12.07.2015 Views

Het wonder van de taal. Taalbeschouwing in de lagere school.

Het wonder van de taal. Taalbeschouwing in de lagere school.

Het wonder van de taal. Taalbeschouwing in de lagere school.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Het</strong> <strong>won<strong>de</strong>r</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>taal</strong><strong>Taalbeschouw<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>lagere</strong> <strong>school</strong>Koen Van Gorp'<strong>Het</strong> grammatica-on<strong>de</strong>rwijs is dood. Leve het <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rwijs.' Dezekreet zou niet onaardig geklonken hebben na het verschijnen <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rlandseAdvies over het grammatica-on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>lagere</strong> <strong>school</strong> <strong>in</strong> 1978. Dit befaam<strong>de</strong>ACLO-M rapport bracht het advies uit om het op zichzelf staan<strong>de</strong>, systematische,gebruikelijke grammatica-on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>lagere</strong> <strong>school</strong> af te schaffen. Tevens wer<strong>de</strong>r een pleidooi gehou<strong>de</strong>n om het grammatica-on<strong>de</strong>rwijs ruimer op te zetten dan totdan toe het geval was: <strong>van</strong> grammatica naar <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>g dus.elaas was <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> kreetvoorbarig en blijft hij nog altijd eenvrome wens. <strong>Het</strong> resultaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> discussiedie op het ACLO-M rapportvolg<strong>de</strong>, was immers een beetje m<strong>in</strong><strong>de</strong>rgrammatica, en een beetje meer 'an<strong>de</strong>re'<strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>g. En hoewel hetmeestal druppelt <strong>in</strong> Brussel als het regent<strong>in</strong> Amsterdam, bleef <strong>de</strong>ze keer <strong>in</strong> Brussel <strong>de</strong>zon hardnekkig schijnen. <strong>Het</strong> aantal urengrammatica-on<strong>de</strong>rwijs verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> nauwelijks,<strong>de</strong> <strong>in</strong>houd veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> nog m<strong>in</strong><strong>de</strong>r en<strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e dosis <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>g die aan hetcurriculum werd toegevoegd was nauwelijks<strong>van</strong> die aard om <strong>van</strong> echt <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rwijste spreken. On<strong>de</strong>r <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gversta ik reflectie op alleaspecten <strong>van</strong> <strong>taal</strong>. On<strong>de</strong>r reflectie wordt eenactief on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>taal</strong>verschijnselen verstaan.Alle aspecten <strong>van</strong> het <strong>taal</strong>systeem en<strong>taal</strong>gebruik kunnen het on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> een<strong>de</strong>rgelijk on<strong>de</strong>rzoek vormen (Van Gorp1996).Vandaag <strong>de</strong> dag is <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>g <strong>in</strong>Vlaan<strong>de</strong>ren een belangrijk aandachtspunt.De leerplannen <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>g zijn als hetware vers <strong>van</strong> <strong>de</strong> pers en ook <strong>de</strong> hogescholenrichten navorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> over dit on<strong>de</strong>rwerp.Bovendien brengen <strong>de</strong> meeste uitgeversnieuwe <strong>taal</strong>metho<strong>de</strong>s op <strong>de</strong> markt ofhebben ze dat net gedaan. Op bijschol<strong>in</strong>genwaar leerkrachten, begelei<strong>de</strong>rs endocenten samenzitten en actief werkenrond <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>g, merk je trouwenseen echte mentaliteitsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. De <strong>de</strong>elnemers<strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke sessies komen telkensopnieuw uit bij een <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rwijsdat <strong>in</strong> bijna geen enkelemetho<strong>de</strong> teruggevon<strong>de</strong>n wordt. Er wor<strong>de</strong>nschitteren<strong>de</strong>, motiveren<strong>de</strong> lessen geconstrueerdwaar<strong>in</strong> alle vaardighe<strong>de</strong>n geïntegreerdaan bod komen, waar<strong>in</strong> <strong>van</strong> natuurlijke<strong>taal</strong>gebruiksituaties vertrokken wordt,waar<strong>in</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zelf op zoek gaan naar <strong>de</strong>regelmatighe<strong>de</strong>n achter <strong>taal</strong> en waar<strong>in</strong> vooralook we<strong>in</strong>ig traditionele grammaticaon<strong>de</strong>rwerpenoverheersen. Bijna het tegengestel<strong>de</strong>dus <strong>van</strong> <strong>de</strong> huidige klaspraktijk.Hoe komt dat toch?<strong>Het</strong> antwoord op <strong>de</strong>ze vraag heeft te makenmet het blijven vasthou<strong>de</strong>n aan traditie wat<strong>in</strong>houd betreft, on<strong>de</strong>r meer omdat formele


kenmerken <strong>van</strong> <strong>taal</strong> 'grijpbaar<strong>de</strong>r' zijn dansemantische of pragmatische aspecten;wat betreft werkvormen omdat uitleg gevolgddoor <strong>in</strong>oefen<strong>in</strong>g zo lekker controleerbaaren dui<strong>de</strong>lijk is <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot hetzogenaam<strong>de</strong> <strong>in</strong>ductieve werken dat alleenmaar tijdrovend is en waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>genals een losgeslagen schip alle kanten kunnenuitzwalken; en wat betreft doelstell<strong>in</strong>genomdat kennis <strong>van</strong> allerlei talige regels nueenmaal makkelijker is dan <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen<strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>taal</strong> bij te brengen - een <strong>in</strong>zicht dattrouwens veel leerkrachten zelf ontberen -en bovendien: iets wat al altijd zo geweestis, kan toch niet slecht zijn?Al <strong>de</strong>ze aspecten hebben te maken met hetwat, het waarom en het hoe <strong>van</strong> <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rwijs.<strong>Het</strong> zou te ver lei<strong>de</strong>nom b<strong>in</strong>nen het bestek <strong>van</strong> dit artikel opal <strong>de</strong>ze aspecten <strong>in</strong> te gaan. Ook het uitvoerigbehan<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> wat-, waarom- enhoe-vraag zou te ver gaan. Voor <strong>de</strong> watvraagverwijs ik <strong>de</strong> lezer naar Jacobs & VanGel<strong>de</strong>ren (1997). In wat volgt, wil ik kort stilstaanbij <strong>de</strong> waarom-vraag' en dieper<strong>in</strong>gaan op <strong>de</strong> hoe-vraag.WAAROMTAALBESCHOUWING?<strong>Het</strong> nut <strong>van</strong> <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>g wordt meestalgekoppeld aan <strong>taal</strong>vaardigheid. <strong>Taalbeschouw<strong>in</strong>g</strong>zou <strong>de</strong> <strong>taal</strong>vaardigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerl<strong>in</strong>gen ten goe<strong>de</strong> komen. Over <strong>de</strong>zerelatie is al heel wat <strong>in</strong>kt gevloeid. Laat ikvolstaan met te zeggen dat <strong>de</strong>ze relatie nietonproblematisch is. De i<strong>de</strong>e dat <strong>taal</strong>kennis,zoals beoogd wordt <strong>in</strong> veel <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gslessen,rechtstreeks bijdraagt tot eengroeien<strong>de</strong> <strong>taal</strong>vaardigheid, mag on<strong>de</strong>rtussennaar het rijk <strong>de</strong>r fabelen verwezen wor<strong>de</strong>n.Vrij algemeen wordt aangenomen dater hoogstens een <strong>in</strong>direct verband tussen<strong>de</strong> twee bestaat (Ellis 1994). In het bestegeval kan een effect verwacht wor<strong>de</strong>n ophet, vooral schriftelijk, <strong>taal</strong>gebruik <strong>van</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<strong>in</strong> formele situaties (Van <strong>de</strong> Ge<strong>in</strong>1991). Maar ook dat effect is niet om eengat <strong>van</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> lucht te spr<strong>in</strong>gen. Bovendienleidt <strong>taal</strong>kennis slechts on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong>voorwaar<strong>de</strong>n tot een verhoog<strong>de</strong> <strong>taal</strong>vaardigheid.Leeftijd, schol<strong>in</strong>gsniveau en <strong>taal</strong>vaardigheidsniveauzijn daarbij on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>rebepalen<strong>de</strong> factoren. Appel & Vermeer(1994) vatten het voor het twee<strong>de</strong><strong>taal</strong>verwerv<strong>in</strong>gs-proces als volgt samen: "Bijjonge k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren is het geven <strong>van</strong> grammatica-regelsz<strong>in</strong>loos, ou<strong>de</strong>ren kunnen er houvastaan hebben, en hoger opgelei<strong>de</strong>n kunnendaarmee sneller het <strong>taal</strong>systeemdoorgron<strong>de</strong>n."<strong>Taalbeschouw<strong>in</strong>g</strong> kan echter ook een rolspelen <strong>in</strong> het opbouwen <strong>van</strong> <strong>de</strong> beschouw<strong>in</strong>gsvaardigheid<strong>van</strong> <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. En diebeschouw<strong>in</strong>gsvaardigheid is <strong>van</strong> groot belangvoor <strong>de</strong> slaagkansen <strong>van</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong>het on<strong>de</strong>rwijs. De manier waarop <strong>de</strong> <strong>school</strong><strong>de</strong> wereld bena<strong>de</strong>rt, verschilt immers <strong>van</strong><strong>de</strong> wijze waarop een k<strong>in</strong>d <strong>de</strong> wereld ervaart.In vakken als geschie<strong>de</strong>nis en aardrijkskun<strong>de</strong>wordt er m<strong>in</strong><strong>de</strong>r reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>nmet <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met <strong>de</strong>wereld, dan met <strong>de</strong> systematiek die achterdie wereld schuilgaat. De wereld zoals hetk<strong>in</strong>d die ziet, bijvoorbeeld een mooie rivier,moet plaats ruimen voor een meer objectieve<strong>in</strong>terpretatie <strong>van</strong> die werkelijkheid, bijvoorbeeld:De Schel<strong>de</strong> verb<strong>in</strong>dt Gent metAntwerpen en is een belangrijke verkeersa<strong>de</strong>r.De zaakvakken leren <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>renvoornamelijk achter <strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen te kijken, <strong>de</strong>wereld op een abstracte wijze te bena<strong>de</strong>ren,los <strong>van</strong> hun persoonlijke ervar<strong>in</strong>gen.Leerl<strong>in</strong>gen moeten <strong>de</strong> gelegenheid krijgeneen <strong>de</strong>rgelijke systematische visie op <strong>de</strong>wereld te ontwikkelen. Ze moeten hunbeschouw<strong>in</strong>gsvaardigheid ontwikkelen. Endat is een taak <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs.<strong>Taalbeschouw<strong>in</strong>g</strong> heeft daar<strong>in</strong> een belangrijkerol te vervullen. Taal is een stukje <strong>van</strong><strong>de</strong> wereld waar k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren al <strong>van</strong> jongs af


