Stromingen-JRG19nr1 - Nederlandse Hydrologische Vereniging

Stromingen-JRG19nr1 - Nederlandse Hydrologische Vereniging Stromingen-JRG19nr1 - Nederlandse Hydrologische Vereniging

12.07.2015 Views

O We hebben vandaag (te) weinig validaties gezien van RS-info. Hoe goed/realistischzijn de data die gepresenteerd zijn? Validatie is - niet te vergeten - lastige materieen kost tijd en geld.O Potentiële verdamping: hoe kom je daaraan? eLeaf informatie of KNMI referentieverdampinggebruikmakend van een gewasfactorwerkwijze en uitkomst zijn nietgeheel helder.O Zien we een rol van NHV als beoordeelaar kwaliteit van RS-data en -producten?ConsumentenBond-achtig? Nee: NHV biedt een platform voor discussie.O Deze dag was een combinatie van presentaties van bedrijven, liet een woud aan datazien met talloze opties en mogelijkheden. Versnippering ligt op de loer, Nederland iste klein voor verschillende producten van dezelfde variabele en toch willen we keuzeshebben.O De suggestie wordt gedaan om toepassing(en) te creeëren waaraan je kunt zien dattoepassing van RS in plaats van of naast andere data tot een andere en/of beterebeslissing heeft geleid. Zo kun je de meerwaarde van RS hard maken.Samenvatting van de discussieO RS én ground based data samen gebruiken: integreer en discussieer.O Meten en modelleren moeten hand in hand.O RS vooral gebruiken en ervaring opdoen, discussie daarmee opstarten.O De bomen en het bos, let op met verschillende apps en aanbieders inzake dezelfdeinformatie.O RS-informatie: valideren, doen!O Gebruikers: waterschappen, provincies en Rijk moeten handen meer/vaker ineenslaan.O Bruggen slaan tussen kennis (antwoorden!) en praktijk (vragen!), meer vraaggestuurdwerken vanuit wetenschap en kennis.17:00 Voorjaarsborrel, sluiting 18:30Voor een volle zaal sluit Nick de geslaagde sessie rond 17 uur en zegt iedereen dank.Gé kondigt af en bedankt nogmaals de sprekers en dagvoorzitter Nick. Herman deelt deboekenbonnen uit aan de sprekers en dagvoorzitters. Gé geeft kort aan wat de komendeactiviteiten van de NHV zijn, met een najaarsessie, NHI-discussie, Hupsel modellingcontest en presentatie van het werk van de NHV-werkgroep Verdamping. Een goedeborrel markeerde het einde van een geslaagde NHV-voorjaarsbijeenkomst 2012.N.B. Alle presentaties van de Voorjaarsbijeenkomst zijn terug te vinden ophttp://www.nhv.nu/voorjaarsbijeenkomst-remote-sensingGijs JanssenGé van den Eertwegh78STROMINGEN 19 (2013), NUMMER 1

‘Grondwaterstanden:Vragen en antwoorden’Verslaggever: Martin KnottersOnder deze titel vond op 4 december jl.een workshop plaats in de ‘speakerscorner’ van het gebouw Futurum vanWageningen Universiteit en Researchcentrum.Op uitnodiging van Alterra,onderdeel van Wageningen UR, wisselden34 deskundigen met elkaar van gedachtenover het meten en interpreteren vangrondwaterstanden. De aanleiding van deworkshop is de discussie die sinds 2006wordt gevoerd rond de kwaliteit vaninformatie over de freatische grondwaterstand,die zelfs tot Kamervragen leidde.De discussie leidde ook tot Alterrarapport2345: “Meten en interpreterenvan grondwaterstanden. Analyse vanmethodieken en nauwkeurigheid”.Doel van de workshop was om deconclusies en aanbevelingen uit Alterrarapport2345 toe te lichten en te bespreken,en vooral om vooruit te blikken.Welke vragen leven er nog bij meetnetbeheerdersen bij gebruikers vaninformatie over de freatische grondwaterstand?Hoe kunnen we de vragen rondde kwaliteit van informatie over de grondwaterstandobjectief en wetenschappelijkgefundeerd beantwoorden?Na een welkomstwoord door ir. KeesSlingerland, directeur van de EnvironmentalSciences Group van WageningenUR, en een korte inleiding door dagvoorzitterir. Rik van den Bosch (Alterra),hield prof. dr. Peter de Ruiter (Biometris,Wageningen UR) een presentatie metals titel: “Meten en interpreteren vangrondwaterstanden. Meten is weten?”.Vanuit het oogpunt van wetenschapsfilosofieen -communicatie keek Peternaar de ontwikkelingen sinds de publicatievan het artikel “Verdroging veelalsystematisch overschat” in H2O, 2006.Hij maakte daarbij onderscheid tussenwetenschappelijke kennis enerzijds en demaatschappelijke waarde ervan anderzijds.In het wetenschappelijk domeinworden metingen door interpretatieverwerkt tot informatie, waaruit dooranalyse kennis voortkomt. Door toepassingkrijgt deze kennis maatschappelijkewaarde. Deze keten van metingen tot enmet maatschappelijke waarde wordtde kennisketen genoemd. Publicaties inH2O, waarin een directe koppeling werdgelegd tussen mogelijke meetfouten ende maatschappelijke waarde van toegepastekennis, riepen reacties op in zowelH2O als andere media, en leidden totTweede Kamervragen. Er ontstond alshet ware kortsluiting tussen het begin enhet einde van de kennisketen: ‘All Gorereads Science’. Bestuurders en politicivroegen zich af of beleid wel was gebaseerdop de juiste informatie. Vragen diegesteld werden waren onder meer ‘Wordthet verdrogingsprobleem overschat?’ en‘Zijn bufferzones te groot?’, terwijl ookover definities van verdroging, grondwaterstanden andere gerelateerde termendiscussie ontstond. De Alterra-werkgroep‘Meten en Interpreteren van Grondwaterstanden’(MIG) ging terug naar het begin,STROMINGEN 19 (2013), NUMMER 1 79

