in dit nummer: de weeksluiting - Nederlandse Jenaplanvereniging

in dit nummer: de weeksluiting - Nederlandse Jenaplanvereniging in dit nummer: de weeksluiting - Nederlandse Jenaplanvereniging

12.07.2015 Views

Tom de Boer Schoolwerkplan 4.2.7WISKUNDE IN DEJENAPLANSCHOOLIn dit artikel wil ik door middel van drie scènes aangeven welke ideeën van invloedzijn geweest op mijn visie ten aanzien van de wiskunde in de jenaplanschool. Hetzijn biografisch getinte momenten die elk een periode vertegenwoordigen: het kind,de jonge onderwijzer en de seniorleraar. Het draagt de sporen van een jarenlangepraktijk, geschreven bij wijze van spreken met het krijt aan de vingers.Wie geen verhaal meer heeft is zijnmoeder kwijt.Zo rond de tijd dat de eerste kievitenwerden waargenomen zochten we onzepolsstokken op. We trokken in kleinegroepjes de landen in om sloten te vindendie een optimum aan mogelijkhedenen uitdaging bevatten.De stok wordt gezet; hierbij wordt geletop de hoek, de zachtheid van de slootbodem,de afstand die overbrugd moetworden. Dan wordt de aanloop uitgemeten;via het gevoel wordt een ingewikkeldeberekening gemaakt met alsvariabelen o.a. de bodem (materiaal eneffenheid), het schoeisel, de te verwachtensnelheid en sprongkracht.En dan het moment suprème. Aanloop,sprong en landing zijn in één langgerektmoment samengevouwen. Alle berekeningenvoegen zich tot één formule.Even ben je niet meer van deze wereld.Dit is hogere wiskunde.Na een sprong of tien heb je het allemaalwel weer op een rijtje, ben je weerterug bij het punt waar je een jaar eerderwas gebleven.Ik ben een keer of wat in het waterbeland. Eén keer daarvan was onverwacht(de stok brak). De andere kerenbesefte ik dat het mis zou (kunnen) gaan.Ik lag bij wijze van spreken al in hetwater voor ik gesprongen had.Steeds weer moet ik aan mijn kind-ervaringendenken als ik essentiële wiskundenotiesonder woorden probeer te brengen.Het polsstokspringen, het vliegeren,het bouwen van hutten. Wanneer jein bovenstaande schets alle wiskundegevoeligewoorden zou onderstrepenkom je op een behoorlijk aantal. Ze hebbente maken met oriëntatie in tijd enruimte, met meten en experimenteren,met (kans)berekenen en evalueren.Het gaat hier om iets zeer essentiëels.We waren, stuk voor stuk expert. Jehoefde maar een polsstok in handen tekrijgen, ervaren hoe hij aanvoelde, hetgewicht, de balans, de veerkracht, en jewist: dit is een goeie, of: dit is niks. Dezedeskundigheid staat in schril contrastmet de vermeende onwetendheid waarvande school met haar methoden hetkind wil bevrijden. De school heeft dewiskunde ontkoppeld, het contact metde eigen ervaringen zo goed als verbroken.Ik ervaar dit als een verlies. Meernog: als een gemiste kans.Ervaringen zijn intrigerende verschijnselen.Er valt veel over te zeggen. Eenpaar belangrijke kenmerken wil ik hiernoemen.Er is een verschil tussen iemand metveel ervaring en iemand die veel is overkomen.Wanneer de eerste zijn verhaalvertelt zul je merken dat hij(mede)auteur en hoofdrolspeler is. (Hetparadoxale van een t.v.-programma alsIN DE HOOFDROL is dat je ervaringenje daar overkomen.) De tweede is het lijdendvoorwerp van zijn ervaringen,speelbal van het lot. Blij verrast misschienmet de hoofdprijs, maar zonderreden om trots te zijn. De school kan erveel aan doen om kind medeauteur enhoofdrolspeler van het eigen verhaal tedoen zijn.Ervaringen behoren tot het persoonlijk,onvervreemdbaar bezit van ieder mens.Ze kunnen ter sprake worden gebrachtmaar staan in principe niet ter discussie.Juist wanneer men merkt dat de eigenervaring, de eigen gedachten en voorstellingendie men heeft