12.07.2015 Views

ey-brochure-memorandum-loonheffing-2015-nl

ey-brochure-memorandum-loonheffing-2015-nl

ey-brochure-memorandum-loonheffing-2015-nl

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De <strong>loonheffing</strong>enin <strong>2015</strong>Hoewel bij het redigeren van deze <strong>brochure</strong> de grootst mogelijkezorgvuldigheid is betracht, bestaat altijd de mogelijkheid dat bepaaldeinformatie na verloop van tijd is verouderd of niet juist meer is. Onze LLP’szijn dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activiteiten die opbasis van deze uitgave worden ondernomen of nagelaten.De informatie in deze <strong>brochure</strong> is gebaseerd op de stand van zaken inwet- en regelgeving in december 2014, waartoe behoren de relevantewetsvoorstellen die op Prinsjesdag 2014 bij het parlement zijn ingediend endie door de Tweede en Eerste Kamer zijn aangenomen Uitvoeringsregelsnadien kunnen aanvullende regels geven.De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> |3


Inhoudsopgave1. Het belangrijkste nieuws in één oogopslag92. Aan de bak met de werkkostenregeling <strong>2015</strong> 102.1 De wijzigingen <strong>2015</strong>2.2 Uitgelicht 1: tablets (‘de iPad’), smartphones en navigatieapparatuur2.3 Uitgelicht 2: de WKR-fietsenregeling2.4 Uitgelicht 3: personeelsfestiviteiten2.5 Stappenplan, administratieve en arbeidsvoorwaardelijke impact2.6 De WKR-concernregeling <strong>2015</strong>2.7 Naheffingen in het werkkostenregime2.8 Werkkosten en btw3. Tewerkstelling van zzp’ers en inhuur van andere derden 143.1 Van VAR-verklaring naar BGL-beschikking3.2 I<strong>nl</strong>eners- en ketenaansprakelijkheid, G-rekening en depotstelsel3.3 Wetsvoorstel aanpak schijnconstructies (WAS)4. Onze heilige koe 174.1 De Autobrief 2.04.2 Het beleid <strong>2015</strong> en 20164.3 Overzicht bijtellingen auto van de zaak 2014-<strong>2015</strong>-20164.4 Het beleid 20174.5 Ervaringen met de tegenbewijsregeling (500-kilometergrens)5. Uw pensioen 205.1 De wijzigingen 200155.2 Mogelijkheden inhaal en inkoop van pensioen5.3 Strafheffing op backservice pensioen vervalt5.4 Verdere verhoging AOW-leeftijd6. Wat dga’s moeten weten 226.1 Gebruikelijk loon6.2 Verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen6 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


7. Internationale aandachtspunten 247.1 Keuzeregeling buite<strong>nl</strong>andse belastingplichtigen7.2 Het belastingverdrag Nederland-Duitsland7.3 De stand van zaken in de procedure tegen het 150-kilometercriterium (30%-regeling)7.4 Ontslagvergoedingen bij grensoverschrijdende arbeid8. Wat u moet weten bij immigratie 268.1 Vrijheid van dienstverlening8.2 Verblijfsvergunningen voor start ups8.3 ‘Verblijfsvergunning-zoekjaar’ verruimd8.4 Gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA)8.5 Salarisnorm kennismigranten8.6 Informatieplicht voor referenten9. Wat u moet weten over het nieuwe arbeidsrecht,het nieuwe ontslagrecht en de WW 289.1 Wijzigingen per 1 januari <strong>2015</strong>9.2 Wijzigingen per 1 juli <strong>2015</strong>9.3 Wijziging per 1 januari 20169.4 De Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten10. Varia 3410.1 Toelating vreemdelingen tot de Nederlandse arbeidsmarkt10.2 Herziening Wet arbeid vreemdelingen10.3 Aanscherping kennismigrantenregeling10.4 Premiebesparing sectorindeling binnen concerns10.5 Premiekortingen jongere en oudere werknemers10.6 Ten slotte: De weg naar een nieuw belastingstelsel11. Bijlage: De cijfers <strong>2015</strong> 36Contactpersonen Praktijkgroep Human Capital Ernst & Young 44Belastingadviseurs LLPDe <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 7


8 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


1Het belangrijkste nieuwsin één oogopslagAls aftrap geven wij eensamenvattend overzicht hetbelangrijkste nieuws op hetterrein van de <strong>loonheffing</strong>en ende arbeidsvoorwaarden in <strong>2015</strong>.Verderop in deze <strong>brochure</strong>kunt u er meer over lezen.• Het keuzeregime binnen dewerkkostenregeling is geëindigd en dezeregeling moet vanaf 1 januari <strong>2015</strong> dooralle werkgevers verplicht wordentoegepast (Hoofdstuk 2).• Directeuren-grootaandeelhouders(dga’s) moeten de hoogte van hungebruikelijk loon toetsen (paragraaf 6.1).• De vrijwarende werking van VARverklaringen(‘Verklaringarbeidsrelatie’) bij tewerkstelling vanzzp’-ers zal worden afgeschaft(paragraaf 3.1).• U moet uw (excedent)pensioenregelingen toetsen aan denieuwe pensioenvoorschriften <strong>2015</strong>(paragraaf 5.1).• Is uw afdeling HR / P&O op de hoogte vanalle wijzigingen in het arbeidsrecht, hetontslagrecht en de WW (Hoofdstuk 9)?• Indien uw werknemers in het buite<strong>nl</strong>andwonen, wijzigt mogelijk hun fiscalebehandeling in Nederland (paragraaf7.1). Volg de ontwikkelingen van het150-kilometercriterium in de30%-regeling als u werknemers in hetbuite<strong>nl</strong>and aanwerft. (Hoofdstuk 7).De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> |9


10 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>Aan de bak met dewerkkostenregeling2<strong>2015</strong>


etrouwbare loonaangifte. Op verzoek kunnen de specialisten vanEY Human Capital u bijstaan bij het opzetten van een plan vanaanpak en bij de feitelijke implementatie van de werkkostenregelingin uw administraties.EY heeft als hulpmiddel een rekentool ontwikkeld waarmee u opeenvoudige wijze de meeste gevolgen van de werkkostenregelingvoor uw organisatie in kaart kunt brengen. Deze tool berekentdoor middel van de door u ingevoerde gegevens wat dewerkkostenregeling financieel voor u betekent. Deze tool geeft ueen eerste inzicht. Voor grotere organisaties is er de mogelijkheidom met de slimme QS-methodologie (‘Quantitative Services’)grote databestanden geautomatiseerd te laten beoordelen op degevolgen van de invoering van de werkkostenregeling. QS geeft ineen relatief kort tijdsbestek een betrouwbaar beeld van de omvangvan de werkkosten in uw organisatie.U kunt de rekentool kosteloos opvragen bij uw contactpersoonbinnen EY Belastingadviseurs LLP. De tool wordt regelmatiggeactualiseerd. De QS-methodologie is niet kosteloos maar u kunthiervoor natuurlijk ook contact opnemen met uw contactpersoonbinnen EY Belastingadviseurs LLP2.6 De WKR-concernregeling <strong>2015</strong>In principe moet elke werkgever zijn eigen WKR-afrekening maken.De nieuwe regeling maakt het met ingang van <strong>2015</strong> mogelijk dat inconcern met elkaar verbonden werkgevers dat gezame<strong>nl</strong>ijk doen.Dit heeft als voordeel dat een eventuele overschrijding van de vrijeWKR-ruimte bij de ene concernwerkgever kan wordengecompenseerd met een niet benutte vrije ruimte bij een andereconcernwerkgever. Nadelen zijn er niet. Indien op concernniveaude totale vrije WKR-ruimte toch wordt overschreden, moet deconcernwerkgever met de hoogste loonsom de 80%-eindheffingafdragen. Alle andere concernwerkgevers zijn medeaansprakelijk.ConcernEr is sprake van een concern indien de ene vennootschap hetgehele kalenderjaar een belang heeft in de andere van ten minste95% (moeder-dochter). Ook als er een derde is die in beidevennootschappen een belang heeft van ten minste 95% (zusters),kan de WKR-concernregeling worden toegepast. Met belang wordtbedoeld: de economische en juridische eigendom. Een eventuelestemrechtverdeling heeft geen invloed.StichtingenOnder voorwaarden kunnen ook bepaalde in concernverbandopererende stichtingen de WKR-concernregeling toepassen. Eenvoorwaarde is onder meer dat zij het gehele kalenderjaar infinancieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig metelkaar zijn verweven, dat zij een eenheid vormen.Er komen nog ministeriële uitvoeringsregels.2.7 Naheffingen in het werkkostenregimeAls achteraf bij een boekenonderzoek loonbelasting blijkt datbepaalde vergoedingen en verstrekkingen ten onrechte onbelastzijn uitbetaald, kan de inspecteur naheffen. Afhankelijk van deomstandigheden kan hij bij de berekening van de naheffing directbruteren. Bruteren betekent een naheffingstarief van 72,4% in de42%-schijf (42 : 58 x 100%) of 108,3% in de hoogstebelastingschijf van 52% (52 : 48 x 100%).Wat is dan de betekenis van het WKR-belastingtarief van 80%? Kuntu bij een naheffing tegen het gebruteerde tarief van 108,3%, 28,3%besparen door te stellen dat u de betreffende (belaste) vergoedingof verstrekking heeft aangewezen als werkkosten? Of bespaart u108,3% omdat u nog voldoende vrije WKR-ruimte over heeft?Wij beantwoorden deze vragen bevestigend, indien sprake is vangebruikelijke vergoedingen en verstrekkingen. Op grond van eenbesluit gaat de Belastingdienst namelijk uit van een aanwijzing alswerkkosten als vergoedingen/verstrekkingen belast zijn en dewerkgever deze niet tot het individuele loon van de werknemerheeft gerekend. Doe hiermee uw (tarief)voordeel als u in hetwerkkostenregime onverhoopt wordt geconfronteerd metnaheffingsaanslagen loonbelasting. Overigens, EY Human Capitalis gespecialiseerd in het begeleiden van boekenonderzoeken doorde Belastingdienst en het beoordelen van de mogelijkheden omnaheffingsaanslagen met succes te bestrijden.2.8 Werkkosten en btwVoor de <strong>loonheffing</strong>en worden alle werkkosten inclusief btw in aanmerkinggenomen. Indien u in uw financiële administratie de werkkostenexclusief btw administreert, moet u dit corrigeren met eenbtw-opslag van 0%, 6% of 21%. De mogelijkheid is aanwezig met deBelastingdienst een afspraak te maken over één (gemiddelde) btwopslag.De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 13


