daem i.s.m.Arch & Teco Architecture and Planning - G2 Architectural Graphics.<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 37


kroniekVerslag artlibraries.net General MeetingSeptember 2012 - ParijsEind september 2012 was er een 5eAlgemene Vergadering van de bibliothekenvan Artlibraries.net (ALN),samen met de projectgroep vanFuture of Art Bibliography (FAB)in Parijs. Artlibraries.net (vroegerVirtueller Katalog Kunstgeschichte) iseen internationaal portaal voor catalogivan kunstbibliotheken, waarbijde gebruiker meerdere catalogi tegelijkkan doorzoeken (http://artlibraries.net/index_en.php).In september2012 telde de catalogus ca. 12 miljoenrecords afkomstig van een 90-talEuropese en enkele Amerikaansebibliotheken, incl. records van GoogleBooks en HathiTrust Digital Library.Technisch gezien heeft het systeemechter zijn maximale capaciteit bereikt,zodat men meerdere alternatievenis gaan aftoetsen (zie Art LibrariesJournal 36(2011)3).Het FAB-project van zijn kant is inapril 2010 ontstaan als reactie op hetstopzetten van de Bibliography of theHistory of Art (BHA) door het GettyResearch Institute. Hierbij luidde devraag of er bij onderzoekers nog welnood was aan een bibliografie als deBHA en of men deze zou kunnen vervangendoor een gelijkwaardige tool.Een gedeeltelijk antwoord daaropwas Artlibraries.net, de metacatalogusals kunstbibliografie. Sindsdienzijn beide groepen nauw gaan samenwerkenom enerzijds de technologievan Artlibraries.net te vernieuwen enanderzijds de metacatalogus uit tebreiden tot een portaal van gedigitaliseerdebronnen en een webarchiefvoor e-publicaties. Beide pistes wordennu nog steeds bewandeld, en devergadering had als doel hier verderduidelijkheid rond te scheppen.Het eerste luik van de bijeenkomstkwam meer vanuit de FAB-groepen ging over het online publicerenvan documenten van kunsthistorischbelang. Het Getty Research Portalstelt klassieke kunsthistorische tekstenuit het publieke domein ter beschikking,nu zo’n 20.000 items gedigitaliseerddoor verschillende bibliotheken.De NYARC-bibliotheken (New York ArtResources Consortium) zoeken methet project ‘Reframing Collections’ uithoe ze de inhoud van geselecteerdewebsites en digital born documentenkunnen bewaren, met specifieke maarefemere informatie, zoals vaak hetgeval is bij websites van bijv. kunstenaarsof veilinghuizen. Olivier Bonfaitschetste hoe de ideale zoekmachinevoor kunsthistorici er uit zou moetenzien.Het tweede luik was de algemenevergadering van ALN. Na een inleidendelezing over digitale bibliothekenwereldwijd, gaf Jan Simane deevolutie van Artlibraries.net en deFAB-groep en hun gezamenlijke doelstellingenweer. Daarna stelde OCLC demogelijkheid voor van een disciplinespecificdiscovery in WorldCat, waarbijde zoekresultaten gefilterd wordenen enkel resultaten uit de opgenomenALN-bibliotheken weergegeven. Eenproefproject ‘Art Libraries in WorldCat’is lopende, met 14 bibliotheken uit ALNen 18 andere die reeds in WorldCatopgenomen zijn. Bedoeling is dezecatalogus geleidelijk uit te breiden naarde andere ALN-bibliotheken en te verrijkenmet data van andere online bronnen(cf. FAB). Het model moet nogtechnisch verfijnd worden en praktisch(financieel) verder uitgewerkt, maar ditlijkt alvast een valabele piste naar detoekomst toe. Pas in een later stadiumzouden ook nieuwe bibliotheken kunnentoetreden.Na een paneldiscussie werd de dagafgesloten door Martine Poulain vande bibliotheek van het INHA (InstitutNational d’Histoire de l’Art). Zij verteldeover de samenwerking tussen deParijse kunstbibliotheken en de gezamenlijkeprojecten die zij aangegaanzijn, m.n. rond collectievorming, digitaliseringen opleiding. De derde dagwas er gelegenheid tot het bezoekenvan de bibliotheek van het INHA, nu ineen vleugel van de oude BibliothèqueNationale, en van de bibliothekenvan het Musée du Quai Branly enhet Centre Pompidou. De internationalesamenwerking tussen FAB enArtlibraries.net is een mooi voorbeeldvan hoe de wereldwijde crisis de kunstenerfgoedsector treft en hoe hieruitnieuwe initiatieven kunnen groeien.Ingrid De PourcqOB Balen. Foto’s: Benoit Vermeeren.38 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


kroniek<strong>VVBAD</strong>-studiereis: The secret of their success27 november 2012 - Balen, GenkOm de twee jaar organiseert de vakgroepJeugdbibliothecarissen vande <strong>VVBAD</strong> een studiereis i.p.v. eenstudiedag. De laatste jaren zijn westeeds over de grens gaan kijkenrichting Nederland. Dit jaar dachtenwe: waarom niet in Vlaanderenblijven. We stelden ons de vraagwaarom de bib van Balen uitgeroepenwas tot ‘Beste bibliotheek vanVlaanderen’ en dan was er nog debib van Genk met de werking naarjongeren toe, zowel tijdens hun vrijetijd als op school.Dinsdag 27 november was het zover.Spijtig genoeg waren ondanks de goedevoorbereiding de treingoden niet metons en zijn we met vertraging vertrokken.Daardoor kwamen we een beetje in tijdnood.De bib van Balen