gevormd, kortom:het eigen wereldbeeld door anderenmet respect en echte interesse wordttegemoetgetreden dan groeit het zelfvertrouwen.En daarop steunt de ontwikkeling.Ervaringen zijn metgezellen die vrijwilligmet je mee gaan. Je hoeft ze niet tedwingen zoals (te) veel zogenaamdeleerstof. Leugens maken je moe, je moetze onthouden, maar de waarheid weet je.Ervaringen kunnen onder woorden wordengebracht, ze kunnen worden medegedeeld.Ze hebben verhaalkarakter.Het meest krachtige medium waar kinderenover beschikken om ervaringen(mee) te delen is het spel.We zijn terug bij het spel en het verhaal.Het lijkt erop dat de school nogal slordigomspringt met misschien wel de belangrijkstegroeimogelijkheid van het kind.Spelen wordt al snel verruild voor leren,alsof dat een tegenstelling zou zijn!Wanneer je een kind zijn spel ontneemt,stagneert zijn ontwikkeling. Het beelddringt zich op van een kind dat zijn moederkwijt is: zijn wereld stort inéén,wordt koud en onvoorspelbaar. Het kindstaat als verlamd, er is geen reden omverder te groeien.Daarentegen zou de school structuur enruimte kunnen bieden aan het spel en dedaaruit groeiende deskundighedenerkennen, bevorderen en in dialoogbrengen met elkaar en met parallelledisciplines in de zogenaamde echtewereld. Vanuit een ontwikkelde huttenbouwcultuur(en dus met kennersoog)kijken naar volwassen hutten- en huizenbouwop andere plaatsen en in anderetijden.Stel je voor: er ligt een enorme stapelkranten alsmede een aantal rollenafplakstrip (die gebruikt wordt door dehuisschilder). Je maakt groepjes van vijfkinderen en geeft hen de opdracht eenhut te maken die stevig staat en waar zealle vijf in kunnen.Het zou de start kunnen zijn van een huttenbouwproject,naar believen uit tebreiden met andere materialen en problematischeropdrachten. Als we ondertussenonze ogen en oren openhoudenkunnen we een lijst aanleggen van ‘sterkepunten’ van elk kind en daar onsvoordeel mee doen.Heel wat verwondering wordt in dekiem gesmoord.Toen ik als jong onderwijzer in contactkwam met de Wiskobas-beweging ginger een wereld voor me open. Ik liep cursusin Den Bosch. ‘s Avonds zat ik vaakuren te puzzelen aan opdrachten en pro-6MENSEN-KINDEREN/JANUARI 1993

lemen die we ter overpeinzing meehadden gekregen en die ik meteen wilde‘vertalen’ naar de eigen klassesituatie.Behalve misschien sommige delen vande meetkunde was er in de wiskundeweinig dat me tot dan toe enige vreugdehad verschaft. Twee dingen speeldenhoegenaamd geen rol: fantasie (datbracht je alleen maar op dwaalwegen)en gevoel (zij vertroebelt het logischdenken). Onze wiskunde was dus absoluuthumorloos.Nu was humor juist het eerste dat me openbeviel bij het wiskobasgebeuren.Deze mensen hadden oprechte lol in hunvak en wisten dit over te brengen opanderen. We gingen met hernieuwdebelangstelling naar ons rekenen kijkenen groeven Aha!-Erlebnisse op diejarenlang onder de stoffige methoden opons hadden liggen wachten. Wiskundewerd leuk.Goed, ook daarvoor kon je aardige dingendoen, maar dat lag meer aan jeinventiviteit, de manier waarop hetgebracht werd. Het lag niet in de aardvan het rekenen zelf om leuk te zijn. Detafels, bijvoorbeeld, moesten wordengeleerd. Je kon daar van alles bij bedenkenom dat voor elkaar te krijgen: lotto,domino, zingen, rappen, klappen, lopen,dansen, doosjes met lucifers, vingerhandschoenen(voor de tafel van 5). Jewas een handige trucjesbedenker om dekinderen daar te krijgen waar je ze hebbenwou. Iedereen (nou ja, iedereen....)voor de vakantie de kaart vol en na devakantie de gaten opvullen. Er warensteeds veel grote gaten.Helemaal geen gekke werkwijze. Maarik