12.07.2015 Views

elektriciteits- besparing als alternatief voor de bouw van ... - Laka.org

elektriciteits- besparing als alternatief voor de bouw van ... - Laka.org

elektriciteits- besparing als alternatief voor de bouw van ... - Laka.org

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ecofys bvP.O. Box 8408NL-3503 RK UtrechtKanaalweg 16-GNL-3526 KL UtrechtThe Netherlandswww.ecofys.nlELEKTRICITEITS-BESPARING ALSALTERNATIEF VOORDE BOUW VANNIEUWE CENTRALEStel +31 (0)30 280 83 00fax +31 (0)30 280 83 01e-mail info@ecofys.nlMirjam HarmelinkKornelis BlokECS04019Juli, 2004in opdracht <strong>van</strong>Greenpeace Ne<strong>de</strong>rland, Amsterdam


Is <strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong> een <strong>alternatief</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>bouw</strong> <strong>van</strong> nieuwe centrales? Uit on<strong>de</strong>rzoekuitgevoerd door Ecofys in opdracht <strong>van</strong> Greenpeace blijkt dat op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar voldoen<strong>de</strong>mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong> <strong>voor</strong> han<strong>de</strong>n zijn om <strong>de</strong> <strong>bouw</strong> <strong>van</strong> één nieuwekolencentrale met een vermogen <strong>van</strong> 1000 megawatt (MW) overbodig te maken. Door vermin<strong>de</strong>ring<strong>van</strong> stand-by verliezen, meer spaarlampen, zuinige huishou<strong>de</strong>lijke en kantoorapparatuur,vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik buiten kantooruren en efficiëntere motorsystemen kan <strong>de</strong>ze<strong>besparing</strong> gerealiseerd wor<strong>de</strong>n. Het on<strong>de</strong>rzoek presenteert ver<strong>de</strong>r een concreet korte termijnactieplan gericht op <strong>de</strong> implementatie <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze maatregelen o.a. bestaan<strong>de</strong> uit: het ontwikkelen <strong>van</strong>een energiezuinig aankoopbeleid door <strong>de</strong> overheid, het opzetten <strong>van</strong> een labelling- of informatiesysteem<strong>voor</strong> standby verbruik door leveranciers, spaarlampenacties door winkeliers enenergiebedrijven, het opzetten <strong>van</strong> een motor drive programma door <strong>de</strong> overheid en <strong>de</strong> vorming <strong>van</strong>een energie<strong>besparing</strong>sfonds.AanleidingEen combinatie <strong>van</strong> <strong>elektriciteits</strong>bedrijven en <strong>de</strong> metaalindustrie on<strong>de</strong>rzoekt <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om inNe<strong>de</strong>rland (Maasvlakte) een nieuwe kolengestookte centrale te <strong>bouw</strong>en. Minister Brinkhorst <strong>van</strong>Economische Zaken heeft aangegeven geen bezwaren te hebben tegen <strong>de</strong> <strong>bouw</strong> <strong>van</strong> een nieuwekolencentrale. Greenpeace is tegen nieuwe kolencentrales <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> extra CO 2 -uitstoot en heeftEcofys gevraagd na te gaan in hoeverre <strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong> een <strong>alternatief</strong> is en welke actiesmoeten wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rnomen om elektriciteit besparen<strong>de</strong> maatregelen daadwerkelijk teimplementeren.Elektriciteitsproductie <strong>van</strong> een kolencentraleDoel <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek was een maatregelenpakket samen te stellen dat op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar (<strong>de</strong>geschatte plannings- en <strong>bouw</strong>perio<strong>de</strong> <strong>voor</strong> een nieuwe kolencentrale) jaarlijks evenveel elektriciteitbespaart <strong>als</strong> een nieuwe kolencentrale <strong>van</strong> 1000 MW per jaar aan elektriciteit produceert. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>veron<strong>de</strong>rstelling dat <strong>de</strong> kolencentrale <strong>als</strong> basislast eenheid fungeert wordt jaarlijks ongeveer 7000GWh elektriciteit geproduceerd en 5,3 miljoen ton CO 2 geëmitteerd.Elektriciteitsgebruik in Ne<strong>de</strong>rlandHet <strong>elektriciteits</strong>gebruik is in Ne<strong>de</strong>rland in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2002 gegroeid met 2,8% per jaar,waardoor in 2002 het <strong>elektriciteits</strong>gebruik ruim 17.000 GWh boven het niveau in 1995 lag (zie TabelS1). Dit is meer dan <strong>de</strong> productie <strong>van</strong> twee nieuwe kolencentrales. De sterke groei wordt met nameveroorzaakt door <strong>de</strong> steeds ver<strong>de</strong>re penetratie <strong>van</strong> (nieuwe) elektrische apparaten in <strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns


en <strong>de</strong> dienstensector. De verwachting is dat het <strong>elektriciteits</strong>gebruik ver<strong>de</strong>r zal stijgen en in 2010ruim 16.000 GWh boven het gebruik in 2002 zal liggen. !1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2005 2010Industrie 36 37 38 38 39 39 39 40 41 43Huishou<strong>de</strong>ns 20 20 20 21 21 22 22 23 24 26Diensten 25 27 29 31 32 34 35 34 39 44Transport 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2Totaal 82 85 88 92 94 96 98 99 106 115Pakket aan <strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong>soptiesHet totale <strong>besparing</strong>spotentieel dat op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar geïmplementeerd zou kunnen wor<strong>de</strong>nwanneer <strong>de</strong> juiste beleidsinstrumenten wor<strong>de</strong>n ingezet en alle actoren hun verantwoor<strong>de</strong>lijkheidnemen is geschat op 6575 tot 9950 GWh (zie tabel S2). Een groot <strong>besparing</strong>spotentieel ligt bij <strong>de</strong>huishou<strong>de</strong>ns. Door vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> stand-by verliezen <strong>van</strong> elektrische apparatuur, gebruik <strong>van</strong>extra spaarlampen en efficiëntere kleine elektrische apparaten kan een <strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong> wor<strong>de</strong>ngerealiseerd die gelijk is aan 50-75% <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaarlijkse productie <strong>van</strong> een kolencentrale. Met <strong>de</strong>zemaatregelen kunnen huishou<strong>de</strong>n jaarlijks meer dan 100 besparen op hun <strong>elektriciteits</strong>rekening tegengeringe extra kosten. An<strong>de</strong>re grote <strong>besparing</strong>smogelijkhe<strong>de</strong>n liggen bij <strong>de</strong> kantoren en <strong>de</strong> industrie.Met zuinige kantoorapparatuur en het beperken <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik buiten kantooruren kaneen <strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong> wor<strong>de</strong>n gerealiseerd die gelijk is aan 30-50% <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaarlijkse productie<strong>van</strong> een kolencentrale. Tot slot kan een forse <strong>besparing</strong> wor<strong>de</strong>n gerealiseerd door <strong>de</strong> implementatie<strong>van</strong> efficiënte motorsystemen in <strong>de</strong> industrie. " #$ % % % &'( ' )% % % % %"OptieGeschat haalbaar potentieelop termijn <strong>van</strong> 6 jaar(GWh/jaar)Technischpotentieel(GWh/jaar)A. Stand-by verliezen huishou<strong>de</strong>lijke apparaten 1500 - 2100 4000B. Spaarlampen 1200 - 1600 3300C. Zuinige kleine huishou<strong>de</strong>lijke apparatuur 875 - 1450 2900D. Energiezuinige kantoorapparatuur 500 - 1500 2000E. Beperken <strong>elektriciteits</strong>gebruik buiten kantoren 1750 - 2100 7700F. Efficiënte motorsystemen 750 - 1200 3900Totaal <strong>besparing</strong>en 6575 - 9950 23800


Het gepresenteer<strong>de</strong> pakket is dus voldoen<strong>de</strong> om <strong>de</strong> <strong>bouw</strong> <strong>van</strong> één nieuwe kolencentrale overbodig temaken, maar onvoldoen<strong>de</strong> om een absolute daling <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik te realiseren in 2010ten opzichte <strong>van</strong> 2002, omdat zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>r beleid het gebruik naar verwachting zal stijgen met16.000 GWh (meer dan twee kolencentrales). Dit pakket <strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong> alleen zal <strong>de</strong>rhalveniet voldoen<strong>de</strong> zijn om <strong>de</strong> CO 2 -uitstoot te vermin<strong>de</strong>ren. Daar<strong>voor</strong> zal ook moeten wor<strong>de</strong>n ingezet opan<strong>de</strong>re opties zo<strong>als</strong> duurzame energie en warmtekrachtkoppeling.Korte termijn actieplanOm op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar significante <strong>besparing</strong>en op het <strong>elektriciteits</strong>gebruik te realiseren is eenkorte termijn actieplan geformuleerd. Het korte termijn actieplan is gericht op concrete acties die <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> actoren in principe direct kunnen inzetten om <strong>de</strong> geïnventariseer<strong>de</strong> <strong>besparing</strong>en terealiseren (zie Tabel S3). * " +&'" OptieA. Stand-by verliezen(huishou<strong>de</strong>lijke)apparatenB. SpaarlampenC. Kleine huishou<strong>de</strong>lijkeapparatuurD. EnergiezuinigekantoorapparatuurE. Beperken<strong>elektriciteits</strong>gebruikbuiten kantoorurenF. EfficiëntemotorsystemenActies korte termijn• Overheid voert een gericht aankoopbeleid, waarbij alleen apparatuur meteen stand-by verbruik lager dan 1W wordt aangekocht.• Leveranciers/producenten ontwikkelen een apart label <strong>voor</strong> stand-byverbruik <strong>van</strong> (huishou<strong>de</strong>lijke) apparatuur. Introductie <strong>van</strong> een label wordtgekoppeld aan een (tij<strong>de</strong>lijke) financiële stimulering en gerichteconsumenten<strong>voor</strong>lichting.• Winkeliers en leveranciers zetten bonusacties op <strong>voor</strong> spaarlampen.• Elektriciteitsbedrijven zetten spaarlampen in <strong>als</strong> mid<strong>de</strong>l om klanten tebin<strong>de</strong>n.• Een onafhankelijke instantie brengt <strong>de</strong> efficiency <strong>van</strong> kleine huishou<strong>de</strong>lijkeapparaten in kaart en publiceert <strong>de</strong> resultaten op het internet. Publicatie <strong>van</strong><strong>de</strong> resultaten wordt gekoppeld aan een aankoopadvies <strong>voor</strong> consumenten.• Overheid voert een gericht aankoopbeleid, waarbij alleen elektrischeapparatuur wordt aangeschaft die tot <strong>de</strong> zuinigste behoren op <strong>de</strong> markt.• Overheid maakt concrete afspraken over <strong>besparing</strong>en op<strong>elektriciteits</strong>gebruik met grote vastgoe<strong>de</strong>igenaren en huur<strong>de</strong>rs en/of• Vastgoe<strong>de</strong>igenaren en huur<strong>de</strong>rs stellen <strong>voor</strong> zichzelf doelstellingen in hetka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> maatschappelijke verantwoord on<strong>de</strong>rmen (MVO)• Vastgoe<strong>de</strong>igenaren en huur<strong>de</strong>rs voeren pilot projecten en publiceren <strong>de</strong>resultaten.• Energiebedrijven ontwikkelen energiediensten <strong>voor</strong> energie-efficiëntemotorsystemen in <strong>de</strong> industrie.• Overheid start een motor drive programma met <strong>de</strong> belangrijkste<strong>elektriciteits</strong>verbruiken<strong>de</strong> sectoren.G. Alle opties• Instelling <strong>van</strong> een energie<strong>besparing</strong>fonds gefinancierd uit een verhoging<strong>van</strong> <strong>de</strong> MEP.


Het lange termijnactieplan zou gericht moeten zijn op <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> Europees beleid op hetgebied <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> apparaten. Het beleid moet lei<strong>de</strong>n tot normstelling <strong>voor</strong>(grotere) apparaten. Daarnaast zou<strong>de</strong>n ook bedrijven en producenten – me<strong>de</strong> in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong>maatschappelijk verantwoord on<strong>de</strong>rnemen – moeten overgaan tot een z<strong>org</strong>vuldig ontwerp eninstallatie <strong>van</strong> apparatuur.