Tewerkstelling vanzzp’-ers en inhuur3van andere derden3.1 Van VAR-verklaring naar BGL-beschikkingEr is een wetsvoorstel ingediend dat voor u van groot belang is alsu derden inhuurt, zoals zzp’-ers of freelancers. Het voorstel voert eenopdrachtgeversverantwoordelijkheid in. Het doel van de nieuwe wet ishet terugdringen van schijnzelfstandigheid. Samenvattend is voor uvan belang dat u als inhurende opdrachtgever méér verantwoordelijkheidkrijgt. Zou achteraf blijken dat u uw verantwoordelijkheid niet(juist) heeft genomen, dan kunt u worden aangesproken voor de tenonrechte niet-afgedragen <strong>loonheffing</strong>en.De nieuwe opdrachtgevers-verantwoordelijkheid vloeit voort uit hetafschaffen van vrijwarende VAR-verklaring (‘Verklaringarbeidsrelatie’) en de invoering van een ‘Beschikking geen<strong>loonheffing</strong>en’(BGL). De definitieve zekerheid vóóraf van een VARverdwijnt. In het nieuwe systeem overlegt uw opdrachtnemer eenBGL-beschikking met daarin een aantal stellingen die betrekkinghebben op de wijze waarop en de condities waaronder wordt gewerkt.Die omstandigheden en condities zijn ontleend aan de antwoorden diede opdrachtnemer bij de aanvraag van de BGL-beschikking heeftgegeven op tal van vragen. U heeft geen rol bij het aanvragen vandeze beschikking. U moet de stellingen in een afgegeven beschikkingcontroleren op waarheid, voor zover het stellingen zijn die betrekkinghebben op uw contract met de opdrachtnemer en welke u kuntbeïnvloeden. Nieuw is dat u deze toets niet enkel bij aanvang van deovereenkomst moet doen, maar ook gedurende de opdracht. U wordtdaarmee medeverantwoordelijk gedurende het hele proces.Voorbeelden van mogelijke BGL-stellingen zijn:• uw opdrachtnemer zorgt zelf voor gereedschappen,hulpmiddelen en materialen;• de opdrachtnemer kan de werkzaamheden zonderuw toestemming door iemand anders laten uitvoeren;• uw opdrachtnemer kan zelf de werktijden bepalen en hoeftzich ook niet te houden aan bloktijden;• als uw opdrachtnemer ziek is, betaalt u niets door, u reserveertniets en u geeft geen toeslag voor ziektedagen;• als uw opdrachtnemer vrij neemt, betaalt u niets door,u reserveert niets en u geeft geen toeslag voor vakantiedagen.• u sluit rechtstreeks een overeenkomst met uw opdrachtnemer;• uw opdrachtnemer heeft in de afgelopen 6 maanden geensoortgelijk werk bij u in loondienst gedaan;• als het werk niet voldoet aan de opdrachtovereenkomst, moetuw opdrachtnemer dat werk gratis aanpassen of opnieuw doen;• uw opdrachtnemer is aansprakelijk voor de schade die hijveroorzaakt bij normale uitoefening van de werkzaamheden.Zou achteraf blijken dat de stellingen niet overeenstemmen met defeitelijke situatie – en de Belastingdienst daardoor het standpuntinneemt dat toch sprake is van een dienstbetrekking – dan kuntu worden aangesproken voor alle niet afgedragen <strong>loonheffing</strong>en,ondanks de vooraf afgegeven BGL-beschikking. Dit gebeurt metterugwerkende kracht naar het begin van het ontstaan van dearbeidsrelatie (maximaal vijf jaar). U heeft de mogelijkheid vantegenbewijs dat de dienstbetrekking niet vanaf de aanvang heeftbestaan, maar door wijziging van de omstandigheden pas nadienis ontstaan.De datum van inwerkingtreding van deze BGL is voorzien in de loopvan <strong>2015</strong>. Politiek is er nog veel discussie over dit wetsvoorstel. Inafwachting van de besluitvorming over het wetsvoorstel BGL heeft deStaatssecretaris van Financiën besloten dat voor het jaar <strong>2015</strong> géénVAR-verklaringen aangevraagd hoeven te worden. De voor 2014afgegeven VAR-verklaringen blijven gedurende een bepaalde periodegeldig in <strong>2015</strong>. Het einde van die periode zal worden bepaald door debesluitvorming over het wetsvoorstel.Wat te doen?Indien uw organisatie zzp’-ers of andere derden te werkstelt, moet u uw interne inhuurprocedures wijzigen. Hetrisico is aanwezig dat u achteraf door de Belastingdienstwordt aangesproken voor de betaling van niet afgedrage<strong>nl</strong>oonbelasting en sociale premies. De huidige vrijwarendeVAR-verklaring wordt een voorwaardelijkeBGL-beschikking.14 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


3.2 I<strong>nl</strong>eners- en ketenaansprakelijkheid,G-rekening en depotstelselDe beste manier om uw i<strong>nl</strong>enersaansprakelijkheid ofketenaansprakelijkheid te beperken is het storten van voldoendegelden op een G-rekening én voldoen aan de daarbij geldendeadministratieve verplichtingen. Er is al enige tijd sprake van hetvervangen van het G-rekeningsysteem door een depotstelsel.U stort dan niet meer op een G-rekening ten name van uw uitlenerof opdrachtnemer, maar rechtstreek in depot bij de Belastingdienst.Er is nog steeds geen duidelijkheid of – en zo ja, wanneer – hetdepotstelsel daadwerkelijk wordt ingevoerd. De Belastingdienstspreekt overigens niet meer over ‘het depotstelsel’, maar noemthet nu ‘depotservice’.• het wettelijk minimumloon moet giraal worden uitbetaald;• het wordt verboden het netto minimumloon deels niet uit tebetalen door verrekening met bepaalde door de werknemer tebetalen vergoedingen (thans: maximaal 20% van het loon voorhuisvesting en 10% voor ziektekostenpremie);• er komt een ketenaansprakelijkheid voor de betaling van tenminste het wettelijk minimumloon én het cao-loon.Met name het laatste punt is voor opdrachtgevers van belang.Zij zullen maatregelen moeten treffen om zeker te weten dat hunopdrachtnemers de bedoelde loonbetalingsplicht juist naleven.3.3 Wetsvoorstel aanpak schijnconstructies(WAS)Een speerpunt in het kabinetsbeleid is het bevorderen van eerlijkeconcurrentie tussen bedrijven en het waarborgen van eenfatsoe<strong>nl</strong>ijke beloning voor werknemers. Het kabinet beoogt dit tebereiken door tal van maatregelen onder de verzamelterm ‘Aanpakschijnconstructies’. Eind 2014 is het wetsvoorstel WAS bij deTweede Kamer ingediend. De belangrijkste onderwerpen die erinworden geregeld, zijn:• de regels rondom het verstrekken van duidelijke loonstrokenworden aangescherpt;• onkostenvergoedingen (welke en hoe hoog?) moeten op deloonstrook worden vermeld;De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 15


16 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


4Onze heilige koe4.1 De Autobrief 2.0De zuinige auto gaat ten onder aan zijn eigen fiscaal succes. Allehuidige belastingfaciliteiten voor auto’s met een lage CO2-uitstootleggen een te groot beslag op de schatkist. In 2011 heeft de(toenmalige) Staatssecretaris van Financiën zijn Autobrief 1.0openbaar gemaakt, met daarin de plannen omtrent de fiscaliteitrondom mobiliteit voor de periode 2012-<strong>2015</strong>.Autobrief 1.0In de Autobrief 1.0 stonden onder meer de plannen om de vrijstellingvoor de motorrijtuigenbelasting (MRB) voor de meeste auto’s per 1januari 2014 af te schaffen. Daarnaast werd reeds aangekondigddat de vrijstelling van MRB ook voor extreem zuinige auto’s per 1januari 2016 komt te vervallen. Verder heeft de Autobrief 1 ophoofdlijnen geleid tot een stapsgewijze aanscherping van degrenzen van de CO2-uitstoot waardoor fiscaal minder snel sprakeis van een zuinige auto. De periode van een lagere bijtelling isverkort tot de gemiddelde duur van leasecontracten. Ten slotte isde wijze waarop de BTW correctie voor het privégebruik van auto’svan de zaak werd berekend, gewijzigd.De Autobrief 1 heeft een lange tijd voor rust in de markt gezorgd.Hieraan werd abrupt een einde gemaakt door de afspraken in hetHerfstakkoord 2013. In het Herfstakkoord werd een verhoging vande BPM (bij aanschaf) per <strong>2015</strong> aangekondigd door hetaanscherpen van de CO2 grenzen, terwijl er geen compensatie tenaanzien van de afschaffing van de MRB-vrijstelling voor zeerzuinige auto’s wordt geboden.Autobrief 2.0In eerste instantie zou de staatssecretaris van Financiën de nieuweplannen voor de autobelastingen 2016-2019 al voor de zomer van2014 presenteren. Deze is echter uitgesteld tot medio volgend jaar.Dit besluit is mede ingegeven, omdat op dit moment onvoldoendepolitiek draagvlak bestaat om wijzigingen in de autobelastingendoor te voeren, terwijl er binnen afzienbare tijd een algemene,brede stelselherziening van alle belastingen op de agenda staat.Uiteraard doen er wel een aantal geruchten over de Autobrief 2.0de ronde. Het is goed mogelijk dat de staatssecretaris in zijnAutobrief 2.0 afstand zal doen van het belasten van de autorijderop één of andere wijze voor CO2-uitstoot en een vast percentagebijtelling van 22% voor alle auto’s introduceert. Een ander geruchtis dat de staffel bij weinig privégebruik wordt aangepast.Nieuw beleid wordt mogelijk het belasten van zakelijkeautomobilisten belast worden naar hun daadwerkelijkeprivégebruik.4.2 Het beleid <strong>2015</strong> en 2016Jaar <strong>2015</strong>In <strong>2015</strong> verandert weinig aan de huidige wetgeving. De huidigeCO2-normen blijven gehandhaafd en de kortingsregeling voor deMRB blijft in stand. Per 1 januari <strong>2015</strong> verdwijnt alleen hetonderscheid voor benzine- en dieselauto’s in de CO2-grenzenen CO2-tarieven.Beleid 2016Met het uitstel van de Autobrief 2.0 wordt 2016 een zogenoemd“tussenjaar”. Op verzoek van de Tweede Kamer heeft deStaatsecretaris de plannen voor 2016, als overgangsjaar naargeheel nieuwe wetgeving rondom mobiliteit, alvast gepubliceerd.De CO2-normen worden weer zodanig aangepast, dat steedsminder auto’s in aanmerking komen voor een verlaagde bijtelling.Voorbeeld. De benzine auto met 85 gram CO2-uitstoot perkilometer heeft in 2014 een 14%-bijtelling, in <strong>2015</strong> een20%- bijtelling en vanaf 2016 een 21%- bijtelling. Wel is hetzo dat auto’s die in 2014 of <strong>2015</strong> (of eerder) nog hetbijtellingspercentage houden, voor maximaal 60 maanden,wat van toepassing was bij eerste in gebruik name. Dat wilzeggen dat als er nog voor 31 december 2014 ee<strong>nl</strong>easecontract met een benzine auto met 85 gram CO2-uitstoot per kilometer wordt aangegaan, het ‘oude’bijtellingspercentage nog voor maximaal 60 maandenwordt gerespecteerd. De leaserijder kan dan nog tot(uiterlijk) 2019 profiteren van het gunstige bijtellingspercentagevan 14%. Als vervolgens in 2019 een nieuwleasecontract met een soortgelijke benzine auto met een85 gram CO2-uitstoot per kilometer wordt aangegaan, danis het goed mogelijk dat de vergelijkbare auto vanaf datmoment in een bijtellingscategorie van 25% valt.De (semi)elektrische auto’s met een maximale CO2-uitstootvan 50 gram per kilometer blijven in 2016 fiscaal gestimuleerd.Echter, in heel veel gevallen gaat de bijtelling in 2016 enkeleprocentpunten omhoog.De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 17