mee vertrouwd zijn. <strong>Het</strong> kijken naar wat erallemaal achter <strong>taal</strong> te ont<strong>de</strong>kken valt, leverteen mooie aanzet om <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen te lerenomgaan met dat abstracte systeem <strong>van</strong>kennisverwerv<strong>in</strong>g. <strong>Taalbeschouw<strong>in</strong>g</strong> heeftdan als doel <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren gelegenhe<strong>de</strong>n tegeven <strong>in</strong> het opbouwen <strong>van</strong> hun beschouw<strong>in</strong>gsvaardigheid.Welke globale doelstell<strong>in</strong>gengekozen wor<strong>de</strong>n, maakt niet zoveel uitvoor <strong>de</strong> wijze <strong>van</strong> aanpak. <strong>Het</strong> hoe <strong>van</strong> <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rwijsblijft <strong>in</strong> feite hetzelf<strong>de</strong>.HOE WERKENAAN TAALBESCHOUWING?DEDUCTIEF: PRESENTATIEEN INOEFENINGDe traditionele en nog altijd wijd versprei<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijsvorm voor <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>g lijktnog altijd <strong>de</strong> <strong>de</strong>ductieve aanpak te zijn.Bekijk het on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> voorbeeld uit eenrecente <strong>taal</strong>metho<strong>de</strong>n.a Lees <strong>de</strong>ze vier z<strong>in</strong>nen!Is HET ZO, OF VINDT MEN HET ZO?1 Ons land is ver<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> tien prov<strong>in</strong>cies.2 Francis v<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> Limburgers <strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>lijkste mensen <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren.3 Ik v<strong>in</strong>d <strong>de</strong> Belgische kust <strong>de</strong> leukste plaats om met vakantie te gaan.4 Oosten<strong>de</strong> ligt aan <strong>de</strong> Belgische kust.b Zeg nu <strong>in</strong> welke z<strong>in</strong>nen iets staat dat echt zo is!Zeg ook eens een z<strong>in</strong> waar<strong>in</strong> je vertelt dat iets echt zo is!Een feit is iets dat je hoort of leest en dat je kan controleren of hetwaar is.c Kijk terug naar a!Welke z<strong>in</strong>nen vertellen dat iemand iets zo v<strong>in</strong>dt?Zeg ook een z<strong>in</strong> waar<strong>in</strong> je iets vertelt hoe je iets v<strong>in</strong>dt!Een men<strong>in</strong>g is iets dat iemand beweert en dat je niet kan controlerenof het echt waar is.d Zeg <strong>van</strong> elke z<strong>in</strong> of hier<strong>in</strong> een feit of een men<strong>in</strong>g staat!1 Brussel is <strong>de</strong> hoofdstad <strong>van</strong> België.2 In <strong>de</strong> Ar<strong>de</strong>nnen kun je fijn fietsen.3 <strong>Het</strong> Gentse Gravensteen is <strong>de</strong> mooiste burcht <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren.