1.1 Achtergrond 11.2 Doelstelling 11.3 Op<strong>bouw</strong> <strong>van</strong> het rapport 1 2.1 Elektriciteitsproductie kolencentrale 32.2 Elektriciteitsgebruik in Ne<strong>de</strong>rland 32.2.1 Huishou<strong>de</strong>ns 42.2.2 Dienstensector 52.2.3 Industrie 6 3.1 Aanpak 93.2 Stand-by verbruik (huishou<strong>de</strong>lijke) apparaten 93.3 Spaarlampen in huishou<strong>de</strong>ns 113.4 Kleine apparatuur in huishou<strong>de</strong>ns 113.5 Kantoorapparatuur 123.6 Beperken <strong>elektriciteits</strong>verbruik buiten kantooruren 123.7 Efficiënte motorsystemen in <strong>de</strong> industrie 133.8 Pakket aan <strong>besparing</strong>sopties 13 !4.1 Inleiding 154.2 Gebruikers 164.3 Leveranciers/Installateurs 174.4 Producenten 184.5 Energiebedrijven 194.6 Overheid 214.7 Plan <strong>van</strong> aanpak 26


"# $% & '( !)


* $Een combinatie <strong>van</strong> <strong>elektriciteits</strong>bedrijven en <strong>de</strong> metaalindustrie on<strong>de</strong>rzoekt <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om inNe<strong>de</strong>rland (Maasvlakte) een nieuwe kolengestookte centrale te <strong>bouw</strong>en. Minister Brinkhorst <strong>van</strong>Economische Zaken heeft aangegeven geen bezwaren te hebben tegen <strong>de</strong> <strong>bouw</strong> <strong>van</strong> een nieuwekolencentrale. Op an<strong>de</strong>re plaatsen en in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n bestaan vergelijkbare plannen <strong>voor</strong> nieuw te<strong>bouw</strong>en kolenvermogen of <strong>voor</strong> levensduurverlenging <strong>van</strong> bestaan<strong>de</strong> kolencentrales. Greenpeace istegen nieuwe kolencentrales <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> extra CO 2 -uitstoot en heeft Ecofys gevraagd na te gaan inhoeverre <strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong> een <strong>alternatief</strong> is en welke acties moeten wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rnomen omelektriciteit besparen<strong>de</strong> maatregelen daadwerkelijk te implementeren. * +Doel <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek is een pakket maatregelen samen te stellen dat jaarlijks evenveel elektriciteitbespaart <strong>als</strong> een nieuwe kolencentrale <strong>van</strong> 1000 MW per jaar aan elektriciteit produceert. Heton<strong>de</strong>rzoek bestaat uit:1. het selecteren <strong>van</strong> elektriciteit besparen<strong>de</strong> maatregelen,2. het beschrijven en karakteriseren <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze maatregelen waaron<strong>de</strong>r: huidige verbruik, verwachteontwikkelingen en <strong>besparing</strong>spotentieel over ongeveer 6 jaar,3. het samenstellen <strong>van</strong> een consistent pakket maatregelen dat over ongeveer 6 jaar een nieuwekolencentrale overbodig maakt,4. het verkennen <strong>van</strong> <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingsperspectieven <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> actoren, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong>energiebedrijven, om <strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong> te bevor<strong>de</strong>ren. * , - Hoofdstuk 2 geeft een overzicht <strong>van</strong> het huidige en verwachte toekomstige <strong>elektriciteits</strong>gebruik inNe<strong>de</strong>rland <strong>voor</strong> <strong>de</strong> industrie, <strong>de</strong> dienstensector en <strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht<strong>van</strong> <strong>besparing</strong>smogelijkhe<strong>de</strong>n die op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar kunnen wor<strong>de</strong>n geïmplementeerd.Hoofdstuk 3 eindigt met een overzicht <strong>van</strong> een pakket aan <strong>besparing</strong>en dat <strong>de</strong> <strong>bouw</strong> <strong>van</strong> een nieuwekolencentrale overbodig kan maken. Hoofdstuk 4 geeft een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n dieverschillen<strong>de</strong> actoren (gebruikers, leveranciers/installateurs, producenten, energiebedrijven enoverheid) hebben om het pakket aan <strong>besparing</strong>smaatregelen daadwerkelijk te implementeren. Hethoofdstuk eindigt met een plan <strong>van</strong> aanpak <strong>voor</strong> <strong>de</strong> korte en lange termijn.


* Doel <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek is na te gaan wat <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n zijn om door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong><strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong> <strong>de</strong> <strong>bouw</strong> <strong>van</strong> een nieuwe kolencentrale overbodig te maken. Een nieuweconventionele poe<strong>de</strong>rkoolcentrale heeft op dit moment een ren<strong>de</strong>ment <strong>van</strong> ongeveer 47% (Hendrikset al, 2004). On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstelling dat <strong>de</strong> kolencentrale <strong>als</strong> basislast eenheid fungeert en eenvermogen heeft <strong>van</strong> 1000 MWe wordt jaarlijks ongeveer 7000 GWh elektriciteit geproduceerd en 5,3miljoen ton CO 2 geëmitteerd. De productie <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijke kolencentrale is bij<strong>voor</strong>beeldvoldoen<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> elektriciteitconsumptie <strong>van</strong> :• circa 1,9 miljoen huishou<strong>de</strong>ns of• 18% <strong>van</strong> <strong>de</strong> industrie. * .Figuur 1 geeft een overzicht <strong>van</strong> het elektriciteitgebruik in Ne<strong>de</strong>rland in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2002 en <strong>de</strong>prognose <strong>voor</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>voor</strong> 2005 en 2010.Elektriciteitsverbruik (*1000 GWh)15012090603001995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2005 2010Totaal 82 85 88 92 94 96 98 99 106 115Transport 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2Diensten 25 27 29 31 32 34 35 34 39 44Huishou<strong>de</strong>ns 20 20 20 21 21 22 22 23 24 26Industrie 36 37 38 38 39 39 39 40 41 43, ! "-./%% 0- 1 !2% 023 42 !" *


Het <strong>elektriciteits</strong>gebruik is in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2002 gegroeid met 2,8% per jaar, waardoor in 2002het <strong>elektriciteits</strong>gebruik ruim 17.000 GWh boven het niveau in 1995 lag (CBS, 2004). Dit is meerdan <strong>de</strong> productie <strong>van</strong> twee kolencentrales. De sterke groei wordt veroorzaakt door <strong>de</strong> steeds ver<strong>de</strong>repenetratie <strong>van</strong> (nieuwe) elektrische apparaten in <strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns en <strong>de</strong> dienstensector. Deverwachting is dat het <strong>elektriciteits</strong>gebruik ver<strong>de</strong>r zal stijgen en in 2010 ruim 16.000 GWh boven hetgebruik in 2002 zal liggen (ECN, RIVM, 2002). Deze prognose maakt een fors hogere inzet op<strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong> eens te meer urgent.De sterkste groei <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik vond plaats in <strong>de</strong> dienstensector (bijna 5% per jaar in<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2002) en ook tot 2010 wordt in <strong>de</strong>ze sector <strong>de</strong> grootste groei verwacht. Het<strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> dienstensector zal in 2010 ongeveer gelijk zijn aan het gebruik in <strong>de</strong>industrie dat tot nu toe <strong>de</strong> grootste gebruiker is. Het <strong>elektriciteits</strong>gebruik in <strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns blijft ooktot 2010 do<strong>org</strong>roeien tot ruim 26.000 GWh in 2010. Dat is ongeveer 3500 kWh per huishou<strong>de</strong>n in2010. Door steeds weer nieuwe toepassingen en <strong>voor</strong>tschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> penetratie <strong>van</strong> nieuwe apparaten is<strong>de</strong> verwachting dat het elektriciteitgebruik per huishou<strong>de</strong>n daarna ver<strong>de</strong>r zal stijgen tot ruim 4500kWh per huishou<strong>de</strong>n in 2030 (Rooijers et al, 2003). Figuur 2 geeft een overzicht <strong>van</strong> het verloop <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>voor</strong> <strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns over<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2000 met een on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>ling naar verschillen<strong>de</strong> toepassingen.25Elektriciteitsverbruik (TWh)2015105OverigPersoonlijke verz<strong>org</strong>ingHobbyKeukenapparatuurBinnenhuisklimaatKokenWarm water bereidingAudio, Vi<strong>de</strong>o/commVerlichtingKoelingReiniging (wasmachine, vaatwasser, droger)01995 1996 1997 1998 1999 2000, % % &%%% %% !"-. !In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2000 zijn geen grote verschuivingen waar te nemen in <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> het<strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> toepassingen. Er is alleen een lichte verschuiving1


waarneembaar naar meer gebruik <strong>voor</strong> reiniging (wasmachines, vaatwassers en drogers), audio/vi<strong>de</strong>oen overige apparaten en min<strong>de</strong>r gebruik <strong>voor</strong> warm water bereiding. Er zijn geen ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong>gegevens beschikbaar over <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> het gebruik over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> toepassingen in <strong>de</strong>toekomst. Wij hebben echter geen re<strong>de</strong>nen om aan te nemen dat <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>toepassingen in <strong>de</strong> toekomst sterk zal wijzigen tot 2010 en hebben daarom <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling over <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> functies veron<strong>de</strong>rsteld. Tabel 1 geeft een overzicht <strong>van</strong> het elektriciteit <strong>voor</strong> <strong>de</strong>huishou<strong>de</strong>ns in 2000 en een prognose <strong>voor</strong> het gebruik in 2005 en 2010. #$ % % % % "-.0- 1 !20534 !2!"Aan<strong>de</strong>elin totaalElektriciteitsgebruik (GWh)% 2000 2005 2010Reiniging (wasmachine, vaatwasser, droger) 22% 4,762 5,190 5,739Koeling 17% 3,681 4,011 4,436Verlichting 16% 3,395 3,700 4,092Audio, Vi<strong>de</strong>o/comm 15% 3,165 3,449 3,814Warm water bereiding 14% 2,958 3,224 3,565Koken 5% 1,106 1,205 1,332Binnenhuisklimaat 4% 820 894 988Keukenapparatuur 3% 753 821 908Hobby 1% 249 271 300Persoonlijke verz<strong>org</strong>ing 1% 170 185 205Overig 3% 607 662 732Totaal 21,667 23,611 26,111 Figuur 3 en Tabel 2 geven een on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik in <strong>de</strong> dienstensector in1995. Figuur 3 en laat zien dat het <strong>elektriciteits</strong>gebruik in <strong>de</strong> dienstensector <strong>voor</strong>al wordt bepaalddoor verlichting en kantoorapparatuur zo<strong>als</strong> computers, printers, kopieerapparaten en faxen. Er zijngeen ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> gegevens beschikbaar over <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> het elektriciteitgebruik over <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> toepassingen in <strong>de</strong> toekomst. We hebben echter geen re<strong>de</strong>nen om aan te nemen dat ersubstantiële verschuivingen op zullen tre<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze ver<strong>de</strong>ling, afgezien <strong>van</strong> een mogelijke lichteverschuiving <strong>van</strong> min<strong>de</strong>r <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>voor</strong> verwarming en wat meer gebruik <strong>voor</strong> koeling.