is samen met verschillendeculturele instellingen zoals dejeugddienst, toerisme, cultuur, senioren,welzijn en gezondheid gevestigd in hetvrijetijdscentrum ‘De Kruierie’, met aanhet hoofd een cultuurfunctionaris. Hunslogan is “1+1 = 3 de Kruierie”. Er werkenin het totaal 30 personen die over drieteams verdeeld worden. Je hebt het teamJeugd: zij zorgen ervoor dat van 10.00 u.tot 20.00 u. de centrale infobalie bemandwordt; het team Bibliotheek; het teamvoor de activiteiten. Er wordt één begrotingopgemaakt, één activiteitenkalender(vraagt goede afspraken). De lokalen zijnpolyvalent. Het leescafé is open van 10.00u. tot 20.00 u. Daar vind je ook de kranten,de tijdschriften,WIFI, een speelhoeken fundels( = meer open dan de bib).De bibliotheek op zichzelf is qua indelingeen klassieke bib. Ze gaat open om14.00 u. maar men zou dit wel willen veranderen.Iedereen moet langs de zelfuitleen,deze werd positief onthaald doorde klanten (alle klassen kregen ook eenintroductie). Er zijn altijd twee personeelsledenaanwezig waarbij je terechtkunt. Er heerst een zeer klantvriendelijkregime: kaart niet bij, men kan toch uitlenen;bij een discussie heeft de klant altijdgelijk; de beschadigingen worden nooitaangerekend; er wordt ver meegegaanbij een vraag van een klant — doorverwijzennaar een andere bib (personeelbelt rond of materiaal aanwezig is). Er isgekozen voor een genreopstelling. Ze willennog veranderingen aanbrengen zoalshet opknappen van het gedeelte waarnu de leeszaal is (deze verdwijnt dan). Erwordt soms gewerkt met vrijwilligers (deboeken stonden heel keurig). De bewegwijzering gaan ze ooknog aanpakken.In Balen zijn enkel kleuter- en lagere scholen aanwezig. Erkomen vier scholen naar de bib. De andere negen scholenworden per bibauto bezocht. Telkens worden de bakken metnieuwe boeken gevuld die dan ter plaatse uitgeleend wordenmet een laptop. Eén personeelslid is verantwoordelijk voor descholenwerking. Op vraag van de scholen kunnen er pakkettenklaargemaakt worden. Na een bevraging bij de leerkrachtenblijft men de pakketten van ‘de Rode Draad’ gebruiken (wordenvernieuwd waar nodig). De scholen van Balen moeten deze bijhet begin van het schooljaar reserveren (uitleentermijn is ééntrimester). Ze hebben ook lege logeerkoffers die je zelf kuntvullen (voor scholen en ouders). De introducties worden gegevenvoor de derde kleuterklas, het eerste leerjaar en het vierdeleerjaar. Er is een samenwerking met de Kempense bibliothekenvoor Bibwijzer. Bébé bags zijn enkel uitleenbaar door onthaaloudersen kinderopvang.Enkele bemerkingen in Balen gehoord: Waar gaat de bib naartoe?Wat is nog een bib in de toekomst? Moet de bib in de toekomstnog zelf organiseren- het is niet belangrijk wie er organiseert.De centrale balie en jeugdbib zijn belangrijk. Een goedesamenwerking met de jeugddienst is nodig.Waarom Balen verkozen werd als de beste bib van Vlaanderenvolgens de bibliothecaris:• klantvriendelijkheid: staat heel hoog in het vaandel;• presentatie: de collectie actief aan de man brengen;• samenwerking: daardoor zal de bib blijven bestaan andersheeft ze geen toekomst meer.Na een korte busrit en een lekkere broodjeslunch kregen weeen rondleiding in de bib van Genk. De bibliotheek is in het centrumgelegen en is architecturaal een hoogstandje. De inschrijvingenzijn tot 25 jaar gratis. Dit heeft tot gevolg dat er meerjongeren (12-25 jaar) dan kinderen ingeschreven zijn. De bib iszeer laagdrempelig — men weet soms niet dat men reeds in debib is omdat de stenen van het plein doorlopen in de inkomhal.De achterliggende gedachte was om een ontmoetingsruimtete creëren. Voor mij, als buitenstaander, is het nog steeds eenprachtige bib maar na vier jaar duiken de voor- en nadelen omer in te werken op. Door die open structuur krijgt men te makenmet hangjongeren omdat er geen barrière is ingebouwd. Menoverweegt nu om de ingang te verplaatsen. Er zijn ook geenlockers en geen vestiaire voorzien. LOCUS doet een onderzoeknaar hangjongeren en probeert oplossingen te bedenken. Debib is niet bij de pakken blijven zitten en werkt met anderepartners om de jongeren bezig te houden. Zo kunnen er nu ookgames ontleend worden. De bib is niet de organisator en zoektsteeds partners. De stille ruimte om te studeren is veel te kleinen andere tafeltjes in de bib zijn niet echt bruikbaar omdat hetgeluid door heel het gebouw weerklinkt. Er is ook een computerlokaalmet vijftien schermen (1u/dag) + WIFI. Voor het hogeronderwijs heeft de bib ook databanken aangekocht. Voor deeerste en de tweede graad van het middelbaar heeft men eenbibspel laten ontwikkelen. (voor de derde graad is het nog inde maak).Lees verder p. 40<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 39