4.3 Overzicht bijtellingen auto van de zaak2014-<strong>2015</strong>-2016CO2(gram/km)2014 <strong>2015</strong> 2016EV (elektrische auto)• 4%-bijtelling 0 0 0• 7%-bijbtelling(semi-elektrische auto’s)1 -50 1- 50 n.v.t.Benzine/aardgas• 7%-bijtelling 110 > 106Diesel• 7%-bijtelling < 51 < 51• 14%-bijtelling 51 - 85 51 - 82• 15%-bijtelling 1 - 50• 20%-bijtelling 86 - 111 83 - 110• 21%-bijtelling 51 - 106• 25%-bijtelling > 111 > 110 > 1064.4 Het beleid 2017De komst van de Autobrief 2.0 is uitgesteld tot 2016. Dit betekentdat er tot die tijd onzekerheid bestaat voor de branche enconsumenten over hoe de herziening van de autobelastingen ervanaf 2017 uit komt te zien. Uit afspraken in het SERenergieakkoordvoor duurzame groei blijkt dat “ultrazuinige”auto’s in ieder geval tot en met 2018 fiscaal zouden moetenworden gestimuleerd.4.5 Ervaringen met de tegenbewijsregeling(500-kilometergrens)Wie na een ‘Verklaring geen privégebruik’ (personenauto) of‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik’ (bestelauto) – of zonderzo’n verklaring – het standpunt inneemt dat een loonbijtelling voorde auto van de zaak achterweg moet blijven, heeft de bewijslastdat hij moet aantonen dat het aantal privékilometers op kalenderjaarbasisniet meer is geweest dan 500 kilometer. De rechtspraakin 2014 laat zien dat deze bewijslast een zware is. Met regelmaatoordeelt de rechter dat het tegenbewijs niet is geleverd.Daarenboven beschikt de Belastingdienst over veel technischemogelijkheden om de juistheid van kilometeradministraties tecontroleren, zoals wegcamera’s met ANPR ‘(automatic numberplate recognition’), parkeergegevens, verkeersboeten, NationaleAutopas, en dergelijke. Wees u bewust van uw zware bewijslast énvan deze technische controlemogelijkheden.18 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 19


5Uw pensioen5.1 De wijzigingen <strong>2015</strong>De fiscale facilitering van pensioen door aftrekbaarheid van hetwerknemersdeel in de pensioenpremie en de vrijstelling van hetwerkgeversdeel, is in feite een vorm van belastinguitstel. Pas delatere uitkeringen zijn belast. De overheid beperkt deze fiscalefaciliteit op meerdere manieren:• alle pensioenrechten werden al berekend op basis van eeningangsdatum van 67 jaar (in de toekomst verder teverhogen). Dit wordt de pensioenrichtleeftijd genoemd.• met ingang van <strong>2015</strong> zijn twee nieuwe maatregelen getroffen:• het verder verlagen van de opbouwpercentages perpensioengevend dienstjaar;• de aftopping van het pensioengevende loon bij€ 100.000.Een overzicht van de maximale opbouwpercentages:Ouderdomspensioen2013 2014 <strong>2015</strong> 2016(*)• Middelloon 2,25% 2,15% 1,875% 1,875%• Eindloon 2,00% 1,90% 1,657% 1,675%(*) Tenzij door een nieuwe wetswijziging wederom een aanpassing plaatsvindt.De pensioenrichtleeftijd kent het volgende verloop:2013 2014 <strong>2015</strong> 2016(*)Pensioen- 65 jaar 67 jaar 67 jaar 68 jaarrichtleeftijd(verwachting)Het maximale pensioengevende loon van €100.000 met ingangvan <strong>2015</strong> moet naar rato worden verlaagd bij werken in deeltijd.Voor de berekening van de pensioenopbouw moet ook dezogeheten AOW-franchise nog in aftrek worden gebracht.Wat te doen?Het spreekt voor zich dat werkgevers én werknemerservoor moeten zorgen dat hun pensioenrechten binnen denieuwe fiscale kaders blijven. Toets uwpensioenregeling(en) en pas deze zo nodig aan. Voorwerknemers met een loon boven € 100.000 rijst de vraaghoe zijn hun oudedagsvoorziening over het meerderemoeten vormgeven. Daar zijn zeker mogelijkheden voor.Eén van die mogelijkheden is het belastingvrij sparen in box3 middels een zogeheten nettopensioen of nettolijfrente.Het nabestaandenpensioen over het excedentdeel verdientbijzondere aandacht. Laat u deskundig bijstaan.5.2 Mogelijkheden inhaal en inkoop van pensioenEr zijn mogelijkheden om pensioentekorten (‘gaten’) te herstellen.We spreken van inhaal van pensioen als binnen de bestaandepensioenregeling wordt gezocht naar optimalisatie van pensioenrechtentot aan het fiscale maximum. Maatgevend blijven de bijdeze werkgever doorgebrachte dienstjaren. Bij inkoop van pensioenkunnen in het verleden bij andere werkgevers ontstane pensioengatenworden gedicht. Hier tellen dienstjaren bij andere werkgevers welmee. Laat u deskundig bijstaan, indien u inhaal of inkoop vanpensioen overweegt.5.3 Strafheffing op backservice pensioen vervaltTot en met 2014 bestond voor hoge eindloonpensioenen eenstrafheffing van 15% indien het pensioengevende loon werd verhoogd.Als gevolg van de aftopping van het pensioengevende loon bij€ 100.000, is deze strafheffing per 1 januari <strong>2015</strong> vervallen.5.4. Verdere verhoging AOW-leeftijdVanaf 1 januari <strong>2015</strong> is de AOW-leeftijd 65 jaar en drie maanden.Volgens de huidige wet zal deze leeftijd stapsgewijs wordenverhoogd tot 67 jaar in 2023. In november 2014 is een wetvoorstelingediend om deze verhoging versneld door te voeren: naar 66 jaarin 2018 en naar 67 jaar in 2021.20 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


6.1 Gebruikelijk loonEen houder van een aanmerkelijk belang (aandelenbezit ten minste5%) die werkzaamheden voor zijn vennootschap verricht, wordtgeacht een bepaald minimum salaris van zijn vennootschap te hebbenontvangen. We spreken hierna van directeur-grootaandeelhouder(dga). Neemt hij te weinig salaris op, dan wordt het verschil als fictiefloon toch belast. Met ingang van <strong>2015</strong> zijn de regels aangescherpt.Tot en met 2014 werd het gebruikelijk loon onder meer gesteld opminimaal 70% van het loon van een met de dga vergelijkbarewerknemer. Er moest worden gezocht naar een ‘soortgelijke’dienstbetrekking. Met ingang van <strong>2015</strong> is dit gewijzigd in 75%van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.Dit is een dienstbetrekking:• waar een aanmerkelijk belang geen rol speelt;• die bekend is bij de werkgever en de Belastingdienst;• waarvan het loon bekend is, of in redelijkheid geschat kanworden; en• waarvan het loon ook op een gebruikelijk manier is vastgesteld.Het gebruikelijke loon <strong>2015</strong> wordt gesteld op het hoogste van devolgende bedragen:• 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;• het loon van de meest verdienende andere werknemer ofandere concernwerknemer;• het normbedrag van € 44.000.Wij adviseren iedere dga het uitbetaalde loon te toetsen aan denieuwe regels van het gebruikelijk loon. Indien in <strong>2015</strong> eenverhoging van het in 2014 genoten loon achterwege blijft, kandat voor de Belastingdienst een signaal zijn de regels van hetgebruikelijk loon te toetsen.6.2. Verzekeringsplicht voor dewerknemersverzekeringenAfhankelijk van de positie van een aanmerkelijk belanghouder –voorbeeld: is hij ook bestuurder? – en of sprake is van eensamenwerkingsverband – voorbeeld: zijn er meerdere aanmerkelijkbelanghouders die in ‘hun’ vennootschap samenwerken - is hij deene keer wel en de andere keer niet verplicht verzekerd voor dewerknemersverzekeringen. De feitelijke omstandigheden zijnbeslissend. Er is een (gewijzigde) ‘Regeling aanwijzing directergrootaandeelhouder’.Indien een eerder arbeidsovereenkomst isomgezet in een managementcontract tussen de voormaligewerkgever en de vennootschap van de voormalige werkgever,is de verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen eenniet te onderschatten item. Toets uw verzekeringspositie voorde werknemersverzekeringen.Een lager gebruikelijk loon is mogelijk indien de dga bewijst datbovenstaande regels in zijn situatie toch tot een ongebruikelijkeloonvaststelling leiden. Voorbeelden van dergelijke situaties zijnwerken in deeltijd, gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid of eenstructurele verliespositie van de vennootschap. Ook startendeondernemers kunnen met de Belastingdienst afspraken makenover een lagere loonvaststelling. Een hoger gebruikelijk loon ismogelijk indien de belastinginspecteur bewijst dat het betaaldeloon minder is dan gebruikelijk.Het belang van de gebruikelijkloonregeling is gelegen in de totalebelastingdruk op gelden die een dga aan zijn vennootschap onttrekt.Over loon betaalt hij maximaal 52%. Op dividenduitkeringen drukt40,0% tot 43,75% (afhankelijk van de hoogte van de winst van devennootschap). Dit verschil van 8,25% tot 12% ten opzichte van de52%-belastingdruk op dga-loon is de reden om de hoogte van hetdga-loon kritisch te toetsen.De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 23