Verlichting41%Verwarming 3%Koeling (airconditioning)5%Bevochtinging2%Transport9%Apparaten39%Warm waterproductie1%,* % % % %" -. 67% !" #$ % % % % "-.0- 1 !20534 !267% !"Aan<strong>de</strong>elin totaalElektriciteitsgebruik (GWh)% 2000 2005 2010Ruimteverwarming 2% 739 855 958Koeling (air conditioning) 5% 1,771 2,046 2,293Bevochtinging 2% 678 783 878Transport 9% 3,133 3,621 4,058Warm water productie 1% 318 368 412Apparaten 39% 13,257 15,321 17,168Verlichting 41% 13,993 16,172 18,122Totaal 33,889 39,167 43,889 Het <strong>elektriciteits</strong>gebruik in <strong>de</strong> industrie wordt <strong>voor</strong> bijna 70% bepaald door elektromotoren, dit komtovereen met ruim 30.000 GWh in 2010. De motoren wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>al gebruikt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> aandrijving <strong>van</strong>een grote diversiteit aan apparatuur. De belangrijkste zijn compressoren <strong>voor</strong> het samenpersen <strong>van</strong>vloeistoffen en gassen en <strong>de</strong> aandrijving <strong>van</strong> pompen en ventilatoren (EC, 2000). An<strong>de</strong>retoepassingen zijn bij<strong>voor</strong>beeld w<strong>als</strong>installaties <strong>voor</strong> <strong>de</strong> staalindustrie, drukkerijen etc. De overige30% <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik (overeenkomend met 13.000 GWh) in <strong>de</strong> industrie wordt ingezet<strong>voor</strong> verschillen<strong>de</strong> specifieke productieprocessen, waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> productie <strong>van</strong> chloor, zink enaluminium <strong>de</strong> belangrijkste zijn (zie Figuur 4) (


AluminiumproductieOverige9%12% Zinkproductie2%Chloorproductie6%Motoren71%,1 % % % % %%902 !"8


* $ Dit hoofdstuk presenteert maatregelen die in principe in <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> 6 jaar geïmplementeerd kunnenwor<strong>de</strong>n en die een substantiële bijdrage kunnen leveren aan <strong>besparing</strong>en op het <strong>elektriciteits</strong>gebruik.De termijn <strong>van</strong> 6 jaar is gekozen omdat dit ruwweg <strong>de</strong> planning- en <strong>bouw</strong>perio<strong>de</strong> is <strong>voor</strong> een nieuwekolencentrale. Voor <strong>de</strong> <strong>besparing</strong>en is steeds een technisch <strong>besparing</strong>spotentieel gegeven en eenboven- en on<strong>de</strong>rgrens <strong>voor</strong> <strong>besparing</strong>en die op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar geïmplementeerd zou<strong>de</strong>nkunnen wor<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong> bepaling <strong>van</strong> het potentieel op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar is veron<strong>de</strong>rsteld dat <strong>de</strong>juiste beleidsinstrumenten wor<strong>de</strong>n ingezet en alle actoren <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die ze hebben om het<strong>elektriciteits</strong>gebruik te vermin<strong>de</strong>ren benutten. De <strong>besparing</strong>en per maatregel zijn berekend tenopzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> referentieramingen <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik in 2010 door ECN/RIVM (ECN,RIVM, 2002). * ( / 0 1 Het stand-by verbruik kent verschillen<strong>de</strong> vormen. Sommige apparaten kennen een stand-by mo<strong>de</strong>,maar kunnen ook wor<strong>de</strong>n uitgezet. Het bekendste <strong>voor</strong>beeld is <strong>de</strong> TV, maar <strong>de</strong>ze situatie komt ook intoenemen<strong>de</strong> mate <strong>voor</strong> bij wasmachines, wasdrogers en vaatwassers. Een an<strong>de</strong>re categorie apparatenkan niet wor<strong>de</strong>n uitgezet. Een <strong>voor</strong>beeld hier<strong>van</strong> is <strong>de</strong> vi<strong>de</strong>orecor<strong>de</strong>r, magnetrons, CV ketel,elektrische tan<strong>de</strong>nborstel en sommige audioapparatuur. Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> categorie apparaten kan welwor<strong>de</strong>n uitgezet maar blijft dan wel elektriciteit gebruiken. Dit geldt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>voor</strong> computers enrandapparatuur. Ten slotte zijn er apparaten met bij<strong>voor</strong>beeld elektrische klokjes die permanentelektriciteit gebruiken.Figuur 5 geeft een overzicht <strong>van</strong> het stand-by verbruik <strong>van</strong> elektrische apparaten in huishou<strong>de</strong>ns in <strong>de</strong>perio<strong>de</strong> 1995-2000. Het stand-by verbruik is geschat door over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2000 <strong>de</strong> penetratie<strong>van</strong> een aantal apparaten met een stand-by verbruik te monitoren en <strong>de</strong>ze te vermenigvuldigen meteen vast gemid<strong>de</strong>ld stand-by verbruik <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gehele perio<strong>de</strong> 1995-2000 1 . Het totale stand-byverbruik is <strong>de</strong> afgelopen jaren gestaag toegenomen en gegroeid tot bijna 2600 GWh in 2000, dit komtovereen met 12% <strong>van</strong> het totale <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns in dat jaar. Het lijkt re<strong>de</strong>lijkte veron<strong>de</strong>rstellen dat het stand-by verbruik zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re maatregelen ver<strong>de</strong>r toe zal nemen. On<strong>de</strong>r<strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstelling dat tot 2010 het stand-by verbruik per huishou<strong>de</strong>ns toeneemt tot 17% 2 <strong>van</strong> hettotale <strong>elektriciteits</strong>gebruik per huishou<strong>de</strong>n, zal door <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> penetratie <strong>van</strong> apparaten het /%& $ %7$%-+%2!"#&$%&6%7$%67%" 2:'2%'"


<strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>voor</strong> stand-by zijn gegroeid tot 4400 GWh. Dit komt overeen met bijna 600 kWhper huishou<strong>de</strong>n.Elektriciteitsverbruik (GWh/jaar)3000250020001500100050001995 1996 1997 1998 1999 2000Wasmachine/wasdrogerElektrische tan<strong>de</strong>nborstelTVElectronische regeling CV-ketelMo<strong>de</strong>mPrinterComputerInbraakbeveiligingStandby vi<strong>de</strong>oStandby audioLampjes op witgoedSensorlampenKin<strong>de</strong>rnachtlampjesElektrische wekkerradioDeco<strong>de</strong>rSchotelantenne-satelietont<strong>van</strong>gerDeurbel trafoKoffiezetter-klokjeOvenklokjeMagnetronklokjeKruimeldiefTelefoonbeantwoor<strong>de</strong>rDraadloze telefoon, % 7 ' % % -. ! % * "De stand-by verliezen kunnen aanzienlijk wor<strong>de</strong>n teruggedrongen bij<strong>voor</strong>beeld door het introduceren<strong>van</strong> een uniforme standaard <strong>van</strong> 1W <strong>voor</strong> stand-by verbruik (het verbruik varieert momenteel <strong>van</strong> 2-20W met uitschieters tot 100 W). Technisch zijn hier<strong>voor</strong> verschillen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n. Een stand-byfunctie met een laag verbruik kan wor<strong>de</strong>n ontworpen. Voor TV’s zijn <strong>de</strong>ze bij<strong>voor</strong>beeld al op <strong>de</strong>markt. Voor apparaten die in <strong>de</strong> ‘uit’-stand nog elektriciteit gebruiken kan het gebruik toch tot nulwor<strong>de</strong>n teruggebracht door <strong>de</strong> aan/uit schakelaar in het primaire circuit <strong>van</strong> <strong>de</strong> transformator teplaatsen in plaats <strong>van</strong> in het secundaire circuit.Introductie <strong>van</strong> een 1 W standaard kan op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar al tot aanzienlijke <strong>besparing</strong>enlei<strong>de</strong>n, omdat <strong>de</strong> ver<strong>van</strong>gingssnelheid <strong>van</strong> veel apparaten hoog is en er steeds meer nieuwe apparatenop <strong>de</strong> markt wor<strong>de</strong>n gebracht. De stand-by verliezen kunnen met 35% tot 50% (afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong>veron<strong>de</strong>rstellingen over <strong>de</strong> ver<strong>van</strong>gingssnelheid <strong>van</strong> apparaten) wor<strong>de</strong>n gereduceerd, overeenkomendmet een <strong>besparing</strong> <strong>van</strong> 1500 - 2100 GWh in 2010. Het technische <strong>besparing</strong>spotentieel <strong>van</strong> <strong>de</strong>introductie <strong>van</strong> een 1 W standaard bedraagt ruim 4000 GWh. Overeenkomend met <strong>de</strong> productie <strong>van</strong>bijna een halve kolencentrale.* ;'%%-+$'&$'67%&%%'%%%7' !.0&8!2


Introductie <strong>van</strong> een 1 W standaard leidt tot een <strong>besparing</strong> <strong>van</strong> 40-55 euro per huishou<strong>de</strong>n op jaarbasisop <strong>de</strong> <strong>elektriciteits</strong>rekening 4 , terwijl <strong>de</strong> extra kosten <strong>voor</strong> een apparaat met een laag stand-by verbruiknaar verwachting verwaarloosbaar zijn. * Het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>voor</strong> verlichting in huishou<strong>de</strong>ns bedroeg in 2000 ongeveer 3400 GWh, dat isgelijk aan 16% <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns. In 2000 had een gemid<strong>de</strong>ldhuishou<strong>de</strong>n:3,5 spaarlampen26 gloeilampen5 halogeenlampen4 TL lampenUit <strong>de</strong>ze cijfers blijkt dat er nog een aanzienlijk <strong>besparing</strong>spotentieel ligt <strong>voor</strong> verlichting. Eenspaarlamp bespaart ten opzichte <strong>van</strong> een gloeilamp ongeveer 80% op het <strong>elektriciteits</strong>gebruik enheeft daarnaast een langere levensduur (circa 10000 uur in plaats <strong>van</strong> circa 1250 uur). Meer dan <strong>de</strong>helft <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>voor</strong> verlichting gaat naar gloeilampen in <strong>de</strong> woonkamer, <strong>de</strong>keuken en <strong>de</strong> hal. Ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> gloeilampen door spaarlampen is in <strong>de</strong>ze vertrekken het meestrendabel. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstelling dat het aantal gloeilampen in <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> 6 jaar wordtverdubbeld naar gemid<strong>de</strong>ld 8 per huishou<strong>de</strong>n kan een <strong>besparing</strong> <strong>van</strong> circa 1200 GWh in 2010 wor<strong>de</strong>ngerealiseerd. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstelling dat het aantal spaarlampen verdrievoudigd in <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> 6jaar kan een <strong>besparing</strong> <strong>van</strong> 1600 GWh wor<strong>de</strong>n gerealiseerd. Het technische <strong>besparing</strong>spotentieel -alle gloeilampen in <strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> 6 jaar ver<strong>van</strong>gen door spaarlampen – isgelijk aan bijna 3300 GWh. Het technisch potentieel komt overeen met <strong>de</strong> productie <strong>van</strong> een halvekolencentrale.Een verdubbeling of verdrievoudiging <strong>van</strong> het aantal spaarlampen in huishou<strong>de</strong>ns leidt tot een<strong>besparing</strong>en <strong>van</strong> 30-40 euro per huishou<strong>de</strong>n op jaarbasis op <strong>de</strong> <strong>elektriciteits</strong>rekening. Hier tegenoverstaan extra kosten <strong>van</strong> spaarlampen ten opzichte <strong>van</strong> gloeilampen, <strong>de</strong>ze bedragen ongeveer 6 euro perlamp. Dit betekent dat <strong>de</strong> extra kosten binnen een jaar zijn terugverdiend door <strong>besparing</strong>en op <strong>de</strong><strong>elektriciteits</strong>rekening. * 2 Ongeveer 22% <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> een gemid<strong>de</strong>ld huishou<strong>de</strong>n werd in 2000 gebruik<strong>voor</strong> kleine apparatuur zo<strong>als</strong> elektrische tan<strong>de</strong>nborstels, kruimeldieven, telefoon(opla<strong>de</strong>rs),computers, faxen, printers, mixers etc. Het gebruik door kleine apparatuur is <strong>de</strong> laatste jaren gestaagtoegenomen <strong>van</strong> circa 600 kWh <strong>voor</strong> een gemid<strong>de</strong>ld huishou<strong>de</strong>n in 1995 tot meer dan 700 kWh in2000. Dit komt overeen met een groei <strong>van</strong> 17% in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2000.1 %.%'%"(5 >%6--.01!


