Middelengebruik en voortijdig schoolverlaten - Trimbos-instituut
Middelengebruik en voortijdig schoolverlaten - Trimbos-instituut Middelengebruik en voortijdig schoolverlaten - Trimbos-instituut
Tabel 10Multipele hiërarchische regressie voor het voorspellen van schoolprestaties (N = 4943).Model 1 Model 2 Model 3Voorspeller B β B β B ΒHOOFDEFFECTENAlcoholgebruikDronkenschapCannabisgebruik-.008-.036-.003-.078***-.108***-.021-.012-.030-.003.114***.091***-.019-.002-.009.003-.021-.028.018MODERATIE DOOR SEKSE, LEEFTIJDEN OPLEIDINGSNIVEAUSekse aLeeftijdOpleidingsniveau: vmbo bAlcoholgebruik x SekseDronkenschap x SekseCannabisgebruik x SekseAlcoholgebruik x LeeftijdDronkenschap x LeeftijdCannabisgebruik x LeeftijdAlcoholgebruik x OpleidingsniveauDronkenschap x OpleidingsniveauCannabisgebruik x Opleidingsniveau------------------------.082-.042.098---.005-----.057***.075***.068***---.078***-----.065-.010.088---.000-----.045***-.017.061***---.005-----ACHTERGRONDStedelijkheidsgraadGezinssamenstelling cSES (FAS)Marokkaans dTurks dSurinaams/Antilliaans dOverig niet-Westers dAanraking met politie--------------------------------.018-.012.000.085.137-.012.096-.020.033*-.007.008.026.037**-.003.026-.017OUDERSMonitoring door ouders----.095.053***PEERSAantal avonden met peersAlcoholgebruik peersCannabisgebruik peers-------------.009.002.022-.024.002.019SCHOOLSpijbelenSchoolprestatiesSchoolmotivatieKlimaat klasgenotenKlimaat leerkrachtenMoeite met school-------------------------.024-.145.025.131-.152-.029*-.169***.023.152***-.170***R²∆R².028 .043.016***.180.139***Noot. Noot. a Jongen is de referentiecategorie; b havo of hoger is de referentiecategorie; c Volledig oorspronkelijk gezinis de referentiecategorie; d Nederlands/Westers is de referentiecategorie.* p < .05; **p < .01; ***p < .001; eenzijdig.- Niet opgenomen in het model.De toevoeging van overige achtergrondfactoren en factoren uit de ouderlijke-, peer- enschoolcontext in model 3 resulteert in 13.9% extra verklaarde variantie. De driemodellen verklaren nu tezamen 18.0% van de verschillen in schoolprestaties. Binnen deachtergrondfactoren vormen stedelijkheidsgraad en een Turkse etniciteit significantpositieve voorspellers. Hoe hoger de stedelijkheidsgraad, des te hoger schatten jongeren32
hun schoolprestaties in. Daarnaast schatten jongeren van Turkse afkomst hun prestatieshoger in dan Nederlandse of Westerse jongeren. Monitoring door ouders vormt ook eensignificant positieve voorspeller. Jongeren wier ouders veel van hen weten denken beterte presteren in vergelijking met klasgenoten wier ouders weinig of niets van hen weten.Ten slotte vormen binnen de schoolcontext spijbelen een significant negatieve, enschoolmotivatie en het klimaat met leerkrachten significant positieve voorspellers vanschoolprestaties. Jongeren die veel spijbelen schatten hun prestaties lager in, terwijljongeren die sterk gemotiveerd zijn en een goed klimaat met leerkrachten ervaren beterdenken te presteren. Na controle op de overige achtergrondfactoren en factoren uit deouderlijke-, peer- en schoolcontext blijken de hoofdeffecten van alcoholgebruik endronkenschap niet langer significant te zijn. Middelengebruik levert dus geen uniekebijdrage aan schoolprestaties. Moeite met school is van alle factoren de sterkstevoorspeller.1.6.2.3 SchoolmotivatieTabel 11 toont de regressiecoëfficiënten voor het voorspellen van schoolmotivatie. Deresultaten van Model 1 geven aan dat alcoholgebruik, dronkenschap en cannabisgebruiktezamen 6.2% van de verschillen in schoolmotivatie verklaren. Deze vormen vanmiddelengebruik zijn significant negatieve