had toch het gevoel dat ik de enige inde groep was die wist waar we zo ongeveermee bezig waren. Ik was de gids opweg naar het doel (dat, tussen haakjes,nooit bereikt werd). Ik had ze liever zelfeen kaart gegeven en een kompas. ‘Kijk,jongelui, zo werkt dat. En nou in groepjesvan drie op pad!’Wiskobas was de poort naar de speeltuin.Een speeltuin voor jong en oud.Zelf dingen ontdekken. In die tijd verschenener in de klas patronen op hetbord als:3 12 21 30 39 48 57 66 75 84 93 1026 15 24 33 42 51 60 69 78 87 96 1059 18 27 36 45 54 63 72 81 90 99 108We konden daar zo een half uur overpraten. Er werd van alles ontdekt, o.a.:- het patroon dat even en oneven getallenmaken- de manier waarop de tafels van 6 en 9erin verpakt zitten.- dat de wortelcijfers steeds om beurten3, 6 en 9 zijn.(Het wortelcijfer van een getal krijg jeals je alle cijfers van dat getal bij elkaarop telt (en als het nodig is deze bewerkingherhaalt). Het wortelcijfer van 15 isdus (1+5=) 6, dat van 75 is (7+5=12,1+2=) 3, dat van 565 is 7. De eerste tweegetallen zijn derhalve deelbaar door drie(immers hun wortelcijfer is deelbaardoor drie), het laatste niet.)- de verschillen tussen een getal en zijn‘buren’:39 48 5742 51 6045 54 63- prachtige symmetrische reeksen:Een cirkel is een oneindige getallenlijn(denk aan de klok). Als we de tafel van 3daarin projecteren krijgen we eenpatroon dat weer nieuwe gespreksstofoplevert.Hoe zouden de andere ‘tafelsterren’eruit zien?Er zijn meer ontdekkingen te doen aangaandede getallen uit de tafel van 3,ofwel de 3-vouden:- als ik drie opeenvolgende getallennoem zit er steevast een 3-voud bij- er zijn drie soorten getallen:3v(ouden), 3v-1 en 3v+1- als ik drie opeenvolgende getallen bijelkaaroptel krijg ik een 3-voudDe verleiding is groot om zo nog evendoor te gaan. Later misschien. Het istrouwens veel leuker zelf eens wat teexperimenteren. Wat ik hier wil aangevenis dat ik indertijd met heel andereogen naar de wiskunde ben gaan kijken.Ik tuimelde van de ene verbazing in deandere verrassing. Het belangrijkstewas wel dat ik zelf dingen ging onderzoeken.En ik wist zeker dat, als ik mijnkinderen in dat enthousiasme mee konkrijgen, er heel wat gewonnen was.Plotseling werden ook de opmerkingenvan kinderen belangrijk. Ze waren nietenkel meer goed of fout maar gaven inveel gevallen een nieuwe kijk opbepaalde problemen. Bovendien kreegik een betere kijk op (het leren van) dekinderen zelf. Het is interessant teobserveren hoe het volgende spel wordtgespeeld:- we spelen met 2 personen- we tellen samen tot 30- om beurten tellen we 1 of 2 verder (datmag je zelf weten)- wie precies op 30 uitkomt heeftgewonnen3 12 21 30 39 48 57 66 75 84 93 1026 15 24 33 42 51 60 69 78 87 96 1059 18 27 36 45 54 63 72 81 90 99 108Het éne kind blijft maar op de ‘bonnefooi’ proberen en is elke keer weer verrastdoor de uitkomst. Het andere heeftal snel door hoe je de afloop kunt beïnvloeden.Terwijl enkelen op den duur dewinnende strategie leren toepassen opvarianten van het spel.Wiskobas heeft mij laten ervaren datrekenen geen doel op zich is, maar eenmiddel tot wiskundige oriëntatie.Bovendien is het gebied van de wiskunderuimer dan de meeste methoden doenvermoeden.Het belangrijkste voor mij blijft echterdat recht gedaan werd aan het affectieveaspect van het leren. Daardoor kreeg deverbeeldingskracht als creatieve functieMENSEN-KINDEREN/JANUARI 19937

