12.07.2015 Views

Deelrapport trendanalyse domein Werk en ... - Nationaal Archief

Deelrapport trendanalyse domein Werk en ... - Nationaal Archief

Deelrapport trendanalyse domein Werk en ... - Nationaal Archief

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011InleidingHet <strong>domein</strong> <strong>Werk</strong> & Inkom<strong>en</strong> bestrijkt in beginsel e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig terrein: de arbeid die inNederland wordt verricht <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> het inkom<strong>en</strong> van burgers anderzijds. Het <strong>domein</strong>bestrijkt werk (vraag naar arbeid, arbeidsinhoud, arbeidsomstandighed<strong>en</strong>), werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong>(arbeidsaanbod), inkom<strong>en</strong> uit werk <strong>en</strong> de relaties tuss<strong>en</strong> werk <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>(arbeidsmarkt, arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, arbeidsverhouding<strong>en</strong>), <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> zonder werk(sociale zekerheid, particuliere voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>).Het <strong>domein</strong> <strong>Werk</strong> & Inkom<strong>en</strong> sluit nauw aan bij <strong>en</strong> overlapt deels met het <strong>domein</strong>Economie. Bij dat <strong>domein</strong> is reeds aangegev<strong>en</strong> dat bepaalde ontwikkeling<strong>en</strong> die in detr<strong>en</strong>ds bij Economie zijn beschrev<strong>en</strong> bij <strong>Werk</strong> & Inkom<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgediept. Datgeldt bijvoorbeeld voor de rol van de sociale partners <strong>en</strong> voor flexibilisering van <strong>en</strong>participatie in arbeid.Het <strong>domein</strong> <strong>Werk</strong> & Inkom<strong>en</strong> is in het projectplan Tr<strong>en</strong>danalyse 1976–2005 opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>als (Zorg voor) werk, inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> besteding<strong>en</strong>, met daarbinn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de thema’s:- Arbeidsmarkt- Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>- Arbeidvoorwaard<strong>en</strong>- Sociale verzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitkering.Het onderdeel besteding<strong>en</strong>, met het eraan verbond<strong>en</strong> thema consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, is daarbij e<strong>en</strong>vreemde e<strong>en</strong>d in de bijt, waaraan e<strong>en</strong> heel ander soort maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong>gerelateerd is dan die welke betrekking hebb<strong>en</strong> op het verwerv<strong>en</strong> of verkrijg<strong>en</strong> vaninkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de daarmee verbond<strong>en</strong> thema’s van arbeid <strong>en</strong> sociale zekerheid. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun besteding<strong>en</strong> aan de orde bij Cultuur: Leefstijl <strong>en</strong>Maatschappij <strong>en</strong> bij Economie. Besteding<strong>en</strong> is daarom geschrapt als onderdeel van dit<strong>domein</strong>.<strong>Werk</strong>wijzeDe oriëntatie op het <strong>domein</strong> <strong>Werk</strong> & Inkom<strong>en</strong> heeft conform de gebruikelijke werkwijzevan de Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005 plaatsgevond<strong>en</strong>. De hoofdstukk<strong>en</strong> Arbeid <strong>en</strong> SocialeZekerheid uit het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Rapport 1998 (25 jaar sociale verandering) zijngescand op typer<strong>en</strong>de ontwikkeling<strong>en</strong>. Hetzelfde is gebeurd met de hoofdstukk<strong>en</strong> ICT <strong>en</strong>Sam<strong>en</strong>leving, Arbeidsmarkt <strong>en</strong> Sociale Zekerheid uit het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Rapport2004, <strong>en</strong> het artikel ’E<strong>en</strong> succesvolle gedaantewisseling? De hervorming van de socialezekerheid 1985–2010’ van Cok Vrooman (SCP) in het Tijdschrift voorArbeidsvraagstukk<strong>en</strong> 2010.Voor dit <strong>domein</strong> bleek het SCP-materiaal e<strong>en</strong> rijke bron. Bij het SCP bestaat e<strong>en</strong> aparteonderzoeksgroep Arbeid, Inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> Sociale Zekerheid, waarvan het onderzoeksgebiedhet <strong>domein</strong> <strong>Werk</strong> & Inkom<strong>en</strong> vrijwel geheel overlapt. Naast de bijdrag<strong>en</strong> vanuit dezeonderzoeksgroep in de gescande bronn<strong>en</strong> is bij het SCP nog e<strong>en</strong> groot aantalgespecialiseerde publicaties beschikbaar, die in de loop van het onderzoek b<strong>en</strong>ut zijn.In de oriënter<strong>en</strong>de fase is ook e<strong>en</strong> gesprek gevoerd met oud-staatssecretaris van SocialeZak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid Elske ter Veld.Deze oriëntatie heeft plaatsgevond<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de achtergrond van de oriëntatie <strong>en</strong> hetonderzoek dat eerder op het <strong>domein</strong> Economie heeft plaatsgevond<strong>en</strong>, waar de nadruk lagop historische literatuur <strong>en</strong> de inbr<strong>en</strong>g van economisch historici.Aan de hand van de resultat<strong>en</strong> uit de oriënter<strong>en</strong>de fase is e<strong>en</strong> voorlopige indeling van het<strong>domein</strong> gemaakt <strong>en</strong> zijn onderwerp<strong>en</strong> voor tr<strong>en</strong>dbeschrijving<strong>en</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerd. Aan deled<strong>en</strong> van de klankbordgroep is gevraagd de indeling <strong>en</strong> opzet te becomm<strong>en</strong>tariër<strong>en</strong>. Hunopmerking<strong>en</strong> zijn meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de indeling <strong>en</strong> de tr<strong>en</strong>dbeschrijving<strong>en</strong> van het <strong>domein</strong>.Daarnaast zijn naar aanleiding van hun reactie twee tr<strong>en</strong>ds die bij Economie zijnbeschrev<strong>en</strong> ook opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij <strong>Werk</strong> & Inkom<strong>en</strong>, omdat ze de grote lijn<strong>en</strong> <strong>en</strong>achtergrond<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong> voor de specifieke ontwikkeling<strong>en</strong> die in de tr<strong>en</strong>ds van <strong>Werk</strong> &Inkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgewerkt.De ontwikkeling van werk <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> is niet te begrijp<strong>en</strong> zonder het verschijnsel vangeorganiseerde arbeidsverhouding<strong>en</strong>. e<strong>en</strong> systeem van overleg tuss<strong>en</strong> werkgevers,3


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011werknemers (de 'sociale partners') <strong>en</strong> overheid, dat grote invloed heeft op deloonvorming <strong>en</strong> andere arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>. De grote lijn<strong>en</strong> daarvan zijn inbov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde tr<strong>en</strong>ds opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Er is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> tweede systeem van groteinvloed op het bestaan van werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkloz<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat is het geheel van wetgeving<strong>en</strong> regels inzake de sociale zekerheid. Ook daarover is bij Economie e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>d ophoofdlijn<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (De Liberalisering van de verzorgingsstaat: van e<strong>en</strong> verdel<strong>en</strong>devia e<strong>en</strong> terugtred<strong>en</strong>de naar e<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>de overheid), maar dit wordt uitgebreiduitgewerkt in dit <strong>domein</strong>.Buit<strong>en</strong> de tr<strong>en</strong>ds van Economie zijn ook in andere <strong>domein</strong><strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>die betrekking hebb<strong>en</strong> bepaalde aspect<strong>en</strong> van werk <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld is detr<strong>en</strong>d “Het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat: omvorming van het uitvoeringsapparaat tot e<strong>en</strong>publieke <strong>en</strong> maatschappelijk repres<strong>en</strong>tatieve di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>er” in het <strong>domein</strong> Politiek &Op<strong>en</strong>baar Bestuur. Omdat dit e<strong>en</strong> belangrijke ontwikkeling is in de aard van het werkvoor e<strong>en</strong> grote groep werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> is ook deze tr<strong>en</strong>d bij <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.ExpertsNaast de heer C. Vrooman (SCP) <strong>en</strong> mevrouw E. ter Veld (voormalig staatssecretaris vanSociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid) zijn geraadpleegd prof. dr. A.J. Steijn (hoogleraarHRM in de publieke sector aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam) <strong>en</strong> dhr. W. Kok(voormalig FNV-bestuurder <strong>en</strong> minister-presid<strong>en</strong>t).ValidatieDe opmerking<strong>en</strong> van de klankbordgroep bij de behandeling van het tuss<strong>en</strong>rapport werk<strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>, medio juni 2011, zijn verwerkt.De twee tr<strong>en</strong>ds uit het <strong>domein</strong> Economie zijn door bij dat <strong>domein</strong> betrokk<strong>en</strong> expertsgevalideerd. De hotspots <strong>en</strong> overige tr<strong>en</strong>ds zijn ter validatie voorgelegd aan de heer C.Vrooman <strong>en</strong> prof.dr. A.J. Steijn. Hun opmerking<strong>en</strong> zijn nog niet verwerkt.IndelingDe indeling van het <strong>domein</strong> in sub<strong>domein</strong><strong>en</strong>, tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots is als volgt (zievolg<strong>en</strong>de pagina):4


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Economie, werk <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>1. Verandering<strong>en</strong> in de conjunctuur <strong>en</strong> in de structuur van de economie (tr<strong>en</strong>dEconomie)2. De rijksoverheid: van speler naar ondersteuner (tr<strong>en</strong>d Economie)3. Welvaartsgroei (tev<strong>en</strong>s metatr<strong>en</strong>d)4. De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de actieve rol van de sociale partners t<strong>en</strong> opzichte van de overheidHet werk5. Regradatie van het beroepsniveau van de werkzame beroepsbevolking6. Verander<strong>en</strong>de (visie op de) kwaliteit van arbeid <strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het aantal Arbowett<strong>en</strong><strong>en</strong> -regels7. Opkomst van het managerialismeArbeidsaanbod <strong>en</strong> arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>8. Het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat: omvorming van het uitvoeringsapparaat tot e<strong>en</strong>publieke <strong>en</strong> maatschappelijk repres<strong>en</strong>tatieve di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>er (tr<strong>en</strong>d Politiek &Op<strong>en</strong>baar Bestuur)9. Groei<strong>en</strong>de, maar gediffer<strong>en</strong>tieerde arbeidsparticipatie10. Flexibilisering van de arbeidsmarkt: van lifetime employm<strong>en</strong>t naar tijdelijkedi<strong>en</strong>stverband<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig ondernemerschap11. Verandering<strong>en</strong> in werkloosheidsbeleid: van verberg<strong>en</strong> tot activer<strong>en</strong>12. To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aandacht voor gelijke behandeling <strong>en</strong> discriminatie op dearbeidsmarktInkom<strong>en</strong> zonder werk13. Verandering<strong>en</strong> in system<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelsels voor inkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> arbeid:verzakelijking <strong>en</strong> versobering van sociale zekerheid14. Verandering<strong>en</strong> in system<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelsels voor inkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> arbeid:proactivering <strong>en</strong> ontcorporatisering van sociale zekerheid15. Versobering van de inkom<strong>en</strong>s buit<strong>en</strong> arbeidHotspots1. Shell-staking (1979)2. Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar (1982) (reeds beschrev<strong>en</strong> bij Economie)3. Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>staking<strong>en</strong> (1983)4. PTT-verhuizing naar Groning<strong>en</strong> (1984)5. Verpleegkundig<strong>en</strong>oproer (1988-1990) (reeds beschrev<strong>en</strong> bij Gezondheid)6. Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête uitvoeringsorgan<strong>en</strong> sociale verzekering<strong>en</strong> (1992)7. Hand<strong>en</strong> af van de AOW (1994)8. CTSV-affaire (1996)9. Staking<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huispersoneel (2001)10. Code Tabaksblat (2003) (reeds beschrev<strong>en</strong> bij Economie)5


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 1 - Verandering<strong>en</strong> in de conjunctuur <strong>en</strong> in de structuur van deeconomie <strong>en</strong> van de arbeidsverhouding<strong>en</strong>Metatr<strong>en</strong>ds- Europeanisering- Mondialisering- Emancipatie <strong>en</strong> participatie- Technologisering <strong>en</strong> informatisering- Verzakelijking- Herschikking van institutionele verband<strong>en</strong> <strong>en</strong> structur<strong>en</strong>Relatie met- Tr<strong>en</strong>d: alle tr<strong>en</strong>ds in het <strong>domein</strong> Economie- Hotspots: alle hotspots in het <strong>domein</strong> Economie- Domein: alle <strong>domein</strong><strong>en</strong>DateringJar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig - 2005BeschrijvingDe Nederlandse economie heeft sinds de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig aanmerkelijke verandering<strong>en</strong>gek<strong>en</strong>d. Dat gebeurde binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vaste context: er was sprake van e<strong>en</strong> kleine, op<strong>en</strong>economie, met e<strong>en</strong> relatief groot aantal multinationals, zeer actief in export <strong>en</strong> import <strong>en</strong>ook in investering<strong>en</strong> in het buit<strong>en</strong>land. Dat blijkt uit het gegev<strong>en</strong> dat in de periode 1969– 2005 zowel de invoer als de uitvoer van goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> verzesvoudigd is, terwijlde nationale besteding<strong>en</strong> in die periode amper verdubbeld zijn. De wederuitvoer is,vooral sinds de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig, e<strong>en</strong> steeds groter deel gaan uitmak<strong>en</strong> van de totale in<strong>en</strong>uitvoer. In 2005 was dat circa 25 proc<strong>en</strong>t. Nederland heeft hierbij flink profijtgetrokk<strong>en</strong> van de Europese e<strong>en</strong>wording; het heeft zich ontwikkeld tot toegangspoort voorandere EU-land<strong>en</strong>, onder meer voor product<strong>en</strong> uit Aziatische land<strong>en</strong>. [CBS, 2008: 20,21]In de binn<strong>en</strong>landse verhouding<strong>en</strong> was na de Tweede Wereldoorlog e<strong>en</strong> systeem gegroeidwaarin sprake was van e<strong>en</strong> sterke mate van institutionalisering, nog versterkt door deverzuiling waarin elke ‘poot’ nog e<strong>en</strong>s was opgedeeld in e<strong>en</strong> aantal parallelleorganisaties. Daarbij speelde de rijksoverheid e<strong>en</strong> belangrijke rol, in de eerste plaats bijhet - in sam<strong>en</strong>spraak met politieke partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> vakbeweging - creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> uitgebreidpakket aan sociale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>: de verzorgingsstaat. De rijksoverheid oef<strong>en</strong>de ookdirecte invloed uit op de economie. In combinatie met e<strong>en</strong> actieve industrialisatiepolitiekwas er, tot in de jar<strong>en</strong> zestig, sprake van geleide loonpolitiek, met het doel de nominalelon<strong>en</strong> laag te houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo bedrijvigheid te bevorder<strong>en</strong>. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 15,16]Deze geleide loonpolitiek moest daarna word<strong>en</strong> losgelat<strong>en</strong>: door de lage werkloosheidrespectievelijk grote behoefte aan arbeidskracht<strong>en</strong> werd het stelsel onhoudbaar. Derijksoverheid bleef zich echter int<strong>en</strong>sief met de arbeidsmarkt <strong>en</strong> de loonvormingbemoei<strong>en</strong>. Ook bij andere economische kwesties kreeg de overheid steeds meer e<strong>en</strong>leid<strong>en</strong>de rol. De traditionele, vooroorlogse laissez-faire politiek was naar de achtergrondverdw<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> bij het oploss<strong>en</strong> van economische problem<strong>en</strong> was de staat alsvanzelfsprek<strong>en</strong>d partij. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 16] In de Nederlandse economie speeld<strong>en</strong>grote, deels multinationale industriële onderneming<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol, zowel voor watbetreft hun bijdrage aan het nationaal product als door het grote aantal werknemers datdaar e<strong>en</strong> baan had gevond<strong>en</strong>. Met de economische crisis die in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tigontstond <strong>en</strong> die in Nederland vooral begin jar<strong>en</strong> tachtig trof, kwam<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijkeverandering<strong>en</strong> op gang.Het bruto binn<strong>en</strong>lands product (BBP) in Nederland, als indicator voor de conjunctuur, issinds de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig overweg<strong>en</strong>d gegroeid, maar er zijn ook period<strong>en</strong> geweest dat ersprake was van neergang. In het begin van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig bevond Nederland zich ine<strong>en</strong> economische bloeiperiode. De groei van het BBP bedroeg in 1970 ruim 6 proc<strong>en</strong>t, die6


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011van bedrijfsinvestering<strong>en</strong> in vaste activa 11,2 proc<strong>en</strong>t. Maar al snel begon de economiete stagner<strong>en</strong>. De werkloosheid steeg <strong>en</strong> ook de instroom in de regeling van deArbeidsongeschiktheidswet (WAO) nam gestaag toe. De arbeidsproductiviteit steeg nogaanzi<strong>en</strong>lijk, <strong>en</strong> dat zorgde er aanvankelijk voor dat de groei van het BBP hoog bleef. Dithield verband met de hoge loonkost<strong>en</strong>, waardoor het aantrekkelijk was om verouderdekapitaalgoeder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lage arbeidsproductiviteit te vervang<strong>en</strong> door meer efficiënteproductiemiddel<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> nev<strong>en</strong>effect was wel uitstoot van arbeid, waardoor dewerkloosheid verder to<strong>en</strong>am. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 220] Na 1977 zakte deproductiviteitsstijging ook in, tot e<strong>en</strong> niveau rond de 1 proc<strong>en</strong>t.Door de eerste (1973) <strong>en</strong> vooral de tweede oliecrisis (1979), het instort<strong>en</strong> van dehuiz<strong>en</strong>markt, de sterk stijg<strong>en</strong>de r<strong>en</strong>te <strong>en</strong> hoge inflatie nam de economische groei af, metals dieptepunt e<strong>en</strong> krimp van 1,2 proc<strong>en</strong>t in 1982. De bedrijfsinvestering<strong>en</strong> daald<strong>en</strong>sterk, in 1981 met 9,4 proc<strong>en</strong>t. Het arbeidsvolume daalde nav<strong>en</strong>ant, in 1982 zelfs met2,4 proc<strong>en</strong>t. [CBS, 2008: 18] Er werd e<strong>en</strong> steeds groter beroep op uitkering<strong>en</strong> gedaan,zowel voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid als ook ziekte. De WAO werd voorwerkgevers <strong>en</strong> werknemers e<strong>en</strong> uitweg om bij reorganisaties <strong>en</strong> ontslag<strong>en</strong> werknemersrelatief goed weg te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. De collectieve uitgav<strong>en</strong> steg<strong>en</strong> <strong>en</strong>orm. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>war<strong>en</strong> in de periode daarvoor allerlei ‘automatische koppeling<strong>en</strong>’ aangebracht tuss<strong>en</strong>uitkering<strong>en</strong> <strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>salariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gemiddelde loonstijging in de private sector.Die lon<strong>en</strong> war<strong>en</strong> weer gekoppeld aan de stijging van de kost<strong>en</strong> van lev<strong>en</strong>sonderhoud mete<strong>en</strong> opslag voor de geraamde stijging van de arbeidsproductiviteit. De stroom aanaardgasbat<strong>en</strong> die sinds de jar<strong>en</strong> zestig richting schatkist vloeide had veel van dit soortvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> mogelijk gemaakt, vooral to<strong>en</strong> na de eerste oliecrisis de olieprijs, waar degasprijs aan gekoppeld was, verviervoudigde. [De Kam, 1997] Dit stelsel werd nuonbetaalbaar; er was sprake van e<strong>en</strong> zware belasting van de overheidsuitgav<strong>en</strong>. [vanZand<strong>en</strong>, 1997: 97-99]De crisis begin jar<strong>en</strong> tachtig markeerde <strong>en</strong> was deels ook oorzaak van e<strong>en</strong> aantalbelangrijke verandering<strong>en</strong> in de Nederlandse economie. In de situatie zoals die ontstaanwas bleek de aanpak van verstoring<strong>en</strong> in de economie, zoals die na de TweedeWereldoorlog in zwang was gekom<strong>en</strong>, niet langer te pass<strong>en</strong>. In dit model - ‘Keynesiaans’,naar de Britse econoom John Maynard Keynes – werd uitgegaan van e<strong>en</strong> nationale,institutioneel georganiseerde economie, waarbij in geval van verstoring van deeconomische ontwikkeling het herstel niet aan de vrije kracht<strong>en</strong> van de markt werdovergelat<strong>en</strong>, maar door de overheid actief werd ingegrep<strong>en</strong>. Dat gebeurde anticyclisch:bij neergang gebeurde dit door vraag te stimuler<strong>en</strong> door hogere overheidsuitgav<strong>en</strong> <strong>en</strong>belastingverlaging, bij oververhitting door de vraag af te remm<strong>en</strong> met minderoverheidsuitgav<strong>en</strong> <strong>en</strong> het afrom<strong>en</strong> van koopkracht. Nederland had hier e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> vormaan gegev<strong>en</strong>: sturing gebeurde vooral via de aanbodkant, met steun <strong>en</strong> subsidies voorbedrijv<strong>en</strong>. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 19]De ongebreidelde stijging van de overheidsuitgav<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de daarmee gepaard gaandeoplop<strong>en</strong>de belasting- <strong>en</strong> premiedruk, betek<strong>en</strong>de echter dat er in de periode jar<strong>en</strong>zev<strong>en</strong>tig - begin jar<strong>en</strong> tachtig ge<strong>en</strong> ruimte was om middel<strong>en</strong> in de economie te pomp<strong>en</strong>.Dit te meer omdat, door de internationale stijging van r<strong>en</strong>tetariev<strong>en</strong>, het steedsmoeilijker werd om daarvoor geld te l<strong>en</strong><strong>en</strong>. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 228]De schaarste aan middel<strong>en</strong> had e<strong>en</strong> grote invloed op het aandeel van de Nederlandseoverheid in de economie <strong>en</strong> de wijze waarop zij dat invulde. In de politiek-ambtelijkeverhouding<strong>en</strong> was e<strong>en</strong> systeem gegroeid van gesegm<strong>en</strong>teerde verband<strong>en</strong> van politici,pressiegroep<strong>en</strong>, hoge ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>en</strong> adviesorgan<strong>en</strong> die via ‘hun’ vakdepartem<strong>en</strong>t steedsmeer middel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ereerd<strong>en</strong> voor het belang dat zij verteg<strong>en</strong>woordigd<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeelddaarvan was het ’gro<strong>en</strong>e front’, van alle betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> bij de landbouwsector. Het bleekzeer lastig dit systeem te ontmantel<strong>en</strong>; de minister van Financiën moest zich te weerstell<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meerderheid van vakministers. Maar geleidelijk (overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>‘ombuiging<strong>en</strong>’ war<strong>en</strong> aanvankelijk vaak boterzacht) lukte het de collectieve uitgav<strong>en</strong> alsperc<strong>en</strong>tage van de BBP terug te dring<strong>en</strong>. Dat werd temeer pregnant to<strong>en</strong> in 1987 <strong>en</strong>1988, door de lage dollarkoers <strong>en</strong> het ine<strong>en</strong>stort<strong>en</strong> van de olieprijs het staatsaandeel in7


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011de aardgasbat<strong>en</strong> dramatisch terugliep: van 23 miljard guld<strong>en</strong> tot 7 miljard guld<strong>en</strong> perjaar. [De Kam, 1997]Hét middel voor het terugdring<strong>en</strong> van de collectieve uitgav<strong>en</strong> bleek het mak<strong>en</strong> vangedetailleerde afsprak<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> regeerakkoord. Dit werd ingevuld door verlaging vanambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>salariss<strong>en</strong> (vooral in het onderwijs) <strong>en</strong> het verminder<strong>en</strong> van dewerkgeleg<strong>en</strong>heid in de overheidssector, het bemoeilijk<strong>en</strong> van de toegang tot <strong>en</strong> hetverlag<strong>en</strong> van sociale uitkering<strong>en</strong> <strong>en</strong> het afbouw<strong>en</strong> van overdracht<strong>en</strong> aan hetbedrijfslev<strong>en</strong>, met name via het beëindig<strong>en</strong> van de Wet Investeringsrek<strong>en</strong>ing (WIR) in1988 <strong>en</strong> het verminder<strong>en</strong> van bijdrag<strong>en</strong> aan research & developm<strong>en</strong>t (R&D). [VanZand<strong>en</strong> 1997: 99, 100, 236]E<strong>en</strong> belangrijk elem<strong>en</strong>t in de verander<strong>en</strong>de verhouding<strong>en</strong> in de Nederlandse economie alsgeheel was het akkoord van Wass<strong>en</strong>aar, dat in 1982 geslot<strong>en</strong> werd tuss<strong>en</strong> werkgevers,werknemers <strong>en</strong> overheid. Hierbij verklaard<strong>en</strong> de vakbond<strong>en</strong> zich bereid tot loonmatiging<strong>en</strong> zelfs tot beperking van loonindexering. De werkgeversorganisaties steld<strong>en</strong> hierherverdeling van werk via verkorting van de werkweek teg<strong>en</strong>over. De overheid zouafzi<strong>en</strong> van verdere (poging<strong>en</strong> tot) ingrijp<strong>en</strong> in de loonontwikkeling. [van Zand<strong>en</strong>, 1997:229] In het vervolg van deze overe<strong>en</strong>komst verminderde de stijging van de nominaleloonkost<strong>en</strong> aanmerkelijk, waardoor de financiële positie van de bedrijv<strong>en</strong> sterkverbeterde.Vanaf 1983 begon de economie weer te groei<strong>en</strong>. Vooral de arbeidsproductiviteit steegsterk. Aanvankelijk daalde het arbeidsvolume nog, in 1983 met 1,6 proc<strong>en</strong>t, maar vanaf1985 begon het weer te stijg<strong>en</strong>. Dat ging door tot de (beperkte) stagnatie in de jar<strong>en</strong>1993 <strong>en</strong> 1994. [CBS, 2008: 60-63] De stijging van het arbeidsvolume kwam bijna geheeldoor de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de arbeidsparticipatie van vrouw<strong>en</strong>. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 212,213] Degroei van het BBP steeg jaarlijks weer met rond de 3 proc<strong>en</strong>t, in 1989 <strong>en</strong> 1990 zelfs metmeer dan 4 proc<strong>en</strong>t.Landbouw was e<strong>en</strong> grote groeisector. De industrie, die tijd<strong>en</strong>s de crisis gekromp<strong>en</strong> was,herstelde zich maar moeizaam. Uitzondering daarop was de voedingsmiddel<strong>en</strong>industrie,die zich in combinatie met de landbouw ontwikkelde. Ook de metaalindustrie deed hetbehoorlijk, behalve de scheepsbouw die na de ondergang van de RSV in 1983, door deharde internationale concurr<strong>en</strong>tie met lagelon<strong>en</strong>land<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landse werv<strong>en</strong> die al ofniet verdekt overheidssteun g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, zich steeds minder kon handhav<strong>en</strong>. [Van Zand<strong>en</strong>,1997: 216-218; website retro.nrc] In de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing trad e<strong>en</strong> duidelijke tweedelingop. De niet-commerciële di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing stond onder druk door voortgaandebezuinigingsoperaties van de overheid in de jar<strong>en</strong> tachtig. De commerciëledi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing werd de grote trekker voor de Nederlandse economie.Het karakter van de werkgeleg<strong>en</strong>heid in het Nederlandse bedrijfslev<strong>en</strong> was na de crisiswel veranderd. Er was e<strong>en</strong> ontwikkeling ingezet die tot in de jar<strong>en</strong> nul zou voortdur<strong>en</strong>.Tot 1970 was het industriële grootbedrijf e<strong>en</strong> dominante factor. Vanaf de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tigwas er al sprake van e<strong>en</strong> sterke to<strong>en</strong>ame van het belang van di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing voor dewerkgeleg<strong>en</strong>heid. Dat gold zowel voor commerciële di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing, vooral financieel <strong>en</strong>zakelijk, als de niet-commerciële di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing, zoals de zorg. Na de crisis nam hetbelang van de industrie steeds meer af, terwijl de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing sterk groeide. Terillustratie: in 1976 werkt<strong>en</strong> 1.148.900 person<strong>en</strong> in de industrie, 494.400 in de financiële<strong>en</strong> zakelijke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> 658.700 in de zorg <strong>en</strong> overige di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing. In 1990war<strong>en</strong> dat er respectievelijk 1.029.900, 848.500 <strong>en</strong> 825.800. In 2005 war<strong>en</strong> de aantall<strong>en</strong>respectievelijk 844.700, 1.320.300 <strong>en</strong> 1.196.300.Andere sector<strong>en</strong> liet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vergelijkbaar beeld zi<strong>en</strong>. In productiesector<strong>en</strong> als landbouw &visserij <strong>en</strong> bouw liep het aantal werkzame person<strong>en</strong> terug, waarbij in de bouw wel sprakewas van sterke wisseling<strong>en</strong> (voor de jar<strong>en</strong> 1976, 1990, 2005 landbouw & visserij:276.400, 245.000 <strong>en</strong> 214.700; de bouw: 474.800, 408.600, 449.600) In de sectorhandel, horeca <strong>en</strong> reparatie <strong>en</strong> in de sector vervoer daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> nam het aantalwerkzame person<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk toe (voor de jar<strong>en</strong> 1976, 1990, 2005 respectievelijk886.000, 1.021.000, 1.226.500 <strong>en</strong> 312.500, 354.900, 404.100).8


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011E<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>de stijger in de niet-commerciële di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing was de overheid, waarondanks voortdur<strong>en</strong>de aankondiging<strong>en</strong> van personeelsreductie het aantal werkzameperson<strong>en</strong> opliep van 678.400 in 1976, via 775.300 in 1990, tot 1.047.600 in 2005.Bij deze aantall<strong>en</strong> moet wel het werk<strong>en</strong> in deeltijd in aanmerking word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In deindustrie gebeurde dat nauwelijks: de voltijdratio was 97 proc<strong>en</strong>t in 1976, 96 proc<strong>en</strong>t in1990 <strong>en</strong> 95 proc<strong>en</strong>t in 2005. In de meer di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de sector<strong>en</strong> was deeltijdwerkvanaf het begin meer gebruikelijk: gedur<strong>en</strong>de de hele periode was de ratio voor definanciële <strong>en</strong> zakelijke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing rond 90 proc<strong>en</strong>t, voor de zorg rond de 82 proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor handel, horeca <strong>en</strong> reparatie tuss<strong>en</strong> 78 <strong>en</strong> 83 proc<strong>en</strong>t. [CBS, 2008: 60-63].De verschuiving van industriële naar de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de sector<strong>en</strong> had gevolg<strong>en</strong> voor dearbeidsverhouding<strong>en</strong>. De grote ‘oude’ industriële onderneming<strong>en</strong> war<strong>en</strong> belangrijk voorde werkgeleg<strong>en</strong>heid, zowel voor wat betreft het volume als voor het karakter van dearbeidsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>. Er was sprake van focus op lange termijn doelstelling<strong>en</strong>, <strong>en</strong> datvertaalde zich in langdurige arbeidsrelaties <strong>en</strong> zorg voor de werknemers. De crisis, metfaillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> sanering<strong>en</strong>, maakte aan veel van deze zekerhed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> einde.De vakbond<strong>en</strong> war<strong>en</strong> in de groeisector<strong>en</strong> van oudsher veel minder geworteld. T<strong>en</strong>opzichte van de flexibele, persoonsgerichte arbeidsrelaties die vooral in deze sector<strong>en</strong>steeds meer in zwang kwam<strong>en</strong>, hadd<strong>en</strong> zij moeite om e<strong>en</strong> aantrekkelijk <strong>en</strong> pass<strong>en</strong>daanbod te do<strong>en</strong>; de organisatiegraad nam gestaag af. Sinds bij het akkoord vanWass<strong>en</strong>aar e<strong>en</strong> aantal kroonjuwel<strong>en</strong> was opgeofferd, was met al de macht van devakbeweging afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. [Van Zand<strong>en</strong> 1997: 206]Met het - gedwong<strong>en</strong> - loslat<strong>en</strong> van het Keynesiaanse model verschoof de Nederlandseeconomie in de jar<strong>en</strong> tachtig, in navolging van de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> het Ver<strong>en</strong>igdKoninkrijk, in de richting van het Neoliberalisme, met vrije concurr<strong>en</strong>tie, focus op kortetermijn winst, formele juridische verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> rationeel marktgedrag. [Touw<strong>en</strong>,2006: 80]Vooral de grote onderneming<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met eis<strong>en</strong> van aandeelhouders om d<strong>en</strong>adruk te legg<strong>en</strong> op het realiser<strong>en</strong> van zoveel mogelijk divid<strong>en</strong>d, in plaats van tereserver<strong>en</strong> voor continuïteit <strong>en</strong> lange termijn winst. Tot in de jar<strong>en</strong> tachtig zorgd<strong>en</strong>beschermingsconstructies voor bescherming teg<strong>en</strong> overnames. Door fal<strong>en</strong>d managem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> mobiliteit van kapitaal <strong>en</strong> e<strong>en</strong> agressievereopstelling van institutionele beleggers werd de financiële autonomie van de groteonderneming<strong>en</strong> doorbrok<strong>en</strong>. Voor het do<strong>en</strong> van grootschalige investering<strong>en</strong> werd hetaantrekk<strong>en</strong> van kapitaal op de beurs, in plaats van terugploeg<strong>en</strong> van winst, noodzakelijk,mede omdat vanouds Nederland ge<strong>en</strong> traditie had van grote industriebank<strong>en</strong>, zoals diebijvoorbeeld in Duitsland al in de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw gegroeid was. [Touw<strong>en</strong>, 2006: 96]Dit was het begin van e<strong>en</strong> ontwikkeling waarbij het, vooral in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> nul,steeds vaker voorkwam dat, via het verwerv<strong>en</strong> van aandel<strong>en</strong>, (grote) onderneming<strong>en</strong> inhet bezit kwam<strong>en</strong> van ’hedge funds’ of ‘private equityfunds’. In e<strong>en</strong> aantal gevall<strong>en</strong>werd<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> opgekocht om deze op te splits<strong>en</strong> in onderdel<strong>en</strong>, om die vervolg<strong>en</strong>smet winst door te verkop<strong>en</strong>, ook al was dat teg<strong>en</strong> het belang van (continuïteit van) hetbetreff<strong>en</strong>de bedrijf. Nederlandse bedrijv<strong>en</strong> die zak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gedaan met of zijnaangevall<strong>en</strong> door hedge funds war<strong>en</strong> onder andere ABN-AMRO, Ahold, Philips, Stork,V<strong>en</strong>dex KBB, Versatel, VNU <strong>en</strong> Wolters Kluwer. [website Europa.nu]De verander<strong>en</strong>de verhouding<strong>en</strong> in het bedrijfslev<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> niet dat de strategischeallianties zoals die voorhe<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> bestond<strong>en</strong>, onder andere via personeleverband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> led<strong>en</strong> van rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong>, geheel verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>. Viag<strong>en</strong>tlem<strong>en</strong>’s agreem<strong>en</strong>ts, kartels <strong>en</strong>- to<strong>en</strong> deze door de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de invloed van de Europese regelgeving steeds minderacceptabel werd<strong>en</strong> - informele allianties, werd<strong>en</strong> inspanning<strong>en</strong> gecoördineerd, onderandere op het gebied van R&D. Ook was er sprake van e<strong>en</strong> grote mate van bereidheid totvrijwillige fusies. Bij het op<strong>en</strong> karakter van de Nederlandse economie, waarbij hetaandeel van import <strong>en</strong> export in het nationaal inkom<strong>en</strong> groot is, speelde de concurr<strong>en</strong>tiezich voornamelijk af op de buit<strong>en</strong>landse markt<strong>en</strong>. De binn<strong>en</strong>landse markt was relatiefgecoördineerd, met veel sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>. [Touw<strong>en</strong>, 2006: 96–98]9


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011De rijksoverheid trok zich terug uit de economie als produc<strong>en</strong>t, door het privatiser<strong>en</strong> vanstaatsbedrijv<strong>en</strong> als de PTT <strong>en</strong> de NS. Dit was in wez<strong>en</strong> het versneld <strong>en</strong> met meer krachtvoortzett<strong>en</strong> van beleid dat al in de jar<strong>en</strong> zestig was ingezet met het afstot<strong>en</strong> vanbelang<strong>en</strong> in bedrijv<strong>en</strong> als KLM, Hoogov<strong>en</strong>s <strong>en</strong> DSM. Na het RSV-debacle bouwde het rijkook haar politiek van subsidies aan noodlijd<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> af. De industriepolitiek werdgericht op het bevorder<strong>en</strong> van technologische innovatie <strong>en</strong> het stimuler<strong>en</strong> vangroeisector<strong>en</strong>.Door de vermindering van de overheidsuitgav<strong>en</strong> werd het mogelijk de economie testimuler<strong>en</strong> door het verlag<strong>en</strong> van belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale premies. Tuss<strong>en</strong> 1982 <strong>en</strong> 1995daalde het aandeel ervan in het BBP met meer dan 12 proc<strong>en</strong>t. [van Zand<strong>en</strong>, 1997: 230]Dat droeg bij aan duurzame loonmatiging in het vervolg op het akkoord van Wass<strong>en</strong>aarin 1982, waartoe de vakbond<strong>en</strong> bereid blek<strong>en</strong>. Dat ging wel met hort<strong>en</strong> <strong>en</strong> stot<strong>en</strong>. In1989 <strong>en</strong> 1990 was er sprake van flinke stijging van de lon<strong>en</strong>.Na e<strong>en</strong> korte, scherpe stijging in de jar<strong>en</strong> 1983 <strong>en</strong> 1984 bleef in de verdere jar<strong>en</strong> tachtig<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig de groei van de arbeidsproductiviteit beperkt. Dit was de keerzijde van deloonmatiging: door de beperking van de loonkost<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er weinig prikkels totinvester<strong>en</strong> in nieuwe, arbeidsbespar<strong>en</strong>de productiemiddel<strong>en</strong>. Loonmatiging leidde ook totterugvall<strong>en</strong> van de binn<strong>en</strong>landse vraag. Doordat de Nederlandse munt gekoppeld wasaan de Duitse mark <strong>en</strong> in Duitsland de lon<strong>en</strong> wel sterk steg<strong>en</strong>, pakte voor deNederlandse economie, met haar grote afhankelijkheid van export, het beleid vanloonmatiging grosso modo goed uit. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 232–235]To<strong>en</strong> eind jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig het BBP sterk bleef groei<strong>en</strong> raakte de arbeidsmarkt, vooral inde groeisector<strong>en</strong> als financiële <strong>en</strong> zakelijke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing, oververhit. E<strong>en</strong> gematigdeloonontwikkeling was niet meer te handhav<strong>en</strong>, wat mede bevorderd werd omdatvakbond<strong>en</strong> in de ‘nieuwe’ sector<strong>en</strong> maar beperkte invloed hadd<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> sterke stijgingvan de lon<strong>en</strong> was het gevolg, die uitwaaierde naar de andere sector<strong>en</strong>. De loonstijging<strong>en</strong>overtroff<strong>en</strong> nu de productiviteitsstijging<strong>en</strong>.In de jar<strong>en</strong> 1989 <strong>en</strong> 1990 steeg het reëel beschikbaar inkom<strong>en</strong> van de huishoud<strong>en</strong>s hetsterkst in de gehele periode, met 6,1 <strong>en</strong> 7,9 proc<strong>en</strong>t, om daarna weer licht te dal<strong>en</strong>. Inde tweede helft van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig steeg het opnieuw, om in 2001 de top te bereik<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opzichte van de gehele periode 1976-2005. Daarna trad opnieuw e<strong>en</strong> daling in. [CBS,2008:14-17,21] Het verloop van het beschikbaar inkom<strong>en</strong> per huishoud<strong>en</strong> wijkt af vande loonontwikkeling; het is bijvoorbeeld aanzi<strong>en</strong>lijk beïnvloed door het toetred<strong>en</strong> vangehuwde <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>de vrouw<strong>en</strong> tot de arbeidsmarkt.In de onderzochte periode trad<strong>en</strong> flinke verschuiving<strong>en</strong> op in de consumptievebesteding<strong>en</strong> van de huishoud<strong>en</strong>s. Werd aan het begin het meest besteed aanvoedingsmiddel<strong>en</strong> (bijna 18 proc<strong>en</strong>t), in 2005 was dat teruggelop<strong>en</strong> iets meer dan 9proc<strong>en</strong>t. Ook besteding<strong>en</strong> aan textiel, kleding, lederwar<strong>en</strong> <strong>en</strong> schoeisel <strong>en</strong> aang<strong>en</strong>otmiddel<strong>en</strong> war<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tueel gehalveerd. Sterke groeiers war<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> vanhuisvesting (circa 9 proc<strong>en</strong>t tot bijna 16 proc<strong>en</strong>t) <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van financiële <strong>en</strong> zakelijkedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (circa 4 proc<strong>en</strong>t tot 10 proc<strong>en</strong>t), waarin onder andere de kost<strong>en</strong> van ‘nieuwedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>’ als internet zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> van medische di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> welzijnszorg(circa 3 proc<strong>en</strong>t tot circa 5 proc<strong>en</strong>t). Opvall<strong>en</strong>d is, dat de perc<strong>en</strong>tuele uitgav<strong>en</strong> aanauto’s, overige duurzame goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> reiz<strong>en</strong> naar het buit<strong>en</strong>land nauwelijks zijnveranderd. [CBS, 2008: 23]Ondanks de loonpiek<strong>en</strong> in 1989 <strong>en</strong> 1990 had de loonmatiging sinds 1982 tot e<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong>lijke verbetering van de internationale concurr<strong>en</strong>tieverhouding<strong>en</strong> geleid <strong>en</strong> was zije<strong>en</strong> basis voor de winstgev<strong>en</strong>dheid van bedrijv<strong>en</strong>. Deze verbeterde positie leidde er toedat het Nederlandse bedrijfslev<strong>en</strong> de korte crisis van de jar<strong>en</strong> 1992 - 1993 relatief goeddoorstond. Deze crisis hield verband met de Duitse e<strong>en</strong>wording <strong>en</strong> de sterke stijging vande kapitaalr<strong>en</strong>te die zich manifesteerde. De groei van het BBP liep weliswaar terug vanmeer dan 4 proc<strong>en</strong>t in 1990 tot 1,3 proc<strong>en</strong>t in 1993, maar het bleef groei. In 1994 wasal weer e<strong>en</strong> groei van 3 proc<strong>en</strong>t bereikt, die geleidelijk zou oplop<strong>en</strong> tot 4,7 proc<strong>en</strong>t in1999. [CBS, 2008: 16,17]10


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011De overe<strong>en</strong>stemming over loonmatiging werd nog e<strong>en</strong>s bekrachtigd in het c<strong>en</strong>traalakkoord ‘E<strong>en</strong> nieuwe koers’ uit 1993. Daarin werd tev<strong>en</strong>s bevestigd dat het overleg overarbeidsvoorwaard<strong>en</strong> inmiddels e<strong>en</strong> zaak van de verschill<strong>en</strong>de bedrijfssector<strong>en</strong> geword<strong>en</strong>was, met alle economische <strong>en</strong> culturele verschill<strong>en</strong> daartuss<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>. [Touw<strong>en</strong>, 2006:91]In het begin van de jar<strong>en</strong> nul werd de Nederlandse economie getroff<strong>en</strong> door hetwereldwijde uite<strong>en</strong>spatt<strong>en</strong> van de internetzeepbel in combinatie met e<strong>en</strong> internationalebeurscrisis. Ook nu daalde de groei van het BBP aanzi<strong>en</strong>lijk, tot slechts 0,1 proc<strong>en</strong>t in2002 <strong>en</strong> 0,3 proc<strong>en</strong>t in 2003. Ook de bedrijfsinvestering<strong>en</strong> liep<strong>en</strong> sterk terug. Daarnaherstelde de groei van het BPP zich weer <strong>en</strong> steeg deze tot bov<strong>en</strong> de 2 proc<strong>en</strong>t. Dearbeidsmarkt stagneerde in 2002 <strong>en</strong> kromp daarna twee jaar, om pas na 2005 weer e<strong>en</strong>flinke groei van rond de 2 proc<strong>en</strong>t te ton<strong>en</strong>. Dat deze crisis de Nederlandse economieminder sterk trof dan die begin jar<strong>en</strong> tachtig, kwam doordat - mede door de maatregel<strong>en</strong>die in de aanloop naar de Euro g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> war<strong>en</strong> – de overheidsfinanciën nu veel beter oporde war<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> het bedrijfslev<strong>en</strong> meer reserves tot haar beschikking had.[CBS 2008: 18–19].Actor<strong>en</strong>- Alle kabinett<strong>en</strong> 1970 – 2005- Ministerie van Economische Zak<strong>en</strong>- Ministerie van Financiën- Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid- <strong>Werk</strong>geversorganisaties- <strong>Werk</strong>nemersorganisaties- Bedrijfssector<strong>en</strong>- Individuele bedrijv<strong>en</strong>- AandeelhoudersBronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur- Boeschot<strong>en</strong>, Willem, Hoofdlijn<strong>en</strong> van de economische geschied<strong>en</strong>is van Nederland1900 – 1990 (Amsterdam 1992)- CBS, Nationale rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> reeks<strong>en</strong> 1969 – 2005 (Rijswijk 2008)- Doering-Manteuffel, Anselm und Lutz Raphel, Nach dem Boom. Perpektiv<strong>en</strong> aufdie Zeitgeschichte seit 1970 (Götting<strong>en</strong> 2010)- Gerw<strong>en</strong>, Jacques van <strong>en</strong> Ferry de Goey, Variaties in Ondernem<strong>en</strong>. Serie:Bedrijfslev<strong>en</strong> in Nederland in de twintigste eeuw (Amsterdam 2008)- Kam, F.de in http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Aardgas/bat<strong>en</strong>.html- SCP, Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Rapport 1998. 25 jaar sociale verandering (Rijswijk1998)- SCP, Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Rapport 2000 (D<strong>en</strong> Haag 2000)- SCP, Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Rapport 2002 (D<strong>en</strong> Haag 2002)- SCP, Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Rapport 2004 (D<strong>en</strong> Haag 2004)- SCP, Sociale staat van Nederland 2001 (D<strong>en</strong> Haag 2001)- SCP, Sociale staat van Nederland 2003 (D<strong>en</strong> Haag 2003)- SCP, Sociale staat van Nederland 2005 (D<strong>en</strong> Haag 2005)- Sluyterman, Keetie E., Ker<strong>en</strong>de kans<strong>en</strong>. Het Nederlandse bedrijfslev<strong>en</strong> in detwintigste eeuw (Amsterdam 2003).- Sluyterman, Keetie <strong>en</strong> B<strong>en</strong> Wubs, Over gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. Multinationals <strong>en</strong> de Nederlandsemarkteconomie, Serie: Bedrijfslev<strong>en</strong> in Nederland in de twintigste eeuw(Amsterdam 2009).- Touw<strong>en</strong>, Jero<strong>en</strong>, 'Varieties of capitalism' <strong>en</strong> de Nederlandse economie in deperiode 1950-2000. Tijdschrift voor Sociale <strong>en</strong> Economische Geschied<strong>en</strong>is, 3 (1)2006, pp. 73-104.WRR 18/1980 Plaats <strong>en</strong> toekomst van de Nederlandse industrie- WRR 29/1987 Ruimte voor groei- WRR 39/1991 Technologie <strong>en</strong> overheid- WRR 66/2003 Nederland handelsland, het perspectief van de transactiekost<strong>en</strong>11


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011- Zand<strong>en</strong>, J.L. van, E<strong>en</strong> klein land in de twintigste eeuw. Economische geschied<strong>en</strong>isvan Nederland 1914-1995 (Utrecht 1997)- http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Scheepsbouw/steun.html (geraadpleegd 1maart 2011)- http://www.europanu.nl/id/vhk2o5yhjki0/hedgefonds<strong>en</strong>_invester<strong>en</strong>_of_speculer<strong>en</strong>(geraadpleegd- 1 maart 2010)- interview Jero<strong>en</strong> Touw<strong>en</strong> dd. 2 december 2010- interview Jan Luit<strong>en</strong> van Zand<strong>en</strong> dd. 27 januari 201112


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 2 - De rijksoverheid: van speler naar ondersteunerMetatr<strong>en</strong>ds- Europeanisering- Mondialisering- Technologisering- Informatisering- Strev<strong>en</strong> naar duurzame ontwikkeling- Verzakelijking- Herschikking van institutionele verband<strong>en</strong> <strong>en</strong> structur<strong>en</strong>Relatie metTr<strong>en</strong>ds:- Sanering van de verzorgingsstaat- Van groei naar krimp in de publieke sector- Privatisering <strong>en</strong> verzelfstandiging- Nederland <strong>en</strong> het buit<strong>en</strong>land- Verandering<strong>en</strong> in de rol <strong>en</strong> positie van multinationale onderneming<strong>en</strong>Hotspots:- Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar- RSV- <strong>en</strong>quête- Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête bouwnijverheid- Invoering van de euroDomein:- Politiek <strong>en</strong> bestuur- <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>- Verkeer <strong>en</strong> vervoer- Natuur <strong>en</strong> milieu- Won<strong>en</strong>DateringJar<strong>en</strong> vijftig - 2005BeschrijvingNa de Tweede Wereldoorlog nam de rol van de staat in de economie sterk toe. Deeconomie moest weer word<strong>en</strong> opgebouwd <strong>en</strong> op alle gebied<strong>en</strong> nam het rijk het voortouw,zowel met industrialisatiebeleid, met monetair beleid als met arbeidsmarktbeleid. [VanZand<strong>en</strong>, 1997: 16] De overheid manifesteerde zich met richtinggev<strong>en</strong>de <strong>en</strong> beheers<strong>en</strong>demaatregel<strong>en</strong>: geleide loonpolitiek, industrialisatieplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> met de introductie van e<strong>en</strong>‘zelford<strong>en</strong><strong>en</strong>d’ organisatiestelsel voor het bedrijfslev<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s de Wet op deBedrijfsorganisatie van 1950. Dit stelsel met bedrijfs- <strong>en</strong> productschapp<strong>en</strong> kwam maar in<strong>en</strong>kele (deel)sector<strong>en</strong> echt van de grond, maar het toporgaan, de Sociaal EconomischeRaad (SER) met werknemers, werkgevers <strong>en</strong> kroonled<strong>en</strong> ontwikkelde zich tot e<strong>en</strong>belangrijk adviesorgaan van de regering. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 19; Andriess<strong>en</strong> et al,1964: 100-123; Sluyterman, 2003: 179, 180]In de periode tuss<strong>en</strong> 1949 <strong>en</strong> 1963 publiceerde de regering acht industrialisati<strong>en</strong>ota’s,waarin de noodzaak voor industrialisatie werd onderlijnd, doel<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gesteld <strong>en</strong>maatregel<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> aangekondigd. Dat betek<strong>en</strong>de niet dat de overheid zelf op groteschaal financieel betrokk<strong>en</strong> was bij de industrialisatie. In basisindustrieën werdgeïnvesteerd (Hoogov<strong>en</strong>s, de chemische tak van de staatsmijn<strong>en</strong>, nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, etcetera), maar voor het overige ging het vooral om het schepp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gunstiginvesteringsklimaat, door het beperk<strong>en</strong> van regelgeving, het bied<strong>en</strong> van fiscalefaciliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aanleg van infrastructuur. Hierbij was er nadrukkelijk aandacht voorindustrialisatie in de regio’s. Tot in de jar<strong>en</strong> tachtig was daarvoor binn<strong>en</strong> het ministerievan Economische zak<strong>en</strong> de directie Regionale industriële zak<strong>en</strong> actief. Omdat Nederlandvoor wat betreft technologische ontwikkeling achter liep stimuleerde de overheidvestiging van Amerikaanse bedrijv<strong>en</strong>, om op die manier actuele k<strong>en</strong>nis binn<strong>en</strong> te hal<strong>en</strong>.Er werd ook veel aandacht gegev<strong>en</strong> aan onderzoek <strong>en</strong> scholing: in verschill<strong>en</strong>de13


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011industrietakk<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> onderzoeksinstelling<strong>en</strong> opgericht, waar ook kleineonderneming<strong>en</strong> profijt van kond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. De grote industrieën dacht<strong>en</strong> in dezelfde lijn<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bereid veel te invester<strong>en</strong> in fundam<strong>en</strong>teel onderzoek, wat op langere termijntot nieuwe product<strong>en</strong> kon leid<strong>en</strong>. In totaal steeg het budget voor research & developm<strong>en</strong>t(R&D) aanzi<strong>en</strong>lijk, voor het mer<strong>en</strong>deel afkomstig van het bedrijfslev<strong>en</strong> zelf. [Sluyterman,2003: 183]De industrialisatiepolitiek resulteerde in e<strong>en</strong> heel nieuw beeld van de Nederlandseeconomie: niet langer de klassieke, koloniale handelsnatie maar e<strong>en</strong> bruis<strong>en</strong>dgeïndustrialiseerd land, met wereldwijd toonaangev<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> als KLM, Fokker,Koninklijke/Shell, Daf, Philips, et cetera. [Sluyterman, 2003: 183-185]Het overheidsbeleid van stimuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> conditioner<strong>en</strong>, waarbij bedrijv<strong>en</strong> veel ruimtekreg<strong>en</strong>, maakte allerlei sam<strong>en</strong>werkingsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> mogelijk.Dat paste ook in goed in de Nederlandse ondernemingscultuur. Opvall<strong>en</strong>d, vergelek<strong>en</strong>met andere land<strong>en</strong>, was het grote aantal formele of informele kartels. De uit de oorlogstamm<strong>en</strong>de Nederlandse kartelwetgeving was ruim <strong>en</strong> werd door het rijk mild toegepast.Hoewel in de jar<strong>en</strong> zestig kartels iets van hun betek<strong>en</strong>is verlor<strong>en</strong> door fusies <strong>en</strong>overnames, blev<strong>en</strong> ze belangrijk. Pas veel later, to<strong>en</strong> de Europese regelgeving e<strong>en</strong>overweg<strong>en</strong>de rol ging spel<strong>en</strong> (de ‘nieuwe’ op Europese leest geschoeide Mededingingswetgeldt sinds 1998) nam het aantal <strong>en</strong> het belang definitief af, hoewel in sommigebedrijfstakk<strong>en</strong> de onderlinge afsprak<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>gewoon taai war<strong>en</strong>, zoals bleek bij debouwfraude-<strong>en</strong>quête in 2002. [Sluyterman 2003, 203-207; interview van Zand<strong>en</strong>; VanGerw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Goey, 2008: 200]Begin jar<strong>en</strong> zestig werd door het rijk van e<strong>en</strong> actief industrialisatiebeleid overgeschakeldnaar e<strong>en</strong> meer algeme<strong>en</strong> economisch groeibeleid. Aan de basis daarvan lag de ‘magischedriehoek’ van de sociaal economische politiek: volledige werkgeleg<strong>en</strong>heid, e<strong>en</strong>ev<strong>en</strong>wichtige betalingsbalans <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stabiel prijsniveau. [Boesschot<strong>en</strong>, 1992: 59]Macro-economische cycli di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> - conform de Keynesiaanse theorie - gedempt teword<strong>en</strong>. Regelmatige groei werd bevorderd met e<strong>en</strong> scala aan beleidsactiviteit<strong>en</strong>, vooralin de conditioner<strong>en</strong>de sfeer: het schepp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gunstig investeringsklimaat, aandachtvoor de organisatie van onderzoek <strong>en</strong> ontwikkeling, regionale spreiding,exportbevordering <strong>en</strong> schaalvergroting van kleine bedrijv<strong>en</strong>. [Sluyterman 2003: 184]Eind jar<strong>en</strong> zestig werd de negatieve invloed van de economische groei op het milieu e<strong>en</strong>politiek item. Het overheidsbeleid volgde: selectiever economische groei, gebaseerd oprespect voor het milieu, goed gebruik van grondstoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> beterespreiding van economische activiteit<strong>en</strong>.Midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig werd het economisch beleid van de overheid sterk beïnvloed doorpolitieke <strong>en</strong> sociale onrust. De verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vakbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> grote onderneming<strong>en</strong>war<strong>en</strong> verstoord geraakt door reorganisaties met ontslag<strong>en</strong>, wat soms tot groteconflict<strong>en</strong> leidde zoals bij de Akzo-vestiging Enka-Breda in 1972. Er werd<strong>en</strong> eis<strong>en</strong> gesteldals nivellering van lon<strong>en</strong>, maar ook invloed op de besluitvorming binn<strong>en</strong> de bedrijv<strong>en</strong>. Deregering onder leiding van de sociaal-democraat D<strong>en</strong> Uyl, die in 1974 aan de macht wasgekom<strong>en</strong>, steunde de eis<strong>en</strong> onder het motto: ’spreiding van inkom<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> macht’.In 1979 werd de nieuwe wet op de ondernemingsrad<strong>en</strong> van kracht , die werknemers degeleg<strong>en</strong>heid bood zowel hun eig<strong>en</strong> belang<strong>en</strong> te behartig<strong>en</strong> als om betrokk<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>bij belangrijke beslissing<strong>en</strong> over het bedrijf. (Sluyterman, 2003: 248, 251]Het sterk expansionistische beleid van de rijksoverheid zelf, nog extra aangejaagd doorinzet van de beschikbare aardgasbat<strong>en</strong>, zorgde voor hoge belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoge inflatie,<strong>en</strong> de werkloosheid groeide snel. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 20] In 1976 stuurd<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>bestuursvoorzitters van multinationale onderneming<strong>en</strong> e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> brief aan het kabinetom zich te beklag<strong>en</strong> over het verslechterde ondernemingsklimaat.Inmiddels was duidelijk dat e<strong>en</strong> aantal takk<strong>en</strong> van de industrie definitief op hun retourwar<strong>en</strong>. Sommige grote conglomerat<strong>en</strong> stortt<strong>en</strong> totaal in elkaar, zoals de papierfabrikantVan Gelder, de RSV scheepswerv<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bouwconcern OGEM (zij het dat bij dezelaatste het lukte om e<strong>en</strong> deel van de activiteit<strong>en</strong> overeind te houd<strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong>14


