Het biometrisch paspoort in Nederland - Oapen
Het biometrisch paspoort in Nederland - Oapen Het biometrisch paspoort in Nederland - Oapen
(menselijke) factoren significant lager kunnen uitvallen. In die zin geven veellaboratoriumtests dus een soort ‘best case’ weer.1.13 WijzigingenIndien een Programma van Eisen tussendoor verandert, kan er niet zonder meerworden uitgegaan van uitkomsten van proeven en haalbaarheidstudies die daarvoorhebben plaatsgevonden. De impact van een wijziging in het Programma van Eisenmoet kritisch worden geëvalueerd, waarbij de uitgangspunten voor de gewenstefunctionaliteit opnieuw systematisch moeten worden afgezet tegen de techniek en dewijze waarop deze moet worden ingezet. Nieuwe functionele eisen rond dezelfdetechniek kunnen leiden tot een aanpassing van procedures en processen. Andersom:het gebruik van een andere techniek kan leiden tot het gedwongen aanpassen van hetProgramma van Eisen. Ook kunnen nieuwe procedures en processen leiden tot hetaanpassen van de technische eisen en daarmee tot andere technologiekeuzes. Zo kanhet gebeuren dat een project dat eerst als haalbaar werd beschouwd, dat niet meer isna het aanpassen van het Programma van Eisen.1.14 ConclusiesDe uitkomst van een biometrische vergelijking is gebaseerd op een statistischeanalyse. Omdat altijd de kans bestaat dat het systeem een fout maakt, moet er invoorkomende gevallen een beslissing op basis van menslijke waarneming enbeoordeling plaatsvinden. Van belang is dat het stelsel van statistische berekeningenvoor identificatie (1:n) en verificatie (1:1) verschillend zijn. Dit heeft zijn weerslag opde te verwachten prestaties en daarmee de eisen die men aan een biometrischsysteem kan stellen. Eisen die voor een 1:1 systeem reëel zijn, kunnen voor een 1:nsysteem onhaalbaar zijn. De kengetallen FAR en FRR vertegenwoordigen vaaktegengestelde belangen. Het is daarom van het grootste belang dat bij het opstellenvan het Programma van Eisen duidelijk is hoe de relatie tussen de belanghebbendenis en wat het gewicht is van hun inbreng. Als de bestrijding van fraude prioriteitheeft, zal een lage FAR en een grondige registratieprocedure noodzakelijk zijn. Datkan leiden tot een hoge FRR en een gebruikersonvriendelijk proces, hetgeen voor de35
operatie onwenselijk kan zijn. Krijgt de FRR de overhand, dan zal de FAR toenemen endus de veiligheid afnemen.De kwaliteit van de geregistreerde biometrische gegevens is van doorslaggevendbelang voor de prestaties van het gehele biometrische systeem. De FpVTE van hetNIST uit 2003 is een belangrijke bron van informatie over de prestaties vanbiometrische identificatiesystemen (1:n) en de factoren die deze prestatiesbeïnvloeden. Echter, het bestaande kwaliteitsbeoordelingssysteem (Nist FingerprintImage Quality, NFIQ) is op dit moment het belangrijkste kwaliteitstool, maar nog nietvoldoende om in een systeem met biometrische apparatuur van meerdereleveranciers uniforme kwaliteit te waarborgen. Een internationale standaard voor dekwaliteit van vingerafdrukken of gezichtsopnamen is in ontwikkeling, maar is dekomende jaren nog niet beschikbaar. Dat betekent dat het wisselen van leveranciervoorlopig nog tot problemen kan leiden. Maar er is hoop: hoe beter de kwaliteit vande biometrische gegevens, hoe kleiner die problemen zijn.Duidelijke eisen en een grondig onderhandelingsproces zijn noodzakelijk voor hetgoed kunnen bepalen van de gewenste drempelwaarden zoals voor de FRR en de FAR.Weloverwogen en goed doordachte drempelwaarden zijn noodzakelijk voor hetkunnen evalueren van de prestaties van een biometrisch systeem. Een helder,eenduidig en realistisch Programma van Eisen is een absolute voorwaarde voor hetsuccesvol implementeren en evalueren van een biomterisch systeem, waarbij altijdgekeken wordt in hoeverre het systeem in staat moet zijn om het onderhavigeprobleem te kunnen oplossen.36
- Page 1 and 2: HET BIOMETRISCH PASPOORT IN NEDERLA
- Page 3: HET BIOMETRISCHE PASPOORT IN NEDERL
- Page 6 and 7: 4.2 Kansen AFIS-markt .............