kroniekVervolg van p. 39Aangezien de uitleningen van de muziekafdeling daalden waser een mogelijkheid om afdelingen te verhuizen. De jongerenromanskomen nu op de volwassenenafdeling te staan. Dejeugdafdeling op de benedenverdieping was veel te klein enkrijgt er nu ruimte bij. Ze zijn nog volop bezig om de collectiete spreiden en speelse elementen aan te brengen. Midden in dejeugdafdeling is er een mooi verteltheater. Het wordt gebruiktbij klasbezoeken en er zijn ook vrijwilligers om voor te lezen opwoensdag en zaterdag voor kindjes vanaf vier jaar (zonder moeders).De stad telt 22 basisscholen die om de vier weken dooreen bibliobus bezocht worden. Voor al de leerjaren is er eenprogramma uitgeschreven. Dit jaar is er voor de oudste kleutersde tentoonstelling van Lotje. Het eerste leerjaar krijgt in januarieen introductie. Voor het tweede leerjaar maken ze tijdens deJeugdboekenweek een tentoonstelling van vijf illustratoren. Hetderde leerjaar krijgt meer uitleg over fictie. Voor het derde envierde is er ook nog een leesbevorderingsproject ’Bomster’. Inhet vijfde krijgen ze een intro over ZIZO. Voor vier, vijf en zesworden er auteurslezingen aangeboden. De scholen kunnen zichhiervoor inschrijven voor het einde van het schooljaar.Als afsluiter hadden we Mattias De Leeuw, een jonge illustrator,uitgenodigd. Hij vertelde ons hoe hij door de samenwerkingmet kinderen zijn eerste boek De steltenloper gemaakt heeft.Daarna mochten we even proeven van zijn tekeningen voorDertien rennende hertjes van Edward van de Vendel. Een leukeafsluiter van een interessante dag.Simone JanssensStudiedag: Game on!29 januari <strong>2013</strong> - LeuvenGames in een openbare bibliotheek?Uiteraard, zegt de bib van Niel. Netzoals veel andere bibliotheken willenwij een brede digitale collectie uitbouwen.De studiedag ‘Game on’, op29 januari <strong>2013</strong> georganiseerd doorde <strong>VVBAD</strong>, was dan ook een uitgelezenkans om kennis te maken metéén aspect van de digitale collectie:games.Omdat ik zelf geen gamer ben (met occasioneelgetokkel op de gsm als uitzondering),vertrok ik met veel praktischevragen naar de studiedag: Hoe start jeals niet-gamespecialist aan de collectievorming?Met welke games bereik je jedoelgroepen? En welke platformen biedje aan?De dag begon met wat theorie. FrederikVan den Bosch, doctoraatsonderzoekeraan het Centre for Cinema and MediaStudies, toonde in de eerste lezing vande dag aan dat de gamewereld sinds dejaren zeventig een sterke evolutie heeftgekend. De traditionele hardcore gamersdie vaak alles kochten wat er op de marktverscheen, zijn deels vervangen door eenbreder publiek dat minder snel naar dewinkel stapt. Door de economische crisisnemen producenten bovendien steedsminder risico’s. Dat heeft tot gevolg dat ermeer geld wordt gestopt in mainstreamgames en minder geld in games die uitde band springen. Als reactie hierop verschijnener heel wat indie games, diedoor een klein bedrijfje voor weinig geldgeproduceerd worden maar wel vaakkwaliteitsvol zijn.Deze lezing riep een interessante vraagop. Als bibliotheken een evenwichtigecollectie willen aanbieden, dan moetenze zowel aandacht hebben voor de mainstreamgames als voor de indie games.Maar hoe ga je als bib dan te werk? Enkan je dat als (kleine) bib in je eentje klaren?OB Genk. Foto: Ivo Hendrikx.Een mogelijk antwoord op deze vraagwerd gegeven door Jürgen Van Lerberghe,collectievormer games van de openbarebibliotheek van Kortrijk. In mei <strong>2013</strong> startKortrijk met een permanente gameroom.Bezoekers kunnen zich met een spelconsoleuitleven aan een LCD-scherm,maar ze kunnen ook kennis maken meteen aantal indie- en studentgames dieJürgen speciaal voor hen selecteert. Eenmooi initiatief, maar erg tijdrovend en nietvoor elke bib realiseerbaar. Tenzij we een40 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


kroniekVlaams gameplatform uit de grond stampendie dit initiatief verder uitwerkt.Jürgen van Lerberghe was net als zijncollega’s Ilse Depré (OB Leuven) en TimMerckx (OB Puurs) naar de studiedaggekomen om de gamewerking in hunbibliotheek uit te doeken te doen. Overhet waarom van games was weinig discussie.Met games bereik je een nieuwpubliek. Maar het publiek dat je aantrekt,verschilt van bib tot bib. Kortrijkverwelkomde voornamelijk adolescentenen volwassenen, terwijl Puurs veeljonge gezinnen aantrok. Daarnaast dragengames effectief bij tot sociale cohesie:mensen spelen samen games. Entot slot maken games de bib ook ‘cool’:ze bewijzen dat de bib niet blijft staan,maar mee evolueert.Welke platformen en games je aanbiedt,hangt af van je (potentiële) bezoekers.Je kan dit op voorhand toetsen door— eventueel in samenwerking met anderebibiotheken — tijdelijk een mobielegameroom te huren. Zo ontdek je welkpubliek jouw bib met games aantrekten welke games het populairst zijn. Wilje een breed publiek aanspreken, danbied je best zowel pc-games, consolegamesals handheldgames aan. Pc-gameshebben als nadeel dat je ze vaak maarop één computer kan spelen. Een oplossinghiervoor zijn online platformen (bijv.Steam) waarbij je tegen betaling gamesdownloadt die gebruikers altijd en opelke computer