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011nieuw f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>: de sterfhuisconstructie). De regering voerde noodgedwong<strong>en</strong> e<strong>en</strong>beleid dat de gevolg<strong>en</strong> hiervan zo veel mogelijk moest verzacht<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> hardeherstructurering werd ongew<strong>en</strong>st geacht. Vooral voor ‘gevoelige’ regio’s <strong>en</strong>bedrijfstakk<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> forse subsidies verstrekt. Zo nam de staat in 1981, na alle eerderverle<strong>en</strong>de steun, nog e<strong>en</strong>s voor 250 miljo<strong>en</strong> guld<strong>en</strong> aandel<strong>en</strong> in de Volvo-fabriek in hetLimburgse Born. [Sluyterman <strong>en</strong> Wubs, 2009, 249] De bedoeling was dat de staatssteunzou leid<strong>en</strong> tot grotere, kapitaalint<strong>en</strong>sieve, meer gediversifieerde onderneming<strong>en</strong>, die hetteg<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landse concurr<strong>en</strong>tie kond<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong>. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 221] Het meestbek<strong>en</strong>de voorbeeld van die beleidsinspanning<strong>en</strong> was het RSV-concern, dat tot deondergang in 1983 e<strong>en</strong> groot deel van de beschikbare subsidies opslokte: in totaalontving het rond 2,7 miljard guld<strong>en</strong>. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 229]De oplossing voor de problem<strong>en</strong> werd aangedrag<strong>en</strong> door het C<strong>en</strong>traal Planbureau (CPB).Het CPB was kort na de oorlog opgericht, als onderdeel van het ministerie vanEconomische Zak<strong>en</strong> voor het mak<strong>en</strong> van analyses <strong>en</strong> prognoses, onder leiding van JanTinberg<strong>en</strong>, die later (1969) de eerste Nobelprijs voor economie zou krijg<strong>en</strong>. Midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>zev<strong>en</strong>tig manoeuvreerde het CPB zich in e<strong>en</strong> strategische beleidspositie met hetpres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van het ‘jaargang<strong>en</strong>model’ waaruit bleek dat de grote stijging van deloonkost<strong>en</strong> de fundam<strong>en</strong>tele oorzaak van de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, structurele werkloosheid was.Deze leidde tot het versneld vervang<strong>en</strong> van kapitaalgoeder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lagearbeidsproductiviteit <strong>en</strong> daarmee tot e<strong>en</strong> versnelde uitstoot van arbeid. [Van Zand<strong>en</strong>,1997: 220] Daar kwam nog bij dat de Nederlandse industrie niet alle<strong>en</strong> arbeidsint<strong>en</strong>siefmaar ook <strong>en</strong>ergie-int<strong>en</strong>sief was, wat bij de grote stijging van <strong>en</strong>ergieprijz<strong>en</strong> na deoliecrises langs e<strong>en</strong> andere kant de r<strong>en</strong>dabiliteit van kapitaalgoeder<strong>en</strong> aantastte. [VanZand<strong>en</strong>, 1997: 223,224] Deze analyse was e<strong>en</strong> belangrijke aanleiding voor het tot standkom<strong>en</strong> van het ‘akkoord van Wass<strong>en</strong>aar’.Na de crisis bouwde het CPB zijn rol verder uit, door de door de overheid beoogdemaatregel<strong>en</strong> met haar modell<strong>en</strong> door te rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> oordeel te voorzi<strong>en</strong>.Wanneer dit oordeel - in de zin van voorspelde effect<strong>en</strong> - minder gunstig was, werd<strong>en</strong>maatregel<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs (concept) regeerakkoord<strong>en</strong> bijgesteld. Ook verkiezingsprogramma’svan politieke partij<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> zo doorgerek<strong>en</strong>d. Uiteindelijk werd de invloed van het CPBzo groot dat verkiezingsprogramma’s rechtstreeks naar het model toe werd<strong>en</strong>geschrev<strong>en</strong>. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 230,231] Door de aard van de gebruikte theorieën <strong>en</strong>modell<strong>en</strong> manifesteerde het CPB zich als e<strong>en</strong> belangrijke drager van het neoliberalisme,<strong>en</strong> door haar invloed droeg zij sterk bij aan de cons<strong>en</strong>sus over dit model in deNederlandse economische politiek sinds de jar<strong>en</strong> tachtig. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 244]De rijksoverheid werd ook van andere zijde geadviseerd. In 1980 bracht deWet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) het rapport ’Plaats <strong>en</strong> toekomstvan de Nederlandse industrie’ uit. [WRR no.18, 1980] Hierin werd de Nederlandseindustrie getoetst op haar ‘pot<strong>en</strong>tie voor de economische ontwikkeling’. Dit onderzoekwas al in 1978, voor de tweede oliecrisis ingezet, maar kwam nu mooi op tijd om lijn<strong>en</strong>ter trekk<strong>en</strong> hoe uit de crisis te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe het daarna moest. De Raad achtte e<strong>en</strong>‘specifiek <strong>en</strong> gericht structuurbeleid’ noodzakelijk, waarbij op <strong>en</strong>kele sector<strong>en</strong> bijzondereaandacht behoefd<strong>en</strong>. Dat war<strong>en</strong> er dan wel weer vrij veel. Veel hardere conclusies trokde Adviescommissie inzake het industriebeleid, onder leiding van oud presid<strong>en</strong>t-directeurGerrit Wagner van De Koninklijke/Shell, die in vervolg op het WRR-rapport werdingesteld. Deze commissie schreef onder andere ‘E<strong>en</strong> nieuw industrieel elan’ (1981). Deinternationale concurr<strong>en</strong>tiepositie van Nederlandse industrie was ernstig ondermijnd dooronder andere de hoge loonkost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de e<strong>en</strong>zijdige sam<strong>en</strong>stelling. De overheid zou ge<strong>en</strong>geld meer moet<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> aan sector<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> met weinig toekomstperspectief.In plaats daarvan moest geïnvesteerd word<strong>en</strong> in nieuwe kansrijke industrieën, zoals deICT. [Van Gerw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Goey, 2008: 197,198]De adviez<strong>en</strong> van Wagner c.s. werd<strong>en</strong> vooral opgepakt door de drie kabinett<strong>en</strong> Lubbers(1982-1994). In lijn met de politiek van de Amerikaanse presid<strong>en</strong>t Ronald Reagan <strong>en</strong> deEngelse premier Margaret Thatcher werd e<strong>en</strong> no-nons<strong>en</strong>sebeleid ingezet, met beperkingvan overheidsuitgav<strong>en</strong>, drukk<strong>en</strong> van het financieringstekort <strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong> van demarktwerking door deregulering <strong>en</strong> privatisering. Ondernem<strong>en</strong> kwam weer in aanzi<strong>en</strong>. In15


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Nederland werd vooral gemikt op het midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> kleinbedrijf, volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> onderzoek vanhet Economisch Instituut voor het Midd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kleinbedrijf (EIM) de echte ‘ban<strong>en</strong>motor’.[Van Gerw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Goey 2008: 198,199]Al met al war<strong>en</strong> rond 1980 de crisis <strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> met de overheidsuitgav<strong>en</strong>aanleiding tot e<strong>en</strong> grondige heroriëntatie op het rijksbeleid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de economie.Het betek<strong>en</strong>de vooral terugtred<strong>en</strong>. Met het akkoord van Wass<strong>en</strong>aar van 1982 zag deoverheid af van verder ingrijp<strong>en</strong> in de loonvorming. In het spoor van de resultat<strong>en</strong> vande RSV-<strong>en</strong>quête (1984 – 1985) werd het stelsel van subsidies aan noodlijd<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong>afgebouwd <strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> meer off<strong>en</strong>sieve industriepolitiek, gericht op hetstimuler<strong>en</strong> van groeisector<strong>en</strong>. [Sluyterman, 2003: 281] Tev<strong>en</strong>s werd e<strong>en</strong> traject vanafstot<strong>en</strong> van overheidsbelang<strong>en</strong> <strong>en</strong> privatisering van overheidsbedrijv<strong>en</strong> ingezet. Deeconomie werd, nadat de overheidsfinanciën drastisch war<strong>en</strong> gesaneerd met forsebezuiniging<strong>en</strong>, verder in algem<strong>en</strong>e zin gestimuleerd door verlaging van belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong>sociale premies. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 229, 230]In 1987 versche<strong>en</strong> het WRR-rapport ‘Ruimte voor groei’, waarin werd bepleit dat‘doelstelling<strong>en</strong> op het gebied van inkom<strong>en</strong>, werkgeleg<strong>en</strong>heid , productiviteit <strong>en</strong>milieuhygiëne op ev<strong>en</strong>wichtige wijze tot gelding kom<strong>en</strong>’. Dat werd vertaald in e<strong>en</strong> beleidwaarbij de overheid ge<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>, actieve rol in de economie moest spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarbij zijook terughoud<strong>en</strong>d di<strong>en</strong>de te zijn bij het op zich nem<strong>en</strong> van nieuwe tak<strong>en</strong> alseconomische partij (met name in de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector). De overheid zou vooralconditioner<strong>en</strong>d moet<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur, <strong>en</strong> zoudaarmee ruimte gev<strong>en</strong> aan het particulier initiatief. [WRR rapport no 29, 1987]Al deze terughoud<strong>en</strong>dheid nam niet weg dat, nietteg<strong>en</strong>staande de less<strong>en</strong> uit het RSVdebacle,sommige grote bedrijv<strong>en</strong> nog steeds <strong>en</strong>orme overheidssteun ontving<strong>en</strong>. Zokreeg Fokker in de jar<strong>en</strong> tachtig nog honderd<strong>en</strong> miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> guld<strong>en</strong>s aan krediet<strong>en</strong> <strong>en</strong>garanties voor de ontwikkeling van e<strong>en</strong> nieuwe g<strong>en</strong>eratie vliegtuig<strong>en</strong>, de Fokker F-50 <strong>en</strong>F-100, als opvolger van de succesvolleF-27 <strong>en</strong> F-28. Daarbij werd er wel op aangedrong<strong>en</strong> dat Fokker e<strong>en</strong> sterke buit<strong>en</strong>landsepartner zou zoek<strong>en</strong>. In 1993 werd het bedrijf overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door het Duitse DASA.Fokker was to<strong>en</strong> al in e<strong>en</strong> duikvlucht beland. E<strong>en</strong> verzoek aan de Nederlandse overheidvoor aanvull<strong>en</strong>de financiële steun van 2,5 á 3 miljard guld<strong>en</strong> werd afgewez<strong>en</strong>. In 1996ging Fokker failliet. [Van Gerw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Goey 2008: 206, 207]De bezuiniging<strong>en</strong> van de overheid eind jar<strong>en</strong> tachtig troff<strong>en</strong> ook de uitgav<strong>en</strong> aanonderzoek, ondanks de ambities met betrekking tot k<strong>en</strong>nisint<strong>en</strong>sieve bedrijvigheid.[Sluyterman 2003: 281, 282] Parallel hieraan nam<strong>en</strong> de uitgav<strong>en</strong> van de grotemultinationals voor R&D ook sterk af. Dit werd maar zeer t<strong>en</strong> dele gecomp<strong>en</strong>seerd doornieuwe R&D-inspanning<strong>en</strong> van kleine <strong>en</strong> middelgrote onderneming<strong>en</strong>. Hoewel in dieperiode het r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t op kapitaal groot was, verslechterde het hele investeringsklimaat.De overheid had ge<strong>en</strong> middel<strong>en</strong> om dit aan te jag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de onderneming<strong>en</strong> richtt<strong>en</strong> zich,onder druk van aandeelhouders, steeds meer op korte termijn resultat<strong>en</strong>.Groeidoelstelling<strong>en</strong> op langere termijn, waar R&D-uitgav<strong>en</strong> deel van uitmaakt<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>minder belangrijk. Het overschot aan binn<strong>en</strong>landse besparing<strong>en</strong> (eind jar<strong>en</strong> tachtig /begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig 3 á 4 proc<strong>en</strong>t) vloeide vooral weg naar investering<strong>en</strong> in hetbuit<strong>en</strong>land. Daarin hadd<strong>en</strong> ook de Nederlandse p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>fonds<strong>en</strong> hun aandeel, nadat doordereguleringsmaatregel<strong>en</strong> van de overheid hun beleggingsmogelijkhed<strong>en</strong> war<strong>en</strong>verruimd. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 235-237]Het kabinet Kok (1994) zette de lijn van de kabinett<strong>en</strong> Lubbers voort. E<strong>en</strong> van de doel<strong>en</strong>was ‘versterk<strong>en</strong> van de ondernemingszin’. De MDW-operatie (Marktwerking,Deregulering, Wetgevingskwaliteit) moest het ondernem<strong>en</strong> voor start<strong>en</strong>de <strong>en</strong> bestaandebedrijv<strong>en</strong>, vooral in het MKB, makkelijker mak<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door het afzwakk<strong>en</strong> vanvestigingseis<strong>en</strong>. [Van Gerw<strong>en</strong> & de Goey 2008: 199, 200] In 1997 werd ook hetvergunning<strong>en</strong>stelsel voor uitz<strong>en</strong>dbureaus, dat sinds 1970 bestaan had, opgehev<strong>en</strong>. [VanGerw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Goey, 2008: 212] Het privatiser<strong>en</strong> van onderdel<strong>en</strong> van de rijksoverheid<strong>en</strong> deregulering betek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> echter niet dat er vanzelfsprek<strong>en</strong>d marktwerking ontstond.E<strong>en</strong> voorbeeld is de deregulering van het Loodswez<strong>en</strong>, waarbij de organisatie16


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011marktconform werd ingericht (inclusief grote stijging van salariss<strong>en</strong> van bestuurders),maar waar in feite ge<strong>en</strong> sprake was van e<strong>en</strong> markt, zodat de operatie uiteindelijk alle<strong>en</strong>tot gevolg had dat de kost<strong>en</strong> voor de gebruikers sterk opliep<strong>en</strong>. [interview Touw<strong>en</strong>]Dat de overheid steeds minder e<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>de <strong>en</strong> meer e<strong>en</strong> conditioner<strong>en</strong>de ofondersteun<strong>en</strong>de rol speelde werd onderstreept door twee volg<strong>en</strong>de WRR-rapport<strong>en</strong>. In1991 versche<strong>en</strong> het rapport ‘Technologie <strong>en</strong> overheid’. Hierin werd gesteld datwet<strong>en</strong>schappelijke <strong>en</strong> technologische vernieuwing ess<strong>en</strong>tieel war<strong>en</strong> voor welvaartsbehoud<strong>en</strong> vermindering van tal van maatschappelijke problem<strong>en</strong>, zeker in e<strong>en</strong> klein land alsNederland, dat zich vooral op haar sterke punt<strong>en</strong> moest profiler<strong>en</strong>. De overheid had e<strong>en</strong>belangrijke rol om de k<strong>en</strong>nisinfrastructuur te bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> te onderhoud<strong>en</strong>. Er wasechter ge<strong>en</strong> sprake van ‘algem<strong>en</strong>e ‘oplossing<strong>en</strong>, dus di<strong>en</strong>de het k<strong>en</strong>nisbeleid in nauwoverleg met diverse economische sector<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> vormgegev<strong>en</strong>. [WRR no. 39, 1991:57] In de praktijk betek<strong>en</strong>de dit vooral e<strong>en</strong> rol voor de overheid op afstand, bijvoorbeelddoor het subsidiër<strong>en</strong> van onderzoek op universiteit<strong>en</strong>, of het conditioner<strong>en</strong> van R&D methet instell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ‘innovatieplatform’ (2003). [Interview Touw<strong>en</strong>]In 2003 richtte de WRR zich op e<strong>en</strong> ander facet van de Nederlandse economie in hetrapport ‘Nederland handelsland, het perspectief van de transactiekost<strong>en</strong>’. Het ging in hetrapport om welke bijdrage de overheid kon lever<strong>en</strong> aan het handhav<strong>en</strong> <strong>en</strong> versterk<strong>en</strong>van de positie van Nederland als handelsland, gegev<strong>en</strong> alle ontwikkeling<strong>en</strong> op het gebiedvan technologie, logistiek, productieorganisatie, et cetera. Ook hier was de conclusie dater voor de overheid vooral e<strong>en</strong> conditioner<strong>en</strong>de rol is weggelegd, op het gebied vanvoorlichting, informatie <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis, regelgeving <strong>en</strong> onderwijs. [WRR no. 65, 2003] Indirectbevestigde het rapport dat de Nederlandse economie teruggekeerd was van het‘bruis<strong>en</strong>de geïndustrialiseerde land’ dat de overheid na de oorlog met haarindustrialisatiepolitiek voor og<strong>en</strong> stond, naar e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>economie, waarin als vanoudshandel <strong>en</strong> transport e<strong>en</strong> belangrijke rol speeld<strong>en</strong>.De ruimte voor de Nederlandse overheid om meer dan e<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>de rol te spel<strong>en</strong>,<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> economische politiek te voer<strong>en</strong>, was inmiddels ook aanzi<strong>en</strong>lijk verminderd.Het zwaartepunt kwam steeds meer bij Europa te ligg<strong>en</strong>. In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtigwerd de EEG gestaag uitgebreid <strong>en</strong> werd deze van to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d belang voor deNederlandse economie. Circa 75 proc<strong>en</strong>t van de uitvoer ging naar land<strong>en</strong> die deeluitmaakt<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>schap. Complem<strong>en</strong>tair aan de ontwikkeling van de Europesemarkt werd ook het bedrijfslev<strong>en</strong>, vooral in de jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig, steedsinternationaler, zowel in hun relaties, hun structuur, hun vestigingsbeleid als huninvesteringsgedrag. Tegelijkertijd had het buit<strong>en</strong>land e<strong>en</strong> steeds groter aandeel in deNederlandse bedrijvigheid. In 1993 was 55 proc<strong>en</strong>t van de aandel<strong>en</strong> in Nederlandseonderneming<strong>en</strong> in buit<strong>en</strong>landse hand<strong>en</strong>. Vooral in de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector werd zwaargeïnvesteerd (in 2000 65 proc<strong>en</strong>t van de buit<strong>en</strong>landse investering<strong>en</strong> in Nederland).Hierdoor werd e<strong>en</strong> nationaal economisch beleid steeds minder relevant. [Sluyterman,2003: 286-300]Om concurr<strong>en</strong>tievervalsing te voorkom<strong>en</strong> was het assortim<strong>en</strong>t aan instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waar deNederlandse overheid gebruik van kon mak<strong>en</strong> sterk afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Zo was directestaatssteun, die in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig nog zo’n belangrijke rol speelde, taboe geword<strong>en</strong>.Kernpunt<strong>en</strong> van de Nederlandse economische politiek in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> nul werd<strong>en</strong>steeds meer het klassieke instrum<strong>en</strong>t van de arbeidsmarktbeïnvloeding, om doorloonmatiging <strong>en</strong> flexibilisering van de arbeidsmarkt e<strong>en</strong> comparatief concurr<strong>en</strong>tievoordeelte bewar<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het bied<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zo aantrekkelijk mogelijk fiscaal vestigingsklimaat.Dat laatste gold onder meer bij het vestig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> Nederlands hoofdkantoor doorbuit<strong>en</strong>landse bedrijv<strong>en</strong>. Door in Nederland e<strong>en</strong> financiering- royalty- ofholdingmaatschappij op te richt<strong>en</strong> bespaard<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> bij het betal<strong>en</strong> van belasting<strong>en</strong>in land<strong>en</strong> waar ze zak<strong>en</strong> ded<strong>en</strong>. Alle winst van de buit<strong>en</strong>landse tak van e<strong>en</strong> in Nederlandgeregistreerd moederbedrijf viel buit<strong>en</strong> de Nederlandse v<strong>en</strong>nootschapsbelasting,waardoor de winst van het bedrijf feitelijk onbelast bleef. Daarnaast werd<strong>en</strong> Nederlandsev<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> populair om royalty’s van intellectuele eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> (opbijvoorbeeld muziek of pat<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) te inn<strong>en</strong>, omdat er ge<strong>en</strong> heffing gold over aan hetbuit<strong>en</strong>land betaalde royalty’s. Het was dus aantrekkelijk om in het buit<strong>en</strong>land verdi<strong>en</strong>de17


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011royalty’s in Nederland te verzamel<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landse bankrek<strong>en</strong>ing testort<strong>en</strong>. Onder meer het hoofdkantoor van The Rolling Stones <strong>en</strong> U2 werd<strong>en</strong> in Nederlandgevestigd. [w<strong>en</strong>site NieuwAmsterdamsPeil]Industriebeleid was e<strong>en</strong> Europese aangeleg<strong>en</strong>heid geword<strong>en</strong>. Tot 1993 bestond het inEuropa formeel alle<strong>en</strong> op de gebied<strong>en</strong> die door EGKS <strong>en</strong> Euratom werd<strong>en</strong> bestrek<strong>en</strong>; hetEEG-verdrag zelf k<strong>en</strong>de ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele aanwijzing voor e<strong>en</strong> industriebeleid. Toch kreeg hetin de praktijk wel Europese aandacht, bered<strong>en</strong>eerd vanuit de voortgang van de internemarkt, het voorkom<strong>en</strong> van verstoring van de mededinging, bijvoorbeeld door nationalesteunverl<strong>en</strong>ing, het sociaal <strong>en</strong> regionaal beleid <strong>en</strong> het beleid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van onderzoek<strong>en</strong> ontwikkeling. De invalshoek was het prester<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong> van deEuropese industrie op de wereldmarkt.Pas bij de vorming van de interne markt, bij het verdrag van Maastricht (1992), kreeghet Europese industriebeleid echt vorm <strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> ook middel<strong>en</strong> beschikbaar, voorrechtstreekse steun of garanties <strong>en</strong> door e<strong>en</strong> scala aan programma’s voor onderzoek <strong>en</strong>innovatie, onder andere in het kader van het EUREKA (Europees ag<strong>en</strong>tschap voor decoördinatie van onderzoek). Het midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> kleinbedrijf werd uitdrukkelijk e<strong>en</strong> van dedoelgroep<strong>en</strong> van het industriebeleid. [website europarl.europa; website europa-nu;interview Van Zand<strong>en</strong>]Behalve naar ‘bov<strong>en</strong>’, naar Europa, was er ook sprake van e<strong>en</strong> verschuiving van heteconomisch beleid naar ‘b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>’, naar de regio’s. War<strong>en</strong> economische activiteit<strong>en</strong> in deregio’s aanvankelijk vooral gestimuleerd vanuit de rijksoverheid, vanaf de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tigwerd<strong>en</strong> daar meer eig<strong>en</strong> initiatiev<strong>en</strong> ontplooid om de economische ontwikkeling <strong>en</strong>werkgeleg<strong>en</strong>heid te bevorder<strong>en</strong>, onder meer door project<strong>en</strong> aan te meld<strong>en</strong> voorfinanciering vanuit het Europees Sociaal Fonds <strong>en</strong> het Europees Fonds voor RegionaleOntwikkeling. Via citymarketing profileerd<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zich als aantrekkelijkevestigingsplaats<strong>en</strong>, zowel voor bedrijv<strong>en</strong> zelf als voor hun werknemers. [Noordman,2004: 32]De verandering van de rol van de (rijks)overheid in relatie tot de Nederlandse economietoont zich ook in de wijze waarop het economisch beleid organisatorisch werd verankerd.In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig was er sprake van e<strong>en</strong> ministerie van Economische Zak<strong>en</strong> datonmisk<strong>en</strong>baar leidinggev<strong>en</strong>d was in de economische politiek. Het speelde e<strong>en</strong> hoofdrol inde C<strong>en</strong>trale Economische Commissie (CEC, bestaande uit topambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van de sociaaleconomischedriehoek, de directeur van de CPB <strong>en</strong> de presid<strong>en</strong>t van de Nederlandsebank), die gezaghebb<strong>en</strong>de <strong>en</strong> met veel publiciteit omgev<strong>en</strong> adviez<strong>en</strong> aan de regeringverstrekte. Het nieuwjaarsartikel van SG Frans Rutt<strong>en</strong> in het blad EconomischStatistische Bericht<strong>en</strong> (ESB) werd elk jaar met spanning afgewacht.In de jar<strong>en</strong> nul was de situatie geheel veranderd. De belangrijkste zak<strong>en</strong> op economischgebied, voor zover die niet aan de markt zelf war<strong>en</strong> overgelat<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> in de relatiemet Europa geregeld. In de Europese rad<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> vooral de minister-presid<strong>en</strong>t <strong>en</strong> deminister van Financiën voor Nederland het voortouw. Begin jar<strong>en</strong> nul werd, onder anderedoor professor van Sch<strong>en</strong>del<strong>en</strong>, gepleit voor het opheff<strong>en</strong> van het bestaande ministerievan EZ, omdat dit ge<strong>en</strong> aansluiting had met de realiteit van de Europese bewindsveld<strong>en</strong>.Hij suggereerde de vorming van e<strong>en</strong> ‘superministerie’ waarin alle zak<strong>en</strong> die met demarkt te mak<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd: beleidsonderdel<strong>en</strong> van EZ <strong>en</strong> Financiën,maar ook Landbouw, Natuurbeheer <strong>en</strong> Visserij (LNV) <strong>en</strong> het bouwnijverheid deel vanVolkshuisvesting, Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Milieuhygiëne. [Fred Krijn<strong>en</strong> in MT 01012001]Tegelijkertijd nam<strong>en</strong> andere departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe rol op in de Nederlandseeconomie, door het creër<strong>en</strong> van ‘speelveld<strong>en</strong>’, het vastlegg<strong>en</strong> van spelregels <strong>en</strong> hetoptred<strong>en</strong> als scheidsrechter op terrein<strong>en</strong> waar primair marktpartij<strong>en</strong> actief zijn. E<strong>en</strong>voorbeeld is het optred<strong>en</strong> van het ministerie van Volksgezondheid <strong>en</strong> Milieuhygiëne ophet terrein van de gezondheidszorg <strong>en</strong> de ziektekost<strong>en</strong>verzekering<strong>en</strong>, met hetintroducer<strong>en</strong> van de nieuwe Zorgverzekeringswet (2006). [interview Touw<strong>en</strong>]Actor<strong>en</strong>- Alle kabinett<strong>en</strong> 1950 - 2005- Ministerie van Economische Zak<strong>en</strong>18


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011- Ministerie van Financiën- Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid- Ministerie van Volksgezondheid <strong>en</strong> Milieuhygiëne- <strong>Werk</strong>geversorganisaties- <strong>Werk</strong>nemersorganisaties- Bedrijfssector<strong>en</strong>- Individuele bedrijv<strong>en</strong>- SER / PBO’s- CPB- WRR- Commissie Wagner- EEG / EU / Europese instelling<strong>en</strong>Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur- Andriess<strong>en</strong>, J.E. et al, De Sociaal-economische besturing van Nederland(Groning<strong>en</strong> 1964)- Beks, G <strong>en</strong> A.G. de Vries, Staatsdeelneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> financiering van hetbedrijfslev<strong>en</strong> : e<strong>en</strong> onderzoek naar de handeling<strong>en</strong>, tak<strong>en</strong> van de Rijksoverheid ophet beleidsinstrum<strong>en</strong>t staatsdeelneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> financiering van het bedrijfslev<strong>en</strong>,1940-1995, Rijksarchiefdi<strong>en</strong>st/PIVOT (D<strong>en</strong> Haag 1998)- Bos, Frits, De Nederlandse collectieve uitgav<strong>en</strong> in historisch perspectief. CPBdocum<strong>en</strong>t 109 (D<strong>en</strong> Haag 2006)- CBS, Nationale rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> reeks<strong>en</strong> 1969 – 2005 (Rijswijk 2008)- ESB-reeks (nieuwjaarsartikel<strong>en</strong>)- Gerw<strong>en</strong>, Jacques van <strong>en</strong> Ferry de Goey, Variaties in Ondernem<strong>en</strong>. Serie:Bedrijfslev<strong>en</strong> in Nederland in de twintigste eeuw (Amsterdam 2008)- Krijn<strong>en</strong>, Fred in MT 1 januari 2001- Sluyterman, Keetie E., Ker<strong>en</strong>de kans<strong>en</strong>. Het Nederlandse bedrijfslev<strong>en</strong> in detwintigste eeuw (Amsterdam 2003)- Sluyterman, Keetie <strong>en</strong> B<strong>en</strong> Wubs, Over gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. Multinationals <strong>en</strong> de Nederlandsemarkteconomie, Serie: Bedrijfslev<strong>en</strong> in Nederland in de twintigste eeuw(Amsterdam 2009).- Schrauwers, H.M.: Macro-economische politiek : e<strong>en</strong> institutioneel onderzoek ophet beleidsterrein macro-economische politiek in de periode 1947-1998.Rijksarchiefdi<strong>en</strong>st/PIVOT, 1999- WRR 18/1980 Plaats <strong>en</strong> toekomst van de Nederlandse industrie- WRR 29/1987 Ruimte voor groei- WRR 39/1991 Technologie <strong>en</strong> overheid- WRR 66/2003 Nederland handelsland, het perspectief van de transactiekost<strong>en</strong>- Zand<strong>en</strong>, J.L. van, E<strong>en</strong> klein land in de 20 e eeuw – Economische geschied<strong>en</strong>is vanNederland 1914 – 1995 (Utrecht 1997)- http://europarl.europa.eu (geraadpleegd 1 maart 2011)- http://www.europa-nu.nl (geraadpleegd 1 maart 2011)- interview Jero<strong>en</strong> Touw dd. 2 december 2010- interview Jan Luit<strong>en</strong> van Zand<strong>en</strong> dd. 27 januari 201119


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 3 - WelvaartsgroeiMetatr<strong>en</strong>ds- alle metatr<strong>en</strong>dsRelatie metDomein<strong>en</strong>:- Economie- <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>- Politiek <strong>en</strong> bestuur- Cultuur, leefstijl <strong>en</strong> maatschappij- WelzijnDateringjar<strong>en</strong> vijftig - 2005BeschrijvingTo<strong>en</strong>em<strong>en</strong> van de lev<strong>en</strong>sstandaard, door het beschikbaar kom<strong>en</strong> van meer materiëlemiddel<strong>en</strong> <strong>en</strong> door het verzorg<strong>en</strong> door de overheid van betere voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor deburgers.E<strong>en</strong> hoge lev<strong>en</strong>sstandaard – <strong>en</strong> e<strong>en</strong> voortgaande stijging ervan - wordt tot e<strong>en</strong> van degrondslag<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>leving. M<strong>en</strong> heeft er recht op <strong>en</strong> het moet voor e<strong>en</strong>iedertoegankelijk zijn. Dat ook de niet actiev<strong>en</strong> - zoals kinder<strong>en</strong>, jonger<strong>en</strong> , ziek<strong>en</strong>, bejaard<strong>en</strong>,werkloz<strong>en</strong> - hieraan deel hebb<strong>en</strong> wordt breed gedrag<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> leidt totverdelingsvraagstukk<strong>en</strong>. De overheid stelt zichzelf <strong>en</strong> wordt in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate vanuitde sam<strong>en</strong>leving verantwoordelijk gesteld voor de achterligg<strong>en</strong>de condities voorwelvaartsgroei. De mogelijkheid voor burgers om steeds meer middel<strong>en</strong> naar eig<strong>en</strong>keuze ter bested<strong>en</strong> leidt tot verandering<strong>en</strong> in de inrichting van het dagelijks lev<strong>en</strong>, deconsumptie <strong>en</strong> de vrijetijdsbesteding.In de periode vanaf de jar<strong>en</strong> vijftig tot 2005 is de welvaart in Nederland aanmerkelijktoeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zij het met e<strong>en</strong> paar flinke hapering<strong>en</strong> begin jar<strong>en</strong> tachtig, <strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong>1992-1993 <strong>en</strong> 2002-2003. Tev<strong>en</strong>s heeft zich e<strong>en</strong> ontwikkeling voorgedaan in het begripwelvaart: van e<strong>en</strong> traditioneel naar e<strong>en</strong> ruim welvaartsbegrip. [De Roos, 1985: 91-102]Welvaart is in beginsel iets individueels. Het is opgebouwd uit inkom<strong>en</strong> (de hoeveelheidgeld die in e<strong>en</strong> bepaalde periode verworv<strong>en</strong> wordt uit winst, werk of vermog<strong>en</strong>, ook: hetprimair inkom<strong>en</strong>) <strong>en</strong> welstand (de goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> - privaat <strong>en</strong> publiek - die e<strong>en</strong>subject in e<strong>en</strong> bepaalde periode ontvangt). Welvaart is dan de (subjectieve)gemoedstoestand, gebaseerd op de mate van behoeftebevrediging, die het resultaat isvan inkom<strong>en</strong>, welstand of andere economisch factor<strong>en</strong>. Deze toestand is moeilijk temet<strong>en</strong>. Er zijn wel manifestaties die e<strong>en</strong> indicatie gev<strong>en</strong>, in positieve zin als bereidheidom duurzame of luxe goeder<strong>en</strong> aan te schaff<strong>en</strong>, of in negatieve zin wanneer het inkom<strong>en</strong>verdi<strong>en</strong>d wordt in e<strong>en</strong> onprettige omgeving onder ongezonde omstandighed<strong>en</strong>. [De Roos,1985: 93]Het welvaartsbegrip wordt daarom in het algeme<strong>en</strong> sterk geobjectiveerd <strong>en</strong> gerelateerdaan het inkom<strong>en</strong> op nationaal niveau, uitgedrukt in het bruto binn<strong>en</strong>lands product (BBP),in casu de totale productie van goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, gemet<strong>en</strong> in geld, of in het<strong>Nationaal</strong> Inkom<strong>en</strong> (NI), zijnde de som van de primaire inkom<strong>en</strong>s (loon, winst of r<strong>en</strong>te)van alle sector<strong>en</strong> in de economie. Om dat te individualiser<strong>en</strong> wordt het inkom<strong>en</strong>teruggerek<strong>en</strong>d naar huishoud<strong>en</strong>s. Dit sluit aan bij het kostwinnersbegrip, dat, zeker aanhet begin van de periode, in de jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig, vanzelfsprek<strong>en</strong>d was. Het gaat bijdie berek<strong>en</strong>ing niet om feitelijke huishoud<strong>en</strong>s, maar om gestandaardiseerde(equival<strong>en</strong>te) huishoud<strong>en</strong>s, waarbij de equival<strong>en</strong>tiefactor staat voor het aantal mal<strong>en</strong>inkom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong> meer nodig heeft dan alle<strong>en</strong>staande om e<strong>en</strong> zelfdewelvaartsniveau te bereik<strong>en</strong>. [SCP, 2001: 23] Nuances in de persoonlijkeomstandighed<strong>en</strong> die van invloed kunn<strong>en</strong> zijn op het welvaartspeil (bijvoorbeeld won<strong>en</strong> ine<strong>en</strong> koop- of huurwoning) vall<strong>en</strong> daarbij weg.20


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Om aan te gev<strong>en</strong> wat het aandeel in het BPP of het NI voor e<strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t,wordt dit veelal herberek<strong>en</strong>d naar het vrij besteedbare of secundaire inkom<strong>en</strong>, zijnde hetprimair inkom<strong>en</strong> plus uitkering<strong>en</strong> (bijvoorbeeld kinderbijslag) minus heffing<strong>en</strong>(belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> premies). De ontwikkeling hierin, gecorrigeerd voor inflatie, isgerelateerd aan het begrip koopkracht.Daarnaast zijn er de begripp<strong>en</strong> tertiair <strong>en</strong> quartair inkom<strong>en</strong>. Het tertiair inkom<strong>en</strong> is hetsecundair inkom<strong>en</strong> plus de collectieve voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die rechtstreeks (bijvoorbeeld metonderwijs) of indirect (bijvoorbeeld subsidiering van e<strong>en</strong> orkest) bij huishoud<strong>en</strong>sterechtkom<strong>en</strong>. In het quartair inkom<strong>en</strong> wordt daarbij nog het aandeel in de zuivercollectieve uitgav<strong>en</strong> bijgeteld (bijvoorbeeld def<strong>en</strong>sie, op<strong>en</strong>baar bestuur). Kwantitatiefgezi<strong>en</strong> zou dit de beste b<strong>en</strong>adering van het begrip welvaart zou inhoud<strong>en</strong>, maar voorveel burgers is dit begrip te abstract om met hun eig<strong>en</strong> situatie te verbind<strong>en</strong>. [SCP,2001: 21, 31]De ontwikkeling van de welvaart in Nederland, gerelateerd aan het BBP, is voor e<strong>en</strong>groot deel afhankelijk geweest van stijg<strong>en</strong>de arbeidsproductiviteit. Daarnaast speeld<strong>en</strong>ook wisseling<strong>en</strong> in de arbeidsdeelname in relatie tot de totale bevolking e<strong>en</strong> rol. Zo is inde jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig de groei beperkt door de afnem<strong>en</strong>de arbeidsdeelname:mann<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> korter werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de toetreding van vrouw<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>seerde dat slechtsgedeeltelijk. In de jar<strong>en</strong> zestig groeide de arbeidsproductiviteit nog zodanig dat dit nieterg merkbaar was, maar in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig was dat effect er wel. In het verl<strong>en</strong>gde vanhet Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar steeg de arbeidsdeelname na 1984. Met name in de periode1992–2001 had dat e<strong>en</strong> positieve invloed op het BPP, bijna net zo groot als de stijgingvan de arbeidsproductiviteit. [Van Berg<strong>en</strong>, 2008: 173-176]Onbetaalde c.q. informele productie (huishoudelijke arbeid, zorg voor kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> anderehuisg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, doe-het-zelf werkzaamhed<strong>en</strong>, vrijwilligerswerk, participatie inmaatschappelijke organisaties <strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, et cetera) kan ook veel bijdrag<strong>en</strong> totwelvaart, zij het dat dit vooral in de beleving <strong>en</strong> niet in de cijfers terug te vind<strong>en</strong> is. Aanal deze activiteit<strong>en</strong> werd e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke hoeveelheid tijd besteed. Tuss<strong>en</strong> 1975 <strong>en</strong> 1985nam de gemiddelde tijdbesteding van de (pot<strong>en</strong>tiële) beroepsbevolking aan betaaldearbeid af <strong>en</strong> aan onbetaalde arbeid toe. In de ti<strong>en</strong> jaar daarna steeg het aantal ur<strong>en</strong>betaalde arbeid per persoon weer, van 14,1 naar 17,3 uur per week <strong>en</strong> nam degemiddelde tijd besteed aan onbetaalde arbeid af van 27,2 naar 25,5 uur per week. DeNederlander kreeg het wel drukker: de totale gemiddelde tijd besteed aan betaalde <strong>en</strong>onbetaalde arbeid steeg van 41,3 naar 42,8 uur per week. [De Beer, 2001:108-111]De gemiddelde to<strong>en</strong>ame van de betaalde arbeid was vooral toe te schrijv<strong>en</strong> aan degroei<strong>en</strong>de arbeidsparticipatie, want de arbeidsduur zelf nam steeds verder af: e<strong>en</strong>voltijdbaan in 1950 bestond uit 2280 uur per jaar, in 1976 1865 uur <strong>en</strong> in 2005 uit 1720uur. [Van Berg<strong>en</strong>, 2008: 174; Website Statline].De Nederlandse welvaartsgroei kreeg gestalte in de jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig, door dekrachtige economische groei in de periode van wederopbouw, gestimuleerd door e<strong>en</strong>actieve industrialisatiepolitiek van de overheid. Vanaf de jar<strong>en</strong> vijftig nam<strong>en</strong> de lon<strong>en</strong>sterk toe. Dit was eig<strong>en</strong>lijk niet de bedoeling. Het stelsel van geleide loonpolitiek,met hetdoel de nominale lon<strong>en</strong> laag te houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo de bedrijvigheid te bevorder<strong>en</strong>, schreefvoor dat de lon<strong>en</strong> maximaal verhoogd mocht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met dearbeidsproductiviteitsstijging voor de gehele economie. (Van Zand<strong>en</strong>, 1979: 15-16]Echter, door e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke krapte op de arbeidsmarkt nam de druk op werkgevers toeom meer loon uit betal<strong>en</strong> dan de CAO aangaf. Dat was vooral het geval in bepaalderegio’s als de Randstad <strong>en</strong> sector<strong>en</strong> als de metaalindustrie. Steeds vaker werd<strong>en</strong> ‘zwartelon<strong>en</strong>’ uitbetaald.De loonexplosie, begin jar<strong>en</strong> zestig, bleef niet beperkt tot de meest productievebedrijfstakk<strong>en</strong>, maar spreidde zich uit over alle sector<strong>en</strong>. De geleide loonpolitiek was inde praktijk niet langer houdbaar: bij loononderhandeling<strong>en</strong> richtt<strong>en</strong> de goedgeorganiseerde vakbond<strong>en</strong> zich naar de sector waar het beste resultaat te hal<strong>en</strong> was(‘wageleadership’). [Van Zand<strong>en</strong>, 2007: 116-119]21


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011De welvaartsgroei kwam echter niet alle<strong>en</strong> bij de werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> terecht. Vanaf de jar<strong>en</strong>vijftig werd de verzorgingsstaat in Nederland vorm gegev<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> breed scala aanverzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong>. Voor de Tweede Wereldoorlog was het socialezekerheidsstelsel vooral gericht op de bescherming van werknemers, maar vanaf eindjar<strong>en</strong> vijftig werd het aangevuld <strong>en</strong> uitgebreid met volksvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor ouderdom(AOW, 1957) <strong>en</strong> voor weduw<strong>en</strong> <strong>en</strong> wez<strong>en</strong> (AAW 1959). In de jar<strong>en</strong> zestig maakt<strong>en</strong> deaanhoud<strong>en</strong>de economische groei <strong>en</strong> de ruime aardgasbat<strong>en</strong> het mogelijk om het stelseluit te bouw<strong>en</strong> met royale, voor ieder toegankelijke voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>: de Algem<strong>en</strong>ekinderbijslagwet (1963), de Algem<strong>en</strong>e bijstandswet (1965), werkloosheidswett<strong>en</strong> (WWV,RWW, 1965), de Arbeidsongeschiktheidswet (1967), de Ziektewet (1967) <strong>en</strong> deAlgem<strong>en</strong>e wet bijzondere ziektekost<strong>en</strong> (AWBZ 1968). Het minimumloon werd verhoogd<strong>en</strong> de uitkering<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> daaraan gekoppeld, zodat ook uitkeringsgerechtigd<strong>en</strong>inkom<strong>en</strong>szekerheid kreg<strong>en</strong>. In 1976 werd als laatste grote volksverzekering de Algem<strong>en</strong>earbeidsongeschiktheidswet (WAO) ingevoerd.De sociale wetgeving bracht e<strong>en</strong> explosieve groei aan inkom<strong>en</strong>soverdracht<strong>en</strong> met zichmee, <strong>en</strong> daarmee ook e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke herverdeling van inkom<strong>en</strong>s via belastingheffing<strong>en</strong><strong>en</strong> sociale premies <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> uitkering<strong>en</strong> anderzijds. [SCP, 1998: 94] In 1970 werddoor de Nederlandse huishoud<strong>en</strong>s in totaal e<strong>en</strong> primair inkom<strong>en</strong> van ca. 320 miljardguld<strong>en</strong> (prijz<strong>en</strong> 1965) verdi<strong>en</strong>d. Daarnaast werd e<strong>en</strong> bedrag van ca. 50 miljard guld<strong>en</strong>aan uitkering<strong>en</strong> verstrekt. Aan heffing<strong>en</strong> voor onder andere die uitkering<strong>en</strong> werd ca. 100miljard guld<strong>en</strong> afgedrag<strong>en</strong>.Al met al was er in de jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig sprake van e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke welvaartsgroei incombinatie met inkom<strong>en</strong>snivellering. Dit laatste werd - naast de ontwikkeling van desociale zekerheid <strong>en</strong> daarbij behor<strong>en</strong>de inkom<strong>en</strong>soverdracht<strong>en</strong> - ook veroorzaakt door deafnem<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is van inkom<strong>en</strong>s uit kapitaal <strong>en</strong> door het naar elkaar toe groei<strong>en</strong> vaninkom<strong>en</strong>s in de marktsector als gevolg van toepassing van functieclassificatiesystem<strong>en</strong>.[SCP, 1998: 104] Nederland was in de beleving e<strong>en</strong> – zij het wat egalitaire –welvaartsstaat geword<strong>en</strong>. Wat voorhe<strong>en</strong> luxe goeder<strong>en</strong> war<strong>en</strong> als auto’s <strong>en</strong> televisieskwam<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het bereik van vel<strong>en</strong>. Doordat de overheid zich steeds nadrukkelijkermanifesteerde als leverancier van maatschappelijke product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> als onderwijs,gezondheidszorg <strong>en</strong> het verzorg<strong>en</strong> van infrastructuur, werd<strong>en</strong> die impliciet, maar steedsnadrukkelijker tot de welvaart gerek<strong>en</strong>d. [De Roos, 1985: 92] Op individueel niveaubegonn<strong>en</strong> aspect<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> prettige <strong>en</strong> gezonde leefomgeving, voldo<strong>en</strong>ing gev<strong>en</strong>dearbeid met goede arbeidsomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrije tijd e<strong>en</strong> steeds belangrijker rol tespel<strong>en</strong>. [De Roos, 1985: 92,93]Het jaar 1973 - de eerste oliecrisis - markeerde het eind van e<strong>en</strong> periode van sterke <strong>en</strong>langdurige economische groei (tuss<strong>en</strong> 1960 <strong>en</strong> 1973 jaarlijks gemiddeld bijna 5 proc<strong>en</strong>t).[Van Zand<strong>en</strong>, 1979: 213] De economie begon te haper<strong>en</strong> <strong>en</strong> verviel na de tweedeoliecrisis in 1979 in e<strong>en</strong> recessie. De groei van de economie zou tuss<strong>en</strong> 1973 <strong>en</strong> 1994terugvall<strong>en</strong> tot gemiddeld 2 proc<strong>en</strong>t. [SCP, 1998: 98]De crisis bracht niet alle<strong>en</strong> grote werkloosheid - met nav<strong>en</strong>ant verlies aan inkom<strong>en</strong> - metzich mee, het leidde ook tot sterke ombuiging<strong>en</strong> in de collectieve sector. De koppelingvan uitkering<strong>en</strong> aan lon<strong>en</strong> werd langdurig buit<strong>en</strong> werking gesteld, waardoor voor deuitkeringsgerechtigd<strong>en</strong> in de eerste helft van de jar<strong>en</strong> tachtig e<strong>en</strong> koopkrachtachterstandontstond van bijna 15 proc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de inkom<strong>en</strong>snivellering weer afnam. [SCP, 1998: 105]Zorg<strong>en</strong> over de welvaart kwam<strong>en</strong> tot uiting in stijging van de individuele besparing<strong>en</strong> vanhuishoud<strong>en</strong>s. Tuss<strong>en</strong> 1980 <strong>en</strong> 1982 steg<strong>en</strong> die van ruim 1 proc<strong>en</strong>t naar bijna 5 proc<strong>en</strong>tvan het beschikbaar inkom<strong>en</strong>. [Website DNB] Het gemiddeld besteedbaar inkom<strong>en</strong> (inconstante prijz<strong>en</strong>) per equival<strong>en</strong>t huishoud<strong>en</strong> daalde intuss<strong>en</strong> met meer dan 10 proc<strong>en</strong>t.[SCP, 1998: 95]De tweede helft van de jar<strong>en</strong> tachtig bracht het nodige herstel, al werd de stijging vanhet totale gemiddeld welvaartsniveau gedrukt door demografische factor<strong>en</strong>. Sinds beginjar<strong>en</strong> tachtig groeide het aantal alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> <strong>en</strong> allochtone huishoud<strong>en</strong>s. Ook kwam de‘dubbele vergrijzing’ op gang, wat resulteerde in veel meer hoogbejaarde ouder<strong>en</strong>. Derelatief sterke to<strong>en</strong>ame van deze bevolkingsgroep<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong>22


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011betrekkelijk laag inkom<strong>en</strong> had e<strong>en</strong> demp<strong>en</strong>d effect op de stijging van het gemiddeldwelvaartsniveau van huishoud<strong>en</strong>s.[Grubb<strong>en</strong> et al, 2000: 10]Maar desondanks steeg de koopkracht weer, met gemiddeld 3,2 proc<strong>en</strong>t per jaar. Hetverschil tuss<strong>en</strong> de werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> nam daarbij verder toe. Actiev<strong>en</strong>scoord<strong>en</strong> gemiddeld 4,5 proc<strong>en</strong>t koopkrachtstijging per jaar, niet actiev<strong>en</strong> 1,3 proc<strong>en</strong>t,waarbij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met bijstand of e<strong>en</strong> werkloosheidsuitkering slechts op 0,6 proc<strong>en</strong>t perjaar uitkwam<strong>en</strong>. [Grubb<strong>en</strong> et al, 2000: 7]In de eerste helft van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig zakte de groei van de koopkracht weer sterk in,tot gemiddeld 0,7 proc<strong>en</strong>t per jaar. Dit kwam mede doordat de overheid e<strong>en</strong> meer danev<strong>en</strong>redig deel van de stijging van het NI naar zich toe trok, ter l<strong>en</strong>iging van destaatsschuld. [SCP, 2001: 22]Met name de economische inzinking in 1993 <strong>en</strong> 1994 trof de niet-actiev<strong>en</strong> stevig:arbeidsongeschikt<strong>en</strong>, bijstandsontvangers, werkloz<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>ontvangers ging<strong>en</strong>er gemiddeld met meer dan 1 proc<strong>en</strong>t op achteruit. [Grubb<strong>en</strong> et al, 2000: 11]De tweede helft van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig bracht e<strong>en</strong> duidelijke k<strong>en</strong>tering. De koopkrachtklom weer tot e<strong>en</strong> gemiddelde groei van 2,7 proc<strong>en</strong>t in 1998. Dit keer profiteerd<strong>en</strong> vooralde lage inkom<strong>en</strong>s: door e<strong>en</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> herintreding vanuit e<strong>en</strong> uitkering (watgemiddeld leidde tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het inkom<strong>en</strong> van 15 proc<strong>en</strong>t), herstel van dekoppeling van uitkering<strong>en</strong> aan de loonontwikkeling<strong>en</strong> voor gep<strong>en</strong>sioneerd<strong>en</strong> e<strong>en</strong>belangrijke belastingverlichting door e<strong>en</strong> extra verhoging van de ouder<strong>en</strong>aftrek (1998).Wordt gerek<strong>en</strong>d met gestandaardiseerde (equival<strong>en</strong>t) huishoud<strong>en</strong>s zag de situatie er ietsanders uit: gemiddeld ging<strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong>s met inkom<strong>en</strong> uit arbeid er in totaal 4,7proc<strong>en</strong>t op vooruit, huishoud<strong>en</strong>s met uitkering 3,4 proc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong>s vangep<strong>en</strong>sioneerd<strong>en</strong> 5,8 proc<strong>en</strong>t. [Grubb<strong>en</strong> et al, 2000: 12,13]Er werd in elk geval ook weer flink herverdeeld. In 1996 trof de overheid de primaireinkom<strong>en</strong>s (430 miljard guld<strong>en</strong>) met e<strong>en</strong> belastingheffing van 50 miljard <strong>en</strong> socialepremies van 140 miljard, wat dat jaar resulteerde in secundaire overdracht<strong>en</strong> ‘van rijknaar arm’ van 145 miljard guld<strong>en</strong>. [SCP, 1998: 94]Opvall<strong>en</strong>d is dat in de jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig de inkom<strong>en</strong>sverschill<strong>en</strong> het meestto<strong>en</strong>am<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de categorie ’werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong>’. De beloning van ‘oude’ beroep<strong>en</strong>,bijvoorbeeld in de maakindustrie of de e<strong>en</strong>voudige di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing als schoonmaak,blev<strong>en</strong> achter, terwijl de beloning voor ‘nieuwe’ beroep<strong>en</strong> in zakelijke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong>ICT omhoog schoot. [Moon<strong>en</strong> et al, 2011: 12,13; Grubb<strong>en</strong> et al, 2000: 27-29; De Beer,2001: 80] Maar vooral de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ‘gewone’ werknemers <strong>en</strong> topmanagem<strong>en</strong>tgroeid<strong>en</strong> spectaculair. In de periode 1993 – 2000 was de gemiddelde salarisstijging van(alle) voltijdwerkers 3 proc<strong>en</strong>t per jaar, terwijl de salariss<strong>en</strong> van topmanagers metgemiddeld 8 proc<strong>en</strong>t per jaar steg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> echt duidelijke verklaring daarvoor ontbreekt.[De Beer, 2001: 83–97]Over het geheel gezi<strong>en</strong> nam<strong>en</strong> de inkom<strong>en</strong>sverschill<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig niet bijzonderveel toe. Dat was wel het geval met de vermog<strong>en</strong>sverdeling. De vermog<strong>en</strong>s als bron vanwelvaart nam<strong>en</strong> ook zelf aanzi<strong>en</strong>lijk toe. Het gemiddelde vermog<strong>en</strong> van huishoud<strong>en</strong>sgroeide van 110.000 guld<strong>en</strong> in 1990 tot meer dan 200.000 guld<strong>en</strong> in 2000, vooral doorde groei van het eig<strong>en</strong> woning- <strong>en</strong> effect<strong>en</strong>bezit. Daarbij groeide ook de ongelijkheid. Aande uiterst<strong>en</strong> werd het aantal miljonairs meer dan verdubbeld terwijl het aantalhuishoud<strong>en</strong>s met e<strong>en</strong> bescheid<strong>en</strong>, soms negatief vermog<strong>en</strong> ongeveer gelijk bleef. In hetjaar 2000 had ruim vijftig proc<strong>en</strong>t van de huishoud<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> van minder dan50.000 guld<strong>en</strong>.[Grubb<strong>en</strong> et al, 2000: 16,17]E<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>d f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> uit de jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig is de opkomst van hettweeverdi<strong>en</strong>ers-huishoud<strong>en</strong>, door de instroom van gehuwde vrouw<strong>en</strong> op dearbeidsmarkt. In de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig groeide het aantal tweeverdi<strong>en</strong>ers-par<strong>en</strong> met 80.000per jaar, tot in totaal 2,4 miljo<strong>en</strong> in 1998. Tegelijkertijd daalde het aantal e<strong>en</strong>verdi<strong>en</strong>erspar<strong>en</strong>met 55.000 per jaar tot ruim b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de 1 miljo<strong>en</strong>. Tweeverdi<strong>en</strong>ers-huishoud<strong>en</strong>shadd<strong>en</strong> meer te bested<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong>verdi<strong>en</strong>ers. In 1977 lag het inkom<strong>en</strong> vantweeverdi<strong>en</strong>ers gemiddeld 15 proc<strong>en</strong>t bov<strong>en</strong> dat van e<strong>en</strong>verdi<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> dat bleef relatiefstabiel totdat het midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig opliep tot meer dan 21 proc<strong>en</strong>t. Dat was nog23


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011iets minder dan het alle<strong>en</strong> op basis van inkom<strong>en</strong> had kunn<strong>en</strong> zijn: via specifiekebelastingwetgeving - eerst de e<strong>en</strong>verdi<strong>en</strong>erstoeslag in 1984, later voetoverheveling -werd de positie van e<strong>en</strong>verdi<strong>en</strong>ers relatief versterkt. [SCP, 1998: 105]De tweeverdi<strong>en</strong>ers-par<strong>en</strong> domineerd<strong>en</strong> de bov<strong>en</strong>kant van de inkom<strong>en</strong>sverdeling. In 1998hadd<strong>en</strong> neg<strong>en</strong> op de ti<strong>en</strong> tweeverdi<strong>en</strong>ers e<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>modaal inkom<strong>en</strong>, waarvan de helfttwee maal modaal. Van de anderhalf miljo<strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong>s met e<strong>en</strong> twee maal modaalinkom<strong>en</strong> was of meer was bijna driekwart tweeverdi<strong>en</strong>er. [Grubb<strong>en</strong> et al, 2000: 15]Aan de onderkant van de inkom<strong>en</strong>sverdeling manifesteerde zich vanuit de crisis vanbegin jar<strong>en</strong> tachtig e<strong>en</strong> groep die te kamp<strong>en</strong> had met e<strong>en</strong> zeer laag inkom<strong>en</strong>,achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s aangeduid met de échte minima <strong>en</strong> stille arm<strong>en</strong>. Van het totaal van dehuishoud<strong>en</strong>s had in 1985 19 proc<strong>en</strong>t het moeilijk om rond te kom<strong>en</strong> met het inkom<strong>en</strong>. In1991 was dat aanzi<strong>en</strong>lijk beter, het ging to<strong>en</strong> nog om 11 proc<strong>en</strong>t. In de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tigbleef dit verder stabiel; in 1998 had nog 10 proc<strong>en</strong>t het moeilijk. Hoewel individuelesituaties erg kond<strong>en</strong> wissel<strong>en</strong>, hadd<strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong>s met e<strong>en</strong> laag inkom<strong>en</strong> (vergelijkbaarmet de bijstandsgr<strong>en</strong>s) niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere kans om financieel in de knel te rak<strong>en</strong>,maar ook om langer in die situatie te verblijv<strong>en</strong>. De ontsnappingskans om terug te ker<strong>en</strong>naar e<strong>en</strong> situatie van behoorlijke welvaart nam af naarmate de situatie langervoortduurde.Hier teg<strong>en</strong>over stond dat in 1998 50 proc<strong>en</strong>t van alle huishoud<strong>en</strong>s aangaf gemakkelijk tekunn<strong>en</strong> rondkom<strong>en</strong> met het inkom<strong>en</strong> (<strong>en</strong> daarnaast nog 24 proc<strong>en</strong>t tamelijkgemakkelijk). Welvaart bleek toch de overweg<strong>en</strong>de situatie. [Grubb<strong>en</strong> et al, 2000: 76–79] In e<strong>en</strong> onderzoek naar de tevred<strong>en</strong>heid over de leefsituatie werd zowel in 1999 als in2002 e<strong>en</strong> gemiddeld rapportcijfer van 7,4 gegev<strong>en</strong> voor de financiële middel<strong>en</strong> waarovere<strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong> beschikte. [SCP, 2003: 280]E<strong>en</strong> indicatie dat er inderdaad breed sprake was van beleving van welvaart bleek uit debereidheid tot consumer<strong>en</strong>. Eind jar<strong>en</strong> tachtig / begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> vooral de tweedehelft jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig nam<strong>en</strong> de consumptieve besteding<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge vlucht, watvervolg<strong>en</strong>s de economische groei weer ondersteunde. E<strong>en</strong> combinatie van gunstigeomstandighed<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt, de grotere bestedingsruimte van steeds meertweeverdi<strong>en</strong>ers, de historisch lage r<strong>en</strong>testand <strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>de aandel<strong>en</strong>koers<strong>en</strong> <strong>en</strong>oplop<strong>en</strong>de huiz<strong>en</strong>prijz<strong>en</strong> droeg<strong>en</strong> bij aan de grote koopbereidheid, vooral van duurzamegoeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervoer (waaronder vakanties) <strong>en</strong> communicatie, waarbij bij het laatste desterke opkomst van het mobiele bell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote rol speelde. [Grubb<strong>en</strong> et al, 2000:17,18]Teg<strong>en</strong>over de materiële voordel<strong>en</strong> die hard <strong>en</strong> lang werk<strong>en</strong> met zich mee bracht, blek<strong>en</strong>bepaalde immateriële aspect<strong>en</strong> onder druk te staan, zoals de balans tuss<strong>en</strong> werk <strong>en</strong>privé. Typer<strong>en</strong>d daarvoor is de TV-spot die SIRE in 1997 uitbracht met: "Wie is toch dieman die zondags altijd het vlees komt snijd<strong>en</strong>”. [Website beeld<strong>en</strong>geluidwiki] Was dit ineerste instantie nog toegespitst op de klassieke e<strong>en</strong>verdi<strong>en</strong>er, in de jar<strong>en</strong> nul werd ditthema uitgebreid naar tweeverdi<strong>en</strong>ers met kinder<strong>en</strong>.De period<strong>en</strong> van ‘booming’ economie, met uitbreiding van de productiecapaciteit,bebouwing, verkeer, et cetera <strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> die dat gaf op het gebied vanduurzaamheid <strong>en</strong> aantasting van de kwaliteit van de leefomgeving, bracht<strong>en</strong> extra eis<strong>en</strong>aan de overheid met zich, om het algem<strong>en</strong>e welvaartspeil te bewar<strong>en</strong>. Dat uitte zich ine<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de productie van zog<strong>en</strong>aamde intermediaire goeder<strong>en</strong>, om problem<strong>en</strong>te eliminer<strong>en</strong> (bijvoorbeeld geluidswall<strong>en</strong>) of te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> (bijvoorbeeld speelplaats<strong>en</strong><strong>en</strong> recreatiegebied<strong>en</strong>). [De Roos, 1985: 98]De jar<strong>en</strong> nul begonn<strong>en</strong> goed, maar daarna trad e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>tering in. In 2001 steeg dekoopkracht nog spectaculair met 4,4 proc<strong>en</strong>t, maar deze zakte daarna in, onder invloedvan de internet-crisis. [Website Statline CBS] De overheid (kabinet Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de II)kampte met grote tekort<strong>en</strong> <strong>en</strong> greep sterk in in de verzorgingsstaat, in hoogte <strong>en</strong> duurvan de uitkering<strong>en</strong>. Zoals Schnabel het formuleerde: “Van uitkeringsgerechtigde is dewerkloze of arbeidsongeschikte burger e<strong>en</strong> dure gast geword<strong>en</strong> die maar kort magblijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> die voortdur<strong>en</strong>d gecontroleerd wordt.” (Schnabel, 2004: 300)24