4 Antwerpen is <strong>de</strong> naam <strong>van</strong> een stad maar ook <strong>van</strong> een prov<strong>in</strong>cie.5 Vlaams-Brabant ligt <strong>in</strong> het mid<strong>de</strong>n <strong>van</strong> ons land.6 Dat dorpje heeft een draak <strong>in</strong> haar wapenschild.7 <strong>Het</strong> park <strong>in</strong> onze gemeente is het best verzorg<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie.8 <strong>Het</strong> hoogste punt <strong>van</strong> België ligt <strong>in</strong> <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Luxemburg.9 In <strong>de</strong> Kempen zijn <strong>de</strong> rustigste fietspa<strong>de</strong>n <strong>van</strong> ons land.10 Onze gemeente is meer dan 1000 jaar oud.e Maak jij eens reclame voor jouw gemeente!Doe dit met twee z<strong>in</strong>nen om toeristen te lokken!In <strong>de</strong> ene z<strong>in</strong> moet je een feit vermel<strong>de</strong>n!In <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re z<strong>in</strong> mag je een men<strong>in</strong>g geven!Als we naar <strong>de</strong> voorbeeldles over feiten enmen<strong>in</strong>gen kijken, merk je al snel dat hiereer<strong>de</strong>r lippendienst bewezen is aan <strong>in</strong>ductiefon<strong>de</strong>rwijs, dan dat er echt werk <strong>van</strong>gemaakt is. De leerl<strong>in</strong>gen vertrekken <strong>van</strong>een beperkt, gecontroleerd aanbod. namelijkvier voorbeeldz<strong>in</strong>nen, dat ze bekijken,waarbij ze zelf niet eens een on<strong>de</strong>rscheidtussen <strong>de</strong> z<strong>in</strong>nen mogen ont<strong>de</strong>kken. Nee,ze wor<strong>de</strong>n met hun neus op <strong>de</strong> feitengedrukt: <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> vragen laten we<strong>in</strong>igaan <strong>de</strong> verbeeld<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren over. Alsnel wor<strong>de</strong>n 'feit' en 'men<strong>in</strong>g' ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd,waarna het 'geleer<strong>de</strong>' <strong>in</strong>geoefend wordt aan<strong>de</strong> hand <strong>van</strong> tien nieuwe z<strong>in</strong>nen. Ten slottekrijgen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen nog een 'communicatieve'opdracht waarbij ze een reclametekst<strong>van</strong> twee (slechts twee!) z<strong>in</strong>nen (één feit enéén men<strong>in</strong>g) mogen maken.In een <strong>de</strong>ductieve aanpak kun je twee fasenon<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het leren <strong>van</strong> <strong>taal</strong>. In eeneerste fase wordt <strong>de</strong> leerstof<strong>in</strong>houd gepresenteerd.In die presentatie is <strong>de</strong> leerkracht<strong>de</strong> echte bron <strong>van</strong> <strong>in</strong>formatie. Hij presenteertnieuwe kennis aan <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen met<strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> nieuwe kenniste doen verwerven of ou<strong>de</strong> kennis teherstructureren. Deze presentatie wordt <strong>in</strong>het beste geval aangezwengeld door eenaantal voorbeeldz<strong>in</strong>nen die <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk moetengeven dat er <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gengewerkt wordt. Na <strong>de</strong> presentatie volgt <strong>de</strong>twee<strong>de</strong> fase. Dat is <strong>de</strong> fase <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>oefen<strong>in</strong>g.Via oefen<strong>in</strong>gen wil men <strong>de</strong> nieuwekennis activeren en komen tot automatischen correct gebruik <strong>in</strong> dagelijkse communicatie.Men wil een transfer tot stand brengen<strong>van</strong> kennis <strong>van</strong> <strong>taal</strong>verschijnselen naareffectief gebruik. Hierbij kan vaak eenopbouw <strong>in</strong> het type oefen<strong>in</strong>gen herkendwor<strong>de</strong>n: <strong>van</strong> gecontroleerd <strong>in</strong>oefenen <strong>in</strong> geïsoleer<strong>de</strong>contexten (gericht op <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong><strong>taal</strong>verschijnselen; bijna drill-achtige oefen<strong>in</strong>gen)naar meer gecontextualiseer<strong>de</strong> (dusmeer betekenisvolle) oefen<strong>in</strong>gen om uit temon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> vrije, communicatieve oefen<strong>in</strong>gen.<strong>Het</strong> ou<strong>de</strong> <strong>de</strong>ductieve mo<strong>de</strong>l is nog altijdaanwezig en dom<strong>in</strong>eert <strong>de</strong> <strong>taal</strong>metho<strong>de</strong>s op<strong>school</strong>. In het beste geval is er on<strong>de</strong>r<strong>in</strong>vloed <strong>van</strong> het communicatief on<strong>de</strong>rwijseen communicatief voorspel aan dit mo<strong>de</strong>ltoegevoegd. Maar veel meer dan een kortecommunicatieve <strong>in</strong>tro is het meestal niet.Bekijk het volgen<strong>de</strong> woordspel.


a Instap: materiaal verzamelenDoodziek??? Kiplekker!!!Bouw <strong>de</strong>ze les op <strong>van</strong>uit een woordspel. Laat <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zelfstandigenaamwoor<strong>de</strong>n opschrijven, bijvoorbeeld pot, boek, doos, fiets, tand, bloem,bed,...Schrijf er ook zelf een op het bord, bijvoorbeeld pijn.Vraag <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren wie één of misschien zijn twee opgeschreven woor<strong>de</strong>nkan comb<strong>in</strong>eren met het bordwoord. Laat ze dat mee<strong>de</strong>len.Wijs <strong>de</strong> foute comb<strong>in</strong>aties niet zomaar af. Bespreek uitvoerig wat mogelijken wat onmogelijk is en waarom.Inventariseer <strong>de</strong> passen<strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>gen op het bord, bijvoorbeeld: tandpijn.Schrijf daarna een an<strong>de</strong>r woord op het bord, bijvoorbeeld bak.Laat ze nu weer samenstell<strong>in</strong>gen vormen: bakfiets, bloembak,...Nu zijn er misschien comb<strong>in</strong>aties mogelijk met woor<strong>de</strong>n die zojuist niet <strong>in</strong>aanmerk<strong>in</strong>gen kwamen. Ga zo door met nog an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n. Zorg voor eengroeiend bordschema.K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren die hun twee woor<strong>de</strong>n hebben kunnen beste<strong>de</strong>n, zijn <strong>de</strong> w<strong>in</strong>naars.Wie tot het laatste met zijn twee woor<strong>de</strong>n blijft zitten, mag <strong>in</strong> een volgen<strong>de</strong>spelron<strong>de</strong> <strong>de</strong> bordwoor<strong>de</strong>n aanbrengen.b Materiaal bekijken en bewerken: leergesprek<strong>Het</strong> <strong>in</strong>oefenen <strong>van</strong> het 'geleer<strong>de</strong>' <strong>taal</strong>verschijnselneemt heel wat tijd <strong>in</strong> beslag.Neem gewoon een willekeurig <strong>school</strong>boekNe<strong>de</strong>rlands vast, bla<strong>de</strong>r het rustig door enje zult zien dat je een enorme hoeveelheid<strong>in</strong>vuloefen<strong>in</strong>gen, verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsoefen<strong>in</strong>gen ofontleedoefen<strong>in</strong>gen tegenkomt. Dergelijkeoefen<strong>in</strong>gen zijn traditioneel erg gericht opgeïsoleer<strong>de</strong> contexten, productie, correcthei<strong>de</strong>n herhal<strong>in</strong>g. Dit type oefen<strong>in</strong>gen levertechter we<strong>in</strong>ig op en wordt meer en meer <strong>in</strong>vraag gesteld (Ellis 1992). Zeker als we <strong>in</strong>we<strong>in</strong>ig tijd heel wat willen bereiken, moetenwe ons ten gron<strong>de</strong> bez<strong>in</strong>nen over het soortoefen<strong>in</strong>gen dat we <strong>in</strong> een <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gsaanpaksteken. Ook Appel (1996) steltvast dat "<strong>de</strong> werkvorm voorop staat <strong>in</strong> <strong>taal</strong>oefen<strong>in</strong>gen,en niet <strong>de</strong> leerstof en <strong>de</strong> manierwaarop die zou moeten wor<strong>de</strong>n verworven,dus <strong>de</strong> feitelijke <strong>taal</strong>didactiek. Taalmetho<strong>de</strong>sstaan vol met lesjes waar<strong>in</strong> woor<strong>de</strong>n zijnomgedraaid, samengestel<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n verkeerdaan elkaar zijn geplakt of spaties zijnweggelaten uit allerlei losse z<strong>in</strong>netjes zodater een lange en onoverzichtelijke letterreeksontstaat. Vaak probeert men dat soort oefe-