Het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>voor</strong> grote nieuwe apparaten is on<strong>de</strong>r invloed <strong>van</strong> beleid gedaaldmet 15% tot 50% (Ecofys, 2001a). De verwachting is dat bij kleine apparaten een vergelijkbare<strong>besparing</strong> is te realiseren wanneer <strong>de</strong> juiste beleidsinstrumenten wor<strong>de</strong>n ingezet. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>veron<strong>de</strong>rstelling dat <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> kleine apparatuur <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> 6 jaar wordt ver<strong>van</strong>gen doorapparaten die 30% tot 50% min<strong>de</strong>r elektriciteit gebruiken, kan een <strong>besparing</strong> gerealiseerd wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong>875-1450 GWh in 2010. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstelling dat alle kleine apparatuur op een termijn <strong>van</strong> 6jaar wordt ver<strong>van</strong>gen kan een <strong>besparing</strong> <strong>van</strong> maximaal 2900 GWh wor<strong>de</strong>n gerealiseerd.Efficiëntere kleine elektrische apparatuur leidt tot een <strong>besparing</strong>en <strong>van</strong> 20-40 euro per huishou<strong>de</strong>n opjaarbasis op <strong>de</strong> <strong>elektriciteits</strong>rekening, terwijl <strong>de</strong> extra kosten naar verwachting verwaarloosbaar zijn. *!2 Het <strong>elektriciteits</strong>gebruik door apparaten in kantoren bedroeg in 2002 naar schatting 13.500 GWh.Ongeveer <strong>de</strong> helft (6.750 GWh) <strong>van</strong> dit gebruik is <strong>voor</strong> kantoorapparatuur zo<strong>als</strong> computers, faxen,printers en kopieerapparatuur. Er zijn nog aanzienlijke <strong>besparing</strong>en mogelijk door <strong>de</strong> introductie <strong>van</strong>energiezuinigere apparatuur en het vermin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> stand-by verbruik (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re buitenkantooruren zie volgen<strong>de</strong> paragraaf).Volgens Ecofys (2001b) kan in <strong>de</strong>ze sector 10% tot 30% bespaard wor<strong>de</strong>n op <strong>elektriciteits</strong>gebruik<strong>van</strong> apparaten. Omdat <strong>de</strong> meeste apparatuur snel wordt ver<strong>van</strong>gen kan op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar aleen grote <strong>besparing</strong> wor<strong>de</strong>n gerealiseerd <strong>van</strong> circa 500-1500 GWh. Het technische<strong>besparing</strong>spotentieel is geschat op 2000 GWh, waarbij is veron<strong>de</strong>rsteld dat alle kantoorapparatuur tot2010 wordt ver<strong>van</strong>gen door apparatuur die 30% zuiniger is. Het technische <strong>besparing</strong>spotentieel isongeveer gelijk aan 30% <strong>van</strong> <strong>de</strong> productie <strong>van</strong> een kolencentrale. *34 Kantoren wor<strong>de</strong>n gemid<strong>de</strong>ld 2000 uur per jaar gebruikt. In veel gevallen is het <strong>elektriciteits</strong>gebruikbuiten kantooruren echter nog substantieel omdat ventilatoren door blijven draaien, computers,printers en faxen stand-by blijven staan en het licht niet wordt uitgeschakeld. Het <strong>elektriciteits</strong>gebruikbuiten kantooruren bedraagt naar schatting ongeveer 25% <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik tij<strong>de</strong>nskantooruren. Op jaarbasis betekent dit dat het gebruik buiten kantooruren bijna gelijk is aan hetgebruik tij<strong>de</strong>ns kantooruren 5 .Door relatief eenvoudige maatregelen kan het <strong>elektriciteits</strong>gebruik buiten kantooruren wor<strong>de</strong>nteruggebracht tot 10% <strong>van</strong> het gebruik tij<strong>de</strong>ns kantooruren. Maatregelen betreffen het installeren <strong>van</strong>een tijdschakelaar, energiemonitoring en <strong>de</strong> portier een ron<strong>de</strong> laten lopen. Wanneer op een termijn<strong>van</strong> 6 jaar alle kantoren bereikt wor<strong>de</strong>n kan een <strong>besparing</strong> <strong>van</strong> 7000 - 8400 GWh wor<strong>de</strong>n gerealiseerd +$''$'%?8(@(8("#'%% %: '%" '%% 2%:A(8(@( "B'%% %'%'%"


in 2010. Dit is gelijk aan <strong>de</strong> productie <strong>van</strong> een kolencentrale. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstelling dat <strong>de</strong>komen<strong>de</strong> 6 jaar allereerst <strong>de</strong> grote kantoren – ongeveer een kwart <strong>van</strong> het totale kantooroppervlak -wordt aangepakt wordt een <strong>besparing</strong> <strong>van</strong> 1750 - 2100 GWh 6 gerealiseerd. *5## 6 / Ongeveer 70% <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik in <strong>de</strong> industrie wordt gebruikt om elektromotoren aan tedrijven. Dit komt overeen met bijna 28,000 GWh in 2002. Er zijn een groot aantal technischemogelijkhe<strong>de</strong>n om het <strong>elektriciteits</strong>gebruik terug te dringen zo<strong>als</strong> het gebruik <strong>van</strong> eentoerentalregeling (Variable Speed Drives of VSD) en efficiëntere motoren. Motoren draaien numeestal met een vast toerental (bepaald door <strong>de</strong> netfrequentie). Een pomp die door een <strong>de</strong>rgelijkemotor wordt aangedreven verpompt altijd <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> hoeveelheid vloeistof, vaak is dit niet nodig. In<strong>de</strong> huidige systemen wordt <strong>de</strong> vloeistofstroom geregeld door een regelkraan. Dit levert onnodigenergieverlies op. Bij toepassing <strong>van</strong> een toerenregeling kan <strong>de</strong> omwentelingssnelheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> motoraangepast wor<strong>de</strong>n waardoor energieverspilling wordt <strong>voor</strong>komen (afgezien <strong>van</strong> kleineomzettingsverliezen in <strong>de</strong> toerenregelingsapparatuur). Besparingen die met <strong>de</strong>ze techniekengerealiseerd kunnen wor<strong>de</strong>n op het <strong>elektriciteits</strong>verbruik liggen rond <strong>de</strong> 15% (dwz dat alle in gebruikzijn<strong>de</strong> motoren wor<strong>de</strong>n ver<strong>van</strong>gen of uitgerust met VSD) (EC, 2000). Er zijn echter een aantalbelangrijke barrières die een <strong>de</strong>rgelijke implementatie verhin<strong>de</strong>ren. Dit betreft zowel een gebrek aaninformatie bij <strong>de</strong> industrie <strong>als</strong> ook het feit dat motoren over het algemeen een lange levensduurhebben (15 tot 20 jaar).On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstelling dat gestart wordt met een specifiek programma gericht op <strong>de</strong>implementatie <strong>van</strong> efficiëntere motorsystemen zou over 6 jaar 20% tot 30% <strong>van</strong> <strong>de</strong> aandrijvingenkunnen zijn verbeterd. Dit levert een <strong>besparing</strong> <strong>van</strong> circa 750-1200 GWh in 2010. Het technische<strong>besparing</strong>spotentieel bedraagt 3900 GWh. Het technische <strong>besparing</strong>spotentieel is gelijk aan ruim <strong>de</strong>helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> productie <strong>van</strong> een kolencentrale. *78 Tabel 3 geeft een overzicht <strong>van</strong> het <strong>besparing</strong>spotentieel op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar en het technischepotentieel. Het <strong>besparing</strong>spotentieel dat op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar geïmplementeerd zou kunnenwor<strong>de</strong>n wanneer <strong>de</strong> juiste beleidsinstrumenten wor<strong>de</strong>n ingezet en alle actoren hunverantwoor<strong>de</strong>lijkheid nemen is geschat op 6575 tot 9950 GWh.Om <strong>de</strong> <strong>bouw</strong> <strong>van</strong> een kolencentrale overbodig te maken moet ongeveer 40% <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>besparing</strong>enplaatsvin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> daluren (gelijk aan ongeveer 2800 GWh) en 60% in <strong>de</strong> piekuren (gelijk aanongeveer 4200 GWh). De geïnventariseer<strong>de</strong> opties besparen zowel in <strong>de</strong> dal- <strong>als</strong> <strong>de</strong> piekuren.Spaarlampen, zuinige kleine huishou<strong>de</strong>lijke apparatuur en energiezuinige kantoorapparatuurbesparen vrijwel volledig op <strong>elektriciteits</strong>gebruik in <strong>de</strong> piekuren. Besparingen door vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong>stand-by verliezen, beperking <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik buiten kantooruren en het gebruik <strong>van</strong>( #$%&'6%% $' %"*


efficiëntere motorsystemen vin<strong>de</strong>n zowel in <strong>de</strong> dal- <strong>als</strong> piekuren plaats. Ongeveer 40% <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>besparing</strong>en op stand-by verbruik, 50% <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>besparing</strong>en op het <strong>elektriciteits</strong>gebruik buitenkantooruren en 20% tot 30% <strong>van</strong> het verbruik <strong>van</strong> motorsystemen wor<strong>de</strong>n gerealiseerd in <strong>de</strong> daluren.Het gepresenteer<strong>de</strong> pakket is dus voldoen<strong>de</strong> om <strong>de</strong> <strong>bouw</strong> <strong>van</strong> één nieuwe kolencentrale overbodig temaken. Het pakket is echter onvoldoen<strong>de</strong> om een absolute daling <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik terealiseren in 2010 ten opzichte <strong>van</strong> 2002, omdat zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>r beleid het gebruik naar verwachtingzal stijgen met 16.000 GWh (meer dan twee kolencentrales). Het gepresenteer<strong>de</strong> pakket is dus slechtshet begin om te komen tot een daling <strong>van</strong> <strong>de</strong> CO 2 uitstoot ten gevolge <strong>van</strong> <strong>elektriciteits</strong>gebruik. Tabel3 laat zien dat het technische <strong>besparing</strong>spotentieel een factor 2 tot 3 hoger ligt dan het geschatte<strong>besparing</strong>spotentieel op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar. Elektriciteits<strong>besparing</strong> alleen zal echter nietvoldoen<strong>de</strong> zijn om <strong>de</strong> CO 2 -uitstoot te vermin<strong>de</strong>ren, daar<strong>voor</strong> zal ook moeten wor<strong>de</strong>n ingezet opan<strong>de</strong>re opties zo<strong>als</strong> duurzame energie en warmtekrachtkoppeling.* #$ % % % &'( ' )% % % % %"OptieGeschat haalbaar potentieel optermijn <strong>van</strong> 6 jaar(GWh/jaar)Technisch potentieel(GWh/jaar)Stand-by verliezen huishou<strong>de</strong>lijke apparaten 1500 - 2100 4000Spaarlampen 1200 - 1600 3300Zuinige kleine huishou<strong>de</strong>lijke apparatuur 875 - 1450 2900Energiezuinige kantoorapparatuur 500 - 1500 2000Beperken <strong>elektriciteits</strong>gebruik buiten kantoren 1750 - 2100 7700Efficiënte motorsystemen 750 - 1200 3900Totaal <strong>besparing</strong>en 6575 - 9950 238001


* In het vorige hoofdstuk is een pakket aan <strong>besparing</strong>smaatregelen samengesteld dat <strong>de</strong> <strong>bouw</strong> <strong>van</strong> eennieuwe kolencentrale overbodig kan maken. Dit hoofdstuk geeft een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>ndie verschillen<strong>de</strong> actoren hebben om dit pakket aan maatregelen daadwerkelijk te implementeren.Figuur 6 geeft een overzicht <strong>van</strong> actoren betrokken bij het realiseren <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze maatregelen. Dithoofdstuk behan<strong>de</strong>lt achtereenvolgens <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingsperspectieven <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gebruikers,leveranciers/installateurs, producenten, energiebedrijven en <strong>de</strong> overheid.GebruikersOverheidEnergiebedrijvenLeveranciers/InstallateursProducenten,( #$ ' %% "


* 9 Gebruik <strong>van</strong> apparatuurEnergie-audits en -monitoringGebruikersOverheidEnergiebedrijvenLeveranciers/InstallateursAanschaf <strong>van</strong>apparatuurProducentenGebruikers zo<strong>als</strong> huishou<strong>de</strong>ns en bedrijven kunnen hun <strong>elektriciteits</strong>gebruik beïnvloe<strong>de</strong>n bij:1 Aanschaf <strong>van</strong> apparatuur. Bij <strong>de</strong> aanschaf <strong>van</strong> apparatuur heeft <strong>de</strong> gebruiker <strong>de</strong> mogelijkheidom te kiezen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> meest energiezuinige variant (bij<strong>voor</strong>beeld door bij witgoed te kiezen <strong>voor</strong>een A-label apparaat), spaarlampen in plaats <strong>van</strong> gloeilampen en apparatuur met een laag standbyverbruik.2 Gebruik <strong>van</strong> apparatuur.Probleem is dat informatie over het <strong>elektriciteits</strong>verbruik in <strong>de</strong> gebruiksfase en het stand-by verbruikmeestal niet beschikbaar is en leveranciers veelal onvolledig en ondui<strong>de</strong>lijk zijn in huninformatie<strong>voor</strong>ziening. Niettemin:• Huishou<strong>de</strong>ns kunnen hun <strong>elektriciteits</strong>verbruik vermin<strong>de</strong>ren door apparaten efficiënt tegebruiken (b.v. alleen een volle was- en vaatmachine) en apparatuur <strong>als</strong> TV, audio, vi<strong>de</strong>o encomputers uit te schakelen (door gebruik <strong>van</strong> een stekkerblok met aan/uit knop) waardoorstand-by verbruik wordt <strong>voor</strong>komen.• Eigenaren en gebruikers <strong>van</strong> kantoren, ziekenhuizen, verz<strong>org</strong>ingshuizen, winkelpan<strong>de</strong>n enscholen kunnen hun <strong>elektriciteits</strong>gebruik vermin<strong>de</strong>ren door apparaten efficiënt te gebruikenen door het uitschakelen <strong>van</strong> apparatuur buiten kantooruren. Gebruikers <strong>van</strong> kantoren zou<strong>de</strong>ndaar<strong>voor</strong> allereerst een energie-audit uit kunnen laten voeren of het energiegebruik onlinekunnen gaan monitoren. Op <strong>de</strong>ze wijze kan het <strong>elektriciteits</strong>verbruik wor<strong>de</strong>n vermin<strong>de</strong>rd.Veel informatie kan wor<strong>de</strong>n verkregen uit <strong>de</strong> verhouding tussen het gebruik tij<strong>de</strong>ns en buitenkantooruren. Als het gebruik buiten kantooruren meer dan 20% <strong>van</strong> het gebruik tij<strong>de</strong>nskantooruren is, is er re<strong>de</strong>n het verbruik buiten kantooruren aan te pakken.(


