12.07.2015 Views

EEN WOELIG LEVEN IN EEN WOELIGE TIJD Caesar - Plantyn

EEN WOELIG LEVEN IN EEN WOELIGE TIJD Caesar - Plantyn

EEN WOELIG LEVEN IN EEN WOELIGE TIJD Caesar - Plantyn

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 6<strong>Caesar</strong><strong>EEN</strong> <strong>WOELIG</strong> <strong>LEVEN</strong><strong>IN</strong> <strong>EEN</strong> <strong>WOELIG</strong>E <strong>TIJD</strong>Politieke onstabiliteit kenmerkte de eerste eeuw v.C. De macht van de senaat verminderdezienderogen, terwijl enkelingen hun persoonlijke machtspositie probeerden uit te bouwen.De ambtsadel was uiteengevallen in twee tegengestelde politieke groeperingen. De populares(progressieven) steunden op de sympathie van het volk. Ze wilden vernieuwing brengen en demacht van de senaat doorbreken. De optimates (conservatieven) wilden de bevoorrechte positievan de senaat behouden.De voortdurende conflicten tussen deze twee politieke partijen zouden uiteindelijk leiden totdrie burgeroorlogen.In deze woelige eerste eeuw v.C. leeft <strong>Caesar</strong> ...BRITANNIAAtlantischeOceaanHISPANIAULTERIORHISPANIACITERIOR<strong>Caesar</strong> verslaat dezonen van Pompejus(45 v.C.)GALLIAGALLIACISALP<strong>IN</strong>APoPROV<strong>IN</strong>CIA"Alea jacta est"ITALIARomeAFRICAILLYRICUMPharsalus(48 v.C.)<strong>Caesar</strong> verslaat delaatste aanhangersvan PompejusMiddellandse ZeeZwarte ZeeZelaASIAAlexandrië<strong>Caesar</strong> in contact metCleopatra (48 v.C.)<strong>Caesar</strong> verslaat koningPharnaces"Veni, vidi, vici" (47 v.C.)Tijdens zijn veldtochten doorkruiste <strong>Caesar</strong> heel het Romeinse Rijk.6


01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 7100 v.C.88-82 v.C.81-78 v.C.78 v.C.75 v.C.68 v.C.65 v.C.63 v.C.62 v.C.60 v.C.59 v.C.58 v.C.58-51 v.C.53-52 v.C.49 v.C.49-48 v.C.45 v.C.44 v.C.Gajus Julius <strong>Caesar</strong> ziet het levenslicht in een aristocratische familie.Al vrij jong sluit <strong>Caesar</strong> zich aan bij de populares, geleid door zijn oomMarius. De optimates o.l.v. Sulla halen het in de eerste burgeroorlog opde populares van Marius.Tijdens de dictatuur van Sulla acht <strong>Caesar</strong> het veiliger Rome te verlaten.Hij verblijft enkele jaren in Klein-Azië.Pas na de dood van Sulla keert <strong>Caesar</strong> naar Rome terug. Hij vestigt erzich als advocaat.<strong>Caesar</strong> vertrekt naar Rhodos om de welsprekendheid te leren; onderwegwordt hij door zeerovers gevangengenomen.<strong>Caesar</strong> begint aan de cursus honorum: als quaestor in Spanje is hij verantwoordelijkvoor het financiële beheer in Hispania Ulterior.Als aedilis organiseert hij spectaculaire spelen en openbare feestenvoor het volk. Zo wint hij hun sympathie. Zijn populariteit bij het volkis een doorn in het oog van de senatoren, die zelf de macht niet uithanden willen geven.<strong>Caesar</strong> wordt tot pontifex maximus aangesteld.<strong>Caesar</strong> wordt praetor.Om de macht van de senaat af te zwakken, sluit <strong>Caesar</strong> met Pompejusen Crassus het eerste triumviraat: de feitelijke macht berust nu bij hen.<strong>Caesar</strong> klimt op tot het hoogste ambt van de republiek: het consulaat.<strong>Caesar</strong> krijgt als proconsul voor vijf jaar het bestuur over de provinciesGallia Cisalpina, Illyricum en Provincia Romana; hij beschikt er overvier legioenen.<strong>Caesar</strong> verovert Gallië.Het triumviraat valt uiteen na de dood van Crassus. Pompejus en desenaat, die er beiden belang bij hebben <strong>Caesar</strong>s macht te breken, groeiensteeds meer naar elkaar toe. In 52 v.C. stelt de senaat Pompejus aantot consul sine collega: de oppositie tegen <strong>Caesar</strong> neemt toe.De senaat beslist dat <strong>Caesar</strong> zijn leger moet ontbinden. Hij weigert ensteekt de Rubico over: alea jacta est!De tweede burgeroorlog breekt uit. Pompejus vlucht weg uit Italië,maar <strong>Caesar</strong> verslaat hem in Pharsalus (Griekenland).Omwille van zijn vele militaire overwinningen krijgt <strong>Caesar</strong> ongekendeeerbewijzen: hij wordt tot dictator voor het leven uitgeroepen.Uit angst voor deze alleenheerschappij zweren een zestigtal aristocratentegen <strong>Caesar</strong> samen: hij wordt op 15 maart 44 v.C. vermoord.<strong>Caesar</strong>7