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011De tevred<strong>en</strong>heid over hun financiële situatie van de Nederlanders was ook verminderd.In 2004 was het rapportcijfer gedaald tot 6,9 [SCP, 2005: 317] Dat jaar steeg dekoopkracht weer, met gemiddeld 0,7 proc<strong>en</strong>t, maar in 2005 daalde deze met 0,3proc<strong>en</strong>t. Toch was het welvaartgevoel niet echt aangetast: de consumptiegroei ging door<strong>en</strong> m<strong>en</strong> ontzag zich niet daarvoor te ontspar<strong>en</strong>. [Website Statline CBS, Website DNB]Actor<strong>en</strong>Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur- Antonides, Gerrit <strong>en</strong> Fred van Raaij, Inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de voordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> vanwerk (D<strong>en</strong> Haag z.j.)- Beer, Paul de, <strong>Werk</strong>, e<strong>en</strong> uitgewerkt medicijn? Arbeidsparticipatie, welvaart <strong>en</strong>ongelijkheid in de postindustriële sam<strong>en</strong>leving (Nijmeg<strong>en</strong> 2001)- Berg<strong>en</strong>, Dirk van d<strong>en</strong>, ‘Welvaartsgroei <strong>en</strong> productiviteit’ in: C<strong>en</strong>traal Bureau voorde Statistiek, De Nederlandse Economie 2008 (D<strong>en</strong> Haag 2008)- Fukuyama, Francis, Welvart. De grondslag<strong>en</strong> van het economisch handel<strong>en</strong>(Amsterdam/Antwerp<strong>en</strong> 1995)- Galbraith, John K<strong>en</strong>neth, The good society. The humane ag<strong>en</strong>da (New York 1996)- Grubb<strong>en</strong>, B.H.M.G et al (red.), Jaarboek Welvaartsverdeling 2000. Feit<strong>en</strong> <strong>en</strong>cijfers over inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> consumptie in Nederland (Voorburg / Heerl<strong>en</strong> 2000)- Hoel<strong>en</strong>, H., <strong>Werk</strong>loosheid: de schaduwzijde van de welvaart (Ass<strong>en</strong> 2000)- Moon<strong>en</strong>, Linda, et al, ‘Inkom<strong>en</strong>s <strong>en</strong> positie op de arbeidsmarkt’, in: SociaalEconomische Tr<strong>en</strong>ds, C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek (Voorburg / Heerl<strong>en</strong>2011)- Schnabel, Paul, Kort gehoud<strong>en</strong>. Columns over welzijn <strong>en</strong> welvaart in Nederland(Amsterdam 2004)- Roos, W.A.A.M de, Bevrijd<strong>en</strong>de economie. Over welvaart, arbeid <strong>en</strong> consumptie(Rotterdam 1985)- SCP, Sociaal <strong>en</strong> cultureel rapport 1998. 25 jaar sociale verandering (Rijswijk1998)- SCP, De sociale staat van Nederland 2001 (D<strong>en</strong> Haag 2001)- SCP, De sociale staat van Nederland 2003 (D<strong>en</strong> Haag 2003)- SCP, De sociale staat van Nederland 2005 (D<strong>en</strong> Haag 2005)- http://www.dnb.nl/binaries/spaargedrag_tcm46-147215.pdf (geraadpleegd 31mei 2011)- http://www.beeld<strong>en</strong>geluidwiki.nl/index.php/Wie_is_toch_die_man...(geraadpleegd 31 mei 2011)- Website Statline CBS (geraadpleegd 31 mei 2011)25


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 4 – De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de actieve rol van de sociale partners t.o.v. deoverheidMetatr<strong>en</strong>d- Emancipatie <strong>en</strong> Participatie- Verzakelijking- Internationalisering- Europeanisering- IndividualiseringRelatie met- Tr<strong>en</strong>d: Verandering<strong>en</strong> in de conjunctuur <strong>en</strong> in de structuur van de economie- Tr<strong>en</strong>d: Verandering<strong>en</strong> in de arbeidsparticipatie van verschill<strong>en</strong>de groepering<strong>en</strong>- Tr<strong>en</strong>d: Flexibilisering van de arbeidsmarkt: van lifetime employm<strong>en</strong>t naartijdelijke di<strong>en</strong>stverband<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig ondernemerschap- Domein Economie, tr<strong>en</strong>d: De rijksoverheid: van speler naar ondersteuner- Domein Politiek <strong>en</strong> Bestuur: To<strong>en</strong>ame van de toepassing van het cons<strong>en</strong>susgerichtoverlegmodel bij beleidsvorming <strong>en</strong> uitvoering- Hotspot: Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar (1982)DateringBegin jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig tot eind jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tigBeschrijvingDe invloed van de sociale partners - de werkgevers- <strong>en</strong> werknemersorganisaties - isvanaf de jar<strong>en</strong> vijftig onderhevig geweest aan verandering<strong>en</strong>. Zo veranderde deverhouding tuss<strong>en</strong> de overheid <strong>en</strong> de sociale partners, maar ook de verhouding tuss<strong>en</strong> desociale partners onderling. Vier fas<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hierin onderscheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In de jar<strong>en</strong>vijftig tot <strong>en</strong> met de jar<strong>en</strong> zestig was er e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>d tot steeds sterkere sam<strong>en</strong>werkingtuss<strong>en</strong> zowel de sociale partners onderling als met de overheid. In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tigontstond er e<strong>en</strong> breuk in de sam<strong>en</strong>werking, doordat de sociale partners hun achterbanweer voor zich probeerd<strong>en</strong> te winn<strong>en</strong>. Vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig nam de sam<strong>en</strong>werkingtuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> toe <strong>en</strong> hiermee tev<strong>en</strong>s de invloed van de vakbond<strong>en</strong> <strong>en</strong>vakc<strong>en</strong>trales. T<strong>en</strong>slotte was er vanaf begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig sprake van e<strong>en</strong> aanval op deinvloed van de vakbond<strong>en</strong> door de steeds groter word<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong>.De sociale partners in Nederland zijn onder te verdel<strong>en</strong> in de werkgeversbond<strong>en</strong> (onderandere VNO-NCW, MKB-Nederland <strong>en</strong> LTO-Nederland) aan de <strong>en</strong>e kant <strong>en</strong> devakc<strong>en</strong>trales (FNV, CNV <strong>en</strong> de Unie MHP) <strong>en</strong> overige vakver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> aan de anderekant. De FNV was in 2005 veruit de grootste vakc<strong>en</strong>trale met 1,2 miljo<strong>en</strong> led<strong>en</strong> <strong>en</strong> deCNV <strong>en</strong> de Unie MHP volgd<strong>en</strong> met respectievelijk 347.000 <strong>en</strong> 159.000 led<strong>en</strong>. De overigevakver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> 199.000 led<strong>en</strong>. [Van Crucht<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kuijpers, 2008: 47] Devakc<strong>en</strong>trales repres<strong>en</strong>teerd<strong>en</strong> de kleinere vakbond<strong>en</strong> die vooral per sector war<strong>en</strong>gevormd. De overheid, meestal verteg<strong>en</strong>woordigd door de minister van Sociale Zak<strong>en</strong>,overlegde sinds de jar<strong>en</strong> vijftig via verschill<strong>en</strong>de platforms, zoals Stichting van de Arbeid(STAR) <strong>en</strong> Raad voor <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> (RWI), met de sociale partners om totovere<strong>en</strong>stemming te kom<strong>en</strong>. De in 1950 opgerichte Sociaal-Economische Raad (SER)functioneerde hierbij als adviesorgaan van de regering betreff<strong>en</strong>de het sociaaleconomischebeleid. Vanaf die tijd ontwikkelde de SER zich tot e<strong>en</strong> belangrijkadviesorgaan van de regering. Dit kwam vooral doordat er door de gelijkeverteg<strong>en</strong>woordiging van werkgevers, werknemers <strong>en</strong> de kroonled<strong>en</strong> (33 led<strong>en</strong> totaal <strong>en</strong>12 man dagelijks bestuur) bind<strong>en</strong>de afsprak<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt met e<strong>en</strong>gedeg<strong>en</strong> basis. [FNV, 1984: 8; Vogels, 2002: 23-27; Tr<strong>en</strong>d: De rijksoverheid: van spelernaar ondersteuner]Na de Tweede Wereldoorlog was het kabinet er veel aan geleg<strong>en</strong> om de lon<strong>en</strong> te matig<strong>en</strong>om de wederopbouw te versnell<strong>en</strong>. Met het oog hierop werd in 1945 de STAR (naar e<strong>en</strong>26


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011idee uit 1943) <strong>en</strong> in 1950 de SER opgericht met als doel het overleg met de werkgevers<strong>en</strong>werknemersbond<strong>en</strong> zo goed mogelijk te lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>. De goede contact<strong>en</strong> die in dejar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig ontstond<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de sociale partners <strong>en</strong> de overheid, zorgd<strong>en</strong> ervoor dat de vakc<strong>en</strong>trales groeid<strong>en</strong> in belang <strong>en</strong> omvang. Binn<strong>en</strong> de vakbeweging bestonder echter, al dan niet onderhuids, e<strong>en</strong> bijna perman<strong>en</strong>te spanning tuss<strong>en</strong> de directebelang<strong>en</strong>behartiging voor de korte termijn <strong>en</strong> het algeme<strong>en</strong> belang op de lange termijn.Er was bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> paradoxale situatie op de arbeidsmarkt: hoe beterinsiders werd<strong>en</strong> beschermd (door ontslagbescherming, het ‘first in, last out’-principe,leeftijdsschal<strong>en</strong>, etcetera), hoe moeilijker het betred<strong>en</strong> van de arbeidsmarkt werd vooroutsiders. Voortdur<strong>en</strong>d moest de vakbeweging e<strong>en</strong> afweging mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de belang<strong>en</strong>van de werknemers <strong>en</strong> die van werkloz<strong>en</strong>, WAO’ers, gep<strong>en</strong>sioneerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>, <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> directe belang<strong>en</strong> op de korte termijn <strong>en</strong> de algem<strong>en</strong>e belang<strong>en</strong> op de langetermijn. [W. Kok, interview 2011] In dit proces ontstond steeds meer e<strong>en</strong> kloof tuss<strong>en</strong> devakbeweging <strong>en</strong> haar led<strong>en</strong>. Zo werd<strong>en</strong> de meeste staking<strong>en</strong> niet geïnitieerd door devakc<strong>en</strong>trales, maar door de led<strong>en</strong>. De vakc<strong>en</strong>trales <strong>en</strong> werkgeversbond<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> vooralhet herstel van de Nederlandse economie voor og<strong>en</strong>, iets wat in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig zouverander<strong>en</strong>. In deze periode sterkte de Nederlandse economie aan <strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> vijftigwerd, als gevolg hiervan, de verzorgingsstaat uitgebreid met regeling<strong>en</strong> als de Algem<strong>en</strong>eOuderdomswet (AOW, 1957) <strong>en</strong> de Algem<strong>en</strong>e Bijstandswet (1963). [Vogels, 2002: 18;FNV, 1984: 8-9; VNO, 1989: 137; Domein Economie, Tr<strong>en</strong>d: De liberalisering van deverzorgingsstaat: van e<strong>en</strong> verdel<strong>en</strong>de, via e<strong>en</strong> terugtred<strong>en</strong>de naar e<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>deoverheid]In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig veranderde zowel de relatie tuss<strong>en</strong> de sociale partners onderling alsmet de overheid. De onderligg<strong>en</strong>de, sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de, red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor war<strong>en</strong> deoliecrises (1973 <strong>en</strong> 1979), de stijg<strong>en</strong>de werkloosheid, de ingreep van het kabinet in delon<strong>en</strong> <strong>en</strong> de maatschappelijke druk op de vakc<strong>en</strong>trales. [CNV, 2009: 114-115 <strong>en</strong> 135] Inreactie op e<strong>en</strong> grote staking in de Rotterdamse hav<strong>en</strong> (1972) maakte de overheidgebruik van de Loonwet, waarmee onder artikel 10 e<strong>en</strong> loonpauze in werd gesteld.Daarnaast werd wettelijk vastgelegd dat de regering alle CAO’s mocht ontbind<strong>en</strong>(Loonwet, artikel 8). In reactie hierop begonn<strong>en</strong> de vakc<strong>en</strong>trales met regelmaat grotedemonstraties te organiser<strong>en</strong> om het vertrouw<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong> te herwinn<strong>en</strong>(bijvoorbeeld de metaalstaking van 1972). De verstoring van de verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> desociale partners <strong>en</strong> de overheid werd het meest duidelijk in 1979 to<strong>en</strong> er bijna e<strong>en</strong>akkoord over loonmatiging<strong>en</strong> (het ‘bijna akkoord’ g<strong>en</strong>oemd) werd geslot<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> hetFNV <strong>en</strong> de minister van Sociale Zak<strong>en</strong>, maar dit uiteindelijk niet doorging omdat de FNVhaar led<strong>en</strong> niet teg<strong>en</strong> zich in het harnas wilde jag<strong>en</strong> [Vogels, 2002: 18; FNV, 1984: 9-10; CNV, 2009: 117]In het begin van de jar<strong>en</strong> tachtig werd door de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de onrust in de sam<strong>en</strong>levinggezocht naar to<strong>en</strong>adering tuss<strong>en</strong> de overheid <strong>en</strong> de sociale partners, maar ook tuss<strong>en</strong> dewerkgever- <strong>en</strong> werknemersorganisaties. Onder druk van de overheid (die dreigde metnog meer loonmatiging), de stijg<strong>en</strong>de werkloosheid <strong>en</strong> de maatschappelijke druk ome<strong>en</strong>sgezindheid te bereik<strong>en</strong>, werd in 1982 het zog<strong>en</strong>aamde Verdrag van Wass<strong>en</strong>aargetek<strong>en</strong>d door het FNV <strong>en</strong> de VNO-NCW. [CNV, 2009: 135; Berg, 1999: 135] Hiermeewerd de SER <strong>en</strong>igszins buit<strong>en</strong>spel gezet, aangezi<strong>en</strong> het idee voor het verdrag niet binn<strong>en</strong>de SER was ontstaan. Daarmee kwam ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s het nut van de SER ter discussie testaan, omdat het overleg in de SER ge<strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ereerde om de crisis, waarNederland in verkeerde, te bestrijd<strong>en</strong>. [Klamer, 1990: 178-179]Het verdrag van Wass<strong>en</strong>aar gaf uiteindelijk de aanzet tot de creatie van e<strong>en</strong> parapluwet,die de sociale partners de mogelijkheid gaf om gedeelt<strong>en</strong> van de CAO’s in overleg met deminister te verander<strong>en</strong>, zoals het ongedaan mak<strong>en</strong> van loonsverhoging<strong>en</strong>. Dezetoespeling van de overheid gaf vooral het signaal dat de overheid het verdrag wildesteun<strong>en</strong>. [Van Hout<strong>en</strong>, 2008:6] De belangrijkste verandering die in overleg met deoverheid werd ingevoerd, was het herverdel<strong>en</strong> van het werk, door middel vanbijvoorbeeld parttimewerk, om zo de jeugdwerkloosheid teg<strong>en</strong> te gaan. Dit was e<strong>en</strong> puntdat al voor langere tijd op de ag<strong>en</strong>da van zowel de vakbond<strong>en</strong> als de27


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011werkgeversorganisaties had gestaan <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s voor de overheid van groot belangwas. [CNV, 2009: 135; Vogels, 2002: 19; VNO-NCW, 2011]E<strong>en</strong> tweede belangrijke gebeurt<strong>en</strong>is vond plaats in 1991, to<strong>en</strong> het kabinet besloot omdrastisch in te grijp<strong>en</strong> in de WAO. Hoewel de relatie tuss<strong>en</strong> de drie vakc<strong>en</strong>trales voorlangere tijd zeer koel was geweest, werd<strong>en</strong> de rij<strong>en</strong> nu geslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> trokk<strong>en</strong> zijgezam<strong>en</strong>lijk op teg<strong>en</strong> het kabinet <strong>en</strong> de werkgeversbond<strong>en</strong>. In reactie hierop werd deCommissie-Buurmeijer ingesteld, die de geplande verandering<strong>en</strong> verzachtte door alle<strong>en</strong>toekomstige WAO’ers te kort<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestaande gevall<strong>en</strong> te ontzi<strong>en</strong>. [Goslinga, 2004: 3;NOS.nl, 2009]In de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig werd de macht van bedrijv<strong>en</strong> steeds groter <strong>en</strong> daarmee hun invloedop regering<strong>en</strong> – sommig<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> het zelfs over e<strong>en</strong> stille overname van de macht vanregering<strong>en</strong> door multinationals. [Nore<strong>en</strong>a Hertz, 2001] Deze invloed werd duidelijk in1993 to<strong>en</strong> de discussie over de algeme<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>de CAO’s door politici zoals FritsBolkestein (oud-medewerker van Shell) werd aangezw<strong>en</strong>geld. Hoeveel greep demultinationals echt hadd<strong>en</strong> op de overheid, blijft echter giss<strong>en</strong>. Wel kreg<strong>en</strong> demultinationals speciale posities binn<strong>en</strong> de werkgeversbond<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> zij (onderandere Unilever <strong>en</strong> Shell) niet binn<strong>en</strong> het kader van de branches past<strong>en</strong>. [VNO-NCW,2011] Verder vond<strong>en</strong> steeds meer oud-vakbondsbestuurders hun weg naar belangrijkepolitieke posities. Zo werd de oud-FNV’er Wim Kok in 1989 minister <strong>en</strong> in 1994 zelfsminister-presid<strong>en</strong>t. Paradoxaal g<strong>en</strong>oeg schafte juist hij de verplichting af om inzake hetsociaal-economisch beleid advies aan de SER te vrag<strong>en</strong> (1994) <strong>en</strong> was hij het die begonte sleutel<strong>en</strong> aan de WAO. [Van der Veld<strong>en</strong>, 2005: 158-165]In 1997 werd beslot<strong>en</strong> dat niet alle<strong>en</strong> de regering, maar ook de Eerste <strong>en</strong> Tweede Kameradvies mocht<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> aan de SER. Hiermee veranderde de positie van dit instituut.Daarnaast verbreedde de SER haar adviez<strong>en</strong> naar terrein<strong>en</strong> als de combinatie van werk<strong>en</strong> zorg <strong>en</strong> de arbeidshouding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>. [Tr<strong>en</strong>d: To<strong>en</strong>ame van detoepassing van het cons<strong>en</strong>susgericht overlegmodel bij beleidsvorming <strong>en</strong> uitvoering] Deinvloed van de SER werd mede bepaald door de bereidwilligheid van de politiek om deadviez<strong>en</strong> over te nem<strong>en</strong>. Er war<strong>en</strong> beduid<strong>en</strong>d meer mogelijkhed<strong>en</strong> voor de SER wanneerde politiek bij bepaalde dossiers met de hand<strong>en</strong> in het haar zat, zoals het eerste kabinet-Kok inzake de flexibilisering van de arbeidsmarkt. [W. Kok, interview 2011]E<strong>en</strong> andere ontwikkeling in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig was de uitbreiding van het aantal thema’swaar de ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> van zowel werkgevers als werknemers zich mee bezig moest<strong>en</strong>houd<strong>en</strong>. Op het gebied van sociale zak<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> er door de individualisering niet alle<strong>en</strong>eis<strong>en</strong> met betrekking tot de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, maar ook aandacht voor loonkost<strong>en</strong>,arbeidstijd<strong>en</strong>, sociale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verdeling werk <strong>en</strong> privé. Vooral dewerkgeversorganisaties moest<strong>en</strong> daarnaast aandacht bested<strong>en</strong> aan thema’s als de steedshogere administratieve last<strong>en</strong> <strong>en</strong> investering<strong>en</strong> op het gebied van veiligheid <strong>en</strong> milieu. Ditleidde tot steeds meer overleg tuss<strong>en</strong> de vakc<strong>en</strong>trales <strong>en</strong> werkgeversc<strong>en</strong>trales. [VNO-NCW, 2011]De sociale partners begonn<strong>en</strong> zich aan het eind van de besprok<strong>en</strong> periode terug tetrekk<strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>trale overlegg<strong>en</strong>. Dit was overig<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> gevolg van e<strong>en</strong>dec<strong>en</strong>tralisatie waarbij het overleg met de staat verlor<strong>en</strong> ging, maar van e<strong>en</strong>to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aandacht voor specifieke CAO’s naar sector. [Vogels, 2002: 20]De tr<strong>en</strong>d van actievere sociale partners t<strong>en</strong> opzichte van de overheid zette, vooral alsgevolg van de blijv<strong>en</strong>de discussie over de WAO, door tot het einde van de besprok<strong>en</strong>periode. Hierbij werd<strong>en</strong> de vakc<strong>en</strong>trales gesteund door e<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>d aantal led<strong>en</strong>: hetgezam<strong>en</strong>lijk led<strong>en</strong>aantal nam toe van 1,6 miljo<strong>en</strong> in 1990 naar 1,9 miljo<strong>en</strong> in 2005.Hierbij behield<strong>en</strong> de oude bond<strong>en</strong> hun kracht, met de FNV als grootste vakbondsc<strong>en</strong>trale(1970=1.524.000 <strong>en</strong> 2005=1.899.000), <strong>en</strong> de overige kleine vakbond<strong>en</strong> als blijv<strong>en</strong>deminderhed<strong>en</strong> (1970=323.000 <strong>en</strong> 2005=199.000). Mede door de nieuwe positie t<strong>en</strong>opzichte van de Eerste <strong>en</strong> Tweede Kamer nam ook de betek<strong>en</strong>is van de SER alsadviser<strong>en</strong>d orgaan toe. [Van Crucht<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kuijpers, 2008: 47; CBS.nl]Actor<strong>en</strong>28


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011- Sociaal-Economische Raad (SER)- Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong>- Stichting van de Arbeid- VNO-NCW- MKB-Nederland- LTO-Nederland- FNV- Shell- CNV- Unie MHP- Vakbond<strong>en</strong>- Commissie-BuurmeijerBronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur- CNV, 100 jaar e<strong>en</strong> vakverbond met ideal<strong>en</strong> (Amsterdam/Utrecht 2009).- Crucht<strong>en</strong>, Jo van, <strong>en</strong> Rob Kuijpers, ‘Led<strong>en</strong> vakbond<strong>en</strong>’, in: CBS,Sociaaleconomische tr<strong>en</strong>ds. Statistisch kwartaalblad over arbeidsmarkt, socialezekerheid <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>. 1e kwartaal 2008 (Voorburg 2008), 47-50.- Berg, Annette van d<strong>en</strong>, ‘De vakbeweging 1907-1997’ in: Ronald van der Bie <strong>en</strong> PitDehing, <strong>Nationaal</strong> Goed (Amsterdam 1999).- FNV, De geschied<strong>en</strong>is van de vakbeweging<strong>en</strong> in Nederland (1984).- Goslinga, Sjoerd, Betrokk<strong>en</strong>heid, participatie <strong>en</strong> led<strong>en</strong>verloop in vakbond<strong>en</strong>(Amsterdam 2004).- Hertz, Nore<strong>en</strong>a, The sil<strong>en</strong>t takeover (Lond<strong>en</strong> 2001).- Hout<strong>en</strong>, Gijsbertus Wilhelmus van, Beleidsuitvoering in gelaagde stelsels. Dedoorwerking van aanbeveling<strong>en</strong> van de Stichting van de Arbeid in het CAO-overleg(Utrecht 2008).- Klamer, Arjo, Verzuilde drom<strong>en</strong>. 40 jaar SER (Amsterdam 1990).- Kok, Wim, interview d.d. 8 juli 2011.- Meer, Marc van der (et.al.), Weg van het overleg? Twintig jaar na Wass<strong>en</strong>aar:naar nieuwe verhouding<strong>en</strong> in het Nederlandse model (Amsterdam 2003).- NOS.nl, Tijdlijn WAO, 2011(http://static.nos.nl/nosjournaal/dossiers/tijdlijnwao.html, laatst geraadpleegd 19mei 2011).- VNO-NCW, ‘1990-hed<strong>en</strong>: VNO <strong>en</strong> NCW fuser<strong>en</strong> (http://www.vno-ncw.nl/over_vnoncw/geschied<strong>en</strong>is/1990-hed<strong>en</strong>_vno_<strong>en</strong>_ncw_fuser<strong>en</strong>/Pages/default.aspx, laatst geraadpleegd 1 juni2011).- VNO, De ontstaansgeschied<strong>en</strong>is van het verbond van Nederlandse onderneming<strong>en</strong>in kort bestek (’s-Grav<strong>en</strong>hage 1989).- Vogels, J.P. Harry, CAO’s in <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de polder. Geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> toekomst van de- CAO in Nederland <strong>en</strong> de verborg<strong>en</strong> kans<strong>en</strong> voor financiële di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ers `(Amsterdam 2002).29


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 5 - Regradatie van het beroepsniveau van de werkzameberoepsbevolkingMetatr<strong>en</strong>ds- technologisering <strong>en</strong> informatisering- mondialiseringRelatie met- Tr<strong>en</strong>d: Verandering<strong>en</strong> in de conjunctuur <strong>en</strong> in de structuur van de economie- Tr<strong>en</strong>d: Opkomst van het managerialisme- Domein: EconomieDateringBegin jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig – na 2005BeschrijvingIn de loop van de twintigste eeuw daalde het aantal werknemers waarvan het werk directverbond<strong>en</strong> aan de bedrijfstak waar m<strong>en</strong> werkzaam was, zoals agrariërs, scheepsbouwers<strong>en</strong> hav<strong>en</strong>arbeiders. Begin jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig bedroeg het aantal werknemers met werk datniet aan e<strong>en</strong> specifieke bedrijfsactiviteit verbond<strong>en</strong> was nog ongeveer e<strong>en</strong> derde.Halverwege de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig was het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met dergelijke functies(beleidvoer<strong>en</strong>d, wet<strong>en</strong>schappelijk of administratief) al gesteg<strong>en</strong> tot de helft. [SCP, 1998:363-364] Dit werd mede veroorzaakt doordat het belang van landbouw <strong>en</strong> visserij <strong>en</strong> hetindustriële grootbedrijf afnam <strong>en</strong> dat van de commerciële <strong>en</strong> niet-commerciëledi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing to<strong>en</strong>am. [Tr<strong>en</strong>d: Verandering<strong>en</strong> in de conjunctuur <strong>en</strong> in de structuur vande economie]Deze verschuiving in de beroep<strong>en</strong>structuur ging gepaard met e<strong>en</strong> stijging van hetgemiddelde beroeps- of functi<strong>en</strong>iveau. De krimp<strong>en</strong>de beroep<strong>en</strong> bestond<strong>en</strong> immers uitoverweg<strong>en</strong>d lagere functies, terwijl de groei<strong>en</strong>de beroep<strong>en</strong> (vooral beleidvoer<strong>en</strong>de <strong>en</strong>hoger leidinggev<strong>en</strong>de functies <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke functies <strong>en</strong> andere vakspecialist<strong>en</strong>)bij uitstek hogere functies war<strong>en</strong>. Hierdoor steeg het aandeel van de hogerefuncti<strong>en</strong>iveaus <strong>en</strong> daalde dat van de lagere functi<strong>en</strong>iveaus, terwijl het aandeel van demiddelbare beroep<strong>en</strong> ongeveer gelijk is geblev<strong>en</strong>. Dit verschijnsel wordt met ‘regradatie’aangeduid. [SCP, 1998: 364-365]Deze ontwikkeling zette zich al vanaf de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig in, maar pas vanaf 1985 zijnonderling goed vergelijkbare cijfers beschikbaar. Deze lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat het aandeel van detwee hoogste beroepsniveaus (hogere <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke beroep<strong>en</strong>) tot 2005 steegvan 20 naar circa 30 proc<strong>en</strong>t. Het aandeel middelbare beroep<strong>en</strong> veranderde nietnoem<strong>en</strong>swaardig <strong>en</strong> bedroeg circa 40%. Het aandeel lagere beroep<strong>en</strong> daalde met circa10 proc<strong>en</strong>tpunt<strong>en</strong> van circa 33 naar circa 23%. Overig<strong>en</strong>s bleef op het laagstefuncti<strong>en</strong>iveau, dat van de elem<strong>en</strong>taire beroep<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> qua omvang opvall<strong>en</strong>d stabielaantal e<strong>en</strong>voudige ban<strong>en</strong> bestaan, waarvan het aandeel circa zev<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t bedroeg.Voor zover er sprake is van afkalving van laaggekwalificeerd werk, betrof dit dus niet deelem<strong>en</strong>taire beroep<strong>en</strong> zoals schoonmaker, verkoper, bewaker, vakk<strong>en</strong>vuller <strong>en</strong> koerier.[SCP, 1998: 364-365, 376-377; SCP, 2004: 282-284; CBS 2001] Het werk aan deonderkant van de arbeidsmarkt is echter wel van karakter veranderd: steeds vaker ginghet om ban<strong>en</strong> in de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> steeds minder om laaggekwalificeerd werk in debouw <strong>en</strong> de industrie. [SCP, 2004: 284]Voor de beroep<strong>en</strong> in de hogere functi<strong>en</strong>iveaus was vaak ook e<strong>en</strong> hoger opleidingsniveauvereist. In het laatste kwart van de twintigste eeuw steeg het opleidingsniveau van deberoepsbevolking sterk. Zo daalde het aantal werknemers met alle<strong>en</strong> lager onderwijstuss<strong>en</strong> 1973 <strong>en</strong> 2005 van 35,9 naar 5,2 proc<strong>en</strong>t, <strong>en</strong> steeg in diezelfde periode het aantalwerknemers met e<strong>en</strong> HBO- of universitaire opleiding van 10,1 naar 30,5 proc<strong>en</strong>t. [CBSStatline; Leune, 2001: 17] Deze stijging was sterker dan dat van het functi<strong>en</strong>iveau vande werkzame beroepsbevolking: deze nam ook toe, maar niet in dezelfde mate. [Leune,2001: 18] Voor e<strong>en</strong> deel is dat verklaarbaar doordat het niveau van oudere g<strong>en</strong>eraties30


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011wordt onderschat. Niet iedere<strong>en</strong> die daartoe de capaciteit<strong>en</strong> had, heeft in het verled<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> doorstuder<strong>en</strong>, iets dat bij jongere g<strong>en</strong>eraties in veel mindere mate het geval is.Het formele opleidingsniveau zegt dus niet alles over het k<strong>en</strong>nis- <strong>en</strong> vaardigheidsniveauvan de bevolking. [SCP, 2004: 387-388] Daarnaast werd er in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate belanggehecht aan het ‘e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> lang ler<strong>en</strong>’, dat de overheid vanaf het einde van de jar<strong>en</strong>neg<strong>en</strong>tig bevorderde. [SCP, 1998: 600-601; Rijksoverheid, 1998]Het belang van e<strong>en</strong> vervolgopleiding nam ook toe, doordat de werkgeleg<strong>en</strong>heid voorlageropgeleid<strong>en</strong> afnam als gevolg van technische vernieuwing<strong>en</strong> zoals mechanisatie,automatisering <strong>en</strong> informatisering. Hierdoor war<strong>en</strong> bijvoorbeeld in de agrarische <strong>en</strong>industriële sector minder m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nodig voor hetzelfde werk: door de voortschrijd<strong>en</strong>detechnische ontwikkeling<strong>en</strong> kon veel laaggeschoolde arbeid (deels) word<strong>en</strong> overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>door machines <strong>en</strong> apparat<strong>en</strong>. Zo zorgde de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aanvoer van stukgoed percontainer voor e<strong>en</strong> daling in de behoefte aan hav<strong>en</strong>arbeiders. In de industriële productie,waarvan het belang toch al afnam, vond e<strong>en</strong>zelfde ontwikkeling plaats. Hierteg<strong>en</strong>ontstond<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig regelmatig protest<strong>en</strong>. In deze periode vond<strong>en</strong>de meeste staking<strong>en</strong> dan ook plaats voor het behoud van werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>verslechtering arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, zoals in 1984 in de Rotterdamse hav<strong>en</strong>. [Van derVeld<strong>en</strong>, 2000: 307-308; Van d<strong>en</strong> Berg e.a., 1984]Technische vernieuwing<strong>en</strong> zijn niet alle<strong>en</strong> van grote invloed geweest op dewerkgeleg<strong>en</strong>heid, maar ook op de aard van het werk. Sinds de jar<strong>en</strong> tachtig versche<strong>en</strong>de personal computer (pc)op steeds meer werkplekk<strong>en</strong>. In 2002 maakte 75% van dewerknemers gebruik van de pc. [Schot e.a. 1998, 342; SCP, 2005: 45, Steijn, 2003:154] De informatisering beperkte zich niet tot de pc <strong>en</strong> internet. Er werd<strong>en</strong> ook steedsmeer andere digitale apparat<strong>en</strong> gebruikt, zoals meet- <strong>en</strong> regelapparatuur, kassa’s,scanners <strong>en</strong> tek<strong>en</strong>- of ontwerpapparatuur (CAD/CAM). Chauffeurs k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> hun locatieexact dankzij het gebruik van GPS, kunn<strong>en</strong> dankzij de boordcomputer of routeplanner desnelste route naar hun bestemming bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> middels de GSM voortdur<strong>en</strong>dcontact mak<strong>en</strong> met het thuisfront of naar e<strong>en</strong> nieuwe lading word<strong>en</strong> gedirigeerd. Dit wasniet voor alle werknemers e<strong>en</strong> verbetering: het werk van kassamedewerkers werdbijvoorbeeld routinematiger <strong>en</strong> wellicht ook e<strong>en</strong>toniger. [SCP, 2005: 6; Steijn, 2003:154]LiteratuurBerg, Frank van d<strong>en</strong>, e.a., Het zal wel doodbloed<strong>en</strong>. De Rotterdamse stukgoedstaking1984 (Amsterdam 1984).C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek (CBS), Statline (http://statline.cbs.nl/StatWeb/default.aspxCBS, Standaard beroep<strong>en</strong>classificatie 1992, verbeterde editie 2001(http://www.cbs.nl/nl-NL/m<strong>en</strong>u/method<strong>en</strong>/classificaties/overzicht/sbc/1992/default.htm).Homma, Harry, Doorbraak aan de Maas. De hav<strong>en</strong>staking 1979 (Amsterdam 1979).Leune, J.M.G., Onderwijs in beweging; <strong>en</strong>ige opmerking<strong>en</strong> over verandering<strong>en</strong> in hetNederlandse onderwijs gedur<strong>en</strong>de het laatste kwart van de twintigste eeuw (D<strong>en</strong> Haag2001).Rijksoverheid, <strong>Nationaal</strong> actieprogramma E<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> lang ler<strong>en</strong> (D<strong>en</strong> Haag 1998).Schot, J.W., e.a. (red.), Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 1. Techniek inontwikkeling. Waterstaat. Kantoor <strong>en</strong> informatietechnologie (Zutph<strong>en</strong> 1998).Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau, Verzonk<strong>en</strong> technologie. ICT <strong>en</strong> de arbeidsmarkt (D<strong>en</strong>Haag 2005).Steijn, Bram, ‘ICT <strong>en</strong> de organisatie van arbeid’, in Jos de Haan <strong>en</strong> Jan Steyaert (red.),Jaarboek ICT <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving 2003. De sociale dim<strong>en</strong>sie van technologie (Amsterdam2003) 153-173.Veld<strong>en</strong>, Sjaak van der, Staking<strong>en</strong> in Nederland. Arbeidersstrijd 1830-1995 (Amsterdam2000).31


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 6 - Veranderde (visie op de) kwaliteit van arbeid <strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame vanhet aantal Arbo-wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> -regelsMetatr<strong>en</strong>ds- Technologisering <strong>en</strong> informatisering- Verzakelijking- Mondialisering- Verandering van institutionele verband<strong>en</strong>- Welvaartsgroei- Europeanisering- IndividualiseringRelatie met- Hotspot: Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête uitvoeringsorgan<strong>en</strong> sociale verzekering<strong>en</strong> (1992-1993)- Hotspot <strong>domein</strong> Veiligheid: Verbod op Asbest (1993)- Hotspot <strong>domein</strong> Cultuur Leefstijl <strong>en</strong> M<strong>en</strong>taliteit: De invoering van het rookverbodin Nederland (2004)- Domein Gezondheid- Domein VeiligheidDateringMidd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig tot na 2005BeschrijvingVanaf de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig is e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aandacht waarneembaar voor dearbeidskwaliteit (arbeidsomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> arbeidsinhoud) <strong>en</strong> daaraan verbond<strong>en</strong> e<strong>en</strong>groei van de zog<strong>en</strong>aamde Arbowet- <strong>en</strong> regelgeving. De aandacht is terug te zi<strong>en</strong> in deonderzoek<strong>en</strong> naar de leefsituatie die het C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek (CBS)uitvoerde: in de periode 1974-1986 e<strong>en</strong> driejaarlijks Leefsituatieonderzoek (LSO), tuss<strong>en</strong>1989-1996 e<strong>en</strong> jaarlijks Doorlop<strong>en</strong>d Leefsituatieonderzoek (DLO) <strong>en</strong> sinds 1997 e<strong>en</strong>Perman<strong>en</strong>t Onderzoek naar de Leefsituatie (POLS). [Beer, 2001: 36] De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>dewet- <strong>en</strong> regelgeving heeft echter maar in beperkte mate gezorgd voor e<strong>en</strong> verbeteringvan de kwaliteit van arbeid.In de jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig was het niet de overheid die uit was op e<strong>en</strong> nationaaluniforme bedrijfsgezondheidszorg, maar de vele Bedrijfsgezondheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (BGD’<strong>en</strong>).Dit war<strong>en</strong> <strong>en</strong>kelvoudige (voor één bedrijf) dan wel gezam<strong>en</strong>lijke instelling<strong>en</strong> (voormeerdere bedrijv<strong>en</strong>), die bedrijv<strong>en</strong> hielp<strong>en</strong> bij de curatieve (ongeval gerelateerde) zorg.[Verhoog, 2008: 130-131] In 1973 bleek uit het Regionalisatierapport van deNederlandse Ver<strong>en</strong>iging voor Arbeids- <strong>en</strong> Bedrijfsg<strong>en</strong>eeskunde (NVAB) dat slechts 30proc<strong>en</strong>t van de werknemers toegang had tot de bedrijfsgezondheidszorg. Er moest dusmeer gedaan word<strong>en</strong> om ook de andere 70 proc<strong>en</strong>t te bereik<strong>en</strong>.[Verhoog, 2008: 128]Dat de overheid nog niet zoveel aandacht besteedde aan deze kwestie, bleek uit deStructuurnota Gezondheidzorg die in 1974 door de staatssecretaris van Volksgezondheid<strong>en</strong> Milieuhygiëne werd uitgebracht. Hierin werd namelijk met ge<strong>en</strong> woord gerept over hetRegionalisatierapport. [Verhoog, 2008: 129]. Wel werd er in de bouwsector e<strong>en</strong> CAOgeslot<strong>en</strong> waarin de bedrijfsgezondheidszorg e<strong>en</strong> standaard onderdeel werd. Dezeverandering was van grote betek<strong>en</strong>is voor de latere uniformisering van debedrijfsgezondheidszorg. Zo werd in 1974 de Stichting BedrijfsgezondheidszorgBouwnijverheid (BGbouw) (later de Arbouw) opgericht, die contact onderhield met delokale BGD’<strong>en</strong> <strong>en</strong> hierdoor voor e<strong>en</strong> eerste c<strong>en</strong>tralisering zorgde. Doordat debouwvakkers op wissel<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> actief war<strong>en</strong>, begonn<strong>en</strong> ze hinder te ondervind<strong>en</strong>van de grote verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de vele BGD’<strong>en</strong>. Dit leidde eind jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig vanuit debouwsector tot de behoefte aan één instantie die informatie kon verschaff<strong>en</strong> over debedrijfsgezondheidszorg <strong>en</strong> e<strong>en</strong> uniformisering van de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. [Verhoog, 2008: 130-131]32


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Begin jar<strong>en</strong> tachtig ging de overheid over tot het aanscherp<strong>en</strong> van de criteria betreff<strong>en</strong>dede veiligheid op de werkvloer. In 1980 werd de Arbeidsomstandighed<strong>en</strong>wet (Arbowet)unaniem door de Tweede Kamer aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, ter vervanging van de oudeVeiligheidswet. Deze wet was verouderd, omdat de aard van de werkzaamhed<strong>en</strong> wasveranderd (automatisering) <strong>en</strong> door e<strong>en</strong> nieuw werkstrami<strong>en</strong> veel meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>arbeidsongeschikt werd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)inging<strong>en</strong>. [Slot <strong>en</strong> Bruins, 2003: 31; Verhoog, 2008: 138] De Arbowet legde meer dan deVeiligheidswet de nadruk op prev<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> gezondere arbeidsomstandighed<strong>en</strong>. Hierbijwerd de verantwoording voor de arbeidsomstandighed<strong>en</strong> doorgeschov<strong>en</strong> naar de directie<strong>en</strong> de ondernemingsraad (bij bedrijv<strong>en</strong> groter dan 750 werknemers). De wet werd tuss<strong>en</strong>1983 <strong>en</strong> 1998 gefaseerd ingevoerd. Deze gefaseerde invoering werd voorbereid door deArboraad (vanaf 1983), welke bestond uit werkgevers, werknemers <strong>en</strong> deskundig<strong>en</strong>.Het aantal regels nam in de loop der tijd flink toe. In 2005 war<strong>en</strong> de vijf thema’s waar deArbodi<strong>en</strong>st zich mee bezig hield: veilig werk<strong>en</strong> (ergonomie <strong>en</strong> aanrijdingsgevaar),fysische factor<strong>en</strong> (licht, geluid <strong>en</strong> trilling<strong>en</strong>), fysieke belasting<strong>en</strong> (zwaar werk <strong>en</strong> statischwerk), psychosociale belasting<strong>en</strong> (agressie <strong>en</strong> geweld) <strong>en</strong> gevaarlijke stoff<strong>en</strong>. Er kwam<strong>en</strong>ook nieuwe onderwerp<strong>en</strong> bij, zoals de Repetitive Strain Injury (RSI) (fysieke belasting)als gevolg van de statische zithouding achter computers, waardoor klacht<strong>en</strong> ontstond<strong>en</strong>in arm, hals <strong>en</strong> pols. [Blik op nieuws, 2008; Arboportaal, 2011] Sommige dossiers blev<strong>en</strong>echter jar<strong>en</strong>lang slep<strong>en</strong>. Zo werd<strong>en</strong> al in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig regels opgesteld terbestrijding van asbestose, maar pas in 1993 werd het AsbestbesluitArbeidsomstandighed<strong>en</strong>wet van kracht dat het beroepsmatig verwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> bewerk<strong>en</strong> vanasbest verbood. [Hotspot Verbod op asbest (1993)] Ook de wettelijke bescherming teg<strong>en</strong>het ongew<strong>en</strong>st meerok<strong>en</strong> liet lang op zich wacht<strong>en</strong>. Hoewel al in 1990 e<strong>en</strong> rookverbodwerd ingevoerd voor onder andere schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> overheidsgebouw<strong>en</strong>, duurde het tot 2004voordat alle werknemers het wettelijk recht op e<strong>en</strong> rookvrije werkplek kreg<strong>en</strong>.[Arbopodium, 2011; hotspot: De invoering van het rookverbod in Nederland (2004)]In de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig speelde e<strong>en</strong> nieuw thema op, dat de overheid er toe dwong omstr<strong>en</strong>gere maatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> ter verhoging van de kwaliteit van arbeid. De kost<strong>en</strong>van de in 1967 ingevoerde WAO liep<strong>en</strong> uit de hand, doordat te veel werknemers al oprelatief jonge leeftijd arbeidsongeschikt werd<strong>en</strong> verklaard. Om die red<strong>en</strong> werd in 1992-1993 e<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête gehoud<strong>en</strong> naar het functioner<strong>en</strong> van deuitvoeringsorgan<strong>en</strong> van de sociale verzekering<strong>en</strong>, onder voorzitterschap van J.F.Buurmeijer. De commissie-Buurmeijer constateerde onder meer dat het beleid van debedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> er op was gericht om de productiviteit hoog te houd<strong>en</strong>door voortijding m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> arbeidsongeschikt te verklar<strong>en</strong>. [Hotspot parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quêteuitvoeringsorgan<strong>en</strong> sociale verzekering<strong>en</strong>; Volkskrant, 1996]Om die red<strong>en</strong> ging in 1994 de Wet Terugdringing Ziekteverzuim <strong>en</strong> Wijziging Arbowet inwerking, in navolging van de in 1989 opgestelde ‘Europese kaderrichtlijn veiligheid <strong>en</strong>gezondheid van werknemers op het werk’ (Nummer 89/391/EEG). Deze wet had tweedoelstelling<strong>en</strong>: aan de <strong>en</strong>e kant werd gezocht naar method<strong>en</strong> om het aantal WAO’ersterug te dring<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan de andere kant naar manier<strong>en</strong> om de kwaliteit van arbeid inalgem<strong>en</strong>e zin te verbeter<strong>en</strong>. De maximale WAO-uitkering werd verlaagd naar 70 proc<strong>en</strong>t,er kwam<strong>en</strong> vijfjaarlijkse herkeuring<strong>en</strong> <strong>en</strong> wettelijke criteria voor dearbeidsongeschiktheid, <strong>en</strong> de Risico-Inv<strong>en</strong>tarisatie <strong>en</strong> –Evaluatie (RI&E) werd verplicht.De bedrijfsgezondheidszorg was in 2002 al flink was veranderd met de oprichting van deArbo Unie om de concurr<strong>en</strong>tie aan te gaan met nieuwkomers op de markt. E<strong>en</strong> aantalontwikkeling<strong>en</strong> zette de bedrijfsgezondheidszorg verder onder druk. T<strong>en</strong> eerste leidde deindividualisering (van de werkgever <strong>en</strong> werknemer) tot werknemers die meer zingevingin hun werk wild<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder gezondheidsrisico’s. Op hun beurt werd<strong>en</strong> werkgeversgeconfronteerd met hoge kost<strong>en</strong> bij zieke werknemers, waardoor de werkgevers uitwar<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hogere productiviteit – <strong>en</strong> e<strong>en</strong> daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de verhoging van dewerkdruk. Daarnaast zorgde de mondialisering voor e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de macht vanbedrijv<strong>en</strong>. Door bijvoorbeeld uitbesteding<strong>en</strong> werd het mogelijk om dearbeidskwaliteitseis<strong>en</strong> in Nederland te ontduik<strong>en</strong> door del<strong>en</strong> van het productieproces in33


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011andere land<strong>en</strong> plaats te lat<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>. Hierdoor nam de invloed van zowel de Arbo Unieals de overheid af. [Slot <strong>en</strong> Bruins, 2003: 44-45]De verandering van de bestaande <strong>en</strong> de invoering van nieuwe Arbo-regels zorgd<strong>en</strong> voore<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke afname van het aantal WAO’ers (1990 = 5,9 <strong>en</strong> 2005 = 5,5 proc<strong>en</strong>t vande Nederlandse bevolking), maar niet zozeer tot e<strong>en</strong> overduidelijke positieve veranderingvan de ‘zachte’ criteria van de kwaliteit van arbeid. [CBS, Statline]. Er zijn bij de kwaliteitvan arbeid twee dim<strong>en</strong>sies te onderscheid<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> de arbeidsomstandighed<strong>en</strong>(materiële aspect<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de arbeidsinhoud (immateriële aspect<strong>en</strong>). [Beer, 2001: 37]. Bijde arbeidsomstandighed<strong>en</strong> was er tuss<strong>en</strong> 1974-2005, kijk<strong>en</strong>d naar vuil werk <strong>en</strong>lichamelijk zwaar werk, sprake van e<strong>en</strong> stabilisering. E<strong>en</strong> duidelijk afname was alle<strong>en</strong>zichtbaar bij de overlast van lawaai: in 1974 had 26 proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hierlast van, teg<strong>en</strong> neg<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t in 2003/2004. [Beer, 2001: 38-39; Fr<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, 2005: 45]Ook het aantal werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat hoge tijdsdruk ervoer nam af: waar dit in 1997 nog bijnae<strong>en</strong> derde was, was dit in 2004 nog slechts e<strong>en</strong> kwart.Het begin van de jar<strong>en</strong> nul stond vooral in het tek<strong>en</strong> van de verdere reductie van hetaantal WAO’ers. Zo werd in 2002 de Wet Poortwachter ingevoerd, die werkgevers <strong>en</strong>werknemers verantwoordelijk maakte voor de WAO’ers. Zo werd er beter gecontroleerdop het verzuim door werknemer, met desbetreff<strong>en</strong>de sancties, <strong>en</strong> werd de werkgeverbelast met de kost<strong>en</strong> van zieke (lees: abs<strong>en</strong>te) werknemers. De Nieuwe Wet Arbo (2005)schreef ondernemers voor zelf e<strong>en</strong> functionaris aan te nem<strong>en</strong> die lette op de kwaliteitvan arbeid op de werkvloer, <strong>en</strong> wederom werd<strong>en</strong> de criteria voor arbeidsongeschiktheidaangescherpt. [Bruins Slot <strong>en</strong> Spreeuwers, 2003: 33]In het algeme<strong>en</strong> is de kwaliteit van arbeid gestaag in positieve richting veranderd. Er zijnechter nog steeds veel verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong>. Zo hebb<strong>en</strong> dehoreca, het vervoer <strong>en</strong> het onderwijs te mak<strong>en</strong> met ongunstigere arbeidsomstandighed<strong>en</strong>dan andere sector<strong>en</strong>. De huidige overheidsinterv<strong>en</strong>ties op het gebied van de Arbo zijndaarom meestal specifiek sectorgericht, zoals het eerder g<strong>en</strong>oemde verbod op hetgebruik van asbest <strong>en</strong> de uitbreiding van het rookverbod naar horeca-geleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>(2008). De resultat<strong>en</strong> van de meting<strong>en</strong> van de kwaliteit van arbeid suggerer<strong>en</strong> echter datde maatregel<strong>en</strong> wissel<strong>en</strong>d succes hadd<strong>en</strong>. [Beer, 2001:44; SCP, 2005: 91]Op het gebied van de arbeidsinhoud was stabilisering zichtbaar tuss<strong>en</strong> 1974 <strong>en</strong> 2004,maar ook e<strong>en</strong> daling van het arbeidsethos <strong>en</strong> de ontplooiingsmogelijkhed<strong>en</strong>. Zo was in1986 nog 95 proc<strong>en</strong>t van de werk<strong>en</strong>de tevred<strong>en</strong> over hun baan terwijl dat in 2005 maar90 proc<strong>en</strong>t was. Het war<strong>en</strong> echter vooral de nieuw ingestroomde jonger<strong>en</strong> die mindertevred<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. [Beer, 2001: 40; Fouarge e.a., 2005: 59-60] E<strong>en</strong> gelijke daling waszichtbaar bij het arbeidsethos, de mate waarin m<strong>en</strong> arbeid als e<strong>en</strong> plicht beschouwt.[SCP, 1998: 385-387] Tuss<strong>en</strong> 1977-1985 nam het arbeidsethos af: op de vraag: ‘alsiemand van het lev<strong>en</strong> wil g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> moet hij ook bereid zijn er hard voor te werk<strong>en</strong>’,antwoordde in 1977 nog 78 proc<strong>en</strong>t vóór de stelling <strong>en</strong> in 1985 slechts 65 proc<strong>en</strong>t. In detweede helft van de jar<strong>en</strong> tachtig lijkt er echter e<strong>en</strong> omslag te zijn geweest in hetarbeidsethos <strong>en</strong> is e<strong>en</strong> lichte stijging waarneembaar. [SCP, 1998: 385-387]Actor<strong>en</strong>- C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek (CBS)- Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (SCP)- Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging voor Arbeids- <strong>en</strong> Bedrijfsg<strong>en</strong>eeskunde (NVAB)- Christelijk <strong>Nationaal</strong> Vakverbond (CNV) waarom niet ook bijv. FNV?- Verbond van Nederlandse Ondernemers (VNO) ik mis NCW- Arbo Unie- Bedrijfsgezondheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (BGD’<strong>en</strong>)- Stichting Bedrijfsgezondheidszorg Bouwnijverheid (BGBouw) later: Arbouw- Ministerie van Volkgezondheid <strong>en</strong> Milieuhygiëne- Federatie van Gezam<strong>en</strong>lijke Arbo <strong>en</strong> Bedrijfsgezondheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (FAB)- Arboraad- Enquêtecommissie F. Buurmeijer34


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur- Arbopodium, ‘Rookbeleid op e<strong>en</strong> rij’, 24 november 2003(http://www.arbopodium.nl/default.asp?path=v7655y3i).- Arboportaal.nl, ‘Asbest’ (http://www.arboportaal.nl/onderwerp<strong>en</strong>/gevaarlijkestoff<strong>en</strong>/gevaarlijke-stoff<strong>en</strong>/asbest.htm,laatst geraadpleegd 15 mei 2011).- Beer, P.T. de (SCP), Over werk<strong>en</strong> in de postindustriële sam<strong>en</strong>leving (D<strong>en</strong> Haag2001)- Blik op nieuws, RSI over hoogtepunt he<strong>en</strong>, 16 mei 2008(http://www.blikopnieuws.nl/bericht/75497, laatst geraadpleegd Kleine historievan Arbo Unie 15 juni 2011).- Bruins Slot, Jaap H.W., <strong>en</strong> Dick Spreeuwers, Kleine historie van Arbo Unie(Nieuwegein 2003).- FNV, ‘Stress <strong>en</strong> werkdruk’, januari 2003(http://home.fnv.nl/02werkgeld/arbo/themas/werkdruk/werkdruk/werkdruk.html,laatst geraadpleegd 6 juni 2011).- Fr<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, Frans (CBS), Tr<strong>en</strong>ds in arbeidsomstandighed<strong>en</strong> 2004, vierde kwartaal2005 (http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/AA04431D-DA97-4228-A3ED-E00FD9F90BB5/0/2004k3v4p034art.pdf, laatst geraadpleegd 14 juni 2011).- Fouarge, Didier, Anne Giel<strong>en</strong>, Rob Grim e.a., Tr<strong>en</strong>drapport aanbod van arbeid2005 (Tilburg 2006).- SCP, Sociaal <strong>en</strong> cultureel rapport 1998. 25 jaar sociale verandering (Rijswijk1998).- SCP, De sociale staat van Nederland 2005 (D<strong>en</strong> Haag 2005).- Verhoog, Jero<strong>en</strong>, Arbo Unie 1908-2008. 100 jaar Arbo Unie, omdat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> demotor zijn (Utrecht 2008).35


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 7 - Opkomst van het managerialismeMetatr<strong>en</strong>d- Technologisering <strong>en</strong> informatisering- Verzakelijking- Mondialisering- Verandering van institutionele verband<strong>en</strong>- Welvaartsgroei- EuropeaniseringRelatie met- Tr<strong>en</strong>d: Verandering<strong>en</strong> in de conjunctuur <strong>en</strong> in de structuur van de economie- Tr<strong>en</strong>d: De rijksoverheid: van speler naar ondersteuner- Tr<strong>en</strong>d: Regradatie van het beroepsniveau van de werkzame beroepsbevolking- Hotspot: verpleegkundig<strong>en</strong>oproer- Tr<strong>en</strong>d <strong>domein</strong> Politiek <strong>en</strong> Op<strong>en</strong>baar Bestuur: Omslag in het politiek-bestuurlijkeklimaat: van keynesianisme naar neoliberalisme- Tr<strong>en</strong>d <strong>domein</strong> Politiek <strong>en</strong> Op<strong>en</strong>baar Bestuur: Het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat:omvorming van het uitvoeringsapparaat tot e<strong>en</strong> publieke <strong>en</strong> maatschappelijkrepres<strong>en</strong>tatieve di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>er- Tr<strong>en</strong>d <strong>domein</strong> Gezondheid: Secularisatie van de care <strong>en</strong> cure-instelling<strong>en</strong>DateringBegin jar<strong>en</strong> tachtig tot na 2005BeschrijvingIn de jar<strong>en</strong> tachtig kwam het zog<strong>en</strong>aamde nieuwe managem<strong>en</strong>t (managerialisme) inNederland op, waarbij gezocht werd naar efficiëntere <strong>en</strong> effectievere manier<strong>en</strong> om e<strong>en</strong>productieproces te lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>. In het Nederlandse bedrijfslev<strong>en</strong>, maar ook bij deoverheid <strong>en</strong> non-profitorganisaties, werd het managem<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> steeds groter onderdeelvan de totale organisatie. Het doel van managem<strong>en</strong>t was om de effici<strong>en</strong>cy <strong>en</strong> effectiviteitte vergrot<strong>en</strong> <strong>en</strong> klantgerichtheid te verbeter<strong>en</strong>. Waar het bedrijfslev<strong>en</strong> echter vooralstreefde naar het verhog<strong>en</strong> van de winst, war<strong>en</strong> voor de overheid <strong>en</strong> de nonprofitorganisatiesde bezuiniging<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> tachtig de belangrijkste red<strong>en</strong> om tereorganiser<strong>en</strong>.In de jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig ontstond<strong>en</strong> in Nederland steeds omvangrijkeremultinationals. Geïnspireerd door het Amerikaanse Taylorisme, dat rond 1900 wasontstaan <strong>en</strong> tot doel had om de productiviteit per individuele werknemer te verhog<strong>en</strong> viabijvoorbeeld massaproductiemanagem<strong>en</strong>t, werd gezocht naar manier<strong>en</strong> om hetproductieproces zo optimaal mogelijk te lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>. Daarom werd begonn<strong>en</strong> met hetuitbested<strong>en</strong> van de productie aan lagelon<strong>en</strong>land<strong>en</strong> (outsourcing); eerst naar land<strong>en</strong> alsTurkije <strong>en</strong> later Aziatische land<strong>en</strong>. Daarnaast vond<strong>en</strong> veel fusies <strong>en</strong> overnames plaats.[Alt<strong>en</strong>a <strong>en</strong> Van L<strong>en</strong>te, 2006: 166-167; Van der Werf, 2007: 44-46]In de jar<strong>en</strong> tachtig kwam het Toyotisme op, dat over kwam vanuit Japan. Het Toyotismehad drie k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>: de focus lag op de kerntak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de rest werd uitbesteed, dewerknemers werkt<strong>en</strong> in kwaliteitskring<strong>en</strong> die verantwoordelijk war<strong>en</strong> voor hun eig<strong>en</strong>onderdeel van het productieproces, <strong>en</strong> de opslagkost<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gedrukt door devoorrad<strong>en</strong> klein te houd<strong>en</strong> (just-in-time principe). [Van der Werf, 2007: 44-47] Als hetgevolg van deze ideeën werd in Nederland vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig overgegaan tot e<strong>en</strong> verkleining van veel bedrijv<strong>en</strong>, waarbij tak<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> afgestot<strong>en</strong> om terugte ker<strong>en</strong> naar de kerntak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de organisatie efficiënter werd gemaakt middelsdrastische reorganisaties. Zo ontsloeg Philips tijd<strong>en</strong>s operatie C<strong>en</strong>turion in de jar<strong>en</strong>tachtig <strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig bijna 50.000 werknemers, zowel binn<strong>en</strong> als buit<strong>en</strong> Europa. [Karst<strong>en</strong>,2010: 21] Vanaf de jar<strong>en</strong> nul ging<strong>en</strong> de grootbedrijv<strong>en</strong> weer over tot nieuwe fusies omhiermee de concurr<strong>en</strong>tie met andere grote bedrijv<strong>en</strong> aan te gaan. Daarbij bleef hetmanagem<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering. De verandering<strong>en</strong> ging<strong>en</strong>36


