12.07.2015 Views

Stromingen-JRG19nr1 - Nederlandse Hydrologische Vereniging

Stromingen-JRG19nr1 - Nederlandse Hydrologische Vereniging

Stromingen-JRG19nr1 - Nederlandse Hydrologische Vereniging

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Onderstaand geven we eerst aan hoe BOWA de wateropgave berekent, daarna lichtenwe toe hoe deze berekening verdiept kan worden door onzekerheden in invoergegevensin beschouwing te nemen. We sluiten het artikel af door aan te geven hoe eengebruiker met BOWA aan de slag kan en we geven als laatste nog onze ideeën voorverdere uitbreiding.Berekenen van de wateropgave met BOWADe invoer van een toetsing is een verzameling kaarten van maatgevende waterstanden,maaiveldhoogtes en grondgebruik. Stel dat elk van deze kaarten beschikbaar is alseen raster, dan bevat elke cel van deze rasters een enkele waarde voor de waterstand,de hoogte van het maaiveld t.o.v. NAP, of een getal dat een categorie van grondgebruikweergeeft. Voor de toetsing aan de normen voor regionale wateroverlast berekenenwe de wateropgave voor vier grondgebruiksvormen, namelijk: grasland, akkerbouw,stedelijk gebied, en glastuinbouw en hoogwaardige land- en tuinbouw.Als invoer zijn de volgende kaarten nodig:O een shapefile met toetseenheden (veelal zijn dit afwateringseenheden),O een shapefile met peilgebieden ten behoeve van de statistische analyse van maatgevendewaterstanden,O vier rasters (asciigrids) met maatgevende waterstanden (herhalingstijden van10, 25, 50 en 100 jaar),O één raster met maaiveldhoogtes (veelal het AHN), enO één raster met grondgebruikcodes (veelal een gereclassificeerd LGN).Per toetseenheid groepeert het programma de rastercellen op basis van de vier normfuncties.Voor elke groep bepaalt BOWA vervolgens de toetshoogte. Dit is de hoogte dieovereenkomt met het maaiveldcriterium. Neem als voorbeeld de groep cellen die alsgrasland geclassificeerd zijn: in de normen van het NBW staat dat maximaal 5% van deoppervlakte met deze functie mag inunderen bij een waterstand die we gemiddeld éénkeer in tien jaar verwachten. De toetshoogte wordt dus zodanig gekozen dat 5% vande rastercellen lager liggen dan deze hoogte. Alle rastercellen waarbij de maatgevendewaterstand hoger ligt dan de toetshoogte, voldoen niet aan de betreffende norm voorregionale overlast.Berekenen van onzekerheid in de wateropgaveDe wateropgave is het resultaat van een GIS postprocessing op een hydrologischmodelresultaat. Om onze onzekerheid in het resultaat van een modelberekeningte bepalen, moeten we eerst onze onzekerheid over de waarden van de invoeren de modelparameters kwantificeren. We kunnen ook onzeker zijn over de juistheidvan het model, maar dit laten we buiten beschouwing omdat nu eenmaal afgesprokenis om de wateropgave op deze manier te berekenen. Als alle onzekerhedengekwantificeerd zijn, gebruiken we het model om deze te vertalen naar de onzekerheidin de wateropgave.36STROMINGEN 19 (2013), NUMMER 1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!