12.07.2015 Views

META 2012/6 - VVBAD

META 2012/6 - VVBAD

META 2012/6 - VVBAD

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

essayBenChMarKingBinnen het project hebben negentien opleidingen in acht hogescholensamengewerkt rond het thema ‘werken met resultatenvan metingen’. Van bij de aanvang is er daarbij gekozen voorde definitie van ESMU, wat van de oefening een ambitieuzeonderneming maakte. Het project loopt af in augustus <strong>2012</strong>. Hetheeft veel nuttige ervaring opgeleverd, ook op het vlak van demethodiek van benchmarken.HOE BENCHMArKEN?Er bestaat niet één vaste methodiek voor benchmarking.Afhankelijk van het onderwerp, het aantal deelnemers en desector zijn verschillende vormen en toepassingen mogelijk. Tochliggen enkele stappen min of meer vast.In een eerste stap gaat de initiatiefnemer op zoek naar partnersvoor de benchmarking-oefening. Soms liggen deze voor dehand, bijvoorbeeld als de idee voor de oefening ontstaat binneneen beroepsvereniging of een bestaande groep van organisaties,maar soms zal de initiatiefnemer elders op zoek gaan naarmogelijke partners. Meestal zullen dat gelijkaardige organisatieszijn, maar het kan ook een verrijking zijn om een of meerderepartners te zoeken in andere sectoren. Zo kan het een goedidee zijn voor een bibliotheek in een hogeschool of universiteitom zich te vergelijken met een documentatiecentrum vaneen bedrijf. Of een openbare bibliotheek kan zich vergelijkenmet een cultureel centrum als het gaat om het aantrekken vanbepaalde doelgroepen.Vervolgens zal de initiatiefnemer samen met de partnershet thema afbakenen. Dit vraagt de nodige aandacht en tijd.Iedereen moet zich immers kunnen vinden in het thema en hetmoet bovendien voldoende duidelijk zijn voor het verder verloopvan de oefening. Zelden zal een benchmarking-oefeningde werking van de organisatie als geheel onder de loep nemen.Dit is immers te omvangrijk. De meest waardevolle oefeningenzoomen in op een specifiek aspect van de werking en bekijkendaarbij de hele waardeketen: input, throughput, output en outcome.Toch zijn er eveneens voorbeelden van oefeningen waarbijde focus ligt op processen (zowel input als throughput) diebijzonder relevante resultaten opleveren.Van bij het begin moeten de partners goede afspraken maken.Omdat benchmarking uitgaat van een grote mate van vertrouwenin elkaar is dit vaak het moment waarop een gedragscodewordt afgesproken waarin duidelijk staat wat de verwachtingenzijn ten aanzien van de partners en hoe iedereen zal omgaanmet de (vertrouwelijke) informatie.De eigenlijke oefening bestaat uit drie stappen: het bepalen vande indicatoren en de benchmarks, het positioneren van de eigenorganisatie en het ontwikkelen van actieplannen. Meestal volgtna een jaar een laatste stap: de follow-up waarbij men nagaatof en in hoeverre de acties effectief zijn uitgevoerd en tot hetgewenste resultaat geleid hebben.INDICATOrEN EN BENCHMArKSIndicatoren zijn vooraf bepaalde criteria die toelaten om na tegaan of de kwaliteit voldoende hoog is. Een indicator heeft eensignalerende functie en geeft een aanwijzing over de mate vankwaliteit. Indicatoren kunnen kwantitatief of kwalitatief, objectiefof subjectief zijn.Het bepalen van de indicatoren vormt een van de belangrijksteuitdagingen in een benchmarking-oefening. Zelden kunnen debetrokken organisaties putten uit een set van indicatoren. Bijbenchmarking gaat men immers op zoek naar een goede mixvan kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren.Kwantitatieve indicatoren zijn objectief als ze uit bepaalde databestandenkomen. Het aantal ontleningen per potentiële gebruikerin een bibliotheek is hiervan een voorbeeld. Maar ze kunnenook subjectief zijn. Perceptiemetingen geven vaak kwantitatieveinformatie, maar deze zijn per definitie subjectief: de tevredenheidvan de bibliotheekgebruikers over de collectie geeft kwantitatieve,maar ook subjectieve informatie.Kwalitatieve indicatoren kunnen ook objectief zijn: het bestaanvan expliciete procedures, de aanwezigheid van een communicatieplan,een uitgewerkt beleid rond conservering zijn voorbeeldenvan kwalitatieve indicatoren die objectief aantoonbaarzijn. Kwalitatieve indicatoren die subjectief zijn vormen uiteraardde moeilijkste categorie. Een indicator als ‘het communicatieplanis goed ‘ is uiterst moeilijk meetbaar en definieerbaar. Dezecategorie zal slechts zelden een rol spelen bij benchmarking.Indicatoren zijn dus meer dan enkel cijfers, het zijn ook meerdan ratio’s. Ze moeten altijd informatie geven over de kwaliteitvan de werking van een organisatie.In een benchmarking-oefening vergt het selecteren en definierenvan de indicatoren heel wat aandacht en tijd. De set vanindicatoren moet aan een aantal criteria voldoen: ze moetenrelevant zijn voor het onderwerp van de benchmarking, ze moetenduidelijk gedefinieerd zijn, ze moeten haalbaar zijn en alsgeheel moeten ze een volledig beeld geven van de kwaliteit vanhet onderwerp van de benchmarking.In een benchmarking-oefening gaan de deelnemers vervolgensop zoek naar de benchmark. Dit is het ijkpunt waartegen organisatieshun eigen werking afzetten. Ook hier is slechts zeldeneen onmiddellijk inzetbare set beschikbaar. Er zijn verschillendewegen mogelijk om tot de benchmark te komen: dit kan gebeurendoor verschillende goede praktijken samen te brengen endaaruit een beste uitvoering te destilleren. Of men kan ook echtop zoek gaan naar een organisatie die voor het gekozen themabekend staat als de ‘best in class’. Soms kan de literatuur inspirerendwerken. Zeker in de bibliotheekwereld waar organisatiesals IFLA en ACRL standaarden hebben uitgewerkt. In deze fasespeelt zich een groot stuk van het leerproces af: deelnemers<strong>META</strong> <strong>2012</strong> | 6 | 25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!