Het biometrisch paspoort in Nederland - Oapen
Het biometrisch paspoort in Nederland - Oapen Het biometrisch paspoort in Nederland - Oapen
141
11. Samenvatting en conclusiesHet biometrische paspoort: techniek, beleid en politiek in NederlandAls gevolg van de ICAO-standaard DOC9303 heeft de Europese Commissie de richtlijnEC2252/2004 uitgevaardigd. Deze schrijft het toevoegen van de chip aan het paspoortvoor, inclusief het opslaan van een digitale afbeelding van het gezicht en twee vingers inde chip. Het doel daarvan is het bestrijden van ‘look alike fraude’.Binnen de Nederlandse politiek heeft er een verschuiving plaatsgevonden ten aanzienvan deze oorspronkelijke functie die de biometrie moest vervullen. Vanaf circa 1999 totcirca 2004 was er uitsluitend sprake van het bestrijden van ‘look alike’ fraude, conformde Europese richtlijn. In alle parlementaire stukken wordt daar naar verwezen waneerhet de omvang en legitimatie van de maatregel betreft. Vanaf 2004 ontstaat er eenverschuiving naar centrale opslag en wordt de biometrische functionaliteit uitgebreidnaar identiteitsfraude, opsporing, vervolging en terrorismebestrijding. Functioneelbetekent dit dat er naast verificatie aan de hand van het paspoort (1:1) ook identificatiemoet kunnen plaatsvinden (1:n).TechniekBiometrie is de techniek waarbij aan de hand van fysieke lichaamskenmerken deidentiteit van personen automatisch kan worden bepaald of geverifieerd. We sprekendan respectievelijk over identificatie en verificatie. Het eerste gebeurt aan de hand vaneen 1:n zoekactie aan de hand van uitsluitend de biometrische gegevens alszoekcriterium. Het tweede gebeurt nadat er een identiteitsclaim heeft plaatsgevonden(bijvoorbeeld door middel van een paspoort of id-kaart), op basis waarvan wordtgekeken of de biometrische gegevens bij de persoon horen die de identiteitsclaim heeftgedaan.De kwaliteit en integriteit van de afgenomen vingerafdrukken en gezichtsopnames is vandoorslaggevend belang voor de prestaties van het biometrische systeem als geheel(inclusief veiligheid). Dit is niet uitsluitend afhankelijk van de gekozen techniek:omgevingsfactoren, procedures en de vaardigheden van baliemedewerkers spelen eenbijzonder grote rol. Training van baliemedewerkers is zo cruciaal dat certificeringeigenlijk een vereiste zou moeten zijn.142
- Page 91 and 92: 7. Conclusies Deel IIDe internation
- Page 93: DEEL IIIPolitiek en Beleid92
- Page 96 and 97: daadwerkelijk overeenkomen. Een bal
- Page 98 and 99: Het kernprobleem was (en is nog ste
- Page 100 and 101: hoeverre biometrie geschikt is als
- Page 102 and 103: adequate ‘fall-back’ procedures
- Page 104 and 105: Enroll (FTE) van 5%. De oorzaak wor
- Page 106 and 107: “This paper recognizes some inher
- Page 108 and 109: In het kwalitatieve deel wordt verv
- Page 110 and 111: De eerste algemene conclusie is dat
- Page 112 and 113: geconsolideerde versie van diverse
- Page 114 and 115: etrouwbaarheid. Dus als een glazen
- Page 116 and 117: 3. er zijn geen ervaringsgegevens o
- Page 118 and 119: “Voor het effectief gebruik van b
- Page 120 and 121: haalbaarheidsstudie juist wel verwa
- Page 122 and 123: 8.4) en het eveneens eerder in dit
- Page 124 and 125: veroorzaakt doordat opname- en veri
- Page 126 and 127: eindrapportage. Probleem was verder
- Page 128 and 129: Tot slot is het woordgebruik niet h
- Page 130 and 131: Allereerst nemen we de koplopersrol
- Page 132 and 133: noodzakelijke eisen van veiligheid,
- Page 134 and 135: aliepersoneel. Verder zou in een ee
- Page 136 and 137: maar een deel van de vingerafdruk w
- Page 138 and 139: - Gebeurt deze controle bij elk ind
- Page 140 and 141: oplossing daarvan. Juist wanneer de
- Page 144 and 145: Hoe groter het biometrische systeem
- Page 146 and 147: Tussen 1999 en 2005 zijn er diverse
- Page 148 and 149: - in welke mate men verwacht dat bi
- Page 150 and 151: 149
- Page 152 and 153: Council Regulation (EC) No 2252/200
- Page 154 and 155: VKA/TNO (2002) Biometrics Against L
- Page 156 and 157: 13. Lijst met afkortingenAFISANSIAT
- Page 158 and 159: NOTEN1 De eerste generatie nieuwe r
141