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011gepaard met e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme groei van het aantal managers in Nederland. Zoverdriedubbelde het aantal managers tuss<strong>en</strong> 1969 <strong>en</strong> 2006 tot zes proc<strong>en</strong>t van de totaleberoepsbevolking. [Tr<strong>en</strong>d: van schaalvergroting terug naar de kernactiviteit de in hetgrootbedrijf <strong>en</strong> de opkomst van het MKB <strong>en</strong> de zelfstandig zonder personeel (zzp); TUDelta, 2006; CBS.nl]E<strong>en</strong> ontwikkeling die van groot belang was bij de opkomst van het managerialisme inNederland was de technologisering. Door bijvoorbeeld betere communicatiemiddel<strong>en</strong>werd het mogelijk om de effici<strong>en</strong>cy te verbeter<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe software <strong>en</strong> automatiseringmaakt<strong>en</strong> het mogelijk om de productiviteit van werknemers beter te controler<strong>en</strong>.[Hughes, 2003: 14; Tr<strong>en</strong>d: to<strong>en</strong>ame beschikbaarheid <strong>en</strong> gebruik communicatiemiddel<strong>en</strong>;Tr<strong>en</strong>d: opkomst van de ICT-sector/opkomst van de ‘nieuwe economie’; Tr<strong>en</strong>d: regradatievan het beroepsniveau van de werkzame beroepsbevolking]De nieuwe managem<strong>en</strong>ttechniek<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> al vroeg opgemerkt in de publieke- <strong>en</strong> nonprofitsector,maar kreg<strong>en</strong> pas hun doorgang in het begin van de jar<strong>en</strong> tachtig. Deoverheid werd in die periode geconfronteerd met oplop<strong>en</strong>de tekort<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> steedshogere staatsschuld als gevolg van de oliecrises van 1973 <strong>en</strong> 1979. De politiek minstgevoelige oplossing (in teg<strong>en</strong>stelling tot het verhog<strong>en</strong> van de belasting<strong>en</strong> of bezuinig<strong>en</strong>),was het reorganiser<strong>en</strong> van departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> afdeling<strong>en</strong>. De belangrijkste speerpunt<strong>en</strong>war<strong>en</strong> het bedrijfsmatiger werk<strong>en</strong> (terug naar de kern) <strong>en</strong> het vergrot<strong>en</strong> van demarktwerking. [Tr<strong>en</strong>d: vermaatschappelijking van het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat]Op rijksoverheidsniveau werd de marktwerking in belangrijke mate vergroot door middelvan de privatisering vanaf het begin van de jar<strong>en</strong> tachtig. Staatsbedrijv<strong>en</strong> zoals dePosterij<strong>en</strong> Telegrafie <strong>en</strong> Telefonie (PTT) <strong>en</strong> de Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong> (NS) werd<strong>en</strong>ontkoppeld van de overheid <strong>en</strong> de markt<strong>en</strong> waarop zij opereerd<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> op<strong>en</strong>gesteldvoor concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.De vergroting van de bedrijfsmatigheid bij de rijksoverheid bleek echter het meestduidelijk uit de afstoting van tak<strong>en</strong>. Zo werd overgegaan tot de oprichting vanzelfstandige bestuursorgan<strong>en</strong>, de zog<strong>en</strong>aamde ZBO’s (eind jar<strong>en</strong> tachtig). E<strong>en</strong> voorbeeldhiervan is het C<strong>en</strong>traal Bureau Rijvaardigheidsbewijz<strong>en</strong> (CBR), dat eerder onderdeel wasvan het ministerie van Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat. Vanaf de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig stootte deoverheid ook tak<strong>en</strong> af door de oprichting van ag<strong>en</strong>tschapp<strong>en</strong>, die in teg<strong>en</strong>stelling tot deZBO’s nog wel binn<strong>en</strong> de interne organisatiestructuur van de ministeries viel<strong>en</strong>. Zowerd<strong>en</strong> de Di<strong>en</strong>st Justitiële Inrichting<strong>en</strong> (DJI) (1995) <strong>en</strong> het Rijksinstituut voorVolkgezondheid <strong>en</strong> Milieu (RIVM) (2003) omgevormd tot ag<strong>en</strong>tschapp<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> deoverheid bleef het moeilijk e<strong>en</strong> scheiding te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> inhoudelijke <strong>en</strong>managem<strong>en</strong>tverantwoordelijkhed<strong>en</strong>, onder andere door het gebruiktefunctiewaarderingssysteem. In op afstand geplaatste organisaties was die belemmeringer veel minder. Bijkom<strong>en</strong>d voordeel was dat deze organisaties niet meer onder debegrotingsstructuur viel<strong>en</strong>. Het bezuinig<strong>en</strong> was bij het opricht<strong>en</strong> van ZBO’s <strong>en</strong>ag<strong>en</strong>tschapp<strong>en</strong> wederom het belangrijkste doel. [Van Oosteroom <strong>en</strong> Van Thiel, 2005, 1-2; Kickert, 2000; Tr<strong>en</strong>d: omslag in het politiek-bestuurlijke klimaat: van keynesianism<strong>en</strong>aar liberalisme]Als gevolg van de bezuiniging<strong>en</strong> moest op provinciaal <strong>en</strong> lokaal niveau ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s overword<strong>en</strong> gegaan tot reorganisaties. Op provinciaal niveau werd<strong>en</strong> bijvoorbeeld de<strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> geprivatiseerd <strong>en</strong> op lokaal niveau werd<strong>en</strong> steeds meer tak<strong>en</strong>uitbesteed aan lokale bedrijv<strong>en</strong>. [Kickert 2000; Kickert <strong>en</strong> Van der Meer, 2009]De non-profitsector dijde als gevolg van de uitbesteding<strong>en</strong> door de rijksoverheid steedsmeer uit. Anno 2007 war<strong>en</strong> de non-profitorganisaties zelfs goed voor 40 proc<strong>en</strong>t van hetBNP. Wat deze organisaties k<strong>en</strong>merkt, is dat ze niet op winst gericht zijn <strong>en</strong>, hoewel inverschill<strong>en</strong>de mate, afhankelijk zijn van budgett<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of subsidies van de overheid. Ditbetek<strong>en</strong>de dat de non-profitorganisaties tijd<strong>en</strong>s de bezuinigingsperiode in de jar<strong>en</strong>tachtig ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s over moest<strong>en</strong> gaan tot bezuiniging<strong>en</strong> <strong>en</strong> reorganisaties. In de jar<strong>en</strong>tachtig werd daarom aangestuurd op meer concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> de non-profitorganisaties<strong>en</strong> de private sector, het b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> van de spaarzaamheid <strong>en</strong> het in het middelpuntplaats<strong>en</strong> van de klant. Hierdoor zou de non-profitsector minder afhankelijk word<strong>en</strong> vande overheid. [Groot <strong>en</strong> Van Held<strong>en</strong>, 2007: 13-26]37


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011E<strong>en</strong> sector waarin het managem<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> belangrijke rol ging spel<strong>en</strong> was bijvoorbeeld hetwet<strong>en</strong>schappelijke onderwijs. Waar in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig de universiteit<strong>en</strong> royaal voorzi<strong>en</strong>werd<strong>en</strong> van overheidsgeld<strong>en</strong>, begon de overheid in de jar<strong>en</strong> tachtig ook hier fors op tebezuinig<strong>en</strong>. Hierdoor moest<strong>en</strong> de universiteit<strong>en</strong> steeds ondernem<strong>en</strong>der word<strong>en</strong> omallereerst stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan te trekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarnaast zo efficiënt <strong>en</strong> effectief mogelijk teoperer<strong>en</strong>. De introductie van het nieuwe managem<strong>en</strong>t had voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong>. Zo werd deuniversiteit steeds ondernem<strong>en</strong>der, maar nam de druk op doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestuurders toe.Deze moest<strong>en</strong> namelijk steeds efficiënter gaan werk<strong>en</strong> om de faculteit<strong>en</strong> de hoofd<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> water te lat<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. [Groot <strong>en</strong> Van Held<strong>en</strong>, 2007: 318-319]Ev<strong>en</strong> zo belangrijk zijn de verandering<strong>en</strong> geweest in de gezondheidszorg. Tot begin jar<strong>en</strong>neg<strong>en</strong>tig war<strong>en</strong> de ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> vooral georganiseerd rondom di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, zoals deverpleegkundige <strong>en</strong> de medische di<strong>en</strong>st. Vanaf die tijd werd<strong>en</strong> de eerste managersingezet om de effici<strong>en</strong>cy <strong>en</strong> effectiviteit van de geleverde di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van het personeel teverbeter<strong>en</strong>. Dit zorgde voor de nodige onrust<strong>en</strong>, zoals de verpleegkundig<strong>en</strong>oproer in1990. [Hotspot verpleegkundig<strong>en</strong>oproer] De medisch specialist<strong>en</strong> speeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aparterol. Zij war<strong>en</strong> vooral georganiseerd in maatschapp<strong>en</strong>, wat inhield dat ze vrijeberoepsbeoef<strong>en</strong>aars war<strong>en</strong>. Hierdoor war<strong>en</strong> ze verantwoordelijk voor eig<strong>en</strong>bedrijfsvoering <strong>en</strong> risico’s. In 2000 veranderde deze structuur drastisch: hetGeïntegreerd Medisch Specialistisch Bedrijf (GMSB) schreef voor dat niet alle<strong>en</strong> demedisch specialist<strong>en</strong> verantwoordelijk war<strong>en</strong> voor hun functioner<strong>en</strong>, maar ook hetziek<strong>en</strong>huismanagem<strong>en</strong>t. Door deze verandering kwam er meer druk op de medischspecialist<strong>en</strong> te staan. Daarnaast zorgde de ingeslag<strong>en</strong> route voor e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van hetaantal managers in de zorgsector tot één manager per zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> medewerkers (2001).Tuss<strong>en</strong> 2001 <strong>en</strong> 2005 stabiliseerde het aantal managers. [Laev<strong>en</strong>, 2008: 19-24; Groot <strong>en</strong>Van Held<strong>en</strong>, 2007: 279-298; Huijb<strong>en</strong> <strong>en</strong> Geurts<strong>en</strong>, 2010:4-6]De concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> nam vanaf de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>stoe. Waar er in 1970 nog 200 ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> het er in 2007 nog maar 85.De oorzaak van de afname is terug te voer<strong>en</strong> op het aantal fusies, met als piek de jar<strong>en</strong>tachtig, to<strong>en</strong> er 86 fusies plaatsvond<strong>en</strong>. [Laev<strong>en</strong>, 2008: 21]Het nieuw managem<strong>en</strong>t, managerialisme, veranderde zowel de publieke als privatesector volledig. Managem<strong>en</strong>t werd e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> geaccepteerd onderdeel van deorganisatie van e<strong>en</strong> bedrijf <strong>en</strong> overheidsinstelling. In de private sector leidde het beteremanagem<strong>en</strong>t tot e<strong>en</strong> hogere productiviteit <strong>en</strong> bij de overheid (rijksoverheid, provincies<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) werd<strong>en</strong> de geplande bezuiniging<strong>en</strong> mede als gevolg van de reorganisatiesbehaald. De non-profitorganisaties wist<strong>en</strong> zich ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aan te pass<strong>en</strong> aan devermindering van de overheidsbudgett<strong>en</strong>, door ondernem<strong>en</strong>der te werk te gaan. Ditneemt niet weg dat er ook veel weerstand was teg<strong>en</strong> het nieuwe managem<strong>en</strong>t. Zo werder geregeld geprotesteerd teg<strong>en</strong> ontslag<strong>en</strong> bij zowel de overheid als het bedrijfslev<strong>en</strong> <strong>en</strong>zorgde de oplop<strong>en</strong>de werkdruk voor spanning<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> deprofessionals/werknemers op de werkvloer. [De Volkskrant, 2002; Steijn e.a., 2010: 2]Actor<strong>en</strong>- Ag<strong>en</strong>tschapp<strong>en</strong>- ZBO’s- Ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>- Universiteit<strong>en</strong>- Ministeries- Provincies- Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur- Alt<strong>en</strong>a, Bert, <strong>en</strong> Dick van L<strong>en</strong>te, Vrijheid & Rede. Geschied<strong>en</strong>is van Westersesam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong> 1750-1989 (2 e druk, Hilversum 2006).- De Volkskrant, 1 februari 2002, ‘Anti-stresscursus sam<strong>en</strong> met baas’.38


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011- FNV, ‘Stress <strong>en</strong> werkdruk’(http://home.fnv.nl/02werkgeld/arbo/themas/werkdruk/werkdruk/werkdruk.html(januari 2003), laatst geraadpleegd 6 juni 2011).- Fouarge, Didier, Anne Giel<strong>en</strong>, Rob Grim e.a., Tr<strong>en</strong>drapport aanbod van arbeid2005 (Tilburg 2006).- Groot, T.L.C.M., G.J. van Held<strong>en</strong>, Financieel managem<strong>en</strong>t van non-profitorganisaties (5 e druk, Groning<strong>en</strong> 2007).- Hughes, Ow<strong>en</strong> E., Public managem<strong>en</strong>t & administration. An introduction (3e ed.,New York 2003).- Huijb<strong>en</strong>, Mark <strong>en</strong> Arno Geurts<strong>en</strong>, ‘Vuistregel voor aantal managers’, HollandBelgium Managem<strong>en</strong>t Review 130 (2010), 2-7.- Karst<strong>en</strong>, L, ‘In het verled<strong>en</strong> behaalde resultat<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> garantie voor detoekomst’, M&O 3 (2008) 21-37.- Kickert, W.J.M., Public managem<strong>en</strong>t reforms in the Netherlands (Delft 2000).- Kickert, W.J.M. <strong>en</strong> F.B. van der Meer, Reorganisatie van de provincie Noord-Holland van 2003 tot 2006 (D<strong>en</strong> Haag 2009).- Laev<strong>en</strong>, Anne-Marie, E<strong>en</strong> gezonde blik naar buit<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onderzoek naar oorzak<strong>en</strong><strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> van marktoriëntatie bij algem<strong>en</strong>e ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> (Tilburg 2008).- Noordegraaf, Mirko, Managem<strong>en</strong>t in het publieke <strong>domein</strong>. Issues, instituties <strong>en</strong>instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (Bussum 2004).- Oosteroom, Ronald van, <strong>en</strong> Sandra van Thiel, ‘Ag<strong>en</strong>tschapp<strong>en</strong>, kruiwag<strong>en</strong> voormodernisering?’, Repub: Bestuurskunde (december 2005) 1-16.- SCP, Sociaal <strong>en</strong> cultureel rapport 1998. 25 jaar sociale verandering (Rijswijk1998).- SCP, De sociale staat van Nederland 2005 (D<strong>en</strong> Haag 2005).- Steijn, Bram, Lars Tummers <strong>en</strong> Victor Bekkers, Explaining willingness of publicprofessionals to implem<strong>en</strong>t public policies: Cont<strong>en</strong>t, context and personalitycharacteristics (Utrecht 2010).- TU Delta, Nederland heeft te veel managers, 14 september 2006(http://www.delta.tudelft.nl/nl/archief/artikel/-nederland-heeft-te-veelmanagers/15984,laatst geraadpleegd 7 juni 2011).- Werf, Siep van der, De verdeling van arbeid e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning van vraag <strong>en</strong> aanbod,beleid <strong>en</strong> sociale zekerheid (Bussum 2007).- Zwegers, J.M.M., Organisatie & Arbeidsmarkt (3 e druk, Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn 2000).39


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 9 - Groei<strong>en</strong>de, maar gediffer<strong>en</strong>tieerde arbeidsparticipatieMetatr<strong>en</strong>ds- Verzakelijking- Multiculturalisering- Emancipatie <strong>en</strong> participatie- Technologisering <strong>en</strong> informatisering- WelvaartsgroeiRelatie metDomein: <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>; Economie; Cultuur: Leefstijl <strong>en</strong> M<strong>en</strong>taliteit; Onderwijs <strong>en</strong>wet<strong>en</strong>schapTr<strong>en</strong>d: Afname van maatschappelijke ongelijkheid van vrouw<strong>en</strong>DateringJar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig - na 2005BeschrijvingDe opvatting over arbeidsparticipatie is in de loop van de tijd veranderd. In de dec<strong>en</strong>niana de Tweede Wereldoorlog werd er van alle mann<strong>en</strong> verwacht dat zij zoud<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>aan het arbeidsproces. Van vrouw<strong>en</strong> werd dat veel minder verwacht of vond m<strong>en</strong> datzelfs ongew<strong>en</strong>st. Van vrouw<strong>en</strong> die ging<strong>en</strong> trouw<strong>en</strong> werd het bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> alsvanzelfsprek<strong>en</strong>d gevond<strong>en</strong> dat zij hun baan zoud<strong>en</strong> opgev<strong>en</strong>. In 1965 keurde 84% vande Nederlandse bevolking het zelfs af als getrouwde vrouw<strong>en</strong> met schoolgaande kinder<strong>en</strong>ook werkt<strong>en</strong>. Dit perc<strong>en</strong>tage was <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> later, in 1971, al gezakt tot 44%. Door deemancipatie van de vrouw <strong>en</strong> de stijging van het opleidingsniveau werd het steedsgewoner voor (gehuwde) vrouw<strong>en</strong> om te gaan werk<strong>en</strong>. [Cörvers <strong>en</strong> V<strong>en</strong>drik, 2005: 159;WRR, 2000: 17]Door de welvaartsgroei in de jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig deelde niet iedere<strong>en</strong> meer dem<strong>en</strong>ing dat all<strong>en</strong>, of in ieder geval het mannelijk deel van de bevolking, e<strong>en</strong> baan moesthebb<strong>en</strong>. Het werkethos nam tot halverwege de jar<strong>en</strong> tachtig af. Door de economischerecessie veranderde het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> eind jar<strong>en</strong> tachtig over arbeidsparticipatie opnieuw,zowel bij de bevolking als bij de overheid. Door de sterk gesteg<strong>en</strong> werkloosheid werd e<strong>en</strong>groter beroep gedaan op de sociale verzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong> nam de financiële last toe voor deoverheid. Bij het overheidsbeleid kwam daardoor meer nadruk te ligg<strong>en</strong> op het aan hetwerk help<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die niet deelnam<strong>en</strong> aan het arbeidsproces. Dit kond<strong>en</strong>werkloz<strong>en</strong> zijn die op zoek war<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> baan of vrouw<strong>en</strong> die wild<strong>en</strong> herintred<strong>en</strong>. Hetdoel van de sociale zekerheid is sinds het midd<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> tachtig dan ookverschov<strong>en</strong>: van systeem voor het verstrekk<strong>en</strong> van uitkering<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> systeem waarinde nadruk is kom<strong>en</strong> te ligg<strong>en</strong> op het voorkom<strong>en</strong> van uitval <strong>en</strong> het bevorder<strong>en</strong> van dereïntegratie. De gerichtheid op arbeidsparticipatie heeft zich sinds begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tiggeïnt<strong>en</strong>siveerd. [WRR, 2000: 17; SCP, 1998: 386]Al met al nam door het veranderde d<strong>en</strong>kbeeld <strong>en</strong> de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werkloosheid, dealgem<strong>en</strong>e participatiegraad tot het midd<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> tachtig af. Ook de relatiefgunstige sociale uitkering<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bijgedrag<strong>en</strong> aan deze dal<strong>en</strong>de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s. Vanaf hetmidd<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> tachtig steeg de arbeidsparticipatie weer, met name door hettoetred<strong>en</strong> van vrouw<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt, <strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>d door de beperking<strong>en</strong> in deuitkering<strong>en</strong>. In 2000 was het participati<strong>en</strong>iveau perc<strong>en</strong>tueel ev<strong>en</strong> hoog als in het beginvan de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig. Wel lag begin jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig de arbeidsparticipatie in ur<strong>en</strong> hogerdan eind jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig. Dit werd veroorzaakt door de invoering van dearbeidstijdverkorting waardoor werkwek<strong>en</strong> steeds minder ur<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> door deto<strong>en</strong>ame van het aantal parttimers. Meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong>, maar die werkt<strong>en</strong> gemiddeldminder ur<strong>en</strong>. [WRR, 2002: 26-27, 29]Er zijn verschill<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> in de arbeidsparticipatiegraad van diverse groepering<strong>en</strong>. Tot dejar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig nam het aantal mann<strong>en</strong> dat werkte af. De verslechterde conjunctuur trofvooral h<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor was de arbeidsparticipatie van mann<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> begin jar<strong>en</strong> tachtig40


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011<strong>en</strong> halverwege jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig lager dan de periode ervoor of erna. In de periode 1994-2001 steeg de arbeidsparticipatie weer door de aantrekk<strong>en</strong>de economie <strong>en</strong> dooroverheidsmaatregel<strong>en</strong> om de arbeidsparticipatie te bevorder<strong>en</strong>. De maatregel<strong>en</strong> war<strong>en</strong>vooral gericht op het lat<strong>en</strong> herinstrom<strong>en</strong> van oudere mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> het terugdring<strong>en</strong> van deinstroom in arbeidsongeschiktheidsregeling<strong>en</strong>. In 1987 <strong>en</strong> in 1993 werd<strong>en</strong> daartoestr<strong>en</strong>gere arbeidsongeschiktheidsregeling<strong>en</strong> ingesteld om de aanwas te beperk<strong>en</strong>. Vanaf2001 nam de beroepsdeelname van mann<strong>en</strong> weer af door e<strong>en</strong> neergaande conjunctuur<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oplop<strong>en</strong>de werkloosheid. [Cörvers <strong>en</strong> V<strong>en</strong>drik, 2005: 142, 145]Voor vrouw<strong>en</strong> was het beeld anders. In 1970 was de participatiegraad van vrouw<strong>en</strong> 30%.Dit perc<strong>en</strong>tage bleef tot de jar<strong>en</strong> tachtig redelijk stabiel. Daarna begon het licht te stijg<strong>en</strong><strong>en</strong> vanaf het midd<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> tachtig steeg het arbeidsaanbod van vrouw<strong>en</strong> sterk. In2004 was de participatiegraad van vrouw<strong>en</strong> 59%. De sterke stijging is met name toe teschrijv<strong>en</strong> aan het feit dat steeds meer gehuwde vrouw<strong>en</strong> zijn gaan werk<strong>en</strong>. Aanvankelijkstopt<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> met werk<strong>en</strong> wanneer zij ging<strong>en</strong> trouw<strong>en</strong>. In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig werkt<strong>en</strong>veel vrouw<strong>en</strong> door tot de geboorte van hun eerste kind. In de jar<strong>en</strong> tachtig bleef reeds 6op de 10 vrouw<strong>en</strong> doorwerk<strong>en</strong> na de geboorte van hun eerste kind. Ti<strong>en</strong> jaar later wasdit aantal gesteg<strong>en</strong> tot 9 van de 10 vrouw<strong>en</strong>. [Tijd<strong>en</strong>s, 2006: 1-3] Dat er meer gehuwdevrouw<strong>en</strong> zijn gaan werk<strong>en</strong> kwam door de emancipatie van de vrouw, de daling van dehuishoudelijke arbeidstijd, het gesteg<strong>en</strong> opleidingsniveau <strong>en</strong> de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> participatievan hoger opgeleide vrouw<strong>en</strong>, de opkomst van deeltijdban<strong>en</strong> waardoor zorg <strong>en</strong> werk tecombiner<strong>en</strong> viel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de stijg<strong>en</strong>de werkgeleg<strong>en</strong>heid in de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de sector<strong>en</strong> vande economie. [Tijd<strong>en</strong>s, 2006: 14]De overheid heeft actief beleid ontwikkeld om de arbeidsparticipatie van vrouw<strong>en</strong> tebevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor hun sociaaleconomische positie te verbeter<strong>en</strong>. In 1982 werd hetemancipatiebeleid van het ministerie van Cultuur, Recreatie <strong>en</strong> Maatschappelijk <strong>Werk</strong>overgeheveld naar het ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid. Hetemancipatiebeleid stond tot die tijd voornamelijk in het tek<strong>en</strong> van het doorbrek<strong>en</strong> vanrolpatron<strong>en</strong>. De focus van het beleid verschoof vanaf 1981 richting het verdel<strong>en</strong> vanarbeid <strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bied<strong>en</strong> van gelijke kans<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt aan vrouw<strong>en</strong>.C<strong>en</strong>traal in het emancipatiebeleid stond<strong>en</strong> de arbeidstijdverkorting, gelijkberechtigingvan deeltijdwerkers <strong>en</strong> het verbeter<strong>en</strong> van de kans<strong>en</strong> voor vrouw<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt.[Gal<strong>en</strong>-Ste<strong>en</strong>stra, 2001: 23-24]Het aandeel werkzame jonger<strong>en</strong> van 15-24 jaar in de pot<strong>en</strong>tiële beroepsbevolking istuss<strong>en</strong> 1971 <strong>en</strong> 1997 gedaald van 27% naar 18%, omdat jonger<strong>en</strong> steeds langerdoorging<strong>en</strong> met ler<strong>en</strong>. De arbeidsparticipatie daalde daardoor ook sterk, van 57% in1971 naar 46% in 1997. In dezelfde periode is het aandeel ouder<strong>en</strong> (50-64 jaar) slechtslicht gesteg<strong>en</strong> van 22% tot 24%. [SCP, 1998a: 352, 355] Er was dus sprake vanontgro<strong>en</strong>ing op de arbeidsmarkt, maar nog ge<strong>en</strong> sprake van vergrijzing in deze periode.Tuss<strong>en</strong> 1996 <strong>en</strong> 2009 is de arbeidsparticipatie van ouder<strong>en</strong> gesteg<strong>en</strong> van 40% naar57%. Wel is deze groep gemiddeld minder gaan werk<strong>en</strong>. Dit kwam met name door deinstroom van vrouw<strong>en</strong> die voornamelijk in deeltijd werkt<strong>en</strong>. [Sanders, 2010: 59]Tot halverwege de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig vertoonde de participatiegraad van ouder<strong>en</strong> in hetarbeidsproces e<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>de lijn. De oorzaak hiervan was van de invoering van de VUT(Vervroegde Uitreding) midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig. Om de hoge jeugdwerkloosheid tebestrijd<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> oudere werknemers gestimuleerd om met vervroegd p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> te gaan.Hierdoor werd<strong>en</strong> ban<strong>en</strong> gecreëerd voor jonge werkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Daarnaast werd<strong>en</strong> de VUT<strong>en</strong> andere sociale regeling<strong>en</strong>, zoals de arbeidsongeschiktheidsregeling <strong>en</strong> dewerkloosheidsregeling gebruikt om oudere werknemers af te lat<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong> op voor dewerknemer financieel gunstige voorwaard<strong>en</strong>. Vanwege deze gunstige voorwaard<strong>en</strong> koz<strong>en</strong>de meeste werknemers om van de VUT gebruik te mak<strong>en</strong> wanneer zij daar voor inaanmerking kwam<strong>en</strong>.In de eerste helft van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig heeft de overheid in sam<strong>en</strong>spraak met de socialepartners maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om het oneig<strong>en</strong>lijk gebruik van de VUT, WAO <strong>en</strong> de WWterug te dring<strong>en</strong> vanwege de alsmaar to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de kost<strong>en</strong> van de regeling<strong>en</strong>. Daarnaastis de fiscaal gunstige VUT-regeling vervang<strong>en</strong> door andere prep<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>regeling<strong>en</strong> waarde werknemer zelf voor moet spar<strong>en</strong>. Het gevolg van deze maatregel<strong>en</strong> was dat de41


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011arbeidsparticipatie van ouder<strong>en</strong> sinds het midd<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig weer to<strong>en</strong>am. Departicipatiegraad van mann<strong>en</strong> in de leeftijd van 55 tot 65 jaar is gesteg<strong>en</strong> van 41,8% in1994 tot 59,3% in 2006. In dezelfde periode is de arbeidsparticipatie van vrouw<strong>en</strong> indezelfde leeftijdscategorie gesteg<strong>en</strong> van 18,5% naar 33,8%.Naast de hervorming<strong>en</strong> van de sociale regeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ook andere factor<strong>en</strong>bijgedrag<strong>en</strong> aan de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> participatiegraad van name oudere mann<strong>en</strong>. Hetopleidingsniveau is gesteg<strong>en</strong> waardoor er meer verdi<strong>en</strong>d kan word<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> langeraan het werk blijv<strong>en</strong>. Daarnaast blev<strong>en</strong> de partners van de oudere mann<strong>en</strong> langerdoorwerk<strong>en</strong>, waardoor mann<strong>en</strong> minder snel g<strong>en</strong>eigd war<strong>en</strong> om vervroegd met p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>te gaan. [Vuur<strong>en</strong> <strong>en</strong> Deel<strong>en</strong>, 2009: 10-12; Vos <strong>en</strong> Kapteyn, 2004: 462-464] Om degevolg<strong>en</strong> van de vergrijzing te beperk<strong>en</strong> wordt de laatste jar<strong>en</strong> door de overheid beleidontwikkeld om de arbeidsparticipatie van ouder<strong>en</strong> verder te verhog<strong>en</strong>. Het is voorouder<strong>en</strong> fiscaal aantrekkelijk gemaakt om tot (<strong>en</strong> na) hun 65 e te blijv<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>.Daarnaast word<strong>en</strong> er plann<strong>en</strong> ontwikkeld om de p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>gerechtigde leeftijd te verhog<strong>en</strong>om het p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>stelsel betaalbaar te houd<strong>en</strong>. [website Rijksoverheid]E<strong>en</strong> andere ontwikkeling die van invloed is geweest op de sam<strong>en</strong>stelling van deberoepsbevolking is de to<strong>en</strong>ame van het aantal allochton<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt. Hunaandeel is sinds 1987 gesteg<strong>en</strong> van 8% van de pot<strong>en</strong>tiële beroepsbevolking naar 11% in1998. [SCP, 1998b: 100] De arbeidsparticipatie van westerse allochton<strong>en</strong> is ongeveervan gelijk niveau als de arbeidsdeelname van autochton<strong>en</strong>. De participatiegraad vanniet-westerse allochton<strong>en</strong> (onder wie Turk<strong>en</strong>, Marokkan<strong>en</strong>, Surinamers, Antillian<strong>en</strong> <strong>en</strong>Aruban<strong>en</strong>) is altijd lager geweest dan de twee eerder g<strong>en</strong>oemde groep<strong>en</strong>. Het perc<strong>en</strong>tageis in de periode 1981-2007 echter wel gesteg<strong>en</strong> van ca 53% naar ca 59%, waar dit voorde Westerse allochton<strong>en</strong> (afkomstig uit Europa, Noord-Amerika, Oceanië, Indonesië ofJapan) <strong>en</strong> de autochton<strong>en</strong> 55% <strong>en</strong> ca 70% was. [Kösters e.a., 2009: 316] Deze lagereparticipatiegraad bij niet-westerse allochton<strong>en</strong> kan verklaard word<strong>en</strong> door hun lagereopleiding. De eerste g<strong>en</strong>eratie Turk<strong>en</strong> <strong>en</strong> Marokkan<strong>en</strong> zijn indertijd als laagopgeleidegastarbeiders naar Nederland gekom<strong>en</strong> om laaggeschoold werk te do<strong>en</strong>. Door deherstructurering van de economie in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig verlor<strong>en</strong> veellaaggeschoold<strong>en</strong>, onder wie deze gastarbeiders, hun baan. Dat de arbeidsparticipatieonder deze groep toch gesteg<strong>en</strong> is komt door de hogere participatiegraad van de tweedeg<strong>en</strong>eratie niet-westerse allochton<strong>en</strong>. Zij zijn hoger opgeleid <strong>en</strong> hun opleiding sluit beteraan bij de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van de arbeidsmarkt. Daarnaast valt de to<strong>en</strong>ame van dearbeidsdeelname van deze groep te verklar<strong>en</strong> door de instroom van niet-westerseallochtone vrouw<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt. [Gouweleeuw <strong>en</strong> Harms<strong>en</strong>, 2004: 77, 84; SCP,1999: 109; Kösters e.a., 2009: 316]De herstructurering van de economie heeft voor alle laagopgeleid<strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> gehad.Laagopgeleid<strong>en</strong> zijn vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig altijd minder actief geweest op dearbeidsmarkt dan hoger opgeleid<strong>en</strong>, maar de verschill<strong>en</strong> nam<strong>en</strong> in de loop van de tijd weltoe. Wel valt er e<strong>en</strong> stijging van de arbeidsparticipatie waar te nem<strong>en</strong> bij beide groep<strong>en</strong>In 1981 was bijna 42% van de laagopgeleid<strong>en</strong> actief op de arbeidsmarkt. In 2008 is ditperc<strong>en</strong>tage opgelop<strong>en</strong> naar 56%. Voor de hoogopgeleid<strong>en</strong> is in deze periode hetperc<strong>en</strong>tage gesteg<strong>en</strong> van 66% naar 85%. De participatie van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op dearbeidsmarkt met alle<strong>en</strong> basisonderwijs is daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> licht gedaald van 45% naar 41%.[Kösters e.a., 2009: 315]De belangrijkste ontwikkeling op het gebied van de arbeidsparticipatie was de instroomvan (gehuwde) vrouw<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt. Naast deze groep nam ook dearbeidsparticipatie van andere groepering<strong>en</strong> toe. Er zijn echter nog steeds verschill<strong>en</strong>,zoals tuss<strong>en</strong> autochton<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-westerse allochton<strong>en</strong> <strong>en</strong> laag- <strong>en</strong> hoogopgeleid<strong>en</strong>.Ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> juist minder deelnem<strong>en</strong> aan de arbeidsmarkt, hoewel dearbeidsparticipatie van de eerste groep midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig weer ging stijg<strong>en</strong>.Actor<strong>en</strong>- Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid42


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur- Cövers, F., <strong>en</strong> M. V<strong>en</strong>drik, 'Conjunctuur <strong>en</strong> sociale norm<strong>en</strong>', kwartaalschriftEconomie, no. 2 (2005): 142-163. http://arno.unimaas.nl/show.cgi?fid=10379- Gal<strong>en</strong>-Ste<strong>en</strong>stra, T.I. van, Emancipatiebeleid kun je ler<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> institutioneelonderzoek naar het beleidsterrein emancipatie <strong>en</strong> gelijke behandeling, 1965-1998(2001 D<strong>en</strong> Haag).- Giel<strong>en</strong>, A., 'Arbeidsparticipatie in beweging', ESB (April 2008): 66-68.- Sanders, J. e.a., Alle h<strong>en</strong>s aan dek : niet-werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in beeld gebracht(Hoofddorp/Heerl<strong>en</strong> 2010).- Gouweleeuw, J., <strong>en</strong> C. Harms<strong>en</strong>, 'Allochton<strong>en</strong> aan het werk', Bevolkingstr<strong>en</strong>ds :statistisch kwartaalblad over de demografie van Nederland, no. 4 (2004): 75-84.- Kösters, L., P. d<strong>en</strong> Boer, <strong>en</strong> B. Lodder, 'CBS-bericht<strong>en</strong>. Verandering<strong>en</strong> in dearbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970', Tijdschrift voor arbeidsvraagstukk<strong>en</strong>,no. 3 (2009): 312-317.- Noort, R.B.J.C., O. Swertz, <strong>en</strong> P. Duimelaar, Allochton<strong>en</strong> in Nederland 2003(Voorburg 2003).- Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau, 25 jaar sociale verandering (Rijswijk 1998a).- Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau, E<strong>en</strong> bestaan zonder baan : e<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>destudie onder werkloz<strong>en</strong>, arbeidsongeschikt<strong>en</strong> <strong>en</strong> werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (1974-1995) (Rijswijk1998b).- Tijd<strong>en</strong>s, K.G., E<strong>en</strong> wereld van verschil: arbeidsparticipatie van vrouw<strong>en</strong> 1945-2005 (Rotterdam 2006).http://www.wageindicator.org/docum<strong>en</strong>ts/publicationslist/060303oratieKeatijd<strong>en</strong>s- Vos, K. de, <strong>en</strong> A. Kapteyn, 'Inc<strong>en</strong>tives and Exit Routes to Retirem<strong>en</strong>t in theNetherlands', J. Gruber <strong>en</strong> D.A. Wise (red.), in: Social Security Programs andRetirem<strong>en</strong>t around the World: Micro-Estimation (Chicago 2004).http://www.nber.org/chapters/c10706.pdf- Vuur<strong>en</strong>, D. van, <strong>en</strong> A. Deel<strong>en</strong>, 'De participatiegroei van ouder<strong>en</strong> verklaard',Economisch-statistische bericht<strong>en</strong> : algeme<strong>en</strong> weekblad voor handel, nijverheid,financiën <strong>en</strong> verkeer, no. 4551 (2009): 10-12.http://esbonline.sdu.nl/esb/images/10vanvuur<strong>en</strong>_tcm445-459132.pdf- Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Doorgroei vanarbeidsparticipatie (D<strong>en</strong> Haag 2000).http://www.wrr.nl/cont<strong>en</strong>t.jsp?objectid=2487.- Rijksoverheid, 'Verhoging p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>leeftijd van 65 naar 66 jaar in 2020'. Laatstgeraadpleegd op 7 juni 2011.http://www.rijksoverheid.nl/onderwerp<strong>en</strong>/p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>/docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>-<strong>en</strong>-publicaties/persbericht<strong>en</strong>/2011/04/29/verhoging-p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>leeftijd-van-65-naar-66-jaar-in-2020.html.43


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 10 - Flexibilisering van de arbeidsmarkt: van lifetime employm<strong>en</strong>tnaar tijdelijke di<strong>en</strong>stverband<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig ondernemerschapMetatr<strong>en</strong>ds- Individualisering- Verzakelijking- Technologisering- Herschikking in institutionele verband<strong>en</strong>Relatie metTr<strong>en</strong>ds:- Arbeidsparticipatie- Opstelling sociale partners <strong>en</strong> overheid- Verandering<strong>en</strong> in de conjunctuur <strong>en</strong> in de structuur van de Nederlandse economie- Van schaalvergroting terug naar de kernactiviteit<strong>en</strong> in het grootbedrijf <strong>en</strong> deopkomst van het MKB <strong>en</strong> de zelfstandige zonder personeel (zzp)- De opkomst van de ICT-sector/de opkomst <strong>en</strong> ondergang van de ‘nieuweeconomie’- To<strong>en</strong>ame van vraag, aanbod <strong>en</strong> acceptatie van kinderopvang alsarbeidsmarktinstrum<strong>en</strong>t- Afname van maatschappelijke ongelijkheid van vrouw<strong>en</strong>Hotspots:- Akkoord van Wass<strong>en</strong>aarDomein:- Economie- WelzijnPeriodeJar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig - 2005BeschrijvingHet komt nog steeds voor: mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> die bijna hun gehele werk<strong>en</strong>de lev<strong>en</strong> bijéén werkgever in di<strong>en</strong>st zijn geweest. In bijna alle Collectieve Arbeidsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>(CAO’s) is vastgelegd dat e<strong>en</strong> werknemer e<strong>en</strong> cadeau, e<strong>en</strong>malige uitkering of gratificatiekrijgt indi<strong>en</strong> hij/zij 25 of 40 jaar in di<strong>en</strong>st is. De expliciete invulling daarvan verschilt perCAO-branche <strong>en</strong> per bedrijf, maar het staat vast dat de werknemer e<strong>en</strong> beloning krijgtvoor de trouwe di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong>.Tot de jar<strong>en</strong> tachtig van de twintigste eeuw war<strong>en</strong> de arbeidsverhouding<strong>en</strong> redelijkoverzichtelijk: het mer<strong>en</strong>deel van de voornamelijk mannelijke werknemers had e<strong>en</strong>voltijdse aanstelling met vastomlijnde tak<strong>en</strong>. [website SER] Begin jar<strong>en</strong> tachtig kampteNederland met immer stijg<strong>en</strong>de werkloosheidscijfers als gevolg van de oliecrises in 1973<strong>en</strong> 1979. De kabinett<strong>en</strong> Van Agt I, II <strong>en</strong> III (1977-1982) slaagd<strong>en</strong> er niet in omrigoureuze bezuinigingsplann<strong>en</strong> door te voer<strong>en</strong>. Het kabinet Lubbers I (1982 -1986) luktedat echter wel. Met het Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar waarin arbeidsduurverkorting (adv) inruil voor loonmatiging werd bereikt <strong>en</strong> de hervorming<strong>en</strong> die Lubbers voor og<strong>en</strong> had,betek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> e<strong>en</strong> breuk met de Keynesiaans economische politiek. De hoge werkloosheid,het dure sociale stelsel <strong>en</strong> de inefficiënte overheid moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepakt. Hetkabinet stuurde aan op e<strong>en</strong> no-nons<strong>en</strong>se beleid <strong>en</strong> meer markt, minder overheid.Met de arbeidsduurverkorting van 40 naar 38 uur <strong>en</strong> in sommige branches zelfs naar 36uur, kwam de flexibilisering van de arbeidsmarkt e<strong>en</strong> stap dichterbij. Uit e<strong>en</strong> rapport vanhet ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid uit 1984 werd flexibilisering alsvolgt gedefinieerd: Flexibilisering is de mate waarin e<strong>en</strong> organisatie in staat is om deinzet van middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d aan te pass<strong>en</strong> aan de steeds verander<strong>en</strong>deeis<strong>en</strong> vanuit de omgeving de verschill<strong>en</strong>de werkprocess<strong>en</strong>. [Steijn, 2004: 42]De hoge werkloosheid, de opkomst van de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector, de technologisering <strong>en</strong> deinternationalisering maakt<strong>en</strong> dat bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> instelling<strong>en</strong> mee moest<strong>en</strong> ver<strong>en</strong> met deomstandighed<strong>en</strong>. In navolging van de eerste stap naar flexibele arbeid, ontstond<strong>en</strong> er44


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011nieuwe vorm<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>stverband<strong>en</strong>. Zo was deeltijdarbeid onder vrouw<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong>tachtig flink toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Daarvoor werd deeltijdarbeid niet als ‘normaal’ beschouwd.Tijd<strong>en</strong>s de Wederopbouwjar<strong>en</strong> kampte Nederland met e<strong>en</strong> groot arbeidstekort.M<strong>en</strong>s<strong>en</strong>werk was nodig om de aanzi<strong>en</strong>lijke economische schade in te hal<strong>en</strong>. In eersteinstantie werd geprobeerd jonge ongehuwde vrouw<strong>en</strong> aan te trekk<strong>en</strong>, maar door delangere leerplicht <strong>en</strong> het huwelijk dat op steeds jongere leeftijd plaatsvond, war<strong>en</strong>vrouw<strong>en</strong> schaars op de arbeidsmarkt. Vanaf de jar<strong>en</strong> vijftig ging<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele industriëlebedrijv<strong>en</strong> zich op vrouw<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> door het aanbied<strong>en</strong> van deeltijdban<strong>en</strong>. [Portegijs e.a.,2008: 22] Zo bood Philips deeltijd- <strong>en</strong> voltijdban<strong>en</strong> aan <strong>en</strong> probeerde Verkade via defabrieksmeisjes die al in di<strong>en</strong>st war<strong>en</strong>, hun moeders te werv<strong>en</strong>. Ze kond<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> uitban<strong>en</strong> van 20, 40 of 44 uur. [Portegijs e.a., 2008: 23] Ook in de groei<strong>en</strong>dedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector, met name in de detailhandel, nam het aandeel werk<strong>en</strong>de vrouw<strong>en</strong> indeeltijd flink toe. Overig<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> die hun man hielp<strong>en</strong> in de zaak, <strong>en</strong> duseig<strong>en</strong>lijk wel actief op de arbeidsmarkt war<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als ‘meewerk<strong>en</strong>degezinsled<strong>en</strong>’. [Gerw<strong>en</strong>, De Goey, 120]In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig bleef het deeltijdwerk onder vrouw<strong>en</strong> licht to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>, ondanks hettekort aan ban<strong>en</strong>. Dit zou toe te schrijv<strong>en</strong> zijn aan het stijg<strong>en</strong>de opleidingsniveau,waardoor vrouw<strong>en</strong> zich blev<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt. In 1975 werddeeltijdarbeid pas serieus g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met de Nota inzake de <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid van hetministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid. To<strong>en</strong>malig minister Boersmabeschouwde deeltijdarbeid als e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t voor herverdeling van betaalde arbeidmet het oog op to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de werkloosheid <strong>en</strong> ook vanwege de emancipatie van de vrouw.[Portegijs e.a., 2008: 26]Dat deeltijdarbeid nog steeds niet helemaal serieus werd g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, bleek uit de houdingvan de vakbond<strong>en</strong>. Zij stond<strong>en</strong> begin jar<strong>en</strong> tachtig afwijz<strong>en</strong>d teg<strong>en</strong>over deeltijdban<strong>en</strong>omdat ze vaak slechte arbeidsvoorwaard<strong>en</strong> k<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Het Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar (1982)betek<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> verandering in de ontwikkeling voor deeltijdwerk. Vanaf 1983 werd<strong>en</strong> insteeds meer CAO’s afsprak<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat werknemers e<strong>en</strong> verzoek tot deeltijdwerkkond<strong>en</strong> indi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zelfs de rijksoverheid ging het deeltijdarbeid onder het eig<strong>en</strong> personeelbevorder<strong>en</strong>.In het Beleidsplan Emancipatie (TK 1984-1985) werd<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> aangekondigd omarbeidsdeelname door iedere volwass<strong>en</strong>e te realiser<strong>en</strong>: vervroegde uittreding (VUT),waarmee plaats werd gemaakt voor de instroom van jeugd <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>; verlofregeling<strong>en</strong>zoals zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof <strong>en</strong> zorgverlof; meer vakantiedag<strong>en</strong>;arbeidsduurverkorting (adv) in de vorm van roostervrije dag<strong>en</strong> per dag of per week <strong>en</strong>deeltijdarbeid. [Portegijs e.a., 2008: 30] Arbeidsdeelname werd aantrekkelijker gemaaktdoor deze maatregel<strong>en</strong>. De sociale partners war<strong>en</strong> steeds meer bereid met elkaar teprat<strong>en</strong> over deeltijdarbeid. Het besef dat deeltijdwerk één van de manier<strong>en</strong> was om totherverdeling van arbeid te kom<strong>en</strong> was doorgedrong<strong>en</strong>. Ook kon het bijdrag<strong>en</strong> aan debehoefte aan flexibiliteit in met name kleine bedrijv<strong>en</strong>. [Portegijs e.a., 2008: 31]Niet alle<strong>en</strong> was flexibilisering van arbeid merkbaar in kortere of variabele arbeidstijd<strong>en</strong>,maar ook in het ontstaan van diverse soort<strong>en</strong> arbeidsrelaties. Eén daarvan was hetinhur<strong>en</strong> van tijdelijk personeel via e<strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>dbureau. Sinds de jar<strong>en</strong> zestig begav<strong>en</strong> deuitz<strong>en</strong>dbureaus zich al op de markt, maar vanaf de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig war<strong>en</strong> zij niet meerweg te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in het arbeidsmarktbeleid. [Grapperhaus, 1999:3] <strong>Werk</strong>gevers vond<strong>en</strong> deweg naar de uitz<strong>en</strong>dbureaus, die tijdelijke werknemers aanbood. Voor veel bedrijv<strong>en</strong>bood het uitz<strong>en</strong>dbureau uitkomst: arbeid inhur<strong>en</strong> wanneer het nodig was. Vooral in dejar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig k<strong>en</strong>de de uitz<strong>en</strong>dbranche e<strong>en</strong> flinke stijging. Tuss<strong>en</strong> 1994 <strong>en</strong> 1998herstelde de werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> koz<strong>en</strong> werkgevers voor personeel via uitz<strong>en</strong>dbureaus.Daarmee kond<strong>en</strong> zij werknemers op flexibele basis inzett<strong>en</strong>. Na 1998 werd dearbeidsmarkt krapper: veel uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vaste aanstelling krijg<strong>en</strong>. [CBS,2004: 39] <strong>Werk</strong>gevers gebruik<strong>en</strong> in praktijk de tijdelijke kracht<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong>soepele in- <strong>en</strong> uittreding, maar ook als proefperiode voorafgaand aan e<strong>en</strong> vastdi<strong>en</strong>stverband. [Tros, 2004: 167]Overige flexibele arbeidsrelaties zijn projectgebond<strong>en</strong> arbeid of tijdelijke contract<strong>en</strong> metuitzicht op vast werk; oproeparbeid, waarbij de persoon wordt opgeroep<strong>en</strong> als er écht45


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011werk is; detachering, wanneer e<strong>en</strong> bedrijf gespecialiseerd personeel inhuurt van e<strong>en</strong>ander bedrijf, niet noodzakelijk e<strong>en</strong> detacheringsbureau; thuiswerk, ook wel telewerkg<strong>en</strong>oemd, waarbij dankzij de goede technologische infrastructuur het mogelijk isgeword<strong>en</strong> om thuis werk te verricht<strong>en</strong> in plaats van op kantoor; freelance arbeid, watinhoudt dat e<strong>en</strong> persoon incid<strong>en</strong>tele arbeid verricht bij meerdere opdrachtgevers; <strong>en</strong>werk via e<strong>en</strong> arbeidspool, die door bedrijv<strong>en</strong> is opgericht om personeelswisseling<strong>en</strong> op tevang<strong>en</strong>, vakmanschap te behoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> de personele flexibiliteit van de bedrijv<strong>en</strong> tevergrot<strong>en</strong>. Meestal hor<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> bij dezelfde branche. [Nagelkerke <strong>en</strong> DeNijs, 2001: 161, Smitskam, 2003: 28] Deze flexibele arbeidsrelaties k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> e<strong>en</strong>stijg<strong>en</strong>de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> 1987 <strong>en</strong> 2007 met piek<strong>en</strong> in 1998 <strong>en</strong> 2007. Deze kwam<strong>en</strong> voortuit de economische slechte jar<strong>en</strong> ‘92/’93 <strong>en</strong> ‘02/’03. <strong>Werk</strong>gevers steld<strong>en</strong> in eersteinstantie flexwerkers aan, maar naarmate de economische situatie verbeterde <strong>en</strong> erkrapte op de arbeidsmarkt ontstond, verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> de flexwerkers weer. [Cörvers, VanThor, 2010: 30]E<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de groep die in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig ontstond én zeker ook onder flexibelearbeidsrelaties valt, is de zelfstandige zonder personeel (zzp). De beginn<strong>en</strong>de groei vondin de jar<strong>en</strong> tachtig plaats, to<strong>en</strong> het ondernemerschap weer in e<strong>en</strong> positief daglicht stond.Daarnaast droeg de groei van de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector, de ontwikkeling<strong>en</strong> op het gebied van detechnologie die zich concreet uitt<strong>en</strong> in stijg<strong>en</strong>de ICT-bedrijfjes (Informatie- <strong>en</strong>Communicatietechnologie), e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de differ<strong>en</strong>tiatie in de (consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>)vraag <strong>en</strong>e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de behoefte aan autonomie (het eig<strong>en</strong> baas zijn) bij aan de explosievegroei van zzp’ers. [EIM, 2011: 23] Sector<strong>en</strong> waar het aantal zzp’ers flink to<strong>en</strong>am, war<strong>en</strong>de agrarische sector, de ICT-sector, de zakelijke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing. [Nagelkerke, De Nijs2001: 161] De grootste groeisector voor de zzp’ers bleek echter in de bouwsector te zijn:tuss<strong>en</strong> 1994 <strong>en</strong> 1998 steeg het aantal zzp’ers met 46 proc<strong>en</strong>t. [SER, 2001: 40] T<strong>en</strong>slotteis ook de interne <strong>en</strong> externe baanmobiliteit sinds de flexibilisering van arbeid ook flinktoeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zij het dat mobiliteit conjunctuurgevoelig is. In economisch gunstige tijd<strong>en</strong>neemt de mobiliteit toe, de werkgeleg<strong>en</strong>heid stijgt, veel werknemers gaan op zoek naare<strong>en</strong> betere match (e<strong>en</strong> baan die past bij hun capaciteit<strong>en</strong>, betere beloning, minderreistijd etc.) De externe mobiliteit neemt toe, maar ook de interne omdat uitbreid<strong>en</strong>debedrijv<strong>en</strong> meer promotiemogelijkhed<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>. Bij economische laagconjunctuurdaalt de (vrijwillige) externe mobiliteit <strong>en</strong> lijkt het motto: blijf zitt<strong>en</strong> waar je zit. [Scheelee.a., 2007: ]Verandering<strong>en</strong> in arbeidsrelaties zorgd<strong>en</strong> ook voor verandering<strong>en</strong> in eis<strong>en</strong> van dewerkgevers <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> van de werknemers. Deze verandering<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> tot uiting inde collectieve arbeidsovere<strong>en</strong>komst (CAO). Tot halverwege de jar<strong>en</strong> tachtig werd<strong>en</strong>vooral afsprak<strong>en</strong> gemaakt over lon<strong>en</strong>, arbeidsduur <strong>en</strong> overwerk, vakantiedag<strong>en</strong>, kortverzuim <strong>en</strong> bijzonder verlof, ontslagbepaling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regeling van geschill<strong>en</strong>. Met degeleidelijke inzet van de flexibilisering van de arbeidsmarkt, werd<strong>en</strong> in de tweede helftvan de jar<strong>en</strong> tachtig de onderwerp<strong>en</strong> van met name de secundaire arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>uitgebreid. Zo kwam<strong>en</strong> er verschill<strong>en</strong>de afsprak<strong>en</strong> over scholing <strong>en</strong> werkgeleg<strong>en</strong>heid,vervroegde uittreding, milieuvraagstukk<strong>en</strong>, kinderopvang, scholingsregeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> deinschakeling van zwakke groep<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt zoals jonger<strong>en</strong>, vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong>allochtone werknemers. [Nagelkerke, De Nijs, 2001: 103]Begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig kwam er e<strong>en</strong> verbreding van <strong>en</strong> vooral diversiteit aan CAOafsprak<strong>en</strong>door de flexibilisering. Zak<strong>en</strong> als flexibele arbeidstijd<strong>en</strong> zoals varia-tijd,thuiswerk<strong>en</strong>, employability (inzetbaarheid <strong>en</strong> persoonlijke ontwikkelingsplann<strong>en</strong>),afsprak<strong>en</strong> over de verhouding arbeid-zorgtak<strong>en</strong>, s<strong>en</strong>ior<strong>en</strong>regeling<strong>en</strong>, flexibeleuittredingsregeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> diverse vorm<strong>en</strong> van beloningsdiffer<strong>en</strong>tiatie werd<strong>en</strong> steedsnormaler. Met de vernieuwing van het CAO trad ook e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de individualisering vande arbeidsvoorwaard<strong>en</strong> op. Dit leidde bijvoorbeeld tot functiecontract<strong>en</strong> die de te lever<strong>en</strong>prestaties vastlegd<strong>en</strong> in plaats van de ur<strong>en</strong>. De individualisering leidde tot e<strong>en</strong> CAO à lacarte. [Nagelkerke, De Nijs, 2001: 98] Ook het beëindig<strong>en</strong> van de arbeidsduur isopg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het CAO. Toch kunn<strong>en</strong> zowel werkgever als werknemer om diversered<strong>en</strong><strong>en</strong> ontslag indi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het ontslagrecht biedt regels rond ontslag door werkgevers <strong>en</strong>werknemers. <strong>Werk</strong>gevers hebb<strong>en</strong> echter wel toestemming nodig van het C<strong>en</strong>trum voor46


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011<strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> (CWI) <strong>en</strong> de kantonrechter. In 2004 kwam kabinet Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de II mete<strong>en</strong> kabinetsplan om de ontslagvergoeding te verrek<strong>en</strong><strong>en</strong> met de WW-uitkering. Dered<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor war<strong>en</strong> verbetering van de activer<strong>en</strong>de werking van de WW, beperkingvan oneig<strong>en</strong>lijk gebruik van de WW <strong>en</strong> bevordering van werkintegratie. [SER, 2005:128]Mede op advies van de Sociaal Economische Raad (SER) die e<strong>en</strong> negatief adviesuitbracht, werd dit kabinetsplan niet doorgevoerd. De SER raadde deze verrek<strong>en</strong>ing afomdat onder meer de ontslagprocedures moeizamer zoud<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>. Dit leiddevervolg<strong>en</strong>s weer tot e<strong>en</strong> minder flexibel ontslagrecht <strong>en</strong> daarmee tot verminderdearbeidsmarktflexibiliteit. [Scheele e.a., 2007: 134]Hoewel de flexibilisering van de arbeidsmarkt zich op veel front<strong>en</strong> heeft gemanifesteerd,zijn deeltijdarbeid <strong>en</strong> het zelfstandig ondernemerschap de duidelijkste vorm<strong>en</strong>. De groeivan deeltijdwerk heeft zich bijna in alle sector<strong>en</strong> voltrokk<strong>en</strong>. Het meest kwam de groeivoor in de traditionele deeltijdsector<strong>en</strong> gezondheidszorg <strong>en</strong> welzijn. In typischemann<strong>en</strong>sector<strong>en</strong> zoals de industrie <strong>en</strong> bouw kwam deeltijdarbeid het minst voor.[Portegijs e.a., 2008:36]In de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig zijn belangrijke maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> waardoor de deeltijdwerkere<strong>en</strong> volwaardige rechtspositie heeft gekreg<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>orme to<strong>en</strong>ame van vrouw<strong>en</strong> op dearbeidsmarkt leidde tot e<strong>en</strong> forse stijging in deeltijdban<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> 1987 <strong>en</strong> 2005 is deto<strong>en</strong>ame van vrouw<strong>en</strong> werkzaam in deeltijd bijna verdubbeld, war<strong>en</strong> er in 19871.346.000 vrouw<strong>en</strong> in deeltijd werkzaam, in 2005 was dit aantal toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naar2.557.000 in 2005. [CBS 1969 - 2005] Overig<strong>en</strong>s vond<strong>en</strong> ook mann<strong>en</strong> vanaf 2000 deweg naar deeltijdarbeid zij het in mindere mate dan de vrouw<strong>en</strong>. Was in 2000 slechts 9,8proc<strong>en</strong>t van de mann<strong>en</strong> in deeltijd werkzaam, in 2005 was dit perc<strong>en</strong>tage gesteg<strong>en</strong> naar11,5 in 2006. [Portegijs, e.a., 2008: 32]Het zelfstandig ondernemerschap <strong>en</strong> vooral het aantal zzp’ers steeg ook explosief.Bedroeg in totaal het aantal zzp’ers in 1983 180.000, in 1998 was dat ruim 310.000. In2005 was dit aantal zelfs gesteg<strong>en</strong> tot ruim 500.000. [EIM, 2011: 97, SER, 2001: 40]Actor<strong>en</strong>- Kabinet Van Agt I, II, III- Ministerie Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid- Minister Boersma- Kabinet Lubbers- Kabinet Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de II- Sociaal Economische Raad- C<strong>en</strong>trum voor <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>- <strong>Werk</strong>geversorganisaties- <strong>Werk</strong>nemersorganisaties- Vakbond<strong>en</strong>- Uitz<strong>en</strong>dbureaus- Alle sector<strong>en</strong>Literatuur <strong>en</strong> bronn<strong>en</strong>- Beer, P.T. de, Over werk<strong>en</strong> in de post-industriële sam<strong>en</strong>leving (D<strong>en</strong> Haag 2001)- C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek, Nationale rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Tijdreeks<strong>en</strong> 1969-2005.Gereviseerde reeks<strong>en</strong> revisie 2001 (D<strong>en</strong> Haag/Heerl<strong>en</strong> 2008)- Cörvers, F., Thor, F. van, Flexwerk in Nederland (Maastricht 2010)- EIM, Tr<strong>en</strong>dstudie MKB <strong>en</strong> Ondernemerschap. Ontwikkeling<strong>en</strong>, vooruitblik <strong>en</strong>beleidssignal<strong>en</strong> (Zoetermeer 2011)- Gerw<strong>en</strong>, J. van, Goey, F. de, Ondernemers in Nederland. Variaties in ondernem<strong>en</strong>(Amsterdam 2008)- Grapperhaus, F.B.J, Jans<strong>en</strong>, M., De uitz<strong>en</strong>dovere<strong>en</strong>komst (Dev<strong>en</strong>ter 1999)- Nagelkerke, A.G., Nijs, W.F. de, Regels rond arbeid ( Groning<strong>en</strong> 2001 )- Tros, F.H., Albeda, W., Dercks<strong>en</strong>, W.J., Arbeidsverhouding<strong>en</strong> in Nederland (Alph<strong>en</strong>aan d<strong>en</strong> Rijn 2004)- Scheele, D., Theeuwes, J.J.M, Vries, G.J.M. de, Arbeidsflexibiliteit <strong>en</strong> ontslagrecht(Amsterdam 2007)47


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011- Smitskam, C.J., Flexibele arbeidsrelaties (Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn 2003)- Portegijs, W., Cloïn, M., Keuz<strong>en</strong>kamp, S., Mer<strong>en</strong>s, A., Ste<strong>en</strong>voord<strong>en</strong>, E.,Verdeelde tijd. Waarom vrouw<strong>en</strong> in deeltijd werk<strong>en</strong> (D<strong>en</strong> Haag 2008)- SCP, Sociaal Cultureel Rapport 1998, (D<strong>en</strong> Haag 1998)- SER, Lev<strong>en</strong>sloopban<strong>en</strong>: gevolg<strong>en</strong> van verander<strong>en</strong>de arbeidspatron<strong>en</strong> (D<strong>en</strong> Haag2001)- Tros, F.H., Albeda, W., Dercks<strong>en</strong>, W.J., Arbeidsverhouding<strong>en</strong> in Nederland (Alph<strong>en</strong>aan d<strong>en</strong> Rijn 2004)- http://www.ser.nl/nl/publicaties/overzicht%20ser%20bulletin/2000/februari2000/02.aspx48