01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 8<strong>Caesar</strong>HET GROOT-GALLISCHE NIEUWS58 v.C.GERMANEN VERJAAGD - GALLIË BEVRIJD?Gallië haalt opgelucht adem na de verdrijving van de Suebi, een Germaanse stam, en hun beruchte aanvoerderAriovistus. De Romeinse generaal <strong>Caesar</strong> heeft de Gallische bevolking voor de tweede keer in éénjaar tijd bevrijd van vreemde stammen die ons gebied van over de Rijn plunderend binnendringen. Is hijwerkelijk, zoals hij laat uitschijnen, de redder in nood? Of hebben wij met hem het paard van Troje binnengehaald?De Romeinse interventie kwam erditmaal op verzoek van de Sequani.In hun gebied hadden de GermaanseSuebi en hun aanhang zichmet veel vertoon gevestigd. <strong>Caesar</strong>slaagde erin om met zijn vier legioenenuit Gallia Cisalpina en ProvinciaRomana de vijand in eigengebied terug te dringen over de Rijn.Nauwelijks een half jaar geledenheeft <strong>Caesar</strong> ook de volksverhuizingvan onze Gallische stam van deHelvetii een halt toegeroepen. Ineen veldtocht van amper drie wekenheeft hij die stam verpletterend verslagen.Die Helvetii wilden zich inmeer vruchtbaar gebied in het zuidwestenvan Gallië van een woonplaatsverzekeren, maar hadden van<strong>Caesar</strong> geen toestemming gekregenvoor hun doortocht door deRomeinse Provincia. Toen ze kozenvoor een traject doorheen hetgebied van de Haedui, hadden zebuiten de waard gerekend. DezeGallische stam onderhoudt namelijkstevige vriendschapsbandenmet de Romeinen…verzetSinds dit tweede ingrijpen vanJulius <strong>Caesar</strong> legeren in Vesontio zesRomeinse legioenen met hun hulptroepen,in totaal goed voor zowat40 000 man. Zij moeten voortaanover de vrijheid van ons Gallië‘waken’. Vooral vanuit het noordengroeit protest tegen deze opdringerigehouding. De Belgae lijken nietecht op de Romeinse bescherminggesteld en zullen ongetwijfeld hetverzet organiseren.alleenheerschappijKwatongen beweren alvast dat<strong>Caesar</strong> vanuit zijn nieuwe uitvalsbasisin het gebied van de Haedui degedroomde kans krijgt om de restvan Gallië te onderwerpen. Zij ziendaarin een eerste zet van een scenariodat hem de uiteindelijke alleenheerschappijover het ImperiumRomanum moet bezorgen. Volgensde generaal kan dit immense rijkniet langer bestuurd worden doorjaarlijks wisselende consuls en eente conservatieve senaat: Rome heeftnood aan een alleenheerser.Een veldtocht van dergelijke omvangzou hem in elk geval een zeergoed getrainde en ervaren troepenmachtbezorgen, gewend aan ijzerendiscipline en verknocht aanhaar generaal. Eventueel militairsucces zou zijn populariteit in Romekunnen opdrijven. Bovendien zouhij Pompejus kunnen evenaren, zijngrote politieke tegenstrever, die inhet oosten al grote overwinningenop zijn palmares heeft staan.schuldenDe verovering van vreemd gebiedzou hem ook financieel goed uitkomen.Naar verluidt gaat <strong>Caesar</strong>onder diepe schulden gebukt, ondermeer door de schitterende spektakelsdie hij de Romeinse bevolkingop eigen kosten heeft aangeboden.Ook zijn eerder weelderige levensstijl,zijn overmatige belangstellingvoor villa’s, luxueuze banketten,uiterlijke verzorging en minnaressendoen de schuldenberg alleen maargroter worden. <strong>Caesar</strong> heeft dus redenente over om verder in Gallië doorte dringen en af te rekenen met hetverzet van ons volk, als we voor onzevrijheid willen strijden.Onze onafhankelijkheid staat ophet spel. Het wordt de hoogste tijddat we onze onderlinge ruzies bijleggenen samen die Romeinseagressie een halt toeroepen. Hopelijkzullen de Nervii, de Eburonesmet Ambiorix en de stammen uitcentraal Gallië met Vercingetorix inde eerstvolgende jaren nog van zichlaten horen.8