n<strong>in</strong>gen een beetje leuk of creatief te presenteren,maar dat is alleen uiterlijk vertoon."De werkvormen waar Appel het over heeft,tieren welig <strong>in</strong> het <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rwijs.En meestal zijn ze enerzijds sterkgericht op <strong>de</strong> vorm en niet op <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd of<strong>de</strong> communicatie en an<strong>de</strong>rzijds bedoeld omte toetsen of leerl<strong>in</strong>gen iets beheersen enniet om ze bepaal<strong>de</strong> vormen of <strong>taal</strong>elementente leren. Een mooi voorbeeld hier<strong>van</strong> is<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> oefen<strong>in</strong>g rond voltooi<strong>de</strong> <strong>de</strong>elwoor<strong>de</strong>nvoor het vijf<strong>de</strong> leerjaar uit eenrecente <strong>taal</strong>metho<strong>de</strong>.Schrijf <strong>de</strong> z<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> je schrift.Vul het goe<strong>de</strong> voltooi<strong>de</strong> <strong>de</strong>elwoord <strong>van</strong> het servies <strong>in</strong>.1 Marieke is <strong>in</strong> <strong>de</strong> boom ...2 Teun is uit bed ...3 Fatima heeft haar tan<strong>de</strong>n ...4 Roel is naar huis ...5 Obed heeft een verhaal ...6 Leo is naar <strong>de</strong> tandarts ...7 Jos heeft een cd ...8 Cor heeft <strong>de</strong> afwas ...Deze aanpak waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren eerst het<strong>taal</strong>verschijnsel leren kennen, vervolgens<strong>in</strong>oefenen om het ten slotte <strong>in</strong> echt communicatiefgebruik met echte boodschappen tekunnen toepassen, werkt onvoldoen<strong>de</strong> enlevert <strong>in</strong> het beste geval kennis op die leerl<strong>in</strong>gennog kunnen reproduceren <strong>in</strong> eentoetssituatie, maar waar ver<strong>de</strong>r we<strong>in</strong>ig heil<strong>van</strong> te verwachten valt.Bekijk het on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> fragment uit eengrammaticales <strong>in</strong> het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> leerjaar. Hier<strong>in</strong>


komt dui<strong>de</strong>lijk naar voren dat <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rengeen <strong>in</strong>zicht hebben <strong>in</strong> wat een z<strong>in</strong> en eenwerkwoord is, maar dat ze direct naar truc-jes grijpen, trucjes die eigenlijk voor hengeen enkele betekenis hebben.VOORBEELD 11.K:LL:LK:HAFID:LK:TOURIA:LK:TOURIA:LK:TOURIA:En dan heb ik hier enkele verhaaltjes op het bord geschreven(enkele leerl<strong>in</strong>gen lachen). Wie kan het eerste z<strong>in</strong>netje lezen?Juffrouw!HafidIkrame lacht <strong>de</strong> hele dag.'Wat vertelt dit z<strong>in</strong>netje? Als je dit z<strong>in</strong>netje leest, wat weet je?Touria?Lacht Ikrame <strong>de</strong> hele dag?Dat vraag ik niet. Wat weet je?Dat Ikrame <strong>de</strong> hele dag lacht.Zeg het nog eens.Dat Ikrame <strong>de</strong> hele dag lacht.Touria antwoordt onmid<strong>de</strong>llijk met een trucjedat ze geleerd heeft. Ze lijkt als volgt tere<strong>de</strong>neren: 'De juf vraagt iets over een z<strong>in</strong>,dus laat ik er maar onmid<strong>de</strong>llijk een vraagz<strong>in</strong><strong>van</strong> maken, het trucje dat we geleerd heb-ben om het doewoord te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n.' Nadat <strong>de</strong>leerkracht Touria op haar foute antwoordheeft gewezen, herhaalt ze haar vraag.Deze keer luistert Touria wel en schudt zehet juiste trucje uit haar mouw.VOORBEELD 2LK:LL:LK:IKRA:LK:LK:LL: (?)Ja. Als ik u nu vraag: staat er <strong>in</strong> dit z<strong>in</strong>netje een werkwoord?Een woord dat zegt dat we iets doen.Ja... juffrouw!Wat doet Ikrame <strong>de</strong> hele dag? Ikrame?Lachen.Lachen. Hoe noemen we dit woordje?(leerl<strong>in</strong>gen geven door elkaar verschillen<strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n: eendoewoord, een werkwoord, <strong>de</strong> noemvorm,...)Lachen. Welk trucje had<strong>de</strong>n wij gevon<strong>de</strong>n om <strong>in</strong> een z<strong>in</strong> eendoewoord terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n?


LK:We maken <strong>van</strong> ons z<strong>in</strong>netje een vraagz<strong>in</strong>netje. Wie kan <strong>van</strong> ditz<strong>in</strong>netje eens een vraagz<strong>in</strong>netje maken? Ze<strong>in</strong>eb?Ook bij <strong>de</strong> vraag naar het werkwoord ofdoewoord lopen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen vast: zowelwat betreft <strong>de</strong> juiste naam als wat betrefthet trucje dat ze moeten gebruiken. Debovenstaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>teractie tussen leerkrachten leerl<strong>in</strong>gen toont mooi aan hoe <strong>de</strong> kennisoverdrachttij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> vorige lessen misluktis. De k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren hebben niets geleerd. Ze zijnniet tot enig <strong>in</strong>zicht over <strong>taal</strong> gekomen. Zebeschikken hoogstens over een aantal legetermen en uitgehol<strong>de</strong> trucjes.Dergelijke situaties on<strong>de</strong>rsteunen het treurigebeeld dat uit on<strong>de</strong>rzoek naar vorenkomt. De <strong>school</strong>s-grammaticale kennistestuit het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> Van <strong>de</strong> Ge<strong>in</strong> (1991)toont aan dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen die, zowel naar<strong>in</strong>houd als vorm, traditioneel grammaticaon<strong>de</strong>rwijskrijgen, geen <strong>in</strong>zicht hebbengekregen <strong>in</strong> het universele on<strong>de</strong>rscheid tussenzelfstandighe<strong>de</strong>n (zelfstandige naamwoor<strong>de</strong>n),activiteiten of werk<strong>in</strong>gen (<strong>de</strong> werkwoor<strong>de</strong>n)en hoedanighe<strong>de</strong>n (bijvoeglijkenaamwoor<strong>de</strong>n). <strong>Het</strong> traditionele grammatica-on<strong>de</strong>rwijsleert <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen niet eenswat z<strong>in</strong>nen zijn (Van <strong>de</strong> Ge<strong>in</strong> 1992).De leerkracht is dan ook gedwongen, alseen echte Sisyphus, <strong>de</strong> termen en trucjesdie ze gebruikt steeds opnieuw te herhalenen het leerproces zelf voortdurend temo<strong>de</strong>lleren <strong>in</strong> plaats <strong>van</strong> het <strong>in</strong> <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n<strong>van</strong> <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen te leggen.VOORBEELD 3ZEI:LK:LL:LK:LL:LK:LL:LK:Lacht Ikrame <strong>de</strong> hele dag?Goed. Lacht Ikrame <strong>de</strong> hele dag? Welk woordje staat er danvooraan <strong>in</strong> ons z<strong>in</strong>netje?'Lacht.''Lacht.' En wat weten wij? <strong>Het</strong> eerste woordje <strong>in</strong> een vraagz<strong>in</strong>,dat is altijd het...Werkwoord.<strong>Het</strong> werkwoord. 'Lacht Ikrame <strong>de</strong> hele dag' Dan is lache...Werkwoord.... het werkwoord.<strong>Het</strong> succes <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ductieve aanpak <strong>in</strong>het on<strong>de</strong>rwijs is niet ver<strong>won<strong>de</strong>r</strong>lijk. Een<strong>de</strong>ductieve werkwijze gaat snel en is didactischgemakkelijk omdat <strong>de</strong> leerkracht <strong>de</strong>volledige controle over het leerprocesbehoudt. De leerl<strong>in</strong>gen hoeven relatief we<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g te verrichten. Maar <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>genvergeten <strong>de</strong> aangebo<strong>de</strong>n regel of regelmatigheiddaardoor ook snel.