kunnen spelen. Consoleshebben dan weer meer kindvriendelijkegames, maar niet iedereen heeft thuis eenconsole staan.Ondanks de heldere uiteenzettingenvan de sprekers, was er aan het eindevan de dag toch nog onzekerheid. Hoemaak ik mezelf wegwijs in de gamewereld?Jürgen van Lerberghe had enkelenuttige tips (test zelf games uit, bekijktrailers op YouTube), maar er is noodaan meer begeleiding én samenwerking.Zo stelde Stefaan Froyman voorom Kenniskantoor te gebruiken als verzamelplaatsvoor bronnenmateriaal enervaringen. Daarnaast pleit hij ook voorde oprichting van een Vlaams gameplatform.Door samen te werken vergrotenwe onze deskundigheid en bieden weeen antwoord op de onzekerheid die nogbestaat over dit ‘nieuwe’ medium.Liesbet-Ann Verbruggen<strong>VVBAD</strong>-studiedag ‘We like to move it !’1 februari <strong>2013</strong> - Erasmushogeschool BrusselVeranderen, innoveren,aanpassen,…In elke bibliotheekzijn het de ordewoordenvan dedag. En wie veranderenzegt, denktal gauw aan verbouwenen bijgevolgook aan verhuizen.Rond dit bredethema van hetverhuizen van collectiesen personeelorganiseerdede sectie Hogeschoolbibliothekenvan de <strong>VVBAD</strong> opvrijdag 1 februarieen, met ca. 50deelnemers, drukbijgewoonde studiedag.Johan Poukens, dieals gastheer van deErasmushogeschool de dag inleidde, zette al meteen de toon:De Erasmushogeschool is een hogeschool in beweging: diversevestigingen werden in de loop der jaren samengebracht en ditging ook hier gepaard met verplaatsingen van collectiematerialenen het bijhorend personeel. In welke sector ook de sprekersactief waren, telkens kwamen dezelfde kernpunten in delezingen naar voren: Planning, Communicatie en opportuniteit.Zonder planning loopt elke verhuisbeweging in het honderd,zeker als je niet meteen naar je definitieve stek kan verhuizenmaar eerst voor langere of kortere tijd een tussenstop moetmaken in een tijdelijk onderkomen. Ingrid Lemaire gidstede aanwezigen door het hele proces dat de HoofdstedelijkeBibliotheek Brussel uiteindelijk van de Munt, via de Prinsenstraatnaar het nieuwe Muntpunt leidde. Dat planning essentieel is,maakte ze ook duidelijk met tientallen rekenbladen, overzichten,werkplanningen, e.d. Iets waar ze aan de UniversiteitsbibliotheekGent ook van mee kunnen spreken. Daar wordt de verhuis voorbereidvan tientallen kilometers boeken en erfgoedcollectie uitde Boekentoren naar een ondergronds magazijn dat momenteelnog wordt gebouwd. Liesbeth van Melle verduidelijkte datdaar liefst 119 deelcollecties op formaat moeten herschikt worden,met niet alleen een fysieke verhuisbeweging, maar ook eencomplete backofficeoperatie (catalografie, hernummering, etc..).Een huzarenstukje dat tegen 2017 afgerond moet worden doorhet terug verhuizen van een deel van de collectie naar de dangerenoveerde Boekentoren. Een minder omvangrijke bewegingwordt voorbereid door Saskia Scheltjens van de faculteitsbibliotheekLetteren en Wijsbegeerte van de Universiteit Gent.Vol enthousiasme stelde zij de plannen voor hun gefaseerdeverhuisbeweging voor.Lees verder p. 42<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 41


kroniek / recensiesVervolg van p. 41Veronique Rega van de Universiteitsbibliotheek Antwerpen, konmet haar verhaal van een even grote, maar intussen succesvolafgeronde verhuisoperatie, de Gentse collega’s wat moed geven.De stadscampus van de Universiteit Antwerpen, afgerond eind2007, kende een even gefaseerde en gefragmenteerde verhuis,maar ook hier was planning de kern om de operatie succesvolaf te ronden.Communicatie is echter minstens even belangrijk in het heleproces. Het gaat immers niet enkel om het materieel verhuizenvan boeken, tijdschriften, rekken, kasten. Een bibliotheekkrijgt maar vorm door de personeelsleden die voor de dienstverleninginstaan. Open communicatie over wat hen te wachtenstaat (zelfs als er nog niets bekend is), is dan ook cruciaal omde neuzen in dezelfde richting te krijgen. Desondanks zullen eraltijd tegenstanders of dwarsliggers zijn. Advies van de sprekers:neem hen serieus, houd rekening met hun opmerkingen waarmogelijk, maar laat je planning niet door hen bepalen.Erika Meel (HUBrussel) en Sofie Vandroemme (Hogent) deeldenhun ervaringen bij de verhuis of reorganisatie van hunbibliotheken, met nadruk op de personeelsaspecten.Of de sprekers de reorganisaties die ze achter de rug of nogvoor de boeg hebben, opnieuw zouden doen, lieten ze nietweten, maar zeker is dat ze een verhuis/reorganisatie niet alseen lijdensweg, maar eerder als een opportuniteit zagen. In hetFelixarchief Antwerpen werd dit heel duidelijk volgens WernerPottier. Daar greep men de verhuis aan om de collectie in beterecondities te bewaren en om de dienstverlening meteen ook kritischte bekijken. Doen we wel wat de gebruiker verwacht, kunnenwe het meteen maar anders of beter gaan organiseren,.. Aande Universiteit Antwerpen uitte zich dat in een gebruiksvriendelijkeropstelling van de collecties, aan