01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 9DE ROME<strong>IN</strong>SE COURANTwinter 51 v.C.‘COMMENTARII DE BELLO GALLICO’ HALEN GOEDE PERSDe ‘Commentrii de bello Gállico’ liggen nog maar pas in de boekhandel of de pseudo-militaire rapportenvan de hand van Julius <strong>Caesar</strong> zijn al een bestseller. Het verhaal van zijn achtjarige veldtocht doorheenhet verre Gallië spreekt kennelijk niet alleen de senaat, maar ook de hele Romeinse bevolking aan.Naar verluidt wordt het werk zelfs besproken in literaire kringen, als prototype van wat ‘klassiek Latijn’moet zijn…<strong>Caesar</strong>In de ‘Commentarii de bello Gallico’behandelt <strong>Caesar</strong> zijn militaireactiviteiten in Gallië van 58 tot 51v.C. Elke liber doet het verhaal vanéén oorlogsjaar. Het achtste boekwerd geschreven door één van zijnnaaste medewerkers, Aulus Hirtius.Het werk is voor een deel gebaseerdop de originele militaire verslagendie <strong>Caesar</strong> regelmatig aan de senaatmoest bezorgen. Ook de rapportendie hijzelf van zijn legati ontving,hebben als bron gediend, net alszijn persoonlijke correspondentiemet vrienden en collega’s.objectief?Met de titel Commentarii de belloGallico laat <strong>Caesar</strong> van meet af aaneen objectieve degelijkheid vermoeden.In principe staan commentariivoor zakelijke, stilistisch weinig verzorgdehistorische verslagen. Ookde indeling van zijn werk in achtboeken doet werkelijk denken aanzijn jaarlijkse rapporten en verwijstbovendien naar de traditionele annalistischegeschiedschrijving. Ditalles wekt de indruk dat de schrijverde historische feiten jaar na jaar opzakelijke wijze wil weergeven.Is het niet zo dat <strong>Caesar</strong> onder hetmom van objectieve verslaggevingheel geraffineerd zijn lezers weet tebeïnvloeden? Zijn de rapporten nietbedoeld als propaganda voor zijneigen persoon? Als bevelvoerendgeneraal mag Julius <strong>Caesar</strong> zijnambtsgebied niet verlaten. Al die tijdkan hij niet persoonlijk en rechtstreeksparticiperen in de Romeinsepolitiek. Pompejus en de optimatesprofiteren van zijn afwezigheid omzijn machtspositie in Rome zoveelmogelijk te kelderen. De jaarlijkseverslagen die hij naar Rome stuurt,dragen er toe bij dat hij op politiekterrein niet uit het oog en het hartverdwijnt. In zijn indrukwekkendeverslagen wekt hij bij de publiekeopinie de nodige sympathie op.Rome mag niet vergeten wat een uitstekendgeneraal hij is: aan iemandvan zo’n gehalte kan de leiding vande staat vast en zeker toevertrouwdworden ...manipulatieVerdraait de schrijver met deze subjectiefgekleurde berichtgeving dewaarheid niet? <strong>Caesar</strong> kan het zichin elk geval niet permitteren groveonwaarheden te schrijven. Zijnpolitieke vijanden liggen steevast opde loer en lezen zijn verslagenuiterst kritisch. Eventuele leugenskunnen zijn ontslag als opperbevelhebberbetekenen. Toch lijken onsde Commentarii een kunststukje inhet propagandagenre: ze zijn zosober, zo rustig en schijnbaar zoonpartijdig geschreven dat men desubtiele manipulaties met feiten entaalgebruik niet eens opmerkt…bondigheid<strong>Caesar</strong> heeft ons zijn relaas niet alsliteratuur aangeboden. Toch wordtdit door velen als grote literatuuraanvaard. De toon van het militairerapport met zijn officiële ambtelijketaal klinkt nog door in de zakelijkeen bondige stijl. Deze brevitasuit zich in veelvuldige ellipsen vanesse, en andere woorduitsparendeconstructies zoals losse ablatievenen participia conjuncta. Het rechtlijnigerelaas van de feiten wordtsporadisch onderbroken door anekdotes,redevoeringen of beschrijvingenvan zeden en gewoontenvan ‘vreemde’ volkeren. Tegelijk is<strong>Caesar</strong> spaarzaam met stilistischemiddelen. Gebruikt hij ze toch, danzijn ze des te expressiever.Of dit werk ook op literair vlakgewaardeerd zal blijven, zal de toekomstuitwijzen.9