Internationale7aandachtspunten7.1 Keuzeregeling buite<strong>nl</strong>andsebelastingplichtigenBepaalde buite<strong>nl</strong>andse belastingplichtigen – niet ingezetenen meteen Nederlands inkomen - konden onder voorwaarden tot en met2014 kiezen voor een fiscale behandeling alsof zij inwoner vanNederland waren. Een belangrijk voordeel hiervan was onder meerde hypotheekrenteaftrek op de in het buite<strong>nl</strong>and gelegen eigenwoning. Deze keuzeregeling is ingaande 1 januari <strong>2015</strong> afgeschaften vervangen door een aangescherpte regeling. Hoofdregel is thansdat alleen nog buite<strong>nl</strong>andse belastingplichtigen die inwoner zijnvan de EU, de Europese Economische Ruimte (EER), Zwitserlandof de BES eilanden de bedoelde voordelen kunnen genieten,maar wel onder de voorwaarde dat 90% of meer van hun inkomenin Nederland aan de heffing van loon – of inkomstenbelasting isonderworpen. Wordt niet aan dit inkomenscriterium voldaan,dan is voor deze groep een behandeling als binne<strong>nl</strong>andsebelastingplichtige alleen nog mogelijk indien het EU-recht of hettoepasselijke belastingverdrag Nederland daartoe verplicht.Er is geen overgangsrecht. De bedoelde belastingplichtigen doener goed aan de gevolgen van de wijziging per 1 januari <strong>2015</strong> tijdigin kaart te brengen. De gewijzigde regeling kan tot gevolg hebbendat de hypotheekrenteaftrek op de in het buite<strong>nl</strong>and gelegen eigenwoning wordt gehalveerd of zelfs helemaal vervalt.7.2 Het belastingverdrag Nederland-DuitslandDuitsland is de grootste handelspartner van Nederland. Jare<strong>nl</strong>angis onderhandeld over een nieuw belastingverdrag. Dat is erinmiddels ook (2012), maar het is nog steeds niet door Nederlandgeratificeerd. Eerst was de verwachting dat het nieuwe verdragper 1 januari 2014 in werking zou treden, maar zelfs de datum van1 januari <strong>2015</strong> is niet gehaald. De bepalingen van het nieuweverdrag zullen per 1 januari 2016 van toepassing zijn. Het nieuwebelastingverdrag wijzigt onder meer de regels over belastingplicht(in de woonstaat, de werkstaat of de bronstaat) ter zake vanpensioenen en bestuurders van vennootschappen. Laat uinformeren over de laatste stand van zaken, indien uw werknemers(deels) in Duitsland werken of indien in Duitsland wonendewerknemers in Nederland te werk worden gesteld.7.3 De stand van zaken in de procedure tegenhet 150-kilometercriterium (30%-regeling)De 30%-regeling is een forfaitaire belastingvrije vergoeding voorextraterritoriale kosten die werknemers die uit het buite<strong>nl</strong>andworden aangeworven, maken. Een werknemer wordt echteralleen als een ingekomen werknemer aangemerkt, indien hij voorafgaandeaan de tewerkstelling in Nederland woonde buiten eenstraal van 150 kilometer vanaf de Nederlandse grens.Grensarbeiders kunnen volgens de wet dus geen gebruik makenvan de 30%-regeling. Er zijn procedures gestart ter beantwoordingvan de vraag of de 150km-grens in strijd is met het Europeserecht. De Nederlandse Hoge Raad heeft hierover vragen gesteld aanhet Europese Hof van Justitie. Eind 2014 heeft de Advocaat-Generaal bij Europese Hof van Justitie geconcludeerd dat devoorwaarde van de 150-kilometergrens niet in alle gevallen inovereenstemming is met het recht van vrij verkeer van werknemers.Het wachten is op het oordeel van het Europese Hof van Justitie.7.4 Ontslagvergoedingen bij grensoverschrijdendearbeidAls een werknemer grensoverschrijdend werkt en de dienstbetrekkingwordt beëindigd met toekenning van een ontslagvergoeding, speeltde vraag welk land daarover belasting mag heffen. De woonstaat ofde werkstaat? Ontslagvergoedingen komen in veel modaliteitenvoor. Om enige uniformiteit in de fiscale behandeling te creëren,is een 2014 een nieuw commentaar bij het OESO-modelverdragverschenen. Landen die met elkaar een belastingverdrag hebbengesloten, vinden in dit nieuwe commentaar handvatten voor defiscale behandeling van ontslagvergoedingen in grensoverschrijdendesituaties. Laat u terdege adviseren indien deze situatiebij uw organisatie speelt.24 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 25


Wat u moet weten8bij immigratieIndien u werknemers van buiten de Europese Unie in Nederland tewerk stelt, zijn er enkele belangrijke ontwikkelingen.8.1. Vrijheid van dienstverleningOp 11 september 2014 heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaanover een boete voor energieleverancier Essent. Het betrof een inDuitsland gevestigde onderneming die zijn werknemers van Turkseafkomst ter beschikking had gesteld aan een in Nederland gevestigdeonderneming, zonder dat Nederland een tewerkstellingsvergunninghad verleend. De Inspectie SZW heeft vervolgens een boeteopgelegd op grond van de Wet arbeid vreemdelingen. De redenhiervoor was dat de dienstverlening zich beperkte tot het terbeschikking stellen van arbeidskrachten waarvoor denotificatieprocedure niet van toepassing is. Het Hof heeft geoordeelddat een tewerkstellings-vergunning voor het ter beschikking stellenvan werknemers een belemmering is voor het vrije verkeer vandiensten binnen de Europese Unie. Een notificatieprocedure is volgenshet Hof voldoende. Naar aa<strong>nl</strong>eiding van deze uitspraak heeft ministerAsscher bevestigd dat ook voor uitzendarbeid uit een andere lidstaatgeen tewerkstellingsvergunning meer is vereist mits aan de volgendevoorwaarden wordt voldaan:• de werkzaamheden moeten tijdelijk zijn;• de dienstverlener moet zijn hoofdactiviteit uitoefenen in delidstaat waar hij is gevestigd;• de werknemer moet legaal in de uitzendstaat wonen en werken;• de werkzaamheden moeten vooraf worden gemeld.8.2 Verblijfsvergunningen voor start-upsInnovatieve start ups en ambitieuze ondernemers zijn van grootbelang voor onze economie omdat zij bijdragen aan nieuwe banen,innovatie en groei. Eén van de maatregelen van het kabinet om eenaantrekkelijke omgeving te creëren voor ambitieuze ondernemers isde introductie van een start-up-verblijfsvergunning. Nu voldoen destart ups vaak niet aan de voorwaarden voor eenverblijfsvergunning als zelfstandige.uit te werken en financiering te verwerven. Na dat jaar kan destarter een aanvraag indienen voor een verblijfsvergunning alszelfstandige.Om in aanmerking te komen voor een start-up-verblijfsvergunningmoet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:• de startende ondernemer moet een betrouwbare begeleiderhebben die een goede staat van dienst heeft. Deze eis isbelangrijk om te waarborgen dat de startende ondernemerdeskundig wordt begeleid;• de startende onderneming moet aannemelijk hebben gemaaktwaarom het product of de dienst innovatief is;• de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) moethierover een positief advies aan de IND hebben uitgebracht;• de onderneming moet zijn ingeschreven in het Handelsregister;• de startende ondernemer beschikt over duurzame en voldoendemiddelen van bestaan.8.3 ‘Verblijfsvergunning-zoekjaar’ verruimdVreemdelingen die in Nederland hebben gestudeerd op bachelorofmasterniveau, kunnen op dit moment een zogeheten‘verblijfsvergunning-zoekjaar’ aanvragen. Deze verblijfsvergunninggeeft toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt zonder tewerkstellingsvergunningbinnen één jaar na afstuderen. In de toekomstkomen ook vreemdelingen die zijn gepromoveerd of wetenschappelijkonderzoek hebben verricht in aanmerking voor een ‘verblijfsvergunningzoekjaar’.Deze verblijfsvergunning kan straks worden aangevraagdbinnen drie jaar na het afstuderen of afronden van het onderzoek.Met dit voorstel verwacht de regering meer talentvolle potentiëlekennismigranten te kunnen behouden. Momenteel is nog nietbekend wanneer de verruiming zal ingaan.Met ingang van 1 januari <strong>2015</strong> kunnen innovatieve buite<strong>nl</strong>andsestarters van buiten de EU een start-up-verblijfsvergunningaanvragen. De start-up krijgt dan een verblijfsvergunning voor eenjaar. In dat jaar krijgt de startende ondernemer de tijd deonderneming daadwerkelijk op te starten, een ondernemingsplan26 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


8.4 Gecombineerde vergunning voor verblijfen arbeid (GVVA)Per 1 april 2014 is de gecombineerde vergunning voor verblijfen arbeid (‘GVVA’) ingevoerd ter implementatie van de EuropeseRichtlijn 2011/98/EU. Voorheen diende de werkgever een aparteaanvraag tewerkstellingsvergunning en verblijfsvergunning in.Met de komst van de GVVA is dit gereduceerd tot één aanvraag.De toelatingsvoorwaarden zijn ongewijzigd gebleven.Deze nieuwe vergunning is bedoeld om de administratieve lastenvoor de werkgever te verminderen. Er is echter een aantalbelangrijke punten om bij stil te staan:• de beslistermijn van de GVVA aanvraag is drie maanden;• de werknemer mag niet in Nederland werken tot hij degecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid heeftontvangen van de IND. Dit kan nog twee weken duren naaankomst in Nederland.Met name dit laatste punt is zeer beperkend voor het Nederlandsebedrijfsleven. EY heeft Staatsecretaris Teeven aangeschreven overdit feit. Ondanks dat het ministerie van Sociale Zaken enWerkgelegenheid de problematiek erkent, lijkt de Europese Richtlijngeen mogelijkheden te bieden voor een versoepeld beleid.8.5 Salarisnorm kennismigrantenBij de beoordeling van het loon voor de kennismigrantenregelingwordt uitsluitend betekenis toegekend aan het loon in geld.Het gaat daarbij om het vast contractueel overeengekomen en ingeld vastgestelde brutoloon.8.6 Informatieplicht voor referentenWerkgevers die buite<strong>nl</strong>andse werknemers (´vreemdelingen´)laten overkomen naar Nederland voor het verrichten van arbeidworden door de IND aangemerkt als referent. Elke referent heefteen informatie-, administratie- en bewaarplicht. De informatieplichtbetekent dat de referent elke wijziging die invloed kan hebben op deverblijfsstatus van de vreemdeling binnen vier weken na de relevantewijziging dient de melden bij de IND. Hierbij kunt u denken aanbeëindiging van het dienstverband, deeltijdwerken, het veranderenvan werkgever, vertrek uit Nederland of het niet meer naar Nederlandwillen komen. Indien niet aan de informatieplicht wordt voldaan,kan de IND sancties opleggen aan de werkgever.SanctieDe IND kan een bestuurlijke boete opleggen van maximaal € 3.000voor ondernemingen, rechtspersonen en andere organisaties.De boete voor een natuurlijk persoon kan maximaal € 1.500 zijn.Daarnaast kan de IND het erkend referentschap van de organisatieintrekken.Kennismigranten mogen op basis van hun verblijfsvergunning inNederland werken en hebben geen tewerkstellingsvergunning nodig.Kennismigranten zijn werknemers die een bepaald minimumbrutosalaris ontvangen. Daarnaast moet de werkgever zijngeregistreerd als erkend referent bij de IND.De salarisnormen <strong>2015</strong> zijn:KennismigrantWerkvergunningalgemeenWerkvergunningtraineeWerkvergunning kortverblijfWerknemer jongerEUR 3.071 EUR 4.189 EUR 3.071 EUR 3.071dan 30 jaarWerknemer van 30 jaar EUR 4.189 EUR 4.189 EUR 3.071 EUR 4.189of ouderAfgestudeerden EUR 2.201De vermelde bedragen zijn EXCLUSIEF vakantietoeslag en worden voor de loontoets in de kennismigrantenregeling met 8% vakantietoeslag verhoogd.De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 27