INDUCTIEF: ZELFONTDEKKENDEN PROBLEEMOPLOSSENDWelke doelstell<strong>in</strong>g <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>g ooknastreeft, <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>g moet lei<strong>de</strong>n tot<strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>taal</strong>, niet tot kennis over <strong>taal</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong>vorm <strong>van</strong> allerlei '<strong>in</strong>houdsloze' trucjes. En<strong>in</strong>zicht ontstaat door reflectie op <strong>taal</strong>.Beschouwen we leren als een actief en constructiefproces dan zullen we <strong>de</strong> actie <strong>van</strong>reflectie ook bij <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen moeten leggenen zullen we werkvormen moeten aanbie<strong>de</strong>ndie leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> staat stellen om zelf viaactief on<strong>de</strong>rzoek tot <strong>in</strong>zicht te komen. Ditbetekent dat we echt werk moeten maken<strong>van</strong> een <strong>in</strong>ductieve aanpak. In een <strong>in</strong>ductievewerkwijze zijn <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen meer actiefanalyserend bezig met het ont<strong>de</strong>kken <strong>van</strong><strong>de</strong> patronen achter <strong>taal</strong>. <strong>Het</strong> aflei<strong>de</strong>n vergtrelatief veel tijd, maar <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n regelmatighe<strong>de</strong>nwor<strong>de</strong>n mogelijk beter onthou<strong>de</strong>n(Appel & Vermeer 1994).De bovenstaan<strong>de</strong> voorbeeldles over feitenen men<strong>in</strong>gen, bleek een nep-<strong>in</strong>ductieveactiviteit te zijn. <strong>Het</strong> <strong>in</strong>ductieve proces is <strong>in</strong><strong>de</strong>ze les erg kort gehou<strong>de</strong>n en het zoekproceswordt <strong>van</strong>af het beg<strong>in</strong> <strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong>richt<strong>in</strong>g gestuurd. Deze activiteit toont <strong>de</strong>wezenlijke valkuilen bij <strong>in</strong>ductief werken: hetzoekproces <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen wordt vaakdoor <strong>de</strong> leerkracht te snel afgebroken ofwordt door <strong>de</strong> leerkracht te snel en te veel<strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g gestuurd.Hoe kunnen we het na<strong>de</strong>nken over <strong>taal</strong>, <strong>de</strong>actieve on<strong>de</strong>rzoeksactiviteit, toch zoveelmogelijk bij <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen leggen en hou<strong>de</strong>n?Bekijk het volgen<strong>de</strong> voorbeeld uit hettwee<strong>de</strong> leerjaar. De leerl<strong>in</strong>gen hebben nethet verhaal De vreem<strong>de</strong> wekker gelezen,dat over een ochtend op <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij g<strong>in</strong>g.Die ochtend liep er <strong>van</strong> alles mis. Maar met<strong>de</strong> ochtend <strong>van</strong> boer Hans is er ook iets aan<strong>de</strong> hand. De leerl<strong>in</strong>gen lezen hoe <strong>de</strong> ochtend<strong>van</strong> boer Hans eruit ziet.DE OCHTEND VAN BOER HANS6.00 uur - De haan leest.6.15 uur - Hans staat op.6.20 uur - Hans dr<strong>in</strong>kt een rondje rond <strong>de</strong> schuur.6.30 uur - Hans werkt een boterham met spek.6.40 uur - Hans kraait een kopje koffie.6.45 uur - Hans loopt <strong>de</strong> krant.7.00 uur - Hans eet <strong>in</strong> <strong>de</strong> stal.De leerl<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n hier met een probleemgeconfronteerd. De z<strong>in</strong>nen kloppenniet. De leerl<strong>in</strong>gen gaan zelf op zoek naarwat er is misgelopen. Zo komen ze uit bijhet feit dat <strong>de</strong> werkwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> plaats zijnverwisseld. Als dat eenmaal ont<strong>de</strong>kt is, kunnen<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> ochtendrout<strong>in</strong>e <strong>van</strong>boer Hans weer z<strong>in</strong> geven. Aan <strong>de</strong> hand<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze taak ont<strong>de</strong>kken <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen dateen z<strong>in</strong> een werkwoord of doe-woord bevaten dat het werkwoord uitdrukt wat iets ofiemand doet.<strong>Het</strong> is dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> zeven z<strong>in</strong>nen uit <strong>de</strong>taak onvoldoen<strong>de</strong> aanbod vormen om eenecht <strong>in</strong>ductief proces op gang te brengen.Dat is ook niet het doel <strong>van</strong> <strong>de</strong> taak. <strong>Het</strong> opgang brengen <strong>van</strong> het afleid<strong>in</strong>gsproces


wordt overgelaten aan <strong>de</strong> natuurlijke <strong>taal</strong>verwerv<strong>in</strong>g.Immers, k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>van</strong> 7 à 8 jaargebruiken <strong>de</strong> hele tijd z<strong>in</strong>nen met een werkwoord.Omdat het gebruik <strong>van</strong> een <strong>taal</strong>verschijnselaan beschouw<strong>in</strong>g voorafgaat, kunje zeggen dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen al onbewust een<strong>in</strong>ductief proces hebben doorlopen. Deopzet <strong>van</strong> <strong>de</strong> taak is wel dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>genzich bewust wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het feit dat z<strong>in</strong>neneen werkwoord bevatten en hieroverna<strong>de</strong>nken. <strong>Het</strong> is dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> leerkrachteen belangrijke rol heeft <strong>in</strong> het begelei<strong>de</strong>n<strong>van</strong> dit <strong>in</strong>ductief proces.Voor sommige on<strong>de</strong>rwerpen <strong>van</strong> <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gzullen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen al ver<strong>de</strong>rstaan <strong>in</strong> hun afleid<strong>in</strong>gsproces dan vooran<strong>de</strong>re. Zo zijn on<strong>de</strong>rwerpen als het on<strong>de</strong>rscheidtussen feiten en men<strong>in</strong>gen of <strong>de</strong>kenmerken <strong>van</strong> een formele brief m<strong>in</strong><strong>de</strong>revi<strong>de</strong>nt voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren om over na te <strong>de</strong>nken.Feiten en men<strong>in</strong>gen omdat het na<strong>de</strong>nkendaarover het <strong>taal</strong>gebruik op een vrijabstract niveau tilt en formele brievenomdat <strong>de</strong> meeste k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren daar gewoonwegnog geen ervar<strong>in</strong>g mee hebben. Voordie on<strong>de</strong>rwerpen zal dus meer aanbodvoorzien moeten wor<strong>de</strong>n. Wat het on<strong>de</strong>rwerp<strong>van</strong> beschouw<strong>in</strong>g ook is, leerl<strong>in</strong>genmoeten voldoen<strong>de</strong> stof tot na<strong>de</strong>nken krijgen.Belangrijk is dat het na<strong>de</strong>nken over eenbepaald on<strong>de</strong>rwerp op een natuurlijke wijzeuit <strong>de</strong> gegeven taak voortvloeit. <strong>Het</strong> typeopdrachten dat zich het best leent tot zo'nzelfont<strong>de</strong>kken<strong>de</strong> didactiek zijn probleemoplossen<strong>de</strong>,bewustzijnsverhogen<strong>de</strong> (<strong>in</strong> hetEngels spreekt men <strong>van</strong> consciousnessrais<strong>in</strong>g)of begripstaken.Leerl<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n voor opdrachten gestelddie hen uitdagen en verrassen, die tegenstrijdighe<strong>de</strong>nbevatten of die aanleunen bijhet a(b)normale (het zo gevrees<strong>de</strong> 'foute').Op die manier wor<strong>de</strong>n ze geconfronteerdmet een probleem dat ze willen oplossen.<strong>Het</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> voorbeeld lijkt me eenuitdagen<strong>de</strong> en verrassen<strong>de</strong> opdracht.In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> leerjaar krijgen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>geneen taak die het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> trappen <strong>van</strong>vergelijk<strong>in</strong>g uitlokt. De taak is <strong>in</strong>geka<strong>de</strong>rd <strong>in</strong>een thema dat over een heksentijdschriftgaat. De leerl<strong>in</strong>gen hebben <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong>een Miss Heks-verkiez<strong>in</strong>g een aantal proevenvoor <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>g <strong>van</strong> volgend jaarbedacht. Nu hebben zich een aantal heksenaangediend voor die verkiez<strong>in</strong>g. Als allekandidaten zou<strong>de</strong>n meedoen, zou<strong>de</strong>n dater veel te veel zijn. Daarom gaan <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>genal op voorhand een selectie maken enaan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> een aantal kenmerken eenpaar heksen uitkiezen. <strong>Het</strong> gaat om <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>kenmerken: lelijk zijn, heel dik zijn,mager zijn, vies zijn, we<strong>in</strong>ig haar hebben,veel pukkels hebben.De leerl<strong>in</strong>gen krijgen per kenmerk <strong>de</strong> keuzeuit drie heksen. Die heksen hebben hetgenoem<strong>de</strong> kenmerk <strong>in</strong> meer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>remate. Individueel vergelijken <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> heksen met elkaar en schrijven bij elkeserie op welke heks het meest en welke hetm<strong>in</strong>st aan het kenmerk voldoet en waarom.