Rhodanus01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 10Tamesis<strong>Caesar</strong>BatavorumMosaRuraScaldisSamaraMosellaAxonaIsaraDanuviusMosaMatronaSequanaRhenusRhodanusArarPadusVENELLIVENETISANTONESGarunnaIberusCANTABRIMENAPIIUSIPETESEBURONESTREVERISUEB<strong>IN</strong>ERVIIMOR<strong>IN</strong>IATREBATESATUATUCIAMBIANIVIROMANDUIREMISUESSIONESSEQUANIBRITANNIAAREMORICABELLOVACICARNUTES SENONES L<strong>IN</strong>GONESBITURIGESHELVETIILEMOVICESCADURCIARVERNISALLUVIIGALLIACISALP<strong>IN</strong>APROV<strong>IN</strong>CIA ROMANAPROV<strong>IN</strong>CIA ROMANAOceanusAtlanticusAQUITANIAGERMANIAHAEDUIMare internumCORSICA10


01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 11Opdrachten bij ‘Germanen verjaagd – Gallië bevrijd?’1. Gallië vormde nooit een politieke eenheid: er was grote innerlijke verdeeldheid onder deGallische stammen. Sommige stammen hadden zelfs een bondgenootschap met de vijandgesloten. Zoek daarvan een voorbeeld in de tekst.2. Wat was de aanleiding voor <strong>Caesar</strong>s eerste interventie in Gallië?3. De Helvetii hadden twee mogelijke routes voor hun volksverhuizing.a. Bekijk de kaart van Gallië op p. 10 en volg beide routes.b. Voor welke route kozen ze uiteindelijk? Waarom?4. a. Tegen wie was <strong>Caesar</strong>s tweede militaire tussenkomst in Gallië gericht?b. Waarom greep <strong>Caesar</strong> in?c. Wat was het gevolg van dit ingrijpen voor Gallië?5. a. Wat zette <strong>Caesar</strong> er uiteindelijk toe aan om een grote veroveringsoorlog te voeren?b. Welke drie belangrijke voordelen leverde deze veldtocht in Gallië hem op om zijnultieme doel te bereiken?<strong>Caesar</strong>Opdrachten bij ‘Commentarii de bello Gallico halen goede pers’1. <strong>Caesar</strong> stelt zijn militaire campagnes inGallië en zijn eigen persoon als generaal ineen zo gunstig mogelijk daglicht. Welkebedoeling(en) zou hij hiermee hebben?2. Toch probeert hij zijn bedoelingen onderhet mom van objectiviteit te verdoezelen.Toon aan dat hij feitelijke objectiviteit wilsuggererena. door de titel van zijn werkb. door de indeling van zijn werkc. door de stijl van zijn werk.3. Subjectiviteit en manipulatie leiden vaak totleugens. Waarom kan <strong>Caesar</strong> het zich nietveroorloven daarop betrapt te worden?<strong>Caesar</strong> schrijft De Bello Gallico.Fresco van Giorgio Vasari, Firenze (ca. 1550)11


