12.07.2015 Views

META 2012/6 - VVBAD

META 2012/6 - VVBAD

META 2012/6 - VVBAD

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

essayveroorloven om te besparen op informatiebronnen? Neen,want, zoals eerder gezegd, gaat het om een basisvoorziening;de huidige budgetten volstaan in vele instellingen voorhoger onderwijs nauwelijks voor wat we een basisset vaninformatiebronnen kunnen noemen. En geen enkele instellingkan het zich veroorloven minder (basis-)informatiebronnenaan te bieden dan de concurrentie. Want dan publiceren dewetenschappers minder goed en trager dan die van andereinstellingen, wat negatieve gevolgen heeft voor de productievan de wetenschappers. En dat telt dan weer mee voorde financiering van de instelling. Beknibbelen op het budgetvoor informatiebronnen zet een neerwaartse spiraal in gangdie geen enkele instelling wilt.Met de integratie van academische opleidingen vanuit de hogescholennaar de universiteiten moeten we oppassen. Uitgeversen leveranciers van informatiebronnen zien de bui al lang hangen,en hebben al lang hun paraplu’s klaar. Helemaal zekerweten zij niet hoe de toekomst eruitziet. Wij trouwens ook niet.En dat is nu net gevaarlijk. Uitgevers bouwen ondertussen testerke stellingen, waar wij moeilijk tegenop kunnen, en waar wijons te weinig op voorbereiden.“ALS INSTELLING VOOR HOGERONDERWIJS ZIJN WE ONDERTUSSENMET HANDEN EN VOETEN GEBONDEN:JE KAN NIET ZOMAAR INDIVIDUELETITELS UIT EEN PAKKET SCHRAPPEN.”Daarbij verwijs ik naar mijn onderzoek (dat ik in 2006 publiceerdein Bibliotheek- & archiefgids 1 ) naar de invloed van duurderwordende buitenlandse valuta en btw op de prijzen vaninformatiebronnen. Dat thema is na zes jaar nog altijd brandendactueel. Ik herhaal kort de denkwijze in dat artikel: Alsde buitenlandse valuta plots duurder worden, zullen de prijzenvan informatiebronnen daardoor stijgen (ook de prijzen vande producten die we in euro betalen, want die komen vaak vanbuiten de EU). In dat artikel toonde ik hoe groot de ramp zouzijn voor een middelgrote bibliotheek, maar ik bood ook eenoplossing aan: een verlaging van de btw-voet op de elektronischevorm van informatiebronnen. Nog altijd betalen we hetstandaardtarief op de elektronische vorm die toch alleen maareen alternatieve, zij het eigentijdse, verpakking is van dezelfdeinhoud, waarvoor de btw-voet niet verschillend zou mogen zijn.Als de standaard btw-voet (in België 21 procent) voor elektronischeinformatiebronnen naar de meer logische verlaagde btwvoetvan 6 procent zou gaan, dan zou dat een oplossing biedenvoor allerlei problemen. Een bibliotheek mag met die ‘winst’ (15procent) geen nieuwe terugkerende uitgaven doen, want dansmelt die zogenaamde winst als sneeuw voor de zon. Met die15 procent ‘winst’ kan ongeveer twee jaar het hoofd gebodenworden aan de prijsstijgingen van informatiebronnen (want deabonnementsprijzen stijgen jaarlijks met 4 tot 12 procent). Of erkan een plots duurder worden van de buitenlandse valuta meeopgevangen worden, zoals ik in het artikel beschreef.Wat betreft die (nog niet) verlaagde btw-voet op elektronischeinformatiebronnen schijnt er, zoals ik vorig jaar beschreef in<strong>META</strong> 2 , een piepklein lichtje in de duisternis. Aangespoord dooreen resolutie van het EU-parlement zelf zou er een aanpassingkunnen komen aan de Europese btw-richtlijn. Dat gaat echternog even duren. Voor het doorlopen van alle administratie binnende EU moeten we alvast op eind <strong>2012</strong> rekenen. En dan is hetaan