de Universiteit Gent zaldit dan eerder resulteren in het beter bewaren van de collectiesen het verbeteren van de kwaliteit van de ontsluitingssystemen.Met verhuizen ben je echter nooit klaar, zoals uit meerdere lezingenbleek. In veel gevallen vormen de voorgestelde verhuizingenmaar een fase in een grotere reorganisatie van de bibliotheeken haar moederorganisatie. Gezien de reorganisaties diein het hoger onderwijs op het programma staan voor <strong>2013</strong> envolgende, is er dus zeker voldoende stof tot nadenken.Stijn MeerssemanBronnen zoeken,vinden en verwerken,online/offline: metonderzoeksvoorbeeldenvoor diverse(bedrijfs)economischedomeinenSinds er meer aandacht is voorinformatievaardigheden in hethoger onderwijs verschijnenook met de regelmaat van deklok boeken hierover. Vaakvinden ze hun oorsprong incursussen op één of anderehogeschool of universiteit.Dit geldt ook voor dit boek,dat zijn thuisbasis heeft aande Hogeschool Gent en wel inde economische opleidingen.De vele auteurs ervan zijn lectorof toch op één of anderemanier aan deze hogeschoolverbonden.Uiteraard is het een goedezaak dat een boek eerst inde praktijk getest wordt opzijn bruikbaarheid, maar hieren daar ervaren we de verbondenheidmet één hogeschooltoch ook een beetjeals een nadeel. Zo beperkende besproken bronnenzich meestal tot diegenedie aan de Hogeschool Gentbeschikbaar zijn en zo lezenwe bijv. op p. 276 ook alsopdracht: “Zoek in de catalogusvan de bibliotheek van deHogeschool Gent [enz.]”, watuiteraard weinig relevant isals je dit boek in een anderecontext wil gebruiken. In feiteis het hele boek ook vooralgericht op de werkzaamhedendie een student moet ondernemenom een eindwerk teschrijven — zoals blijkt uit heteerste hoofdstuk — waardoorde voornaamste drijfveer omdit boek te gebruiken wellichtwegvalt in hogescholen waarde opleiding niet meer met hetvoorleggen van een eindwerkafgesloten wordt.Het boek bevat drie grotedelen: wetenschappelijk werken informatie, domeinspecifiekeinformatiebronnenen onderzoeksvoorbeeldenen oefeningen. In het eerstedeel hebben de auteurs hetover informatievaardighedenen informatieverwerkingin het algemeen. Daarbij leggenze begrippen als booleaanseoperatoren, wildcardsen truncatie uit. Soms gaanze daarbij nogal vlug te werk.Zo worden een aantal begrippenzonder veel uitleg gepresenteerd.Op p. 44-45 is erbijv. sprake van een citatieindexmet verwijzing naar eenparagraaf 2.4.2, die er dan nietis, en Open Access Journals,waarover verder ook niets temelden blijkt. Op p. 48 lezenwe nog dat EBSCO “de mogelijkheidom je zoekresultatenmet een thesaurus te verfijnen”heeft. Laat ons hopen dat delector die dit boek als handboekhanteert, zich de moeitegetroost om dit dan te verduidelijken.De ervaring leert datook vele lectoren helemaalniet weten wat een thesaurusis of hoe je die bij een databankopzoekinggebruikt.Het tweede deel geeft eenoverzicht van de verschillendedeeldomeinen van de economischestudies, met hun specifiekepapieren en elektronischebronnen. Telkens gevende auteurs een beknopt overzichtvan wat de verschillendevakken, zoals accountancy,finance of fiscaliteit omvatten.Op zich is dit verhelderendvoor niet-economiestudenten,maar de vraag kantoch gesteld worden of studentenuit economische richtingen,voor wie dit boek tochbedoeld is, een dergelijk overzichtnodig hebben. Mogenwe dan niet aannemen datze in hun andere vakken voldoendeleren wat marketingof bestuurskunde dan wel is?42 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


ecensiesDe lijsten naslagwerken, tijdschriftenen databanken naieder stukje zijn anders welzeer relevant voor wie eenchecklist zoekt voor zijn basiscollectieeconomie. Alhoewel:bij de databanken staat hieren daar wel eens een keertjete veel een zeer algemenebron vermeld als zijnde specifiekvoor dit of dat vakgebied,bijv. Web of Science ofGoogle Scholar. Over die laatstelezen we dan op p. 209dat het “een alternatief voorWeb of Science” is, maar minderuitgebreid. Hiermee wordtin feite aan beide onrechtgedaan.Het derde deel beschrijfteen aantal onderzoeksvoorbeelden,waarbij de nadrukligt op de methodologie vanhet opzetten van het onderzoeken eigenlijk niet op demanier waarop bronnendaarbij gezocht, gevondenof verwerkt worden. Je doeteen oriënterende literatuurstudieen daaruit blijkt danéén of ander en in een laterefase doe je een grondige literatuurstudieen daaruit blijktdan misschien nog wat anders,maar hoe je precies beslistwelke documenten relevantzijn voor je onderzoek, hoe jeje literatuur uitbreidt rekeninghoudend met het evenwichttussen precisie en recall e.d.m.wordt nergens verduidelijkt.Er zitten een aantal zeergoede aanzetten in dit boeken graag had ik dan ookdat ze meer tot hun rechtkwamen. Zo is er op p. 71 issprake van informatie zoekenvia social bookmarking, en ditonderwerp verdient echt welmeer uitleg dan een halvepagina. Een ander voorbeeld:op p. 25 wordt gesteld datde keuze van een goede