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 11 – Verandering<strong>en</strong> in het werkloosheidsbeleid: van verberg<strong>en</strong> totactiver<strong>en</strong>Metatr<strong>en</strong>d- Individualisering- Technologisering <strong>en</strong> informatisering- Emancipatie <strong>en</strong> participatie- Verzakelijking- Herschikking van institutionele verband<strong>en</strong> <strong>en</strong> structur<strong>en</strong>- WelvaartsgroeiRelatie metTr<strong>en</strong>ds:- Verandering<strong>en</strong> in de conjunctuur <strong>en</strong> in de structuur van de economie <strong>en</strong> dearbeidsverhouding<strong>en</strong>- De rijksoverheid: van speler naar ondersteuner- De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de actieve rol van de sociale partners t<strong>en</strong> opzichte van de overheid- Regradatie van het beroepsniveau van de werk<strong>en</strong>de bevolking- Groei<strong>en</strong>de, maar gediffer<strong>en</strong>tieerde arbeidsparticipatie- Flexibilisering van de arbeidsmarkt: van liftime employm<strong>en</strong>t naar tijdelijkedi<strong>en</strong>stverband<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig ondernemerschap- Verandering<strong>en</strong> in system<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelsels voor inkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> arbeid:verzakelijking <strong>en</strong> versobering van sociale zekerheid- Verandering<strong>en</strong> in system<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelsels voor inkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> arbeid:privatisering <strong>en</strong> ontcorperatisering van sociale zekerheidHotspots:- Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar- PTT-verhuizingDomein:- Economie- Politiek <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuurDatering:jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig – 2005BeschrijvingDe geschied<strong>en</strong>is van de arbeidsmarkt <strong>en</strong> van het werkgeleg<strong>en</strong>heidsbeleid in het laatstekwart van de twintigste eeuw werd in sterke mate gedomineerd door het verschijnsel vanmassawerkloosheid. [SCP, 1998: 361] Deze manifesteerde zich na de eerste oliecrisis in1973 <strong>en</strong> explodeerde begin jar<strong>en</strong> tachtig. Er was sprake van e<strong>en</strong> serieuze omslag, omdatde jar<strong>en</strong> zestig in het tek<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> gestaan van grote krapte op de arbeidsmarkt. Erwerd to<strong>en</strong> zelfs gesprok<strong>en</strong> over volledige werkgeleg<strong>en</strong>heid, hoewel er technisch gezi<strong>en</strong>altijd sprake was van e<strong>en</strong> zeker perc<strong>en</strong>tage frictiewerkloosheid <strong>en</strong> er ook in die periodebepaalde groep<strong>en</strong> ondersteund werd<strong>en</strong> met vervang<strong>en</strong>de <strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>dewerkgeleg<strong>en</strong>heidsmatregel<strong>en</strong>, bijvoorbeeld de project<strong>en</strong> georganiseerd door de onder hetministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> ressorter<strong>en</strong>de Di<strong>en</strong>st Uitvoering <strong>Werk</strong><strong>en</strong> (DUW), later deDi<strong>en</strong>st Aanvull<strong>en</strong>de Civieltechnische <strong>Werk</strong><strong>en</strong> (DACW). De druk op de arbeidsmarkt, dieversterkt was door de grote uitstroom van emigrant<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> tegelijk doorhet succes van de industrialisatiepolitiek van de rijksoverheid, werd in de jar<strong>en</strong> zestigbestred<strong>en</strong> met het aantrekk<strong>en</strong> van gastarbeiders uit de land<strong>en</strong> rondom de Middellandsezee. De actieve werving, met steun van de overheid, stopte in 1973. Het was debedoeling geweest dat de gastarbeiders na afloop van hun contract terug zoud<strong>en</strong> ker<strong>en</strong>naar hun thuisland, maar daar kwam nauwelijks iets van terecht <strong>en</strong> de instroom vanmigrant<strong>en</strong> ging in de jar<strong>en</strong> daarna onverminderd door. [Ter Veld interview]In eerste instantie, na 1973, steeg de werkloosheid aanzi<strong>en</strong>lijk, volg<strong>en</strong>s de to<strong>en</strong>maligedefinitie eerst van minder dan 50.000 naar 100.000 <strong>en</strong> later naar 200.000. Nadat deeconomie na de tweede oliecrisis in 1979 in grote moeilijkhed<strong>en</strong> was geraakt steeg de49


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011werkloosheid begin jar<strong>en</strong> tachtig nog veel sterker, tot bov<strong>en</strong> de 800.000. [SCP, 1998:377-385, 388]Het probleem waar de overheid in het formuler<strong>en</strong> van haar werkloosheidbeleid meegeconfronteerd werd, was dat er niet alle<strong>en</strong> sprake was economische teruggang, maardat verschill<strong>en</strong>de ontwikkeling<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>liep<strong>en</strong>:• Demografisch: gestage groei van de (pot<strong>en</strong>tiele) beroepsbevolking• Sociaal: to<strong>en</strong>ame van de arbeidsparticipatie, met name van (gehuwde) vrouw<strong>en</strong>,waardoor ook veel eerdere verborg<strong>en</strong> werkloosheid zichtbaar werd. De effect<strong>en</strong>hiervan op de werkgeleg<strong>en</strong>heid werd<strong>en</strong> wel <strong>en</strong>igszins gedempt door de groei van hetdeeltijdwerk, vooral bij vrouw<strong>en</strong> in de opkom<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector. (SCP, 1998: 356-358)• Economisch/structureel: de verschuiving van de teruglop<strong>en</strong>de industriële naar desterk opkom<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector, waarbij arbeid niet simpel van de <strong>en</strong>e naar de andersector te verplaats<strong>en</strong> was <strong>en</strong> ‘cohort<strong>en</strong>’ langdurig of zeer langdurig werkloz<strong>en</strong>ontstond<strong>en</strong>, vooral in regio’s <strong>en</strong> sted<strong>en</strong> waar bepaalde industriële activiteit<strong>en</strong>geconc<strong>en</strong>treerd war<strong>en</strong>. [SCP, 1998: 397; Klep 2011: 23-29]• Opwaartse verschuiving<strong>en</strong> in de functiestructuur <strong>en</strong> opleidingsniveaus, waardoorlager opgeleide <strong>en</strong> gekwalificeerde werknemers steeds moeilijker te (her)plaats<strong>en</strong>war<strong>en</strong>. [SCP, 1998: 359-364]Het uit de jar<strong>en</strong> vijftig stamm<strong>en</strong>de ideaal van de magische driehoek (volledigewerkgeleg<strong>en</strong>heid, e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige betalingsbalans <strong>en</strong> stabiele prijz<strong>en</strong>) was verder wegdan ooit. In de oververhitte periode voor 1973 was de loon prijs-spiraal, ondanks deformele mogelijkhed<strong>en</strong> van de overheid voor loonbeleid, compleet uit de hand gelop<strong>en</strong>,de volledige werkgeleg<strong>en</strong>heid was e<strong>en</strong> fictie geword<strong>en</strong> <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> van deverzorggingsstaat explodeerd<strong>en</strong>.Naast indirecte maatregel<strong>en</strong>, als steun aan bedrijv<strong>en</strong>, stond<strong>en</strong> aan de overheid pot<strong>en</strong>tieelvijf soort<strong>en</strong> ‘directe’ maatregel<strong>en</strong> ter beschikking om imperfecties op de arbeidsmarkt opte loss<strong>en</strong>:- voorlichting, advies, bemiddeling- scholing- plaatsings- <strong>en</strong> loonkost<strong>en</strong>subsidies, gericht op doorstroming van (langdurig)werkloz<strong>en</strong> naar reguliere ban<strong>en</strong>- creatie van werkervaringsplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> van reguliere ban<strong>en</strong> voor (langdurig)werkloz<strong>en</strong>- beloning<strong>en</strong> <strong>en</strong> sancties in de sociale zekerheid. [De Koning, 1999: 59]Het apparaat dat voor e<strong>en</strong> belangrijk deel voor de uitvoering hiervan zorg zou moet<strong>en</strong>drag<strong>en</strong>, de arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing - officieel de Gewestelijke Arbeids Bureaus (GAB) <strong>en</strong> dedaaraan gekoppelde instelling<strong>en</strong> als C<strong>en</strong>tra voor Beroepsoriëntatie <strong>en</strong> Beroepsoef<strong>en</strong>ing(CBB) <strong>en</strong> C<strong>en</strong>tra Voor Vakopleiding (CVV) - was juist in de kritieke periode eind jar<strong>en</strong>zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> begin jar<strong>en</strong> tachtig in reorganisatie. Op instigatie van de OESO adviseerde deSER in 1971 tot e<strong>en</strong> nieuwe aanpak, waarbij het oude systeem, waarbij hetarbeidsbureau vooral als eerste toegang gold tot in die tijd g<strong>en</strong>ereuze, op elkaaraansluit<strong>en</strong>de inkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong> als <strong>Werk</strong>eloosheidswet (WW), wet<strong>Werk</strong>eloosheidsvoorzi<strong>en</strong>ing (WWV), Rijksgroepsregeling <strong>Werk</strong>loze <strong>Werk</strong>nemers (WWV) <strong>en</strong>Algem<strong>en</strong>e Bijstandswet (ABW), vervang<strong>en</strong> zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> meeractiver<strong>en</strong>de aanpak. Dat di<strong>en</strong>de te gebeur<strong>en</strong> in het Arbeidsbureau Nieuwe Stijl (ANS), datin de periode 1979 - 1984 werd geïmplem<strong>en</strong>teerd. De nieuwe organisatie was echter nogsteeds geënt op e<strong>en</strong> situatie van arbeidsmarktkrapte <strong>en</strong> was helemaal niet berek<strong>en</strong>d ophet opvang<strong>en</strong> van de snel stijg<strong>en</strong>de werkloosheid. [De Graaf-Zijl, 2010: 19-22]De maatregel<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> dus vooral van de rijksoverheid zelf kom<strong>en</strong>. Het kabinet D<strong>en</strong>Uyl (1973-1977) reageerde met e<strong>en</strong> Keynesiaanse aanpak: overheidsinvestering<strong>en</strong>moest<strong>en</strong> de economie draai<strong>en</strong>d houd<strong>en</strong>, er kwam steun aan bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorwerkgeleg<strong>en</strong>heidsproject<strong>en</strong> <strong>en</strong> –regeling<strong>en</strong>, bijvoorbeeld de Regeling TijdelijkeArbeidsplaats<strong>en</strong> (TAP) uit 1973. E<strong>en</strong> verhoging van het minimumloon <strong>en</strong> van deuitkering<strong>en</strong>, <strong>en</strong> koppeling van beide aan loonstijging<strong>en</strong>, moest de koopkracht in stand50


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011houd<strong>en</strong>. [SCP, 1998: 99; Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 97]. Het daarop volg<strong>en</strong>de kabinet Van Agt1 (1977-1981) zocht het vooral in het uitbreid<strong>en</strong> van werkgeleg<strong>en</strong>heid in de quartairesector <strong>en</strong> beperking van het arbeidsaanbod, door ruime mogelijkhed<strong>en</strong> voor ouder<strong>en</strong> omvia de WAO of vervroegd p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> de arbeidsmarkt te verlat<strong>en</strong>, terwijl jonger<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>gestimuleerd om langer onderwijs te volg<strong>en</strong>. Als gevolg daarvan daalde departicipatiegraad van zowel ouder<strong>en</strong> (50-64 jaar) als jonger<strong>en</strong> (15-24 jaar) in de periode1975-1985 met ti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>tpunt<strong>en</strong>. [SCP, 1998: 388; zie ook WRR, 1977] Hetafvloei<strong>en</strong> via de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) werd ook in hetoverleg tuss<strong>en</strong> werkgevers <strong>en</strong> werknemers, over sociale plann<strong>en</strong> bij bedrijfssluiting<strong>en</strong>,e<strong>en</strong> vaste waarde.Het kabinet Van Agt 2 (1981-1982) ontwikkelde grote werkgeleg<strong>en</strong>heidsplann<strong>en</strong> voorallerlei groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> categorieën, onder het andere met het Jeugdwerkgarantieplan (JWG).Om de focus op de werkloosheidsbestrijding te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> werd aan de naam van hetministerie van Sociale Zak<strong>en</strong>, waar voormalig premier D<strong>en</strong> Uyl de scepter zwaaide, ‘<strong>en</strong><strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid’ toegevoegd. De uitvoering van de plann<strong>en</strong> sneefde echter goeddeelsin interne ruzies over bezuiniging<strong>en</strong>, die tot de val van het kabinet leidd<strong>en</strong>. [SCP, 1998:389]De steun aan grote bedrijv<strong>en</strong> ging in deze periode onverminderd door. Het was inmiddelsduidelijk dat e<strong>en</strong> aantal takk<strong>en</strong> van de industrie definitief op hun retour war<strong>en</strong>. Doormiddel van steunmaatregel<strong>en</strong> probeerde de rijksoverheid de gevolg<strong>en</strong> hiervan voor dewerkgeleg<strong>en</strong>heid zoveel mogelijk te verzacht<strong>en</strong>, om ‘harde’ herstructurering<strong>en</strong> tevoorkom<strong>en</strong>. De bedoeling was dat staatssteun zou leid<strong>en</strong> tot grotere, meerkapitaalint<strong>en</strong>sieve, meer gediversifieerde onderneming<strong>en</strong> die het teg<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landseconcurr<strong>en</strong>tie kond<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong>. [Van Zand<strong>en</strong>, 1997: 221]Regio’s waar harde klapp<strong>en</strong> viel<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in het bijzonder ondersteund. Veel geldvloeide bijvoorbeeld naar de Volvo-fabriek in het Limburgse Born. Ook het eig<strong>en</strong>spreidingsbeleid van de overheid werd in stelling gebracht. Dat was oorspronkelijkopgezet om de druk op arbeidsmarkt <strong>en</strong> infrastructuur van de Randstad te verlicht<strong>en</strong>,maar werd nu gebruikt om werkgeleg<strong>en</strong>heid naar het Noord<strong>en</strong> <strong>en</strong> Limburg te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.[zie hotspot PTT-verhuizing] Later werd voor werkgeleg<strong>en</strong>heidsproject<strong>en</strong> in de regio’sook e<strong>en</strong> beroep gedaan op Europese sociale <strong>en</strong> regionale fonds<strong>en</strong>.Na de korte zittingsperiode van het kabinet Van Agt 3 (mei – november 1982) trad innovember 1982 het kabinet Lubbers 1 aan. Nog diezelfde maand werd het Akkoord vanWass<strong>en</strong>aar afgeslot<strong>en</strong>. Onder druk van de overheid, die gedreigd had deloonontwikkeling met loonmaatregel<strong>en</strong> aan band<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong> toond<strong>en</strong> dewerknemersorganisaties zich bereid tot loonmatiging, in ruil voor arbeidstijdverkorting.Op die manier moest zowel de winstgev<strong>en</strong>dheid van het bedrijfslev<strong>en</strong> hersteld word<strong>en</strong> alsde (jeugd)werkloosheid word<strong>en</strong> bestred<strong>en</strong>. Officieel heette het akkoord dan ook: C<strong>en</strong>traleaanbeveling<strong>en</strong> inzake aspect<strong>en</strong> van <strong>en</strong> werkgeleg<strong>en</strong>heidsbeleid. Loonmatiging zou vanafdat mom<strong>en</strong>t blijv<strong>en</strong>d de basis van het werkgeleg<strong>en</strong>heidsbeleid <strong>en</strong> dewerkloosheidsbestrijding word<strong>en</strong>.Aanvankelijk leverde het nieuwe beleid in het verl<strong>en</strong>gde van het akkoord weinig op. Dewerkloosheid liep onverminderd met honderdduiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> op, tot meer dan 800.000 in1983. Om zijn betrokk<strong>en</strong>heid bij de problematiek te onderstrep<strong>en</strong> kondigde premierLubbers in 1984 aan dat hij zou opstapp<strong>en</strong> wanneer het aantal werkloz<strong>en</strong> de 1.000.000zou overschrijd<strong>en</strong>. [SCP, 1998: 389,390] Maar to<strong>en</strong> dat daadwerkelijk dreigde tegebeur<strong>en</strong> volgde e<strong>en</strong> wel zeer bijzondere beleidswijziging, door de definitie vanwerkloosheid aan te pass<strong>en</strong>, waardoor het aantal werkloz<strong>en</strong> althans statistisch met<strong>en</strong>kele honderdduiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> afnam. [Website Gro<strong>en</strong>e Amsterdammer]Pas na 1985 trok de economie weer sterk aan. De werkloosheid liep geleidelijk terug. Hettweede kabinet Lubbers, dat in 1986 aantrad, durfde het aan om als doelstelling op t<strong>en</strong>em<strong>en</strong> dat het aantal werkloz<strong>en</strong> in 1990 zou zijn teruggebracht tot 500.000; e<strong>en</strong> aantaldat to<strong>en</strong> als ambities gold, maar dat vergelek<strong>en</strong> bij de situatie vóór de crisis van beginjar<strong>en</strong> tachtig natuurlijk nog steeds <strong>en</strong>orm was.51


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011De aandacht werd in die periode echter vooral getrokk<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> ander probleem, datde stijging van het aantal ban<strong>en</strong> zodanig was dat er veel onvervulbare vacaturesontstond<strong>en</strong>. Het bleek moeilijk om deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die in de voorgaande periode werkloos war<strong>en</strong>geraakt, ook direct na de schooltijd, op de nieuwe functies te plaats<strong>en</strong>. Daarvoor ontbrakhet, mede door de structuurverandering<strong>en</strong> die inmiddels in de economie hadd<strong>en</strong>plaatsgevond<strong>en</strong>, veelal aan de juiste k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring. Het was aanleiding om de pijl<strong>en</strong>nu vooral op de werkloz<strong>en</strong> zelf te richt<strong>en</strong>, met scholing, het creër<strong>en</strong> vanwerkervaringsplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> door het meegev<strong>en</strong> van loonkost<strong>en</strong>subsidies.Onder het kabinet Lubbers 3 (1989-1994) werd dit beleid geïnt<strong>en</strong>siveerd, met inzet vanuitkeringsgeld<strong>en</strong> (ban<strong>en</strong>pools) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe versie van het jeugdwerkgarantieplan(JWG). [SCP, 1998: 390, 391]Er was inmiddels e<strong>en</strong> stroom van maatregel<strong>en</strong> op gang gekom<strong>en</strong> om in het bijzonder dezwakke groep<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt te ondersteun<strong>en</strong>, waartoe ook steeds meer deoorspronkelijke gastarbeiders <strong>en</strong> de migrant<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraties die h<strong>en</strong> volgd<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>dmoest<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De Beer noemt over de periode tweede helft jar<strong>en</strong> tachtig – eerste helftjar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig: HOG, JOB, WLOM, MLW, W-V/M, WVM, JWG, BP, VU, KRA, KRU, KRS,WBA, WVA, WI1, WI2, WI3 (volledige b<strong>en</strong>aming<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>), waarbij aangetek<strong>en</strong>dwordt dat deze lijst nog verre van volledig is. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor deze maatregel<strong>en</strong> wasdat, hoewel ze eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>teel karakter hadd<strong>en</strong>, ze telk<strong>en</strong>s als voldrag<strong>en</strong>instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ingezet. Voordat e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t zich had kunn<strong>en</strong> bewijz<strong>en</strong> - hetbleek moeilijk om werkelijke effect<strong>en</strong> te met<strong>en</strong> <strong>en</strong> er werd ook nauwelijks geëvalueerd -werd het al weer vervang<strong>en</strong> door het volg<strong>en</strong>de. Juist door de overdaad ontstond zowel bijdeg<strong>en</strong><strong>en</strong> die plaatsing<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> begeleid<strong>en</strong> als bij het bedrijfslev<strong>en</strong> onduidelijkheid <strong>en</strong>verwarring, wat de interesse om van maatregel<strong>en</strong> gebruik te mak<strong>en</strong> niet t<strong>en</strong> goed kwam.[De Beer, 1996: 233]Ook de organisatie van de Arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing werd opnieuw aangepakt. Ondanksdiverse inspanning<strong>en</strong>, als meer sam<strong>en</strong>werking met geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitvoeringsorganisatiesvan de sociale zekerheid, bleef het plaats<strong>en</strong> van werkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> op vacatures nog steedsonder de maat. De aandacht was vooral gericht op het aanbod; er was weinig aansluitingop de vraag van het bedrijfslev<strong>en</strong>, zowel bij poging<strong>en</strong> tot plaatsing als bij activiteit<strong>en</strong> als(om)scholing via het CVV. In wez<strong>en</strong> was het arbeidsbureau nog steeds e<strong>en</strong>administratiekantoor geblev<strong>en</strong> voor deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die voor het verkrijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>werkloosheidsuitkering e<strong>en</strong> inschrijving bij het GAB nodig hadd<strong>en</strong>. In 1991 werd<strong>en</strong> ,onder de noemer ‘tripartisering’, werkgevers <strong>en</strong> werknemers medeverantwoordelijkgemakt voor de arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing, in de verwachting dat dit zou leid<strong>en</strong> tot werkwijzedie beter zou aansluit<strong>en</strong> bij de behoeft<strong>en</strong> aan beide zijd<strong>en</strong> van de arbeidsmarkt. Ookwerd de regionale compon<strong>en</strong>t versterkt, om het beleid toe te kunn<strong>en</strong> spits<strong>en</strong> op de lokaleomstandighed<strong>en</strong>. [SCP, 1998: 391; De Graaf-Zijl, 2010: 21-23] In de bestand<strong>en</strong> van dearbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing stond<strong>en</strong> in 1990 nog altijd 600.000 werkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zonder baaningeschrev<strong>en</strong>, zij het dat het volg<strong>en</strong>s de herzi<strong>en</strong>e definitie van werkloosheid het ‘slechts’385.000 echte werkloz<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. [SCP, 1998: 390]Mede onder invloed van het WRR-rapport ‘E<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>d perspectief. Arbeidsparticipatie inde jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig’ uit 1990 kwam er veel aandacht voor reactivering van dewerkloosheidscompon<strong>en</strong>t in de ziekte- <strong>en</strong> arbeidsongeschiktheidsregeling<strong>en</strong>. Dit leiddeonder het kabinet Lubbers 3 <strong>en</strong> het kabinet Kok 1 (1994-1998) tot grote ingrep<strong>en</strong> in deregeling<strong>en</strong>, met herkeuring <strong>en</strong> grote verruiming van de norm<strong>en</strong> voor pass<strong>en</strong>de arbeid.Anekdotisch werd<strong>en</strong> de functies loempiavouwer <strong>en</strong> bonsaiboomkweker, die voortaantheoretisch voor veel (ex-) uitkeringsgerechtigd<strong>en</strong> geschikt werd<strong>en</strong> geacht, maar waarfeitelijk absoluut ge<strong>en</strong> vacatures voor bestond<strong>en</strong>. Met de ingrep<strong>en</strong> kwam er e<strong>en</strong> eindeaan de WAO als veilig alternatief voor werkloosheid, zoals dat mede door de overheid inde jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig was ontstaan.Met de activering werd de ‘armoedeval’ of de ‘wig’ e<strong>en</strong> actueel probleem: dat deg<strong>en</strong><strong>en</strong>die van e<strong>en</strong> uitkering naar (gesubsidieerd) werk werd<strong>en</strong> geleid er financieel persoonlijkniet beter, <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantal gevall<strong>en</strong> zelfs slechter van werd<strong>en</strong>.52


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Aan het eind van de periode van het kabinet Lubbers 3 begon de werkloosheid weer sterktoe te nem<strong>en</strong>, van iets meer dan 300.000 tot 465.000 midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig (volg<strong>en</strong>sherzi<strong>en</strong>e definitie). Dit was aanleiding voor het kabinet Kok 1 om de gesubsidieerdearbeid sterk uit te breid<strong>en</strong>. Naast het JWG met 50.000 ban<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> er 30.000(tijdelijke) zog<strong>en</strong>aamde Melkertban<strong>en</strong> gecreëerd. In totaal, inclusief de ban<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dewet Sociale <strong>Werk</strong>voorzi<strong>en</strong>ing (WSW), leidde dat tot 180.000 gesubsidieerde ban<strong>en</strong>,zijnde drie proc<strong>en</strong>t van de totale werkgeleg<strong>en</strong>heid. [SCP, 1998: 392] Daarnaast werdgepoogd om de arbeidsmarkt flexibeler te mak<strong>en</strong>, om zo het aannem<strong>en</strong> van personeel tevergemakkelijk<strong>en</strong> (nota Flexibiliteit <strong>en</strong> Zekerheid 1995).De maatregel<strong>en</strong> lek<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> 1995 <strong>en</strong> 2000 daalde in elk geval de(geregistreerde) werkloosheid van ruim 464.000 tot minder dan 188.000. Het aantallangdurig werkloz<strong>en</strong> nam af van 247.000 tot 82.000. De in die tijd gunstige conjunctuurhad echter weinig invloed op de beleidsmatig zo gew<strong>en</strong>ste uitstroom uit uitkering<strong>en</strong>.[SCP, 2001: 59] De groei in de werkgeleg<strong>en</strong>heid kwam vooral terecht bij schoolverlaters<strong>en</strong> herintreders. Wel steeg het aantal uitkeringstrekkers dat tev<strong>en</strong>s inkom<strong>en</strong> uit arbeidontving. Dit was ook de groep die de grootste kans maakte op e<strong>en</strong> overstap nar e<strong>en</strong>volledige betaalde baan. [SCP, 2001: 73] Dat er nog steeds problem<strong>en</strong> war<strong>en</strong> in deaansluiting tuss<strong>en</strong> arbeidsaanbod <strong>en</strong> de vraag bleek uit het aantal vacatures dat bleefoplop<strong>en</strong>, van 55.000 in 1995 tot 188.000 in 2000. [SCP, 2001: 59]De arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ingsorganisatie werd wederom gereorganiseerd. De sam<strong>en</strong>werking inde tripartite organisatie tuss<strong>en</strong> overheid <strong>en</strong> sociale partners verliep moeizaam. Waar deminister van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid van m<strong>en</strong>ing was dat dearbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing zich primair zou moet<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> op probleemgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> moeilijkvervulbare vacatures, vond<strong>en</strong> de sociale partners dat de aandacht vooral moest uitgaannaar gemakkelijk bemiddelbare werkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. De uitkomst was dat <strong>en</strong>erzijds degeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> belangrijker rol kreg<strong>en</strong> in de activering <strong>en</strong> bemiddeling <strong>en</strong> anderzijds datarbeidsbureaus contract<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> afsluit<strong>en</strong> met geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>voor di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing teg<strong>en</strong> betaling. In e<strong>en</strong> evaluatie in 1995 concludeerde de CommissieVan Dijk dat het tripartite system feitelijk niet werkte. Er was spanning tuss<strong>en</strong> regionalebeleidsvrijheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong> landelijke koers, waarbij de overheid die zowel als financier alstoezichthouder optrad in e<strong>en</strong> ongemakkelijke dubbelrol terecht was gekom<strong>en</strong>. In vervolgdaarop kwam in 1996 wederom e<strong>en</strong> nieuwe Arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ingswet tot stand. Dedi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing werd nu expliciet gericht op moeilijk plaatsbare werkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, <strong>en</strong>geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitvoeringsinstelling<strong>en</strong> huurd<strong>en</strong> arbeidsbureaus in om hun cliënt<strong>en</strong> aanwerk te help<strong>en</strong>. Inmiddels was parallel e<strong>en</strong> ontwikkeling op gang gekom<strong>en</strong> met als doelconc<strong>en</strong>tratie van de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing rond werkvoorzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> uitkeringsverstrekking inéén loket: het SWI-project (Sam<strong>en</strong>werking <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>). Dit zou gestalte moet<strong>en</strong>krijg<strong>en</strong> in lokale C<strong>en</strong>tra voor <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> (CWI). [SCP, 1998: 392; De Graaf-Zijl,2010: 25-30]Begin jar<strong>en</strong> nul stelde het kabinet zich t<strong>en</strong> doel om de arbeidsparticipatie verder teverhog<strong>en</strong>, vooral van ouder<strong>en</strong>, vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> allochton<strong>en</strong>. Nederland moest voor watbetreft participatie tot de kopgroep van Europa gaan behor<strong>en</strong>. [SCP, 2003: 55]Daarnaast bleef, ook bij de volg<strong>en</strong>de kabinett<strong>en</strong> Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de, het terugdring<strong>en</strong> van deuitkeringsafhankelijkheid voorop staan. In totaal war<strong>en</strong> er in 2003 in Nederland bijna 1,5miljo<strong>en</strong> person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> arbeidsongeschiktheids-, werkloosheids- of bijstandsuitkering.Van h<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> iets meer dan 400.000 reïntegreerbaar geacht. Nieuwe wet- <strong>en</strong>regelgeving (REA, wet Verbetering poortwachter, Sluit<strong>en</strong>de Aanpak) <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> verderebeperking van de toegang tot uitkering<strong>en</strong> zou dat moet<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>. [SCP 2003: 56]De economische teruggang begin jar<strong>en</strong> nul wierp echter roet in het et<strong>en</strong>. Het aantalvacatures daalde scherp (tot 109.000 in 2003) <strong>en</strong> de werkloosheid begon weer te stijg<strong>en</strong>.Er was sprake van hoge jeugdwerkloosheid, maar de werkloosheid trof nu ook mann<strong>en</strong> inde leeftijd tuss<strong>en</strong> 25 <strong>en</strong> 44 jaar. Ook hoger opgeleid<strong>en</strong>, vooral person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>academische opleiding (bijvoorbeeld historici), werd<strong>en</strong> stevig geraakt door bezuiniging<strong>en</strong><strong>en</strong> inkrimping<strong>en</strong>. Groep<strong>en</strong> waarbij de participatie, mede onder invloed van hetkabinetsbeleid, juist aan het aantrekk<strong>en</strong> was, als 55-plussers <strong>en</strong> niet-westerseallochton<strong>en</strong>, kwam<strong>en</strong> wederom in de problem<strong>en</strong>. [SCP, 2003: 62,63]53


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Opnieuw dreigd<strong>en</strong> vel<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> langdurige uitkeringssituatie te gerak<strong>en</strong>. Debemiddel<strong>en</strong>de instanties, die sinds 2002 naar de Structuur Uitvoering <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>(SUWI) georganiseerd war<strong>en</strong> in CWI, geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, UWV, met daaraan gekoppeld allerleicommerciële bemiddelings- <strong>en</strong> reïntegratieactiviteit<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> in hun organisatie <strong>en</strong>werkwijze vooral op uitstroom uit uitkering<strong>en</strong> gericht <strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>, ook al door serieuzeopstartproblem<strong>en</strong>, zo snel ge<strong>en</strong> antwoord gereed bij de nieuwe instroom vanwerkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. [SCP, 2003: 75; De Graaf-Zijl, 2010: 31-34]Pas in 2005 war<strong>en</strong> er weer broze tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van herstel. De werkloosheid bleef weliswaarhoog <strong>en</strong> groeide zelfs verder tot bov<strong>en</strong> de 500.000, maar het tempo van de groei zwakteaf <strong>en</strong> het aantal vacatures begon weer langzaam te stijg<strong>en</strong>. [SCP, 2005: 77] .Ook in die periode bleef het kabinet zich nog steeds primair richt<strong>en</strong> op verhoging van dearbeidsparticipatie. Daarnaast moest zij noodgedwong<strong>en</strong> extra maatregel<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> om,vooral voor de kwetsbare groep jonger<strong>en</strong>, arbeidsplaats<strong>en</strong> te creër<strong>en</strong>. Dit maal kreeg datde vorm van e<strong>en</strong> taskforce, de Taskforce jeugdwerkloosheid, met het doel 40.000jeugdban<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>. [SCP, 2005: 97]Actor<strong>en</strong>:Kabinet D<strong>en</strong> UylKabinett<strong>en</strong> Van Agt 1 <strong>en</strong> 2Kabinett<strong>en</strong> Lubbers 1, 2 <strong>en</strong> 3Kabinett<strong>en</strong> Kok 1 <strong>en</strong> 2Kabinett<strong>en</strong> Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de 1 <strong>en</strong> 2Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heidMinisterie van Economische Zak<strong>en</strong>Organisaties van werkgevers <strong>en</strong> werknemersArbeidsvoorzi<strong>en</strong>ingsorganisatieCommissie Van DijkUitvoeringsinstelling<strong>en</strong> sociale verzekering<strong>en</strong>Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>CWI’sCommerciële arbeidsbemiddelings- <strong>en</strong> reïntegratiebedrijv<strong>en</strong>Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur:- Beer, Paul de, Het onderste kwart. <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> werkloosheid an de onderkant van dearbeidsmarkt (Rijswijk 1996)- Graaf-Zijl, Marloes de e.a., Geïntegreerde di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing in de ket<strong>en</strong> van werk <strong>en</strong>inkom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> historische analyse. Amsterdam Institute for Advanced labourStudies, Working Paper 10-88 (Amsterdam 2010)- Klep: Paul M.M., De opkomst <strong>en</strong> neergang van de Nijmeegse industrie (1890-1990) <strong>en</strong> het probleem van het industrieel erfgoed (Nijmeg<strong>en</strong> 2011)- Koning, J. de, De gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het arbeidsmarktbeleid (Ass<strong>en</strong> 1999)- SCP, Sociaal <strong>en</strong> cultureel rapport 1998. 25 jaar sociale verandering (Rijswijk1998)- SCP, Sociaal <strong>en</strong> cultureel rapport 2004, In het zicht van de toekomst (D<strong>en</strong> Haag2004)- SCP, De sociale staat van Nederland 2001 (D<strong>en</strong> Haag 2001)- SCP, De sociale staat van Nederland 2003 (D<strong>en</strong> Haag 2003)- SCP, De sociale staat van Nederland 2005 (D<strong>en</strong> Haag 2005)- Toet, M.J. (red.), Pass<strong>en</strong>de arbeid (Dev<strong>en</strong>ter 1997)- WRR: Rapport<strong>en</strong> aan de regering 13: Mak<strong>en</strong> wij er werk van? Verk<strong>en</strong>ning omtr<strong>en</strong>tde verhouding tuss<strong>en</strong> actiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-actiev<strong>en</strong> (De Haag 1977)- WRR, Rapport<strong>en</strong> aan de regering 21: Vernieuwing van het arbeidsbestel (D<strong>en</strong>Haag 1981)- WRR, Rapport<strong>en</strong> aan de regering 38: E<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>d perspectief. Arbeidsparticipatiein de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig (D<strong>en</strong> Haag 1990)54


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011- WRR, Rapport<strong>en</strong> aan de regering 57 : Doorgroei van arbeidsparticipatie (D<strong>en</strong>Haag 2000]- Zand<strong>en</strong>, Jan Luit<strong>en</strong> van, E<strong>en</strong> klein land in de twintigste eeuw. Economischegeschied<strong>en</strong>is van Nederland 1914-1995 (Utrecht 2007)- http://www.gro<strong>en</strong>e.nl/1997/40/statistische-leug<strong>en</strong>s-het-aantal-werkloz<strong>en</strong>-is-inwerkelijkheid-drie-keer-zo-hoog(geraadpleegd 14 juli 2011)- Interview E. ter Veld dd. 31 maart 2011- Interview J.A. Steijn dd. 11 mei 2011- Interview W. Kok dd. 7 juli 201155


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 12 - To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aandacht voor gelijke behandeling <strong>en</strong>discriminatie op de arbeidsmarktMetatr<strong>en</strong>dsWelvaartsgroeiEmancipatie <strong>en</strong> participatieEuropeaniseringMondialiseringSecularisatieRelatie metDomein: <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>Domein: WelzijnDomein: OnderwijsDomein: RechtDomein: Cultuur: Leefstijl <strong>en</strong> M<strong>en</strong>taliteitTr<strong>en</strong>d: Afname van maatschappelijke ongelijkheid van vrouw<strong>en</strong>Tr<strong>en</strong>d: To<strong>en</strong>ame van vraag, aanbod <strong>en</strong> acceptatie van kinderopvang alsarbeidsmarktinstrum<strong>en</strong>tTr<strong>en</strong>d: Vermaatschappelijking <strong>en</strong> modernisering van de GrondwetTr<strong>en</strong>d: Groei<strong>en</strong>de, maar gediffer<strong>en</strong>tieerde arbeidsparticipatieDatering1975-na 2005BeschrijvingDe westerse sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> getransformeerd uit de Tweede Wereldoorlogtevoorschijn. De strikte sociale hiërarchie die maatschappijbreed gold tot de TweedeWereldoorlog was zijn dragers kwijtgeraakt. De Internationale Arbeidsorganisatie - e<strong>en</strong>gespecialiseerde organisatie van de Ver<strong>en</strong>igde Naties – volgde deze tr<strong>en</strong>d to<strong>en</strong> ze in1951 e<strong>en</strong> voorstel aannam over gelijke beloning voor mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> bij werk vangelijke aard. Dit zette gelijke beloning voor mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> mondiaal op de ag<strong>en</strong>da.In Europa kwam met het Verdrag van Rome uit 1957, in de vorm van artikel 119 EEG,e<strong>en</strong> eerste Europees Verdrag inzake dit onderwerp tot stand. Het duurde echter nog tot1975 voordat e<strong>en</strong> eerste Europese Richtlijn over dit onderwerp versche<strong>en</strong>. Richtlijn75/117/EEG van 10 februari 1975 handelde over het nader tot elkaar br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van dewetgeving van de lidstat<strong>en</strong> inzake toepassing van het beginsel van gelijke beloning voormannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke werknemers. Deze richtlijn gaf sam<strong>en</strong> met maatschappelijkeontwikkeling<strong>en</strong> op het gebied van ontzuiling <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>emancipatie het startschot voorverdere stapp<strong>en</strong> in Nederland op het gebied van gelijkebehandelingswetgeving. Het isdeze wetgeving die de deur op<strong>en</strong>de voor e<strong>en</strong> verdere ontwikkeling in de strijd teg<strong>en</strong>ongelijke behandeling <strong>en</strong> discriminatie op de arbeidsmarkt.De Nederlandse wettelijke regeling<strong>en</strong> op het gebied van gelijke recht<strong>en</strong> van vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong>mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bestrijding van discriminatie hebb<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke impuls<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> vaninternationale regelgeving. Richtlijn 75/117/EEG uit 1975 verplichtte Nederland alslidstaat van de Europese Economische Geme<strong>en</strong>schap tot het invoer<strong>en</strong> van wetgeving metbetrekking tot het beginsel van gelijke beloning voor mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>. Hetprogressieve kabinet-D<strong>en</strong> Uyl zette de eerste stapp<strong>en</strong> op het gebied vangelijkebehandelingswetgeving eind 1975 met invoering van de Wet gelijk loon voormann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> (WGL). De wet voorzag in e<strong>en</strong> commissie die bevoegd was teoordel<strong>en</strong> over geschill<strong>en</strong> over deze wet. De WGL werd in 1980 opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de Wetgelijke behandeling van mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> (Wgbm/v). Deze wet ter implem<strong>en</strong>tatie vanRichtlijn 76/207/EEG voorzag ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> commissie. [Website internetconsultatie]Naast verschill<strong>en</strong>de (E)EG-richtlijn<strong>en</strong> is het Europees verdrag voor de recht<strong>en</strong> van dem<strong>en</strong>s (EVRM) met e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> discriminatieverbod van groot belang geweest. Dit goldook voor het Internationaal verdrag inzake burgerrecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> politieke recht<strong>en</strong> (IVBPR)van de Ver<strong>en</strong>igde Naties (VN). [SCP 1998: 214] Het jaar 1983 voorzag in e<strong>en</strong> gehele56


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011herzi<strong>en</strong>ing van de Nederlandse Grondwet. De Grondwet, zo was de gedachte, moestgemoderniseerd word<strong>en</strong>. Onderdeel van deze herzi<strong>en</strong>ing was de invoering van hethuidige artikel 1 dat spreekt over gelijkheid <strong>en</strong> discriminatie: ‘All<strong>en</strong> die zich in Nederlandbevind<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in gelijke gevall<strong>en</strong> gelijk behandeld. Discriminatie weg<strong>en</strong>s godsdi<strong>en</strong>st,lev<strong>en</strong>sovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niettoegestaan’. Op discriminatie heerste vanaf to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grondwettelijk verbod. Daarnaastwas er e<strong>en</strong> politieke discussie gaande sinds eind jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig om de verschill<strong>en</strong>dewett<strong>en</strong> onder de noemer gelijkheidswetgeving te bundel<strong>en</strong>. In 1994 werd deze nieuweAlgem<strong>en</strong>e wet gelijke behandeling (Awgb) van kracht. Deze wet voorzag in de huidigeCommissie Gelijke Behandeling. De Awgb kan gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> uitwerking vanartikel 1 van de Grondwet <strong>en</strong> behandelt e<strong>en</strong> breder scala aan terrein<strong>en</strong> dan de Wgbm/vdie zich voornamelijk op arbeidsrelaties richt.In 2003 werd<strong>en</strong> wederom naar aanleiding van e<strong>en</strong> Europese richtlijn, de zog<strong>en</strong>aamde‘kaderrichtlijn’, nieuwe wett<strong>en</strong> ingevoerd. De Wet gelijke behandeling op grond vanhandicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) <strong>en</strong> de Wet gelijke behandeling op grond vanleeftijd bij de arbeid (Wgbl) gav<strong>en</strong> het onnodig onderscheid mak<strong>en</strong> op de arbeidsmarktmet betrekking tot leeftijd <strong>en</strong> gezondheid e<strong>en</strong> illegaal karakter. [website CGB] Hetbijzondere aan deze wett<strong>en</strong> is dat ze de burgers bescherm<strong>en</strong> voor onterecht onderscheidop basis van niet aangebor<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> zoals gezondheid <strong>en</strong> leeftijd, maar ook ofde burger e<strong>en</strong> deeltijd of e<strong>en</strong> voltijdbaan heeft. Vanaf juli 2010 is er e<strong>en</strong> wetsvoorstel inbehandeling waarin e<strong>en</strong> initiatief staat om de huidige verspreide wetgeving op het gebiedvan gelijke behandeling duidelijker <strong>en</strong> toegankelijker te mak<strong>en</strong>. De huidige wett<strong>en</strong> Awgb,Wgbm/v, Wgbh/cz, Wgbl <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7:646 <strong>en</strong> 7:647 van het Burgerlijk Wetboekword<strong>en</strong> dan in één wet ondergebracht. [website internetconsultatie]Het teg<strong>en</strong>gaan van ongelijkheid <strong>en</strong> discriminatie op de arbeidsmarkt is niet <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong>strijd binn<strong>en</strong> de kaft<strong>en</strong> van de Nederlandse wet, het komt voort uit de verander<strong>en</strong>demaatschappij. Zoals gezegd kwam de Nederlandse maatschappij na de TweedeWereldoorlog in e<strong>en</strong> ander vaarwater terecht. Er trad al spoedig secularisatie op <strong>en</strong> zuil<strong>en</strong>verlor<strong>en</strong> hun legitimiteit <strong>en</strong> hun doel. Vrouw<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> gaandeweg meer vrijhed<strong>en</strong> inhun strijd voor gelijke behandeling. In de jar<strong>en</strong> zestig, zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig was er sprakevan e<strong>en</strong> wederopleving van het feminisme. Wederopleving omdat er e<strong>en</strong> eerdere periodevan feminisme valt te onderscheid<strong>en</strong> welke duurde van ongeveer 1870 tot 1920. Dezetweede golf had als kerndoel<strong>en</strong> het recht op betaald werk (e<strong>en</strong> reactie op het verlies vande - tijd<strong>en</strong>s de Tweede Wereldoorlog - verworv<strong>en</strong> zelfstandigheid in de jar<strong>en</strong> vijftig) <strong>en</strong>deelname aan het maatschappelijke lev<strong>en</strong>. De beweging groeide snel <strong>en</strong> breidde zichgaandeweg uit met vele andere thema’s, waaronder economische zelfstandigheid <strong>en</strong>deelname van vrouw<strong>en</strong> aan het hoger onderwijs. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de nam<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisatiesvan deze beweging in Nederland war<strong>en</strong> Joke Smit die naar aanleiding van haar artikel‘Het onbehag<strong>en</strong> bij de vrouw’ uit 1967 in het literaire tijdschrift De Gids sam<strong>en</strong> met Hedyd’Ancona <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal ander<strong>en</strong> in oktober 1968 het platform Man Vrouw Maatschappij(MVM) oprichtte. Dolle Mina - dat zich uit de MVM ontwikkelde - was e<strong>en</strong> anderek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de organisatie welke e<strong>en</strong> stuk radicaler was dan MVM. Uit de geleder<strong>en</strong> vanDolle Mina ontstond<strong>en</strong> onder andere nieuwe groep<strong>en</strong> die zich op aparte specifiekethema’s richtt<strong>en</strong>. [Wikipedia, ‘tweede feministische golf’]Sinds het opkom<strong>en</strong> van de tweede feministische golf hebb<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> veel van degestelde doel<strong>en</strong> gehaald. Zo werkt<strong>en</strong> ze meer, ging<strong>en</strong> ze meer naar school <strong>en</strong> vervuld<strong>en</strong>ze vaker belangrijke maatschappelijke topfuncties. <strong>Werk</strong>t<strong>en</strong> in 1971 29.6 proc<strong>en</strong>t van devrouw<strong>en</strong> was dit perc<strong>en</strong>tage in 1990 38.8, in 1997 47.0 proc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> in 2009 60 proc<strong>en</strong>t.E<strong>en</strong> substantiële to<strong>en</strong>ame. Opvall<strong>en</strong>d is wel dat in 1997 58 proc<strong>en</strong>t van de vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong>deeltijdfunctie vervulde vergelek<strong>en</strong> met 10 proc<strong>en</strong>t bij de mann<strong>en</strong>. [SCP 1998: 222;CBS, emancipatiemonitor 2010: 12] Op het gebied van onderwijs hebb<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> indeze periode e<strong>en</strong> inhaalslag gemaakt. Was het opleidingsniveau van vrouw<strong>en</strong> in 1970nog lager dan dat van mann<strong>en</strong>, halverwege de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig hadd<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> voorsprongopgebouwd. [SCP 1998: 217-219] In 2007 bestond zev<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t van de top uitvrouw<strong>en</strong>, in 2009 was dit neg<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t. [CBS 2010: 14] E<strong>en</strong> stijging, maar het beoogdestreefcijfer van 20 proc<strong>en</strong>t werd hiermee niet gehaald. Of dit komt door e<strong>en</strong> mogelijk57


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011‘glaz<strong>en</strong> plafond’ is moeilijk vast te stell<strong>en</strong>. Om dit plafond adequaat te onderzoek<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> langdurig in hun loopbaan gevolgd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijkonderzoek is in Nederland (nog) niet gedaan. [emancipatiemonitor 2010: 204] Hetglaz<strong>en</strong> plafond is e<strong>en</strong> veel gebezigde term voor het geheel van belemmering<strong>en</strong> voorvrouw<strong>en</strong> om door te strom<strong>en</strong> naar de top. Het is e<strong>en</strong> aanduiding voor e<strong>en</strong> onzichtbarekunstmatige barrière die gecreëerd wordt door gedrags- <strong>en</strong> organisatorischevooroordel<strong>en</strong> van voornamelijk mann<strong>en</strong>. Of dit plafond bestaat staat ter discussie. InNederland is het tot op hed<strong>en</strong> gebruikelijk het glaz<strong>en</strong> plafond te met<strong>en</strong> op basis van dezog<strong>en</strong>oemde glaz<strong>en</strong>plafondindex. Dez<strong>en</strong> index behelst e<strong>en</strong> formule waarmee dediepte/breedte van het plafond gemet<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>, maar geeft ge<strong>en</strong> uitsluitsel metbetrekking tot bestaansdebat.[emancipatiemonitor 2010]De oorspronkelijke strijd voor gelijkheid van vrouw<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van mann<strong>en</strong> heeftwetgeving geg<strong>en</strong>ereerd dat e<strong>en</strong> sneeuwbaleffect heeft gehad op andere terrein<strong>en</strong>, zoalsop het terrein van allochton<strong>en</strong> <strong>en</strong> autochton<strong>en</strong>, hetero- <strong>en</strong> homoseksuel<strong>en</strong>, jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong>ouder<strong>en</strong>, deeltijders <strong>en</strong> voltijders, gehandicapt<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over niet-gehandicapt<strong>en</strong> ofchronisch ziek<strong>en</strong> versus gezonde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, op basis van politieke voorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> gelovig<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opzichte van niet-gelovig<strong>en</strong>. Dit is onder andere terug te zi<strong>en</strong> in de wett<strong>en</strong> die ditbekrachtig<strong>en</strong> waaronder de Wgbl <strong>en</strong> Wgbh/cz.Gelijkebehandelingswetgeving heeft voor grote verandering<strong>en</strong> gezorgd. Concreet is ditterug te zi<strong>en</strong> in bijvoorbeeld de regelgeving t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de vacaturetekst<strong>en</strong> diebedrijv<strong>en</strong> do<strong>en</strong> uitgaan. Volg<strong>en</strong>s de besprok<strong>en</strong> wett<strong>en</strong> mag er ge<strong>en</strong> onnodig onderscheidgemaakt word<strong>en</strong>. De vacaturetekst zal dus aan moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> dat de functie voormann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> toegankelijk is. Dit wordt meestal ondervang<strong>en</strong> door na defunctieomschrijving het k<strong>en</strong>merk M/V te plaats<strong>en</strong>. Onderscheid op persoonlijkek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s niet toegestaan op grond van de discriminatiegrond<strong>en</strong>. Ook mager niet naar sollicitant<strong>en</strong> gevraagd word<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde leeftijd. Dit zijnomschrijving<strong>en</strong> van direct onderscheid. Als er in de vacature de og<strong>en</strong>schijnlijk neutraleeis staat dat de geschikte kandidaat acc<strong>en</strong>tloos Nederlands moet kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>, kan ditleid<strong>en</strong> tot discriminatie op grond van afkomst. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere etnischeachtergrond zull<strong>en</strong> eerder de het Nederlands niet volledig beheers<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong>word<strong>en</strong> van de baan. E<strong>en</strong> dergelijke eis is - mits het acc<strong>en</strong>tloos kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>noodzakelijk is voor het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van de functie - e<strong>en</strong> voorbeeld van indirectonderscheid <strong>en</strong> is niet toegestaan. In 1998 is de Wet medische keuring<strong>en</strong> (WMK) inwerking getred<strong>en</strong>. Deze wet versterkt de positie van keurling<strong>en</strong> <strong>en</strong> sollicitant<strong>en</strong>. Hetbepaalt dat e<strong>en</strong> keuring alle<strong>en</strong> toegestaan is als het echt noodzakelijk is voor de functie.Dit kan alle<strong>en</strong> als er risico’s verbond<strong>en</strong> zijn aan de functie zoals voor de gezondheid <strong>en</strong>veiligheid voor de werknemer <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel ander<strong>en</strong>. Het is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s niet (meer)toegestaan op basis van deze wet om als werkgever vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s desollicitatieprocedure over de gezondheid van de sollicitant <strong>en</strong> zijn ziekteverzuim in hetverled<strong>en</strong>. Mocht de werkgever nu e<strong>en</strong> voorkeursbeleid voer<strong>en</strong>, dan moet hij dit ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>sk<strong>en</strong>baar mak<strong>en</strong> in de advert<strong>en</strong>tie. [Website werving <strong>en</strong> selectiegids.nl]De Awgb hanteert e<strong>en</strong> uitzondering op het discriminatieverbod in de vorm van hetzog<strong>en</strong>oemde voorkeursbeleid. Dit voorkeursbeleid kan getypeerd word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong>positieve actie. E<strong>en</strong> eerste tijdelijke voorkeursbehandeling voor vrouw<strong>en</strong> werdvormgegev<strong>en</strong> in 1976/1977 tijd<strong>en</strong>s het kabinet-D<strong>en</strong> Uyl. Dit groeide in de jar<strong>en</strong> tachtiguit tot e<strong>en</strong> beleid dat de stimulering voor stond van positieve actie. De hierbij hor<strong>en</strong>deStimuleringsregeling positieve actie liep 1 januari 1995 af. In de jar<strong>en</strong> tachtig ondernamde overheid ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> campagne om de arbeidsparticipatie van vrouw<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong>to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> met als slogan: ‘Vrouw<strong>en</strong> gezocht voor mann<strong>en</strong>beroep<strong>en</strong>’. Het vervolg op hetbeleid van positieve actie werd de campagne Opportunity in bedrijf dat loopt sinds 1996.Deze campagne is erop gericht om bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> instelling<strong>en</strong> te overtuig<strong>en</strong> om vanuit huneig<strong>en</strong> economische belang het pot<strong>en</strong>tieel van vrouw<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. [SCP 1998: 228] Hetvoorkeursbeleid is vanaf 1994 perman<strong>en</strong>t opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de wet. Er is sprake van e<strong>en</strong>voorkeursbeleid wanneer person<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bevoordeeld bij bijvoorbeeld sollicitaties <strong>en</strong>promoties op basis van groepsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Voorkeursbeleid is alle<strong>en</strong> toegestaan voor58


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011groep<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> structurele maatschappelijke achterstand verker<strong>en</strong> zoals vrouw<strong>en</strong>,etnische minderheidsgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> handicap of chronische ziekte. Het isniet toegestaan om bijvoorbeeld mann<strong>en</strong>, homoseksuel<strong>en</strong> of moslims e<strong>en</strong>voorkeursbehandeling te gev<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> het hier e<strong>en</strong> uitzondering op e<strong>en</strong> wet betreftzijn hier strikte eis<strong>en</strong> aan verbond<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> groep mag pas e<strong>en</strong> voorkeursbehandelingkrijg<strong>en</strong> als er voldaan wordt aan viertal vereist<strong>en</strong>: de zog<strong>en</strong>oemde achterstandsvereiste,de zorgvuldigheidsvereiste, de ev<strong>en</strong>redigheidsvereiste <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>baarheidsvereiste. E<strong>en</strong>voorkeursbeleid is altijd van tijdelijke aard <strong>en</strong> wordt om die red<strong>en</strong> dan ook regelmatiggeëvalueerd. [website CGB] Het kabinet-Rutte heeft in het regeerakkoord opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>dat het voorkeursbeleid gestopt zal word<strong>en</strong>. De werving <strong>en</strong> selectie zal op basis vankwaliteit moet<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>, aldus het regeerakkoord.[website rijksoverheid]Naast de wetgeving kunn<strong>en</strong> burgers in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate gebruik mak<strong>en</strong> vanverschill<strong>en</strong>de instanties om hun specifieke situaties te toets<strong>en</strong> aan de wetgeving.Initiatiev<strong>en</strong> die voor dit doel in het lev<strong>en</strong> zijn geroep<strong>en</strong> zijn de Commissie GelijkeBehandeling (CGB), <strong>en</strong> onder andere de websites Art1.nl <strong>en</strong> discriminatie.nl. De CGB isvoor de burger de bek<strong>en</strong>dste <strong>en</strong> belangrijkste schakel tuss<strong>en</strong> de praktijk <strong>en</strong> wetgeving ophet gebied van gelijke behandeling. De Commissie Gelijke Behandeling is e<strong>en</strong> door dewet Awgb in 1994 opgestelde perman<strong>en</strong>te commissie die zich bezighoudt met hetbevorder<strong>en</strong> van gelijke behandeling <strong>en</strong> de bestrijding van discriminatie. Iedere<strong>en</strong> die zichongelijk behandeld voelt op grond van ras, nationaliteit, godsdi<strong>en</strong>st, lev<strong>en</strong>sovertuiging,seksuele gerichtheid, burgerlijke staat, politieke overtuiging, handicap/chronische ziekte<strong>en</strong> leeftijd kan e<strong>en</strong> verzoek indi<strong>en</strong><strong>en</strong> bij de CGB. De commissie kan oordel<strong>en</strong> uitsprek<strong>en</strong>die betrekking hebb<strong>en</strong> tot de volg<strong>en</strong>de wett<strong>en</strong>: Awgb, Wgbm/v, Wet onderscheidarbeidsduur (Woa), Burgerlijk wetboek (BW) artikel 7, Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> wet (Aw) artikel 125,Wet onderscheid bepaalde <strong>en</strong> onbepaalde tijd (Wobot), Wgbl <strong>en</strong> Wgbh/cz. De meeste vandeze wett<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekking op arbeid gerelateerde zak<strong>en</strong>. Het is dan ook nietverwonderlijk dat de meeste casuss<strong>en</strong> waar de commissie uitsprak<strong>en</strong> over doetarbeidsgerelateerde zak<strong>en</strong> zijn. De oordel<strong>en</strong> die de commissie velt zijn niet bind<strong>en</strong>d, welweg<strong>en</strong> ze zwaar bij de uitspraak die de rechter doet in e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele rechtszaak.Daarnaast gaat er e<strong>en</strong> grote prev<strong>en</strong>tieve werking uit van de oordel<strong>en</strong> die de CGB uit doetkom<strong>en</strong>. Op 1 april 2010 maakte de overheid duidelijk dat Nederland e<strong>en</strong> instituut voor dem<strong>en</strong>s<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> krijgt dat zal word<strong>en</strong> gecombineerd met de CGB. Deze nieuweorganisatie zal het College voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> gelijke behandeling gaan het<strong>en</strong>. Dehuidige tak<strong>en</strong> van de commissie zull<strong>en</strong> onveranderd overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. [websiteCGB; website wikipedia ‘commissie gelijke behandeling’]Actor<strong>en</strong>- Ver<strong>en</strong>igde Naties (VN)- Europese Economische Geme<strong>en</strong>schap (EEG)- Europese Unie (EU)- Kabinet-D<strong>en</strong> Uyl- Kabinet-Rutte- Kabinet-Lubbers- Commissie Gelijke Behandeling (CGB)- Man Vrouw Maatschappij (MVM)- Dolle Mina- Tweede feministische golf- <strong>Werk</strong>gevers- <strong>Werk</strong>nemers- Maatschappelijke minderhed<strong>en</strong>- Art1.nlBronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur- Sociaal Cultureel Planbureau,http://www.scp.nl/dsresource?objectid=26101&type=org- (geraadpleegd op 16 juni 2011). p. 67 over loondiscriminatie.59


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011- Commissie Gelijke Behandeling, http://www.cgb.nl (geraadpleegd op 16 juni2011) dossiers- Gezam<strong>en</strong>lijk website van E-Quality, Art1, K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum lesbisch <strong>en</strong> homoemancipatiebeleid<strong>en</strong> Expertisec<strong>en</strong>trum LEEFtijd, http://www.discriminatie.nl(geraadpleegd op 16 juni 2011)- www.art1.nl (geraadpleegd op 16 juni 2011)- Loonwijzer, www.loonwijzer.nl (geraadpleegd op 16 juni 2011)- www.leeftijd.nl (geraadpleegd op 16 juni 2011)- C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek, http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/807269BC-325D-4DEB-AC8A-A9C70BAF206B/0/emancipatiemonitor2010.pdf (geraadpleegdop 16 juni 2011) emancipatiemonitor- Werving <strong>en</strong> Selectiegids (onderdeel van CGB),http://www.werving<strong>en</strong>selectiegids.nl/home (geraadpleegd op 16 juni 2011)- Overheid.nl, http://wett<strong>en</strong>.overheid.nl/BWBR0022803/geldigheidsdatum_10-03-2010 (geraadpleegd 14 juni 2011)- Andriess<strong>en</strong>, I., e.a., Discriminatie niet-westerse allochton<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt2007 (D<strong>en</strong> Haag/Rotterdam 2007),http://www.rijksoverheid.nl/onderwerp<strong>en</strong>/gelijke-behandeling-op-hetwerk/docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>-<strong>en</strong>-publicaties/rapport<strong>en</strong>/2007/11/01/discriminatiemonitorniet-westerse-allochton<strong>en</strong>-op-de-arbeidsmarkt-2007.html(geraadpleegd op 16juni 2011)- Andriess<strong>en</strong>, I. (red.), Discriminatie niet-westerse allochton<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt2010 (D<strong>en</strong> Haag 2010), http://www.scp.nl/dsresource?objectid=25945&type=org(geraadpleegd op 19 juni 2011)- Jacobs, A.T.J.M. (red.), Arbeid <strong>en</strong> Discriminatie (Dev<strong>en</strong>ter 1992) 198.- Plug, Jan, Respect voor verschil. Arbeid, diversiteit <strong>en</strong> gelijke behandeling (Soest2008)- Commissie Gelijke Behandeling, Onderzoek <strong>en</strong> oordeel. Gelijke beloning vanmann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> bij de algem<strong>en</strong>e ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> in Nederland (2011),http://www.fwg.nl/Upload/CGB/CGB-onderzoek%20Gelijk%20Loon.pdf(geraadpleegd op 16 juni 2011)- CBS, Emancipatiemonitor 2010 http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/807269BC-4DEB-AC8A-A9C70BAF206B/0/emancipatiemonitor2010.pdf (geraadpleegd op 20 juni2011)- Website internetconsultatie integratiewet Awgb,http://www.internetconsultatie.nl/integratiewetawgb/docum<strong>en</strong>t/185(geraadpleegd op 21 juni 2011)- Rijksoverheid, regeerakkoord VVD-CDA, http://www.rijksoverheid.nl/docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>en</strong>-publicaties/rapport<strong>en</strong>/2010/09/30/regeerakkoord-vvd-cda.html(geraadpleegdop 21 juni 2011)60


