12.07.2015 Views

META 2012/6 - VVBAD

META 2012/6 - VVBAD

META 2012/6 - VVBAD

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

essayOver de ondergang enhet belang van de digitalebibliotheekDeze tekst is gezamenlijk geschreven door verschillende medewerkers van Bibnet. Auteurs die het meest rechtstreeks hebben bijgedragenzijn: Johan Delaure, lisbeth Vandoorne, Johan Mijs, Koen Vandendriessche en Jan Braeckman.In een artikel met de tot de verbeelding sprekende titel TheDecline and Fall of the Library Empire — De ondergang en valvan het bibliotheekrijk — beschrijft Steve Coffman 1 in het tijdschriftSearcher 2 de paradigma’s die het bibliotheekwerk deafgelopen 30 jaar hebben gestuurd. Steeds heeft de bibliotheeksectorgeprobeerd een antwoord te bieden op pertinente uitdagingendie vanuit de hoek van het digitale op het publiekwerden losgelaten. Het resultaat volgens Coffman? De informatiemaatschappijheeft de bibliotheek ingehaald en de openbarebibliotheek heeft zichzelf op het terrein van het digitale totaaloverbodig gemaakt.We vatten hieronder de teneur van zijn argumentatie samen.Vervolgens willen we door het vollediger belichten van de gegevens,aantonen — binnen de ruimte van dit essay — dat de (digitale)openbare bibliotheek niet alleen een blijvend belang heeftmaar ook een noodzaak is voor de moderne informatiemaatschappij.Maar eerst Coffman dus.DIgITAlE INfOrMATIEBEMIDDElINg(Niet eens zo) lang geleden werd informatie digitaal opgeslagenin gespecialiseerde databanken. De databanken uit dejaren tachtig en negentig, met ronkende namen als Dialog, BRS-Search, Citation Index enz. hadden typisch een eigen zoektaal,en de toegang en het zoeken zelf was een dure aangelegenheid.In de bibliothecaris vond de gebruiker een tussenpersoon metde vaardigheden om zijn zoekvraag te vertalen naar queriesvoor de databanken. Het waren de gloriedagen voor de bibliothecarisals informatiebemiddelaar.Maar vandaag staat dezelfde informatie meestal ook online,waar iedereen ze kan vinden via Google. Databanken die jeniet op het web terugvindt, zetten zichzelf buiten de markt enblijken nauwelijks van publiek belang. De bibliotheek als uniekelocatie voor toegang tot informatie moet het afleggen tegende schier oneindige aggregatie van informatie op internet; decatalogus als zoekplaats werd verruild voor de online zoekmachines.Tussenpersonen zijn meestal overbodig geworden, enwie een gevorderde vraag heeft, zal volgens Coffman eerderberoep doen op de specialisten werkzaam in het domein inkwestie dan op een bibliothecaris. Exit de taak van de bibliotheekvoor digitale informatiebemiddeling.TOEgANg TOT INTErNETEn dan was er die andere kerntaak voor de openbare bibliotheek:het voorzien van toegang tot internet: het dichten van dedigitale kloof. Het aantal computers in de bibliotheken is sindsde jaren negentig non-stop blijven stijgen. Bibliotheken hebbenhier een indrukwekkende dienst geleverd. Maar, aldus Coffman,alles wijst erop dat de dagen ervan zijn geteld. Hij citeert cijfersuit het rapport van Pew 3 uit 2011 dat stelt dat 78 procent vande Amerikanen thuis over internettoegang beschikt. Nu steedsmeer mensen surfen via mobiele toestellen (91 procent van deAmerikanen heeft een mobiele telefoon), rijst stilaan de vraagof dit nog langer een kernproduct van de bibliotheek kan zijn.De cijfers van bibliotheken in Californië tonen alvast een dalingvan het gebruik van deze diensten. Exit de taak van de bibliotheekom publieke toegang tot internet te voorzien.wEBDIrECTOrIESDe bibliothecarissen beperkten zich niet louter tot het aanbiedenvan internet in de bibliotheek en het helpen van gebruikersbij het verwerven van de competenties om het internet tegebruiken. In de begindagen van het www streefden de bibliothecarissenernaar om met deze nieuwe bron te doen wat zealtijd hadden gedaan: rubriceren en catalogiseren. De bibliothecarissenwensten zo te komen tot een selectie van goede‘bibliotheekgecertifieerde’ bronnen om de burgers wegwijs temaken in de chaos van het www-wilde westen. Begin deze eeuwverrezen de webdirectories. Exponent daarvan in Vlaanderen isde Webwijzer. Coffman stelt dat de meeste gebruikers zich nietdruk maken in het wel of niet gecertificeerd zijn van een brondoor een informatieprofessional. Ze beginnen hun zoektochtrechtstreeks op Google, Bing en andere zoekmachines. Exit ontsluitingvan internet als taak voor de bibliothecaris.DE VIrTUElE VrAAgBAAKKort daarna was er de internationale opwinding rond de aska librarian-functie, waarbij de bibliothecaris meesurfend opde chat-hype de vragen van bibliotheekgebruikers online zoubeantwoorden. Exponenten waren QuestionPoint in de VS enAl@din bij onze noorderburen. Over de hele wereld werden miljoenengeïnvesteerd. Ook commerciële diensten zoals GoogleAnswers volgden… en verdwenen weer door een gebrek aanbelangstelling bij de eindgebruikers. Als je geen afdoende antwoordvindt op je vragen via Google, dan zal volgens Coffmanook een generalist als een bibliothecaris niet veel voor je kunnendoen en moet je domeinspecialisten gaan aanspreken. Exitde virtuele vraagbaak als taak van de bibliotheek.BIBlIOTHEEK 2.0En dan kwam bibliotheek 2.0: we zouden met de instrumentenvan het sociale web bibliotheekgebruikers in contact brengenmet mekaar en met de bibliotheekmedewerkers, en viacrowdsourcing de klassieke titelbeschrijvingen spekken met (enwie weet ooit vervangen door) besprekingen, evaluaties, tags,blogs enz. Intussen gebeurt dit alles inderdaad, … maar nietop de bibliotheekwebsites; wel op Amazon, LibraryThing, enandere reuzen. Volgens Coffman blijft de interactie met en tussenbibliotheekgebruikers op de websites van de bibliotheken36 | <strong>META</strong> <strong>2012</strong> | 6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!