titelvoor je paper belangrijk is enopgesomd wat de algemenekenmerken van zo’n goedetitel zijn, maar je zou hier echtwel een paar voorbeelden willenvan een gelukte of mindergelukte titel en enige besprekingervan. Ook zou ik willendat één of meer voorbeeldenvan concrete opzoekingengegeven worden, met duidelijkeschermafdrukken. Inhoofdstuk 2 staan wat schermafdrukkenvan databankenen catalogi, maar ze zijn teklein en te vaag — een algemeeneuvel in boeken van ditformaat. Zoiets kun je alleenmaar goed tot zijn rechtlaten komen in een boek opA4-formaatKortom: dit boek is te dik(door de vele onnodige inleidingentot allerlei economischedisciplines) en te dun(door het ontbreken van uitlegover datgene waarover heteigenlijk zou moeten gaan).Minder tekst, meer voorbeeldenvan hoe je bronnen zoekten evalueert met duidelijkeschermafdrukken en dan ookeen groter formaat zoudende inspanningen van de veleauteurs beter tot hun rechtlaten komen.Piet De Keyser> Bronnen zoeken, vinden en verwerken,online/offline: met onderzoeksvoorbeeldenvoor diverse (bedrijfs)economische domeinen / redactie,Daniël Coninckx, Luc van Ootegemen Elsy Verhofstadt. – Leuven:LannooCampus, dep. 2012. – 289 p.:ill. – (Campus handboeken). – ISBN978-90-014-0089-3: 16,99 €toepassingVan digitale boekenkast tot virtuele leesclubIlse Depré, De Bib LeuvenHoe zou het nog zijn met Librarything, één van de bekende 23 Dingen? Dankzij dit netwerk kan je je boekencollectieonline bijhouden, boeken bespreken en waarderen. Via de virtuele boekenkast van gebruikersmet een gelijkaardig leesprofiel kan je dan weer nieuwe werken en auteurs ontdekken. Librarythingheeft geen app, maar wel een afgeslankte mobiele versie via www.librarything.com/m. Enkele andereapps maken wel gebruik van deze boekendatabank, zoals iRecommend, dat net zoals Bibliotheekportalenleestips geeft op basis van een ingegeven titel.De laatste jaren zijn er heel wat van dit soort sociale boekentools ontwikkeld. Een aanrader is Goodreads,dat vorig jaar de kaap van tien miljoen gebruikers overschreed. Net zoals bij Librarything laat deze toolje toe om je eigen virtuele boekenplanken te vullen met titels, om je gelezen boeken te categoriseren,beoordelen en bespreken. Maar het is vooral de sociale kant die Goodreads zo interessant maakt: jekan zien wat je vrienden lezen, je krijgt automatisch aanbevelingen op basis van je leesprofiel, kan lijstjesamenstellen en delen met anderen, en in discussie gaan met medegebruikers van over de hele wereldvia fora en groepen. Je kan je Goodreads-bibliotheek snel en eenvoudig beheren via de browser (www.goodreads.com) of via een handige app voor iOS of Android.> Meer info en nuttige app: http://bibidee.blogspot.com<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 43


PersonaliaSinds 1 januari <strong>2013</strong> is Inge Van Bamisaan de slag als archivaris van degemeente Sint-Pieters-Leeuw. Ze studeerdegeschiedenis van de NieuweTijd aan de Katholieke UniversiteitLeuven en behaalde vorig jaar eenmaster in de archivistiek aan de VrijeUniversiteit Brussel. Na haar studieswerkte ze korte tijd voor deWelzijnskoepel West-Brabant waar zeinstond voor het archiefbeheer van tien OCMW’s. In Sint-Pieters-Leeuw neemt ze de fakkel over van Evert Smolders.Sinds 15 oktober 2012 is InnekeDaghelet aan de slag in het Foto-Museum Provincie Antwerpen. Eindjanuari zal ze Luc Salu opvolgen alsbibliothecaris. Voordien werkte Innekein de bibliotheek van het KoninklijkConservatorium Antwerpen (Artesis)als bibliotheek- en erfgoedmedewerker.Haar hoofdtaak bestond uit deretrocatalografie van de historischecollectie en deze collectie kenbaar maken bij het grote publiek,onder meer via hetboekspreekt.be. Als bibliothecaris van hetFotoMuseum kan Inneke aan de slag met een collectie en eenarchief die toonaangevend zijn in het vakgebied, wat ze dan ookmet veel enthousiasme zal doen.Personaliaberichten zijn welkom via meta@vvbad.beSinds 1 januari is Willem Kolpa werkzaamin het documentatiecentrumvan het Provinciaal Veiligheidsinstituut(PVI) in Antwerpen. Na zijn bibliotheekopleidingin Den Haag werkte hij bij hetNederlandse ministerie van Verkeer enWaterstaat en de Nationale CommissieAidsbestrijding. De laatste tien jaar wasWillem documentalist bij het VlaamsInstituut voor Gezondheidspromotieen Ziektepreventie (VIGeZ).Het documentatiecentrum van het Veiligheidsinstituut is eenvan de grootste in België op het gebied van welzijn op het werken veiligheid thuis. De collectie is uniek dankzij de vele eindwerkenvan cursisten preventieadviseur en milieucoördinatorover arbeidsveiligheid, gezondheid, milieuzorg en ergonomie.Het documentatiecentrum is publiek toegankelijk en maakt zichsterk voor online dienstverlening aan professionals en particulieren.In MemoriamJessica Van Tricht stond in voor heel wat projecten in de bibliotheek van Meise. Zijcoördineerde de boekendienst aan huis en de samenwerking met de rusthuizen.Zij zorgde voor