de lidstaten vrij om de verlaagde btw-voet al dan niet toete passen. Dat kan heel erg moeilijk liggen in perioden waarinhet land alleen maar aan besparen denkt. Maar we staan sterkerdan de vorige keer toen senator Sabine de Bethune eengewaardeerde strijd tegen de windmolens voerde (zie de korteverslaggeving in 2010 3 ).Ondertussen loopt de totale kostprijs op. Al dat onderhandelen,opvolgen, rapporteren kost tijd. De tijd dat de bibliothecaris eenrustige job had is voorgoed voorbij. Soms zie je nog wel eensin een sollicitatiebrief dat iemand kiest voor de carrière vanbibliothecaris omdat de sollicitant van een rustige taak houdt.De taakinhoud van de bibliothecaris is veel uitgebreider danvroeger geworden en het is heel realistisch om in vacatureberichtente schrijven dat kandidaten stressbestendig moeten zijn.Bibliothecarissen moeten, net zoals in zoveel andere beroepen,bereid zijn om continu bij te studeren. En dat allemaal omdatde verpakking van de informatiebronnen veranderde en omdatde gebruiker meer, beter en vooral sneller de juiste informatiebronnenwilt. Met bibliotheekgerelateerde vakkennis valt hetvoor de bibliothecaris nog mee: je moet dan wel de eerderverworven kennis om de zoveel jaar volledig ‘verversen’, maaruiteindelijk zijn er parallellen te vinden, zelfs tussen kennis diestamt uit het papieren tijdperk en het huidige tijdperk metzijn onstuimige evolutie naar digitaal. Timemanagement wordtuitermate belangrijk voor wie leiding geeft in de bibliotheek.En dat brengt ons bij andere soorten management: bibliothecarissenzijn daar niet specifiek voor opgeleid. Maar leidinggevendebibliothecarissen moeten wel een heel arsenaal aanmanagementtechnieken kennen en kunnen toepassen. In eeninstelling voor hoger onderwijs word je daar tegenwoordig inruime mate mee geconfronteerd, zeker als er leiders aan detop van de overkoepelende organisatie staan die zelf managementtechniekenkennen en kunnen toepassen. Vaak lijkt het danvoor de bibliothecaris alsof het hek van de dam is. Dan gaateen substantieel deel van de bibliothecaristijd managementtijdworden. Je moet al dat andersoortig werk er maar even bijdoen. En je medewerkers moeten meegaan. Zij hebben hetzelfdeprobleem als jij en vragen zich evenzeer af waar al datmanagementgedoe goed voor is. Waar is de tijd?Met de evolutie van gedrukt naar elektronisch moeten we onsook vragen stellen over de financiële waarde van de collectie.Vooral bij bibliotheken met een jonge collectie of waar debewaarfunctie beperkt is, speelt die overgang naar virtueel eenrol. Stel dat de bibliotheek, of een deel daarvan, onherstelbaarbeschadigd wordt. Dan hopen we dat de verzekering ons instaat zal stellen zo vlug mogelijk terug een bruikbare collectieaan te leggen voor onderzoek en onderwijs. Het kan ook zijn datde overkoepelende organisatie, na jaren stilte daarover, vraagtnaar de patrimoniumwaarde van uw collectie. Die waarde is nietgelijk aan de som van de uitgaven aan informatiebronnen overde voorgaande jaren. Enerzijds is er de afname van de gebruikswaarde,anderzijds is er het toenemende percentage van deuitgaven dat naar virtuele collecties gaat. Een boek waarvoortoegang tot de elektronische versie wordt aangeschaft, maaktgeen deel meer uit van de tastbare collectie. Het moet dus ookniet meer verzekerd worden en maakt geen deel meer uit vande patrimoniumwaarde voor de moederinstelling.<strong>META</strong> <strong>2012</strong> | 6 | 41

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!