lemen die we ter overpe<strong>in</strong>z<strong>in</strong>g meehad<strong>de</strong>n gekregen en die ik meteen wil<strong>de</strong>‘vertalen’ naar <strong>de</strong> eigen klassesituatie.Behalve misschien sommige <strong>de</strong>len van<strong>de</strong> meetkun<strong>de</strong> was er <strong>in</strong> <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>we<strong>in</strong>ig dat me tot dan toe enige vreug<strong>de</strong>had verschaft. Twee d<strong>in</strong>gen speel<strong>de</strong>nhoegenaamd geen rol: fantasie (datbracht je alleen maar op dwaalwegen)en gevoel (zij vertroebelt het logisch<strong>de</strong>nken). Onze wiskun<strong>de</strong> was dus absoluuthumorloos.Nu was humor juist het eerste dat me openbeviel bij het wiskobasgebeuren.Deze mensen had<strong>de</strong>n oprechte lol <strong>in</strong> hunvak en wisten <strong>dit</strong> over te brengen opan<strong>de</strong>ren. We g<strong>in</strong>gen met hernieuw<strong>de</strong>belangstell<strong>in</strong>g naar ons rekenen kijkenen groeven Aha!-Erlebnisse op diejarenlang on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stoffige metho<strong>de</strong>n opons had<strong>de</strong>n liggen wachten. Wiskun<strong>de</strong>werd leuk.Goed, ook daarvoor kon je aardige d<strong>in</strong>gendoen, maar dat lag meer aan je<strong>in</strong>ventiviteit, <strong>de</strong> manier waarop hetgebracht werd. Het lag niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> aardvan het rekenen zelf om leuk te zijn. Detafels, bijvoorbeeld, moesten wor<strong>de</strong>ngeleerd. Je kon daar van alles bij be<strong>de</strong>nkenom dat voor elkaar te krijgen: lotto,dom<strong>in</strong>o, z<strong>in</strong>gen, rappen, klappen, lopen,dansen, doosjes met lucifers, v<strong>in</strong>gerhandschoenen(voor <strong>de</strong> tafel van 5). Jewas een handige trucjesbe<strong>de</strong>nker om <strong>de</strong>k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren daar te krijgen waar je ze hebbenwou. Ie<strong>de</strong>reen (nou ja, ie<strong>de</strong>reen....)voor <strong>de</strong> vakantie <strong>de</strong> kaart vol en na <strong>de</strong>vakantie <strong>de</strong> gaten opvullen. Er warensteeds veel grote gaten.Helemaal geen gekke werkwijze. Maarik had toch het gevoel dat ik <strong>de</strong> enige <strong>in</strong><strong>de</strong> groep was die wist waar we zo ongeveermee bezig waren. Ik was <strong>de</strong> gids opweg naar het doel (dat, tussen haakjes,nooit bereikt werd). Ik had ze liever zelfeen kaart gegeven en een kompas. ‘Kijk,jongelui, zo werkt dat. En nou <strong>in</strong> groepjesvan drie op pad!’Wiskobas was <strong>de</strong> poort naar <strong>de</strong> speeltu<strong>in</strong>.Een speeltu<strong>in</strong> voor jong en oud.Zelf d<strong>in</strong>gen ont<strong>de</strong>kken. In die tijd verschenener <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas patronen op hetbord als:3 12 21 30 39 48 57 66 75 84 93 1026 15 24 33 42 51 60 69 78 87 96 1059 18 27 36 45 54 63 72 81 90 99 108We kon<strong>de</strong>n daar zo een half uur overpraten. Er werd van alles ont<strong>de</strong>kt, o.a.:- het patroon dat even en oneven getallenmaken- <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> tafels van 6 en 9er<strong>in</strong> verpakt zitten.- dat <strong>de</strong> wortelcijfers steeds om beurten3, 6 en 9 zijn.(Het wortelcijfer van een getal krijg jeals je alle cijfers van dat getal bij elkaarop telt (en als het nodig is <strong>de</strong>ze bewerk<strong>in</strong>gherhaalt). Het wortelcijfer van 15 isdus (1+5=) 6, dat van 75 is (7+5=12,1+2=) 3, dat van 565 is 7. De eerste tweegetallen zijn <strong>de</strong>rhalve <strong>de</strong>elbaar door drie(immers hun wortelcijfer is <strong>de</strong>elbaardoor drie), het laatste niet.)