een degelijke bewegwijzering, ontwierp affiches, flyers, folders enbladwijzers voor diverse bibliotheekactiviteiten. Zij bedacht de creatieve insteekbij de maandelijkse thematafels, de Jeugdboekenweek … en voerde die ook uit. Zijwas ook verantwoordelijk voor het bijwerken van de blog van de bib en het bibliotheekluikop de gemeentelijke website. Het laatste jaar was zij ook het gezicht vande jeugdbib in Westrode.Jessica was een gevoelige vriendelijke persoonlijkheid en straalde één en al creativiteiten enthousiasme uit. Haar fantasie en humor waren de motor voor hetwelslagen van zoveel projecten in de bibliotheek van Meise. De vele kunstwerkjesdie ze heeft nagelaten zijn een troost en een blijvend aandenken voor al haar collega’s.Jessica overleed na een ongeval op weg van het werk naar huis. Ze was 32.44 | <strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2


zogehoordPeter Moorkens:“Ik leen elke cd waarvan hetartwork me aanspreekt”Hoe en waar luister je naar muziek?Thuis in de living luister ik naar vinyl opelk beschikbaar moment van de dag.Onderweg en op het werk luister ik metmijn Ipod. Hierop staan alle nieuwighedenen mijn persoonlijke collectie die ik volledigheb gedigitaliseerd.Hoe kom je aan je muziek?Ik koop nog enkel vinyl in de betere platenzaakzoals Music Mania en Fat Cat.Daar leer je ook veel nieuwigheden kennen.In de bibliotheek ga ik op ontdekking.Ik leen er elke cd waarvan het artwork meaanspreekt. Daarnaast is er ook nog hetgratis magazine RifRaf.Heb je een favoriete groep/zanger/zangeres?Pink Floyd staat bovenaan de lijst. Maarik hou van alles dat een psychedelischtintje heeft. Ik ben ook een grote Cure-fan.Beste zangers zijn Mike Patton en BlixaBargeld omwille van het breed spectrumvan hun stemacrobatie. Als ik een vrouwelijkezangeres moet kiezen is dat PattiSmith. Ze blijft ongelofelijk goed klinkenen effende de weg voor veel vrouwelijkezangeressen in wat toch vooral een mannenwereldis.Naar welk genre gaat je voorkeur uit?Momenteel is dat stoner. Dit is voor mijeen combinatie van hardrock, psychedelicaen krautrock. Ik hou ook van elektronischemuziek van Klaus Schulze totAutechre. Als je mijn collectie bekijktmerk je vooral veel onbekendeobscure namen. Ikhou van underground enmoeilijk te vinden muziek. Ikga ook bewust op zoek naarmuziek, traditioneel of niet,uit minder evidente landen.Tegenwoordig worden dieschatten meer en meer opvinylcompilaties heruitgebracht.Wat is je favoriete albumaller tijden?Seventeen Seconds van TheCure. Dit album klonk destijdsheel apart en is nogsteeds niet gedateerd.Wat is je meest gespeelde nummer iniTunes?Geen, iTunes is de slechtste muzieksoftwaredie ik ken. Geef mij maar Winampdat voor diehard muziekliefhebbers isgemaakt en niet dient om apps of muziekte kopen. Hiermee kan je heel gemakkelijkmetadata aanpassen, zelfs voor een grotehoeveelheid files. Ik heb dan ook meerdan 2 terabyte mp3’s. Ik luister constantnaar nieuwe muziek. De meest beluisterdegroep zal momenteel wel ColourHaze zijn.Heb je een guilty pleasure? Een ‘foute’plaat waar je stiekem wel eens naar luistert.Dat is de motion picture soundtrack vanDe hoes van de gelijknamige cd van The Bersarin Quartett.Jesus Christ Superstar. Luister maar eensnaar Gethsemane (I Only Want To Say)omwille van de vocale prestatie en TrialBefore Pilate, een rocknummer waarinJezus 49 zweepslagen krijgt. Hiervanbestaat ook een rip-off op Pomegranates,een verzamelalbum met Perzische muziek.Wat was het eerste plaatje dat je ooitkocht?The Beatles Live at the Hollywood Bowlen Let there be Rock en Powerage vanAC/DC. Die heb ik geruild voor een fiets.Welke artiest zou je willen aanraden aande <strong>META</strong>-lezers?The Bersarin Quartett, ze spelen een soortclassical-ambient-electronic-stijl. Heelmooi en rustgevend en ideaal tijdens hetwerk.Peter MoorkensPeter Moorkens is archivaris bij AG VESPA. Zijn taak bestaat erin hetarchief te ontsluiten en de huidige werking volledig digitaal te maken.In zijn vrije tijd leest Peter graag Engelstalige comics en fantasy enverzamelt en maakt hij muziek onder de naam Electric Loopstation(zoek op bij archive.org).<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 45


Unieke ScanRobot zet historische boekcollectiesom naar dynamische publicatie.DIGITALISEREN ■ INDEXEREN ■ CONVERSIESLAGEN ■ScanRobot 2.0 MDSGMS heeft unieke ScanRobotvoor het omzetten van boekcollectiesnaar dynamische publicatie.Scan de QRcode met uwSmartphone voor meer info.Met de ScanRobot worden boekenvolledig geautomatiseerd gescandop een constant hoge kwaliteit. Doorde snelheid van 3.000 pagina’s per uurkunnen historische collecties effi ciëntworden omgezet in elk gewenst bestandsformaat. Zo digitaliseert GMS collectiesvoor nu en in de toekomst.GMS digitaliseert | Edisonweg 50d | 2952 AD AlblasserdamTelefoon: (00)31 78 6931300 | Fax: (00)31 78 6931123 | E-mail: info@gmsnl.comwww.gmsnl.comArchief wordtverstand van zakenAdlib Archief