• In <strong>de</strong> industrie kan het <strong>elektriciteits</strong>gebruik in <strong>de</strong> gebruiksfase wor<strong>de</strong>n beïnvloed door tez<strong>org</strong>en <strong>voor</strong> een juiste dimensionering en afstelling <strong>van</strong> motorsystemen en een tijdigon<strong>de</strong>rhoud. Bij<strong>voor</strong>beeld door vrijwillige audits <strong>van</strong> motorsystemen te laten uitvoeren.Uitvoeren <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijke audit is bij<strong>voor</strong>beeld een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> het Europese MotorChallenge Programma (EC, 2004). * : ;OverheidEnergiebedrijvenGebruikersLeveranciers/InstallateursProducentenVoorlichting/adviesLabelling(standby verbruik)Inkoopbeleid(MaatschappelijkVerantwoordOn<strong>de</strong>rnemen (MVO)0Leveranciers en installateurs kunnen op verschillen<strong>de</strong> manieren bijdragen aan een vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong>het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> gebruikers:1 Leveranciers (bij huishou<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> winkeliers) kunnen door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> het geven <strong>van</strong> goe<strong>de</strong><strong>voor</strong>lichting over het energiegebruik in <strong>de</strong> gebruiksfase en het stand-by verbruik <strong>van</strong> apparatuurhet aanschafgedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> klant beïnvloe<strong>de</strong>n.2 Leveranciers zou<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r over kunnen gaan op een vrijwillig labelling systeem <strong>voor</strong> stand-byverbruik <strong>van</strong> apparaten. Voorbeeld <strong>van</strong> een vrijwillig labelling programma is het GED label inDuitsland.8


GED label in DuitslandVoorbeeld <strong>van</strong> een vrijwillig labelling systeem is het Duitse GED (Gemeinschaft EnergielabelDeutschland)-label. Dit label is ontwikkeld door NGO’s, <strong>de</strong> overheid en energiebedrijven (leverancierswaren niet direct betrokken) en specifiek gericht op het stimuleren <strong>van</strong> <strong>de</strong> verkoop <strong>van</strong> kantoorapparatuurmet een laag stand-by verbruik. Het labelling systeem is gekoppeld aan een premieregeling <strong>voor</strong> <strong>de</strong>aankoop <strong>van</strong> apparaten met een laag stand-by verbruik. De lijst met apparaten die in aanmerking komen<strong>voor</strong> een premie wordt daarbij ie<strong>de</strong>r 3 maan<strong>de</strong>n aangepast zodat alleen apparaten die tot <strong>de</strong> 25%efficiëntste in <strong>de</strong> markt behoren in aanmerking komen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> premie. De criteria <strong>voor</strong> het GED labelzijn in Europees verband ontwikkeld binnen <strong>de</strong> Group for Energy Efficient Appliances (GEEA).3 Leveranciers en installateurs kunnen ver<strong>de</strong>r door gericht inkoopbeleid het productenaanbod <strong>van</strong><strong>de</strong> producenten beïnvloe<strong>de</strong>n, bij<strong>voor</strong>beeld door afspraken te maken over gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>nergiegebruik of stand-by verbruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> apparaten die wor<strong>de</strong>n ingekocht. Leveranciers eninstallateurs zou<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> hun beleid ten aanzien <strong>van</strong> Maatschappelijk VerantwoordOn<strong>de</strong>rnemen (MVO) kunnen wor<strong>de</strong>n aangesproken op aanpassing <strong>van</strong> hun inkoopbeleid.4 Installateurs, adviseurs en machineleveranciers hebben ten slotte <strong>de</strong> mogelijkheid het<strong>elektriciteits</strong>gebruik binnen <strong>de</strong> industrie te beïnvloe<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> bedrijven <strong>van</strong> goe<strong>de</strong> adviezen te<strong>voor</strong>zien over het dimensioneren en optimaliseren <strong>van</strong> hun motorsystemen en goe<strong>de</strong> producten televeren. * 8GebruikersOverheidEnergiebedrijvenLeveranciers/InstallateursProducentenAanpassen <strong>van</strong>producten(aanbod)(MaatschappelijkVerantwoordOn<strong>de</strong>rnemen (MVO))Producenten kunnen het <strong>elektriciteits</strong>verbruik <strong>van</strong> gebruikers beïnvloe<strong>de</strong>n door:1 Producten energiezuiniger te ontwerpen. Bij het ontwerpen <strong>van</strong> nieuwe apparaten of <strong>de</strong>aanpassing <strong>van</strong> het ontwerp <strong>van</strong> bestaan<strong>de</strong> elektrische apparaten zou<strong>de</strong>n producenten een?


<strong>elektriciteits</strong>gebruik zo laag <strong>als</strong> re<strong>de</strong>lijkerwijs haalbaar is <strong>als</strong> expliciete rand<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> bij hetontwerp mee kunnen nemen.2 Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> efficiency <strong>van</strong> het productenaanbod te verhogen. Daarnaast zou<strong>de</strong>n producentendoelstellingen <strong>voor</strong> zichzelf kunnen formuleren over <strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong> het productenaanbod.Een producent <strong>van</strong> gloei- en spaarlampen zou zichzelf bij<strong>voor</strong>beeld <strong>als</strong> doel kunnen stellen dat ineen bepaald jaar <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> efficiency <strong>van</strong> zijn productenaanbod een bepaald niveau heeftbereikt. Vergelijkbare doelstellingen kunnen <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>re type producten zo<strong>als</strong> audioapparatuur,televisies en vi<strong>de</strong>o’s wor<strong>de</strong>n geformuleerd.Producenten zou<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> hun beleid ten aanzien <strong>van</strong> Maatschappelijk VerantwoordOn<strong>de</strong>rnemen (MVO) kunnen wor<strong>de</strong>n aangesproken op aanpassing <strong>van</strong> hun producten(aanbod). HetMVO beleid <strong>van</strong> bedrijven op het gebied <strong>van</strong> milieu is momenteel nog veel gericht op <strong>de</strong>vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> milieudruk (waaron<strong>de</strong>r CO 2 -emissies) binnen hun eigen bedrijfspoorten en nogweinig op het vermin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> milieudruk bij <strong>de</strong> afnemers <strong>van</strong> hun producten. *! Energie-efficiency dienstenMaatschappelijk Verantwoord On<strong>de</strong>rnemen (MVO)GebruikersOverheidEnergiebedrijvenLeveranciers/InstallateursProducentenEnergiebedrijven kunnen het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> gebruikers beïnvloe<strong>de</strong>n door naast of in plaats<strong>van</strong> <strong>de</strong> verkoop <strong>van</strong> het product elektriciteit energie-efficiency diensten aan te bie<strong>de</strong>n. Het conceptenergiediensten is niet nieuw en wordt al vele jaren in verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n op grotere of kleinereschaal toegepast. Energiediensten wor<strong>de</strong>n/wer<strong>de</strong>n daarbij zowel aangebo<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> ‘traditionele’energiedistributiebedrijven <strong>als</strong> door bedrijven die specifiek zijn opgezet <strong>voor</strong> het leveren <strong>van</strong> energieefficiencydiensten (energy service companies of ESCO’s). Er zijn daarbij grofweg tweeverschillen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om energiediensten te financieren:


• Energieprestatiecontracting. In dit geval wordt <strong>de</strong> gelever<strong>de</strong> energiedienst gefinancierd uit <strong>de</strong>gerealiseer<strong>de</strong> <strong>besparing</strong>en of aangebo<strong>de</strong>n in combinatie met een nieuw contract <strong>voor</strong> <strong>de</strong> levering<strong>van</strong> elektriciteit. Een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> energiecontracting is het programma Relighting in België.Relighting (Belgie)FINES BV is een onafhankelijk privé-on<strong>de</strong>rneming opgericht in 1997 die zich richt op het aanbie<strong>de</strong>n<strong>van</strong> energie-efficiënte verlichtingssystemen. Klanten zijn lokale overhe<strong>de</strong>n, industriën enkanto<strong>org</strong>e<strong>bouw</strong>en. Fines voert allereerst een haalbaarheidsstudie uit naar mogelijkhe<strong>de</strong>n om te besparenop verlichting bij <strong>de</strong> klant. Als <strong>de</strong> klant vervolgens besluit om ver<strong>de</strong>r te gaan investeert Fines in<strong>besparing</strong>smaatregelen en garan<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> klant een bepaal<strong>de</strong> minimale <strong>besparing</strong>. Fines draagt daarbijzowel het technische risico <strong>als</strong> het financiële risico <strong>voor</strong> het slagen <strong>van</strong> het project. De terugverdientijd<strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten varieert <strong>van</strong> 4 tot 7 jaar. In <strong>de</strong> tot 2002 uitgevoer<strong>de</strong> projecten (50) is een <strong>besparing</strong> <strong>van</strong>30% tot 70% op verlichting gerealiseerd (Wuppertal, 2003)• Opslag op het energietarief. In dit geval wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> energiediensten gefinancierd uit <strong>de</strong>opbrengsten <strong>van</strong> <strong>de</strong> heffing op energie. Een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijke heffing was <strong>de</strong> MAPheffingin Ne<strong>de</strong>rland. Ook in <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten hebben verschillen<strong>de</strong> <strong>van</strong> dit soortprogramma’s gelopen.Ervaringen met energie-efficiency diensten stammen <strong>voor</strong>al uit <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waarin <strong>de</strong> energiemarktenin Europa nog niet geliberaliseerd waren. Door <strong>de</strong> liberalisering zijn <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>energiebedrijven vermin<strong>de</strong>rd om activiteiten te ontwikkelen die niet kosten<strong>de</strong>kkend zijn. Vrijwilligeinitiatieven <strong>voor</strong> <strong>de</strong> levering <strong>van</strong> energie-efficiency diensten <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> energiebedrijven gericht ophuishou<strong>de</strong>ns zullen daardoor zon<strong>de</strong>r een prikkel <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> overheid waarschijnlijk niet wor<strong>de</strong>nontwikkeld omdat <strong>de</strong>ze moeilijk winstgevend te krijgen zijn. Richting grotere energieafnemers zijn erwaarschijnlijk wel mogelijkhe<strong>de</strong>n om commerciële energiediensten rendabel te maken.In het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>gestel<strong>de</strong> Europese Directive on Energy End-Use Efficiency and EnergyServices (EC, 2003) wor<strong>de</strong>n overhe<strong>de</strong>n aangespoord <strong>de</strong> rand<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n te creëren waarbinnenenergiebedrijven energiediensten tot ontwikkeling kunnen brengen. Mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> overheidzijn bij<strong>voor</strong>beeld:• Het opzetten <strong>van</strong> specifieke fondsen waaruit energiediensten kunnen wor<strong>de</strong>n gefinancierd.• Het opleggen <strong>van</strong> verplichtingen aan energiebedrijven om een zeker niveau <strong>van</strong> <strong>besparing</strong>en terealiseren (zie ver<strong>de</strong>r paragraaf 4.6).