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 13 - Verandering<strong>en</strong> in system<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelsels voorinkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> arbeid: verzakelijking <strong>en</strong> versobering vansociale zekerheidMetatr<strong>en</strong>ds- Verzakelijking- Individualisering- EmancipatieRelatie met- Domein: politiek <strong>en</strong> bestuur- Tr<strong>en</strong>d: Pro-activering <strong>en</strong> ontcorporatisering van sociale zekerheid- Liberalisering van de Verzorgingsstaat- Hotspot: Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar (1982)Datering1970 - 1989Beschrijving‘Sociale zekerheid’ is e<strong>en</strong> containerbegrip <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>de invulling<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> nauweinterpretatie is sociale zekerheid het stelsel van politiek bepaalde inkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong>(voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>), zoals dat in Nederland is vastgelegd als onderdeel vande verzorgingsstaat. De inkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> bijzondere vorm van inkom<strong>en</strong>,omdat er ge<strong>en</strong> arbeidsprestatie teg<strong>en</strong>over staat. [Vergne, 2009: 3; Trommel, 1999: 56-57; Van Gestel cs., 2009: 47] Voor dit onderzoek wordt echter e<strong>en</strong> bredere invalshoekgekoz<strong>en</strong>, om ook buit<strong>en</strong> het politieke kader relevante maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong> tekunn<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. Sociale zekerheid is daarbij niet vanuit één consist<strong>en</strong>te visiegecreëerd: het is e<strong>en</strong> maatschappelijk ingebed resultaat van eeuw<strong>en</strong>lange (politieke <strong>en</strong>sociale) strijd, t<strong>en</strong>einde onzekerhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> risico’s – al dan niet formeel, informeel,individueel, collectief – het hoofd te bied<strong>en</strong>. [WRR, 2006: 24; Arts, 2003: 62] Socialezekerheid wordt vervolg<strong>en</strong>s opgevat als e<strong>en</strong> specifieke configuratie van publieke <strong>en</strong>private regels: geme<strong>en</strong>schappelijk vastgestelde formele <strong>en</strong> informele recht<strong>en</strong>, plicht<strong>en</strong>,voorwaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> sancties. Deze regels tred<strong>en</strong> in werking als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> economischetekort<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> of dreig<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong>. Economische tekort<strong>en</strong> zijn: ontoereik<strong>en</strong>d inkom<strong>en</strong>,arbeidsverlies <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> van medische voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. [Vrooman, 2009: 126; Vrooman,2011: 358] Vanwege de private dim<strong>en</strong>sie is deze bredere invalshoek omvatt<strong>en</strong>der dan depubliekformele typering van wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> besluit<strong>en</strong>.In Nederland kwam de opbouw van de sociale zekerheid tot stand vanaf het einde van d<strong>en</strong>eg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog. Het was e<strong>en</strong> ontwikkelingsfasewaarin verplichte regeling<strong>en</strong> de plaats in nam<strong>en</strong> van neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de-eeuwse regeling<strong>en</strong> dievanuit particulier initiatief war<strong>en</strong> ontstaan <strong>en</strong> vaak e<strong>en</strong> vrijwillige aard hadd<strong>en</strong>. In dezeperiode ging de staat zich steeds meer bemoei<strong>en</strong> met de organisatie <strong>en</strong> uitvoering vandeze regeling<strong>en</strong>. Tot aan de Tweede Wereldoorlog is het stelsel van sociale zekerheidlangzaam uitgebreid. De ontwikkeling van de sociale zekerheid kwam daarmee laat opgang t<strong>en</strong> opzichte van andere Westerse land<strong>en</strong>. De langzame opbouw veranderde na deTweede Wereldoorlog tot <strong>en</strong> met het einde van de jar<strong>en</strong> zestig. Vanaf 1945 stond de zorgvoor bestaanszekerheid van de hele bevolking c<strong>en</strong>traal, gebaseerd op Beveridge’s (Britseconoom <strong>en</strong> politicus) beginsel van nationale solidariteit. In deze naoorlogse dec<strong>en</strong>niawas er sprake van economische voorspoed waardoor de sociale zekerheid sterkuitbreidde met relatief hoge uitkering<strong>en</strong>: WW (1952), AOW (1957), AWW (1959), AKW(1963), ABW (1965), WWV (1965), RWW (1965), WAO (1967), ZW (1967), AWBZ(1968). [SCP, 1998: 421-424, 456; F<strong>en</strong>ger, 2003: 77-79] Noem<strong>en</strong>swaardig hierbij is deAlgem<strong>en</strong>e Ouderdomswet (AOW) als beginpunt voor de opbouw van het huidigeNederlands p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>sstelsel. De wet werd de eerste pijler van het Nederlandsp<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>sstelsel <strong>en</strong> voorzag sindsdi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> basisp<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> voor ouder<strong>en</strong>. De tweedepijler werd het collectieve p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>; het aanvull<strong>en</strong>de p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> dat geregeld werd door61


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011werknemers <strong>en</strong> werkgevers. Wat dat betreft werd<strong>en</strong> p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong> steeds meer inCAO’s opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> na de Tweede Wereldoorlog. [Van der Veld<strong>en</strong>,2009] De derde <strong>en</strong> laatste pijler behelsde de individuele, particuliere opbouw/ aanvullingvan de oudedagvoorzi<strong>en</strong>ing. Binn<strong>en</strong> deze pijler kreeg iedere<strong>en</strong> de mogelijkheid om e<strong>en</strong>individuele p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>sverzekering (b.v. lijfr<strong>en</strong>tepoliss<strong>en</strong>) af te sluit<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> verzekeraar.[Caminada, 2003: 152] Met betrekking tot de eerderg<strong>en</strong>oemde WW, WAO <strong>en</strong> ZW lag hetuitvoeringsprimaat sinds de inwerkingtreding van de Organisatiewet sociale verzekering(OSV’52) bij particuliere bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>. De ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> beheerd door devakbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkgeversorganisaties. Ev<strong>en</strong>wel bleef de overheidsbemoei<strong>en</strong>is aanhoud<strong>en</strong>tijd<strong>en</strong>s de naoorlogse jar<strong>en</strong>. De Sociale Verzekeringsraad (SVr) - werkgevers,vakbond<strong>en</strong>, kroonled<strong>en</strong> - hield daarom toezicht op de bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, coördineerdede uitvoering <strong>en</strong> adviseerde de regering over wetstechnische kwesties. De periode 1945-1970 kan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als de uitbouw van de sociale zekerheid, waarbij Nederland juistkoploper werd in vergelijking met andere Westerse land<strong>en</strong>. Echter, in de optiek vankabinet-de Jong (1967-1971) had de increm<strong>en</strong>tele groei van sociale zekerheid geleid tote<strong>en</strong> complex <strong>en</strong> onbeheersbaar geheel; zowel t<strong>en</strong> opzichte van de uitvoeringsorganisatieals t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van regelgeving. Daarom vroeg het kabinet in 1967 advies aan deSociaal-Economische Raad (SER) t<strong>en</strong> behoeve van vere<strong>en</strong>voudiging in deuitvoeringsorganisatie van de sociale zekerheid. Tev<strong>en</strong>s werd in 1969 deStaatscommissie ‘vere<strong>en</strong>voudiging <strong>en</strong> codificatie van sociale zekerheidswetgeving’ingesteld. [SCP, 1998: 421-424, 456; F<strong>en</strong>ger, 2003: 77-79]De vere<strong>en</strong>voudigingsproject<strong>en</strong> van de SER <strong>en</strong> de staatscommissie, gestart in 1967 <strong>en</strong>1969, liet<strong>en</strong> (te) lang op zich wacht<strong>en</strong>. In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig kon de SER het niet e<strong>en</strong>sword<strong>en</strong> over de uitvoeringsorganisatie van de sociale zekerheid. Zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> jaar na dato,in 1984, bracht de SER e<strong>en</strong> advies uit dat <strong>en</strong>kel op hoofdlijn<strong>en</strong> over deuitvoeringsorganisatie handelde. De ‘staatscommissie vere<strong>en</strong>voudiging <strong>en</strong> codificatie’bracht in 1982 e<strong>en</strong> gedeeltelijk rapport uit, dat in 1990 in <strong>en</strong>igszins uitgebreidere vormdefinitief werd. De project<strong>en</strong> van de SER <strong>en</strong> de commissie raakt<strong>en</strong> in deze periode aan degevestigde belang<strong>en</strong> van bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, die direct betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij deuitvoering van de sociale zekerheid. De SER <strong>en</strong> de commissie kond<strong>en</strong> hierdooronvoldo<strong>en</strong>de slagvaardig functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet tot doeltreff<strong>en</strong>de aanpassing<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.[SCP, 1998: 487] Tegelijkertijd bleef (het systeem van) sociale zekerheid royaal opgezet,gericht op het garander<strong>en</strong> van inkom<strong>en</strong>, op<strong>en</strong> aan de instroomkant <strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> aan deuitstroomzijde. Het was voor burgers e<strong>en</strong>voudig om aanspraak te mak<strong>en</strong> op socialezekerheidsuitkering<strong>en</strong> <strong>en</strong> gemakkelijk om deze aan te houd<strong>en</strong>. Daarnaast werd hetzoekgedrag van werkloz<strong>en</strong> (omtr<strong>en</strong>t arbeid) nauwelijks gestimuleerd binn<strong>en</strong> socialeregeling<strong>en</strong>. [Van Gestel, 2009: 20]Het royale karakter van de sociale zekerheid was zichtbaar aan ontwikkeling<strong>en</strong> in deWAO <strong>en</strong> de komst van de AAW. Met de inwerkingtreding van de Wet op dearbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO, 1967) war<strong>en</strong> werknemers ingedekt voor hetarbeidsongeschiktheidsrisico. [Vrooman, 2011: 422-423] In de periode 1969-1974 werdde hoogte van de WAO-uitkering in positieve zin gelijkgesteld aan het wettelijkeminimumloon (van kracht sinds 1969). In dezelfde periode was 1973 e<strong>en</strong> gunstig jaarvoor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die deels arbeidsongeschikt war<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedeeltelijk ge<strong>en</strong> werk hadd<strong>en</strong>. In datjaar werd namelijk het ‘beginsel van verdiscontering van werkloosheid’ ingevoerd. Dat wilzegg<strong>en</strong> dat deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> WAO-uitkering kond<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> die in verhouding stondtot het desbetreff<strong>en</strong>de werkloze gedeelte. Door het beginsel hadd<strong>en</strong> zij meer rechtgekreg<strong>en</strong> om aanspraak te mak<strong>en</strong> op de WAO-uitkering. De verbeterde rechtspositiezorgde ervoor dat de gedeeltelijk arbeidsongeschikt<strong>en</strong> – die deels werkloos war<strong>en</strong> - zichverplaatst<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>oemde ‘lagere WAO-klasse’ naar e<strong>en</strong> ‘hogere WAO-klasse’.Opmerkelijk is dat zij vanuit deze hogere klasse aanspraak kond<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> op e<strong>en</strong>volledige WAO-uitkering. Dit was mogelijk vanwege de zeer soepeletoek<strong>en</strong>ningsvoorwaard<strong>en</strong> van de WAO, die niet berek<strong>en</strong>d war<strong>en</strong> op het ontstaan van e<strong>en</strong>hogere WAO-klasse. Als gevolg steeg het aantal volledige WAO-uitkering<strong>en</strong>. Al met alk<strong>en</strong>de de WAO e<strong>en</strong> zekere mate van ‘verborg<strong>en</strong> werkloosheid’, omdat de deels werkloze,arbeidsongeschikt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> volledige uitkering g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. [SCP, 1998: 423] De Algem<strong>en</strong>e62


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Arbeidsongeschiktheidswet (AAW, 1976) was complem<strong>en</strong>tair aan de WAO. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> di<strong>en</strong>iet in loondi<strong>en</strong>st war<strong>en</strong> (b.v. stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong>) kreg<strong>en</strong> ook recht op e<strong>en</strong>arbeidsongeschiktheidsuitkering. De AAW wordt dikwijls bestempeld als de ‘afronding’van de sociale zekerheid. Hiermee wordt bedoeld dat de werkingssfeer van de socialezekerheid tot e<strong>en</strong> ‘optimum’ was gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrekking had gekreg<strong>en</strong> op alleingezet<strong>en</strong><strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>leving. Substantiële vernieuwing<strong>en</strong> na 1976 werd<strong>en</strong> niet meerverwacht <strong>en</strong> kond<strong>en</strong> hoogst<strong>en</strong>s van corriger<strong>en</strong>de aard zijn. [P<strong>en</strong>nings, 2006: 17;Noordam, 2003: 34]Vanaf het midd<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig begon geleidelijk het tij te ker<strong>en</strong> voor de socialezekerheid. In 1974 was het niveau van de uitkering<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan deloonontwikkeling: ‘de koppeling’. Hierdoor steeg in de navolg<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> het socialeuitkeringsniveau – inclusief premies - in lijn met de ontwikkeling van lon<strong>en</strong> <strong>en</strong> prijz<strong>en</strong>.Het gevolg was e<strong>en</strong> vicieuze cirkel met achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s stijg<strong>en</strong>de loonkost<strong>en</strong>,werkloosheid, sociale zekerheidsuitgav<strong>en</strong> <strong>en</strong> nogmaals stijg<strong>en</strong>de loonkost<strong>en</strong>. Zodo<strong>en</strong>deontsproot medio jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig het verschijnsel ‘stagflatie’: de werkloosheid wasgesteg<strong>en</strong>, de lon<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> hoger, de prijz<strong>en</strong> steg<strong>en</strong> <strong>en</strong> het beroep op sociale zekerheidnam toe. De situatie verslechterde bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> door twee oliecrises (1973 <strong>en</strong> 1979), doorde Voedingsbond FNV die niet akkoord ging met loonmatiging (1979) <strong>en</strong> door de dal<strong>en</strong>dewerkgeleg<strong>en</strong>heid in de industriesector. Uiteindelijk ontstond<strong>en</strong> er structurelemaatschappelijke problem<strong>en</strong>, zoals langdurige werkloosheid. Vanwege de hogeloonkost<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> werkgevers <strong>en</strong>kel werknemers met e<strong>en</strong> hoge arbeidsproductiviteit.<strong>Werk</strong>nemers met e<strong>en</strong> lagere productiviteit werd<strong>en</strong> uit het arbeidsproces gestot<strong>en</strong> <strong>en</strong>moest<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op sociale zekerheidsuitkering<strong>en</strong>. Er ontstond e<strong>en</strong> tweeverdelingvan dal<strong>en</strong>de arbeidsparticipatie <strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>de loonkost<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> ook de stabiliteit van desociale zekerheid in gevaar kon br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. [Trommel, 1999: 63; SCP, 1998: 383-385]In de tweede helft van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig (vanaf 1976) stond verdere uitbreiding van desociale zekerheid niet meer op de ag<strong>en</strong>da. T<strong>en</strong> tijde van kabinet-D<strong>en</strong> Uyl <strong>en</strong> kabinet-VanAgt I werd sociale zekerheid vanuit e<strong>en</strong> zakelijk, economisch gezichtspunt b<strong>en</strong>aderd <strong>en</strong>niet meer vanuit e<strong>en</strong> sociaal gezichtspunt, zoals dat in de jar<strong>en</strong> zestig nog wel werdgedaan. De verslechterde situatie van de sociale zekerheid werd zodo<strong>en</strong>de als e<strong>en</strong>probleem van betaalbaarheid bestempeld. Het doel was om de sociale zekerheid tebeheers<strong>en</strong> op grond van het aantal uitkeringsontvangers <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>. Oplossing<strong>en</strong>war<strong>en</strong> voornamelijk gericht op het aanscherp<strong>en</strong> van individuele wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> regeling<strong>en</strong>,bijvoorbeeld met betrekking tot de hoogte <strong>en</strong> de duur van uitkering<strong>en</strong>. In 1976 trad de1%-norm van minister Duis<strong>en</strong>berg in werking, opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de ‘Miljo<strong>en</strong><strong>en</strong>nota 1976’.Met deze norm mocht<strong>en</strong> de publieke uitgav<strong>en</strong> niet stijg<strong>en</strong> met meer dan 1% van hettotale jaarlijkse nationaal inkom<strong>en</strong>. [F<strong>en</strong>ger, 2003: 77-79; SCP, 1998: 425-427]Di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge werd t<strong>en</strong> tijde van de kabinett<strong>en</strong>-Van Agt I, II, III (1978-1982) 6 miljardguld<strong>en</strong> bezuinigd op de sociale zekerheid. De helft (47%) daarvan betrof maatregel<strong>en</strong>voor de financiering van de sociale zekerheid. Hierbij ging het om: het afschaff<strong>en</strong> vanrijksbijdrag<strong>en</strong> aan sociale fonds<strong>en</strong>, premieverhoging<strong>en</strong> <strong>en</strong> belastingmaatregel<strong>en</strong>(verlaging/ opheffing van aftrekregeling<strong>en</strong> voor bejaard<strong>en</strong>/ arbeidsongeschikt<strong>en</strong>). E<strong>en</strong>derde (31%) van de bezuiniging<strong>en</strong> betrof wijziging<strong>en</strong> in de uitkeringsvoorwaard<strong>en</strong>. Op deAlgem<strong>en</strong>e Kinderbijslagwet (AKW) werd 1,25 miljard guld<strong>en</strong> bezuinigd door deafschaffing van de kinderaftrekregeling (1978). In 1979 werd de meervoudigekinderbijslag voor 16- <strong>en</strong> 17-jarig<strong>en</strong> afschaft <strong>en</strong> werd de kinderbijslaguitkeringgehalveerd voor gezinn<strong>en</strong> met één kind onder de 3 jaar (1979). Vervolg<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> deuitkeringsvoorwaard<strong>en</strong> string<strong>en</strong>ter voor ziekte <strong>en</strong> arbeidsongeschiktheid (1980), kreeg de<strong>Werk</strong>loosheidswet aangescherpte toegangseis<strong>en</strong> (1981) <strong>en</strong> werd de bijstandsregelinggekort op jonger<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (1979 <strong>en</strong> 1981). De rester<strong>en</strong>de bezuiniging<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong>vorm in e<strong>en</strong> serie interv<strong>en</strong>ties in het uitkeringsniveau. De grootste bezuinigingspost(1979-1981) lag hierbij geleg<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>redige korting op alle uitkering<strong>en</strong>: hetuitkeringsniveau was daardoor elk jaar 0,5% lager dan het loonniveau. In de periode1978-1982 bestond er ge<strong>en</strong> politieke cons<strong>en</strong>sus over de invulling van de bezuiniging<strong>en</strong>.Binn<strong>en</strong> de kabinett<strong>en</strong> was er verdeeldheid tuss<strong>en</strong> de minister van Financiën (pro63


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011bezuiniging), de minister van Sociale Zak<strong>en</strong> (pro stimuleringsbeleid) <strong>en</strong> de overigeministers (kost<strong>en</strong> afw<strong>en</strong>d<strong>en</strong>). De bezuiniging<strong>en</strong> in deze periode resulteerd<strong>en</strong> niet infundam<strong>en</strong>tele hervorming<strong>en</strong> van de sociale zekerheid, maar war<strong>en</strong> hoofdzakelijk ad-hoc<strong>en</strong> boekhoudkundig van aard. [SCP, 1998: 425-428]Terwijl over de sociale zekerheid on<strong>en</strong>igheid bestond binn<strong>en</strong> de kabinett<strong>en</strong>-Van Agt I, II,III (1977-1982), was er sprake van overe<strong>en</strong>stemming in de kabinett<strong>en</strong>-Lubbers I, II(1982-1989). M<strong>en</strong> was het op drie front<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s over het te voer<strong>en</strong> ‘neoliberale beleid’:reorganisatie van collectieve uitgav<strong>en</strong>, versterking van de marktsector <strong>en</strong> verbeteringvan de arbeidsmarkt. Reeds twintig dag<strong>en</strong> na het aantred<strong>en</strong> van Kabinet-Lubbers I werdop 24 november 1982 het Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar geslot<strong>en</strong>. Op aandring<strong>en</strong> van hetkabinet kwam<strong>en</strong> de voorzitters van c<strong>en</strong>trale werkgevers- <strong>en</strong> werknemersorganisaties totovere<strong>en</strong>stemming: de vakbond<strong>en</strong> zag<strong>en</strong> af van automatische prijscomp<strong>en</strong>satie <strong>en</strong>werkgeversverteg<strong>en</strong>woordigers droeg<strong>en</strong> zorg voor arbeidsduurverkorting <strong>en</strong>deeltijdarbeid. <strong>Werk</strong>gevers <strong>en</strong> werknemers kwam<strong>en</strong> tot het inzicht dat sam<strong>en</strong>werkingnoodzakelijk was voor economisch herstel. Met het akkoord werd voorts e<strong>en</strong> langeperiode van loonmatiging ingezet. De loonmatiging was gekoppeld aan de socialeuitkering<strong>en</strong> <strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>lon<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> doorwerking had op de rijksbegroting (dekost<strong>en</strong> voor sociale zekerheidsuitgav<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> lager word<strong>en</strong> geraamd). [SCP, 1998:429-430]De jar<strong>en</strong> tachtig k<strong>en</strong>merkt<strong>en</strong> zich door het sociale zekerheidsbeleid vanuitgav<strong>en</strong>beheersing. [Trommel, 1999: 69] Met de ‘no-nons<strong>en</strong>se’ instelling van kabinet-Lubbers I werd e<strong>en</strong> aane<strong>en</strong>schakeling aan maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, gericht op het(relatief) verlag<strong>en</strong> van uitkeringsniveaus. In 1984 werd<strong>en</strong> alle uitkering<strong>en</strong> met 3%verlaagd <strong>en</strong> werd in de eerste helft van de jar<strong>en</strong> tachtig het uitkeringsperc<strong>en</strong>tage van deWW teruggebracht van 80% naar 70% van het laatst verdi<strong>en</strong>de loon. Verder werd deduur van de WW-uitkering vastgesteld op grond van het arbeidsverled<strong>en</strong> (aantalwerkzame jar<strong>en</strong>), waardoor jonge <strong>en</strong> middelbare werknemers beperkt toegang hadd<strong>en</strong>tot deze uitkering. [Van Gestel, 2009: 59; Trommel, 1999: 69] Terwijl deuitkeringsbedrag<strong>en</strong> van de kinderbijslag tot 1983 war<strong>en</strong> afgestemd op de gezinsgrootte,werd na 1983 ook onderscheid gemaakt op basis van leeftijd. Voorts werd in de periode1983-1984 de kinderbijslaguitkering bevror<strong>en</strong>. [SCP, 1998: 430, 436] Tuss<strong>en</strong> 1980 <strong>en</strong>1985 is het sociaal minimum met 10% afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het sociaal minimum is hetgeldbedrag waarmee de noodzakelijke bestaanskost<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedekt. Voor het sociaalminimum kunn<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de bijstand, de AOW <strong>en</strong> andere toeslag<strong>en</strong>.[Vrooman, 2011: 360; Thesaurus Zorg <strong>en</strong> Welzijn, 2011] 1985 was e<strong>en</strong> bewog<strong>en</strong> jaar. In1985 werd de WAO-uitkering verlaagd naar 70%. In dat jaar is ook de ‘woningdelerbijstandsnorm’ (voor alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> woning deeld<strong>en</strong>) ingevoerd in de bijstand,met e<strong>en</strong> besparing van 500 miljo<strong>en</strong> guld<strong>en</strong>. [SCP, 1998: 432] Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> werd depremieheffing over het ziek<strong>en</strong>geld (uitkering) ingevoerd <strong>en</strong> werd hetuitkeringsperc<strong>en</strong>tage verlaagd van 80% naar 75%. T<strong>en</strong>slotte kan 1985 aangewez<strong>en</strong>word<strong>en</strong> als het jaar van de individualisering van de AOW. In het kader van gelijkebehandeling hebb<strong>en</strong> gehuwd<strong>en</strong> sinds 1985 individueel uitkeringsrecht. [SCP, 1998: 448-449]Tuss<strong>en</strong> 1982 <strong>en</strong> 1986 pleitt<strong>en</strong> de ministers <strong>en</strong> staatssecretariss<strong>en</strong> van kabinet-Lubbers Iniet alle<strong>en</strong> voor uitgav<strong>en</strong>beheersing, maar ook voor e<strong>en</strong> slagvaardige wijziging van hetsociale zekerheidsstelsel. In deze periode vond de ‘stelseldiscussie’ plaats, waarinpolitieke partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke belang<strong>en</strong>organisaties ideeën voor e<strong>en</strong> nieuwstelsel v<strong>en</strong>tileerd<strong>en</strong>. Dit leidde tot drie alternatiev<strong>en</strong>: het ministelsel, hettweetraject<strong>en</strong>stelsel <strong>en</strong> het basisinkom<strong>en</strong>. Ge<strong>en</strong> van de alternatiev<strong>en</strong> ontving voldo<strong>en</strong>desteun. Uiteindelijk di<strong>en</strong>de CDA staatssecretaris De Graaf e<strong>en</strong> wetsvoorstel in bij deTweede Kamer. Dit voorstel beoogde niet e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>tele stelselherzi<strong>en</strong>ing, maarvoorzag in e<strong>en</strong> beperkt aantal hervorming<strong>en</strong>. [Van Gestel, 2009: 60] Het voorstel van DeGraaf werd werkelijkheid met de stelselherzi<strong>en</strong>ing van 1987. De belangrijkste wijzigingvan de stelselherzi<strong>en</strong>ing was de sam<strong>en</strong>voeging van de <strong>Werk</strong>loosheidswet (WW) <strong>en</strong> deWet <strong>Werk</strong>loosheidsvoorzi<strong>en</strong>ing (WWV; uitkering na afloop van de WW) in de nieuwe<strong>Werk</strong>loosheidswet (nWW). T<strong>en</strong> behoeve van oudere werkloz<strong>en</strong> werd de Wet64


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011inkom<strong>en</strong>svoorzi<strong>en</strong>ing oudere <strong>en</strong> gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers(IOAW) ingevoerd, alsmede de Wet inkom<strong>en</strong>svoorzi<strong>en</strong>ing oudere <strong>en</strong> gedeeltelijk gewez<strong>en</strong>zelfstandig<strong>en</strong> (IOAZ). Oudere werkloz<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> voor de IOAW <strong>en</strong> de IOAZ in aanmerkingkom<strong>en</strong> als hun WW-uitkering verliep. Vanwege de IOAW <strong>en</strong> de IOAZ blev<strong>en</strong> ouderewerkloz<strong>en</strong> gevrijwaard van de vermog<strong>en</strong>stoets van de Algem<strong>en</strong>e Bijstandswet (ABW).[Trommel, 1999: 69; Vrooman, 2011: 364] Na de stelselherzi<strong>en</strong>ing van 1987 werd bij devaststelling van arbeidsongeschiktheid ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing meer gehoud<strong>en</strong> met hetwerkloosheidscriterium. In dat verband werd gedacht dat het aantal WAO-uitkering<strong>en</strong>zou dal<strong>en</strong>, omdat de uitkering<strong>en</strong> met ‘verborg<strong>en</strong> werkloosheid’ (naar schatting 50%) nietmeer mee teld<strong>en</strong>. Niets was minder waar; er vond ge<strong>en</strong> duidelijke daling plaats in hetaantal WAO-uitkering<strong>en</strong>. [Vrooman, 2011: 365]Kabinet-Lubbers II had conform de regeringsverklaring (1986) beloofd dat dewerknemersverzekering<strong>en</strong> voorlopig ongewijzigd zoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> na de stelselherzi<strong>en</strong>ingvan 1987. [SCP, 1998: 434] Alle<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de kleine wijziging<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> doorgevoerdbinn<strong>en</strong> de sociale zekerheid. Vanaf 1988 hadd<strong>en</strong> AOW’ers met partners onder de 65 jaarge<strong>en</strong> recht meer op de uitkering voor par<strong>en</strong> [Vrooman, 2011: 362] Tot <strong>en</strong> met 1988kond<strong>en</strong> gehuwde mann<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> recht<strong>en</strong> ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan de AWW verzekering, maarbetaald<strong>en</strong> hiervoor wel premies. T<strong>en</strong>slotte werd<strong>en</strong> weduwnaars na 1988 niet meeruitgeslot<strong>en</strong> van de AWW. [Noordam, 2003 : 27, 31] Vanwege de groei<strong>en</strong>de economie inde tweede helft van de jar<strong>en</strong> tachtig werd<strong>en</strong> verdere, ingrijp<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> nietnoodzakelijk geacht. De economische voorspoed kwam tot e<strong>en</strong> hoogtepunt in 1989,gek<strong>en</strong>merkt door afnem<strong>en</strong>de werkloosheid <strong>en</strong> dal<strong>en</strong>de financieringstekort<strong>en</strong>. [SCP, 1998:434]In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig werd<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> in de sociale zekerheid duidelijkwaarneembaar. Deze situatie werd ingegev<strong>en</strong> door hoge inflatie, twee oliecrises <strong>en</strong> hogewerkloosheid in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig. De inflatie <strong>en</strong> werkloosheid, in sam<strong>en</strong>spel metindividualisering <strong>en</strong> emancipatie, resulteerde in e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke kost<strong>en</strong>to<strong>en</strong>ame van desociale zekerheid. Daar komt bij dat de uitvoeringsorganisatie van de sociale zekerheidniet int<strong>en</strong>sief werd vere<strong>en</strong>voudigd <strong>en</strong> nog altijd g<strong>en</strong>ereus was opgezet. Teg<strong>en</strong> deachtergrond van e<strong>en</strong> hevige economische recessie veranderde de visie t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> vansociale zekerheid. Gedur<strong>en</strong>de de regeringsperiod<strong>en</strong> van kabinett<strong>en</strong>-D<strong>en</strong> Uyl, van Agt I, II<strong>en</strong> Lubbers I, II (1973-1989) werd de sociale zekerheid bezi<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> economischstandpunt <strong>en</strong> niet meer vanuit e<strong>en</strong> sociaal standpunt. Sociale zekerheid was in zakelijke,economische term<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘probleem van betaalbaarheid’ geword<strong>en</strong>. Zo trof de overheidvoornamelijk maatregel<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de kost<strong>en</strong>beheersing van de sociale zekerheid. Zolag in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig de nadruk op de financiering (premieverhoging e.d.) <strong>en</strong> in dejar<strong>en</strong> tachtig op de uitgav<strong>en</strong>beheersing (beperking uitkeringshoogte). [F<strong>en</strong>ger, 2003: 77-79; SCP, 1998: 487; Van Gestel, 2009: 20]. Op deze wijze werd miljard<strong>en</strong> guld<strong>en</strong>sbezuinigd. [SCP, 1998: 425-432] De aard van de Nederlandse sociale zekerheid in dezeperiode is volg<strong>en</strong>s de ideaaltypologie van Esping-Anders<strong>en</strong> e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvorm vancorporatistische <strong>en</strong> sociaal-democratische modell<strong>en</strong>. [Vrooman, 2011: 375] ‘Het stelselwas niet alle<strong>en</strong> gericht op recht<strong>en</strong> voor bepaalde beroepsgroep<strong>en</strong> (corporatistisch), maark<strong>en</strong>de ook e<strong>en</strong> uitgebreide minimumbescherming voor alle ingezet<strong>en</strong><strong>en</strong>(sociaal-democratisch), met name via de sociale bijstand (ABW) <strong>en</strong> devolksverzekering<strong>en</strong> voor ouder<strong>en</strong> (AOW), de kinderbijslag (AKW) <strong>en</strong> de nabestaand<strong>en</strong>wet(ANW)’. [als geciteerd in SCP, 2004 :316]Actor<strong>en</strong>- Kabinet-De Jong- Kabinet-Biesheuvel- Kabinet-D<strong>en</strong> Uyl- Kabinet-Van Agt I- Kabinet-Van Agt II- Kabinet-Van Agt III- Kabinet-Lubbers I- Kabinet-Lubbers II65


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011- Sociale partners/ Vakbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkgeversorganisaties/ Federatie voorBedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>- Sociale Verzekeringsraad (SVr)- Sociaal-Economische Raad (SER)- Staatscommissie ‘vere<strong>en</strong>voudiging <strong>en</strong> codificatie van sociale zekerheidswetgeving’- Voedingsbond FNV- Minister Duis<strong>en</strong>berg- Voorzitters van c<strong>en</strong>trale werkgevers- <strong>en</strong> werknemersorganisaties- staatssecretaris De Graaf (CDA)Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur- Arts, W., ‘Continuïteit <strong>en</strong> verandering. Verzorgingsstaat <strong>en</strong> sociale zekerheid in de21e eeuw’ in: Honderd jaar Sociale Zekerheid in Nederland (Delft 2003).- Caminida, C.L.J. & Goudswaard, K.P., Verdeelde Zekerheid. De verdeling vanbat<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> van sociale zekerheid <strong>en</strong> p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong><strong>en</strong> (Goudswaard 2003).- F<strong>en</strong>ger, M., ‘Institutionele ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> dynamiek in het beleid voor werk <strong>en</strong>inkom<strong>en</strong>’ in: Honderd jaar Sociale Zekerheid in Nederland (Delft 2003).- Gestel, N. van, Beer, P. de. & Meer, M. van der., Het hervormingsmoeras van deverzorgingsstaat: verandering<strong>en</strong> in de organisatie van de sociale zekerheid(Amsterdam 2009).- Noordam, F., ‘De personele werkingssfeer van de Nederlandse sociale verzekering(1901-2001)’ in: Honderd jaar Sociale Zekerheid in Nederland (Delft 2003).- P<strong>en</strong>nings, F.J.L., Nederlandse socialezekerheidsrecht in e<strong>en</strong> internationale context.Nummer 35 van Monografieën sociaal recht (Dev<strong>en</strong>ter 2006).- Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau, Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Rapport 1998. 25 jaarsociale verandering (Rijswijk 1998).- Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau, Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Rapport 2004. In het zichtvan de toekomst (D<strong>en</strong> Haag 2004)- Thesaurus Zorg <strong>en</strong> Welzijn, RWW(http://www.thesauruszorg<strong>en</strong>welzijn.nl/RWW.htm, geraadpleegd op 30 mei2011).- Thesaurus Zorg <strong>en</strong> Welzijn, Sociaal Minimum(http://www.thesauruszorg<strong>en</strong>welzijn.nl/sociaalminimum.htm, geraadpleegd op 30mei 2011).- Trommel, W.A., De herverdeelde sam<strong>en</strong>leving: de ontwikkeling <strong>en</strong> herzi<strong>en</strong>ing vande Nederlandse verzorgingsstaat (Amsterdam 1999).- Veld<strong>en</strong>, S. van der, ‘Geschied<strong>en</strong>is van de p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>svoorzi<strong>en</strong>ing in Nederland’(http://www.sp.nl/nieuws/spanning/200908/geschied<strong>en</strong>is_van_de_p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>ing_in_nederland.shtml (2009), geraadpleegd op 7 juni 2011).- Vergne, A.M., Praktijkgids Sociale Zekerheid (Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn 2009).- Vrooman, C., E<strong>en</strong> succesvolle gedaantewisseling? De hervorming van de socialezekerheid (D<strong>en</strong> Haag 2011).- Vrooman, C., Rules of Relief. Institutions of social security, and their impact (D<strong>en</strong>Haag 2009).- Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, De verzorgingsstaat herwog<strong>en</strong>.Over verzorg<strong>en</strong>, verzeker<strong>en</strong>, verheff<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbind<strong>en</strong> (Amsterdam 2006).66


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Tr<strong>en</strong>d 14 - Verandering<strong>en</strong> in system<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelsels voorinkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> arbeid: pro-activering <strong>en</strong> ontcorporatiseringvan sociale zekerheidMetatr<strong>en</strong>ds- Terugtred<strong>en</strong>de overheid- Marktwerking- Vergrijzing- Individualisering- InternationaliseringRelatie met- Domein: politiek <strong>en</strong> bestuur- Tr<strong>en</strong>d: Verzakelijking <strong>en</strong> versobering van sociale zekerheid- Liberalisering van de VerzorgingsstaatDatering1990 - 2005Beschrijving‘Sociale zekerheid’ is e<strong>en</strong> containerbegrip <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>de invulling<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> nauweinterpretatie is sociale zekerheid het stelsel van politiek bepaalde inkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong>(voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>), zoals dat in Nederland is vastgelegd als onderdeel vande verzorgingsstaat. De inkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> bijzondere vorm van inkom<strong>en</strong>,omdat er ge<strong>en</strong> arbeidsprestatie teg<strong>en</strong>over staat. [Vergne, 2009: 3; Trommel, 1999: 56-57; Van Gestel cs., 2009: 47] Voor dit onderzoek wordt echter e<strong>en</strong> bredere invalshoekgekoz<strong>en</strong>, om ook buit<strong>en</strong> het politieke kader relevante maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong> tekunn<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. Sociale zekerheid is in e<strong>en</strong> brede opvatting het geheel van publieke<strong>en</strong> private regels: de geme<strong>en</strong>schappelijk vastgelegde formele <strong>en</strong> informele recht<strong>en</strong>,plicht<strong>en</strong>, voorwaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> sancties. Deze regels zijn van toepassing als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>economische tekort<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> of dreig<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong>. Economische tekort<strong>en</strong> zijn:ontoereik<strong>en</strong>d inkom<strong>en</strong>, arbeidsverlies <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> van medische voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. [Vrooman,2009: 126; Vrooman, 2011: 358] Vanwege de private dim<strong>en</strong>sie is deze invalshoekomvatt<strong>en</strong>der dan de dikwijls gehanteerde publiekformele typering - in term<strong>en</strong> van wett<strong>en</strong><strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> - van sociale zekerheid.In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig veranderde de visie op sociale zekerheid tijd<strong>en</strong>s dekabinett<strong>en</strong>-D<strong>en</strong> Uyl, Van Agt I, II <strong>en</strong> Lubbers I, II (1973-1989). Sociale zekerheid werdals e<strong>en</strong> zakelijk, economisch vraagstuk bekek<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet meer als e<strong>en</strong> sociale kwestie. Indeze periode stond de kost<strong>en</strong>beheersing van de sociale zekerheid c<strong>en</strong>traal. Maatregel<strong>en</strong>war<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig voornamelijk gericht op de financiering (premieverhogingetc.) van de sociale zekerheid, terwijl in de jar<strong>en</strong> tachtig de nadruk lag opuitgav<strong>en</strong>beheersing (uitkeringshoogte). Zodo<strong>en</strong>de werd miljard<strong>en</strong> guld<strong>en</strong>s bezuinigd. T<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van deze periode kan gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van de verzakelijking <strong>en</strong> versoberingvan sociale zekerheid. [F<strong>en</strong>ger, 2003: 77-79; SCP, 1998: 425-432, 487; Van Gestel,2009: 20]Ondanks de geleidelijk aantrekk<strong>en</strong>de economie <strong>en</strong> werkgeleg<strong>en</strong>heid in de tweede helftvan de jar<strong>en</strong> tachtig, bleef het beroep op arbeidsongeschiktheidsregeling<strong>en</strong>,bijstandsregeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkloosheidsregeling<strong>en</strong> hoog. De oorzaak hiervan lag in de‘uitkeringsval’: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> te e<strong>en</strong>voudig uitkering blijv<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> nietgestimuleerd in het zoek<strong>en</strong> naar werk, omdat hier onvoldo<strong>en</strong>de aandacht aan werdbesteed binn<strong>en</strong> sociale regeling<strong>en</strong>. Vanaf eind jar<strong>en</strong> tachtig, begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig,verschoof daarom de nadruk van het betaalbaarheidsprobleem (kost<strong>en</strong>beheersing) naarhet beheersbaarheidsprobleem (volumebeperking <strong>en</strong> activering) van de socialezekerheid. Er kwam steeds meer aandacht voor de manier waarop sociale67


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011zekerheidsregeling<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> bestuurd <strong>en</strong> uitgevoerd. Deze periode wordt zodo<strong>en</strong>de debestuurlijk-institutionele herzi<strong>en</strong>ing van de sociale zekerheid g<strong>en</strong>oemd. Hierbij draaidehet om interv<strong>en</strong>ties in: het bestuur, de uitvoering, het toezicht <strong>en</strong> de institutionelevormgeving van verschill<strong>en</strong>de sociale zekerheidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. [Van Gestel, 2009: 20;SCP, 1998: 102-103; F<strong>en</strong>ger, 2003: 77-79] Voor de beschrijving van hervorming<strong>en</strong> in(het stelsel van) de sociale zekerheid is voornamelijk de reeks van afzonderlijkewetswijziging<strong>en</strong> belangrijk. Want op deze wijze werd onder kabinet-Lubbers-III (1989-1993) beheersmatig ingegrep<strong>en</strong> in de uitkeringsvoorwaard<strong>en</strong> van de sociale zekerheid:om het volume van het aantal uitkeringsontvangers te verlag<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> te stimuler<strong>en</strong> omvan uitkering<strong>en</strong> af te zi<strong>en</strong> (hier wordt later op in gegaan). Alhoewel de nadruk niet meerop kost<strong>en</strong>beheersing lag, werd er bijkomstig, niet geheel onbelangrijk, toch e<strong>en</strong>totaalbedrag van 20 miljard guld<strong>en</strong> minder gesp<strong>en</strong>deerd aan sociale zekerheid [SCP,1998: 435] Naast de behandeling van het sociale zekerheidsbeleid (wetswijziging<strong>en</strong>)word<strong>en</strong> ook maatschappelijke, private ontwikkeling<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> dergelijk voorbeeld in de private sfeer komt tot uitdrukking in de loop van de jar<strong>en</strong>neg<strong>en</strong>tig. In teg<strong>en</strong>stelling tot de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig, werd de vergrijzing steeds meer alsprobleem gepercipieerd door de werkzame bevolking. In lijn met deze opvatting moest<strong>en</strong>de VUT-regeling<strong>en</strong> (vervroegde uittreding) het ontgeld<strong>en</strong>; de regeling<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> steedsminder geaccepteerd door werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Immers, de werkzame bevolking bekostigde deVUT-regeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> zag deze kost<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong> door de groei<strong>en</strong>de vergrijzing. Zodo<strong>en</strong>desteeg het aantal prep<strong>en</strong>sio<strong>en</strong><strong>en</strong>, waarbij de recht<strong>en</strong> zelf opgebouwd moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Naast de VUT <strong>en</strong> het prep<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> werd het met de deeltijduittreding ook mogelijk omgedeeltelijk uit het arbeidsproces te tred<strong>en</strong>. [Vrooman, 2011: 363]In 1991 werd de Wet koppeling met afwijkingsmogelijkhed<strong>en</strong> (WKA) ingevoerd, waarmeede uitkering<strong>en</strong> deels werd<strong>en</strong> losgekoppeld van de loonontwikkeling tuss<strong>en</strong> 1992 <strong>en</strong> 1995.In deze periode heeft de WKA e<strong>en</strong> aandeel van 13% in de totale ombuiging van 20miljard guld<strong>en</strong> bewerkstelligd. [SCP, 1998: 435] In 1993 trad de Wet TerugdringingBeroep op de Arbeidsongeschiktheidsregeling<strong>en</strong> (TBA) in werking. Kabinet-Lubbers-IIIhad zich reeds in 1990 t<strong>en</strong> doel gesteld het aantal uitkeringsgerechtigd<strong>en</strong> te stabiliser<strong>en</strong>op het niveau van 1989: 758.000 uitkeringsjar<strong>en</strong>. Minister-presid<strong>en</strong>t Lubbers zouopstapp<strong>en</strong> als het aantal uitkeringsjar<strong>en</strong> hoger zou uitvall<strong>en</strong> dan 1 miljo<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s TerVeld (PvdA), lid van de regeringscoalitie, speelde de terugdringing van het aantalarbeidsongeschikt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol. Het aantal arbeidsongeschikt<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong>teruggedrong<strong>en</strong> met behulp van financiële stimulans<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> vorm kreeg in de Wetterugdringing arbeidsongeschiktheidsvolume (TAV). In e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>evaluatie werd de TAVonvoldo<strong>en</strong>de effectief bevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd daarom de TBA van kracht. Met de TBA werd<strong>en</strong>de toegangscriteria tot de WAO str<strong>en</strong>ger gemaakt. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> onder de 50 jaar werd<strong>en</strong>herbeoordeeld op grond van nieuwe WAO-criteria. De TBA resulteerde in e<strong>en</strong> tijdelijkedaling in het aantal uitkering<strong>en</strong>. Echter, in 1997 was er weer sprake van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame.E<strong>en</strong> daling in het aantal WAO-uitkering<strong>en</strong> werd pas zichtbaar na de invoering van de wet<strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> naar Arbeidsvermog<strong>en</strong> (WIA, 2006). In het kader van de WIA moest<strong>en</strong>m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> naar arbeidsvermog<strong>en</strong> zoveel mogelijk werk<strong>en</strong>, voordat zij e<strong>en</strong> beroep kond<strong>en</strong>do<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> uitkering. [SCP, 1998: 435; Vrooman, 2011: 365] De herzi<strong>en</strong>ing van dearbeidsongeschiktheidsregeling<strong>en</strong> werkte door tot in de regeringsperiode van kabinet-KokI <strong>en</strong> II. Met de komst van de Wet Premiediffer<strong>en</strong>tiatie <strong>en</strong> Marktwerking bijArbeidsongeschiktheidsverzekering<strong>en</strong> (Pemba, 1998) werd<strong>en</strong> werkgeversverantwoordelijk gesteld voor de bekostiging van WAO-uitkering<strong>en</strong>. [P<strong>en</strong>nings, 2006: 17]Ook de door kabinet-Lubbers III ingezette ziektewetherzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> doorwerking inde regeerperiode van kabinet-Kok I, II <strong>en</strong> kabinet-Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de I, II. Aanvankelijk werd deZW als zeer ruimhartige werknemersverzekering gepercipieerd. Zo bleek uit hetonderzoek ‘Culturele verandering<strong>en</strong> Nederland’ dat tuss<strong>en</strong> 1978 <strong>en</strong> 1993 de ZWverzekeringtoereik<strong>en</strong>d werd gevond<strong>en</strong> door meer dan 82% van de ondervraagd<strong>en</strong>. Na1993 nam de tevred<strong>en</strong>heid over de ZW-uitkering af, wat duidelijk zichtbaar werd in 1994<strong>en</strong> 1996. [SCP, 1998: 471] In 1994 moest<strong>en</strong> werkgevers de werknemersziekte zelfbekostig<strong>en</strong> in de eerste twee tot zes wek<strong>en</strong>. Met de komst van de Wet Uitbreiding68


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Loondoorbetalingsplicht bij ziekte (Wulbz, 1996) werd de ziektewetuitkering geheelgeprivatiseerd <strong>en</strong> moest<strong>en</strong> werkgevers het hele jaar de ziekte van werknemersbekostig<strong>en</strong>. In 2002 (kabinet-Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de I) kreg<strong>en</strong> werkgevers <strong>en</strong> werknemers meerverantwoordelijkheid voor de begeleiding van ziekteverzuim, zoals bepaald in de WetVerbetering Poortwachter (WVP). Met ingang van 2004 (kabinet-Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de II ) moest<strong>en</strong>werkgevers twee jaar het loon doorbetal<strong>en</strong> aan zieke werknemers, in plaats van één jaar.Tev<strong>en</strong>s mocht de werkgever niet meer het volledige loon betal<strong>en</strong>; louter e<strong>en</strong> deel (170%over beide jar<strong>en</strong> tezam<strong>en</strong>) van het loon werd uitgekeerd. [Vrooman, 2011: 365]In navolging van kabinet-Lubbers III wilde kabinet-Kok I (1994-1998) e<strong>en</strong> ‘activer<strong>en</strong>d’beleid nastrev<strong>en</strong>. Zodo<strong>en</strong>de moest<strong>en</strong> sociale zekerheidsuitkering<strong>en</strong> word<strong>en</strong> teruggebracht<strong>en</strong> kwam er meer nadruk op de begeleiding van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij het vind<strong>en</strong> van werk (‘actiefarbeidsmarktbeleid’). Met andere woord<strong>en</strong>: het stelsel van sociale zekerheid moest meeractiver<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, zodat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> geprikkeld om het stelsel te verlat<strong>en</strong>:uitkering<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> lager, toegang tot de sociale zekerheid werd bemoeilijkt <strong>en</strong>uitkeringsontvangers werd<strong>en</strong> meer begeleid bij het vind<strong>en</strong> van werk (re-integratie).[SCP, 1998: 102; Van Gestel, 2009: 20] Ondermeer door de re-integratie van werkloz<strong>en</strong><strong>en</strong> arbeidsongeschikt<strong>en</strong> liep<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van het actief arbeidsmarktbeleid hoog op.Tuss<strong>en</strong> 1985 <strong>en</strong> 2005 war<strong>en</strong> de uitgav<strong>en</strong> 2,5 maal zo hoog geword<strong>en</strong> (1,3% van hetBBP), bijvoorbeeld door re-integratietraject<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale activering. [Vrooman, 2011:366]. In het kader van e<strong>en</strong> terugtred<strong>en</strong>de overheid <strong>en</strong> meer marktwerking is deverantwoordelijkheid voor re-integratie medio jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig verschov<strong>en</strong> van deoverheid naar de sociale partners. Later, in de jar<strong>en</strong> nul, is de verantwoordelijkheid bij deoverheid (geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, UWV) <strong>en</strong> private re-integratiebureaus kom<strong>en</strong> te ligg<strong>en</strong>. [VanGestel, 2009: 9]In 1995 werd de kinderbijslagwet herzi<strong>en</strong>. De versobering van de kinderbijslag werdbeargum<strong>en</strong>teerd in het regeerakkoord door te wijz<strong>en</strong> op de krappere rijksbegroting <strong>en</strong> degrotere verantwoordelijkheid van burgers. In de oude situatie werd dekinderbijslaguitkering hoger, naarmate e<strong>en</strong> gezin meer kinder<strong>en</strong> telde. Vanaf 1995 isdeze ‘progressie van uitkeringshoogte’ afgeschaft voor kinder<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> na 1 januari1995. Tev<strong>en</strong>s zijn de oude normbedrag<strong>en</strong>, voor kinder<strong>en</strong> van 0-5 jaar, 6-11 jaar <strong>en</strong> 12-17 jaar, in de nieuwe situatie teruggebracht. [SCP, 1998: 439; Vrooman, 2011: 362]Tev<strong>en</strong>s werd in 1995 de WW herzi<strong>en</strong>. De eis<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> langdurige WW-uitkering werd<strong>en</strong>aangescherpt, waarbij de uitkeringsduur kon variër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> half jaar tot vijf jaar. Nadeze uitkeringsperiode kon aanspraak word<strong>en</strong> gemaakt op e<strong>en</strong> vervolguitkering vanmaximaal 2 jaar, teg<strong>en</strong> 70% van het minimum loon. E<strong>en</strong> uitzondering gold voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>van 57,5 jaar; die kond<strong>en</strong> tot hun 65e gebruikmak<strong>en</strong> van de vervolguitkering. De apartewerknemersverzekering<strong>en</strong> voor ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in 2001 (kabinet-Kok II) afgeschaft.Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s aanspraak mak<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> regulier WW-uitkering, inclusiefgunstige aanvulling. In 2003 (kabinet-Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de II) is de vervolguitkering van 1995weer afgeschaft. [Vrooman, 2011: 364]Vanaf 1995 werd ook de Organisatiewet sociale verzekering (OSV, 1952) herzi<strong>en</strong>. Na deaanbeveling van de parlem<strong>en</strong>taire-<strong>en</strong>quêtecommissie Buurmeijer werd de SocialeVerzekeringsraad (SVr) - werkgevers, vakbond<strong>en</strong>, kroonled<strong>en</strong> - vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong>onafhankelijk College van toezicht sociale verzekering<strong>en</strong> (Ctsv). De SVr hield toezicht opde bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> (van vakbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkgeversorganisaties), coördineerde desociale zekerheidsuitvoering <strong>en</strong> adviseerde de regering over wetstechnische zak<strong>en</strong>. Metde komst van het Ctsv werd de rol van sociale partners, c.q. bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>,teruggedrong<strong>en</strong> voor wat betreft de uitvoering van de sociale zekerheid. De socialepartners war<strong>en</strong> niet verteg<strong>en</strong>woordigd in het Ctsv <strong>en</strong> de uitvoeringstak<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>ondergebracht bij uitvoeringsinstelling<strong>en</strong> (uvi’s). In 1997 is de OSV wederom herzi<strong>en</strong>.Het nieuwe Landelijke instituut voor sociale verzekering<strong>en</strong> (Lisv) kreeg het totaletak<strong>en</strong>pakket van de bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s kreeg het Lisv de coördinatiefunctie dievoorhe<strong>en</strong> bij de SVr <strong>en</strong> de Federatie voor Bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> lag. [SCP, 1998: 457-458]69


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011In 1996 werd de Algem<strong>en</strong>e nabestaand<strong>en</strong>wet (ANW) ingevoerd. De ANW verving deAWW. Met de komst van de ANW werd<strong>en</strong> weduwnaars formeel uitkeringsgerechtigd,alhoewel de praktijk leert dat weduwnaars al sinds 1988 aanspraak kond<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> ope<strong>en</strong> uitkering. [SCP, 1998: 440] Tev<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> de voorwaard<strong>en</strong> voor d<strong>en</strong>abestaand<strong>en</strong>uitkering<strong>en</strong> str<strong>en</strong>ger. Alle<strong>en</strong> nabestaand<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> voor 1950, die e<strong>en</strong> kindverzorgd<strong>en</strong> of voor 45% arbeidsongeschikt war<strong>en</strong>, kond<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> uitkering.Verder zijn arbeidsinkomst<strong>en</strong> tot 50% van het minimumloon heffingsvrij. Het rester<strong>en</strong>debedrag bov<strong>en</strong> het minimumloon is voor e<strong>en</strong> derde heffingsvrij. Het inkom<strong>en</strong> uit andereuitkering<strong>en</strong> werd door de ANW in mindering gebracht. De hoogte van d<strong>en</strong>abestaand<strong>en</strong>uitkering met kinder<strong>en</strong> werd gelijkgetrokk<strong>en</strong> aan de bijstandsuitkering voore<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong>. Sinds de intrede van de ANW verviel het recht op uitkering niet alle<strong>en</strong>als m<strong>en</strong> hertrouwde, maar ook indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> ging sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>. In de periode 1990-1998is 1,3 miljard guld<strong>en</strong> bezuinigd binn<strong>en</strong> de ANW. [SCP, 1998: 440; Vrooman, 2011: 363-364]E<strong>en</strong> substantiële verandering deed zich voor in 1996 met de invoering van de nieuweAlgem<strong>en</strong>e Bijstandswet (nABW). Met de nAWB gold<strong>en</strong> nog maar drie nationaleinkom<strong>en</strong>snorm<strong>en</strong>: 50% van het minimumloon voor alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong>, 70% voore<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> 100% voor par<strong>en</strong>. Bijstandsontvangers moest<strong>en</strong> te immerbeschikbaar zijn voor betaald werk, behalve ouder<strong>en</strong> van 57,5+ <strong>en</strong> alle<strong>en</strong>staande oudersmet e<strong>en</strong> kind onder de 5 jaar. In 1998 is de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers(RWW) opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de ABW. Vanaf 2004 (kabinet-Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de II) werd de Wet werk<strong>en</strong> bijstand (WWB) ingevoerd, waarin de inkom<strong>en</strong>snorm<strong>en</strong> van 1996 vrijwel ongewijzigdblev<strong>en</strong>. Nieuw was dat ouder<strong>en</strong> (57,5+) ook verplicht war<strong>en</strong> om te solliciter<strong>en</strong>. Debelangrijkste verandering<strong>en</strong> van de WWB was organisatorisch van aard. Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>nam<strong>en</strong> meer financiële verantwoordelijkheid <strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> in ruil daarvoor meer vrijheid inde uitvoering van de WWB. [Thesaurus Zorg <strong>en</strong> Welzijn, 2011; Vrooman, 2011: 361]In 1998 lag de AAW niet meer in het verl<strong>en</strong>gde van de AOW door wet Pemba. Door dePemba war<strong>en</strong> werkgevers verantwoordelijk geword<strong>en</strong> voor de bekostiging van WAOuitkering<strong>en</strong>,terwijl de AAW nog werd bekostigd door de overheid. De verme<strong>en</strong>deindirecte discriminatie van vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> Wet Pemba hebb<strong>en</strong> er mede tot geleid dat deAAW in 1998 is afgeschaft. [P<strong>en</strong>nings, 2006: 17; Noordam, 2003: 34] Na 1998 werd<strong>en</strong>er voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die vanwege de AAW-afschaffing niet meerverzekerd war<strong>en</strong>. De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorzi<strong>en</strong>ing jonggehandicapt<strong>en</strong>(Wajong) voorzag m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> uitkering die reeds voor hun achtti<strong>en</strong>de lev<strong>en</strong>sjaararbeidsongeschikt war<strong>en</strong>. Voor zelfstandig<strong>en</strong> trad de Wetarbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandig<strong>en</strong> (WAZ) in werking. [P<strong>en</strong>nings, 2006: 18]Geconcludeerd kan word<strong>en</strong> dat veel sociale zekerheidsregeling<strong>en</strong> zijn herzi<strong>en</strong> in deperiode 1990–2005. In e<strong>en</strong> breder tijdsbestek (1985–2010) zijn zelfs alle regeling<strong>en</strong>gewijzigd. [Vrooman, 2011: 375] Reeds in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig werd<strong>en</strong> allerleiwijziging<strong>en</strong> doorgevoerd in de sociale zekerheid, door de kabinett<strong>en</strong>-D<strong>en</strong> Uyl, Van Agt I,II <strong>en</strong> Lubbers I, II (1973-1989). Deze wijziging<strong>en</strong> war<strong>en</strong> voornamelijk gericht opkost<strong>en</strong>beheersing vanuit e<strong>en</strong> zakelijke, economische optiek. Volg<strong>en</strong>s de typologie vanEsping-Anders<strong>en</strong> betrof de Nederlandse sociale zekerheid e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvorm vancorporatistische <strong>en</strong> sociaal-democratische modell<strong>en</strong>. Corporatistisch doordat het stelselgericht was op recht<strong>en</strong>/ inspraak voor bepaalde beroepsgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociaal-democratischgezi<strong>en</strong> het stelsel voorzag in e<strong>en</strong> uitgebreide minimum bescherming voor alleingezet<strong>en</strong><strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>leving. [Vrooman, 2011: 375; SCP, 2004: 316] In de jar<strong>en</strong>neg<strong>en</strong>tig toog de herzi<strong>en</strong>ing van sociale zekerheidsregeling<strong>en</strong> gestaag verder onder hetbewind van kabinet-Lubbers III <strong>en</strong> kabinet-Kok I (1994-1998). Echter, nu werd ditbewerkstelligd onder het motto van volumebeperking <strong>en</strong> pro e<strong>en</strong> ‘activer<strong>en</strong>d stelsel vansociale zekerheid’. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> gestimuleerd word<strong>en</strong> om van uitkering<strong>en</strong> af te zi<strong>en</strong><strong>en</strong> om (onder begeleiding) naar werk te zoek<strong>en</strong>. [SCP, 1998: 102; Van Gestel, 2009: 20]In sam<strong>en</strong>hang met volumebeperking <strong>en</strong> activering werd<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van marktwerking <strong>en</strong>privatisering in de sociale zekerheid geïntroduceerd. Daarmee werd<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>(werkgevers, werknemers, uitvoerders <strong>en</strong> uitkeringsontvangers) meer geconfronteerd70


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011met de kost<strong>en</strong> van sociale zekerheid. Analoog hieraan nam het belang in(bov<strong>en</strong>wettelijke) private sociale verzekering<strong>en</strong> toe. Vervolg<strong>en</strong>s vond e<strong>en</strong> reeks aanwetswijziging<strong>en</strong> plaats, in het bijzonder t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van ziekteverzuim (Wulbz),arbeidsongeschiktheid (Wet Pemba) <strong>en</strong> Re-integratie (terugtred<strong>en</strong>de overheid).[Caminada cs., 2003: 1] Was het stelsel van sociale zekerheid in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig/tachtig nog e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvorm van corporatistisch <strong>en</strong> sociaal-democratisch allooi, daarnawerd het vanaf de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig steeds meer e<strong>en</strong> magere variant van het laatste.[Vrooman, 2011: 375] Van <strong>en</strong>kele corporatistische aspect<strong>en</strong> was het stelsel ontdaan. Derol van de sociale partners, c.q. bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, in de uitvoeringsorganisatie vansociale zekerheid werd teruggedrong<strong>en</strong>. Eerst war<strong>en</strong> zij rechtstreeks verantwoordelijkvoor het bestuur van <strong>en</strong> toezicht op de werknemersverzekering<strong>en</strong>. Na ondermeer deOrganisatiewet sociale verzekering (OSV) werd deze rol beperkt tot advisering. Ook desociale zekerheidsregeling<strong>en</strong> zijn minder corporatistisch geword<strong>en</strong>: volksverzekering<strong>en</strong>zijn geringer gemaakt (mindering in kostwinnersbegunstig<strong>en</strong>de regeling<strong>en</strong>),nabestaand<strong>en</strong>uitkering<strong>en</strong> zijn beperkt <strong>en</strong> de kinderbijslag is bekort. [SCP, 2004: 23, 322]De afgezwakte sociaal-democratische dim<strong>en</strong>sie van de sociale zekerheid laat zichuitlegg<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> minder g<strong>en</strong>ereuze (voor wat betreft uitkeringsduur <strong>en</strong> –hoogte) versiet<strong>en</strong> opzichte van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig. [Vrooman, 2011: 375] ‘In de kom<strong>en</strong>dedec<strong>en</strong>nia zal het stelsel van sociale zekerheid naar verwachting wederom sterkverander<strong>en</strong> als gevolg van belangrijke maatschappelijke <strong>en</strong> economische tr<strong>en</strong>ds, zoalsvergrijzing, individualisering <strong>en</strong> internationalisering. Ook daardoor kunn<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijkeinkom<strong>en</strong>seffect<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal de inkom<strong>en</strong>sverdeling verander<strong>en</strong>’. [Als geciteerd inCaminada cs., 2003: 2]Actor<strong>en</strong>- Kabinet-D<strong>en</strong> Uyl- Kabinet-Van Agt I- Kabinet-Van Agt II- Kabinet-Van Agt II- Kabinet-Lubbers I- Kabinet-Lubbers II- Kabinet-Lubbers III- Kabinet-Kok I- Kabinet-Kok II- Kabinet-Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de I- Kabinet-Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de II- Minister-presid<strong>en</strong>t Lubbers- Ter Veld (PvdA)- Sociale partners/ Vakbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkgeversorganisaties/ Federatie voorBedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>- Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>- UWV- Private re-integratiebureaus- Landelijke instituut voor sociale verzekering<strong>en</strong> (Lisv)- Parlem<strong>en</strong>taire-<strong>en</strong>quêtecommissie Buurmeijer- Sociale Verzekeringsraad (SVr)- College van toezicht sociale verzekering<strong>en</strong> (Ctsv)Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur- Caminida, C.L.J. & Goudswaard, K.P., Verdeelde Zekerheid. De verdeling vanbat<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> van sociale zekerheid <strong>en</strong> p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong><strong>en</strong> (Goudswaard 2003).- F<strong>en</strong>ger, M., ‘Institutionele ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> dynamiek in het beleid voor werk <strong>en</strong>inkom<strong>en</strong>’ in: Honderd jaar Sociale Zekerheid in Nederland (Delft 2003).- Gestel, N. van, Beer, P. de. & Meer, M. van der., Het hervormingsmoeras van deverzorgingsstaat: verandering<strong>en</strong> in de organisatie van de sociale zekerheid(Amsterdam 2009).- P<strong>en</strong>nings, F.J.L., Nederlandse socialezekerheidsrecht in e<strong>en</strong> internationale context.Nummer 35 van Monografieën sociaal recht (Dev<strong>en</strong>ter 2006).71