is de professionele software voor het beheervan historische, bedrijfs- en overheidsarchieven. Duurzaam,want dankzij de open architectuur blijven uw archiefstukkentot in de lengte der dagen te raadplegen. In Adlib Archiefbeschrijft u uw archief tot op ieder gewenst niveau. De stukkenworden overzichtelijk in context getoond, zodat u gerelateerdeinformatie direct in beeld heeft. Bovendien bieden verschillendezoekingangen u snel en gemakkelijk toegang tot alle bronnen.Met Adlib Archief legt u het verleden vast voor de toekomstAdlib ArchiefUitgebreid Overzichtelijk Flexibel Van globaal tot gedetailleerd Conservering- enRestauratiemodule Studiezaalmodule Bewaarbeheer Inschrijvingen Meerderezoekmogelijkheden Meertalig Internationale standaarden ISAD (G) EAD ISAAR(CPF)Unicode Integreerbaar met Adlib Bibliotheek en Adlib Museum tot één ‘crossdomain’systeem Databasekeuze MS SQL Server, Oracle en Adlib Open System API-koppelingenAanpasbaar aan elk soort archief.Adlib Information Systems+31 (0)346 586800sales@adlibsoft.comwww.adlibsoft.com


ActiviteitenStudiemiddag werkgroep AutomatiseringDigitaal archief & auteursrechtenIn een analoge wereld is vrije toegang en hergebruik van archiefmateriaaldat auteursrechtelijk beschermd is een redelijk eenvoudigezaak. In een digitale omgeving waarin gegevens continuegeknipt en geplakt worden, gekopieerd, gebruikt en hergebruiktworden, lijken auteursrechten en het beschermen ervan een haastonmogelijke opdracht. De digitalisering van onze samenlevingheeft een grote impact op het verspreiden en gebruiken van kennisen informatie. Tussen de makers/auteurs en de consumentenvan informatie zitten archiefinstellingen wat geprangd met hunopdracht om toegang te verschaffen tot hun collectie in functievan onderzoek en persoonlijk gebruik.Wat is het verschil tussen toegang verschaffen tot archief metauteursrechtelijk beschermd materiaal online of in de leeszaal?Is er een verschil tussen toegang verschaffen tot digitaal of analoogarchiefmateriaal? Is er wel een verschil? Is digitalisering vanarchieven een bedreiging voor het precaire evenwicht vastgelegdin juridisch kader, tussen rechthebbenden en gebruikers vaninformatie? Hoe verantwoordelijk is een archiefinstelling als doorgeefluik/portaaltot auteursrechtelijk beschermd materiaal? Hoegaan archieven in dagdagelijkse praktijk hier mee om? Hoe krijgenlezers toegang tot archieven met beschermd materiaal? Wat ishet verschil tussen de leeszaal en de website/online catalogusvan een archiefinstelling? Hoe informeert de instelling zijn lezersover het gebruik van archief met auteursrechtelijk beschermdmateriaal en hoe wordt de maker hierin betrokken? Welke proceduresworden er gevolgd en werken die formules ook online?Hoe kan een archief rechten klaren op grote collecties waaropde rechten naburige rechten van ontelbare makers en betrokkenenrusten? Moet/kan een archiefinstelling contracten afsluitenmet rechthebbenden?Deze studiedag is in eerste instantie bedoeld voor professionalsuit de archiefsector: archivarissen die verantwoordelijk zijn voorhet beheer en het toegankelijk maken van publiek en privaatrechterlijkarchiefmateriaal dat door onderzoekers, journalistenen studenten wordt geraadpleegd.Deze studienamiddag is een organisatie van de werkgroepAutomatisering van de <strong>VVBAD</strong>. Aansluitende zal er in mei eentweede studienamiddag worden georganiseerd over het digitaalbeschikbaar stellen van archief en de bescherming van de privacy.Meer informatie volgt.Programma13.00 u. Verwelkoming en toelichting programma13.10 u. Visie van de auteur: architect Matthijs Bouten,Project Digitale Bouwtekeningen13.45 u. Visie van de auteur: fotograaf Michel Wiegandt,pers/modefotograaf14.00 u. Juridisch kader14.30 u. Koffiepauze15.00 u. Presentatie cases met aansluitend paneldebatPRAKTISCHDatum 26 maart <strong>2013</strong>Plaats Bibliotheek TweebronnenDiestsestraat 49, LeuvenPrijs 42 euro (leden) / 72 euro (niet-leden)Inschrijven Via http://www.vvbad.be/activiteitenActiviteitenkalender12.03 Algemene ledenvergadering<strong>VVBAD</strong>16.03 FAAD-studiedag:Minder middelen, meermanagement.FAAD22.03 Vlaamse studiedag n.a.v.de Digitale weekLINC vzw26.03 Digitaal archief & auteursrechten<strong>VVBAD</strong>23.04-04.06 Bewaren en beheren vanfotocollectiesBibliotheekschool Gent25-30.04 Literatuurlijk! Wereldoorlog IBibliotheekschool Gent12-13.09 Informatie aan Zee <strong>2013</strong><strong>VVBAD</strong>Uw activiteit in deze kalender?Meld ze aan via onze websitehttp://www.vvbad.be/activiteiten<strong>META</strong> <strong>2013</strong> | 2 | 47


wij richten bibliotheken in ...Openbare bibliotheek LummenMeer op: www.sbnl.be/fotoAppelweg 94 CB-3221 HolsbeekTel.: 016 623 340Fax: 016 620 400info@sbnl.bewww.sbnl.be


DeelDeelVoor meer informatie:Filip Trenson - Sales Manager Benelux | Tel. 32 2 727.78.01 | filip.trenson@infor.com

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!