Wat u moet weten over hetnieuwe arbeidsrecht, het9nieuwe ontslagrecht en de WWIn 2014 hebben de Tweede Kamer en de Eerste Kamer het voorsteltot de ‘Wet werk en zekerheid’ aangenomen. Op vier terreinenvinden zeer ingrijpende wijzigingen plaats:1. Wijzigingen per 1 januari <strong>2015</strong>.2. Wijzigingen per 1 juli <strong>2015</strong>.3. Wijziging per 1 januari 2016.4. De wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten9.1. Wijzigingen per 1 januari <strong>2015</strong>A. ProeftijdEen proeftijd bij een arbeidsovereenkomst voor zes maanden ofkorter is nietig. Hiervan kan niet bij cao worden afgeweken.Bij een arbeidsovereenkomst van langer dan zes maanden blijftde huidige proeftijdregeling gelden:Type ArbeidsovereenkomstMaximale duurproeftijdAfwijken bijCAO mogelijkBepaalde tijd: langer dan 6maanden en korter dan 2 jaar1 maand JaBepaalde tijd: twee jaar oflanger2 maanden NeeBepaalde tijd: einde1 maand Jaarbeidsovereenkomst niet opeen kalenderdatumvastgesteld (bijvoorbeeldvoor de duur van een project)Onbepaalde tijd 2 maanden NeeHet huidige recht is van toepassing op arbeidsovereenkomstenaangegaan voor 1 januari <strong>2015</strong>. Het nieuwe recht is vantoepassing op arbeidsovereenkomsten aangegaan op of na 1januari <strong>2015</strong>. Indien u een arbeidsovereenkomst met een korteduur wilt sluiten, spreek dan een periode van zes maanden enenkele dagen (of een maand extra) af. Het is dan mogelijk eenproeftijd van één maand op te nemen.B. ConcurrentiebedingEen concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voorbepaalde tijd (ongeacht de duur) is nietig, tenzij in het bedingschriftelijk is gemotiveerd dat het concurrentiebeding noodzakelijkis vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. De28 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


motiveringsplicht geldt niet indien de arbeidsovereenkomst isaangegaan voor 1 januari <strong>2015</strong>. De motiveringsplicht geldt wel bijverlenging van de arbeidsovereenkomst op of na 1 januari <strong>2015</strong>.Werkgevers moeten dus goed opletten bij verlenging van arbeidsovereenkomstenvoor bepaalde tijd die voor 1 januari <strong>2015</strong> zijnaangegaan en op of na 1 januari <strong>2015</strong> worden verlengd.De noodzaak tot het overeenkomen van een concurrentiebedingmoet zo precies en overtuigend mogelijk worden omschreven.Voorkom algemene bewoordingen en spits de motivering toe op defunctie van de werknemer. Indien er geen zwaarwegende bedrijfsofdienstbelangen zijn - terwijl u uw bedrijf optimaal wenst tebeschermen - neem dan een uitgebreid geheimhoudingsbeding opin de arbeidsovereenkomst.C. AanzegplichtDe Wet werk en zekerheid introduceert een aanzegplicht bijarbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd van zes maanden oflanger. De werkgever dient uiterlijk een maand voordat dearbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt, schriftelijk aan dewerknemer mee te delen of de arbeidsovereenkomst wordtvoortgezet en zo ja, onder welke voorwaarden. Let op, dezeaanzegplicht geldt ook bij verlengingen van arbeidsovereenkomstenvoor bepaalde tijd.De aanzegplicht geldt niet:• indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een periodekorter dan zes maanden;• indien het einde van de arbeidsovereenkomst voor bepaaldetijd niet op een kalenderdatum is vastgesteld (bijvoorbeeld bijeen project);• voor de werknemer.SanctieVerzuimt de werkgever (tijdig) aan te zeggen, dan eindigt hetdienstverband alsnog op de overeengekomen einddatum, maar isde werkgever wel een vergoeding verschuldigd aan de werknemer.Indien de werkgever verzuimt op te zeggen is de vergoeding gelijkaan een maand loon. Bij niet-tijdige aanzegging, is een pro ratavergoeding verschuldigd (een week te laat, een week vergoeding).Binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomstvan rechtswege is geëindigd dient de werknemer een vorderingvanwege het niet (tijdig) in acht nemen van de aanzegtermijn inte stellen bij de kantonrechter.De aanzegplicht geldt voor arbeidsovereenkomsten aangegaan opof na 1 januari <strong>2015</strong>. Voorts geldt de aanzegplicht voorarbeidsovereenkomsten die voor 1 januari <strong>2015</strong> zijn aangegaan enop of na 1 januari <strong>2015</strong> eindigen, tenzij dezearbeidsovereenkomsten voor 1 februari <strong>2015</strong> eindigen.Het verdient de voorkeur dat de HR-administratie een automatischsignaal genereert, circa zes weken voor afloop van dearbeidsovereenkomst, zodat tijdig een besluit over het al dan nietvoortzetten kan worden genomen en dit besluit schriftelijk kanworden bericht aan de werknemer.D. Geen arbeid, geen loonDe mogelijkheid tot uitsluiting van deloondoorbetalingsverplichting bij cao wordt beperkt. Concreetbetekent dit dat de werkgever in beginsel het loon moetdoorbetalen indien de werknemer de arbeid niet heeft verrichtdoor een oorzaak die in redelijkheid voor de werkgever behoort tekomen. Hiervan kan ten nadele van de werknemer wordenafgeweken:• voor de eerste zes maanden van de arbeidsovereenkomst bijschriftelijke overeenkomst;• na die eerste periode van zes maanden enkel bij cao, mits deaan de functie verbonden werkzaamheden incidenteel van aardzijn en geen vaste omvang hebben (bijvoorbeeld oproep-,inval- en uitzendkrachten).Het nieuwe recht is van toepassing op arbeidsovereenkomstenaangegaan op of na 1 januari <strong>2015</strong>. Bestaande afwijkingen incao’s blijven van toepassing totdat de cao afloopt, maar uiterlijktot 1 juli 2016.E. UitzendarbeidIn een uitzendovereenkomst kan worden bedongen dat dieovereenkomst eindigt op verzoek van de i<strong>nl</strong>ener aan wie deuitzendkracht ter beschikking wordt gesteld. Dit is mogelijkgedurende de eerste 26 weken waarin de uitzendkracht werkzaamis. De periode van 26 weken kon onder het oude recht bij caoonbeperkt worden verlengd. De Wet werk en zekerheid beperktdeze mogelijkheid tot een periode van maximaal 78 weken.De ketenregeling (zie paragraaf 9.2, onderdeel A.) is pas vantoepassing zodra de werknemer in meer dan 26 weken arbeidheeft verricht. De periode van 26 weken kan bij cao tot maximaal78 weken worden verlengd. Het nieuwe recht is van toepassing oparbeidsovereenkomsten aangegaan op of na 1 januari <strong>2015</strong>.Bestaande afwijkingen in cao’s blijven van toepassing totdat decao afloopt, maar uiterlijk tot 1 juli 2016.De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 29


9.2 Wijzigingen per 1 juli <strong>2015</strong>A. KetenregelingDe ketenregeling regelt dat elkaar opvolgende arbeidsovereenkomstenvoor bepaalde tijd op een zeker momentautomatisch in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijdovergaan. Er mogen niet meer dan zes maanden (voorheen: driemaanden) tussen elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten voorbepaalde tijd zitten.Binnen een periode van twee jaar (voorheen: drie jaar) mogen driearbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden aangegaan.De onderbrekingen van maximaal zes maanden (voorheen: driemaanden) worden meegeteld bij deze periode.Er ontstaat van rechtswege een arbeidsovereenkomst vooronbepaalde tijd:• bij overschrijding van de periode van twee jaar indien sprake isvan twee arbeidsovereenkomsten of meer, of• bij het aangaan van een vierde arbeidsovereenkomst voorbepaalde tijd.De Wet werk en zekerheid beperkt de mogelijkheid om onbeperktbij cao af te wijken van de ketenregeling.Arbeidsovereenkomsten die op of na 1 juli <strong>2015</strong> wordenaangegaan, vallen onder het nieuwe recht.Het nieuwe recht geldt ook voor voortzettingen op of na 1 juli <strong>2015</strong>.B. Ragetlie-regelDe huidige Ragetlie-regel heeft betrekking op arbeidsovereenkomstenvoor onbepaalde tijd, die anders dan dooropzegging of door ontbinding zijn geëindigd, en die wordenvoortgezet. Worden ze opgevolgd door een of meerarbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd met tussenpozen vanniet meer dan drie maanden, dan is voor de beëindiging van diearbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd opzegging vereist is.De Wet werk en zekerheid verlengt de onderbrekingstermijn tussende voortgezette arbeidsovereenkomsten van drie, naar zes maanden.De Ragetlie-regel is bovendien niet (meer) van toepassing, indiende eerdere arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is geëindigdwegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Dateindigen moet dan wel in de arbeidsovereenkomst (of toepasselijkecao) zijn overeengekomen. Gaan partijen daarna met elkaar dooren sluiten zij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd,dan eindigt die dus van rechtswege.De wijziging treedt in op 1 juli <strong>2015</strong>. Aangenomen kan worden datdezelfde overgangsregeling als bij de ketenregeling geldt, dus voorarbeidsovereenkomsten aangegaan op of na 1 juli <strong>2015</strong> zal hetnieuwe recht gelden.C. Ontslag: redelijke grondOp grond van de Wet werk en zekerheid kan de werkgever dearbeidsovereenkomst opzeggen, indien daarvoor een redelijkegrond bestaat en indien herplaatsing binnen redelijke termijn, aldan niet met scholing, in een andere passende functie onmogelijkis of niet in de rede ligt. Herplaatsing ligt in ieder geval niet in derede, indien sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten vande werknemer.De herplaatsingsverplichting geldt zowel voor de opzegging van dearbeidsovereenkomst, als voor de ontbinding door de rechter. Datbetekent dat het ontslagdossier op dat punt ook op orde moet zijn.D. Twee ontslagroutesDe twee ontslagroutes - toestemming voor opzegging bij het UWVWERKbedrijf en ontbinding via de kantonrechter – blijven onder hetnieuwe recht bestaan. Er bestaat echter per ontslaggrond slechtséén route:• bij ontslagen wegens (a) bedrijfseconomische redenen en (b)langdurige arbeidsongeschiktheid, kan enkel toestemmingvoor opzegging worden gevraagd bij het UWV WERKbedrijf.Na verkregen toestemming wordt opgezegd met inachtnemingvan de opzegtermijn;• bij ontslagen wegens persoonsgebonden redenen kan enkelde kantonrechter om ontbinding worden gevraagd.Persoonsgebonden redenen zijn: (c) regelmatig niet kunnenwerken vanwege ziekte of gebreken, (d) ongeschiktheid(na een verbeteringstraject), (e) verwijtbaar handelen ofnalaten, (f) weigeren werk te verrichten vanwege een ernstiggewetensbezwaar, (g) een verstoorde arbeidsrelatie,(h) andere omstandigheden van zodanige aard dat in redelijkheidniet gevergd kan worden de arbeidsrelatie in stand te laten.De ontslaggronden zijn gebaseerd op de huidige Beleidsregels vanhet UWV WERKbedrijf. De kantonrechter en het UWV WERKbedrijftoetsen voortaan aan dezelfde regels.In tegenstelling tot het huidige recht is bij beide ontslagrouteshoger beroep en cassatie mogelijk. Bij opzegging kan de werkgeverde proceduretijd bij het UWV WERKbedrijf in mindering brengen opde in acht te nemen opzegtermijn, waarbij een opzegtermijn vanminimaal één maand moet resteren. De proceduretijd wordtberekend vanaf de datum waarop het UWV WERKbedrijf de30 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


