essayWe wijken af van het oorspronkelijke onderwerp. Veel dichteraanleunend bij de problematiek zijn de aspecten informatiegeletterdheid,het ‘vergooglen’ van de maatschappij en het invraag stellen van de noodzaak aan bibliotheken. Dat laatstestaat in schril contrast met de goede intenties die bibliothecarissenhebben met de gebruikers van de bibliotheken. De bibliothecarissenwillen toegang tot informatiebronnen aanschaffen, diebronnen zo goed mogelijk ter beschikking stellen van de gebruiker,en er op de koop toe ook nog even voor zorgen dat diegebruiker de informatiebronnen optimaal hanteert. Ik maaktehet nog net mee, die tijd waarin de bibliotheekgebruiker geachtwerd naar de bibliotheek te komen om daar te worstelen metpapier. Via sluikse, en soms minder sluikse wegen wriemelden deelektronische informatiebronnen zich binnen in de bibliotheek.In onderzoeksbibliotheken waren dat eerst de bibliografischegegevensbanken. Daarmee liet je de bibliotheekgebruiker absoluutniet alleen aan de slag: het was de informatie-intermediairdie de gebruiker, op basis van heel wat mondelinge interactie,behoedzaam de gewenste informatie leverde. En plots lieten wede gegevensbanken wel op de gebruiker los. Weg was de begeleiding.Was de bibliotheekgebruiker dan toch slimmer dan wedachten? Of hadden we het verkeerde vermoeden dat enkeleinspanningen op het gebied van informatiegeletterdheid een enander wel zouden goedmaken? En het werd nog erger. Zo goedals iedereen kon zelf eigen schrijfsels wereldwijd te grabbelgooien; een webpagina bouwen en volstouwen met al dan nietkwalitatieve informatie werd gemakkelijk. Als antwoord kwamenzoekmachines waarmee je alle regels van ordentelijk zoeken metde voeten kon vegen. Toch was er goede wetenschap op hetinternet te vinden. In tegenstelling tot de gevestigde publicatieketenwerd er niet aan peer-reviewing gedaan. Ik besef hetnu pas: ook daardoor ontstond het publiceren in Open Access(OA). Daarmee gingen nieuwe, maar ook traditionele uitgevershet wildpubliceren toch weer in goede banen leiden. Niet meervia een parallel circuit maar met een wijze van werken die haardeugd al een drietal eeuwen bewezen had.Publiceren in Open Access (en Open Access in het algemeenpromoten), zoals ondermeer de Gentse universiteit intensiefdoet, is een weg die we beslist verder moeten verkennen. Eenweg waar nog veel aan getimmerd moet worden. De impactfactorenvan OA-tijdschriften zijn vaak lager dan de impactfactorenvan de gevestigde wetenschappelijke tijdschriften, maar dat ismomenteel zeker niet meer voor alle disciplines zo. Auteursdie geëvalueerd worden door de instelling waartoe ze behoren,zijn eerder terughoudend ten aanzien van Open Access. Eris nochtans meer en meer sprake van een nieuwe benaderingmet betrekking tot zowel het proces van peer-reviewing, alsde berekeningswijze van de impactfactoren. Overigens biedenintussen ook meerdere commerciële uitgevers hun auteurs eenmodel aan waarin ze na verloop van tijd (bijvoorbeeld 3 tot 12maanden) hun publicaties vrij toegankelijk kunnen maken.Aangaande een inspanning om Lars Björnshauge (eertijds DOAJ,Directory of Open Access Journals, www.doaj.org) en de JCRvan Thomson Reuters dichter bij elkaar te brengen verwijs ikgraag naar: http://www2.fz-juelich.de/zb/datapool/page/1000/Vanouplines_Abstract.pdf en http://wowter.net/tag/openaccess/waardoor DOAJ tegenwoordig de impactfactoren vanDOAJ-titels (gratis) doorgestuurd krijgt van Thomson Reuters,terwijl Thomson Reuters van DOAJ informatie krijgt over hunOpen Access-tijdschriften in de JCR met een impactfactor.We mogen echter niet vergeten dat rechtstreeks in OpenAccess publiceren (golden road) in de meeste gevallen betekentdat de kosten van de bibliotheek overgeheveld worden naarde onderzoeker en zijn departement. Voor het publiceren inOA-tijdschriften wordt een kost aangerekend van gemiddeldtussen 1250 en 3000 euro per artikel. Hier zijn mogelijk takenvoor de bibliotheek weggelegd (bibliothecarissen bezittenimmers heel wat expertise met betrekking tot uitgevers): onderhandelenom tot de beste prijsvoorwaarden te komen (al danniet in consortium met andere universiteiten), verdeling vanpublicatiemogelijkheden die met uitgevers werden afgesproken,betaling van de publicaties aan de uitgever (dan moet debibliotheek het nodige budget krijgen), enzovoort.