01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 12<strong>Caesar</strong>BRITANNIABelgaeGERMANIASequanaMatronaRhenusCeltaeHelvetiiGarunnaAquitaniRhodanusGALLIACISALP<strong>IN</strong>APyrenaei MontesPROV<strong>IN</strong>CIA ROMANAHISPANIAITALIAHULP BIJ DE LECTUUR (CAESAR, D.B.G. I, 1)r. 1-3 Wat bedoelt <strong>Caesar</strong> precies met Gállia omnis en met Gálli?Toon het verschil aan.r. 3 Welk substantief is verzwegen bij nostr?r. 4 Wat zou <strong>Caesar</strong> bedoelen met instit‰tis?r. 5 Garúnna: de Garonne, Mtrona: de Marne, Squana: de Seine.De Romeinen voegden gewoonlijk de soortnaam bij de eigennaam.Bv. Garúnna fl‰men, Urbs RfimaWelke andere reden zou er kunnen zijn voor de toevoeging fl‰men?12


01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 13GALLIË EN ZIJN BEWONERS<strong>Caesar</strong> begint het eerste boek met de beschrijving van de geografische ligging van Gallië.Dat <strong>Caesar</strong> aan de Romeinse lezer het oorlogstoneel voorstelt, is niet verwonderlijk: het grote Gallië wasvoor de meeste Romeinen totaal onbekend gebied! In die tijd bestonden bij de Galliërs nog geen geschrevendocumenten over dit onderwerp. <strong>Caesar</strong> was uitsluitend op mondelinge informatie aangewezen. Dater bij zijn historische en geografische inlichtingen onnauwkeurigheden voorkomen, is daarvan eenlogisch gevolg.Toch is deze informatie voor ons uiterst waardevol, omdat met deze eerste geschreven bron over Galliëeen einde komt aan de prehistorie van onze streken.De eerste regels van <strong>Caesar</strong>s De Bello Gallico,zoals ze te lezen staan in een manuscript uit de negende eeuw.D.B.G. I, 1Gállia est omnis div†sa in partes trs, qurum ‰nam íncoluntBelgae, ßliam Aquitni, tértiam qui ipsfirum lingu Celtae,nostr Galli appellántur.Hi omnes lingu, instit‰tis, lgibus inter se dífferunt. Gallos ab5 Aquitnis Garúnna fl‰men, a Belgis Mtrona et Squana d†vidit.divºdere: verdelen, scheiden13