*3, Labelling apparatenEnergiestandaard kantorenEnergie-eisen in <strong>de</strong> milieuvergunningPrijsprikkels; aankoopheffingMotorchallage programmaOverheidEfficiencyverplichtingen(White Certificates)Labelling apparatenEnergiebedrijvenGebruikersLeveranciers/InstallateursProducentenEnergieefficiënte inkoop1 W standaard apparatenLabelling apparatenOntwerpnormen <strong>voor</strong> (kleine ) elektrischeapparatenDe overheid heeft een groot aantal mogelijkhe<strong>de</strong>n (om <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> actoren te bewegen totacties) die kunnen lei<strong>de</strong>n tot een efficiënter gebruik <strong>van</strong> elektriciteit.1. Energie-efficiënt inkoopbeleid door <strong>de</strong> overheid. De eerste mogelijkheid die <strong>de</strong> overheid heeftis om zelf het goe<strong>de</strong> <strong>voor</strong>beeld te geven door een energie-efficiënt inkoopbeleid. De Ne<strong>de</strong>rlandseoverheid heeft reeds een duurzaam inkoopbeleid (Novem, 2004). Het huidige Ne<strong>de</strong>rlandseinkoopbeleid geeft echter alleen kwalitatieve richtlijnen en criteria <strong>voor</strong> energiezuinige inkoop<strong>van</strong> bij<strong>voor</strong>beeld kantoorapparatuur. Het huidige beleid laat daardoor <strong>de</strong> mogelijkheid liggen omdoor mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> gerichte inkoop door <strong>de</strong> overheid (bij<strong>voor</strong>beeld alleen kantoorapparatuur die tot<strong>de</strong> top 10 zuinigste behoort of met een laag stand-by verbruik) een markttransformatie in gang tezetten.Een gericht energiezuinig aankoopbeleid <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid sluit aan bij plannen <strong>van</strong>uit <strong>de</strong>Europese Commissie om lidstaten een kwantitatieve energie-efficiency doelstelling op te leggen(EC, 2003). Het <strong>voor</strong>lopige <strong>voor</strong>stel is om lan<strong>de</strong>n een overall energie-efficiency doelstelling <strong>van</strong>1% per jaar op te leggen en <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n een iets scherpere doelstelling <strong>van</strong> 1,5% per jaar met <strong>de</strong>gedachte dat <strong>de</strong> overheid het goe<strong>de</strong> <strong>voor</strong>beeld zou moeten geven.


2. Ontwikkeling <strong>van</strong> een “1 W standaard” <strong>voor</strong> stand-by verbruik. Voor <strong>de</strong> meeste typeapparaten zijn op dit moment al alternatieven beschikbaar met een stand-by verbruik dat in <strong>de</strong>buurt komt <strong>van</strong> 1W of lager (Stand-by power data center, 2004). In <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten is al een<strong>de</strong>rgelijke standaard geïntroduceerd <strong>voor</strong> alle apparatuur die door <strong>de</strong> overheid wor<strong>de</strong>naangeschaft (White House, 2004). Door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een standaard wor<strong>de</strong>n overhe<strong>de</strong>n‘aangemoedigd’ om apparaten met een laag stand-by verbruik te kopen. Het zetten <strong>van</strong> eenstandaard moet ertoe lei<strong>de</strong>n dat leveranciers en producenten hun productenaanbod aanpassen.Een 1 W standaard kan op verschillen<strong>de</strong> niveaus en binnen verschillen<strong>de</strong> tijdstermijnen wor<strong>de</strong>ngeïntroduceerd. De Ne<strong>de</strong>rlandse overheid zou kunnen beginnen met <strong>de</strong> introductie <strong>van</strong> eenverplichte 1 W standaard <strong>voor</strong> alle apparatuur die door <strong>de</strong> overheid wordt gekocht en eenvrijwillige 1 W standaard <strong>voor</strong> alle bedrijven en huishou<strong>de</strong>ns. Op Europees niveau wordtmomenteel gewerkt aan beleid dat het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> apparaten ver<strong>de</strong>r moetvermin<strong>de</strong>ren. Het Europese beleid is gericht op het opstellen <strong>van</strong> eisen (‘implementingmeasures’) <strong>voor</strong> milieuvrien<strong>de</strong>lijk ontwerp <strong>van</strong> apparaten, waar<strong>van</strong> minimum energie-eisen één<strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len vormt (EC,2003). De directive is nog niet <strong>de</strong>finitief en één <strong>van</strong> <strong>de</strong>amen<strong>de</strong>menten die in <strong>de</strong> eerste ron<strong>de</strong> is geaccepteerd is <strong>de</strong> opname <strong>van</strong> eisen <strong>voor</strong> stand-byverbruik <strong>van</strong> apparaten (CAN, 2004) (WWF, 2004). In het najaar zal <strong>de</strong>finitief gestemd wor<strong>de</strong>nover <strong>de</strong>ze directive.Voorbeeld <strong>van</strong> een programma waarbij efficiency standaar<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> hele productgroepen zijnopgesteld is het Top Runner programma in Japan.Top Runner Programma in JapanIn het Top Runner programma stelt <strong>de</strong> Japanse overheid eisen aan apparaten die erop gericht zijn dat in <strong>de</strong>perio<strong>de</strong> 2003-2007 alleen apparaten wor<strong>de</strong>n verkocht die aan het eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren ’90 tot <strong>de</strong> meestefficiënte in hun productgroep behoor<strong>de</strong>n. De Top-runner standaards zijn daarbij geformuleerd <strong>als</strong> <strong>de</strong>gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> efficiency <strong>voor</strong> <strong>de</strong> producten die door een fabrikant op <strong>de</strong> markt wor<strong>de</strong>n gebracht (IEA,2003).3. Labelling stand-by verbruik <strong>van</strong> apparaten. De overheid kan het stand-by verbruik ver<strong>de</strong>ron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aandacht brengen door <strong>de</strong> labelling <strong>van</strong> apparaten. Er zijn al verschillen<strong>de</strong> labellingsystemen ontwikkeld en in <strong>de</strong> praktijk toegepast zo<strong>als</strong> het Energy Star label in <strong>de</strong> VS en het GEDlabel in Duitsland (zie tekstbox in paragraaf 4.3).Energy Star labelIn <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten is het Energy Star programma ontwikkeld. Binnen dit programma zijn criteriaontwikkeld waaraan verschillend type apparaten moeten voldoen om in aanmerking te komen <strong>voor</strong> hetEnergy Star label. Hierbij wordt ook het stand-by verbruik meegewogen. Het Energy Star programmaheeft zowel betrekking op huishou<strong>de</strong>lijke <strong>als</strong> kantoorapparatuur. In <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten is dit programmagekoppeld aan <strong>de</strong> verplichting <strong>voor</strong> overhe<strong>de</strong>n om kantoorapparatuur met het Energy Star label aan teschaffen. In een groot aantal an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n zijn vergelijkbare labelling systemen opgezet (IEA, 2003).


Ne<strong>de</strong>rland heeft <strong>als</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese Unie al een labelling systeem <strong>voor</strong> apparaten.Koel- en vriesapparatuur, wasmachines en droogtrommels <strong>voor</strong> huishou<strong>de</strong>lijk gebruik moetensinds enkele jaren <strong>voor</strong>zien zijn <strong>van</strong> een energielabel. Deze wettelijke verplichting is een gevolg<strong>van</strong> <strong>de</strong> maatregelen die <strong>de</strong> Europese Unie heeft genomen om het energiegebruik <strong>van</strong> groteelektrische apparaten te beperken. Het huidige Ne<strong>de</strong>rlandse energielabel heeft dus betrekking opeen beperkt aantal huishou<strong>de</strong>lijke apparaten en geeft geen expliciete informatie over stand-byverbruik. De Ne<strong>de</strong>rlandse overheid zou bij<strong>voor</strong>beeld het Duitse GED label systeem kunnenintroduceren <strong>voor</strong> standby verbruik.De invoering <strong>van</strong> labelling programma’s is veelal gekoppeld aan <strong>de</strong> gelijktijdig invoering <strong>van</strong>minimum standaar<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> energiegebruik. Uit evaluaties blijkt dat labelling programma’s incombinatie met <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> efficiency standaar<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> VS, Canada en Europa hebbengez<strong>org</strong>d <strong>voor</strong> een significante verschuiving naar <strong>de</strong> verkoop <strong>van</strong> energie zuinigere apparaten(IEA, 2003).4. Standaard <strong>voor</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> kantoren/energie-eisen in <strong>de</strong>milieuvergunning. De overheid kan een standaard/norm ontwikkelen <strong>voor</strong> het<strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> kanto<strong>org</strong>e<strong>bouw</strong>en. In het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> implementatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> EuropeseDirective on the Energy Performance of Building, ook wel EPBD (EC, 2002), wor<strong>de</strong>nmomenteel energie-eisen ontwikkeld <strong>voor</strong> <strong>de</strong> utiliteitssector. De energie-eisen zijn daarbij gerichtop het energiegebruik <strong>voor</strong> verwarming, koeling, warm waterproductie en verlichting. Eenbelangrijk instrument dat <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse overheid wil inzetten in <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> <strong>bouw</strong> is het EPA-U (EnergiePrestatieAdvies-Utiliteits<strong>bouw</strong>). Met het EPA-U wor<strong>de</strong>n maatregelen in kaartgebracht om het energiegebruik te vermin<strong>de</strong>ren.De Ne<strong>de</strong>rlandse overheid zou <strong>de</strong> eisen uit <strong>de</strong> EPBD kunnen verbre<strong>de</strong>n zodat ook eisen wor<strong>de</strong>ngesteld aan het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>voor</strong> apparatuur in bestaan<strong>de</strong> en nieuwe ge<strong>bouw</strong>en. Hier<strong>voor</strong>zou gestart moeten wor<strong>de</strong>n met een goe<strong>de</strong> monitoring <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong>utiliteitssector. Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> monitoring kunnen vervolgens eisen wor<strong>de</strong>n ontwikkeld <strong>voor</strong> het<strong>elektriciteits</strong>gebruik per type utiliteitsge<strong>bouw</strong>. Ver<strong>de</strong>r zou <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse overheid het EPA-Umoeten uitbrei<strong>de</strong>n met maatregelen gericht op <strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong>.Gekoppeld aan <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> een standaard/norm <strong>voor</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong>utiliteitsge<strong>bouw</strong>en kan <strong>de</strong> overheid gebruik maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijkheid om eisen te stellen aanhet energiegebruik <strong>van</strong> kantoren door <strong>de</strong>ze op te nemen in <strong>de</strong> milieuvergunning. Vooreigenaren/gebruikers <strong>van</strong> utiliteitsge<strong>bouw</strong>en met een <strong>elektriciteits</strong>gebruik boven <strong>de</strong> 50.000 kWhper jaar kunnen in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet Milieubeheer verplichtingen wor<strong>de</strong>n opgelegd over hetimplementeren <strong>van</strong> energiebesparen<strong>de</strong> maatregelen via <strong>de</strong> milieuvergunning. De overheid zou<strong>de</strong>ze mogelijkheid kunnen gebruiken om eisen te stellen aan het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong>kantoren. Recent is door Novem aangeven dat <strong>de</strong> Milieuvergunning <strong>de</strong> mogelijkheid biedt om <strong>de</strong>maatregelen geïnventariseerd in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> EPA-U te handhaven (Stromen, 2004). Volgens*