volledige ontslagaanvraag heeft ontvangen en loopt tot dedagtekening van de beslissing.Onder het nieuwe recht kan de werkgever de arbeidsovereenkomstzonder voorafgaande toets opzeggen, indien de werknemers deAOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Dat kan ook bij een hogereof lagere overeengekomen pensioendatum. Steeds kan van dezeregels worden afgeweken bij – individuele of collectieve – schriftelijkeovereenkomst.E. TransitievergoedingDe kantonrechtersformule verdwijnt, evenals de kennelijk onredelijkontslagprocedure en de bijbehorende schadevergoeding. Onder hetnieuwe recht heeft de werknemer met een dienstverband vanminimaal twee jaar recht op een transitievergoeding, indien dearbeidsovereenkomst:• door de werkgever is opgezegd;• op initiatief van de werkgever door de kantonrechter isontbonden;• de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet door dewerkgever wordt verlengd.• als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten vande werkgever:• door de werknemer is opgezegd;• op verzoek van de werknemer is ontbonden; of• na een einde van rechtswege op initiatief van dewerknemer niet aansluitend is voortgezet.Er bestaat geen recht op een transitievergoeding indien dearbeidsovereenkomst eindigt of niet wordt voorgezet nadat dewerknemer de AOW-gerechtigde leeftijd of een hogere of lagereovereengekomen pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.Hetzelfde geldt indien de arbeidsovereenkomst niet wordtvoortgezet in verband met het bereiken van die leeftijd.De transitievergoeding bedraagt de eerste 10 jaar 1/3 maandsalarisper dienstjaar en daarna 1/2 maandsalaris per dienstjaar.De transitievergoeding bedraagt maximaal € 75.000 bruto of éénjaarsalaris indien dat hoger is dan € 75.000 bruto.dat de werknemers na hun 50ste bij een werkgever in dienstwaren, mits de werknemers een dienstverband van tenminste 10jaar hebben: één maandsalaris per dienstjaar vanaf 50 jaar. Dezehogere berekeningsmaatstaf geldt niet voor kleine werkgevers:werkgevers die in de tweede helft van het kalenderjaarvoorafgaand aan het kalenderjaar waarin de arbeidsovereenkomsteneindigen, minder dan 25 werknemers in dienst hebben.De maximale transitievergoeding blijft € 75.000 of het hogerejaarsalaris.Bij cao kan van de wettelijke regeling voor de transitievergoedingworden afgeweken, indien in de cao een gelijkwaardigevoorziening wordt opgenomen.De regeling van de transitievergoeding gaat per 1 juli <strong>2015</strong> directin. Er is (nog) geen overgangsrecht voor arbeidsovereenkomstendie al zijn aangegaan en die eindigen op of na 1 juli <strong>2015</strong>. Ditbetekent dat voor een arbeidsovereenkomst die eindigt op of na1 juli <strong>2015</strong> en waarvan de arbeidsperiode twee jaar of langer heeftgeduurd, de werkgever een transitievergoeding is verschuldigd.De transitievergoeding zal daarbij worden berekend aan de handvan de gehele duur van de arbeidsovereenkomst. De periode voor1 juli <strong>2015</strong> wordt dus meegerekend.De transitievergoeding kan onder voorwaarden wordenverminderd met door de werkgever voor zijn rekening gekomenkosten – ook indien deze eerder tijdens het dienstverband zijngemaakt - van scholing, outplacement en andere kosten tervoorkoming van werkloosheid. Belangrijkste voorwaarde is dat dewerknemer heeft ingestemd met de hier bedoelde vermindering,vóórdat de kosten zijn gemaakt. Deze instemming is niet vereistindien de verrekening van scholingskosten, kosten vanoutplacement en dergelijke voortvloeit uit bindende afsprakentussen werkgevers- en werknemersorganisaties. Wij raden aan inuw arbeidsvoorwaardenbeleid aandacht te besteden aan demogelijkheid om in de toekomst transitievergoedingen teverminderen met de bedoelde kosten.Bij “ernstig verwijtbaar handelen of nalaten” (bijvoorbeelddiefstal) van de werknemer bestaat geen recht op eentransitievergoeding. Bij “ernstig verwijtbaar handelen of nalaten”(bijvoorbeeld wegpesten) van de werkgever kan door dekantonrechter een aanvullende vergoeding worden toegekend.Voor werknemers die bij ontslag 50 jaar en ouder zijn, geldt tot1 januari 2020 een overgangsregeling. Er geldt een hogereberekeningsmaatstaf voor de transitievergoeding over de jarenDe <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 31


F. Beëindiging met instemming werknemerF.1 Opzegging met instemming van de werknemerOnder het nieuwe recht kan de werkgever de arbeidsovereenkomstopzeggen, zonder dat hieraan een beschikking van dekantonrechter of het UWV WERKbedrijf ten grondslag ligt. Dewerknemer dient dan schriftelijk te verklaren in te stemmen met deopzegging. De instemming leidt niet tot verwijtbare werkloosheid.F.2 Beëindiging met wederzijds goedvindenPartijen kunnen de arbeidsovereenkomst nog steeds metwederzijds goedvinden beëindigen. Hiervoor gelden echter nieuweregels. Zo moet de beëindigingsovereenkomst schriftelijk wordenovereengekomen.F.3 Herroepings- en ontbindingsrechtBinnen twee weken heeft de werknemer het recht zijn instemmingte herroepen dan wel de beëindigingsovereenkomst te ontbinden,zonder opgaaf van redenen. De werknemer dient hiertoe eenschriftelijke verklaring te sturen aan de werkgever.Deze termijn wordt drie weken, indien de werkgever de werknemerniet binnen twee werkdagen na instemming schriftelijk op zijnherroepings- of ontbindingsrecht wijst.Van het herroepings- of ontbindingsrecht kan geen gebruik wordengemaakt, indien de werknemer in de voorafgaande periode van zesmaanden reeds van dit recht gebruik maakte.G. Werkloosheidswet (WW): passende arbeidNa zes maanden WW-uitkering wordt alle arbeid als passendaangemerkt. Dit is nu na één jaar.H. InkomensverrekeningDe WW kent nu de hoofdregel dat wanneer een WW-gerechtigde(deels) gaat werken, het aantal uren dat hij werkt in minderingwordt gebracht op de WW-uitkering. Recht op een uitkering blijftbestaan voor die uren die men nog werkloos is. De Wet werk enzekerheid introduceert inkomensverrekening. Bijinkomensverrekening wordt een deel van de (extra) inkomsten inmindering gebracht op de uitkering, het andere deel wordt niet inmindering gebracht. Het gevolg hiervan is dat werkhervatting altijdlonend is.Waarop moeten werkgevers per 1 juli <strong>2015</strong> letten?• Het ontslagdossier moet goed op orde zijn. Bij ongeschiktheidvan de werknemer moet er bijvoorbeeld sprake zijn van eenverbetertraject. Daarbij heeft de werkgever eenherplaatsingsverplichting. In bijna alle gevallen moet naar eenpassende functie zijn gezocht. Het is verstandig om dezeaspecten nu al mee te nemen bij het opbouwen van dossiers.• Wacht, indien en voor zover mogelijk en goedkoper, met hetdoorvoeren van een reorganisatie of een individueel ontslagtotdat de transitievergoeding van kracht is.• Indien op dit moment toch een sociaal plan moet wordenafgesproken en daarin wordt een vergoeding opgenomen (aldan niet gebaseerd op de kantonrechtersformule), maak delooptijd dan niet langer dan tot 1 juli <strong>2015</strong>.• De arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd kunnen minderflexibel worden toegepast. Het is in dat verband verstandig omte kijken of het werken met zzp’ers of payrolling een oplossingkan bieden.• Bij (een keten van) arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd:sluit deze af voor een periode korter dan twee jaar, zodat naafloop geen transitievergoeding verschuldigd is.• Onderzoek de mogelijkheid van een (ondernemings)cao.Conform de nieuwe wetgeving kan bij cao namelijk meerworden afgeweken van het nieuwe ontslagrecht.9.3 Wijzigingen per 1 januari 2016De maximale duur van de WW-uitkering wordt verlaagd van 38maanden naar 24 maanden.De opbouw van de WW-rechten is afhankelijk van hetarbeidsverleden:• één maand WW-uitkering per jaar voor de eerste 10 jaararbeidsverleden;• voor elk daaropvolgend jaar arbeidsverleden wordt een halvemaand WW-uitkering opgebouwd.9.4 De Wet banenafspraak en quotumarbeidsbeperktenDeze wet is in behandeling bij de Tweede Kamer en heeft ten doelhet bevorderen van de arbeidsparticipatie van mensen met eenarbeidsbeperking. Hierover zijn (niet vrijblijvende) afsprakengemaakt met de sociale partners. Afgesproken is dat werkgeversjaarlijks banen beschikbaar stellen voor mensen die vanwege eenbeperking niet in staat zijn zelf het wettelijk minimumloon teverdienen. Er is een streefgetal genoemd van 100.000 banen in2025 in de particuliere sector en 25.000 banen in de sectoroverheid. Banen die worden ingevuld door uitzendkrachten tellenmee. Worden de resultaatafspraken niet gehaald, dan treedt eenquotumplicht in werking. Dit wordt voor het eerst beoordeeld in2016. Blijkt dan dat er onvoldoende extra banen voor mensen meteen arbeidsbeperking zijn gecreëerd, dan volgt met ingang van 1januari 2017 een quotumheffing van € 5.000 per niet ingevuldearbeidsplaats. Er is een uitzondering voor werkgever met nietmeer dan 25 werknemers.32 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 33