- Page 9 and 10: VoorwoordOp 9 juni 2009 heeft de Ee
- Page 11: Met het oog op deze gedetailleerde
- Page 15: DEEL ITechniek en proces14
- Page 18 and 19: opgenomen in de functionele eisen v
- Page 20 and 21: zou namelijk een verschillend resul
- Page 22 and 23: Figuur 1: Het biometrisch proces, w
- Page 24 and 25: en organisatie. Een PvE is het uitg
- Page 26 and 27: esult in higher costs (because of e
- Page 28 and 29: tussen verschillende belanghebbende
- Page 30 and 31: Uit de figuur valt af te lezen dat
- Page 32 and 33: 1.10 De relativiteit van resultaten
- Page 34 and 35: Een ander niet te onderschatten asp
- Page 39 and 40: 2. Biometrie: het proces2.1 Biometr
- Page 41 and 42: We zijn bij het gebruik van biometr
- Page 43 and 44: opsporing. Dit middel is buitenprop
- Page 46 and 47: toegangscontrole is het de veilighe
- Page 48 and 49: Figuur 7: paspoortcontrole op Schip
- Page 50 and 51: Het wordt ingewikkeld wanneer de dr
- Page 53 and 54: 3. Conclusies Deel I: Techniek en p
- Page 55: DEEL IIIndustrie, markt en standaar
- Page 58 and 59: 4.2 Kansen AFIS-marktNationaal en i
- Page 60 and 61: Onder invloed van de centrale perso
- Page 62 and 63: smartcards en middleware voor een e
- Page 64 and 65: technisch vlak vaak liggen. De mark
- Page 66 and 67: - Nieuwkomers op de biometrie markt
- Page 68 and 69: commissie bestaat uit vertegenwoord
- Page 70 and 71: - Niet alle staten hebben genoeg on
- Page 72 and 73: serie) die tot doel hebben te komen
- Page 74 and 75: 5.4 Rol van universiteitenHet gebre
- Page 76 and 77: testmethodes zijn de resultaten van
- Page 78 and 79: 6.2 Independent vs in-house testing
- Page 80 and 81: shopping’ daarmee tegengegaan. Da
- Page 82 and 83: Verdere conclusies zijn de volgende
- Page 84 and 85: laat verschillende leveranciers een
operatie onwenselijk kan zijn. Krijgt de FRR de overhand, dan zal de FAR toenemen endus de veiligheid afnemen.De kwaliteit van de geregistreerde <strong>biometrisch</strong>e gegevens is van doorslaggevendbelang voor de prestaties van het gehele <strong>biometrisch</strong>e systeem. De FpVTE van hetNIST uit 2003 is een belangrijke bron van <strong>in</strong>formatie over de prestaties van<strong>biometrisch</strong>e identificatiesystemen (1:n) en de factoren die deze prestatiesbeïnvloeden. Echter, het bestaande kwaliteitsbeoordel<strong>in</strong>gssysteem (Nist F<strong>in</strong>gerpr<strong>in</strong>tImage Quality, NFIQ) is op dit moment het belangrijkste kwaliteitstool, maar nog nietvoldoende om <strong>in</strong> een systeem met <strong>biometrisch</strong>e apparatuur van meerdereleveranciers uniforme kwaliteit te waarborgen. Een <strong>in</strong>ternationale standaard voor dekwaliteit van v<strong>in</strong>gerafdrukken of gezichtsopnamen is <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g, maar is dekomende jaren nog niet beschikbaar. Dat betekent dat het wisselen van leveranciervoorlopig nog tot problemen kan leiden. Maar er is hoop: hoe beter de kwaliteit vande <strong>biometrisch</strong>e gegevens, hoe kle<strong>in</strong>er die problemen zijn.Duidelijke eisen en een grondig onderhandel<strong>in</strong>gsproces zijn noodzakelijk voor hetgoed kunnen bepalen van de gewenste drempelwaarden zoals voor de FRR en de FAR.Weloverwogen en goed doordachte drempelwaarden zijn noodzakelijk voor hetkunnen evalueren van de prestaties van een <strong>biometrisch</strong> systeem. Een helder,eenduidig en realistisch Programma van Eisen is een absolute voorwaarde voor hetsuccesvol implementeren en evalueren van een biomterisch systeem, waarbij altijdgekeken wordt <strong>in</strong> hoeverre het systeem <strong>in</strong> staat moet zijn om het onderhavigeprobleem te kunnen oplossen.36