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011- Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau, Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Rapport 1998. 25 jaarsociale verandering (Rijswijk 1998).- Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau, Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Rapport 2004. In het zichtvan de toekomst (D<strong>en</strong> Haag 2004)- Thesaurus Zorg <strong>en</strong> Welzijn, RWW(http://www.thesauruszorg<strong>en</strong>welzijn.nl/RWW.htm, geraadpleegd op 30 mei2011).- Thesaurus Zorg <strong>en</strong> Welzijn, Sociaal Minimum(http://www.thesauruszorg<strong>en</strong>welzijn.nl/sociaalminimum.htm, geraadpleegd op 30mei 2011).- Trommel, W.A., De herverdeelde sam<strong>en</strong>leving: de ontwikkeling <strong>en</strong> herzi<strong>en</strong>ing vande Nederlandse verzorgingsstaat (Amsterdam 1999).- Veld<strong>en</strong>, S. van der, ‘Geschied<strong>en</strong>is van de p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>svoorzi<strong>en</strong>ing in Nederland’(http://www.sp.nl/nieuws/spanning/200908/geschied<strong>en</strong>is_van_de_p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>ing_in_nederland.shtml (2009), geraadpleegd op 7 juni 2011).- Vergne, A.M., Praktijkgids Sociale Zekerheid (Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn 2009).- Vrooman, C., E<strong>en</strong> succesvolle gedaantewisseling? De hervorming van de socialezekerheid (D<strong>en</strong> Haag 2011).- Vrooman, C., Rules of Relief. Institutions of social security, and their impact (D<strong>en</strong>Haag 2009).- Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, De verzorgingsstaat herwog<strong>en</strong>.Over verzorg<strong>en</strong>, verzeker<strong>en</strong>, verheff<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbind<strong>en</strong> (Amsterdam 2006).72


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Hotspot 1 - Shellstaking (1979)Metatr<strong>en</strong>dsRelatie met- Domein Economie,- Tr<strong>en</strong>d Verandering<strong>en</strong> in de economie- Tr<strong>en</strong>d Verandering<strong>en</strong> bij de grote onderneming<strong>en</strong>- Hotspot Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar- Domein Economie, hotspot Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar (1982)Datering1979BeschrijvingBij Shell Nederland was nog nooit gestaakt voordat de werknemers na e<strong>en</strong> oproep vanindustriebond NVV in september 1979 de fabriek<strong>en</strong> bij Pernis <strong>en</strong> Moerdrijk platlegd<strong>en</strong>.Tijd<strong>en</strong>s de voorafgaande Cao-onderhandeling<strong>en</strong> had de roep om arbeidstijdverkorting <strong>en</strong>e<strong>en</strong> vijfploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st weinig gehoor gevond<strong>en</strong> bij de multinational. De vakbond<strong>en</strong> war<strong>en</strong>verdeeld. Waar het CNV uiteindelijk akkoord ging met e<strong>en</strong> uitbreiding van het aantalvakantiedag<strong>en</strong> bleef het NVV inzett<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> 35-urige werkweek <strong>en</strong> e<strong>en</strong>vijfploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st. Niet iedere<strong>en</strong> was voorstander van de staking. Het kwam op deCoolsingel in Rotterdam zelfs tot e<strong>en</strong> demonstratie teg<strong>en</strong> de staking. Het bedrijf verbrakde staking na vier dag<strong>en</strong> met geweld, waarop kritiek kwam in de media. Achteraf gaf e<strong>en</strong>stakingsleider aan dat de staking bij Shell e<strong>en</strong> symbolische waarde had omdat het bedrijfe<strong>en</strong> belangrijke plaats innam onder de werkgevers in de petrochemische industrie. E<strong>en</strong>deel van de stakingseis<strong>en</strong> is in de jar<strong>en</strong> na 1979 geleidelijk aan alsnog ingewilligd, to<strong>en</strong>vakbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkgeversorganisaties nader tot elkaar kwam<strong>en</strong>.Na de oliecrisis van 1973 riep<strong>en</strong> regering <strong>en</strong> olie-industrie op tot <strong>en</strong>ergiebespar<strong>en</strong>demaatregel<strong>en</strong>. Minister-presid<strong>en</strong>t D<strong>en</strong> Uyl drong er bij werkgevers <strong>en</strong> vakbond<strong>en</strong> op aane<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal akkoord te sluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> arbeidsonrust te voorkom<strong>en</strong>[Scheele 2]. Deindustriebond NVV liet echter e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>geluid hor<strong>en</strong>. Kaderled<strong>en</strong> van de bond in depetrochemische industrie ded<strong>en</strong> zelf onderzoek naar olievoorrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> metcijfers die afwek<strong>en</strong> van de officiële cijfers. [Nas] De voorrad<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> veel ruimer zijngeweest dan overheid <strong>en</strong> industrie beweerd<strong>en</strong>. De vakbond vermoedde dat de oliecrisiswerd gebruikt om de lon<strong>en</strong> te drukk<strong>en</strong>. De manier waarop de vakbond vervolg<strong>en</strong>s in depers de confrontatie zocht met werkgevers lijkt e<strong>en</strong> prelude voor de onrust die later in dejar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig volgde. [Rootlieb 2006] Aan het eind van dit dec<strong>en</strong>nium kwam<strong>en</strong> bond<strong>en</strong><strong>en</strong> werkgevers lijnrecht teg<strong>en</strong>over elkaar te staan in onderhandeling<strong>en</strong> over nieuwearbeidsvoorwaard<strong>en</strong> waarbij het er niet altijd ev<strong>en</strong> zachtzinnig aan toe ging.Op de achtergrond speelde de teruggang van de industriële sector in Nederland e<strong>en</strong> rol.De industrie bood veel werk maar zag zich aan het eind van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tiggeconfronteerd met conjuncturele problem<strong>en</strong>. Ook in de petrochemie was dit het geval.Er ontstond overcapaciteit <strong>en</strong> fabriek<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> hun poort<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>. [T<strong>en</strong> Hove 1993;48-51] De vakbond<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bang voor verlies van werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> zag<strong>en</strong> e<strong>en</strong>oplossing in arbeidsduurverkorting. Door e<strong>en</strong> kortere werkweek zoud<strong>en</strong> meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>aan het werk kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de industrievakbond NVV stond mede daarom dezog<strong>en</strong>aamde ‘vijfploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st’ vanaf 1972 hoog op het verlanglijstje. De to<strong>en</strong>tertijdgangbare vierploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st werd daarnaast gezi<strong>en</strong> als vermoei<strong>en</strong>d <strong>en</strong> lastig tecombiner<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> regulier sociaal lev<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> vijfploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st moest meer vrijeweek<strong>en</strong>ddag<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kortere werkweek garander<strong>en</strong>. In 1977 riep de bond succesvol optot staking<strong>en</strong> bij de petrochemische bedrijv<strong>en</strong> ICI <strong>en</strong> Cynamid. Hoewel deze niet bereidwar<strong>en</strong> de vijfploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st in te voer<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> er wel meer vrije week<strong>en</strong>ddag<strong>en</strong>beschikbaar. Toch was de vakbond niet tevred<strong>en</strong> <strong>en</strong> zij bleef de vijfploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stnastrev<strong>en</strong>. De NVV liet professor Trimbos van de Erasmus Universiteit e<strong>en</strong> onderzoekuitvoer<strong>en</strong> naar de medische <strong>en</strong> sociale gevolg<strong>en</strong> van de vierploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st van Shell in73


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Pernis. Shell liet wet<strong>en</strong> de opzet van het onderzoek niet objectief te vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> verboodhet invull<strong>en</strong> van Trimbos’ vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> onder werktijd. [Scheele 3]. De vijfploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stzou inzet zijn van CAO-onderhandeling<strong>en</strong> met Shell die in 1978 begonn<strong>en</strong>.De Cao-bespreking<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> door tot in 1979. Ondertuss<strong>en</strong> lekte e<strong>en</strong> werkgeversnota uitwaarin het VNO <strong>en</strong> de NCW hun led<strong>en</strong> opriep<strong>en</strong> niet toe te gev<strong>en</strong> aan de eis vanwerktijdverkorting. Dit was nu juist één van de eis<strong>en</strong> van de bond<strong>en</strong>. CNV <strong>en</strong> NVVvroeg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vijfploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st ter vervanging van de vierploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st, e<strong>en</strong> 35-urigewerkweek <strong>en</strong> nieuwe regels met betrekking tot veiligheid op de werkplaats. Shell’saanbod het aantal vakantiedag<strong>en</strong> te verhog<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> zij niet voldo<strong>en</strong>de. De bond<strong>en</strong>war<strong>en</strong> niet te sprek<strong>en</strong> over de in hun og<strong>en</strong> starre houding van Shell <strong>en</strong> begonn<strong>en</strong> overstak<strong>en</strong> te prat<strong>en</strong>. Zij steld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ultimatum dat op 21 september 1979 zou aflop<strong>en</strong>. Dedag voor het ultimatum afliep stelde Shell e<strong>en</strong> verdere uitbreiding van het aantalvakantiedag<strong>en</strong> voor, maar het bedrijf wilde niet prat<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> vijfploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st of e<strong>en</strong>35-urige werkweek. Beide bond<strong>en</strong> trad<strong>en</strong> in overleg met hun achterban. Verreweg hetgrootste deel van de geraadpleegde NVV-led<strong>en</strong> verwierp het voorstel van Shell maar bijhet CNV werd het voorstel met e<strong>en</strong> kleine meerderheid aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De industriebondNVV besloot vervolg<strong>en</strong>s om vanaf 24 september de fabriek<strong>en</strong> van Shell in Pernis stil telegg<strong>en</strong>.Er was niet eerder gestaakt bij Shell Nederland. Shell probeerde via verschill<strong>en</strong>dekanal<strong>en</strong> politieke steun te vind<strong>en</strong> voor politie-ingrijp<strong>en</strong> maar faalde hierin. [Rootlieb2006] Ondertuss<strong>en</strong> slot<strong>en</strong> werknemers van Shell Moerdijk zich bij de staking aan <strong>en</strong>legd<strong>en</strong> ook daar de fabriek<strong>en</strong> stil. De door Shell weer opgepakte onderhandeling<strong>en</strong>leidd<strong>en</strong> niet tot nieuwe resultat<strong>en</strong>. Shell besloot tot e<strong>en</strong> andere oplossing. Op donderdag27 september, drie dag<strong>en</strong> na het begin van de staking, organiseerde het bedrijf e<strong>en</strong>demonstratie teg<strong>en</strong> de staking op de Coolsingel in Rotterdam. Het zorgde ervoor dat e<strong>en</strong>groot deel van het personeel van het hoofdkantoor meeliep met de werkwillig<strong>en</strong> uitPernis <strong>en</strong> Moerdijk. Het organiser<strong>en</strong>de comité bood burgemeester Van der Louw e<strong>en</strong>petitie aan <strong>en</strong> riep de demonstrant<strong>en</strong> op naar Pernis te trekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar het op<strong>en</strong><strong>en</strong> vande poort<strong>en</strong> te eis<strong>en</strong>. Hoewel weinig<strong>en</strong> hier gehoor aan gav<strong>en</strong> slaagde Shell er toch in destaking te brek<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> groep werkwillig<strong>en</strong> verraste de stakers door van binn<strong>en</strong>uit depoort te bestorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> te op<strong>en</strong><strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s sommig<strong>en</strong> was dit e<strong>en</strong> knokploeg, ander<strong>en</strong>bewer<strong>en</strong> dat deze actie plaatsvond om gewelddadighed<strong>en</strong> te vermijd<strong>en</strong> [Scheele 1 <strong>en</strong>Gabriëls 1990; 209]. Hoe dan ook, de verraste stakingsleiding besloot tot terugtrekking<strong>en</strong> adviseerde de volg<strong>en</strong>de dag de staking af te brek<strong>en</strong>. In de pers versch<strong>en</strong><strong>en</strong> veelnegatieve reacties op het optred<strong>en</strong> van Shell. Achteraf zei één van de stakingsleiders hethard te hebb<strong>en</strong> will<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s de invloed van Shell op andere werkgevers. Na destaking, gaf hij aan, ‘liep<strong>en</strong> de werkgevers in de chemische industrie niet meervanzelfsprek<strong>en</strong>d achter Shell aan’ [Scheele 1]. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> deed e<strong>en</strong> vorm vanvijfploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st al snel zijn intrede bij Shell [Blom 2002; 259-260].In 1982 werd het Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar geslot<strong>en</strong> waarin de vakbond<strong>en</strong> instemd<strong>en</strong> metloonmatiging in ruil voor arbeidstijdverkorting. Halverwege de jar<strong>en</strong> tachtig herstelde deindustriële sector zich, onder andere door e<strong>en</strong> stijging van de arbeidsproductiviteit. Devakbond NVV had in 1979 flink van zich afgebet<strong>en</strong> <strong>en</strong> zag e<strong>en</strong> deel van haar eis<strong>en</strong>ingewilligd. In de jar<strong>en</strong> tachtig daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> werkgevers <strong>en</strong> werknemers minderde confrontatie <strong>en</strong> meer de cons<strong>en</strong>sus zoek<strong>en</strong>. Het poldermodel deed zijn intrede. DeShellstaking van 1979, waar e<strong>en</strong> grootschalig productieproces geheel werd stilgelegd omvakbondseis<strong>en</strong> kracht bij te zett<strong>en</strong>, kan als e<strong>en</strong> overgang word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> naar nieuweverhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werkgevers <strong>en</strong> werknemers.Actor<strong>en</strong>- Industriebond NVV (nu: FNV)- Industriebond CNV- Shell Nederland- Petrochemische industrie Rijnmond, bv ICI <strong>en</strong> Cynamid- Professor C.J. Trimbos (1920-1988)74


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011- Instituut voor prev<strong>en</strong>tieve <strong>en</strong> sociale psychiatrie, Erasmus Universiteit Rotterdam- VNO- NCWBronn<strong>en</strong>- I. Blom, Honderd jaar Shell Pernis (Rotterdam 2002).- H. Gabriëls, Koninklijke Olie: de eerste honderd jaar 1890-1990 (D<strong>en</strong> Haag 1990).- J. t<strong>en</strong> Hove, Delfstoff<strong>en</strong>winning <strong>en</strong> chemische industrie (Amsterdam 1993).- D. Nas, ABC (2001) http://www.vakbondshistorie.nl/abc.html geraadpleegdop 18 juni 2011.- J. Rootlieb, De staking bij Shell in 1979 (2006)http://www.vakbondshistorie.nl/staking_bij_shell_1979.htmlgeraadpleegd op 18 juni 2011.- P. Scheele, Staking bij Shell (z.j.1)http://www.fnv.net/host/industriebond/shellstaking.html, geraadpleegd op 17 juni2011.- P. Scheele, Olieboycot (z.j. 2)http://www.fnvbondg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>.net/host/industriebond/olieboycot.html,geraadpleegd op 18 juni 2011.- p. Scheele, 5-ploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st (z.j.3)http://www.fnvbondg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>.net/host/industriebond/ploeg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st.htmlgeraadpleegd op 18 juni 2011.75


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Hotspot 2 - Het akkoord van Wass<strong>en</strong>aar (1982)Metatr<strong>en</strong>ds- Verzakelijking- Herschikking van institutionele verband<strong>en</strong> <strong>en</strong> structur<strong>en</strong>- WelvaartsgroeiRelatie met- Domein <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>- Domein Politiek <strong>en</strong> Bestuur- Tr<strong>en</strong>d: Van groei naar krimp in de publieke sector- Tr<strong>en</strong>d: De sanering van de verzorgingsstaat- Tr<strong>en</strong>d: De rijksoverheid: van speler naar ondersteunerDatering24 november 1982BeschrijvingOp 24 november 1982 is het Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar geslot<strong>en</strong>. De eig<strong>en</strong>lijke titel van hetakkoord is “c<strong>en</strong>trale aanbeveling<strong>en</strong> inzake aspect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> werkgeleg<strong>en</strong>heidsbeleid”.Het akkoord betrof beleidsint<strong>en</strong>ties – voornamelijk rondom loonmatiging <strong>en</strong>arbeidstijdverkorting - die het hoofd moest<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> aan de hoge werkloosheid. Devoorzitters van c<strong>en</strong>trale werkgevers- <strong>en</strong> werknemersorganisaties (‘de sociale partners’),verteg<strong>en</strong>woordigd in het bestuur van het overlegorgaan Stichting van de Arbeid, kwam<strong>en</strong>tot overe<strong>en</strong>stemming t<strong>en</strong> tijde van e<strong>en</strong> heftige economische crisis. [CBS, 2007; SCP,1998: 389; Stichting van de Arbeid, 1982]In de ‘goud<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> zestig’ steeg de Nederlandse welvaart gestaag. In deze periodeheerste de opvatting dat aanzi<strong>en</strong>lijke werkloosheid was uitgebann<strong>en</strong>. Voortsinterv<strong>en</strong>ieerde de overheid (o.a. kabinett<strong>en</strong> De Quay, Marijn<strong>en</strong>, De Jong) met behulp vanKeynesiaanse beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om economische ontwikkeling<strong>en</strong> in goede ban<strong>en</strong> teleid<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> dacht dat de situatie van volledige werkgeleg<strong>en</strong>heid zo goed als bereikt was.Daarom lag de focus op andere doel<strong>en</strong>, zoals kwaliteitsverbetering van arbeid <strong>en</strong>uitbreiding van collectieve di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing. [Nederlandse Grondwet, 2011 a ; SCP, 1998:383-385]In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig deed de eerste oliecrisis (1973) zijn intrede. Als gevolg hiervanverdubbelde de werkloosheid van 100.000 naar 200.000 werkloz<strong>en</strong> <strong>en</strong> kreegwerkloosheidsbestrijding e<strong>en</strong> hoge prioriteit van kabinet-D<strong>en</strong> Uyl. Dewerkloosheidsomvang moest word<strong>en</strong> teruggedrong<strong>en</strong> met behulp vanoverheidsmaatregel<strong>en</strong>: stimulering van de effectieve vraag, werkgeleg<strong>en</strong>heidsuitbreidingin de collectieve sector <strong>en</strong> steunverl<strong>en</strong>ing aan in nood verker<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong>. Door dezemaatregel<strong>en</strong> war<strong>en</strong> in 1976 de begrotingstekort<strong>en</strong> opgelop<strong>en</strong>, terwijl de werkloosheidnog steeds op het oude niveau van 200.000 werkloz<strong>en</strong> lag. Na de nota van ministerDuis<strong>en</strong>berg (Financiën) moest er e<strong>en</strong> einde kom<strong>en</strong> aan de oplop<strong>en</strong>de begrotingstekort<strong>en</strong>.Hierin was opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de collectieve uitgav<strong>en</strong> jaarlijks mocht<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> metmaximaal 1% van het nationaal inkom<strong>en</strong>. In 1979 volgde de tweede oliecrisis met e<strong>en</strong>diepe economische recessie als gevolg. De totstandkoming van e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal akkoordtuss<strong>en</strong> sociale partners mislukte in dat jaar, omdat de Voedingsbond FNV niet akkoordging met e<strong>en</strong> maximale loonstijging. [SCP, 1998: 383-385] FNV was van m<strong>en</strong>ing dat devakbond<strong>en</strong> al teveel concessies hadd<strong>en</strong> gedaan. [De Beer, 2004: 1]In de jar<strong>en</strong> tachtig sloeg kabinet-Lubbers I e<strong>en</strong> andere weg in bij het strev<strong>en</strong> naar herstelvan werkgeleg<strong>en</strong>heid. Het Keynesiaanse stimuleringsbeleid van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig werdverwisseld voor e<strong>en</strong> ‘no-nons<strong>en</strong>sebeleid’: e<strong>en</strong> periode van bezuiniging<strong>en</strong> opoverheidsuitgav<strong>en</strong> werd ingezet. De overheid ging voortaan e<strong>en</strong> kaderstell<strong>en</strong>de rolvervull<strong>en</strong> waarbij de marktsector werd geacht het herstel van werkgeleg<strong>en</strong>heid te76


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>. Kortom: meer markt, minder overheid. Direct na aantred<strong>en</strong>waarschuwde Kabinet-Lubbers I dat er e<strong>en</strong> loonstop zou volg<strong>en</strong> als de werkgevers- <strong>en</strong>werknemersorganisaties niet tot overe<strong>en</strong>stemming kond<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> gematigdeloonontwikkeling. Loonmatiging werd verondersteld te resulter<strong>en</strong> in: ban<strong>en</strong>groei, hetherstel van r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het bedrijfslev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de afremming van dearbeidskrachtvervanging door technologie. De slechte werkgeleg<strong>en</strong>heidssituatie <strong>en</strong> dewaarschuwing van Kabinet-Lubbers I hebb<strong>en</strong> geleid tot het Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar.[SCP, 1998: 389]Het Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar is e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale werkgevers- <strong>en</strong>werknemersorganisaties. ‘Wass<strong>en</strong>aar’ verwijst naar de locatie waar de sociale partnerstot overe<strong>en</strong>stemming zijn gekom<strong>en</strong>: de Wass<strong>en</strong>aarse villa van Chris van Ve<strong>en</strong> (voorzittervan de Ver<strong>en</strong>iging van Nederlandse Onderneming<strong>en</strong>). Het akkoord telt formeel slechtsdrie pagina’s <strong>en</strong> bevat voornamelijk het uitgangspunt om de hoge werkloosheid tebestrijd<strong>en</strong>, met daaraan gehechte aanbeveling<strong>en</strong> <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong>. De aanbeveling<strong>en</strong> war<strong>en</strong>kaderstell<strong>en</strong>d voor de ontwikkeling van e<strong>en</strong> meerjar<strong>en</strong>plan (beleid) om dewerkgeleg<strong>en</strong>heid te verbeter<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> veronderstelde dat de verbetering vanwerkgeleg<strong>en</strong>heid gepaard zou gaan met economische groei. Bij de ontwikkeling van hetmeerjar<strong>en</strong>plan moest voorts rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> stabiel prijspeil <strong>en</strong> deversterking van concurr<strong>en</strong>tiekracht van onderneming<strong>en</strong>. Ook moest aandacht word<strong>en</strong>besteed aan het gelijkmatiger verdel<strong>en</strong> van arbeidsplaats<strong>en</strong> (werk) onder deberoepsbevolking. D<strong>en</strong>k hierbij aan te nem<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> als arbeidsduurverkorting,deeltijdarbeid <strong>en</strong> bestrijding van jeugdwerkloosheid. Zodo<strong>en</strong>de moest hetmeerjar<strong>en</strong>beleid in 1983 e<strong>en</strong> reële aanzet te krijg<strong>en</strong>. Het akkoord werd afgerond met drieafsprak<strong>en</strong> voor CAO-partij<strong>en</strong>: spoedig voorwaard<strong>en</strong> creër<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> meerjar<strong>en</strong>beleid terealiser<strong>en</strong>, (2) overlegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> adviser<strong>en</strong> aangaande de verdeling van arbeidsplaats<strong>en</strong>, (3)het start<strong>en</strong> van CAO-onderhandeling<strong>en</strong> in 1983 <strong>en</strong> het kabinet hiervan op de hoogtehoud<strong>en</strong>. Vooral de laatste afspraak is opmerkelijk: voor 1982 war<strong>en</strong> CAO-partij<strong>en</strong> nietbevoegd om op CAO-niveau (collectief niveau) te onderhandel<strong>en</strong>. Voorhe<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> deonderhandeling<strong>en</strong> op c<strong>en</strong>traal niveau plaats tuss<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigers van deoverkoepel<strong>en</strong>de organisaties van werkgevers <strong>en</strong> werknemers. Op c<strong>en</strong>traal niveau wordtvaak overlegd, tuss<strong>en</strong> sociale partners én de overheid, over te mak<strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong>betreff<strong>en</strong>de de gehele economie of sector<strong>en</strong> daarvan. [Stichting van de Arbeid, 1982]Het Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar was e<strong>en</strong> keerpunt in de Nederlandse arbeidsverhouding<strong>en</strong><strong>en</strong> het economisch beleid. Zowel werkgevers als werknemers raakt<strong>en</strong> doordrong<strong>en</strong> vanhet feit dat sam<strong>en</strong>werking e<strong>en</strong> voorwaarde was voor economisch herstel. Sindsdi<strong>en</strong> wordthet Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar als het begin van het ‘poldermodel’ (Nederlandsecons<strong>en</strong>suspolitiek) aangewez<strong>en</strong>; vanwege het compromis tuss<strong>en</strong> werkgevers- <strong>en</strong>werknemersorganisaties. In 1982 werd het arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>overleg feitelijkgedec<strong>en</strong>traliseerd <strong>en</strong> kwam het terecht bij onderneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijfstakk<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>skreeg het bedrijfslev<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>ning voor haar bijdrage aan de economische groei <strong>en</strong> werdde kunstmatige beperking van bedrijfsr<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opgehev<strong>en</strong> door de overheid; meermarkt, minder overheid. Voorts werd met het akkoord e<strong>en</strong> lange periode vanloonmatiging ingezet. Vanaf 1984 was er weer sprake van economische groei. Deloonmatiging bracht e<strong>en</strong> kettingreactie teweeg. De arbeidskost<strong>en</strong> war<strong>en</strong> gedaald <strong>en</strong> hetnationaal inkom<strong>en</strong> steeg. De winst nam toe waardoor er meer werd geïnvesteerd, watresulteerde in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de werkgeleg<strong>en</strong>heid. Echter, de werkloosheidsomvang daald<strong>en</strong>auwelijks, omdat de nieuwe arbeidsplaats<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> bezet door schoolverlaters <strong>en</strong>toetred<strong>en</strong>de vrouw<strong>en</strong>. Ondanks deze gelijke werkloosheidsomvang, werd<strong>en</strong> de doel<strong>en</strong>van het akkoord van Wass<strong>en</strong>aar gedeeltelijk behaald: de jeugdwerkloosheid wasteruggedrong<strong>en</strong> <strong>en</strong> er war<strong>en</strong> deeltijdban<strong>en</strong> gecreëerd. Afgezi<strong>en</strong> van de positievegevolg<strong>en</strong> van het Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar, is er onrust tijd<strong>en</strong>s <strong>en</strong> na de periode waarinhet akkoord tot stand komt. De inkom<strong>en</strong>s van ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitkeringsgerechtigd<strong>en</strong>word<strong>en</strong> met drie proc<strong>en</strong>t verlaagd. Er kom<strong>en</strong> massale demonstraties <strong>en</strong> staking<strong>en</strong>waarbij minister Rietkerk (Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong>) het doelwit is. Op het Binn<strong>en</strong>hof stapeltvuilnis zich dag<strong>en</strong> lang op <strong>en</strong> spuit de brandweer alles nat. De ‘pijn’ van ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>wordt <strong>en</strong>igszins verzacht door de tegemoetkoming van het akkoord: de ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>77


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 38-urige werkweek. [SCP, 1998: 429-430; Van d<strong>en</strong> Braak, 2002: 53;Nederlandse Grondwet, 2011b]Actor<strong>en</strong>- <strong>Werk</strong>gevers- <strong>en</strong> werknemersorganisaties:- Verbond van Nederlandse Onderneming<strong>en</strong> (C. van Ve<strong>en</strong>)- Nederlands Christelijk <strong>Werk</strong>geversverbond (S.J. van Eijkel<strong>en</strong>burg)- Koninklijk Nederlands Ondernemersverbond (W. Perquin)- Nederlands Christelijk Ondernemersverbond (S. V<strong>en</strong>inga)- Katholieke Nederlandse Boer<strong>en</strong>- <strong>en</strong> Tuindersbond, mede nam<strong>en</strong>s: KoninklijkNederlands- Landbouw Comité, Nederlandse Christelijke Boer<strong>en</strong>- <strong>en</strong> Tuindersbond (drs. J.J.Schout<strong>en</strong>)- Federatie Nederlandse Vakbeweging (W. Kok)- Christelijk <strong>Nationaal</strong> Vakverbond in Nederland (H. van der Meul<strong>en</strong>)- Vakc<strong>en</strong>trale voor Middelbaar <strong>en</strong> Hoger Personeel (drs. H. van der Schalie)- Voedingsbond FNV- Kabinet-De Quay 1959-1963- Kabinet-Marijn<strong>en</strong> 1963-1965- Kabinet-De Jong 1967-1971- Kabinet-D<strong>en</strong> Uyl 1973-1977- Kabinet-Van Agt II 1981-1982- kabinet-Lubbers I 1982-1986- Minister Duis<strong>en</strong>berg, Financiën- Koos Rietkerk, Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong>- C<strong>en</strong>traal Planbureau (CBP)- Sociaal-Economische Raad (SER)Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur- ‘Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar keerpunt op de arbeidsmarkt’, in: Webmagazine CBS, 21november 2007 (http://www.cbs.nl/nl-NL/m<strong>en</strong>u/themas/macroeconomie/publicaties/artikel<strong>en</strong>/archief/2007/2007-2321-wm.htm,geraadpleegdop 16 maart 2011).- Beer, P. de, ‘Conflict of cons<strong>en</strong>sus: het nut van het poldermodel’, in: Spui 16,(2004) 3, 20-21 (www.pauldebeer.nl/docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>/artikel<strong>en</strong>/Spui%2016.doc,geraadpleegd op 28 april 2011).- Braak, J-W. van d<strong>en</strong>, ‘Afscheid van vooroorlogse g<strong>en</strong>eraties’, in: ibidem, ‘Keerpunt’82’. Enkele herinnering<strong>en</strong> aan het VNO <strong>en</strong> de crisistijd 1977-1982 (Ass<strong>en</strong> 2002).- Nederlandse Grondwet, ‘Poldermodel’(http://www.d<strong>en</strong>ederlandsegrondwet.nl/9353000/1/j9vvihlf299q0sr/vhnnmt7jpb00, geraadpleegd op 16 maart 2011b)- Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau, Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Rapport 1998. 25 jaarsociale verandering (Rijswijk 1998).- Nederlandse Grondwet, ‘Staatkundige vernieuwing in de jar<strong>en</strong> zestig’(http://www.d<strong>en</strong>ederlandsegrondwet.nl/9353000/1/j9vvihlf299q0sr/vh8lnhrq7ybe, geraadpleegd op 16 maart 2011a)- Stichting van de Arbeid, C<strong>en</strong>trale aanbeveling<strong>en</strong> inzake aspect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>werkgeleg<strong>en</strong>heidsbeleid (D<strong>en</strong> Haag, 24 november 1982).78


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Hotspot 3 - Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>staking (1983)Metatr<strong>en</strong>ds- Emancipatie <strong>en</strong> Participatie- MedialiseringRelatie met- <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>: Conjunctuur, welvaartsontwikkeling <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>sbeleving- <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>: De rol <strong>en</strong> opstelling van sociale partners <strong>en</strong> overheid- Politiek <strong>en</strong> Bestuur: Ambt<strong>en</strong>arijDateringHerfst 1983BeschrijvingIn de herfst van 1983 liep<strong>en</strong> de gemoeder<strong>en</strong> hoog op in Nederland, doordat ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>in het gehele land <strong>en</strong> in elke sector hun werk neerlegd<strong>en</strong> of over ging<strong>en</strong> totstiptheidsacties. Hierdoor werd bijvoorbeeld de post gedur<strong>en</strong>de ruim twee maand<strong>en</strong>onregelmatig tot niet bezorgd <strong>en</strong> lag<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de grote sted<strong>en</strong> metershoge stapelshuisvuil.Vanaf de oliecrises van 1973 <strong>en</strong> 1979 nam de werkloosheid in Nederland fors toe. Daarkwam bij dat er vanaf 1979 e<strong>en</strong> ontwikkeling zichtbaar werd waarbij hetambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat in teg<strong>en</strong>stelling tot de private sector <strong>en</strong>orm groeide, waardoor dekost<strong>en</strong> voor de overheid steg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bat<strong>en</strong> afnam<strong>en</strong>. Om de groei<strong>en</strong>de overheidskost<strong>en</strong>het hoofd te kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>, voelde het Kabinet Lubbers-Van Aard<strong>en</strong>ne zich g<strong>en</strong>oodzaaktom e<strong>en</strong> groot deel van de 5,5 miljard guld<strong>en</strong> aan bezuinig<strong>en</strong> te behal<strong>en</strong> bij deambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> zelf. Om die red<strong>en</strong> kwam er in sam<strong>en</strong>spraak met de fractievoorzitters van deTweede Kamer e<strong>en</strong> plan op tafel, waarbij alle ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> drieëne<strong>en</strong>half proc<strong>en</strong>t van hunloon in moest<strong>en</strong> lever<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de troonrede van 1983 de plann<strong>en</strong> naar buit<strong>en</strong>werd<strong>en</strong> gebracht, ontstond er e<strong>en</strong> storm van protest onder de 700.000 ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> inNederland. [Andere Tijd<strong>en</strong>, 2004-2005]De ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>staking van 1983 vond plaats van midd<strong>en</strong> oktober tot midd<strong>en</strong> november.De kracht <strong>en</strong> omvang van de acties nam<strong>en</strong> in de loop van november echter toe. Op 5oktober 1983 vond er e<strong>en</strong> eerste overleg plaats tuss<strong>en</strong> het kabinet <strong>en</strong> de vakbond<strong>en</strong>,maar nadat de vakbond<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> dat de minister van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> niet voorcompromiss<strong>en</strong> op<strong>en</strong>stond, werd het overleg vroegtijdig afgebrok<strong>en</strong>. Dit resulteerde in deeerste acties. Zo ging het staatsbedrijf de PTT over tot werkonderbreking<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> erin verschill<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong> stiptheidsacties gehoud<strong>en</strong> (acties waarbij alle mogelijkhed<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het kader van regels <strong>en</strong> wett<strong>en</strong> optimaal word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut om actie te voer<strong>en</strong>). Op 1november 1983 gebeurde er iets opzi<strong>en</strong>bar<strong>en</strong>ds: minister-presid<strong>en</strong>t Lubbers gaf e<strong>en</strong> livepersconfer<strong>en</strong>tie op het acht uur journaal waarin hij aangaf, bereid te zijn om desalariskorting te verminder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> half proc<strong>en</strong>t (3,5 naar 3 proc<strong>en</strong>t). Dezee<strong>en</strong>mansactie, zoals achteraf bleek, had echter ge<strong>en</strong> steun van de minister vanBinn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> de vakbond<strong>en</strong> het e<strong>en</strong> weinigzegg<strong>en</strong>dehandreiking naar de ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. Om die red<strong>en</strong> liep het tweede overleg, op 2 november,wederom op niets uit. [Andere Tijd<strong>en</strong>, 2004-2005; Albers e.a., 1983: 27-32]Op dezelfde dag nog riep de voorman van de ABVA/KABO op tot e<strong>en</strong> ‘allesomvatt<strong>en</strong>demaatschappelijke ontwrichting’ om Nederland te lat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat er overal in Nederlandambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong>. [Andere Tijd<strong>en</strong>, 2004-2005] In België was nog ge<strong>en</strong> twee maand<strong>en</strong>eerder e<strong>en</strong>zelfde soort staking gehoud<strong>en</strong> in reactie op e<strong>en</strong> aangekondigde salariskortingvan drie tot vijf proc<strong>en</strong>t. Daarbij hadd<strong>en</strong> alle ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> gestaakt, inclusief werknemersop vliegveld<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Antwerpse hav<strong>en</strong>. [Broertjes <strong>en</strong> Joustra, 1984: 12] Maar integ<strong>en</strong>stelling tot België was in Nederland nog niet eerder op zo’n grote schaalactiegevoerd. Begin november voerd<strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van allerlei instelling<strong>en</strong> actie, zoals79


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011de PTT, de politie, het op<strong>en</strong>baar vervoer, de reinigingsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> zelfs de douane. Bij dePTT werd<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong> diverse acties gehoud<strong>en</strong>, die gemiddeld vijfti<strong>en</strong> dag<strong>en</strong>duurd<strong>en</strong>. De reinigingsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> in ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> sted<strong>en</strong> legd<strong>en</strong> gemiddeld meer dan zev<strong>en</strong>dag<strong>en</strong> de werkzaamhed<strong>en</strong> neer. [Rietveld, 1983: 398-399]De acties hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote impact op de Nederlandse midd<strong>en</strong>stand. Zo kond<strong>en</strong>winkeliers ge<strong>en</strong> pakkett<strong>en</strong> meer verz<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, verlor<strong>en</strong> exporteurs hun klant<strong>en</strong> aan hetbuit<strong>en</strong>land <strong>en</strong> was er ge<strong>en</strong> mogelijkheid voor klant<strong>en</strong> om met het op<strong>en</strong>baar vervoer naarde winkelc<strong>en</strong>tra van de grote sted<strong>en</strong> te gaan. Hier kwam nog bij dat Sinterklaas <strong>en</strong> Kerstvoor de deur stond<strong>en</strong>, waardoor de tijd begon te dring<strong>en</strong>. Om de ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> weer aanhet werk te krijg<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> in totaal twaalf kort geding<strong>en</strong> aangespann<strong>en</strong>, met wissel<strong>en</strong>dresultaat. Zo moest<strong>en</strong> de politieag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> weer aan het werk, maar kreg<strong>en</strong> bij de NS juistde werknemers gelijk van de rechter. Bij het tweede kort geding van de NederlandseOrganisatie voor Tijdschriftuitgevers (NOTU) gaf de rechter op 11 november hetuitzonderlijke bevel aan de regering <strong>en</strong> de vakbond<strong>en</strong> om weer aan tafel te gaan zitt<strong>en</strong>.Om die red<strong>en</strong> werd er zelfs e<strong>en</strong> speciaal debat in de Tweede Kamer georganiseerd,waarbij de Tweede Kamerled<strong>en</strong> echter niet van standpunt veranderde. In navolging vande eerder overlegg<strong>en</strong>, mislukte ook het derde overleg. In reactie hierop besloot derechter op 25 november om de staking<strong>en</strong> te verbied<strong>en</strong>, omdat de schade onev<strong>en</strong>redigto<strong>en</strong>am. De ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> weliswaar het recht om te stak<strong>en</strong>, maar niet om diestaking ook te winn<strong>en</strong>. [Andere Tijd<strong>en</strong>, 2004-2005] Hiermee bood de rechter alle partij<strong>en</strong>de mogelijkheid om met opgehev<strong>en</strong> hoofd het strijdperk te verlat<strong>en</strong>. De regering voerdede salariskorting ongewijzigd door, de midd<strong>en</strong>stand werd verlost van de acties, maar devakbond<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> hun punt mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> definitief het stakingrecht voorambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong>.Actor<strong>en</strong>- Koos Rietveld- Jaap van der Scheur- ABVAKABO, FNV- CNV- Ministerie van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong>- Tweede Kamer- PTT- NS- Douane- Reinigingsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>- Ruud Lubbers- Rechtbank d<strong>en</strong> Haag (mr. M. Wijnholt)- Politie- Brandweer- De Nederlandse Organisatie voor Tijdschriftuitgevers (NOTU)Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur- ‘Van de Scheur leerde de ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> stak<strong>en</strong>’, De Volkskrant, 3 januari 2003.- Andere Tijd<strong>en</strong>, ‘Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>staking 1983’, 2004-2005(http://www.geschied<strong>en</strong>is24.nl/andere-tijd<strong>en</strong>/aflevering<strong>en</strong>/2004-2005/Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>staking-1983.html, laatst geraadpleegd 30 mei 2011).- Rietveld, Jan, ABVAKABO. De herfstacties van 1983 (Zoetermeer 1984).- Albert, O., W.S.P. Fortuijn, A.Ph.C.M. Jaspers, T. van Peijpe, <strong>en</strong> A. Schellart, Deambternar<strong>en</strong>staking<strong>en</strong>. Gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> in kort geding (Dev<strong>en</strong>ter 1983).- Broertjes, Pieter <strong>en</strong> Ar<strong>en</strong>do Joustra, Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> in actie. Reportage van e<strong>en</strong>Hollandse herfst (Amsterdam 1984).80


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Hotspot 4 - PTT-verhuizing naar Groning<strong>en</strong>Metatr<strong>en</strong>dsEmancipatie <strong>en</strong> participatieRelatie met- Domein: <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>; Economie; Politiek <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur- Tr<strong>en</strong>d: Verandering<strong>en</strong> in de conjunctuur <strong>en</strong> in de structuur van de economie- Tr<strong>en</strong>d: De rijksoverheid: van speler naar ondersteuner- Tr<strong>en</strong>d: Naar e<strong>en</strong> kleinere <strong>en</strong> efficiënte rijksoverheid: privatisering,verzelfstandiging <strong>en</strong> op afstand plaats<strong>en</strong> van overheidsonderdel<strong>en</strong>Datering1984BeschrijvingIn november 1974 vond op het Binn<strong>en</strong>hof e<strong>en</strong> protestactie plaats van ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van dePTT. Tuss<strong>en</strong> de 4.000 <strong>en</strong> 5.000 PTT’ers war<strong>en</strong> naar D<strong>en</strong> Haag gekom<strong>en</strong> om teprotester<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de verhuizing van de C<strong>en</strong>trale Directie <strong>en</strong> andere onderdel<strong>en</strong> van dePTT naar Groning<strong>en</strong>. De verhuizing vond plaats in het kader van de spreiding vanrijksdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> over het land. Ondanks de protest<strong>en</strong> ging de verhuizing van de PTT vanD<strong>en</strong> Haag naar Groning<strong>en</strong> door. Tuss<strong>en</strong> 1984 <strong>en</strong> 1993 werd<strong>en</strong> ongeveer 2.200hoogwaardige functies overgeplaatst vanuit de Randstad naar het noord<strong>en</strong> van het land.De PTT was niet de <strong>en</strong>ige rijksdi<strong>en</strong>st die verhuisd werd naar perifere regio’s. In de jar<strong>en</strong>zestig werd reeds e<strong>en</strong> aanvang gemaakt met de spreiding van rijksdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, maar deeerste aanzet tot het relocatiebeleid was het verschijn<strong>en</strong> van de nota De ontwikkelingvan de Haagse agglomeratie <strong>en</strong> de afremming van de groei van de kantor<strong>en</strong>sector(Nota’72) [Teeuwisse, 1983: 294] Het teg<strong>en</strong>gaan van congestie in het West<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetverminder<strong>en</strong> van de spanning<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt aldaar war<strong>en</strong> in eerste instantie dered<strong>en</strong><strong>en</strong> om rijksdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te verplaats<strong>en</strong> uit de Randstad. De conc<strong>en</strong>tratie vaneconomische activiteit<strong>en</strong> in de Randstad zorgde namelijk voor e<strong>en</strong> krapte op dearbeidsmarkt. Pas in tweede instantie werd verplaatsing gebruikt om de werkgeleg<strong>en</strong>heidin met name het noord<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Zuid-Limburg te bevorder<strong>en</strong>. In de loop van de tijd zoudeze laatste red<strong>en</strong> aan belang winn<strong>en</strong>. [Bartels <strong>en</strong> Wijma, 1980: 607; Teeuwisse, 1983:294]Het kabinet-Biesheuvel besloot in twee fases in totaal 16.000 functies over te plaats<strong>en</strong>naar het noord<strong>en</strong> van het land <strong>en</strong> Zuid-Limburg. In de periode 1973-1978 zou het gaanom 6.500 arbeidsplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de periode 1979-1985 om 9.500 plaats<strong>en</strong>.Rijksonderdel<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> andere vestigingsplaats kreg<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> het C<strong>en</strong>traal Bureau voorde Statistiek (Heerl<strong>en</strong>), het Algeme<strong>en</strong> Burgerlijk P<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>fonds (Heerl<strong>en</strong>), hetRijksinkoopbureau (Zwolle), de C<strong>en</strong>trale Directie Studiefinanciering (Groning<strong>en</strong>), deC<strong>en</strong>trale Di<strong>en</strong>st voor In- <strong>en</strong> Uitvoer (Groning<strong>en</strong>), de Afdeling Voertuig<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong>C<strong>en</strong>trale Registratie van de Rijksdi<strong>en</strong>st voor het Wegverkeer (Ve<strong>en</strong>dam) <strong>en</strong> deRijkstypekamer (Winschot<strong>en</strong>). [Van Meurs, 2006:107-108]In 1974 kwam voor de PTT’ers duidelijkheid over de toekomst van de rijksdi<strong>en</strong>st. Intotaal zoud<strong>en</strong> 5.300 ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van de PTT overgeplaatst word<strong>en</strong> naar Groning<strong>en</strong>. Hetgrootste deel zou bestaan uit ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van de C<strong>en</strong>trale Directie <strong>en</strong> van <strong>en</strong>kele andereonderdel<strong>en</strong>. Dit nieuws viel niet in goede aarde bij de PTT’ers. Er werd e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>protestbrief gestuurd vergezeld van 3.800 handtek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, waarin duidelijk werdgemaakt dat 94% van de PTT’ers niet achter de verhuizing stond, zeker niet als deambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> om mee te gaan. In november 1974 trokk<strong>en</strong> <strong>en</strong>keleduiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> PTT’ers naar D<strong>en</strong> Haag om te demonstrer<strong>en</strong> op het Binn<strong>en</strong>hof. Zij liet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>dat zij absoluut niet naar Groning<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> verhuiz<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> voor de PTT’ers was deverhuizing ingrijp<strong>en</strong>d, maar ook voor hun gezinn<strong>en</strong>. De kinder<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> naar andereschol<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> <strong>en</strong> de partners zoud<strong>en</strong> ander werk moet<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>. De PTT-directie, diein eerste instantie niet was uitgegaan van vrijwilligheid, moest onder druk van haar81


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011werknemers haar standpunt wijzig<strong>en</strong>. Niemand zou gedwong<strong>en</strong> word<strong>en</strong> mee te verhuiz<strong>en</strong>naar Groning<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> hier niet voor koos, kwam m<strong>en</strong> voor herplaatsing inaanmerking. Voor veel PTT’ers was dit niet voldo<strong>en</strong>de, want de kans op herplaatsing wasklein. Tot in de jar<strong>en</strong> tachtig zoud<strong>en</strong> PTT’ers zich door middel van demonstraties <strong>en</strong>prikacties blijv<strong>en</strong> verzett<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> relocatie.De protestactie uit 1974 had <strong>en</strong>ige mate van succes. De verhuizing ging nog steeds door,maar er werd nu vanuit het kabinet meer nadruk gelegd op de vrijwilligheid. Daarnaastwerd het aantal overplaatsing<strong>en</strong> verlaagd van 5.300 tot ongeveer 3.000. Dit tot woedevan de Provinciale Stat<strong>en</strong> van Groning<strong>en</strong>, die komst van zoveel mogelijk arbeidsplaats<strong>en</strong>juist aanmoedigd<strong>en</strong>. [Van Meurs, 2006: 110-112]Met de verhuizing liep het echter niet zo snel, met name door het teg<strong>en</strong>stribbel<strong>en</strong> van dehoofddirectie van de PTT. Rond 1980 kwam er weer schot in de zaak. Het kabinet geboodde hoofddirectie om vaart te mak<strong>en</strong> met de verhuisplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelde e<strong>en</strong> ultimatumvast. Wel werd duidelijk dat er ge<strong>en</strong> 3.000 PTT’ers uit D<strong>en</strong> Haag naar Groning<strong>en</strong> hoefd<strong>en</strong>te verhuiz<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> de ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> die vrijwillig wild<strong>en</strong> verhuiz<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> overgeplaatst.Om het aantal van 3.000 nieuwe ban<strong>en</strong> toch te bereik<strong>en</strong>, kreeg de PTT toestemming omhaar personeelsbestand in Groning<strong>en</strong> uit te breid<strong>en</strong> met 30%. [Van Meurs, 2006: 115-116] Het aantal te verplaats<strong>en</strong> arbeidsplaats<strong>en</strong> liep nog verder terug. In 1984 ging hetnog maar om 2.200 plaats<strong>en</strong>. De fracties in de Tweede Kamer war<strong>en</strong> verdeeld over deverhuizing <strong>en</strong> ook in het kabinet was niet iedere<strong>en</strong> er voorstander van, zoals deverantwoordelijke minister van Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat N. Smit-Kroes. Op 28 maart 1985werd e<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>de motie in de Tweede Kamer aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met betrekking tot deoverplaatsing. Er zou niet getornd mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan het plan om door de verhuizingvan de C<strong>en</strong>trale Directie 2.200 functies in Groning<strong>en</strong> te creër<strong>en</strong>. De kost<strong>en</strong> van derelocatie zoud<strong>en</strong> maximaal 270,3 miljo<strong>en</strong> guld<strong>en</strong> bedrag<strong>en</strong>. [Van Meurs, 2006: 120-121]In 1984 werd e<strong>en</strong> start gemaakt met de verhuizing <strong>en</strong> per 1 januari 1989 was dehoofdzetel van de PTT – niet meer als staatsbedrijf, maar als geprivatiseerdeonderneming – Groning<strong>en</strong> geword<strong>en</strong>. In 1993 werd operatie ‘Spreiding van deRijksdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>’ afgerond. De provincie Groning<strong>en</strong> was tevred<strong>en</strong> met de komst van de PTT,de PTT <strong>en</strong> haar werknemers minder. Bedrijfeconomisch was de verhuizing niet gunstig,maar veel Kamerled<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> met de verplaatsing ingestemd vanwege de hogewerkloosheid in het Noord<strong>en</strong>. Het meest opmerkelijke aan de hele geschied<strong>en</strong>is is dat<strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> later de opvolger van de PTT, de KPN besloot terug te ker<strong>en</strong> naar D<strong>en</strong> Haag.Vanaf die tijd is de directie weer gevestigd in de resid<strong>en</strong>tie. E<strong>en</strong> aantal andereonderdel<strong>en</strong> blev<strong>en</strong> in Groning<strong>en</strong>.Actor<strong>en</strong>- PTT- Commissie Spreiding Rijksdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>- Ministerie van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong>- KPN- N. Smit-Kroes- Provinciale Stat<strong>en</strong> van Groning<strong>en</strong>- Geme<strong>en</strong>te D<strong>en</strong> Haag- C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek- Algeme<strong>en</strong> Burgerlijk P<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>fonds- Rijksinkoopbureau- C<strong>en</strong>trale Directie Studiefinanciering- C<strong>en</strong>trale Di<strong>en</strong>st voor In- <strong>en</strong> Uitvoer- Afdeling Voertuig<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> C<strong>en</strong>trale Registratie van de Rijksdi<strong>en</strong>st voorhet Wegverkeer- Rijkstypekamer82


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur- Bartels, C.P.A., <strong>en</strong> J.B.R. Wijma, 'Effect<strong>en</strong> van spreiding van rijksdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> voor deregio's van vestiging', Economisch statistische bericht<strong>en</strong> (1980): 607-611.- Meurs, M. van, E<strong>en</strong> beeld van e<strong>en</strong> provincie : Groning<strong>en</strong> in de twintigste eeuw(Ass<strong>en</strong> 2006).- Oosterhav<strong>en</strong>, J., <strong>en</strong> A. van Witteloostuijn, 'Regionaal beleid', in: F. de Kam <strong>en</strong> A.P.Ros (red.), Jaarboek Overheidsfinanciën 2008 (D<strong>en</strong> Haag).- Teeuwisse, J.J.A., 'Heeft de spreiding van rijksdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> nog toekomst?',Economisch Statistische Bericht<strong>en</strong>, no. 3399 (1983): 294-296.83


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Hotspot 5 - Verpleegkundig<strong>en</strong>oproer (1988-1990)Metatr<strong>en</strong>dTitel hotspotVerpleegkundig<strong>en</strong>oproerRelatie met- Tr<strong>en</strong>d: Differ<strong>en</strong>tiatieproces in de zorgDatering1988-1990BeschrijvingEind jar<strong>en</strong> tachtig nam<strong>en</strong> de werkdruk <strong>en</strong> de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> in de verplegingsterk toe, de opleidingseis<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> verhoogd, terwijl de salariss<strong>en</strong> met meer dan 10%achterblev<strong>en</strong> bij die van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in het bedrijfslev<strong>en</strong>. Op 11 februari 1990 kwam<strong>en</strong>15.000 verpleegkundig<strong>en</strong> in Utrecht bije<strong>en</strong> om hun onvrede te uit<strong>en</strong> over de slechtesalariëring. Hiermee gav<strong>en</strong> zij gehoor aan de oproep van actiegroep VVIO(Verpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzorg<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in opstand) gevormd op initiatief van deverpleegkundige, Gaby Breuer, die op 18 november 1988 e<strong>en</strong> advert<strong>en</strong>tie plaatste in deVolkskrant [Spectrum, 2009: 233; Verpleegkundig managem<strong>en</strong>t, 1991: (1300)3-18]. Ervolgde e<strong>en</strong> golf van massale acties. Deze culmineerd<strong>en</strong> op 20 april 1990 in e<strong>en</strong> tocht vanca. 60.000 verpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzorg<strong>en</strong>d<strong>en</strong> naar het Binn<strong>en</strong>hof. [Spectrum, 1990:233-234]De demonstraties resulteerd<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> nieuwe cao in juni 1990. In het verl<strong>en</strong>gde van deacties in 1988 <strong>en</strong> 1990 werd door de regering de Commissie-Werner ingesteld. In 1991bracht deze commissie het rapport In hoger beroep [Commissie Positiebepaling Beroepvan Verpleegkundige <strong>en</strong> Verzorg<strong>en</strong>de, 1992] uit, met daarin aanbeveling<strong>en</strong> terverbetering van de positie, arbeidsomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> van verpleegkundig<strong>en</strong><strong>en</strong> verzorg<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Naar aanleiding daarvan ontstond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de initiatiev<strong>en</strong>, o.a. e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d opleidingstelsel voor diverse niveaus in de zorg dat tot e<strong>en</strong> duidelijkefunctiediffer<strong>en</strong>tiatie binn<strong>en</strong> het verpleegkundig vak zou leid<strong>en</strong>. [Von Bönninghaus<strong>en</strong> totHerinkhave, 2001: 45] Ook de oprichting van het Landelijk C<strong>en</strong>trum Verpleging &Verzorging (LCVV), met subsidie van VWS, was e<strong>en</strong> resultaat van de Commissie-Werner.Dit werd in 2003 opgevolgd door het Landelijk Expertisec<strong>en</strong>trum Verpleging & Verzorging(LEVV).Met deze nieuwe initiatiev<strong>en</strong> werd formeel e<strong>en</strong> verzelfstandiging van de beroepsgroepbereikt. In 1993 werd de Wet op de beroep<strong>en</strong> in de individuele gezondheidszorg (BIGwet)[website Wett<strong>en</strong> overheid] van kracht. Verpleegkundige werd e<strong>en</strong> bij wetbeschermde titel <strong>en</strong> elke verpleegkundige is vanaf deze tijd opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het BIGregister.In 1995 kwam de Wet op de g<strong>en</strong>eeskundige behandelingsovere<strong>en</strong>komst(WGBO) [website Hulpgids] waarin recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong> van behandelaar <strong>en</strong> patiëntgeregeld word<strong>en</strong>. Vanaf 1997 ging<strong>en</strong> verpleegkundig<strong>en</strong> ook vall<strong>en</strong> onder het tuchtrecht(1997) [website Tuchtcollege Gezondheidszorg].Actor<strong>en</strong>- Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid <strong>en</strong> Cultuur- Commissie-Werner- Vakbond<strong>en</strong>: FNV, CNV- Beroepsorganisatie NU’91- Nationale Ziek<strong>en</strong>huisraad (NZR)- Patiënt<strong>en</strong>organisaties- LCVV / LEVV- Algem<strong>en</strong>e Ver<strong>en</strong>iging van Verpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> Verzorg<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (AVVV)- (Vanaf 1 augustus 2006 is de naam AVVV veranderd in V&VN).84


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Bronn<strong>en</strong>- Spectrum Jaarboek 1990 (Dev<strong>en</strong>ter 1990), p. 233; Landelijk beleidsontwikkelingop het gebied van de verpleging: structur<strong>en</strong>, organisaties, lobbies <strong>en</strong> informel<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong>. In: Verpleegkundig managem<strong>en</strong>t, Hout<strong>en</strong>: Bohn Stafleu Van Loghum,mei 1991, pp. (1300)3 -18; http://www.nu91-led<strong>en</strong>.nl/nu91.asp?grp=14&uid=3.- In hoger beroep. Perspectief voor de verpleg<strong>en</strong>de <strong>en</strong> verzorg<strong>en</strong>de beroep<strong>en</strong>.Rapport van de Commissie Positiebepaling Beroep van Verpleegkundige <strong>en</strong>Verzorg<strong>en</strong>de. Rijswijk: Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid <strong>en</strong> Cultuur, 1992.- Bönninghaus<strong>en</strong> tot Herinkhave, R. von, ‘All<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> hun deel hebb<strong>en</strong>!’, in: LeoBoon (red.): Ontwikkeling<strong>en</strong> in de gezondheidszorg, deel 32. Nieuwe gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> inde zorg. Nieuwe opties voor professies, woonzorgzone’s, multiculturalisatie zorg<strong>en</strong> welzijn, managem<strong>en</strong>t, zorgstelsel <strong>en</strong> ICT (Amstelve<strong>en</strong> 2001) 45.- http://wett<strong>en</strong>.overheid.nl/BWBR0006251/geldigheidsdatum_04-06-2010.Geraadpleegd op 4 juni 2010- http://www.hulpgids.nl/oud/wett<strong>en</strong>/wgbo-tekst.htm. Geraadpleegd op 4 juni 2010- http://www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl/. Geraadpleegd op 4 juni 201085