WIE VAN DE DRIE?Welke heks voldoet goed aan het kenmerk? Welke beter en welke best? Bijvoorbeeld:heks 1 = goed want lelijk, heks 2 = beter want lelijker, heks 3 = best want lelijkst.Om <strong>de</strong> opdracht uit te voeren is het gebruik<strong>van</strong> <strong>de</strong> trappen <strong>van</strong> vergelijk<strong>in</strong>g nuttig enbijna noodzakelijk. Wie <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie kiezen<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen? De keuzes wor<strong>de</strong>n klassikaalbesproken en <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen zelf <strong>de</strong>trappen <strong>van</strong> vergelijk<strong>in</strong>g niet gebruiken, kan<strong>de</strong> leerkracht die gebruiken bij <strong>de</strong> herhal<strong>in</strong>g<strong>van</strong> <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> discussie diedaarop volgt. In die besprek<strong>in</strong>g komen <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> trappen <strong>van</strong>vergelijk<strong>in</strong>g aan bod.Belangrijk is dat <strong>de</strong> opdracht <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>genmotiveert. In het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> die motivatie zouik een lans willen breken voor wat Lentz e.a.(1984) al voorstel<strong>de</strong>n, het werken met 'netalsof'-werel<strong>de</strong>n. Zo'n 'net alsof'-wereld isgeen echte wereld, maar is een wereld dieleuk en tegelijk functioneel is. In spel wordteen wereld gecreëerd waar<strong>in</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren kunnencommuniceren en zoeken zon<strong>de</strong>r dater sancties dreigen, waar<strong>in</strong> afstand wordtgenomen <strong>van</strong> <strong>de</strong> directe han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsdruk,waar<strong>in</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>de</strong> ruimte hebben om uit teproberen en ook kunnen mislukken zon<strong>de</strong>rdirecte consequenties. <strong>Het</strong> is een oefenterre<strong>in</strong>.Net zoals <strong>in</strong> het echte spel <strong>van</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>renwordt er een communicatieve praktijkgecreëerd <strong>van</strong> waaruit reflectie en metacommunicatielangzamerhand ontwikkeldwor<strong>de</strong>n.<strong>Het</strong> bovenstaan<strong>de</strong> voorbeeld waarbij <strong>de</strong>leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> jury <strong>van</strong> <strong>de</strong> Miss Heks-verkiez<strong>in</strong>ghelpen bij het selecteren <strong>van</strong> geschiktekandidaten kan een mogelijke vorm zijn <strong>van</strong>een 'net alsof'-wereld. Je zou ook <strong>in</strong> plaats<strong>van</strong> na te <strong>de</strong>nken over het communicatiemo<strong>de</strong>lop basis <strong>van</strong> echte dagelijkse brievenevengoed tot reflectie op het communicatiemo<strong>de</strong>lkunnen komen aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong>chantagebrieven die geschreven zijn ommevrouw Appelmans af te persen. En waar<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen als echte <strong>de</strong>tectives mevrouw


Stap 4Ten slotte wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong>zichten die <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>genopgebouwd hebben, samengebrachten geëxpliciteerd <strong>in</strong> een of an<strong>de</strong>re neerslag.Zo'n expliciter<strong>in</strong>g moet nieuwe <strong>in</strong>zichtenaan <strong>de</strong> reeds verworven <strong>in</strong>zichten koppelen,zodat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen een dui<strong>de</strong>lijk beeld krijgen<strong>van</strong> <strong>de</strong> weg die ze afgelegd hebben enhoe alles met elkaar verband houdt.Belangrijk is dat <strong>de</strong> leerkracht <strong>de</strong> begrijpelijkheid<strong>van</strong> <strong>de</strong> expliciter<strong>in</strong>g voor ogenhoudt.De volgen<strong>de</strong> expliciter<strong>in</strong>g uit een <strong>taal</strong>boekvoor het vier<strong>de</strong> leerjaar laat heel wat te wensenover.HET ZINSDEEL<strong>Het</strong> z<strong>in</strong>s<strong>de</strong>el dat je v<strong>in</strong>dt met het vraagje aan wie? of voor wie? + <strong>de</strong> z<strong>in</strong>skernen het lij<strong>de</strong>nd voorwerp, noem je meewerkend voorwerp.Als je voor een z<strong>in</strong>s<strong>de</strong>el aan of voor kunt zetten of als je voor een z<strong>in</strong>s<strong>de</strong>elaan of voor kunt weglaten, dan is het een meewerkend voorwerp.En ook <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> omschrijv<strong>in</strong>g voor het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> leerjaar munt niet echt uit <strong>in</strong> dui<strong>de</strong>lijkheid.HET ONDERWERPAls <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> <strong>de</strong> persoonsvorm veran<strong>de</strong>rt, moet je <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>r z<strong>in</strong>s<strong>de</strong>elook iets veran<strong>de</strong>ren. Dit z<strong>in</strong>s<strong>de</strong>el noemen we het on<strong>de</strong>rwerp.In bei<strong>de</strong> expliciter<strong>in</strong>gen wordt niet <strong>in</strong>gegaanop <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> het <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rwerp.In bei<strong>de</strong> gevallen ligt <strong>de</strong> focusop het vastleggen <strong>van</strong> trucjes die vollediggericht zijn op vormelijke aspecten.De gevon<strong>de</strong>n regelmatighe<strong>de</strong>n moeten hel<strong>de</strong>ren aanschouwelijk (niet onnodigabstract) geformuleerd wor<strong>de</strong>n. Zodat leerl<strong>in</strong>gensteeds dui<strong>de</strong>lijk weten waarover hetgaat en dat <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n regelmatighe<strong>de</strong>nniet tot trucjes verwor<strong>de</strong>n. Om dat te bereikenmoet <strong>de</strong> relatie tussen betekenis envorm of situatie transparant zijn. <strong>Het</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong>voorbeeld uit een <strong>taal</strong>boek voor het<strong>de</strong>r<strong>de</strong> leerjaar is een glashel<strong>de</strong>re beschrijv<strong>in</strong>gdie vertrekt <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> het<strong>taal</strong>verschijnsel 'woor<strong>de</strong>n'.


