Stromingen-JRG19nr1 - Nederlandse Hydrologische Vereniging

Stromingen-JRG19nr1 - Nederlandse Hydrologische Vereniging Stromingen-JRG19nr1 - Nederlandse Hydrologische Vereniging

12.07.2015 Views

Tenslotte vermelden we dat de STOWA voornemens is om BOWA complementair inzetbaarte maken met de SchadeSchatter, een tool dat recent ontwikkeld is en waarmeewaterschappen straks op basis van schadefuncties inundaties kunnen omrekenen naareuro’s ten behoeve van afwegingsprocessen.ReferentiesR. G. J. Velner en M. J. Spijker (2011) Standaard werkwijze voor de toetsing vanwatersystemen aan de normen voor Regionale Wateroverlast”, STOWA Rapport 2011-31.G. W. Hazeu (2005) Landelijk Grondgebruiksbestand Nederland (LGN5): vervaardiging,nauwkeurigheid en gebruik”, Rapport 1213, Alterra Wageningen.P. A. J. Van Oort, A. K. Bregt, S. de Bruin en A. J. W. de Wit (Spatial variability inclassification accuracy of agricultural crops in the Dutch national land-cover database.M. J. Kallen, A. A. J. Botterhuis en H.A.M. Hakvoort (2012) Berekenen Onzekerheidvan de Wateropgave (BOWA): rekenmodule ten behoeve van de toetsing watersystemenaan regionale wateroverlast”, STOWA Rapport 2012-05.40STROMINGEN 19 (2013), NUMMER 1

Proefschrift ‘Spatial prediction ofwater table dynamics in Flanders’door Johan van de WauwVerslaggever: Martin Knotters“Ondiepe watertafels zijn een van debelangrijkste landschapskenmerken, diehet mogelijk landgebruik bepalen: …”.Zo begint de Nederlandstaligesamenvatting van het proefschrift(http://hdl.handle.net/1854/LU-3040427)dat Johan Van de Wauw op 22 oktober2012 verdedigde bij de Universiteit Gent.Zijn belangstelling voor de diepte tot hetgrondwater komt voort uit zijn interessein natuurbeheer en natuurstudie, en dezebelangstelling leidde tot een zeer lezenswaardigproefschrift. Johan’s promotorwas prof.dr. Peter Finke, die in het verledenin Nederland de stuwende krachtwas achter de totstandkoming vanactualisaties van de grondwatertrappenkaart(Gt) in de vorm van kaarten vande grondwaterdynamiek (Gd).In het eerste hoofdstuk, General Introduction,beschrijft Johan waarom informatieover de diepte tot het grondwater inVlaanderen zo belangrijk is. Hij geeft eenoverzicht van wat er in het verleden aaninformatie is verzameld en wat er moetgebeuren. Dit mondt uit in een onderzoeksdoel,uitgewerkt in een aantal heldergeformuleerde onderzoeksvragen.De nationale bodemkaart van België(N.B.: schaal 1:20.000, kom daar eensom in Nederland!) geeft informatie overnatuur-lijke drainageklassen. Deze zijngebaseerd op roest- en reductieverschijnselendie tijdens de bodemkarteringzijn waargenomen aan het bodemprofiel.Op basis van de diepte van deze verschijnselenen de textuur van de grondzijn negen drainageklassen vastgesteld,zoals goed, matig en slecht gedraineerd.Goed, matig en slecht moeten wordengelezen in het licht van bodemgeschiktheidvoor landbouwkundig gebruik.De drainageklassen op de bodemkaartvan België informeren dus al direct overde geschiktheid voor landbouw, terwijl inNederland eerst combinaties van bodemtypenen Gt-klassen moet worden vertaaldmet bijvoorbeeld de HELP-tabellen.Die HELP-tabellen worden overigens ookin België toegepast. Voor deze toepassing,maar ook voor allerlei andere toepassingenop het gebied van ecologie, landbouw,bodemdegradatie en milieu is informatieover de grondwaterstand nodig. Het doelvan Johan’s promotieonderzoek was omverschillende methoden te evalueren omde kaart van natuurlijke drainageklassente actualiseren tot een kaart die deruimtelijke en temporele variatie van degrondwaterstandsdiepte weergeeft, enom gebieden aan te wijzen waar zo’nactualisatie noodzakelijk is.In hoofdstuk 2 behandelt Johan de vraaghoe de temporele variatie van de dieptetot het grondwater kan worden beschreven.De bekende gemiddeld hoogste,laagste en voorjaarsgrondwaterstand(GxG) komen hierbij aan de orde en hetSTROMINGEN 19 (2013), NUMMER 1 41

