12.07.2015 Views

Stromingen-JRG19nr1 - Nederlandse Hydrologische Vereniging

Stromingen-JRG19nr1 - Nederlandse Hydrologische Vereniging

Stromingen-JRG19nr1 - Nederlandse Hydrologische Vereniging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6. De maaiveldafvoer is in alle situaties gering. Een aanwijzing dat de doorgerekendesituaties als intensief gedraineerd kunnen worden gekarakteriseerd.7. De maatgevende afvoer neemt toe door intensiever en ondieper te draineren. En hoeintensiever hoe meer de toename. Het gemiddeld bergend vermogen op 1 april geeftwel enige verklaring maar de relatie is niet eenduidig.8. Het effect op de gewasverdamping is beperkt. Beide profielen hebben een goedvochtleverend vermogen. De HELP-tabel geeft voor beide profielen eveneens eengeringe droogteschade tussen 1% resp. 3%.9. De SOW-50 is voor deze gronden geen goede maat voor wateroverlast want geeftte lage waarden om discriminerend te zijn. Vanuit criteria voor draagkracht isook te beredeneren dat de grondwaterstandsgrens dieper moet worden gelegd,bijv. op 80 cm-mv.Beleidsmatig relevante conclusiesDe voor Rijnland belangrijkste conclusie is dat het uitgevoerde onderzoek indiceert dathet mogelijk is de mogelijk negatieve effecten van peilverhoging in Polder De Noordplasen de daarmee gepaard gaande verondieping van de drains met 20 cm op de waterhuishoudingvan de landbouwpercelen ongedaan te maken door de drains nauwer teleggen, van (in het rekenvoorbeeld) 12 m naar 7 m. Een halvering van de drainafstandis dus een veilig advies.Een nog ondiepere ligging van de drains wordt als onwenselijk beschouwd omdat dedrainafstand dan extreem nauw wordt, los van de vraag of de verslechtering daarmeewel ongedaan kan worden gemaakt. We verwachten, op basis van de sterke opdrachtigheidvan de gronden, dat vooral het aantal werkbare dagen zal afnemen. De grens ismodelmatig niet ‘opgezocht’. Op grond van expertise is de minimale draindiepte gelegdbij 100 cm.De ‘prijs’ die Rijnland betaalt voor de peilverhoging is dat de maatgevende afvoerensignificant kunnen toenemen. Maar of dit ook geldt voor nog extremere afvoeren is nietzeker. Zie discussie.Daarmee zijn de drie in de inleiding gegeven vragen beantwoord.DiscussieDe correlatie tussen GHG en aantal werkbare dagen in het voorjaar is zwak. Met alsvoorbeeld de Poldervaaggrond: een vrijwel zelfde aantal werkbare dagen (16 resp. 17)terwijl de berekende GHG 61 resp. 72 cm-mv is. Bij toepassing van de HELP-tabel isde natschade 6% resp. 4%. Dit komt doordat landbouwkundige bewerkingen niet tijdenshet GHG-moment uitgevoerd worden (winter), maar vooral in het (vroege) voorjaar.Een aanwijzing dat het fundament van de HELP-tabel ‘(koppeling nat-en droogteschadeaan GHG en GLG) voor dergelijke gedraineerde gronden zwak is? Het is in ieder gevaleen ondersteuning voor één van de punten in het pleidooi de HELP-tabel te actualiseren(Van Bakel en Van den Eertwegh, 2011).32STROMINGEN 19 (2013), NUMMER 1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!