WOORDENWoor<strong>de</strong>n. Er zijn heel veel woor<strong>de</strong>n.Woor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> allerlei soorten.Er zijn bijvoorbeeld woor<strong>de</strong>n voor wat mensen doen.toeteren een liedje z<strong>in</strong>gen meez<strong>in</strong>genDe expliciter<strong>in</strong>g zou ook kunnen gebeurenop basis <strong>van</strong> een door <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen gevon<strong>de</strong>nregelmaat en niet per se op basis <strong>van</strong>een op voorhand bedachte regelmatigheid.Een <strong>de</strong>rgelijke expliciter<strong>in</strong>g hoeft niet opgevatte wor<strong>de</strong>n als een alles-of-niets-<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie,maar als een door <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen en leerkrachtgeformuleer<strong>de</strong> hypothese die <strong>in</strong> <strong>de</strong>toekomst waarschijnlijk bijgesteld dient tewor<strong>de</strong>n.Op die manier krijg je dus een <strong>in</strong>ductief procesdat uit vier fasen bestaat: het vaststellen<strong>van</strong> het probleem, het zoeken naar eenoploss<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen, een klassikalebesprek<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gen en hetkomen tot een neerslag.INDUCTIEF: DE ROL VAN INOEFENINGWat is <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>in</strong>oefen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>in</strong>ductief <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rwijs?Hierbij moeten weons steeds afvragen wat <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong><strong>de</strong> oefen<strong>in</strong>g is: automatiser<strong>in</strong>g <strong>van</strong> explicietekennis of het verdiepen <strong>van</strong> het al verworven<strong>in</strong>zicht? Indien <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>g het verdiepen<strong>van</strong> verworven <strong>in</strong>zichten is, is het eigenlijklogisch dat we opnieuw voor probleemoplossen<strong>de</strong>opdrachten kiezen. Bij verdiep<strong>in</strong>g hoortimmers een nieuwe on<strong>de</strong>rzoeksopdracht.Als <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>g automatiser<strong>in</strong>g is, moetenwe goed voor ogen hou<strong>de</strong>n of dat vooreen bepaald <strong>taal</strong>verschijnsel wel <strong>van</strong> belangis. <strong>Het</strong> maken <strong>van</strong> een hoop oefen<strong>in</strong>gen lijktqua tijds<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g m<strong>in</strong><strong>de</strong>r aangewezen. Deon<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> oefen<strong>in</strong>g voor het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> leerjaaruit een erg recente <strong>taal</strong>metho<strong>de</strong> spreektboek<strong>de</strong>len.SPELEN MET ZINNENEen z<strong>in</strong> is geduldig. Je kunt hem langer maken, je kunt hem verkorten, jekunt hem <strong>in</strong> stukken knippen (<strong>in</strong> z<strong>in</strong>s<strong>de</strong>len), je kunt die <strong>de</strong>len verplaatsen enje kunt <strong>de</strong> <strong>de</strong>len een naam geven.Probeer maar!De chauffeur rijdt snel.Langer maken: ...Korter maken: ...


In z<strong>in</strong>s<strong>de</strong>len ver<strong>de</strong>len:De chauffeur rijdt meestal snel op verlaten wegen.Sommige <strong>de</strong>len: ...<strong>Het</strong> on<strong>de</strong>rwerp: ...<strong>Het</strong> gezeg<strong>de</strong>: ...De persoonsvorm: ...De al vermel<strong>de</strong> bezwaren gel<strong>de</strong>n ook hier.We moeten zoeken naar gevarieer<strong>de</strong> en uitdagen<strong>de</strong>oefen<strong>in</strong>gen, die communicatief<strong>in</strong>gebed zijn (weg <strong>van</strong> geisoleer<strong>de</strong> contexten)en waar <strong>de</strong> betekenis centraal staat.KIEZEN VOOR BETEKENIS<strong>Het</strong> is on<strong>de</strong>rtussen dui<strong>de</strong>lijk gewor<strong>de</strong>n dathet probleem waarmee <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen geconfronteerdwor<strong>de</strong>n, te maken moet hebbenmet <strong>de</strong> boodschap <strong>van</strong> een bepaald <strong>taal</strong>verschijnselen niet louter vormelijk moet wor<strong>de</strong>nbekeken. Vormelijke kenmerken kunnen <strong>in</strong>een later stadium aan een verschil <strong>in</strong> betekenisgekoppeld wor<strong>de</strong>n. Goed <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rwijssluit aan bij <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen en<strong>in</strong>tuitieve kennis of noties over <strong>taal</strong> die k<strong>in</strong><strong>de</strong>renal hebben en bouwt dus op <strong>de</strong> aanwezige<strong>taal</strong>vaardigheid. En k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, maar ookheel wat volwassenen, bekijken <strong>taal</strong> ook <strong>in</strong>eerste <strong>in</strong>stantie <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> betekenis en niet<strong>van</strong>uit <strong>de</strong> vorm of <strong>de</strong> situatie, zoals het volgen<strong>de</strong>mopje passend aantoont.KIND:JUF:KIND:Juf, ik heeft <strong>van</strong>nacht bij papa geslapen.Nee, ik héb <strong>van</strong>nacht bij papa geslapen.Ik heeft u niet gezien, juf.Willen we <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rwijs opeen betere leest schoeien, dan moeten weradicaal kiezen voor <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> <strong>taal</strong>.Hierdoor zullen we uitkomen bij meer fundamenteleon<strong>de</strong>rscheid<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>taal</strong> (bijvoorbeeld<strong>de</strong> wijze waarop <strong>in</strong>formatie overgedragenwordt), eer<strong>de</strong>r dan te blijvensteken <strong>in</strong> oppervlakkige vormverschillen dieenkel en alleen thuishoren <strong>in</strong> een correctheidsperspectief.<strong>Het</strong> kiezen voor betekenis als uitgangspuntis niet altijd gemakkelijk want enerzijds is <strong>de</strong>traditionele grammatica meer gericht opvormkenmerken en an<strong>de</strong>rzijds is <strong>de</strong> betekenis<strong>van</strong> <strong>taal</strong> vaak ook veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r grijpbaardan <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> <strong>taal</strong>. En aan een gebrekaan houvast hebben leerkrachten vaak eenhekel. Maar we moeten beseffen dat welkgrammatica- of <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gsmo<strong>de</strong>ldan ook slechts een beschrijv<strong>in</strong>gsmo<strong>de</strong>lbiedt <strong>van</strong> <strong>taal</strong> en dat zo'n mo<strong>de</strong>l altijd voorproblemen zal komen te staan. De ervar<strong>in</strong>gdat <strong>taal</strong> niet altijd <strong>in</strong> vaste en dui<strong>de</strong>lijkeregels te vatten valt, is een belangrijke <strong>taal</strong>beschouwelijkeervar<strong>in</strong>g. Taal zit vol ambi-