Proefschrift ‘Spatial prediction ofwater table dynamics in Flanders’door Johan van de WauwVerslaggever: Martin Knotters“Ondiepe watertafels zijn een van debelangrijkste landschapskenmerken, diehet mogelijk landgebruik bepalen: …”.Zo begint de Nederlandstaligesamenvatting van het proefschrift(http://hdl.handle.net/1854/LU-3040427)dat Johan Van de Wauw op 22 oktober2012 verdedigde bij de Universiteit Gent.Zijn belangstelling voor de diepte tot hetgrondwater komt voort uit zijn interessein natuurbeheer en natuurstudie, en dezebelangstelling leidde tot een zeer lezenswaardigproefschrift. Johan’s promotorwas prof.dr. Peter Finke, die in het verledenin Nederland de stuwende krachtwas achter de totstandkoming vanactualisaties van de grondwatertrappenkaart(Gt) in de vorm van kaarten vande grondwaterdynamiek (Gd).In het eerste hoofdstuk, General Introduction,beschrijft Johan waarom informatieover de diepte tot het grondwater inVlaanderen zo belangrijk is. Hij geeft eenoverzicht van wat er in het verleden aaninformatie is verzameld en wat er moetgebeuren. Dit mondt uit in een onderzoeksdoel,uitgewerkt in een aantal heldergeformuleerde onderzoeksvragen.De nationale bodemkaart van België(N.B.: schaal 1:20.000, kom daar eensom in Nederland!) geeft informatie overnatuur-lijke drainageklassen. Deze zijngebaseerd op roest- en reductieverschijnselendie tijdens de bodemkarteringzijn waargenomen aan het bodemprofiel.Op basis van de diepte van deze verschijnselenen de textuur van de grondzijn negen drainageklassen vastgesteld,zoals goed, matig en slecht gedraineerd.Goed, matig en slecht moeten wordengelezen in het licht van bodemgeschiktheidvoor landbouwkundig gebruik.De drainageklassen op de bodemkaartvan België informeren dus al direct overde geschiktheid voor landbouw, terwijl inNederland eerst combinaties van bodemtypenen Gt-klassen moet worden vertaaldmet bijvoorbeeld de HELP-tabellen.Die HELP-tabellen worden overigens ookin België toegepast. Voor deze toepassing,maar ook voor allerlei andere toepassingenop het gebied van ecologie, landbouw,bodemdegradatie en milieu is informatieover de grondwaterstand nodig. Het doelvan Johan’s promotieonderzoek was omverschillende methoden te evalueren omde kaart van natuurlijke drainageklassente actualiseren tot een kaart die deruimtelijke en temporele variatie van degrondwaterstandsdiepte weergeeft, enom gebieden aan te wijzen waar zo’nactualisatie noodzakelijk is.In hoofdstuk 2 behandelt Johan de vraaghoe de temporele variatie van de dieptetot het grondwater kan worden beschreven.De bekende gemiddeld hoogste,laagste en voorjaarsgrondwaterstand(GxG) komen hierbij aan de orde en hetSTROMINGEN 19 (2013), NUMMER 1 41

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!