01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 14Schematische voorstelling van r. 7-11:<strong>Caesar</strong>Hz 1ste graad 2de graadHfirum ómnium fortíssimi sunt Belgae propt¡reaquod a cultu atque humanitte Provínciae longíssime absuntet (quod) mºnime ad eos mercatfires saepe cómmeantatque ea …quae ad effeminándos ßnimos pértinent… impórtantet (quod) próximi sunt Germnisqui trans Rhnum íncoluntquibúscum continénter bellum g¡runt.r. 6 quod leidt drie verklaringen in.Welke voegwoorden verbinden deze drie verklaringen?Welk voegwoord kan je vertalen met ‘en bijgevolg’?r. 7 Província: de Província Romna strekte zich uit langs de Middellandse Zee van aande Alpen tot aan de Pyreneeën en was sinds 118 v.C. een Romeinse provincie. Erwoonden en werkten veel Romeinse staatsburgers die zich op grote schaal metinternationale handel bezighielden. Welke Franse streek ontleent hieraan haarnaam?r. 6-7 cultus: materiële beschavinghumnitas: geestelijke beschavingGeef voor elk van beide begrippen een concreet voorbeeld.r. 7 mºnime hoort bij saepe. Zoek een gepaste vertaling voor deze woordgroep.Deze woorden moeten ook vertaald worden bij ea impórtant.r. 8-9 Som enkele zaken op die zouden kunnen behoren tot ea quae ad effeminándosßnimos pértinent.r. 9-10 De betrekkelijke zin qui ... íncolunt is toegevoegd als nuttige informatie voor deRomeinse lezer, die niet over geografische kaarten beschikte.r. 11 Waaruit leid je af dat ook de Helvetiërs Galliërs zijn?r. 15 efirum = Gallfirumr. 15 Vaak wordt de naam van een volk gebruikt om het gebied van dit volk aan tegeven, bv. Galli i.p.v. Gállia.r. 18 Septentrifines is ontstaan uit septem trifines: de ‘zeven dorsossen’. Dit was eenandere naam voor de Grote Beer. Vandaar betekent het ‘het noorden’. Het enkelvoudsepténtrio komt eveneens voor. ( zie r. 20)r. 19-20 inf¡rior pars fl‰minis Rhni: de benedenloop van de Rijn. Waar is dat precies?Vertaal flriens sfil (r.21) en occsus sfilis (r.24) telkens met één woord.14


01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 15Hfirum ómnium fortíssimi sunt Belgae propt¡rea quod a cultuatque humanitte Provínciae longíssime absunt, minimque ad101520eos mercatfires saepe cómmeant atque ea quae ad effeminándosßnimos pértinent, impórtant, proxim†que sunt Germnis, quitrans Rhnum íncolunt, quibúscum continénter bellum g¡runt.Qu de caus Helvtii quflque r¡liquos Gallos virt‰te praecdunt,quod f¡re cotidinis proéliis cum Germnis conténdunt, cum autsuis f†nibus eos prfihibent aut ipsi in efirum f†nibus bellumg¡runt.Efirum ‰na pars, quam Gallos obtinre dictum est, inºtium cßpita fl‰mine Rhfldano; contintur Garúnn fl‰mine, Oc¡ano,f†nibus Belgrum; attíngit ¡tiam ab Squanis et Helvtiis fl‰menRhnum; vergit ad septentrifines.Belgae ab extrmis Gálliae f†nibus oriúntur, pértinent ad inferifirempartem fl‰minis Rhni; spectant in septentrifinem etoriéntem sfilem.Aquitnia a Garúnn fl‰mine ad Pyrenaéos montes et eam partemOc¡ani, quae est ad Hispniam, pértinet; spectat interoccsum sfilis et septentrifines.merctor: handelaarcommere: gaan naareffeminre: week makencontinénter: voortdurendcontinre: begrenzenattíngere : rakenvérgere : zich uitstrekkenpertinre ad : reiken totEuropa zoals het er volgens STRABO (historicus eerste eeuw v.C.) uitzag.15