10Varia10.1 De levensloopregeling in <strong>2015</strong>en afkoop ervanDe levensloopregeling is een uitsterfregeling en bestaat alleennog maar voor bepaalde ‘oude gevallen’. In <strong>2015</strong> hebben dezewerknemers de mogelijkheid hun levenslooptegoed in één keeraf te kopen tegen een gunstig belastingtarief. Het tegoed per31 december 2013 (inclusief rendementen tot en met 2013)is voor 20% vrijgesteld. De overige 80%, vermeerderd met rendementenná 2013 en eventuele i<strong>nl</strong>eg in 2014 en <strong>2015</strong>, is belastloon. Na afkoop kan niet weer opnieuw van de levensloopregelinggebruik worden gemaakt. Een echte uitsterfregeling.10.2 De stand van zaken in de procedures tegen de16%-crisisheffingen 2013 en 2014Er is geen 16%-crisisheffing <strong>2015</strong>. Tegen de eerdere16%-crisisheffingen 2013 en 2014, hoog loon (> €150.000)is door werkgevers massaal bezwaar en beroep ingesteld.Zij verzetten zich niet tegen die belastingheffing als zodanig,maar wel tegen de terugwerkende kracht ervan. In de eigendomsbeschermingvan het Europees Verdrag voor de Rechten van deMens (EVRM) ligt mogelijk de sleutel van succes. In 2014 hebbenrechtbanken verschillend geoordeeld of de 16%-crisisheffing 2013de toets van het EVRM kan doorstaan. Het is wachten op hetoordeel van de Hoge Raad, Het Europese Hof voor de Rechtenvan de Mens (EHRM) oordeelt in laatste instantie.10.3 Voor (semi)publiekrechtelijke werkgevers:de WNT <strong>2015</strong>De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke ensemipublieke sector (WNT) stelt een maximum aan de bezoldigingvan deze functionarissen. Was dit maximum – ontleend aan devroegere balkenendenorm – tot en met 2014 gebaseerd op 130%van het ministersalaris, met ingang van <strong>2015</strong> is deze normverlaagd naar 100% van dat salaris. In bepaalde sectoren- zoalswoningcorporaties – gelden lagere maxima. Er is ingewikkeldovergangsrecht voor bestaande gevallen. Uiterlijk in 2022 maggeen enkele topfunctionaris méér verdienen dan een minister.Bezoldigingen boven de norm zijn onverschuldigd betaald enmoeten worden terugbetaald. De betreffende werkgevers hebbeneen meldingsplicht van overschrijdingen. Het is van belang dezemeldingsplicht, de toets van bezoldigingen aan de WNT-norm <strong>2015</strong>en aan het overgangsrecht, jaarlijks goed te beoordelen.10.4 Premiebesparingen sectorindelingbinnen concernsElke werkgever is van rechtswege aangesloten bij een bepaaldesector en is een sectorpremie verschuldigd. De praktijk leert datde sectoraansluiting vaak een vergeten onderwerp is. Mogelijkepremiebesparingen worden over hoofd gezien. Met name in desituatie van een concern met meerdere werkgevers die inverschillende sectoren zijn ingedeeld, zijn er besparingsmogelijkheden.Een premiecheck kan nooit kwaad.10.5 Premiekorting jongere en oudere werknemersJongerenNeemt u voor ten minste zes maanden een uitkeringsgerechtigdejongere in dienst (leeftijd 18 tot 27 jaar) voor ten minste 32 uurper week, dan heeft u recht op een premiekorting van € 3.500 perjaar. Deze korting wordt gedurende maximaal twee jaar uitbetaald.De kortingsregeling is tijdelijk en eindigt op 31 december 2017.OuderenHet in dienstnemen van een oudere uitkeringsgerechtigde(56 jaar of ouder) wordt gesubsidieerd met een premiekortingvan maximaal € 7.000 per jaar gedurende maximaal drie jaren. Hetdienstverband moet ten minste 36 uur per week zijn. Bij werken indeeltijd wordt het bedrag van €7.000 naar rato verminderd. Nieuwin <strong>2015</strong> is de verhoogde leeftijdgrens van 56 jaar (was in 2014: 50jaar). Voor bestaande gevallen blijft de grens van 50 jaar gelden.Administratieve verplichtingenWerkgevers die de premiekortingen claimen, moeten bij hu<strong>nl</strong>oonadministratie een zogeheten doelgroepverklaring bewaren.Dit is een verklaring van het UWV of van de gemeente, dat dewerknemer WW-gerechtigd of WWB-gerechtigd was (‘Wet Werken Bijstand’). Ook moet een schriftelijke arbeidsovereenkomstbij de loonadministratie worden bewaard. Nieuw in <strong>2015</strong> is datdeze schriftelijke stukken aanwezig moeten zijn vóórdat u depremiekorting toepast.34 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


10.6 Ten slotte: de weg naar een nieuwbelastingstelselDe Tweede Kamer heeft de wens geuit van een herziening envereenvoudiging van het huidige belastingstelsel. De verminderingvan de belastingdruk op de factor arbeid, lijkt een van dedoelstellingen te zijn. De verwachting is dat het kabinet in <strong>2015</strong> deeerste contouren van een nieuw belastingstelsel zal schetsen. Wijhouden u uiteraard op de hoogte.De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 35


Decijfers<strong>2015</strong>1. Heffingspercentages loon- en inkomstenbelasting2. Premiepercentages, maximum premieloon endergelijke sociale verzekeringen3. Loonheffingskortingen4. Waarderingsnormen in de werkkostenregeling5. Afdrachtverminderingen en premiekortingen6. Bijtelling auto van de zaak7. Eindheffings- en andere bijzondere tarievenin de <strong>loonheffing</strong>en8. Overige cijfers36 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


1. Heffingspercentages loon- en inkomstenbelasting <strong>2015</strong>De tabel 1.1 betreft personen die de AOW-gerechtigde leeftijd (<strong>2015</strong>: 65 jaar plus 3 maanden) nog niet hebben bereikt en de tabel 1.2geldt voor personen die deze leeftijd wel hebben bereikt. Ter vergelijking vermelden wij ook de cijfers 2014.Tabel 1.1 Heffingspercentages voor personen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijdJaar 2014Belastbaar inkomenmeer dandoch nietmeer danbelastingtarieftarief premievolksverzekeringentotaal tarief€ € % % % €- 19.645 5,10 31,15 36,25 7.12119.645 33.363 10,85 31,15 42,00 12.88233.363 56.531 42,00 42,00 22.61256.531 52,00 52,00heffing over totaalvan schijvenJaar <strong>2015</strong>Belastbaar inkomenmeer dandoch nietmeer danbelastingtarieftarief premievolksverzekeringentotaal tarief€ € % % % €- 19.822 8,35 28,15 36,50 7.23419.822 33.589 13,85 28,15 42,00 13.01633.589 57.585 42,00 42,00 23.09457.585 52,00 52,00heffing over totaalvan schijvenTabel 1.2 Heffingspercentages voor personen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt (geboren in 1946 of later*)Jaar 2014Belastbaar inkomenmeer dandoch nietmeer danbelastingtarieftarief premievolksverzekeringentotaal tarief€ € % % % €- 19.645 5,10 13,25 18,35 3.60419.645 33.363 10,85 13,25 24,10 6.91033.363 56.531 42,00 42,00 16.64056.531 52,00 52,00heffing over totaalvan schijvenJaar <strong>2015</strong>Belastbaar inkomenmeer dandoch nietmeer danbelastingtarieftarief premievolksverzekeringentotaal tarief€ € % % % €- 19.645 8,35 10,25 18,60 3.68619.822 33.589 13,85 10,25 24,10 7.00433.589 57.585 42,00 42,00 17.08257.585 52,00 52,00heffing over totaalvan schijven*) Voor personen die zijn geboren in 1945 of eerder geldt een iets afwijkende tweede schijfgrens. De tarieven zijn hetzelfde.De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 37


2. Premiepercentages, maximum premieloon en dergelijke sociale verzekeringen <strong>2015</strong>Tabel 2.1 Premiepercentages sociale verzekeringen <strong>2015</strong>Premie Werkgever Werknemer Totaal Maximum premieloonper jaar% % % €AOW33.589- 17,90 17,90(2014: 33.363)ANW33.589- 0,60 0,60(2014: 33.363)WLZ33.589- 9,65 9,65(2014: 33.363)Basispremie WAO/WIA51.9765,25 - 5,25(2014: 51.414)Verplichte werkgeversbijdragekinderopvangGedifferentieerde premieWerkhervattingskas (WGA)WW-premieSectorfondspremie (gemiddeld)Uitvoeringsfonds voor overheid (Ufo)0,50 - 0,50Variabel.Zie uw beschikking- p.m.2,22 - 2,222,68 - 2,680,78 - 0,7851.976(2014: 51.414)51.976(2014: 51.414)51.976(2014: 51.414)51.976(2014: 51.414)51.976(2014: 51.414)Tabel 2.2 Premies voor de Zorgverzekeringswet <strong>2015</strong>PremieMaximum bijdrageloonInkomensafhankelijke bijdrage(werkgeversverplichting)Inkomensafhankelijke bijdrage zonderwerkgeversverplichting6,95%4,85%51.976(2014: 51.414)51.976(2014: 51.414)Nominale premie (gemiddeld) € 1.211 -3. Loonheffingskortingen <strong>2015</strong>Er zijn in <strong>2015</strong> zeven <strong>loonheffing</strong>skortingen, waarvan vier reeds zijn verwerkt in de loonbelastingtabellen:• Algemene heffingskorting• Arbeidskorting• Ouderenkorting• Alleenstaande ouderenkortingTwee heffingskortingen moet u zelf berekenen en toepassen:• Jonggehandicaptenkorting• Levensloopverlofkorting (geen opbouw meer ná 2011)• Werkbonus (tot en met 2013 in de inkomstenbelasting en vanaf 2014 in de <strong>loonheffing</strong>en)38 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


Tabel 3.1 Loonheffingskortingen <strong>2015</strong>LoonheffingskortingJonger dan AOW-gerechtigde leeftijd(€)AOW-gerechtigden(€)<strong>2015</strong> 2014 <strong>2015</strong> 2014Algemene heffingskorting(inkomensafhankelijk)• maximaal 2.203 2.103 1.123 1.065• minimaal 1.342 1.366 685 693Arbeidskorting (inkomensafhankelijk)maximaal• maximaal 2.220 2.097 1.132 1.062• minimaal 184 367 94 186Werkbonus (inkomensafhankelijk)• maximaal 1.119 1.119• minimaal 0Ouderenkorting (lage inkomens) 1.042 1.032Ouderenkorting (hoge inkomens) 152 150Alleenstaande ouderenkorting 433 429Jonggehandicaptenkorting 715 708Tijdelijke heffingskorting VUT- enprepensioengerechtigden, maximaalLevensloopverlofkorting (per jaar vandeelname tot en met 2011)61 121207 205Tabel 3.2 Overzicht afbouw arbeidskorting 2014 - 2017Inkomen 2014 <strong>2015</strong> 2016 2017was wordt was wordt was wordt20.000 2.097 2.220 2.220 2.477 2.477 2.586 2.58640.000 2.097 2.220 2.220 2.477 2.477 2.655 2.65560.000 1.326 1.472 1.816 1.764 2.088 1.984 2.29880.000 526 672 1.016 964 1.288 1.184 1.49890.000 367 272 616 564 888 784 1.098100.000 367 184 216 164 488 384 698110.000 367 184 184 0 88 0 298120.000 367 184 184 0 0 0 04. Waarderingsnormen <strong>2015</strong> in de werkkostenregelingMet ingang van 1 januari <strong>2015</strong> is de werkkostenregeling verplicht. Hiervoor gelden in <strong>2015</strong> de volgende normbedragen:• gericht vrijgestelde vergoeding voor woon-werkverkeer en dienstreizen: maximaal € 0,19 per kilometer;• maaltijden op de werkplek indien geen bijkomstig zakelijk belang: € 3,20 (2014: € 3,15) per gratis maaltijd. Er wordt geen onderscheidgemaakt naar de aard van de maaltijd (lunch, diner, koud, warm). Op de werkplek verstrekte consumpties worden op nihil gewaardeerd;De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 39


• bepaalde vormen van huisvesting en inwoning: € 5,40 (2014: € 5,35) per dag;• vergoeding voor herinrichtingskosten bij een zakelijke verhuizing: maximaal € 7.750. Daarnaast is een vergoeding voor de werkelijkekosten van het overbrengen van de inboedel gericht vrijgesteld;• vrijwilligersregeling: maximaal € 150 per maand en € 1.500 per jaar.• Producten uit eigen bedrijf (personeelskortingen): 20% van de waarde in het economische verkeer met een maximum van € 500 per jaar.Het voordeel van een renteloze of laagrentende personeelslening – andere dan een lening in verband met de financiering van de eigenwoning of een fiets - is niet genormeerd. Dit rentevoordeel wordt gesteld op de waarde in het economische verkeer, zijnde (het verschilmet) de marktrente voor de desbetreffende lening.5. Afdrachtverminderingen en premiekortingen <strong>2015</strong>Tabel 5.1 Afdrachtvermindering Speur- & ontwikkelingswerkDe percentages en de loongrens voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zijn voor <strong>2015</strong> niet gewijzigd:AfdrachtverminderingSpeur- & ontwikkelingswerkbedraagtBedragPercentageover S&O-loon maximaal € 250.000 35%voor starters, over maximaal € 200.000 50%over het meerdere S&O-loon 14%maximale afdrachtvermindering € 14.000.000Tabel 5.2 Premiekorting <strong>2015</strong> oudere werknemersDe werkgever ontvangt voor het in dienst nemen van uitkeringsgerechtigde werknemers van 56 jaar of ouder bij een werkweek van tenminste 36 uur per week, een jaarlijkse premiekorting van € 7.000. De korting wordt verleend op de premie WAO/WIA/WW/Awf/Ufo ensectorfonds. Deze korting kunt u na 1 juli <strong>2015</strong> alleen nog maar aanvragen als u een beschikking van het UWV heeft, waarin is opgenomendat de werknemer voorafgaande aan de periode dat hij bij u in dienst treedt, een uitkering genoot.Tabel 5.3 Premiekorting <strong>2015</strong> arbeidsgehandicapte werknemersDe werkgever ontvangt voor het in dienst hebben van bepaalde arbeidsgehandicapte werknemers een jaarlijkse premiekorting van € 7.000bij een arbeidsduur van ten minste 36 uur per week. Voor jonggehandicapten (Wajong) die met dispensatie minder loon ontvangen dan hetwettelijke minimumloon, bedraagt de korting maximaal € 3.500 per jaar. Deze kortingen wordt naar rato verlaagd bij een lager aantalarbeidsuren.40 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