- <strong>de</strong> verschillen tussen een getal en zijn‘buren’:39 48 5742 51 6045 54 63- prachtige symmetrische reeksen:Een cirkel is een one<strong>in</strong>dige getallenlijn(<strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> klok). Als we <strong>de</strong> tafel van 3daar<strong>in</strong> projecteren krijgen we eenpatroon dat weer nieuwe gespreksstofoplevert.Hoe zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re ‘tafelsterren’eruit zien?Er zijn meer ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>gen te doen aangaan<strong>de</strong><strong>de</strong> getallen uit <strong>de</strong> tafel van 3,ofwel <strong>de</strong> 3-vou<strong>de</strong>n:- als ik drie opeenvolgen<strong>de</strong> getallennoem zit er steevast een 3-voud bij- er zijn drie soorten getallen:3v(ou<strong>de</strong>n), 3v-1 en 3v+1- als ik drie opeenvolgen<strong>de</strong> getallen bijelkaaroptel krijg ik een 3-voudDe verleid<strong>in</strong>g is groot om zo nog evendoor te gaan. Later misschien. Het istrouwens veel leuker zelf eens wat teexperimenteren. Wat ik hier wil aangevenis dat ik <strong>in</strong><strong>de</strong>rtijd met heel an<strong>de</strong>reogen naar <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> ben gaan kijken.Ik tuimel<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ene verbaz<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>an<strong>de</strong>re verrass<strong>in</strong>g. Het belangrijkstewas wel dat ik zelf d<strong>in</strong>gen g<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rzoeken.En ik wist zeker dat, als ik mijnk<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> dat enthousiasme mee konkrijgen, er heel wat gewonnen was.Plotsel<strong>in</strong>g wer<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong> opmerk<strong>in</strong>genvan k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren belangrijk. Ze waren nietenkel meer goed of fout maar gaven <strong>in</strong>veel gevallen een nieuwe kijk opbepaal<strong>de</strong> problemen. Bovendien kreegik een betere kijk op (het leren van) <strong>de</strong>k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zelf. Het is <strong>in</strong>teressant teobserveren hoe het volgen<strong>de</strong> spel wordtgespeeld:- we spelen met 2 personen- we tellen samen tot 30- om beurten tellen we 1 of 2 ver<strong>de</strong>r (datmag je zelf weten)- wie precies op 30 uitkomt heeftgewonnen3 12 21 30 39 48 57 66 75 84 93 1026 15 24 33 42 51 60 69 78 87 96 1059 18 27 36 45 54 63 72 81 90 99 108Het éne k<strong>in</strong>d blijft maar op <strong>de</strong> ‘bonnefooi’ proberen en is elke keer weer verrastdoor <strong>de</strong> uitkomst. Het an<strong>de</strong>re heeftal snel door hoe je <strong>de</strong> afloop kunt beïnvloe<strong>de</strong>n.Terwijl enkelen op <strong>de</strong>n duur <strong>de</strong>w<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> strategie leren toepassen opvarianten van het spel.Wiskobas heeft mij laten ervaren datrekenen geen doel op zich is, maar eenmid<strong>de</strong>l tot wiskundige oriëntatie.Bovendien is het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>ruimer dan <strong>de</strong> meeste metho<strong>de</strong>n doenvermoe<strong>de</strong>n.Het belangrijkste voor mij blijft echterdat recht gedaan werd aan het affectieveaspect van het leren. Daardoor kreeg <strong>de</strong>verbeeld<strong>in</strong>gskracht als creatieve functieMENSEN-KINDEREN/JANUARI 19937

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!