‘Grondwaterstanden:Vragen en antwoorden’Verslaggever: Martin KnottersOnder deze titel vond op 4 december jl.een workshop plaats in de ‘speakerscorner’ van het gebouw Futurum vanWageningen Universiteit en Researchcentrum.Op uitnodiging van Alterra,onderdeel van Wageningen UR, wisselden34 deskundigen met elkaar van gedachtenover het meten en interpreteren vangrondwaterstanden. De aanleiding van deworkshop is de discussie die sinds 2006wordt gevoerd rond de kwaliteit vaninformatie over de freatische grondwaterstand,die zelfs tot Kamervragen leidde.De discussie leidde ook tot Alterrarapport2345: “Meten en interpreterenvan grondwaterstanden. Analyse vanmethodieken en nauwkeurigheid”.Doel van de workshop was om deconclusies en aanbevelingen uit Alterrarapport2345 toe te lichten en te bespreken,en vooral om vooruit te blikken.Welke vragen leven er nog bij meetnetbeheerdersen bij gebruikers vaninformatie over de freatische grondwaterstand?Hoe kunnen we de vragen rondde kwaliteit van informatie over de grondwaterstandobjectief en wetenschappelijkgefundeerd beantwoorden?Na een welkomstwoord door ir. KeesSlingerland, directeur van de EnvironmentalSciences Group van WageningenUR, en een korte inleiding door dagvoorzitterir. Rik van den Bosch (Alterra),hield prof. dr. Peter de Ruiter (Biometris,Wageningen UR) een presentatie metals titel: “Meten en interpreteren vangrondwaterstanden. Meten is weten?”.Vanuit het oogpunt van wetenschapsfilosofieen -communicatie keek Peternaar de ontwikkelingen sinds de publicatievan het artikel “Verdroging veelalsystematisch overschat” in H2O, 2006.Hij maakte daarbij onderscheid tussenwetenschappelijke kennis enerzijds en demaatschappelijke waarde ervan anderzijds.In het wetenschappelijk domeinworden metingen door interpretatieverwerkt tot informatie, waaruit dooranalyse kennis voortkomt. Door toepassingkrijgt deze kennis maatschappelijkewaarde. Deze keten van metingen tot enmet maatschappelijke waarde wordtde kennisketen genoemd. Publicaties inH2O, waarin een directe koppeling werdgelegd tussen mogelijke meetfouten ende maatschappelijke waarde van toegepastekennis, riepen reacties op in zowelH2O als andere media, en leidden totTweede Kamervragen. Er ontstond alshet ware kortsluiting tussen het begin enhet einde van de kennisketen: ‘All Gorereads Science’. Bestuurders en politicivroegen zich af of beleid wel was gebaseerdop de juiste informatie. Vragen diegesteld werden waren onder meer ‘Wordthet verdrogingsprobleem overschat?’ en‘Zijn bufferzones te groot?’, terwijl ookover definities van verdroging, grondwaterstanden andere gerelateerde termendiscussie ontstond. De Alterra-werkgroep‘Meten en Interpreteren van Grondwaterstanden’(MIG) ging terug naar het begin,STROMINGEN 19 (2013), NUMMER 1 79

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!