01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 16Opdrachten bij D.B.G. I, 1<strong>Caesar</strong>1. Bij de voorstelling van het strijdtoneel (r. 1-6) benadrukt <strong>Caesar</strong> door woordkeuze en woordplaatsingdat het om heel Gallië gaat, d.w.z.: een omvangrijk gebied, maar erg verdeeld.Toon dit aan.2. a. Om welke drie redenen noemt <strong>Caesar</strong> de oude Belgen de dappersten van de Galliërs?b. Welke van die redenen gelden ook voor de Helvetii?c. Welke relatie lijkt <strong>Caesar</strong> te leggen tussen beschaving, handel en dapperheid?Ben je het daarmee eens?3. De eerste paragraaf uit D.B.G. I is al een staaltje van subjectieve berichtgeving en propagandavoor <strong>Caesar</strong>s eigen persoon.a. Hoe laat hij doorschemeren dat zijn veldtocht in Gallië geen gemakkelijke klus wordt?b. Welke bedoeling steekt achter het benadrukken van de voortreffelijke dapperheid vanHelvetii en Belgae?4. Toch is de toon van deze alinea (vooral r. 1-5) op het eerste gezicht nuchter en zakelijk.Waaruit blijkt dat?5. Tot tweemaal toe vermeldt <strong>Caesar</strong> de aartsvijand van Rome: de Germanen. Die zijn voor deRomeinen wrede, woeste barbaren en bijna onoverwinnelijk. De vrees voor deze volksstamzit er bij hen dan ook diep in. Dat hij hen vermeldt, zal de Romeinse lezer dus zeker verontrusthebben.a. Welke informatie over hen zal de Romeinse lezer nog meer schrik aanjagen?b. Welk woord is daarbij heel sterk overdreven?Hfirum ómnium fortíssimi sunt Belgae...Mogen we terecht fier zijn op deze uitspraak?We laten alvast een andere stem horen!We citeren Frans Verleyen in Knack, juli 1997:“Elk schoolkind van bij ons heeft ooit bij wijze van nationale propaganda geleerddat <strong>Caesar</strong> meldde: `Van al die stammen zijn de Belgen de dappersten.’Die vertaling is helemaal niet juist. <strong>Caesar</strong> bedoelt dat ze de `sterksten’ waren, dehardste vechtjassen. Want, zo gaat hij meteen verder: ze zijn zo sterk,`omdat zijhet verst verwijderd zijn van de verfijnde beschaving en levenswijze in deProvincie en omdat handelaren slechts zelden tot bij hen geraken met koopwaardie hun mentaliteit zou kunnen week (verwijfd) maken.’Met andere woorden: de Belgen zijn primitieve woestelingen. Dat is heel ietsanders dan de sedert 1830 opgebloeide vaderlandse mythe.”16