voorspellers van schoolmotivatie. Meeralcohol- en cannabisgebruik en frequente dronkenschap zijn geassocieerd met minderschoolmotivatie. Dronkenschap vormt in dit model de sterkste voorspeller.De toevoeging van sekse, leeftijd, opleidingsniveau en de interacties tussenmiddelengebruik en deze achtergrondfactoren in model 2 resulteert in 4.9% extraverklaarde variantie in schoolmotivatie. De regressiecoëfficiënten geven aan dat sekseeen positieve voorspeller vormt: meisjes rapporteren meer motivatie voor school danjongens. Leeftijd en opleidingsniveau zijn negatieve correlaten van schoolmotivatie:oudere adolescenten en vmbo leerlingen zijn minder gemotiveerd dan jongereadolescenten en leerlingen met een havo opleiding of hoger. Model 2 bevat tevens tweesignificante interactie-effecten. Meisjes die vaak dronken zijn, zijn minder gemotiveerddan jongens die vaak dronken zijn, en jongere adolescenten die veel drinken zijn mindergemotiveerd dan oudere adolescenten die veel drinken. Middelengebruik vormt dus eengroter risico voor schoolmotivatie voor meisjes en jongere adolescenten. Na toevoegingvan de achtergrond- en interactiefactoren blijken de hoofdeffecten van middelengebruikop schoolmotivatie nog steeds significant. De sterkste voorspeller in model 2 is leeftijd.33
- Page 1: Middelengebruik en voortijdig schoo
- Page 6 and 7: In deze dubbelstudie wordt beargume
- Page 9: mogelijke verband tussen middelenge
- Page 14 and 15: Het zal niet verbazen dat ook jeugd
- Page 16 and 17: dan 10 keer per maand, onder meisje
- Page 18 and 19: worden naar mensen dan moet de conc
- Page 20 and 21: dat adolescente exemplaren die bloo
- Page 22 and 23: ehaalde eindniveau zijn lager. Datz
- Page 24 and 25: indicatoren zijn van verminderde sc
- Page 26 and 27: auto en op vakantie ging. Daarnaast
- Page 28 and 29: Het schoolklimaat met betrekking to
- Page 30 and 31: deelstudie. Multilevel-analyses lie
- Page 32 and 33: Tabel 8. Correlaties tussen alcohol
- Page 34 and 35: frequentere dronkenschap geassociee
- Page 38 and 39: De toevoeging van overige achtergro
- Page 40 and 41: daarmee ten dele andere resultaten
- Page 42 and 43: vonden bijvoorbeeld dat middelengeb
- Page 44 and 45: cannabisgebruik onder hoger opgelei
- Page 46 and 47: enkele schooldirectie huiver te bes
- Page 48 and 49: (verslavingszorg) gevraagd een klei
- Page 50 and 51: uitval te voorkomen. In Utrecht heb
- Page 52 and 53: - Zadkine heeft een pilot waarin ee
- Page 54 and 55: d. Samenwerking met andere voorzien
- Page 56 and 57: SamenvattingInleidingDeze samenvatt
- Page 58 and 59: per leeftijd en voor jongens en mei
- Page 60 and 61: LiteratuurAlexander, K., Entwisle,
- Page 62 and 63: school-dropout rate at the age of 1
hun schoolprestaties in. Daarnaast schatt<strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> van Turkse afkomst hun prestatieshoger in dan Nederlandse of Westerse jonger<strong>en</strong>. Monitoring door ouders vormt ook e<strong>en</strong>significant positieve voorspeller. Jonger<strong>en</strong> wier ouders veel van h<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> beterte prester<strong>en</strong> in vergelijking met klasg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> wier ouders weinig of niets van h<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> slotte vorm<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de schoolcontext spijbel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> significant negatieve, <strong>en</strong>schoolmotivatie <strong>en</strong> het klimaat met leerkracht<strong>en</strong> significant