InfoMil overweegt <strong>de</strong> overheid om op termijn <strong>de</strong> grens <strong>van</strong> 50.000 kWh te laten vallen zodat ookkleinere gebruikers via <strong>de</strong> milieuvergunning aangepakt kunnen wor<strong>de</strong>n (InfoMil, 2004).5. Prijsprikkels. Prijsprikkels kunnen en wor<strong>de</strong>n al door <strong>de</strong> overheid ingezet om energie<strong>besparing</strong>te stimuleren. Mogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> overheid daartoe heeft zijn:• Energieheffing (REB). Effecten <strong>van</strong> een heffing op <strong>elektriciteits</strong>gebruik zijn veelalgering door lage elasticiteit, dat wil zeggen dat veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> prijs <strong>van</strong> <strong>elektriciteits</strong>lechts beperkt doorwerken in een vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik (zie o.a.SEO (2001), Jeeninga (2001)).• Subsidies/fiscale regelingen. Subsidies en fiscale regelingen kunnen een belangrijkbijdrage leveren aan het in gang zetten <strong>van</strong> een markttransformatie. HetMilieuactieprogramma (MAP) <strong>van</strong> <strong>de</strong> energiedistributiebedrijven en <strong>de</strong>Energiepremieregeling (EPR) hebben er in <strong>de</strong> afgelopen 10 jaar <strong>voor</strong> gez<strong>org</strong>d dat hetaanbod aan A-label apparatuur enorm is toegenomen en dat leveranciers en producentenhun aanbod hebben aangepast (Joosen et al, 2004). Belangrijk bij <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> subsidiesen fiscale regelingen is dat <strong>de</strong>ze een tij<strong>de</strong>lijk karakter hebben en dat <strong>de</strong> criteria <strong>voor</strong>subsidieverlening tijdig wor<strong>de</strong>n aangepast.• Aankoopheffing. De overheid zou kunnen overwegen om in plaats <strong>van</strong> een algemeneverhoging <strong>van</strong> <strong>de</strong> energiebelasting een aankoopheffing op elektrische apparaten in tevoeren. De hoogte <strong>van</strong> <strong>de</strong> heffing zou dan afhankelijk kunnen wor<strong>de</strong>n gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong>efficiency <strong>van</strong> het apparaat (dit betekent uiteraard dat er een label moet wor<strong>de</strong>nontwikkeld <strong>voor</strong> alle type apparaten). De aankoopheffing zou bij<strong>voor</strong>beeld relatiefeenvoudig kunnen wor<strong>de</strong>n gekoppeld aan <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ringsbijdrage die momenteel al opalle elektrische apparaten wordt geheven.6. Opzetten <strong>van</strong> een motor drive programma. Het implementeren <strong>van</strong> het <strong>besparing</strong>spotentieelop motoren vraagt een specifieke bena<strong>de</strong>ring omdat met een grote diversiteit aan barrièresrekening gehou<strong>de</strong>n moet wor<strong>de</strong>n. Belangrijke barrières zijn on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re: terughou<strong>de</strong>ndheid bijbedrijven om een goed werken<strong>de</strong> motor te ver<strong>van</strong>gen, te lange terugverdientij<strong>de</strong>n <strong>van</strong>investeringen en gebrek aan kennis en informatie over efficiënte motorsystemen.Op Europees niveau is er een Motor Challenge programma gestart. Dit heeft echter eenvrijblijvend karakter (EC (2004). Om daadwerkelijk effect te kunnen bereiken zal een watmin<strong>de</strong>r vrijblijvend programma moeten wor<strong>de</strong>n opgezet. De overheid zou een specifieksect<strong>org</strong>ericht motor drive programma kunnen initiëren, gericht op het wegnemen <strong>van</strong> <strong>de</strong> barrièresbij verschillen<strong>de</strong> sectoren. Mogelijke elementen <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijk programma zijn: 1) formuleren<strong>van</strong> een kwantitatief EU target <strong>voor</strong> <strong>besparing</strong> op elektriciteit door motoren, 2) verplichte audits,3) opname <strong>van</strong> efficiency vereisten in <strong>de</strong> milieuvergunning, 4) financiële on<strong>de</strong>rsteuning (fiscaalof via subsidies) en 5) training <strong>van</strong> installateurs. Voorbeeld <strong>van</strong> een succesvol programma is hetSparemotor programma in Denemarken (Copper Institute, 2004).1


Sparemotor programma DenemarkenDit programma liep <strong>van</strong> 1996 tot 1998 en was gericht op het <strong>voor</strong>lichten en trainen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Deenseintallateurs en industrie in <strong>de</strong> ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> motorsystemen. De campagne werd ver<strong>de</strong>ron<strong>de</strong>rsteund met een subsi<strong>de</strong> <strong>van</strong> 60/kW motorvermogen en resulteer<strong>de</strong> in het eerste jaar in <strong>de</strong>ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> 100.000 motoren7. White Certificates: Energy efficiency-verplichting <strong>voor</strong> energiebedrijven. De overheid heeft<strong>de</strong> mogelijkheid om energiebedrijven te prikkelen om zich te richten op energie<strong>besparing</strong> door <strong>de</strong>energiebedrijven een energie-efficiency-verplichting op te leggen. Een instrument dat in dit ka<strong>de</strong>rveel wordt bestu<strong>de</strong>erd zijn Witte Certificaten, waarbij opgeleg<strong>de</strong> verplichtingen wor<strong>de</strong>ngecombineerd met een marktgerichte bena<strong>de</strong>ring door efficiencyverplichtingen verhan<strong>de</strong>lbaar temaken.Systeem <strong>van</strong> Witte Certificaten in ItaliëIn Italië zijn in 2001 energie<strong>besparing</strong>sdoelstelingen geformuleerd: 67 PJ/jaar op primair energiegebruik<strong>voor</strong> elektriciteitproductie en 54 PJ/jaar op aardgas in 2006 ten opzichte <strong>van</strong> een business-as-usual scenario.Deze doelstelling is ver<strong>de</strong>eld over <strong>de</strong> energiedistributiebedrijven. De bedrijven moeten aantonen dat zij hundoelstelling realiseren door energie-efficiencycertificaten te overleggen. Energie-efficiencycertificatenkunnen wor<strong>de</strong>n verkregen door:• <strong>als</strong> energiebedrijf er<strong>voor</strong> te z<strong>org</strong>en dat maatregelen wor<strong>de</strong>n geïmplementeerd bij gebruikers en/of• certificaten in te kopen bij an<strong>de</strong>re energiebedrijven en/of• certificaten in te kopen bij gespecialiseer<strong>de</strong> bedrijven die energiediensten aanbie<strong>de</strong>n.Energiebedrijven met een verplichting mogen <strong>de</strong> kosten <strong>voor</strong> het nemen <strong>van</strong> energie efficiency maatregelen(ge<strong>de</strong>eltelijk) financieren uit <strong>de</strong> opbrengsten <strong>van</strong> een extra heffing op energie en krijgen een boete opgelegdwanneer ze niet voldoen aan hun verplichting (<strong>de</strong> hoogte <strong>van</strong> <strong>de</strong> boete is op dit moment nog niet bekend).Belangrijk element is <strong>de</strong> monitoring <strong>van</strong> behaal<strong>de</strong> <strong>besparing</strong>en. Hier<strong>voor</strong> kan gebruik wor<strong>de</strong>n gemaakt <strong>van</strong>een lijst <strong>van</strong> energie-efficiënte producten waaraan een gestandaardiseer<strong>de</strong> hoeveelheid <strong>besparing</strong> magwor<strong>de</strong>n toegerekend, maar <strong>besparing</strong>en mogen ook op projectbasis wor<strong>de</strong>n bepaald. De planning was dathet systeem begin 2004 <strong>van</strong> start zou gaan, maar is <strong>voor</strong>lopig nog uitgesteld (Pagliano et al (2003 enPagliano (2004)).8. Ontwerpnormen <strong>voor</strong> kleine elektrische apparaten. Het aantal kleine elektrische apparatenneemt sterk toe, variërend <strong>van</strong> elektrische tan<strong>de</strong>nborstels tot telefoonla<strong>de</strong>rs. Omdat het zo’n grotediversiteit aan apparaten betreft is <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> generieke efficiency standaards of eenEuropees breed labelling systeem niet haalbaar. Een manier om producenten te stimuleren omapparaten te ontwikkelen die zo min mogelijk elektriciteit gebruiken is het opstellen <strong>van</strong> bestpracticeontwerpregels <strong>voor</strong> apparatuur die nieuw op <strong>de</strong> markt wordt gebracht.


Mogelijke ontwerprichtlijnen <strong>voor</strong> kleine elektrische apparaten• De voeding <strong>van</strong> een apparaat moet een minimale efficiency hebben <strong>van</strong> x%.• Wanneer een apparaat een standby-verbruik heeft, moet het vermogen min<strong>de</strong>r dan 1 W bedragen• Elektromotor met een vermogen < 100 W moeten een efficiency hebben <strong>van</strong> > 90% en bij eenvermogen > 100 W een efficiency <strong>van</strong> > 95% *58 Om op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar significante <strong>besparing</strong>en op het <strong>elektriciteits</strong>gebruik te realiseren zullenop korte termijn concrete acties in gang moeten wor<strong>de</strong>n gezet door <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> actoren. Hetkorte termijn actieplan bestaat uit concrete acties die <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> actoren in principe meteen inkunnen zetten om <strong>de</strong> geïnventariseer<strong>de</strong> <strong>besparing</strong>en te realiseren. Naast <strong>de</strong> acties gericht op <strong>de</strong> kortetermijn zullen daarnaast acties moeten wor<strong>de</strong>n ingezet om op <strong>de</strong> lange <strong>elektriciteits</strong><strong>besparing</strong> tegaran<strong>de</strong>ren.KORTE TERMIJN ACTIEPLANTabel 4 geeft een overzicht <strong>van</strong> een korte termijn actieplan gericht op <strong>de</strong> implementatie <strong>van</strong> <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> geïnventariseer<strong>de</strong> opties op een termijn <strong>van</strong> 6 jaar.1 +&'Elektriciteitsbesparen<strong>de</strong> optieA. Stand-by verliezen(huishou<strong>de</strong>lijke) apparatenB. SpaarlampenC. Kleine huishou<strong>de</strong>lijkeapparatuurD. EnergiezuinigekantoorapparatuurE. Beperken<strong>elektriciteits</strong>gebruik buitenkantoorurenActies korte termijn• Overheid voert een gericht aankoopbeleid, waarbij alleen apparatuurmet een stand-by verbruik lager dan 1W wordt aangekocht.• Leveranciers/producenten ontwikkelen een apart label <strong>voor</strong> stand-byverbruik <strong>van</strong> (huishou<strong>de</strong>lijke) apparatuur. Introductie <strong>van</strong> een labelwordt gekoppeld aan een (tij<strong>de</strong>lijke) financiële stimulering en gerichteconsumenten<strong>voor</strong>lichting.• Winkelier en leveranciers zetten bonusacties op <strong>voor</strong> spaarlampen.• Elektriciteitsbedrijven zetten spaarlampen in <strong>als</strong> mid<strong>de</strong>l om klanten tebin<strong>de</strong>n.• Een onafhankelijke instantie brengt <strong>de</strong> efficiency <strong>van</strong> kleinehuishou<strong>de</strong>lijke apparaten in kaart en publiceert <strong>de</strong> resultaten op hetinternet. Publicatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten wordt gekoppeld aan eenaankoopadvies <strong>voor</strong> consumenten.• Overheid voert een gericht aankoopbeleid, waarbij alleen elektrischeapparatuur wordt aangeschaft die tot <strong>de</strong> zuinigste behoren op <strong>de</strong> markt.• Overheid maakt concrete afspraken over <strong>besparing</strong>en op<strong>elektriciteits</strong>gebruik met grote vastgoe<strong>de</strong>igenaren en huur<strong>de</strong>rs en/of• Vastgoe<strong>de</strong>igenaren en huur<strong>de</strong>rs stellen <strong>voor</strong> zichzelf doelstellingen in(


Elektriciteitsbesparen<strong>de</strong> optieF. Efficiënte motorsystemenActies korte termijnhet ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> maatschappelijke verantwoord on<strong>de</strong>rmen (MVO)• Vastgoe<strong>de</strong>igenaren en huur<strong>de</strong>rs voeren pilot projecten en publiceren<strong>de</strong> resultaten.• Energiebedrijven ontwikkelen energiediensten <strong>voor</strong> energie-efficiëntemotorsystemen in <strong>de</strong> industrie.• Overheid start een motor drive programma met <strong>de</strong> belangrijkste<strong>elektriciteits</strong>verbruiken<strong>de</strong> sectoren.G. Alle opties• Instelling <strong>van</strong> een energie<strong>besparing</strong>fonds gefinancierd uit eenverhoging <strong>van</strong> <strong>de</strong> MEP.Ad A: Standby verliezen (huishou<strong>de</strong>lijk) apparatuurLeveranciers ontwikkelen een apart label of informatiesysteem <strong>voor</strong> stand-by verbruik dat <strong>de</strong>verkoop <strong>van</strong> (huishou<strong>de</strong>lijke) apparatuur met een laag stand-by verbruik moet stimuleren. Een labelof een informatiesysteem alleen is echter niet voldoen<strong>de</strong> om <strong>de</strong> verkoop <strong>van</strong> apparatuur met een laagstand-by verbruik te stimuleren, maar vormt een eerste stap. Het label zal op wat langere termijngekoppeld moeten wor<strong>de</strong>n aan een maximum <strong>voor</strong> stand-by verbruik. Ver<strong>de</strong>r kunnen een gerichte<strong>voor</strong>lichting richting consumenten en een (tij<strong>de</strong>lijke) financiële stimulering bijdragen aan snellemarkttransformatie.Ad B: SpaarlampenWinkeliers (zo<strong>als</strong> supermarkten, warenhuizen en <strong>bouw</strong>markten) en leveranciers brengen spaarlampenactief on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aandacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> consument door kortings- en bonusacties en een dui<strong>de</strong>lijkeon<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> plaatsing <strong>van</strong> spaarlampen in <strong>de</strong> winkel. Energiebedrijven zetten spaarlampen in <strong>als</strong>actiemid<strong>de</strong>l om klanten te bin<strong>de</strong>n (bij<strong>voor</strong>beeld wanneer geswitcht wordt <strong>van</strong> energiebedrijf).Ad C: Kleine huishou<strong>de</strong>lijke apparatuurVoor kleine huishou<strong>de</strong>lijke apparatuur geldt dat er momenteel nog weinig zicht is op <strong>de</strong> (verschillenin) efficiency <strong>van</strong> apparaten. Een onafhankelijke instantie begint met het in kaart brengen <strong>van</strong> <strong>de</strong>efficiency <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> soorten kleine apparatuur en publiceert <strong>de</strong> resultaten op internet. Deresultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> metingen lei<strong>de</strong>n tot een aankoopadvies <strong>voor</strong> consumenten. De consumentenbond ofeen an<strong>de</strong>re onafhankelijke <strong>org</strong>anisatie zou<strong>de</strong>n hierbij een belangrijke rol kunnen spelen door een<strong>de</strong>rgelijke website op te zetten en een actieve <strong>voor</strong>lichtingscampagne richting <strong>de</strong> consumenten te<strong>org</strong>aniseren.Ad D: Energiezuinige kantoorapparatuurDe overheid voert een gericht aankoop beleid <strong>voor</strong> kantoorapparatuur waarbij <strong>de</strong> overheid alleenapparatuur aanschaft die tot <strong>de</strong> zuinigste behoort op <strong>de</strong> markt en een stand-by verbruik heeft lagerdan 1 W. Een gericht aankoopbeleid kan op <strong>de</strong>ze manier een transformatie op <strong>de</strong> markt <strong>van</strong>kantoorapparatuur tot stand brengen.8


