12.07.2015 Views

META 2012/6 - VVBAD

META 2012/6 - VVBAD

META 2012/6 - VVBAD

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

essayvinden is. Dat is zeker niet altijd zo. Omwille van commerciëleafspraken, rechtenproblemen of de territorialiteit van auteursrechtenorganisaties,is internet verdeeld in geografische zonesdie de vrije toegang tot informatie in de weg staan. Kleine advertentiemarktenof taalgebieden blijven vaak ‘achter’ ten opzichtevan de Angelsaksische wereld. Bovendien verbinden bepaaldecontentleveranciers hun aanbod exclusief aan bepaalde hardwareleveranciersof internetproviders, zodat er nergens meereen volledig en onafhankelijk aanbod ontstaat.Coffman veronderstelt ook dat alles altijd op internet te vindenzal blijven. Zonder in te gaan op gespecialiseerde methodenvoor langetermijnopslag, is het maar de vraag of en hoecontentleveranciers duurzaam zullen omgaan met hun aanbod.Zeker nu her en der vragen opduiken bij het economische succesvan de ‘long tail’ 5 . Wie garandeert dat alle content beschikbaarblijft op de bestaande platformen?Zonder ingrijpen dreigt hier een ‘digitale content kloof’ teontstaan 6 . Openbare bibliotheken zijn de aangewezen nietcommerciëlespeler om afspraken te maken met de contentleveranciers om de elementaire digitale toegang duurzaam teverzekeren. Idealiter wordt deze rol ook verankerd in een wetgevendkader. Ons inziens is die rol van de digitale bibliotheeknog duidelijker en noodzakelijker in Vlaanderen en Nederlanddan in de Verenigde Staten, het referentiekader van Coffman.DE DIgITAlE KlOOf IS NIET gEDICHTEind de jaren negentig kon de bibliotheek gratis en snel internetaanbieden en dat op een moment dat de meeste bezoekersthuis geen internet hadden. De meerwaarde van het louter toeganggeven was erg groot. Intussen zijn diezelfde bezoekersmassaal van thuis uit online gegaan en Coffman stelt zich devraag of er op de duur nog wel voldoende overblijft om dit alseen kerntaak van de bibliotheek te blijven zien.In ieder geval, nu zijn we er nog niet, dat erkent ook Coffman.Op vandaag heeft nog steeds een aanzienlijk deel van de bevolkinggeen toegang tot internet. In 2011 had in Vlaanderen nogsteeds 20 procent van de huishoudens geen toegang (in Brussel25 procent). De digitale kloof van de eerste graad — de loutermateriële toegang — is dus zeker nog niet gedicht.Maar Coffman doet ook een toekomstvoorspelling: in eenwereld waar iedereen altijd en overal online kan, zal de bibliotheekdeze rol verliezen. Maar ook daar zijn kanttekeningen bijte maken. Inderdaad, ook in Vlaanderen komen smartphones(mobiele telefoontoestellen met internettoegang) heel snel op,en in alle lagen van de bevolking, en dat zou kunnen betekenendat de kloof in de toekomst smaller zal worden (steeds meermensen hebben toegang).Maar tegelijkertijd wordt die kloof ook steeds dieper: de restgroepdie achterblijft, ligt steeds verder achter. Het gebruik vaninternet wordt intenser: van zij die wel toegang hebben, zegtmaar liefst 79 procent dagelijks op internet te gaan. Daar werkenze, ontspannen ze en communiceren ze met vrienden, opmanieren die steeds vaker geen offline variant hebben.Alomtegenwoordige internettoegang via smartphones maakthet contrast tussen de haves en de have-nots alleen maar groter.Wat de bibliotheek voor deze restgroep kan doen, wordtdus steeds belangrijker.Maar het hebben van toegang is uiteraard slechts de eerstevoorwaarde om gebruik te kunnen maken van de kansen dieinternet biedt. De digitale kloof van de tweede graad belicht deverschillen in gebruik en vaardigheden en toont hoe ook dezekunnen leiden tot sociale uitsluiting. De mate waarin iemand‘digitaal geletterd’ is, bepaalt in groeiende mate hoeveel sociale,professionele en arbeidskansen iemand heeft.En helaas fietst Vlaanderen achteraan het Europese peloton alshet op digitale vaardigheden aankomt. We hebben niet alleenveel mensen met weinig digitale vaardigheden (18 procent,tegenover 13 procent gemiddeld in de EU), maar ook weinigmensen met veel vaardigheden (18 procent, tegenover 27 procentgemiddeld in de EU).Coffman heeft het niet over de digitale kloof van de tweedegraad, maar de bibliotheken kunnen een belangrijke rol spelen,aanvullend op die van het onderwijs, in het bevorderen van dezeonline informatievaardigheid.VOOrwAArDEN VOOr E-BOEKENWat de argumentatie rond e-boeken betreft, kunnen we Coffmanook niet volgen. Stel dat het fysieke boek verdwijnt en plaatsmaakt voor e-boeken die goedkoop worden aangeboden, en deonline boekhandels vinden een akkoord met de uitgevers overeen huur- of uitleensysteem. Is de bibliotheek dan overbodig?Ja, de bibliotheek wordt overbodig maar alleen als en slechtsals de volgende voorwaarden vervuld zijn:• alle e-boeken zeer goedkoop zijn;• alle boekhandels kinderen gratis of zeer goedkoop laten lezenin e-boeken;• alle uitgevers of boekhandels lang blijven bestaan, en al hunwerken lang ter beschikking houden van iedereen;• alle uitgevers werken met open technologie zodat het publiekonafhankelijk van hun toestel elk aanbod kan lezen;• alle boekhandels ook werken aanbieden die niet commercieelrendabel zijn maar wel nog grote maatschappelijke of culturelewaarde hebben;• alle boekhandels inspanningen leveren om een rijke digitalecontext te creëren rond alle boeken, rond auteurs, en rondcollecties;• alle uitgevers of boekhandels hun aanbod vrij raadpleegbaarmaken binnen publieksvriendelijke limieten;• alle boekhandels bijzondere diensten leveren aan scholentegen zeer lage tarieven, tot gratis;• er heel veel boekhandels zijn zodat het publiek op wandeloffietsafstand kennis kan maken met het digitale aanbod enuitleg kan krijgen;• indien de promotie en het etaleren van Nederlandstalige boekenaangepast aan lokale interesses optimaal verloopt via deinternet aggregatoren zoals Google en Amazon.In afwachting dat deze voorwaarden vervuld zijn, dienen wetoch nog even de bibliotheken open te houden, dachten we zo.DE BIBlIOTHEEK IS EEN wAArBOrgDe conclusie van Coffman is dat de recente evolutie heeft aangetoonddat de bibliotheek zich keer op keer overbodig maakt.Oppervlakkig gezien heeft hij gelijk. Het is de opdracht van debibliotheek om op tal van manieren producten en diensten teontwikkelen die inspelen op situaties van ongelijkheid of drempels.Die situaties van ongelijkheid kunnen verschuiven. Het isechter niet omdat bepaalde invullingen van deze opdracht naverloop van tijd gedateerd zijn, dat de opdracht op zich overbodigzou worden. In onze steeds sneller evoluerende informatiemaatschappijzullen er steeds weer opnieuw drempels ontstaan.38 | <strong>META</strong> <strong>2012</strong> | 6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!