“ONZE OVERHEDEN DUIDELIJK MAKENDAT DE BASISINFORMATIEBRONNENMOETEN BEHOUDEN BLIJVEN, ENDAT HET OM ONSAMENDRUKBAREBUDGETTEN GAAT, IS DE ANDEREBOODSCHAP DIE IK WIL MEEGEVEN.”Ondanks al mijn gemijmer kan ik blijkbaar geen pasklare oplossingaanbieden. Misschien is er ook geen oplossing die echt vooriedereen passend is. Uiteindelijk werd dit artikeltje een pleidooivoor het ontwikkelen van een strategie rond Open Access, dieeen oordeelkundige keuze maakt tussen de gouden, de groeneof de hybride weg. Zoals ik al schreef, is het nodig om aan dieweg timmeren want stilstaan bij noodscenario’s levert ook nietsop. Maar onze overheden duidelijk maken dat de basisinformatiebronnenmoeten behouden blijven, en dat het om onsamendrukbarebudgetten gaat, is de andere boodschap die ikwil meegeven.Persoonlijk onthoud ik van deze mijmeringen dat ik de verlagingvan de btw-voet op alle informatiebronnen, ongeacht hunverpakking, hoog in mijn agenda moet blijven zetten. Laat ditook een aansporing voor de lezer zijn om interessante btwnieuwtjesnaar mij te sturen.Met dank aan Katrien Bergé om af en toe samen over dit onderwerpte mijmeren.foto: tax Credits (www.flickr.com/people/76657755@n04/)1 Vanouplines P., ‘Invloed van btw en inflatie op collectievorming’, In: Bibliotheek-& archiefgids, 2006(2), p 3-8.2 Vanouplines P., ‘Verlaagd btw-tarief elektronische literatuur op komst?’, In:<strong>META</strong>, 2011(9), p 5.3 P. Vanouplines, ‘Senator Sabine de Bethune vecht tegen btw op elektronischeliteratuur’, In: <strong>VVBAD</strong>-Info, 2010 (maart 2010), p. 16-18.42 | <strong>META</strong> <strong>2012</strong> | 6
COLUMNVerkiezingskoortsPaul Wouters14 oktober <strong>2012</strong> is niet enkel voor onzevroede gemeentevaderen een crucialedatum maar ook voor ons, openbarebibliotheken, staat er veel op het spel. Intijden van slinkende gemeentebudgettenen oplopende begrotingstekorten zal destrijd voor de resterende koek hevig zijn.En welke argumenten kan onze eerbiedwaardigeinstelling in de weegschaal leggenom de balans in ons voordeel te latendoorslaan? We moeten niet enkel optornentegen de, evenzeer gerechtvaardigde,verlangens van onze collega’s uit het veldvan cultuur en vrije tijd, ook de anderestads- of gemeentediensten hebben hunverlanglijstjes klaarliggen.Hoe verdedigen we ons tegen beweringendat Google, Wikipedia en consorten informatieveboeken deels overbodig maken?Dat streaming audio en video-on-demandhet einde betekenen van de audiovisueleafdelingen? Dat digitale kranten ene-books de gang naar de openbare bibliotheekoverbodig gaan maken? Dat zelfbedieningsbaliesen betaalautomaten deplek kunnen innemen van te duur gewordenarbeidsplaatsen?Alvast niet met onze leden- en uitleencijferswant die vertonen in heel wat gevalleneen neerwaartse trend. Ook niet doorhardnekkig vast te houden aan onze versnipperdeen weinig efficiënte arbeidsprocessenop het vlak van collectiebeleid,-vorming en -verwerking. En ik betwijfel of‘het klapke met de baliemedewerker’ zalvolstaan als argument om de geldsluizennaar onze bibliotheken opnieuw open tedraaien.Bovenal zullen we moeten aantonen datwe een visie hebben op de toekomst vanonze bibliotheken. Een visie die meer isdan het verder zetten van wat was, maardie onze bestuurders overtuigt dat hunbibliotheek een unieke meerwaarde biedtin hun gemeente. Een toekomst waarinde (gekrompen) middelen efficiënt wordeningezet door lokale en bovenlokalesamenwerking en het smeden van bondgenootschappenmet instellingen enorganisaties die hierin een eind weegskunnen gaan. Een bibliotheek waarinde medewerkers geen leenautomatenen plankenvullers zijn maar klantgerichteinformatiebemiddelaars die hunPaul Wouters is bibliothecaris vande Turnhoutse openbare bibliotheek.Door een sectorgenoot “een angelin de broek van de zelfgenoegzamenavelstaarder” genoemd maar hijvindt dat te veel eer voor een eenvoudigeKempenzoon.gemeentenaren wegwijs maken in deinformatievloed.Misschien tijd om de tekst Zeven uitdagingenvoor de lokale bibliotheek. Eenstrategisch kader nog eens boven tehalen.citaat“This is a library. Kids and adventurerswelcome. All others stay out.”Dean Koontz"Dit is een bibliotheek.Kinderen en avonturierszijn welkom. Alle anderenblijven buiten.”<strong>META</strong> <strong>2012</strong> | 6 | 43