guÏteiten en ondui<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n. Taal is ten<strong>de</strong>le een mysterie en <strong>de</strong> confrontatie metdat mysterie alleen al levert voldoen<strong>de</strong> w<strong>in</strong>stop voor <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>g aangaat.DE ROL VAN DE LEERKRACHTDoor een <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gsactiviteit <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong>fasen op te zetten, proberen we<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksactiviteit zoveel mogelijk bij<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g te leggen en te hou<strong>de</strong>n. <strong>Het</strong> is <strong>de</strong>leerl<strong>in</strong>g die moet na<strong>de</strong>nken over <strong>taal</strong>. <strong>Het</strong> is<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g die zelf tot <strong>in</strong>zicht moet komen,die op zoek gaat naar patronen <strong>in</strong> <strong>taal</strong> en<strong>taal</strong>gebruik. De leerkracht krijgt daarbij eenan<strong>de</strong>re rol toebe<strong>de</strong>eld dan die <strong>van</strong> kennisoverdrager.Die rol is echter niet m<strong>in</strong><strong>de</strong>rbelangrijk en zeker niet gemakkelijker'.In <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> fasen is <strong>de</strong> leerkrachtaanwezig als on<strong>de</strong>rsteuner. Hij geeft op eenz<strong>in</strong>volle wijze feedback op <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>gen<strong>van</strong> <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen. Hij leidt het zoekproces<strong>van</strong> <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> goe<strong>de</strong> banen. Hij on<strong>de</strong>rsteunthet zoekproces voldoen<strong>de</strong> om <strong>de</strong>leerl<strong>in</strong>gen op <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> weg te hou<strong>de</strong>n,zon<strong>de</strong>r die weg al te dui<strong>de</strong>lijk te markeren.Belangrijk daarbij is ook dat alle leerl<strong>in</strong>genvoldoen<strong>de</strong> tijd krijgen om zelfont<strong>de</strong>kkendbezig te zijn en dat <strong>de</strong> leerkracht het tempo<strong>van</strong> <strong>de</strong> les dus niet door <strong>de</strong> snelste leerl<strong>in</strong>genlaat dicteren.BESLUITEr is dus niet alleen een belangrijke rol weggelegdvoor <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een <strong>de</strong>rgelijk<strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rwijs. Er is ook eenbelangrijke rol weggelegd voor <strong>de</strong> leerkracht.Voor bei<strong>de</strong>n zou <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>gom ver<strong>won<strong>de</strong>r</strong><strong>in</strong>g moeten draaien. Bij <strong>taal</strong>beschouw<strong>in</strong>ggaat het immers altijd om hetont<strong>de</strong>kken <strong>van</strong> een nieuw stukje wereld, <strong>in</strong>dat geval een nieuw stukje wereld dat achter<strong>taal</strong> ligt. <strong>Het</strong> kijken achter <strong>taal</strong> verruimt<strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gswereld <strong>van</strong> <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren enhopelijk ook <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gswereld <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkracht.En laten we <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>de</strong> kansgeven om zich te ver<strong>won<strong>de</strong>r</strong>en, het <strong>won<strong>de</strong>r</strong>achter <strong>taal</strong> te ont<strong>de</strong>kken. Want k<strong>in</strong><strong>de</strong>renkunnen tot heel <strong>won<strong>de</strong>r</strong>lijke bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>genkomen. Zo vertel<strong>de</strong> <strong>de</strong> elfjarige Pascal naaraanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een opdracht waarvoor <strong>de</strong>leerl<strong>in</strong>gen het <strong>taal</strong>gebruik <strong>van</strong> kleuters g<strong>in</strong>genobserveren: 'Kleuters gebruiken we<strong>in</strong>igwoor<strong>de</strong>n, maar zeggen veel.' Hierop volg<strong>de</strong><strong>de</strong> be<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>g: 'Ze gebruiken alleen <strong>de</strong> kern<strong>van</strong> <strong>de</strong> z<strong>in</strong>. Ze doen ook aan z<strong>in</strong>sontled<strong>in</strong>g.'Koen Van GorpSteunpunt Ne<strong>de</strong>rlands als Twee<strong>de</strong> TaalBlij<strong>de</strong> lnkomststraat 73000 LeuvenNoten1 De waarom-vraag wordt <strong>in</strong> dit artikel erg stiefmoe<strong>de</strong>rlijk behan<strong>de</strong>ld. Voor eenuitgebrei<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> waarom-vraag, zie Van Gorp (1997).2 Ik verwijs niet naar specifieke metho<strong>de</strong>s. De meeste <strong>van</strong> <strong>de</strong> getoon<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>nhad<strong>de</strong>n uit een<strong>de</strong>r welke metho<strong>de</strong> kunnen komen.3 Voor meer <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> rollen die een leerkracht te vervullenheeft <strong>in</strong> <strong>taal</strong>on<strong>de</strong>rwijs, zie Van <strong>de</strong>n Bran<strong>de</strong>n & Kuiken (1997). Voor een meer uitgebrei<strong>de</strong>kijk op hoe <strong>de</strong> leerkracht <strong>in</strong> een concrete klaspraktijk z<strong>in</strong>volle feedbackgeeft, zie Colp<strong>in</strong> & Van Gorp (1997).


BibliografieACLO-M: Advies over het grammatica-on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>lagere</strong> <strong>school</strong> met het oog op <strong>de</strong>aansluit<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs op het lager on<strong>de</strong>rwijs. Ensche<strong>de</strong>: SLO, 1978.Appel, R.: 'Zon<strong>de</strong>r <strong>taal</strong> ben je nergens'; Ne<strong>de</strong>rlands als twee<strong>de</strong> <strong>taal</strong> op <strong>de</strong> basis<strong>school</strong>.Spiegel 14/3 (1996), p. 27-46.Appel, R. & A. Vermeer: Twee<strong>de</strong>-<strong>taal</strong>verwerv<strong>in</strong>g en twee<strong>de</strong>-<strong>taal</strong>on<strong>de</strong>rwijs. Bussum:Cout<strong>in</strong>ho, 1994.Colp<strong>in</strong>, M. & K. Van Gorp: Een fol<strong>de</strong>r uit Pal<strong>in</strong>drië: taakgericht <strong>taal</strong>on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>lagere</strong><strong>school</strong>. Moer 1997/6 (te verschijnen).Ellis, R.: Second Language Acquisition & Language Pedagogy. Multil<strong>in</strong>gual Matters 79.Clevedon: Multil<strong>in</strong>gual Matters Ltd, 1992.Ellis, R.: A Theory of Instructed Second Language Acquisition. In: N.C. Ellis (ed.): Implicitand explicit learn<strong>in</strong>g of languages. London: Aca<strong>de</strong>mic Press, 1994, p. 79-114.Jacobs & A. Van Gel<strong>de</strong>ren: <strong>Taalbeschouw<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> mo<strong>de</strong>rne <strong>taal</strong>metho<strong>de</strong>n. Spiegel1997/2 (te verschijnen).Lentz, L., W. Herrlitz & H. Lammers: <strong>Taalbeschouw<strong>in</strong>g</strong>, een k<strong>in</strong><strong>de</strong>rspel. In: H. Lammers,L. Lentz & H. <strong>van</strong> TuijI (red.): <strong>Taalbeschouw<strong>in</strong>g</strong> ter discussie. Ensche<strong>de</strong>: SLO, 1994, p.11-23.Van <strong>de</strong> Ge<strong>in</strong>, J.: The lense of centences. A study <strong>in</strong>to the effects of grammar <strong>in</strong>structionupon junior writ<strong>in</strong>g. Rijksuniversiteit Utrecht, aca<strong>de</strong>misch proefschrift, 1991.Van <strong>de</strong> Ge<strong>in</strong>, J.: De bijdrage <strong>van</strong> z<strong>in</strong>sbou<strong>won<strong>de</strong>r</strong>wijs aan stelvaardigheid : analyse <strong>van</strong>een leergang. Spiegel 10/2 (1992), p. 13-25.Van <strong>de</strong>n Bran<strong>de</strong>n, K. & F Kuiken: Taakgericht <strong>taal</strong>on<strong>de</strong>rwijs: een nieuw geluid? Moer1997/6 (te verschijnen).Van Gorp, K.: Op zoek naar <strong>de</strong> wereld achter <strong>taal</strong>. <strong>Taalbeschouw<strong>in</strong>g</strong> b<strong>in</strong>nen een taakgerichteaanpak. In: VON-werkgroep NT2 (red.): Taakgericht Taalon<strong>de</strong>rwijs. Een onmogelijketaak? Taalcahiers 2. Deurne: Plantyn, 1996, p. 147-178.Van Gorp, K.: Ogen vol be<strong>won<strong>de</strong>r</strong><strong>in</strong>g. <strong>Taalbeschouw<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> basis<strong>school</strong>. In: H. R<strong>in</strong>gnalda(red.): <strong>Taalbeschouw<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> het basison<strong>de</strong>rwijs. Verslag <strong>van</strong> twee studiedagen.Ne<strong>de</strong>rlandse Taalunie - Platform On<strong>de</strong>rwijs Ne<strong>de</strong>rlands, 1997 (te verschijnen).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!