positieve voorspellers vanschoolprestaties. Jonger<strong>en</strong> die veel spijbel<strong>en</strong> schatt<strong>en</strong> hun prestaties lager in, terwijljonger<strong>en</strong> die sterk gemotiveerd zijn <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed klimaat met leerkracht<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> beterd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> te prester<strong>en</strong>. Na controle op de overige achtergrondfactor<strong>en</strong> <strong>en</strong> factor<strong>en</strong> uit deouderlijke-, peer- <strong>en</strong> schoolcontext blijk<strong>en</strong> de hoofdeffect<strong>en</strong> van alcoholgebruik <strong>en</strong>dronk<strong>en</strong>schap niet langer significant te zijn. <strong>Middel<strong>en</strong>gebruik</strong> levert dus ge<strong>en</strong> uniekebijdrage aan schoolprestaties. Moeite met school is van alle factor<strong>en</strong> de sterkstevoorspeller.1.6.2.3 SchoolmotivatieTabel 11 toont de regressiecoëfficiënt<strong>en</strong> voor het voorspell<strong>en</strong> van schoolmotivatie. Deresultat<strong>en</strong> van Model 1 gev<strong>en</strong> aan dat alcoholgebruik, dronk<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> cannabisgebruiktezam<strong>en</strong> 6.2% van de verschill<strong>en</strong> in schoolmotivatie verklar<strong>en</strong>. Deze vorm<strong>en</strong> vanmiddel<strong>en</strong>gebruik zijn significant negatieve voorspellers van schoolmotivatie. Meeralcohol- <strong>en</strong> cannabisgebruik <strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>te dronk<strong>en</strong>schap zijn geassocieerd met minderschoolmotivatie. Dronk<strong>en</strong>schap vormt in dit model de sterkste voorspeller.De toevoeging van sekse, leeftijd, opleidingsniveau <strong>en</strong> de interacties tuss<strong>en</strong>middel<strong>en</strong>gebruik <strong>en</strong> deze achtergrondfactor<strong>en</strong> in model 2 resulteert in 4.9% extraverklaarde variantie in schoolmotivatie. De regressiecoëfficiënt<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan dat seksee<strong>en</strong> positieve voorspeller vormt: meisjes rapporter<strong>en</strong> meer motivatie voor school danjong<strong>en</strong>s. Leeftijd <strong>en</strong> opleidingsniveau zijn negatieve correlat<strong>en</strong> van schoolmotivatie:oudere adolesc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> vmbo leerling<strong>en</strong> zijn minder gemotiveerd dan jongereadolesc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> havo opleiding of hoger. Model 2 bevat tev<strong>en</strong>s tweesignificante interactie-effect<strong>en</strong>. Meisjes die vaak dronk<strong>en</strong> zijn, zijn minder gemotiveerddan jong<strong>en</strong>s die vaak dronk<strong>en</strong> zijn, <strong>en</strong> jongere adolesc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die veel drink<strong>en</strong> zijn mindergemotiveerd dan oudere adolesc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die veel drink<strong>en</strong>. <strong>Middel<strong>en</strong>gebruik</strong> vormt dus e<strong>en</strong>groter risico voor schoolmotivatie voor meisjes <strong>en</strong> jongere adolesc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Na toevoegingvan de achtergrond- <strong>en</strong> interactiefactor<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> de hoofdeffect<strong>en</strong> van middel<strong>en</strong>gebruikop schoolmotivatie nog steeds significant. De sterkste voorspeller in model 2 is leeftijd.33