Het biometrisch paspoort in Nederland - Oapen

Het biometrisch paspoort in Nederland - Oapen Het biometrisch paspoort in Nederland - Oapen

12.07.2015 Views

Tussen 1999 en 2005 zijn er diverse haalbaarheidsstudies en proeven uitgevoerd. Dezewaren gebaseerd op het opslaan van de biometrie uitsluitend in de chip van het paspoort,wat later ook het uitgangspunt van de Europese richtlijn zou zijn. In 2003 wordtdecentrale opslag voorgesteld, uitsluitend om op basis van verificatie (1:1) van debiometrische gegevens onbedoelde fouten en opzettelijke fraude bij het aanvraag- enuitgifteproces te voorkomen. Hierover een aantal observaties.- De proeven uit 2001 waren te kleinschalig en niet representatief voor het beoogdegebruik.- Rond de proef ‘2b or not 2b’ bestaat een aantal onduidelijkheden. Er is getrachtverschillende leveranciers van biometrische apparatuur met elkaar te vergelijken,terwijl hun techniek niet interoperabel is. Zo waren er zeker in die tijdverschillende opvattingen tussen de leveranciers over de kwaliteit van deafgenomen vingerafdrukken en over de plaatsing van de minutiae. Gedurende deproef zijn de drempelwaarden aangepast. Dit was volgens het NFI niet goedgedocumenteerd. Onduidelijk is welke invloed dat op de betrouwbaarheid heeftgehad. Het NFI is achteraf gevraagd om hun interpretatie van de testdata tegeven, maar beweert dat “er geen chocola van te maken was”. Veel uitkomstenmoesten achteraf worden geïnterpreteerd op basis van geschattedrempelwaarden. De uitkomsten van ‘2b or not 2b’ zijn door de overheid gebruiktals basis voor de besluitvorming.- Het marktonderzoek uit 2003 naar de kennis en houding van de burgers metbetrekking tot de toepassing van biometrie in het paspoort is slechts beperktbruikbaar omdat volgens het kwalitatieve deel van het onderzoek de burgers geenidee hebben wat de techniek behelst. Het marktonderzoek ging uit van de opslagvan de biometrische gegevens in het paspoort. Omdat sinds circa 2004 sprake isvan centrale opslag en ook het gebruik van de biometrische data was uitgebreid,is het onderzoek op dat punt achterhaald. Het is niet bekend of er naar aanleidingvan die wijzigingen een nieuw onderzoek naar de acceptatie is gedaan.Focus op het proces, veiligheid secundairBij de proeven en studies hebben processen centraal gestaan. De veiligheid heeft eenondergeschikte rol gespeeld. Er is voornamelijk gekeken hoe de biometrie zo eenvoudigmogelijk aan de bestaande processen en procedures kon worden toegevoegd. Er is145