Ad E. Beperken <strong>elektriciteits</strong>gebruik buiten kantorenDe overheid maakt concrete afspraken over <strong>besparing</strong>en op <strong>elektriciteits</strong>gebruik met grotevastgoe<strong>de</strong>igenaren en huur<strong>de</strong>rs en on<strong>de</strong>rsteunt een aantal pilot-projecten op dit gebied om aan tetonen wat <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n zijn. Daarnaast (of in plaats hier<strong>van</strong>) leggen grote vastgoe<strong>de</strong>igenaren enhuur<strong>de</strong>rs in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> maatschappelijk verantwoord on<strong>de</strong>rnemen zichzelf alvast doelstellingen opten aanzien <strong>van</strong> <strong>besparing</strong>en op <strong>elektriciteits</strong>gebruik. Annex I geeft een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> 50 grootstegebruikers <strong>van</strong> kantoorruimte in Ne<strong>de</strong>rland die samen 20% <strong>van</strong> het totale kantooroppervlak inNe<strong>de</strong>rland gebruiken.Ad F: Efficiënte motorsystemenDe overheid start een motor drive programma gericht op het wegnemen <strong>van</strong> barrières bijverschillen<strong>de</strong> sectoren. On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> zo’n programma vormen o.a.: (1) kwantitatieve<strong>besparing</strong>sdoelstellingen, (2) verplicht uitvoeren <strong>van</strong> audits, (3) opname <strong>van</strong> efficiency vereisten in<strong>de</strong> milieuvergunning, (4) financiële on<strong>de</strong>rsteuning en (5) training <strong>van</strong> installateurs. Energiebedrijvenof specifiek daar<strong>voor</strong> opgerichte bedrijven ontwikkelen energiediensten gericht op industrieel<strong>elektriciteits</strong>gebruik.Ad G: MEP-Energie<strong>besparing</strong>sfondsDe acties gericht op het tot stand brengen <strong>van</strong> een markttransformatie kunnen een extra impulskrijgen door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een (tij<strong>de</strong>lijke) financiële stimulering. Hier<strong>voor</strong> zou bij<strong>voor</strong>beeld eenenergie<strong>besparing</strong>sfonds kunnen wor<strong>de</strong>n opgezet gefinancierd uit een verhoging <strong>van</strong> <strong>de</strong>Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP)-heffing. De MEP is een vaste heffing per aansluitingop het <strong>elektriciteits</strong>net die momenteel wordt gebruikt om duurzame energie enwarmtekrachtkoppeling te subsidiëren. De MEP-heffing bedraagt <strong>van</strong>af 1 januari 2004 peraansluiting 39. Met een verhoging <strong>van</strong> <strong>de</strong> MEP heffing met 10% kan een energie<strong>besparing</strong>sfonds<strong>van</strong> circa 30 miljoen per jaar wor<strong>de</strong>n gecreëerd. Belangrijk bij <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> financiële stimulering isdat <strong>de</strong>ze een tij<strong>de</strong>lijk karakter heeft, dat <strong>de</strong> criteria <strong>voor</strong> subsidieverleningen tijdig wor<strong>de</strong>n aangepasten dat <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> <strong>de</strong> regeling eenvoudig is zodat <strong>de</strong> uitvoeringskosten laag blijven.LANGE TERMIJN ACTIEPLANHet lange termijnactieplan zou gericht moeten zijn op <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> Europees beleid op hetgebied <strong>van</strong> het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> apparaten. Het beleid moet lei<strong>de</strong>n tot normstelling <strong>voor</strong>(grotere) apparaten. Daarnaast zou<strong>de</strong>n bedrijven en producenten – me<strong>de</strong> in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong>maatschappelijk verantwoord on<strong>de</strong>rnemen – moeten overgaan tot een z<strong>org</strong>vuldig ontwerp eninstallatie <strong>van</strong> apparatuur. Het lange termijn actieplan sluit aan bij <strong>de</strong> huidige ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong>Eco<strong>de</strong>sign directive. In het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze directive wor<strong>de</strong>n Europees bre<strong>de</strong> normen opgesteld <strong>voor</strong>het <strong>elektriciteits</strong>gebruik <strong>van</strong> grote apparaten en ontwerpregels opgesteld <strong>voor</strong> het energiegebruik <strong>van</strong>kleine apparaten.?


"#CAN (2004). Hotspot. Climate and Energy News from Europe. Issue Thirty-one. March 2004.CBS (2004). Statline. Elektriciteitsbalans. Centraal Bureau <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Statistiek, Voorburg/HeerlenCopper institute (2004). Energy Efficient Motor Drive Systems. Copper Institute, Brussels Belgium,April 2004EC (2000). Improving the Penetration of Energy- Efficient Motors and Drives. SAVE II project executedby ISR – University of Coimbra (Portugal), EDF(France), ENEL(Italy), ETSU(U.K.),FhG-ISI(Germany), NESA(Denmark)EC (2000). Improving the Penetration of Energy- Efficient Motors and Drives. SAVE II project executedby ISR – University of Coimbra (Portugal), EDF(France), ENEL(Italy), ETSU(U.K.),FhG-ISI(Germany), NESA(Denmark).EC (2002). Directive on on the energy performance of buildings, 16 December 2002, 2002/91/ECEC (2003). Directive of the European Parliament and of the Council on energy end-use efficiencyand energy services. Com (2003) 739 final 10-12-2003EC (2003). Directive on establishing a framework for setting of Eco-<strong>de</strong>sign requirements for EnergyUsing Products COM (2003) 453 final.EC (2004) http://energyefficiency.jrc.cec.eu.int/Motorchallenge/ dd 28 mei 2004ECN (2004). http://www.energie.nl dd 16 juni 2004.ECN/RIVM (2002). Referentieraming energie en CO2 2001-2010. ECN-C--02-010Ecofys (2001a). Icarus-4. Sector Study for the Household Sector. Ecofys, July 2001Ecofys (2001b). Icarus-4. Sector Study for the Service Sector. Ecofys, July 2001 (blz 20)EnergieNed (div). Basison<strong>de</strong>rzoek Elektriciteitsverbruik Kleinverbruikers (BEK) <strong>voor</strong> <strong>de</strong> jaren 1995,1996, 1997, 1998, 1999 en 2000. EnergieNed, Arnhem.Hendriks et al (2004). Power and Heat production: Plant <strong>de</strong>velopments and grid losses. Ecofys,


Utrecht, Januari 2004.IEA (2003). Cool Appliances. Policy Strategies for Energy Efficient Homes. IEA/OEDC, Paris, 2003Jeeninga H, M Boots (2001). Ontwikkelingen <strong>van</strong> het huishou<strong>de</strong>lijk energiegebruik in eengeliberaliseer<strong>de</strong> energiemarkt. ECN, Petten. ECN-C-01-002Joosen S, M Harmelink, K Blok (2004). Evaluatie <strong>van</strong> het klimaatbeleid in <strong>de</strong> ge<strong>bouw</strong><strong>de</strong> omgeving1995-2002. Ecofys, Utrecht, 2004 (in <strong>voor</strong>bereiding)InfoMil (2004). Mon<strong>de</strong>ling informatie InfoMil dd 27 mei 2004.KfN (2004). Data aangeleverd door dhr. R.L. Bak dd 14 juni 2004. Kantoren Fonds Ne<strong>de</strong>rland, Zeist.Novem (2004) http://www.novem.nl/<strong>de</strong>fault.asp?documentId=13400 (Site Duurzaam Inkopen), d.d.28 mei 2004.Pagliano L, P Alari, G Ruggieri (2003). The Italian energy saving obligation to gas and electricitydistribution companies. Paper submitted to the ECEEE 2003 Summer study page 1059-1068.Paglian L (2004). E-mail dd 27 mei 2004Rooijers et al (2003) Energie en gedrag in <strong>de</strong> woning. CE, Delft, juli 2003SEO (2001). Het effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> REB op het huishou<strong>de</strong>lijk energiegebruik. Een econometrischeanalyse. Stichting <strong>voor</strong> Economisch On<strong>de</strong>rzoek, Amsterdam, april 2001.Standby Power Data Center (2004) http://oahu.lbl.gov .d.d. 28 mei 2004. Op <strong>de</strong>ze site kan per typeapparaat (zowel huishou<strong>de</strong>lijk <strong>als</strong> kantoorapparatuur) gezocht wor<strong>de</strong>n naar merken/typesmet een laag stand-by verbruik.Stromen (2004). Artikel “Eerste ervaringen EPA-U positief”. Nieuwsblad Stromen, 23 april 2004,zes<strong>de</strong> jaargang, no 7.UCE (2000). ICARUS-4. Sector study for the industry. Utecht Centrum <strong>voor</strong> Energieon<strong>de</strong>rzoek,2000White House (2004) http://www.whitehouse.gov/news/releases/2001/07/20010731-10.html. d.d. 28mei 2004.Wuppertal (2003). Energy Efficiency Programmes and Services in the Liberalised EU Energy Markets.Wuppertal, Germany, March 2003.*


WWF (2004). Mon<strong>de</strong>ling informatie Germana Canzi, WWF, 25 mei 2004.*


$%& ' ( !) % & "-C +6 1!GEBRUIKEROPPERVLAK (m2)Belastingdienst 729,715ABNAMRO 710,155Rabobank 548,000Politie 527,260ING 518,000KPN Telecom 487,000UWV 336,000Justitie 331,000Ministerie <strong>van</strong> <strong>de</strong>fensie 233,960Rijkswaterstaat 196,220Philips 190,000Price Waterhouse Coopers 166,000Fortis 165,000Postbank 163,600CWI 162,000KPMG 138,315Interpolis 134,000Deloitte & Touche 132,775Sociale verzekeringsbank 116,965Ernst & Young 108,000Shell 105,200TNO 105,100Ne<strong>de</strong>rlandse Spoorwegen 103,370Kamer <strong>van</strong> koophan<strong>de</strong>l 97,420IBM 91,360Essent 90,530European patent office 89,000Ministerie VWS 88,000Gemeente Amsterdam 86,735Ministerie VROM 82,300ABP 80,500KLM 80,100**


GEBRUIKEROPPERVLAK (m2)Ministerie <strong>van</strong> Justitie 79,710Gemeente Rotterdam 79,150CBS 75,000Getronics 73,300Gemeente Den Haag 72,400Delta Lloyd 71,270Cap Gemini 67,190Ministerie <strong>van</strong> Buitenlandse Zaken 67,000Ministerie <strong>van</strong> Financiën 66,500Reed Elsevier 66,220Riagg 65,380Asm Lithography 64,430Nuon 63,470Gemeentelijke sociale dienst 62,760Centraal Beheer 60,000DSM 58,900Computer Management Group 57,185Ministerie <strong>van</strong> Sociale Zaken 56,000Totaal 8,399,445% <strong>van</strong> totaal oppervlak in Ne<strong>de</strong>rland 20% *1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!