12.07.2015 Views

Catalogus [pdf; 6.35 MB] - Vogelundnoot.com

Catalogus [pdf; 6.35 MB] - Vogelundnoot.com

Catalogus [pdf; 6.35 MB] - Vogelundnoot.com

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

UNITHERMWinddruk103Invloed van de winddruk (PL) volgens DIN EN 13384-1, onder aangegeven voorwaardenAfbeelding 1: als de monding onder de nok ligt:In het binnenland PL = 25 PaAan de kust PL = 40 Pa< 40 cm< 2,30 mAfbeelding 2: als de toevoeropening aan tegenoverliggendegebouwzijde van de monding ligt:In het binnenland PL = 25 PaAan de kust PL = 40 Pa> 1,0 m> 40°> 25°Verbrandingsluchttoevoerligt tegenover de monding.Afbeelding 3: als in de buurt obstakels aanwezig zijn:In het binnenland PL = 25 Pa / Aan de kust PL = 40 Pazonder <strong>com</strong>pensatie door een aerodynamische opzetkapAfbeelding 4: als de monding als gevolg van genoemdeomstandigheden in een ongunstig gebied ligt, danuitgaan van 25 of 40 Pa, afhankelijk van het gebied.binnen 15 meter> 10°In het binnenlandPL = 25 PaAfstand > 20 kmAan de kustPL = 40 PaTot 20 kmUNITHERM> 30°Bouwkundige instructiesHoogtebepaling schoorsteen op basisvan functionerings-/technische omstandighedenvolgens DIN EN 13384-1, winddruk PLEr is sprake van een ongunstige winddrukvoor een gasafvoersysteem als hetminder dan 40 cm boven de nok uitsteekten als de afstand van een denkbeeldigehorizontale lijn vanaf de mondingvan het systeem tot het snijpunt met hetdak minder dan 2,3 meter is en de mondingals volgt is gesitueerd:• bij een dakhelling van meer dan 40º(afbeelding 1) of• bij een dakhelling van meer dan 25º,als de opening van de verbrandingsluchttoevoeren de monding van hetgasafvoersysteem aan verschillendezijden van de nok liggen en de horizontaleafstand tot de nok van het dakmeer dan 1 meter is. (afbeelding 2)Gasafvoersystemen kunnen ook binneneen ongunstig gebied liggen als er sprakeis van obstakels, zoals gebouwen, bergenof bomen in de buurt. Mondingenvan gasafvoerinstallaties (afbeelding 3)• die binnen een straal van 15 meterliggen van aangrenzende gebouwen,in een hoek ten opzichte van de horizon, groter dan 30º,• alsook mondingen van gasafvoerinstallatieswaarbij de hoogtehoek, gezien vanuit de horizontale positie vande monding tot aan de bovenste randvan het gebouw, meer dan 10º bedraagt, kunnen beïnvloed wordendoor luchtturbulenties.Voor het binnenland (> 20 km verwijderdvan de kust) moet een winddruk van 25Pa worden aangenomen en voor kustgebieden40 Pa als de monding van hetgasafvoersysteem binnen een ongunstigwinddrukgebied ligt. (afbeelding 4).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!