eperkt aandacht besteed aan de vraag of en in hoeverre de biometrie het centraleprobleem oplost. Het toevoegen van biometrie aan het Nederlandse paspoort enidentiteitssysteem is voornamelijk als een administratieve handeling behandeld.Daardoor ontstaan er risco’s, waaronder:- Een inefficiënt systeem vanwege lage prestaties (hoge kosten).- Identiteitsfraude vanwege een manipuleerbaar registratieproces (fraude).- Rechtszaken vanwege systeemfouten (maatschappelijke verontwaardiging).Gebrek aan heldere doelstellingen en criteria voor succesHaalbaarheidsstudies vragen om duidelijke doelstellingen en criteria voor de prestatiesen de veiligheid. Als de doelstellingen niet helder staan beschreven, is een grondigehaalbaarheidsstudie niet mogelijk. De vraag of met biometrie de vooraf gesteldedoelstellingen in de gegeven context haalbaar zijn (en zo ja: hoe), is niet helder gesteld endus ook niet duidelijk beantwoord. Als wordt gesteld dat ‘voor een effectief gebruik vanbiometrie centrale opslag randvoorwaardelijk is’, dan zou een goede technischeonderbouwing op zijn plaats zijn.Verantwoordelijk agentschap weinig communicatief en te weinigtechnisch onderlegdHet agentschap BPR lijkt in dit gehele traject een weinig communicatieve rol te hebbengespeeld. Kritische meningen kregen niet altijd de ruimte die zij wellicht verdienden.Erkende specialisten lijken niet in alle voorbereidingen voldoende te zijn betrokken(zoals bv. het NFI en TNO). De kans bestaat dan dat gebrek aan inhoudelijke technischekennis bijgedraagt aan onderschatting van de complexiteit van de biometrischetechnologie.Probleemstelling niet helderHet belangrijkste bezwaar van de proeven en studies die zijn uitgevoerd, is dat er voorafgeen heldere probleemstelling is geformuleerd op het gebied van veiligheid enbetrouwbaarheid. Ongetwijfeld houdt dat verband met het feit dat het onduidelijk was:- welk probleem het precies moest gaan oplossen;- hoe groot het vermeende probleem is;146

eperkt aandacht besteed aan de vraag of en <strong>in</strong> hoeverre de biometrie het centraleprobleem oplost. <strong>Het</strong> toevoegen van biometrie aan het <strong>Nederland</strong>se <strong>paspoort</strong> enidentiteitssysteem is voornamelijk als een adm<strong>in</strong>istratieve handel<strong>in</strong>g behandeld.Daardoor ontstaan er risco’s, waaronder:- Een <strong>in</strong>efficiënt systeem vanwege lage prestaties (hoge kosten).- Identiteitsfraude vanwege een manipuleerbaar registratieproces (fraude).- Rechtszaken vanwege systeemfouten (maatschappelijke verontwaardig<strong>in</strong>g).Gebrek aan heldere doelstell<strong>in</strong>gen en criteria voor succesHaalbaarheidsstudies vragen om duidelijke doelstell<strong>in</strong>gen en criteria voor de prestatiesen de veiligheid. Als de doelstell<strong>in</strong>gen niet helder staan beschreven, is een grondigehaalbaarheidsstudie niet mogelijk. De vraag of met biometrie de vooraf gesteldedoelstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de gegeven context haalbaar zijn (en zo ja: hoe), is niet helder gesteld endus ook niet duidelijk beantwoord. Als wordt gesteld dat ‘voor een effectief gebruik vanbiometrie centrale opslag randvoorwaardelijk is’, dan zou een goede technischeonderbouw<strong>in</strong>g op zijn plaats zijn.Verantwoordelijk agentschap we<strong>in</strong>ig communicatief en te we<strong>in</strong>igtechnisch onderlegd<strong>Het</strong> agentschap BPR lijkt <strong>in</strong> dit gehele traject een we<strong>in</strong>ig communicatieve rol te hebbengespeeld. Kritische men<strong>in</strong>gen kregen niet altijd de ruimte die zij wellicht verdienden.Erkende specialisten lijken niet <strong>in</strong> alle voorbereid<strong>in</strong>gen voldoende te zijn betrokken(zoals bv. het NFI en TNO). De kans bestaat dan dat gebrek aan <strong>in</strong>houdelijke technischekennis bijgedraagt aan onderschatt<strong>in</strong>g van de complexiteit van de <strong>biometrisch</strong>etechnologie.Probleemstell<strong>in</strong>g niet helder<strong>Het</strong> belangrijkste bezwaar van de proeven en studies die zijn uitgevoerd, is dat er voorafgeen heldere probleemstell<strong>in</strong>g is geformuleerd op het gebied van veiligheid enbetrouwbaarheid. Ongetwijfeld houdt dat verband met het feit dat het onduidelijk was:- welk probleem het precies moest gaan oplossen;- hoe groot het vermeende probleem is;146

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!