Het biometrisch paspoort in Nederland - Oapen
Het biometrisch paspoort in Nederland - Oapen Het biometrisch paspoort in Nederland - Oapen
aliepersoneel. Verder zou in een eerder stadium het opslaan van tien vingerafdrukkendisproportioneel geacht zijn (zie citaat minister Korthals uit 2001 in paragraaf 2.2 vanDeel I van deze studie), terwijl dit een eventuele 1:n search juist ten goede zou zijngekomen. Ook zijn er geen goede fallback-procedures. Het baliepersoneel kan eventueelalles overrulen en iemand ondanks problemen een paspoort meegeven. Verder noemt hijhet risico van siliconen vingerafdrukken; het baliepersoneel dient daar erg alert op tezijn.9.2 Evaluatie na 6 maandenIn haar brief van 17 september 2009 aan de Kamer heeft staatssecretaris Bijleveldbeloofd dat het ministerie van BZK nauwgezet het aangepaste aanvraag- en uitgifteproceszou volgen om zo inzicht te krijgen in de eventuele knelpunten die zich in de praktijkzouden kunnen voordoen. 82 Op 17 maart 2010 wordt die evaluatie per brief aan deKamer gezonden. 83De evaluatie begint met het bespreken van de opleiding van medewerkers van deuitvoerende instanties. De opleiding wordt zowel klassikaal als digitaal aangeboden.Bemerkenswaardig is dat er een mate van vrijblijvendheid klinkt. Zo is de ‘mogelijkheid’gegeven om de opleiding te volgen en is de opleiding ook digitaal gegeven. Dat laatstehoudt in dat aan alle uitgevende instanties een cd-rom (De Digitale Docent) isopgestuurd. Ook is deze cd-rom kosteloos beschikbaar gesteld aan uitzendbureaus. In deevaluatie staat daarover:“Een aantal uitzendbedrijven heeft aangegeven van het opleidingsmateriaalgebruik te zullen maken.” 84Deze vrijblijvendheid staat in schril contrast met het belang dat op beleidsmatig enpolitiek niveau voortdurend wordt gehecht aan het veiliger maken van het aanvraag- enuitgifteproces. Bovendien is zes jaar eerder tijdens de praktijkproef ‘2b or not 2b’ al hetvolgende geconstateerd.82 Kamerstukken II 2009-2010, 31 324 nr. 23.83 Vingerafdrukken in Nederlandse Reisdocumenten, 17 maart 2010. Kenmerk BPR 2010/51674.84 Idem133
“De gemeenteambtenaren die de training bij de producent hebben gevolgdblijken niet altijd de opgedane kennis aan hun collega’s te hebben doorgegeven,onder andere vanwege tijdsdruk. Als gevolg daarvan is het voorgekomen datambtenaren onvoorbereid aanvragen en uitgiften van biometrischetestdocumenten hebben afgehandeld. Verder is gebleken dat het schriftelijkverstrekte opleidingsmateriaal (zowel het opleidingsmateriaal datvoorafgaande aan de proef is uitgereikt als het aanvullendeopleidingsmateriaal dat is verstrekt om het opnemen van de vingerafdrukken teverbeteren) op een enkele uitzondering na, gedurende de proef niet alsnaslagwerk is gebruikt.” 85Dat goed opgeleid baliepersoneel van groot belang is voor de kwaliteit en integriteit vanhet aanvraag- en uitgifteproces wordt op diverse plaatsen en door verschillende bronnenin deze studie bevestigd. Het mag langzamerhand zelfs de status van ‘algemeen bekend’krijgen. Het is daarom jammer te moeten constateren dat ondanks de bevindingen uit2005, er sindsdien geen strengenter beleid is ontwikkeld ten aanzien van de training vanhet baliepersoneel, zeker wanneer dat uitzendkrachten betreft. Met het oog op deevaluatie van de staatssecretaris moeten we constateren dat er op dat zeer belangrijkepunt weinig structureels is ondernomen. Met de ambities van de overheid inbeschouwing zou eerder certificering van personeel en opleiding in de lijn derverwachtingen liggen.De belangrijkste graadmeter voor het bepalen van het succes van het biometrischeafnameproces is de kwaliteit van de geregistreerde vingerafdrukken. Zoals we eerderhebben gelezen heeft Duitsland uitsluitend voor dat doel een centraal register opgezetwaar uitsluitend de kwaliteitsparameters van de afgenomen vingerafdrukken wordenopgeslagen. Dit is bijzonder nuttig bij het evalueren van de kwaliteit en de mogelijkeoorzaken in gevallen dat de kwaliteit slecht is. De staatssceretaris zegt hierover:“../.. Het is immers van belang dat de vingerafdrukken goed worden opgenomen.Dat blijkt voor een deel van de ambtenaren best lastig te zijn. Opletpunten zijn metname dat de vingers goed op het apparaat worden gelegd om te voorkomen dat85 Evaluatierapport Biometrieproef ‘2b or not 2b’, BZK (2005), p. 24.134
- Page 84 and 85: laat verschillende leveranciers een
- Page 86 and 87: factoren die een negatieve invloed
- Page 88 and 89: integriteit zowel direct als op lan
- Page 91 and 92: 7. Conclusies Deel IIDe internation