01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 176. Aan de verovering van Gallië gingen al regelmatige contacten met de Galliërs vooraf.a. Kooplui uit de Griekse kolonies in de Provincia (o.a. Massilia en Nicaea) dreven al langvóór <strong>Caesar</strong>s komst handel met Gallië. Allerlei koopwaren (wijn, sieraden, vazen, ...),maar ook zuiver cultuurgoed (gebruik van geld en schrift, godsdienstige overtuigingen,zoals het geloof in de zielsverhuizing) hadden via Rhône en Saône het noorden vanGallië bereikt.b. Het Romeinse gezag was al sinds 118 v.C. in de Provincia gevestigd en er waren al onderhandelingenen akkoorden met verschillende Gallische stammen (bv. de Haedui).Welke andere factor zal de verovering van Gallië nog gemakkelijker maken?7. a. Bekijk aandachtig de kaart van Gallië die in elk album van Asterix op de eerste bladzijdevoorkomt. Welke overeenkomsten of verschillen merk je met de tekst van <strong>Caesar</strong> in verbandmet de indeling van heel Gallië?b. Op deze kaart staat ook de aquila (adelaar, het legioensteken). Let op de manier waaropdie in de Gallische bodem is geplant. Welke symboliek kan je daarin herkennen?<strong>Caesar</strong>8. Voor de geografische situering oriënteerde <strong>Caesar</strong> zich vanuit Italië. Bovendien waren in dietijd slechts gebrekkige kaarten van Europa beschikbaar.Welke geografische gegevens uit dit fragment kloppen niet met de werkelijkheid?Drinkebroers‘‘De Belgen zijn de dappersten van alle Galliërs, omdat er slechts zelden handelaarstot bij hen komen en er dus weinig producten ingevoerd worden die henweek maken.’’Bij die producten dacht <strong>Caesar</strong> in de eersteDe Galliërs zijn extreem verslingerdaan het gebruik van wijn enplaats aan wijn.Onderstaand kaartje toont ons de vindplaatsenvan Romeinse amfora’s en de omvang vangieten zichzelf vol met de wijn diedoor handelaren naar hun landwordt gebracht, drinken dezede Italische wijnexport in de eerste eeuw v.C. onaangelengd en omdat zij dezedrank mateloos tot zich nemendoor hun grote dorst, worden zijdronken en vallen dan in katzwijmof worden razend. Daarombeschouwen veel Italische handelaars… deze voorliefde van deGalliërs als een geschenk uit dehemel. Want zij transporteren dewijn over de bevaarbare rivieren… en met wagens over het vlakkeland en krijgen daarvoor eenongelooflijke prijs; want in ruilvoor een kruik wijn krijgen zij eenslaaf.Klopt bovenstaande informatie van <strong>Caesar</strong> Diodorus Siculus, 5, 26, 2-3met de gegevens op de kaart?Naar welk deel van Gallië werd vooral wijn uitgevoerd?17


01Peristylium <strong>Caesar</strong> 01-09-2003 20:41 Pagina 18HULP BIJ DE LECTUUR (CAESAR, D.B.G. VI, 13)r. 2 Welke verzwegen gedachte wordt verklaard in de zin met nam?<strong>Caesar</strong>r. 3-6 <strong>Caesar</strong> vergelijkt het politieke systeem bij de Kelten met het Romeinse clientlasysteem.Een Romeinse cliens was een vrije Romeinse burger die toch in een verhoudingvan afhankelijkheid stond t.o.v. een adellijke heer, zijn patrfinus, die hembeschermde en financieel bijstond, maar ook allerlei diensten van hem mochteisen, zoals het maken van propaganda wanneer hij zich kandidaat stelde bij deverkiezingen. De grootte en inzet van de clientla was voor de patrfinus van grootbelang, als hij in de Romeinse samenleving een rol van betekenis wilde spelen.Bij de Kelten leefde de plebs in een toestand van horigheid zonder politiekemacht.Deze cliéntes moesten de edelen dienen en ondersteunen in ruil voor beschermingen onderhoud.Met welk woord maakt <strong>Caesar</strong> duidelijk dat ook de Gallische plebs feitelijkbestond uit vrije burgers?r. 6 Wie bedoelt <strong>Caesar</strong> met quºbus en met hfis?r. 7 Sed leidt hier, na een korte uitweiding over de toestand van de plebs de terugkeerin naar de hoofdgedachte g¡nera sunt duo (r. 2 ).r. 7 de + abl. vervangt hier een genitief. Welke soort genitief?r. 9 Wie bedoelt <strong>Caesar</strong> met illi?r. 9-10 Wie zorgde in Rome voor:1. de sacrifºcia p‰blica?2. de sacrifºcia privta?3. religifines interpretri?r. 12 Wie bedoelt <strong>Caesar</strong> met eos?r. 15 Wat bedoelt <strong>Caesar</strong> met de f†nibus controvérsia?r. 15-16 Kies een gepaste vertaling voor praémium:beloning – premie – schadevergoeding – prijs – voordeelr. 21 De dominant van incómmodi is quid.r. 21-22 Welke woorden worden telkens verbonden door n¡que?r. 23 Is autem hier tegenstellend gebruikt of vormt het alleen een overgang naar eennieuwe gedachte?18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!