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Hotspot 6 - Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête uitvoeringsorgan<strong>en</strong> socialeverzekering<strong>en</strong>Metatr<strong>en</strong>ds- Welvaartsgroei- Verzakelijking- Herschikking van institutionele verband<strong>en</strong>Relatie met- Domein: <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>- Tr<strong>en</strong>d: Verandering<strong>en</strong> in system<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelsels voor inkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>arbeid: verzakelijking <strong>en</strong> versobering van sociale zekerheid- Tr<strong>en</strong>d: verandering<strong>en</strong> in system<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelsels voor inkom<strong>en</strong>sregeling<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>arbeid: proactivering <strong>en</strong> ontcorporatisering van sociale zekerheid- Hotspot: Ctsv-affaireDatering1992-1993BeschrijvingOp 3 september 1992 startte de parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quêtecommissie uitvoeringsorgan<strong>en</strong>sociale verzekering<strong>en</strong> onder voorzitterschap van J.F. Buurmeijer haar werkzaamhed<strong>en</strong>.De belangrijkste conclusie van de commissie-Buurmeijer was dat de instelling<strong>en</strong> niet aanhun taak hadd<strong>en</strong> voldaan om de instroom te beheers<strong>en</strong> <strong>en</strong> de uitstroom van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> diegebruik maakt<strong>en</strong> van de sociale verzekering<strong>en</strong> te stimuler<strong>en</strong>. De commissie adviseerdeom het stelsel van sociale verzekering<strong>en</strong> te hervorm<strong>en</strong>. In de jar<strong>en</strong> na het verschijn<strong>en</strong>van het eindrapport van de commissie zijn diverse maatregel<strong>en</strong> doorgevoerd om dehervorming te bewerkstellig<strong>en</strong>.De uitvoering van de sociale verzekering<strong>en</strong>, waaronder de WW, ZW, AAW <strong>en</strong> WAO, wasopgedrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> aantal dec<strong>en</strong>trale instanties. De tak<strong>en</strong>, verplichting<strong>en</strong> <strong>en</strong>bevoegdhed<strong>en</strong> van deze organisaties war<strong>en</strong> vastgelegd in de Organisatiewet SocialeVerzekering<strong>en</strong> (1952). Voor de uitvoering van de kerntak<strong>en</strong> van dewerknemersverzekering<strong>en</strong>, zoals het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van uitkering<strong>en</strong>, het inn<strong>en</strong> van premies<strong>en</strong> het controler<strong>en</strong> van premies <strong>en</strong> uitkering<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> de bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>verantwoordelijk. Deze war<strong>en</strong> opgericht door organisaties van werknemers <strong>en</strong>werkgevers uit één bepaalde bedrijfstak <strong>en</strong> war<strong>en</strong> verantwoordelijk voor de uitvoeringvan de sociale verzekering<strong>en</strong> in de betreff<strong>en</strong>de bedrijfstak. De Geme<strong>en</strong>schappelijkeMedische Di<strong>en</strong>st was belast met de keuring van de aanvragers van e<strong>en</strong> uitkering voorarbeidsongeschiktheid. De administratie van de bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> was in veel gevall<strong>en</strong>uitbesteed aan administratiekantor<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte was de Sociale Verzekeringsraad (SVr)verantwoordelijk voor het toezicht op de uitvoeringsorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de uitvoering van dewett<strong>en</strong> voor sociale verzekering<strong>en</strong>. Daarnaast coördineerde de SVr de uitvoering, waarbijhij e<strong>en</strong> regelgev<strong>en</strong>de bevoegdheid had <strong>en</strong> e<strong>en</strong> adviser<strong>en</strong>de taak aan de wetgever overuitvoertechnische kwesties bij de ontwikkeling van nieuwe wetgeving op het gebied vansociale verzekering<strong>en</strong>. [Buurmeijer, 1995: 6-8]De Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer bracht op 31 maart 1992 e<strong>en</strong> rapport uit over het toezicht vande Sociale Verzekeringsraad. De voornaamste conclusie van het rapport was dat hettoezicht op e<strong>en</strong> aantal punt<strong>en</strong> niet in overe<strong>en</strong>stemming was met de bedoeling<strong>en</strong> van dewetgever. [Buurmeijer, 1993: 5] Voor e<strong>en</strong> aantal fracties in de Tweede Kamer (VVD, D66<strong>en</strong> Gro<strong>en</strong>Links) was het rapport aanleiding om e<strong>en</strong> nader onderzoek in te stell<strong>en</strong>. Aan devaste commissie voor Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> de commissie voorRijksuitgav<strong>en</strong> werd verzocht om e<strong>en</strong> onderzoek in te stell<strong>en</strong> naar het functioner<strong>en</strong> van deuitvoeringsorgan<strong>en</strong> voor de sociale verzekering<strong>en</strong>. De commissies beslot<strong>en</strong> op 9 april ome<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke werkgroep te former<strong>en</strong> die zou moet<strong>en</strong> nagaan of op basis van het86


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011aanwezige materiaal e<strong>en</strong> goed beeld verkreg<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong> over het functioner<strong>en</strong> van deuitvoeringsorgan<strong>en</strong>. Deze werkgroep kwam tot de conclusie dat er op basis van deverzamelde informatie ge<strong>en</strong> volledig beeld van de werking van deze instelling<strong>en</strong> mogelijkwas <strong>en</strong> adviseerde aan beide Kamercommissies om nader onderzoek in te stell<strong>en</strong>. Decommissie voor Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> de commissie voor Rijksuitgav<strong>en</strong>volgd<strong>en</strong> het advies op <strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> e<strong>en</strong> subcommissie in te stell<strong>en</strong> die dit onderzoek zougaan uitvoer<strong>en</strong>. In de subcommissie, die onder leiding van Flip Buurmeijer van de Partijvan de Arbeid (PvdA) stond, zat<strong>en</strong> led<strong>en</strong> van beide Kamercommissies.Al snel kwam deze subcommissie tot de conclusie dat diepgaander onderzoeknoodzakelijk was. De subcommissie raadde de Kamercommissies aan e<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>taire<strong>en</strong>quête in te stell<strong>en</strong>. Op 27 augustus 1992 adviseerd<strong>en</strong> de Kamercommissies de TweedeKamer om e<strong>en</strong> commissie te former<strong>en</strong> die middels e<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête onderzoekzou gaan moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> naar het functioner<strong>en</strong> van de organ<strong>en</strong> belast met de uitvoeringvan de sociale verzekeringswett<strong>en</strong>. Na het Kamerdebat van 1 september 1992 werd doorde Kamer beslot<strong>en</strong> e<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quêtecommissie in te stell<strong>en</strong> met de hiervoorg<strong>en</strong>oemde opdracht. De voorzitter van de subcommissie, Buurmeijer, werd aangewez<strong>en</strong>als haar voorzitter.Ruim e<strong>en</strong> jaar na de instelling van de parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quêtecommissie pres<strong>en</strong>teerde decommissie haar eindrapport op 7 september 1993. De commissie concludeerde dat deuitvoeringsorgan<strong>en</strong> zich vrijwel geheel hadd<strong>en</strong> beperkt tot de uitvoering van dekernfunctie, namelijk de beoordeling <strong>en</strong> toek<strong>en</strong>ning van uitkering<strong>en</strong>. Op derechtmatigheid van de uitvoering (het tijdig <strong>en</strong> juist verstrekk<strong>en</strong> van uitkering<strong>en</strong>) <strong>en</strong> debetrouwbaarheid van de administratie had de commissie ge<strong>en</strong> kritiek. De bezwar<strong>en</strong> vande commissie betroff<strong>en</strong> de uitvoering van e<strong>en</strong> andere taak: de uitvoeringsorgan<strong>en</strong>hadd<strong>en</strong> zich onvoldo<strong>en</strong>de beziggehoud<strong>en</strong> met het beheers<strong>en</strong> van het uitkeringsvolume.Dit was e<strong>en</strong> belangrijk thema in het overheidsbeleid geword<strong>en</strong> vanwege de alsmaarto<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de kost<strong>en</strong> van de sociale verzekering<strong>en</strong>. De commissie vond dat de organ<strong>en</strong>niet tot nauwelijks ingesteld war<strong>en</strong> op het voer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> effectief volumebeleid. Debeslissingsvrijheid van gevalsbehandelaars was groot <strong>en</strong> door de heers<strong>en</strong>de cultuurwerd<strong>en</strong> uitkering<strong>en</strong> te gemakkelijk verstrekt. Controles op de keuring<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ernauwelijks <strong>en</strong> aan de reïntegratie van uitkeringsgerechtigd<strong>en</strong> werd onvoldo<strong>en</strong>deaandacht besteed. Over het toezicht van de SVr op de uitvoering was de commissie ookniet te sprek<strong>en</strong>. De meerderheid van de led<strong>en</strong> van deze organisatie bestond uit m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>afkomstig uit de c<strong>en</strong>trale werkgevers- <strong>en</strong> werknemersorganisaties. Zij hield<strong>en</strong> toezicht opde bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> waarvan het bestuur ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s bestond uit led<strong>en</strong> van dewerkgevers- <strong>en</strong> werknemersorganisaties. Ook op de daadwerkelijke toezichthouding waskritiek. Er werd teveel gelet op de rechtmatigheid van het verstrekk<strong>en</strong> van uitkering<strong>en</strong> <strong>en</strong>er was te weinig aandacht voor de uitvoeringskost<strong>en</strong> daarvan. [Buurmeijer, 1993: 99;Goudswaard, 2001: 3]De <strong>en</strong>quêtecommissie concludeerde dat het stelsel van sociale verzekering<strong>en</strong> dring<strong>en</strong>daan hervorming toe was <strong>en</strong> deed onder meer de volg<strong>en</strong>de aanbeveling<strong>en</strong> [Goudswaard,2001: 3]:- ‘invoering van e<strong>en</strong> minder gemakkelijk toegankelijke regeling voor uitkering<strong>en</strong>weg<strong>en</strong>s arbeidsongeschiktheid, met premiediffer<strong>en</strong>tiatie <strong>en</strong> de mogelijkheid voorwerkgevers als eig<strong>en</strong>-risicodrager op te tred<strong>en</strong>, waarbij dit risico ev<strong>en</strong>tueel bij e<strong>en</strong>particuliere verzekeringsmaatschappij kan word<strong>en</strong> ondergebracht.- het overdrag<strong>en</strong> van de uitvoer<strong>en</strong>de werkzaamhed<strong>en</strong> van de bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>aan e<strong>en</strong> onafhankelijke organisatie- instelling van e<strong>en</strong> onafhankelijk toezichtorgaan.’Naar aanleiding van het debat in de Tweede Kamer over dit eindrapport werd<strong>en</strong> driemoties aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De toezicht op de uitvoering moest onafhankelijk word<strong>en</strong>, desociale partners mocht<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verantwoordelijkheid meer drag<strong>en</strong> voor de beoordelingvan arbeidsongeschiktheidsclaims, de uitvoering di<strong>en</strong>de regionaal georganiseerd teword<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet meer per bedrijfstak <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> de uitkeringsverstrekking <strong>en</strong> debemiddeling naar arbeid zoveel mogelijk bij één loket te gebeur<strong>en</strong>. [Goudswaard, 2001:87


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 20114] Hiermee werd ook de organisatie van de arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>telijkesociale di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> bij de hervorming<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>.De gevolg<strong>en</strong> van de parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête war<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk. Op 1 januari 1995 werd deOrganisatiewet sociale verzekering<strong>en</strong> 1995 (Osv 1995) ingevoerd. Bestuur <strong>en</strong> uitvoeringwerd<strong>en</strong> ontkoppeld. De bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> blev<strong>en</strong> nog wel bestuurlijk verantwoordelijk,maar de uitvoering moest<strong>en</strong> zij over lat<strong>en</strong> aan door de minister van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong><strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid erk<strong>en</strong>de onafhankelijke uitvoeringsinstanties. De bestaandeadministratiekantor<strong>en</strong> nam<strong>en</strong> deze taak op zich. Hiervoor di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> deadministratiekantor<strong>en</strong> losgekoppeld te word<strong>en</strong> van de bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>. Daarnaastwerd de Geme<strong>en</strong>schappelijke Medische Di<strong>en</strong>st opgehev<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun tak<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>overgeheveld naar de bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>.De Sociale Verzekeringsraad werd gereorganiseerd tot e<strong>en</strong> onafhankelijktoezichthoud<strong>en</strong>d orgaan dat ge<strong>en</strong> coördiner<strong>en</strong>de <strong>en</strong> adviser<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> meer had. Van d<strong>en</strong>ieuwe organisatie, het College van toezicht sociale verzekering<strong>en</strong> (Ctsv), maakt<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>trale werkgevers- <strong>en</strong> werknemersorganisaties ge<strong>en</strong> deel meer uit. De adviser<strong>en</strong>de <strong>en</strong>coördiner<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> van de SVr werd<strong>en</strong> ondergebracht bij e<strong>en</strong> nieuwe organisatie, hetTijdelijk Instituut voor Coördinatie <strong>en</strong> Afstemming (TICA). Daarnaast werd e<strong>en</strong> begingemaakt met de invoering van e<strong>en</strong> beperkte vorm van marktwerking in de sector. In dejar<strong>en</strong> die volgd<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> meer hervorming<strong>en</strong> doorgevoerd om de totstandkoming vane<strong>en</strong> nieuwe uitvoeringsstructuur voor sociale verzekering<strong>en</strong> te bewerkstellig<strong>en</strong>.[Goudswaard, 2001: 4]Actor<strong>en</strong>- Sociale Verzekeringsraad (SVr)- Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer- Tweede Kamer, Subcommissie Uitvoeringsorgan<strong>en</strong> Sociale Verzekering<strong>en</strong>- Tweede Kamer, Vaste commissie voor Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid- Commissie voor Rijksuitgav<strong>en</strong>- Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid- College van toezicht sociale verzekering<strong>en</strong> (Ctsv)- Tijdelijk Instituut voor Coördinatie <strong>en</strong> Afstemming (TICA)- Landelijk instituut sociale verzekering<strong>en</strong> (Lisv)- Bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>- <strong>Werk</strong>groep Doelman/Verme<strong>en</strong>d- Geme<strong>en</strong>schappelijk administratiekantoor (GAK)- Geme<strong>en</strong>schappelijk Uitvoeringsorgaan (GUO)- Geme<strong>en</strong>schappelijke Medische Di<strong>en</strong>st (GMD)- Rad<strong>en</strong> van Arbeid- Tweede Kamer- Parlem<strong>en</strong>taire Enquêtecommissie uitvoeringsorgan<strong>en</strong> sociale verzekering<strong>en</strong>(Commissie Buurmeijer)Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur- Buurmeijer, J.F., Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête Uitvoeringsorgan<strong>en</strong> sociale verzekering<strong>en</strong>: rapport <strong>en</strong>quêtecommissie (D<strong>en</strong> Haag 1993).- Goudswaard, K.P., 'Gedonder in de polder: e<strong>en</strong> beknopte geschied<strong>en</strong>is van deverandering<strong>en</strong> in de uitvoeringsstructuur sociale zekerheid', D.A. Albregtse, A.L.Bov<strong>en</strong>berg, <strong>en</strong> L.G.M. Stev<strong>en</strong>s (red.), in: Er zal gehev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>! : opstell<strong>en</strong>, op19 oktober 2001 aangebod<strong>en</strong> aan prof. dr. S. Cnoss<strong>en</strong> ter geleg<strong>en</strong>heid van zijnafscheid als hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (2001),http://media.leid<strong>en</strong>univ.nl/legacy/kpg-2001-08.pdf.- 'Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête uitvoeringsorgan<strong>en</strong> sociale verzekering<strong>en</strong>',www.parlem<strong>en</strong>t.com. Laatst geraadpleegd 6 juni 201188


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Hotspot 7 - Hand<strong>en</strong> af van de AOW (1994)Metatr<strong>en</strong>ds- verzakelijking- medialisering- welvaartsgroeiRelatie met- Domein <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>- Tr<strong>en</strong>d: Verzakelijking <strong>en</strong> versobering van sociale zekerheid- Tr<strong>en</strong>d: Proactivering <strong>en</strong> ontcorporatisering van sociale zekerheidDatering1994BeschrijvingIn april 1994 organiseerd<strong>en</strong> de Nederlandse ouder<strong>en</strong>bond<strong>en</strong> in het Philips Stadion inEindhov<strong>en</strong> de manifestatie ‘Hand<strong>en</strong> af van de AOW’. In de aanloop naar de TweedeKamer-verkiezing<strong>en</strong> van mei 1994 hadd<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> detoekomstige kost<strong>en</strong> voor de AOW te will<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong>. Al langer was er discussie over debetaalbaarheid van de AOW in verband met de vergrijzing van de Nederlandse bevolking.De commotie omtr<strong>en</strong>t de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bevriezing van de AOW droeg bij aan deverkiezingsnederlaag van het CDA, bracht de plotselinge opkomst van de ouder<strong>en</strong>partij<strong>en</strong><strong>en</strong> zette het Kabinet Kok I er toe aan de koopkracht van AOW-gerechtigd<strong>en</strong> teverbeter<strong>en</strong>.In 1947 introduceerde de to<strong>en</strong>malige minister van Sociale Zak<strong>en</strong> Willem Drees deNoodwet Ouderdomsvoorzi<strong>en</strong>ing. Ti<strong>en</strong> jaar later, to<strong>en</strong> Drees premier was, veranderdedeze wet in de Algem<strong>en</strong>e Ouderdoms Wet (AOW). De staat verstrekte vanaf dat mom<strong>en</strong>te<strong>en</strong> basisp<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> aan h<strong>en</strong> die 65 jaar of ouder war<strong>en</strong>. De financiering werd geregeld viae<strong>en</strong> omslagstelsel: het werk<strong>en</strong>de deel van de sam<strong>en</strong>leving betaalde voor degep<strong>en</strong>sioneerd<strong>en</strong>, in teg<strong>en</strong>stelling tot andere p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zelfvoor spaard<strong>en</strong>. De hoogte van de AOW was gekoppeld aan de loonontwikkeling<strong>en</strong>,waardoor de kost<strong>en</strong> voor de AOW opliep<strong>en</strong>. In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig is de hoogte van deAOW e<strong>en</strong> aantal mal<strong>en</strong> structureel verhoogd.In de jar<strong>en</strong> tachtig veranderde het beleid t<strong>en</strong> opzichte van de AOW. Het was de bedoelingde kost<strong>en</strong> van de AOW structureel ‘om te buig<strong>en</strong>’, dat wil zegg<strong>en</strong> te verlag<strong>en</strong>. [SCP,2008] Enerzijds paste dit strev<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> patroon van bezuiniging<strong>en</strong> opsociale uitkering<strong>en</strong>, anderzijds ontstond specifiek voor de AOW bezorgdheid omdemografische ontwikkeling<strong>en</strong>.In 1980 kwam de Wet Aanpassingsmechanism<strong>en</strong> (WAM) tot stand, waarin de hoogte vande AOW gelijk werd gesteld aan het minimumloon. Het minimumloon was op zijn beurtdoor de regering gekoppeld aan de cao-lon<strong>en</strong>, waardoor de AOW algem<strong>en</strong>eloonontwikkeling<strong>en</strong> zou moet<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. De regering besloot gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> ’80echter diverse mal<strong>en</strong> tot ‘ontkoppeling’. De minimumlon<strong>en</strong> steg<strong>en</strong> nauwelijks <strong>en</strong> op diemanier ging de AOW-uitkering er t<strong>en</strong> opzichte van de gemiddelde netto lon<strong>en</strong>, dieimmers wel steg<strong>en</strong>, op achteruit. [Sociale Verzekeringsbank, 2006: 33; SCP, 2008: 46]T<strong>en</strong> gevolge van inflatie daalde de koopkracht van de netto AOW tuss<strong>en</strong> 1980 <strong>en</strong> 1994met zev<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t. [Voorlopige raad voor het ouder<strong>en</strong>beleid, 1995: 14].De AOW wordt betaald door het werk<strong>en</strong>de deel van de bevolking. Dit betek<strong>en</strong>t dat als hetwerk<strong>en</strong>de deel van de bevolking afneemt t<strong>en</strong> opzichte van de AOW-gerechtigd<strong>en</strong> hetomslagstelsel in gevaar zou kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Dit probleem werd eind jar<strong>en</strong> tachtigonderzocht door de commissie Financiering Oudedagsvoorzi<strong>en</strong>ing. De commissie deed inhet rapport ‘Gespiegeld in de tijd. De AOW in de toekomst’ onder andere de aanbeveling89


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011e<strong>en</strong> bufferfonds in te voer<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> tijdelijke piek in het aantal AOW-gerechtigd<strong>en</strong> op tevang<strong>en</strong>. Daarnaast nam m<strong>en</strong> voor in de toekomst verhoging van de AOW-gerechtigdeleeftijd te overweg<strong>en</strong>. [Sinnighe Damsté, 1998: 15] E<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> later boog ook deWet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid zich over het AOW-vraagstuk <strong>en</strong> kwamtot vergelijkbare aanbeveling<strong>en</strong> in het rapport ‘Ouder<strong>en</strong> voor ouder<strong>en</strong>. Demografischeontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleid’ uit 1992.Twee jaar na publicatie van het rapport van de WRR werd de AOW onverwacht e<strong>en</strong>belangrijk thema tijd<strong>en</strong>s de Tweede Kamerverkiezing<strong>en</strong> van 1994. De grootste partij, hetCDA, had in zijn verkiezingsprogramma het bevriez<strong>en</strong> van de sociale uikering<strong>en</strong>opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het feit dat het CDA de hoogte van de AOW-uitkering<strong>en</strong> voor vier jaar vastwilde zett<strong>en</strong>, leidde tot veel commotie in de pers <strong>en</strong> bij ouder<strong>en</strong>organisaties. Immers,bevriezing van de AOW-uitkering zou door inflatie leid<strong>en</strong> tot koopkrachtverlies onderAOW-gerechtigd<strong>en</strong>. Terwijl andere partij<strong>en</strong> zich haastt<strong>en</strong> te meld<strong>en</strong> andere maatregel<strong>en</strong>dan bevriezing voor te staan, zwakte het CDA zijn standpunt<strong>en</strong> af.De ouder<strong>en</strong>bond<strong>en</strong> Algem<strong>en</strong>e Nederlandse Bond voor Ouder<strong>en</strong> (ANBO), ProtestantsChristelijke Ouder<strong>en</strong>bond (PCOB) <strong>en</strong> Unie Katholieke Ouder<strong>en</strong> Bond<strong>en</strong> (Unie KBO)organiseerd<strong>en</strong> op 13 april de manifestatie ‘Hand<strong>en</strong> af van de AOW’ in het Philips Stadionte Eindhov<strong>en</strong>, waar ti<strong>en</strong>duiz<strong>en</strong>d m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op afkwam<strong>en</strong>. Naast verbetering van de AOWvroeg<strong>en</strong> de ouder<strong>en</strong>bond<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>tere plaats in onderhandeling<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong>positie in de adviesorgan<strong>en</strong> Ziek<strong>en</strong>fondsraad <strong>en</strong> Sociaal Economische Raad. [ANP, 1994]Mede door alle commotie omtr<strong>en</strong>t hun plann<strong>en</strong> voor de AOW was het CDA de groteverliezer van de Tweede Kamer-verkiezing<strong>en</strong> in 1994. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> tweeouder<strong>en</strong>partij<strong>en</strong> in de kamer, het Algeme<strong>en</strong> Ouder<strong>en</strong> Verbond (AOV) <strong>en</strong> Unie 55+.[Smeets, z.j.]Het eerste paarse kabinet onder leiding van Wim Kok besloot tot e<strong>en</strong> aantal maatregel<strong>en</strong>om de kost<strong>en</strong> voor de AOW omlaag te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> middel<strong>en</strong>toets op hetpartnerinkom<strong>en</strong> bij par<strong>en</strong> waarvan de partner nog ge<strong>en</strong> 65 jaar oud is. [SCP 1998; 440]Toch kreg<strong>en</strong> de AOW’ers het onder paars niet slechter. Door fiscale maatregel<strong>en</strong> werdhun netto inkom<strong>en</strong> omhooggestuwd. Belangrijk was de invoering van de ouder<strong>en</strong>kortingin 1995, die in 1998 nog werd verhoogd. Dit had tot gevolg dat de AOW t<strong>en</strong> opzichte vande bijstand tuss<strong>en</strong> 1995 <strong>en</strong> 2008 met elf proc<strong>en</strong>t steeg. In 1994 war<strong>en</strong> AOW <strong>en</strong> bijstandnog gelijk. [SCP 2008; 46]Actor<strong>en</strong>- Commissie Financiering Oudedagsvoorzi<strong>en</strong>ing- Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)- Elco Brinkman- CDA- Algem<strong>en</strong>e Nederlandse Bond voor Ouder<strong>en</strong> (ANBO)- Protestants Christelijke Ouder<strong>en</strong>bond (PCOB)- Unie Katholieke Ouder<strong>en</strong> Bond<strong>en</strong> (Unie KBO)- Algeme<strong>en</strong> Ouder<strong>en</strong> Verbond (AOV)- Unie 55+- Kabinett<strong>en</strong> Lubbers- kabinett<strong>en</strong> KokBronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur- ANP, Ouder<strong>en</strong>protest: hand<strong>en</strong> af van AOW. Sam<strong>en</strong>vatting met nieuwe gegev<strong>en</strong>s13 april 1994.- Bruyn-Hundt, M., De toekomst van de AOW (Utrecht 1995).- Caminada, C.L.J. <strong>en</strong> K.P. Goudswaard, Verdeelde zekerheid (D<strong>en</strong> Haag 2003).- De Kam, F., F. Nypels, Tijdbom. Vergrijzing dreigt de AOW, onze p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong>de ouder<strong>en</strong>zorg onbetaalbaar te mak<strong>en</strong> (Amsterdam 1995).- Van Kamp<strong>en</strong>, J., ‘Onbetaalbare oudjes’, Gro<strong>en</strong>e Amsterdammer 118 (1994) 8.90


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011- Kool, H., De algem<strong>en</strong>e ouderdomswet komt op jar<strong>en</strong> (D<strong>en</strong> Haag 1995).- Sinnighe Damsté, W.A., De AOW; veertig jaar <strong>en</strong> verder (Dev<strong>en</strong>ter 1998).- Smeets, J. Ouder<strong>en</strong>partij<strong>en</strong> in de Tweede Kamer. Gepubliceerd door het <strong>Nationaal</strong>Historisch Museum. http://www.innl.nl/page/4898/nl, gezi<strong>en</strong> op 29 juni 2011.- Sociale Verzekeringsbank, Veelbesprok<strong>en</strong>, nu beschrev<strong>en</strong>. De AOW (Amstelve<strong>en</strong>2006).- SCP, Sociaal Cultureel Rapport 1998. 25 jaar sociale verandering (D<strong>en</strong> Haag1998).- SCP, Rapportage ouder<strong>en</strong> 2001. Verandering<strong>en</strong> in de leefsituatie (D<strong>en</strong> Haag2001).- SCP, Grijswaard<strong>en</strong>. Monitor ouder<strong>en</strong>beleid 2008 (D<strong>en</strong> Haag 2008).- Voorlopige raad voor het ouder<strong>en</strong>beleid, Blijft de AOW te betal<strong>en</strong>? (Rijswijk 1995).91


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Hotspot 8 - Ctsv-affaire (1996)Relatie met- Domein: <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>; Economie- Hotspot: parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête uitvoeringsorgan<strong>en</strong> sociale verzekering<strong>en</strong>Datering1996BeschrijvingIn 1996 bleek dat er bij het College van toezicht op sociale verzekering<strong>en</strong> (Ctsv) sprakewas van e<strong>en</strong> grote vertrouw<strong>en</strong>scrisis tuss<strong>en</strong> het bestuur <strong>en</strong> de directie. Na onderzoekwerd het bestuur gedwong<strong>en</strong> om af te tred<strong>en</strong>. Ook kostte de Ctsv-affaire (ook welLinschot<strong>en</strong>-affaire g<strong>en</strong>oemd) het de politieke kop van de verantwoordelijkestaatssecretaris van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid, Robin Linschot<strong>en</strong>. Hij besloot opte stapp<strong>en</strong> nadat hij niet het volledige vertrouw<strong>en</strong> had gekreg<strong>en</strong> van alleregeringspartij<strong>en</strong>.Het Ctsv was in 1994 opgericht naar aanleiding van de parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quêteuitvoeringsorgan<strong>en</strong> sociale verzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong> had als taak om toezicht te houd<strong>en</strong> op deuitvoeringsorgan<strong>en</strong> van de sociale verzekeringswett<strong>en</strong>. Met de instelling van het Ctsvwerd beoogd om de toezichthouding op de uitvoeringsorgan<strong>en</strong> onafhankelijker te lat<strong>en</strong>zijn van de sociale partners. De organisatie werd e<strong>en</strong> zelfstandig bestuursorgaan met e<strong>en</strong>eig<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> directie.In 1996 berichtt<strong>en</strong> de media over e<strong>en</strong> uitgelekte brief uit december 1995 waarin e<strong>en</strong>aantal klacht<strong>en</strong> stond<strong>en</strong> over de situatie binn<strong>en</strong> het Ctsv. Uit de brief bleek dat er e<strong>en</strong>vertrouw<strong>en</strong>scrisis tuss<strong>en</strong> de directie <strong>en</strong> het bestuur van het College was. Naar aanleidingvan het verschijn<strong>en</strong> van de mediabericht<strong>en</strong> over deze kwestie, werd<strong>en</strong> er in de TweedeKamer vrag<strong>en</strong> gesteld aan de staatssecretaris van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid,Robin Linschot<strong>en</strong> (VVD). Daarnaast werd<strong>en</strong> er vrag<strong>en</strong> gesteld over de beschikbaarheidvan de Ctsv-rapport<strong>en</strong>. Deze rapport<strong>en</strong> war<strong>en</strong> van belang voor de behandeling van hetwetsvoorstel Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte (Wulbz), de privatiseringvan de Ziektewet. De rapport<strong>en</strong> over het succes van de Wet terugdringing ziekteverzuimwar<strong>en</strong> wel bij de staatssecretaris bek<strong>en</strong>d, maar niet (op tijd) bij de Tweede Kamer. Op 12maart 1996 werd bij het pl<strong>en</strong>aire debat met de staatssecretaris onder andere door PaulRos<strong>en</strong>möller (Gro<strong>en</strong>Links) e<strong>en</strong> motie ingedi<strong>en</strong>d om e<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>tair onderzoek in testell<strong>en</strong> naar de gang van zak<strong>en</strong> rond de publicatie van de Ctsv-rapport<strong>en</strong>. De TweedeKamer wees dit af, daar zij eerst op de uitkomst<strong>en</strong> van het eerder ingestelde onderzoekdoor prof. mr. M.G. Rood naar de relatie tuss<strong>en</strong> het bestuur <strong>en</strong> de directie wildeafwacht<strong>en</strong>. [TK, 1995-1996: 8-9; website Politiek <strong>en</strong> Parlem<strong>en</strong>t]Op 21 maart werd het advies van prof. Rood op<strong>en</strong>baar, ev<strong>en</strong>als e<strong>en</strong> reactie van hetbestuur hierop. Staatssecretaris Linschot<strong>en</strong> deelde de Tweede Kamer daarop mede, dathij het voornem<strong>en</strong> had om het bestuur van het Ctsv - dat hijzelf had b<strong>en</strong>oemd - voor tedrag<strong>en</strong> voor ontslag bij de Kroon, omdat er e<strong>en</strong> onwerkbare situatie was ontstaan binn<strong>en</strong>de organisatie. Het bestuur bestond uit de oud-politici E.J.J.E. van Leeuw<strong>en</strong>-Schut (VVD),G.J.P van Otterloo (PvdA) <strong>en</strong> M.J. van Rooij<strong>en</strong> (CDA). Het bestuur werd in aprilgedwong<strong>en</strong> om af te tred<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> tweede motie, onder andere ingedi<strong>en</strong>d door Ank Bijleveld-Schout<strong>en</strong> (CDA),betreff<strong>en</strong>de de instelling van e<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>tair onderzoek naar het functioner<strong>en</strong> van hetCtsv in relatie tot de door de wetgever opgedrag<strong>en</strong> doelstelling, werd ditmaal wel door deTweede Kamer aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. [TK, 1995-1996: 8-9; website Politiek <strong>en</strong> Parlem<strong>en</strong>t]Op 17 april 1996 werd e<strong>en</strong> commissie ingesteld die als taak kreeg onderzoek te do<strong>en</strong>naar het functioner<strong>en</strong> van het Ctsv <strong>en</strong> de relatie van het Ctsv met het ministerie vanSociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid aan de <strong>en</strong>e kant <strong>en</strong> debedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>/uitvoeringsinstelling<strong>en</strong> aan de andere kant. [TK, 1995-1996: 8-9;92


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011website Politiek <strong>en</strong> Parlem<strong>en</strong>t]. Op 24 juni versche<strong>en</strong> het rapport van de commissie,getiteld Heel het radarwerk. De commissie concludeerde dat er onzorgvuldighed<strong>en</strong> war<strong>en</strong>geweest bij het publicer<strong>en</strong> van de Ctsv-rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de Tweede Kamer niet op tijdover de aanwezige informatie beschikte. Daarnaast had de commissie ernstige kritiek opde wijze waarop het bestuur was sam<strong>en</strong>gesteld. Er was ge<strong>en</strong> profielschets opgesteld aande hand waarvan kandidaat-bestuursled<strong>en</strong> beoordeeld kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. En er was bij debeoordeling teveel gelet op persoonlijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> als daadkracht, geldingsdrang <strong>en</strong>standvastigheid <strong>en</strong> te weinig op eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> als tact, inlevingsvermog<strong>en</strong> <strong>en</strong>communicatieve vaardighed<strong>en</strong>. Het bestuur was er bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet in geslaagd om zijnvisie te implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> in de organisatie. De interne verhouding<strong>en</strong> war<strong>en</strong> vanaf het beginaf aan slecht geweest <strong>en</strong> verergerd<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar door de gebrekkige communicatie.Ook de verhouding met het ministerie <strong>en</strong> de uitvoeringsinstanties verliep moeizaam. Hetfunctioner<strong>en</strong> van het Ctsv had geled<strong>en</strong> onder e<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>stapeling van incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,conflict<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorvall<strong>en</strong>, concludeerde de commissie. [Website Politiek <strong>en</strong> Parlem<strong>en</strong>t]Enkele dag<strong>en</strong> na het verschijn<strong>en</strong> van het rapport werd hierover met de commissie <strong>en</strong> destaatssecretaris gedebatteerd in de Tweede Kamer. Vrijwel de gehele Kamer schaarddezich achter de conclusies van het rapport. Linschot<strong>en</strong> ontk<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> aantal aanklacht<strong>en</strong>van de commissie <strong>en</strong> voelde zich politiek beschadigd. Hij concludeerde dat van deregeringspartij<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> partij, de VVD, hem nog steunde. Van de andereregeringspartij<strong>en</strong>, D66 <strong>en</strong> PvdA, kreeg hij dit vertrouw<strong>en</strong> niet. Robin Linschot<strong>en</strong> beslootaf te tred<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>de op 28 juni 1996 zijn ontslag in bij de koningin. Hij werd alsstaatssecretaris opgevolgd door Frank de Grave. [Website Politiek <strong>en</strong> Parlem<strong>en</strong>t]Actor<strong>en</strong>- College van toezicht op sociale verzekering<strong>en</strong> (Ctsv)- Robin Linschot<strong>en</strong>- Bedrijfsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>/uitvoeringsinstelling<strong>en</strong>- Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Werk</strong>geleg<strong>en</strong>heidBronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur- Tweede Kamer, ‘Situatie bij de CTSV. Brief van de tijdelijke commissie' (1996-1995). 24 653, nrs 15-16- 'College van toezicht sociale verzekering<strong>en</strong>'. http://nl.wikipedia.org/wiki/Ctsv.Laatst geraadpleegd 23 juni 2011.- ‘Parlem<strong>en</strong>tair onderzoek Ctsv-affaire (1996)http://www.parlem<strong>en</strong>t.com/9291000/modulesf/g5tkxing. Laatst geraadpleegd 29juni 201193


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Hotspot 9 - Staking<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huispersoneel (2001)Metatr<strong>en</strong>dsRelatie met- Hotspot Verpleegkundig<strong>en</strong>oproer- Domein <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>- Domein GezondheidDatering2001BeschrijvingOp 4, 5 <strong>en</strong> 6 mei 2001 legde verreweg het grootste deel van de Nederlandse huisarts<strong>en</strong>het werk neer. ‘De arbeidsomstandighed<strong>en</strong> zijn slecht <strong>en</strong> het honorarium is mager’,klaagde e<strong>en</strong> huisarts uit Sneek [Leeuwarder Courant 2001]. E<strong>en</strong> nationale staking,georganiseerd door de Landelijke Ver<strong>en</strong>iging voor Huisarts<strong>en</strong> (LVH), was nog niet eerdervoorgekom<strong>en</strong>. De huisarts<strong>en</strong> vroeg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> vergoeding voor gesteg<strong>en</strong> praktijkkost<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoger salaris. E<strong>en</strong> aantal dag<strong>en</strong> later begon ook e<strong>en</strong> staking van hetziek<strong>en</strong>huispersoneel. De hele maand mei organiseerd<strong>en</strong> zij, nadat Cao-onderhandeling<strong>en</strong>war<strong>en</strong> vastgelop<strong>en</strong>, diverse acties in sam<strong>en</strong>werking met de betrokk<strong>en</strong> vakbond<strong>en</strong>. Voorzowel de huisarts<strong>en</strong> als het ziek<strong>en</strong>huispersoneel gold dat zij e<strong>en</strong> deel van hun eis<strong>en</strong>ingewilligd zag<strong>en</strong>. De Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging voor Ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> (NVZ) besloot tot e<strong>en</strong>loonsverhoging, hoewel die niet zo hoog was als de actievoerders hadd<strong>en</strong> gevraagd. DeZorgverzekeraars Nederland (ZN) slot<strong>en</strong> begin juni e<strong>en</strong> akkoord met de huisarts<strong>en</strong>waardoor ook de arts<strong>en</strong> niet zo veel kreg<strong>en</strong> als gevraagd maar wel meer danaanvankelijk was toegezegd. In het voorjaar van 2002 dreigd<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong> opnieuwhet werk neer te legg<strong>en</strong> maar dit keer kwam m<strong>en</strong> zonder staking tot e<strong>en</strong> akkoord.In het najaar van 2000 legde de LHV e<strong>en</strong> rapport bij minister Els Borst vanvolksgezondheid op tafel waarin om meer geld voor de ongeveer 7000 huisarts<strong>en</strong> inNederland werd gevraagd. Het rapport sprak over e<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie voor gesteg<strong>en</strong>praktijkkost<strong>en</strong>, over e<strong>en</strong> tekort aan opleidingsplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> over e<strong>en</strong> slecht salaris.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wez<strong>en</strong> cijfers erop dat de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong>, zeker op het platteland, e<strong>en</strong> tekortaan huisarts<strong>en</strong> zou ontstaan. E<strong>en</strong> hoger salaris zou dit tij kunn<strong>en</strong> ker<strong>en</strong> <strong>en</strong> meerstud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor het huisarts<strong>en</strong>vak lat<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>. In het voorjaar van 2001 kondigde Borstverhoogde budgett<strong>en</strong> voor de zorg aan. Er klonk echter gemor onder de huisarts<strong>en</strong>. Zijwar<strong>en</strong> niet tevred<strong>en</strong> met de in hun og<strong>en</strong> veel te geringe verhoging van de budgett<strong>en</strong>.Onder leiding van de LHV werd voor e<strong>en</strong> middel gekoz<strong>en</strong> dat de Nederlandse huisarts<strong>en</strong>niet eerder hadd<strong>en</strong> ingezet: de staking. Begin mei legde zo’n 90 proc<strong>en</strong>t van dehuisarts<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oproep van patiënt<strong>en</strong>organisaties, zorgverzekeraars <strong>en</strong> de politiek omzich van staking te onthoud<strong>en</strong> naast zich neer. Drie dag<strong>en</strong> lang moest<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> bij hetziek<strong>en</strong>huis aanklopp<strong>en</strong> voor medische hulp. Er was veel commotie in de media; <strong>en</strong>erzijdsbestond begrip voor de stakingseis<strong>en</strong>, anderzijds vond m<strong>en</strong> het werk van de huisarts tebelangrijk om tijdelijk neer te kunn<strong>en</strong> legg<strong>en</strong>.Niet alle<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ontevred<strong>en</strong>. In de hele zorgsector werd<strong>en</strong>onderhandeling<strong>en</strong> gevoerd over e<strong>en</strong> nieuwe CAO. Hieraan t<strong>en</strong> grondslag lag het werk vande commissie-van Rijn, die in februari 2001 het rapport ‘De arbeidsmarkt in decollectieve sector’ publiceerde. Het rapport repte van toekomstige personeelstekort<strong>en</strong> inde zorg <strong>en</strong> het onderwijs. Het stelde e<strong>en</strong> aantal oplossing<strong>en</strong> voor zoals verbetering vanloopbaanperspectiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> efficiëntere inzet van personeel, waaronder e<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>gingvan de werkweek. Het kabinet reageerde door voor de zorg drie miljard guld<strong>en</strong> extrabeschikbaar te stell<strong>en</strong>. Als gevolg hiervan steg<strong>en</strong> de salariss<strong>en</strong> in verpleeg- <strong>en</strong>verzorgingshuiz<strong>en</strong>, in de thuiszorg <strong>en</strong> de gehandicapt<strong>en</strong>zorg [Het Financieele Dagblad94


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 20112001]. Maar de Cao-onderhandeling<strong>en</strong> over arbeidsvoorwaard<strong>en</strong> voor hetziek<strong>en</strong>huispersoneel liep<strong>en</strong> vast. De werkgeversorganisatie, de Nederlandse Ver<strong>en</strong>igingvoor Ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> (NVZ), vroeg om e<strong>en</strong> uitbreiding van de werkweek in ruil voor e<strong>en</strong>salarisverhoging. De bond<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> niet akkoord met e<strong>en</strong> langere werkweek <strong>en</strong> beslot<strong>en</strong>tot acties. Vlak na de staking van de huisarts<strong>en</strong> legde het ziek<strong>en</strong>personeel het werk neer.Tot e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e staking werd niet opgeroep<strong>en</strong>, de vakbond<strong>en</strong> verwachtt<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong>dergelijke actie door de rechter verbod<strong>en</strong> zou word<strong>en</strong>.Beide staking<strong>en</strong> eindigd<strong>en</strong> al snel in e<strong>en</strong> compromis. Kort na de driedaagsehuisarts<strong>en</strong>staking slot<strong>en</strong> de Zorgverzekeraars Nederland e<strong>en</strong> akkoord met het LHVwaarin e<strong>en</strong> stijging van de budgett<strong>en</strong> werd toegezegd. Er zou extra geld beschikbaarkom<strong>en</strong> om de gesteg<strong>en</strong> praktijkkost<strong>en</strong> te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> werd het inkom<strong>en</strong>van de huisarts-in-opleiding verhoogd <strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> er meer opleidingsplaats<strong>en</strong>. Na e<strong>en</strong>maand van estafettestaking<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> ook het ziek<strong>en</strong>huispersoneel <strong>en</strong> het NVZ tot e<strong>en</strong>vergelijk. Er werd afgesprok<strong>en</strong> de salariss<strong>en</strong> over twee jaar met 7,4% te verhog<strong>en</strong>.De huisarts<strong>en</strong>staking in 2001 was de eerste keer dat deze beroepsgroep het werkneerlegde om salariseis<strong>en</strong> kracht bij te zett<strong>en</strong>. Dat met het akkoord de actiebereidheidvan de huisarts<strong>en</strong> niet voorbij was bleek e<strong>en</strong> jaar later. De LHV vroeg in het voorjaar van2002 opnieuw om extra geld, dit keer voor e<strong>en</strong> verhoging van de vergoeding<strong>en</strong> vooravond- <strong>en</strong> week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. De dreiging van e<strong>en</strong> staking was dit keer voldo<strong>en</strong>de. Deminister zegde extra geld toe.Met deze acties had staking als drukmiddel in de wereld van de gezondheidszorg e<strong>en</strong>eig<strong>en</strong> plek verworv<strong>en</strong>: in 2002 beslot<strong>en</strong> bijvoorbeeld ook de medische specialist<strong>en</strong> testak<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> hoger salaris.Actor<strong>en</strong>- Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging voor Ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> (NVZ)- Landelijke Ver<strong>en</strong>iging voor Huisarts<strong>en</strong> (LVH)- AbvaKabo FNV- Zorgverzekeraars Nederland (ZN)- Commissie-van Rijn- Ministerie van VolksgezondheidBronn<strong>en</strong>- ‘Bijna alle Friese dokters gaan stak<strong>en</strong>’, Leeuwarder Courant 1 mei 2001 17.- J. Bruinsma, ‘Over vijf jaar zitt<strong>en</strong> drie miljo<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder huisarts’, DeVolkskrant 27 januari 2001 7.- ‘Waarom stak<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>?’, NRC Handelsblad 2 mei 2001 3.- D. Minkes, ‘Personeel Delfzicht wil ge<strong>en</strong> sigaar uit eig<strong>en</strong> doos’, Nieuwsblad van hetNoord<strong>en</strong>, 20 april 2001 9.- ‘Salarisonderzoek stimuleert CAO-overleg’, Het Financieele Dagblad, 28 februari2001 1.95


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Hotspot 10 - Code Tabaksblat (2003)Metatr<strong>en</strong>ds- Verzakelijking- Mondialisering- Herschikking van institutionele verband<strong>en</strong> <strong>en</strong> structur<strong>en</strong>Relatie met- Tr<strong>en</strong>d Verandering<strong>en</strong> in de conjunctuur <strong>en</strong> in de structuur van de economie- Tr<strong>en</strong>d Verandering<strong>en</strong> in de rol <strong>en</strong> positie van multinationale onderneming<strong>en</strong>- Domein RechtDatering2003BeschrijvingIn 2003 stelde e<strong>en</strong> commissie onder leiding van Morris Tabaksblat e<strong>en</strong> set gedragsregelsop voor ‘goed ondernemingsbestuur’ in Nederland. Daar was e<strong>en</strong> lange geschied<strong>en</strong>is aanvooraf gegaan.In de laatste twee dec<strong>en</strong>nia van de twintigste eeuw trad<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke verandering<strong>en</strong> opin het Nederlandse bedrijfslev<strong>en</strong>. In het algeme<strong>en</strong> was er sprake van e<strong>en</strong> verschuivingvan de traditionele gecoördineerde markteconomie naar e<strong>en</strong> liberale markteconomie. Hetgeslot<strong>en</strong> systeem, waarbij het ondernemingsbestuur in sam<strong>en</strong>werking met decommissariss<strong>en</strong> vooral lange termijn doel<strong>en</strong> nastreefde, waarbij het gebruikelijk was veelvan de winst terug te ploeg<strong>en</strong> in de onderneming, kwam onder druk te staan.Aandeelhouders, vanuit machtsposities als institutionele beleggers <strong>en</strong> beleggersconsortia,eist<strong>en</strong> r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t op korte termijn. Bedrijfsstrategieën werd<strong>en</strong> in die periode inderdaadsteeds meer gericht op het creër<strong>en</strong> van beurswaarde. Grote bedrijv<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>herverkaveld, opgesplitst <strong>en</strong> onderdel<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gekocht of verkocht wanneer daarmeede marktpositie kon word<strong>en</strong> versterkt. Daarbij kreeg de presid<strong>en</strong>t-directeur of voorzittervan de raad van bestuur e<strong>en</strong> steeds dominantere rol. Deze werd geacht e<strong>en</strong> persoonlijkevisie te ontwikkel<strong>en</strong> op de vraag welke activiteit<strong>en</strong> veelbelov<strong>en</strong>d g<strong>en</strong>oeg war<strong>en</strong> <strong>en</strong> welkebeter kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgebouwd. Wisseling<strong>en</strong> in het bestuur leidd<strong>en</strong> zo tot substantiëlekoerswijziging<strong>en</strong>. Dat kwam steeds vaker voor, omdat ook de traditie vanbedrijfscontinuïteit in het topmanagem<strong>en</strong>t verdwe<strong>en</strong>: bestuurders werd<strong>en</strong> afgerek<strong>en</strong>d opde korte termijn resultat<strong>en</strong> van het bedrijf.Aandeelhouders w<strong>en</strong>st<strong>en</strong> ook steeds meer directe invloed op het ondernemingsbeleid.Dat was niet altijd mogelijk omdat, volg<strong>en</strong>s de V<strong>en</strong>nootschapswet van 1971, voor degrotere v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> specifieke bestuursstructuur gold. Hierin had met name deraad van commissariss<strong>en</strong> grote bevoegdhed<strong>en</strong> bij het b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontslaan vandirectieled<strong>en</strong>, het vaststell<strong>en</strong> van de jaarrek<strong>en</strong>ing die dan ter goedkeuring aan deaandeelhouders werd voorgelegd, <strong>en</strong> het goedkeur<strong>en</strong> van belangrijke besluit<strong>en</strong>, als fusies<strong>en</strong> aandel<strong>en</strong>emissies. Commissariss<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> via coöptatie, waarbijde vergadering van aandeelhouders <strong>en</strong> de ondernemingsraad alle<strong>en</strong> advies uit kond<strong>en</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> bij of bezwaar kond<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> bepaalde b<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong>. De aandeelhoudersrestte in wez<strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> rol op de achterhand, zelfs als zij met e<strong>en</strong> meerderheid van deaandel<strong>en</strong> feitelijk economisch eig<strong>en</strong>aar war<strong>en</strong>. Daarnaast maakt<strong>en</strong> veel Nederlandsebedrijv<strong>en</strong> gebruik van één of meerdere beschermingsconstructies, zoals het gebruik vanprefer<strong>en</strong>te aandel<strong>en</strong> of het tuss<strong>en</strong>schakel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> administratiekantoor, dat zelfaandel<strong>en</strong> in portefeuille hield <strong>en</strong> daarvan certificat<strong>en</strong> afgaf, die de eig<strong>en</strong>aar wel rechtgav<strong>en</strong> op divid<strong>en</strong>d, maar niet om te stemm<strong>en</strong>.Binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landse aandeelhouders kond<strong>en</strong> hier steeds minder mee uit de voet<strong>en</strong>.Om rust te creër<strong>en</strong> haakte de overheid aan bij e<strong>en</strong> discussie die in het buit<strong>en</strong>land aleerder was opgelaaid <strong>en</strong> stelde e<strong>en</strong> commissie voor ‘Corporate Governance’ in - decommissie Peters - die in 1997 het rapport ‘Corporate Governance in Nederland: De96


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Veertig Aanbeveling<strong>en</strong>’ uitbracht. Deze war<strong>en</strong> er vooral op gericht om de factor ‘kapitaal’meer tot haar recht te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Het advies van de commissie bleef binn<strong>en</strong> degr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de bestaande wetgeving; zij deed ge<strong>en</strong> concrete aanbeveling<strong>en</strong> diedaadwerkelijk de invloed van aandeelhouders kond<strong>en</strong> vergrot<strong>en</strong>. Zij adviseerdebestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> om meer op<strong>en</strong>heid te bied<strong>en</strong> op financieel gebied <strong>en</strong> e<strong>en</strong>meer systematische wijze van werk<strong>en</strong>. Deze vrijblijv<strong>en</strong>de aanbeveling<strong>en</strong> leverd<strong>en</strong> niet alte veel op. Bedrijv<strong>en</strong> zag<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> aanleiding in om hun beschermingsconstructies op teheff<strong>en</strong>. Wel werd de financiële verslaggeving beter, maar dat was eerder bedoeld om dewaarde van de aandel<strong>en</strong> te verhog<strong>en</strong> om meer armslag te krijg<strong>en</strong> voor strategischebeslissing<strong>en</strong>, dan op aansluit<strong>en</strong> op de behoeft<strong>en</strong> van aandeelhouders.Noch de politiek, noch de beleggers war<strong>en</strong> hier tevred<strong>en</strong> mee. Zij wild<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>deregels voor transparantie, verantwoording <strong>en</strong> toezicht <strong>en</strong> duidelijke bevoegdhed<strong>en</strong> vooraandeelhouders. De situatie werd urg<strong>en</strong>t door e<strong>en</strong> aantal incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: de frauduleuzeteloorgang van de Amerikaanse <strong>en</strong>ergiereus Enron <strong>en</strong> van het Nederlandse IT- bedrijfBaan, de ophefmak<strong>en</strong>de beursgang van World Online <strong>en</strong> de foute voorlichting vanaandeelhouders door Shell <strong>en</strong> Ahold.Naast de onrust over de kwaliteit <strong>en</strong> toegankelijkheid van het bestuur vanonderneming<strong>en</strong>, was steeds meer maatschappelijke onvrede ontstaan over hetbeloningsbeleid voor bestuurders, dat de nieuwe liberale bestuurscultuur met zich meebracht. Bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> spiegeld<strong>en</strong> zich graag aan de gebruik<strong>en</strong> in hetVer<strong>en</strong>igd Koninkrijk <strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>. Dat gold zowel voor de beloning<strong>en</strong> op zich,voor uitgekeerde bonuss<strong>en</strong> in geld, opties of aandel<strong>en</strong> als voor riante vertrekpremies bijontslag. De onvrede gold in de eerste plaats voor werknemers. Die hadd<strong>en</strong> in hetAkkoord van Wass<strong>en</strong>aar uit 1982 <strong>en</strong> het C<strong>en</strong>traal akkoord ‘E<strong>en</strong> nieuwe koers’ uit 1993ingestemd met loonmatiging, in ruil voor toezegging<strong>en</strong> over werkgeleg<strong>en</strong>heid. Hetvoortdur<strong>en</strong>d tamboerer<strong>en</strong> door werkgevers op de noodzaak van blijv<strong>en</strong>de loonmatiging -terwijl de werkzekerheid werd aangetast door to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de flexibilisering <strong>en</strong> aan derecht<strong>en</strong> bij ontslag werd gemorreld - werd in de relatie tot de exploder<strong>en</strong>de beloning<strong>en</strong>voor bestuurders ervar<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> groot onrecht. Ook politiek <strong>en</strong> maatschappelijkontstond grote weerzin teg<strong>en</strong> deze gebruik<strong>en</strong>. Minister-presid<strong>en</strong>t Kok gebruikte in 1997de term ‘exhibitionistische zelfverrijking’, maar gaf tev<strong>en</strong>s aan dat de politiek feitelijkonmachtig was om in te grijp<strong>en</strong>: er kwam alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> wet op de op<strong>en</strong>baarheid van debeloning van bestuurders. In 2003 was er zelfs sprake van e<strong>en</strong> kopersstaking vanconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bij het aantred<strong>en</strong> van Anders Moberg als voorzitter van de raad vanbestuur van Ahold, to<strong>en</strong> zijn beloningspakket met gegarandeerde ontslagvergoedingbek<strong>en</strong>d werd, kort nadat duidelijk was geword<strong>en</strong> dat door problem<strong>en</strong> in het concern 400medewerkers hun baan zoud<strong>en</strong> verliez<strong>en</strong>.Om na alle problem<strong>en</strong>, incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke onrust de kwestie van ‘corporategovernance’ stevig aan te pakk<strong>en</strong> werd in 2003 door de ministers van Financiën <strong>en</strong> vanEconomische Zak<strong>en</strong>, met brede steun – van Euronext via de Ver<strong>en</strong>iging vanEffect<strong>en</strong>bezitters <strong>en</strong> het Nederlands c<strong>en</strong>trum van directeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> tot dewerkgeversorganisatie VNO-NCW - e<strong>en</strong> zware commissie ingesteld. Die stond onderleiding van de oud Unilever-topman Morris Tabaksblat <strong>en</strong> bestond verder uit ervar<strong>en</strong>bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> uit het bedrijfslev<strong>en</strong>.De commissie ging voortvar<strong>en</strong>d te werk <strong>en</strong> stelde binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele maand<strong>en</strong> de‘Nederlandse corporate governance code’ voor beursg<strong>en</strong>oteerde onderneming<strong>en</strong> op, diealgeme<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d zou word<strong>en</strong> als de ‘code Tabaksblat’. De code bestond uit 21 principes,verduidelijkt met ‘best practices’. Hij bevatte e<strong>en</strong> waslijst aan publicatie- <strong>en</strong>verantwoordingsplicht<strong>en</strong>, meer goedkeuringsrecht<strong>en</strong> voor aandeelhouders, eis<strong>en</strong> aanbestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitkled<strong>en</strong> van beschermingsconstructies. Hoewel decode binn<strong>en</strong> de bestaande wetgeving viel werd wel aanbevol<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>eruit wettelijk te veranker<strong>en</strong> of mogelijk te mak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijk onderdeel daarvan wasde regel ‘pas toe of leg uit’, die onderneming<strong>en</strong> verplichtte de code toe te pass<strong>en</strong>, danwel duidelijk te mak<strong>en</strong> waar <strong>en</strong> waarom er van werd afgewek<strong>en</strong>.97


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011Ondanks dat er in de comm<strong>en</strong>taarfase aanvankelijk nogal wat weerstand was vanuit hetbedrijfslev<strong>en</strong> werd de code breed aanvaard. Er ontstond zelfs <strong>en</strong>ige mate van euforie datdit netelige probleem eindelijk was opgelost. Tabaksblat werd e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de Nederlander.In de praktijk bleek de code e<strong>en</strong> behoorlijk succes. Het probleem van de beloning<strong>en</strong> wasechter niet opgelost. De code stelde weliswaar hoge eis<strong>en</strong> aan de duidelijkheid overbeloning<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperkte de ontslagvergoeding<strong>en</strong>, maar dat zette feitelijk ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele remop de beloning<strong>en</strong> <strong>en</strong> bonuss<strong>en</strong> zelf, zoals later bij de kredietcrisis pijnlijk duidelijk zouword<strong>en</strong>. Ook ontstond<strong>en</strong>, door het wegvall<strong>en</strong> van beschermingsconstructies, nieuweproblem<strong>en</strong> met private equity <strong>en</strong> hedgefunds die zich veel activistischer opsteld<strong>en</strong> dan‘gewone’ aandeelhouders. Zo eist<strong>en</strong> in 2006 twee grootaandeelhouders die sam<strong>en</strong> demeerderheid van de aandel<strong>en</strong> van Stork in bezit hadd<strong>en</strong> opsplitsing van het bedrijf <strong>en</strong>ontslag van commissariss<strong>en</strong>, iets wat uiteindelijk voor de Ondernemingskamer moestword<strong>en</strong> uitgevocht<strong>en</strong>.T<strong>en</strong>slotte was de reikwijdte van de code beperkt. Deze gold alle<strong>en</strong> voor beursg<strong>en</strong>oteerdeonderneming<strong>en</strong> met de statutaire zetel in Nederland. Beleggingsinstelling<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er vanuitgezonderd. Ook grote familiebedrijv<strong>en</strong> zonder beursnotering, die in Nederland nogsteeds ruim deel uitmaakt<strong>en</strong> van het bedrijfslev<strong>en</strong>, viel<strong>en</strong> er buit<strong>en</strong>.Actor<strong>en</strong>- Commissie Tabaksblat- Commissie Peters- Aandeelhouders- Ondernemingsbestuurders- Rad<strong>en</strong> van rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong>- Ministerie van Financiën- Ministerie van Economische Zak<strong>en</strong>- Euronext- Ver<strong>en</strong>iging van effect<strong>en</strong>bezitters- Nederlands c<strong>en</strong>trum van directeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>- VNO-NCW- Vakbond<strong>en</strong>Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur- Commissie corporate governance, De Nederlandse corporate governance code.Beginsel<strong>en</strong> van deugdelijk ondernemingsbestuur <strong>en</strong> best practice bepaling<strong>en</strong> (D<strong>en</strong>Haag 2003).- Couw<strong>en</strong>bergh, Pieter <strong>en</strong> Hein Ha<strong>en</strong><strong>en</strong>, De regels <strong>en</strong> het spel. Gesprekk<strong>en</strong> metMorris Tabaksblat (Amsterdam 2007).- Sluyterman, Keetie E., Ker<strong>en</strong>de kans<strong>en</strong>. Het Nederlandse bedrijfslev<strong>en</strong> in detwintigste eeuw (Amsterdam 2003).- Sluyterman, Keetie <strong>en</strong> B<strong>en</strong> Wubs, Over gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. Multinationals <strong>en</strong> de Nederlandsemarkteconomie, Serie: Bedrijfslev<strong>en</strong> in Nederland in de twintigste eeuw(Amsterdam 2009).- Touw<strong>en</strong>, Jero<strong>en</strong>, 'Varieties of capitalism' <strong>en</strong> de Nederlandse economie in deperiode 1950-2000. Tijdschrift voor Sociale <strong>en</strong> Economische Geschied<strong>en</strong>is, 3 (1)2006, pp. 73-104.- Zand<strong>en</strong>, J.L. van, E<strong>en</strong> klein land in de twintigste eeuw. Economische geschied<strong>en</strong>isvan Nederland 1914-1995 (Utrecht 1997)- http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2680/Economie/archief/article/detail/502862/1997/01/06/Rapport-Commissie-Peters-verhult-meer-dan-het-verhelder.dhtml(geraadpleegd 1 maart 2011).- http://nos.nl/artikel/60087-stork-<strong>en</strong>-hedgefunds-voor-de-rechter.html(geraadpleegd 1 maart 2011).98


Concept rapport <strong>Werk</strong> <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong> – december 2011ColofonAan dit rapport hebb<strong>en</strong> bijgedrag<strong>en</strong>- MA Dirk Kopp<strong>en</strong>ol- BA Philip Meijer- BA Manne van Riek- drs. Rachel Saleh- drs. Wietse Ve<strong>en</strong>stra- drs. Karoli<strong>en</strong> Verbrugge- drs. Leo van der Vliet99

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!