- Page 93: DEEL IIIPolitiek en Beleid92
- Page 96 and 97: daadwerkelijk overeenkomen. Een bal
- Page 98 and 99: Het kernprobleem was (en is nog ste
- Page 100 and 101: hoeverre biometrie geschikt is als
- Page 102 and 103: adequate ‘fall-back’ procedures
- Page 104 and 105: Enroll (FTE) van 5%. De oorzaak wor
- Page 106 and 107: “This paper recognizes some inher
- Page 108 and 109: In het kwalitatieve deel wordt verv
- Page 110 and 111: De eerste algemene conclusie is dat
- Page 112 and 113: geconsolideerde versie van diverse
- Page 114 and 115: etrouwbaarheid. Dus als een glazen
- Page 116 and 117: 3. er zijn geen ervaringsgegevens o
- Page 118 and 119: “Voor het effectief gebruik van b
- Page 120 and 121: haalbaarheidsstudie juist wel verwa
- Page 122 and 123: 8.4) en het eveneens eerder in dit
- Page 124 and 125: veroorzaakt doordat opname- en veri
- Page 126 and 127: eindrapportage. Probleem was verder
- Page 128 and 129: Tot slot is het woordgebruik niet h
- Page 130 and 131: Allereerst nemen we de koplopersrol
- Page 132 and 133: noodzakelijke eisen van veiligheid,
- Page 136 and 137: maar een deel van de vingerafdruk w
- Page 138 and 139: - Gebeurt deze controle bij elk ind
- Page 140 and 141: oplossing daarvan. Juist wanneer de
- Page 142 and 143: 141
- Page 144 and 145: Hoe groter het biometrische systeem
- Page 146 and 147: Tussen 1999 en 2005 zijn er diverse
- Page 148 and 149: - in welke mate men verwacht dat bi
- Page 150 and 151: 149
- Page 152 and 153: Council Regulation (EC) No 2252/200
- Page 154 and 155: VKA/TNO (2002) Biometrics Against L
- Page 156 and 157: 13. Lijst met afkortingenAFISANSIAT
- Page 158 and 159: NOTEN1 De eerste generatie nieuwe r
“De gemeenteambtenaren die de tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g bij de producent hebben gevolgdblijken niet altijd de opgedane kennis aan hun collega’s te hebben doorgegeven,onder andere vanwege tijdsdruk. Als gevolg daarvan is het voorgekomen datambtenaren onvoorbereid aanvragen en uitgiften van <strong>biometrisch</strong>etestdocumenten hebben afgehandeld. Verder is gebleken dat het schriftelijkverstrekte opleid<strong>in</strong>gsmateriaal (zowel het opleid<strong>in</strong>gsmateriaal datvoorafgaande aan de proef is uitgereikt als het aanvullendeopleid<strong>in</strong>gsmateriaal dat is verstrekt om het opnemen van de v<strong>in</strong>gerafdrukken teverbeteren) op een enkele uitzonder<strong>in</strong>g na, gedurende de proef niet alsnaslagwerk is gebruikt.” 85Dat goed opgeleid baliepersoneel van groot belang is voor de kwaliteit en <strong>in</strong>tegriteit vanhet aanvraag- en uitgifteproces wordt op diverse plaatsen en door verschillende bronnen<strong>in</strong> deze studie bevestigd. <strong>Het</strong> mag langzamerhand zelfs de status van ‘algemeen bekend’krijgen. <strong>Het</strong> is daarom jammer te moeten constateren dat ondanks de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit2005, er s<strong>in</strong>dsdien geen strengenter beleid is ontwikkeld ten aanzien van de tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g vanhet baliepersoneel, zeker wanneer dat uitzendkrachten betreft. Met het oog op deevaluatie van de staatssecretaris moeten we constateren dat er op dat zeer belangrijkepunt we<strong>in</strong>ig structureels is ondernomen. Met de ambities van de overheid <strong>in</strong>beschouw<strong>in</strong>g zou eerder certificer<strong>in</strong>g van personeel en opleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de lijn derverwacht<strong>in</strong>gen liggen.De belangrijkste graadmeter voor het bepalen van het succes van het <strong>biometrisch</strong>eafnameproces is de kwaliteit van de geregistreerde v<strong>in</strong>gerafdrukken. Zoals we eerderhebben gelezen heeft Duitsland uitsluitend voor dat doel een centraal register opgezetwaar uitsluitend de kwaliteitsparameters van de afgenomen v<strong>in</strong>gerafdrukken wordenopgeslagen. Dit is bijzonder nuttig bij het evalueren van de kwaliteit en de mogelijkeoorzaken <strong>in</strong> gevallen dat de kwaliteit slecht is. De staatssceretaris zegt hierover:“../.. <strong>Het</strong> is immers van belang dat de v<strong>in</strong>gerafdrukken goed worden opgenomen.Dat blijkt voor een deel van de ambtenaren best lastig te zijn. Opletpunten zijn metname dat de v<strong>in</strong>gers goed op het apparaat worden gelegd om te voorkomen dat85 Evaluatierapport Biometrieproef ‘2b or not 2b’, BZK (2005), p. 24.134