6. Bijtelling auto van de zaakTabel 6.1 Bijtellingspercentages <strong>2015</strong>De hoogte van de bijtelling van het voordeel van een auto van de zaak is afhankelijk van de CO2-uitstoot (in gram/km) en van de datum vaneerste afgifte van het kentekenbewijs. Vanaf <strong>2015</strong> wordt geen onderscheid meer gemaakt in de CO2-grenzen voor diesel en overigebrandstoffen.BijtellingDiesel• ten minste 14%*• ten minste 20%*Kenteken vóór1 januari <strong>2015</strong>> 50 - ≤ 85 gram> 85 - ≤ 111 gram> 111 gramKenteken vanaf1 januari <strong>2015</strong>• ten minste 25%*Elektrische auto’s zonder range extender• ten minste 4% (gedurende vijf jaar na datum afgifte kenteken 0 gram 0 gram• 0% tot 1 januari 2017, indien kenteken is afgegeven vóór 1 januari 2012 n.v.t n.v.t• 0% gedurende vijf jaar indien kenteken is afgegeven tussen 1 januari 2012 en 1januari 2014n.v.tn.v.tElektrische auto’s met range extender• ten minste 7% (gedurende vijf jaar na datum afgifte kenteken) ≤ 50 gram ≤ 50 gramAlle overige brandstoffen• ten minste 14%*> 50 - ≤ 88 gram > 50 - ≤ 88 gram• ten minste 20%*> 88 - ≤ 117 gram > 88 - ≤ 117 gram• ten minste 25%*> 110 gram> 117 gramn.v.t.*) De CO2-grenzen voor auto’s waarvan het kenteken is afgegeven vóór 1 januari <strong>2015</strong> zijn afhankelijk van de datum waarop dat is gebeurd.De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 41


7. Eindheffings- en andere bijzondere tarieven in de <strong>loonheffing</strong>enTabel 7.1 EindheffingstarievenEindheffingstarieven (%) <strong>2015</strong> <strong>2015</strong> 2014 2014Gebruteerd Enkelvoudig Gebruteerd EnkelvoudigAannemers van werk, thuiswerkers,sekswerkers en gelijkgestelden• met <strong>loonheffing</strong>skorting 14,90 13,00 16,20 14,00• zonder <strong>loonheffing</strong>skorting 56,20 36,00 56,20 36,00Anonieme werknemers 108,30 52,00 108,30 52,00Niet-anonieme werknemers, jonger dande AOW-gerechtigde leeftijd, afhankelijkvan jaarloon57,40 36,5056,8072,40 of108,3036,2542,00 of52,00Niet-anonieme werknemers, die de AOWgerechtigdeleeftijd hebben bereikt,afhankelijk van jaarloon22,8031,7072,40108,3018,6024,1042,0052,0022,4031,7072,40, of108,3018,3524,1042,00 of52,00Anonieme werknemers 108,30 52,00 108,30 52,00Bestelauto die doorlopend afwisselenddoor twee of meer werknemers wordtgebruikt€ 300 per jaar € 300 per jaarGeschenken in natura tot maximaal € 70per werknemer per jaar• alleen indien werkkostenregeling nietwordt toepastn.v.t. 20,00Verstrekkingen aan anderen dan eigenwerknemers• waarde niet meer dan € 136 45,00• waarde meer dan € 136 75,00Tabel 7.2 Tarieven pseudo-eindheffingenPseudo-eindheffingen (%) <strong>2015</strong> 2014Regelingen voor vervroegd uittreden (RVU) 52% 52%Excessieve vertrekvergoedingen 75% 75%Backservice in excessieve pensioeneindloonregeling Vervallen 15%Crisisheffing hoog loon (> € 150.000) Vervallen 16%Tabel 7.3 Afwijkende tarieven voor bijzondere groepen werknemers<strong>2015</strong> 2014Artiesten en beroepsporters• inwoners van Nederland 36,50% 36,25%• inwoners van een verdragsland 0,00% 0,00%• inwoners van een niet-verdragsland 20,00% 20,00%Aannemers van werk, thuiswerkers, sekswerkers en gelijkgestelden• met <strong>loonheffing</strong>skorting 13,00% 14,00%• zonder <strong>loonheffing</strong>skorting 36,00% 36,00%42 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


8. Overige cijfers<strong>2015</strong> 2014Minimum bedrag gebruikelijk loon voor aandeelhouders met een aanmerkelijk belang75/70x loon 2014,dan wel afspraak€ 44.000Pseudo-eindheffing bij vertrekvergoeding hoger dan € 535.000 € 531.000Pseudo-eindheffing bij backservice en een pensioengrondslag hoger dan Vervallen € 531.000Inkomensgrenzen 30%-regelingVoor ingekomen werknemers met schaarse specifieke deskundigheid gelden bepaalde salarisnormen (bedoeld is het fiscale loon).<strong>2015</strong> 2014Gepromoveerden, promovendi en masters (jonger dan 30 jaar) meer dan € 27.901 meer dan € 27.653Bepaalde wetenschappers en artsen in opleiding tot specialist Geen salarisnorm Geen salarisnormOverige werknemers meer dan € 36.705 meer dan € 36.378De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 43


Contactpersonen PraktijkgroepHuman Capital Belastingadviseurs LLPRegio AmsterdamPostbus 7925Johan Bos1008 AB Amsterdam johan.bos@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.comtel.: 088 407 11 14Antoine Bronsantoine.brons@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.comtel.: 088 407 30 14Regio Rotterdam / Den HaagPostbus 90636Marcel de Vreede2509 LP DEN HAAG marcel.de.vreede@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.comtel.: 088 407 37 67Postbus 2295Guido van Ankum3000 CG ROTTERDAM guido.van.ankum@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.comtel.: 088 407 37 70Jan-Bertram Rietveldjan-bertram.rietveld@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.comtel.: 088 407 83 22Peter Sassenpeter.sassen@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.comtel.: 088 407 83 1644 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


Regio Noord Oost (Zwolle / Arnhem / Utrecht)Postbus 30116Renzo van der Ham6803 AC ARNHEM renzo.van.der.ham@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.comtel.: 088 407 63 22Emanuel op het Veldemanuel.op.het.veld@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.comtel.: 088 407 61 46Anke van der LochtPostbus 634anke.van.der.locht@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.com8000 AP ZWOLLE tel.: 088 407 61 27Regio Zuid (Eindhoven / Maastricht)Postbus 455Elianne Belleflamme5600 AL EINDHOVEN elianne.belleflamme@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.comtel.: 088 407 47 77Miriam Michielsmiriam.michiels@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.comtel.: 088 407 45 51Ilse Jansenilse.jansen@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.comtel.: 088 407 83 24Postbus 100Theo van Schendel6200 AC MAASTRICHT theo.van.schendel@<strong>nl</strong>.<strong>ey</strong>.comtel. 088 407 34 96De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 45


46 | De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong>


De <strong>loonheffing</strong>en in <strong>2015</strong> | 47


Ernst & Young LLPAssurance | Tax | Transactions | AdvisoryOver EYEY is wereldwijd toonaangevend op de gebieden assurance, tax, transactionen advisory services. Met de inzichten en de hoogwaardige diensten die wijbieden, dragen wij bij aan het versterken van het vertrouwen in dekapitaalmarkten en economieën overal ter wereld. Wij brengentoonaangevende leiders voort die door samen te werken onze beloften aanal onze stakeholders waarmaken. Daarmee spelen wij een cruciale rol bij hetcreëren van een beter functionerende wereld voor onze mensen, onzecliënten en de maatschappij.De aanduiding EY verwijst naar de wereldwijde organisatie en mogelijk naareen of meer lidfirma’s van Ernst & Young Global Limited (EYG), die elk eenafzonderlijke rechtspersoon zijn. EYG is een UK company limited byguarantee en verleent zelf geen diensten aan cliënten. Voor meer informatieover onze organisatie, kijk op <strong>ey</strong>.com.Over Human CapitalHuman Capital is gespecialiseerd in veel aspecten rondom arbeid,arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden, zowel nationaal alsinternationaal. Op internationaal terrein adviseren wij fiscaal enpremierechtelijk over grensoverschrijdende arbeid (‘Global Mobility’ en‘International Social Security’). Wij maken daarbij gebruik van eenwijdvertakt netwerk over de gehele wereld. Ook de aspecten van verblijfsentewerkstellingsvergunningen (‘Business Immigration’) rekenen wij totons kennisgebied, evenals het voeren van internationalesalarisadministraties (‘IPD’). Bij het specialisme dat zich richt op hetnationale vlak kan gedacht worden aan advisering over diversebeloningsvormen – zoals werknemersparticipaties – en anderearbeidsvoorwaarden. Dit onderdeel van Human Capital verleent onder meerspecialistische diensten op het terrein van loonbelasting en socialezekerheid, zoals het uitvoeren van risicoanalyses, de toepassing van dewerkkostenregeling, het begeleiden van looncontroles door deBelastingdienst en het adviseren en begeleiden van aansprakelijkstellingendoor de Belastingdienst. Daarbij hoort ook het voeren van bezwaar- enberoepsprocedures op het terrein van de <strong>loonheffing</strong>en.ContactVoor informatie kunt u contact opnemen met de praktijkgroep HumanCapital, EY Belastingadviseurs LLP.De leden van deze praktijkgroep zijn in alle regio’s vertegenwoordigd.Hun namen en e-mailadressen vindt u op de vorige pagina.© <strong>2015</strong> EY Belastingadviseurs LLPAlle rechten voorbehoudenED None140082Deze publicatie bevat informatie in samengevatte vorm en is daarom enkel bedoeld als algemeneleidraad. Ze is niet bedoeld om te dienen als een substituut voor gedetailleerd onderzoek of voor hetaanwenden van een professioneel oordeel. Noch EYGM Limited, noch enig ander lid van dewereldwijde EY organisatie kan aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van iemand die handeldeof die ervan afzag te handelen ten gevolge van enige informatie in deze publicatie. Bij elke specifiekeaangelegenheid dient steeds een geschikte adviseur geraadpleegd te worden.<strong>ey</strong>.com/<strong>nl</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!