12.07.2015 Views

Oudenaarde - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 - Vlaanderen.be

Oudenaarde - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 - Vlaanderen.be

Oudenaarde - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Lokaal Sociaal Beleidsplan<strong>2008</strong> – 2013Stad <strong>Oudenaarde</strong>OCMW <strong>Oudenaarde</strong>


VoorwoordHet voorliggend <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> is een zeer <strong>be</strong>langrijk document omdat het dekomende jaren het referentiepunt bij uitstek zal zijn voor de uitwerking van het<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid in <strong>Oudenaarde</strong>.Het stads<strong>be</strong>stuur en de raad van het OCMW engageren zich <strong>be</strong>ide om ervoor tezorgen dat onze stad in haar geheel een leefgemeenschap is en blijft waarin desociale grondrechten van elke inwoner worden gevrijwaard als hefboom totvolwaardige maatschappelijke integratie.Om deze taak te vervullen, werken <strong>be</strong>ide lokale <strong>be</strong>sturen maximaal samen in vollerespect voor elkaars eigenheid en taakstelling.Voor de realisatie van dit ambitieuze plan is het absoluut noodzakelijk dat erblijvend en ruim wordt geïnvesteerd in een publieke sociale dienstverlening, om tevermijden dat wij zouden terechtkomen in een duale samenleving die een<strong>be</strong>schaafde maatschappij onwaardig is.Wij rekenen hiervoor ook duidelijk op een optimale samenwerking met het rijkesociale en <strong>sociaal</strong>-culturele middenveld, waar bijzonder veel kennis en engagementaanwezig is.Wij danken van harte de talrijke mensen die in vele overlegvergaderingen mede debasis heb<strong>be</strong>n helpen leggen voor dit Lokaal Sociaal Beleidsplan: de sociale dienstenvan OCMW en stad en de vertegenwoordigers van het brede middenveld.Wij danken ook Patrick De Jaegher die van de vele werknota’s een overzichtelijken leesbaar geheel heeft gemaakt.Wij <strong>be</strong>schikken nu over een breed gedragen <strong>be</strong>leidsinstrument. Laten wij er metzijn allen enthousiast mee aan de slag gaan.Pieter OrbieSchepen van Sociaal BeleidJean-Pierre Van Der MeirenVoorzitter OCMW1


InhoudstafelVoorwoord ........................................................................................................... 1Inhoudstafel ......................................................................................................... 2Inleiding .............................................................................................................. 8Deel 1 - <strong>Oudenaarde</strong> in <strong>be</strong>eld.................................................................................... 9Deel 2 - Taakverdeling en werkafspraken tussen de Stad en het OCMW ............................. 121 Bestuursakkoord tussen het stads<strong>be</strong>stuur en het OCMW (2001-2005).............................122 Samen werken aan een geïntegreerd <strong>lokaal</strong> welzijns<strong>be</strong>leid........................................122.1 Samen aan welzijn werken.........................................................................122.2 Taakverdeling ........................................................................................132.3 Financiën..............................................................................................133 Meerjarenplan (<strong>2008</strong>-2011) ..............................................................................14Deel 3 - Geïntegreerde visie op het Lokaal Sociaal Beleid............................................... 151 Inleiding.....................................................................................................152 Kansenpas ..................................................................................................153 Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.................................................................................154 Jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> ..........................................................................................165 Sport<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>...........................................................................................166 Cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> ........................................................................................17Deel 4 - Algemene Maatschappelijke dienstverlening .................................................... 181 Inleiding.....................................................................................................181.1 Definitie...............................................................................................181.2 Methodiek.............................................................................................181.3 Participatie ...........................................................................................191.3.1 Participatie van de actoren en adviesraden .............................................191.3.2 Participatie van specifieke doelgroepen .................................................201.3.3 Vormingplus-VLAD (Volkshogeschool Vlaamse Ardennen-Dender) ....................211.3.4 Samenlevingsopbouw Oost-<strong>Vlaanderen</strong> ...................................................212 Omgevingsanalyse .........................................................................................242.1 Totaal aantal inwoners in <strong>Oudenaarde</strong> op 01/01...............................................242.2 Profiel van de inwoners volgens geslacht in 2006 ..............................................242.3 Aantal inwoners volgens leeftijdscategorie op 1/01/06.......................................242.4 Profiel van de inwoners volgens nationaliteit...................................................252.5 Samenstelling <strong>be</strong>volking van vreemde nationaliteit ...........................................252.6 Evolutie van de <strong>be</strong>volking in 2006 ................................................................252.6.1 Geboorten en overlijdens in 2006 .........................................................252.6.2 Aankomsten en vertrekkers in 2006 .......................................................262.7 Bevolking volgens burgerlijke stand in 2005. ...................................................262.8 Bevolkingsdichtheid in 2006 .......................................................................262.9 Bevolkingscoëfficiënten ............................................................................262.9.1 Grijze druk ....................................................................................272.9.2 Groene druk ...................................................................................272.10 Bevolkingsprognoses.................................................................................272.10.1 Bevolkingsprognose volgens geslacht .....................................................282.10.2 Bevolkingsprognose volgens leeftijd ......................................................282.11 Verdeling van de huishoudens .....................................................................302


2.11.1 Aantal gezinnen ..............................................................................302.11.2 Huishoudens naar grootte in 2004 .........................................................302.11.3 Familiekernen in 2004 .......................................................................322.12 Huwelijken en echtscheidingen ..................................................................322.12.1 Huwelijken ....................................................................................322.12.2 Echtscheidingen ..............................................................................322.13 Inkomen van de <strong>be</strong>volking..........................................................................332.13.1 Gemiddeld inkomen per inwoner ..........................................................332.13.2 Gewaarborgd inkomen en inkomensgarantie voor ouderen ...........................332.13.3 Aantal rechtheb<strong>be</strong>nden op een integratietegemoetkoming (IT) of eeninkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) van de FOD Sociale Zekerheid......332.13.4 Aantal rechtheb<strong>be</strong>nden op een tegemoetkoming voor hulp aan <strong>be</strong>jaarden van deFOD Sociale Zekerheid.......................................................................342.14 Conclusie..............................................................................................343 Voorstelling van de maatschappelijke dienstverlening OCMW .....................................353.1 Maatschappelijke dienstverlening OCMW ........................................................353.2 Financiële hulpverlening ...........................................................................353.2.1 Leefloon .......................................................................................353.2.2 Financiële hulp onder andere vorm dan het leefloon ..................................363.3 Budget<strong>be</strong>geleiding - budget<strong>be</strong>heer - collectieve schuldenregeling..........................393.4 Materiële opvang voor asielzoekers ..............................................................413.5 Klusjesdienst .........................................................................................413.6 Sociale Winkel........................................................................................423.7 Juridische bijstand ..................................................................................423.8 Bijzondere opdrachten toegewezen aan het OCMW door de overheid......................423.8.1 lokale adviescommissie......................................................................423.8.2 de federale verwarmingstoelage ..........................................................433.9 Samenwerking met externe organisaties ........................................................433.10 Lokaal en regionaal overleg........................................................................453.11 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingen en acties .........................464 Voorstelling van de maatschappelijke dienstverlening Stad .......................................514.1 Sociaal <strong>be</strong>leid: opmaak <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen..........................................................544.2 Ondersteuning adviesraden ........................................................................544.2.1 De Seniorenraad ..............................................................................554.2.2 De Gezinsraad.................................................................................554.2.3 De Adviesraad voor Ontwikkelingssamenwerking .......................................554.3 Gezondheids<strong>be</strong>leid ..................................................................................554.4 Andere taken .........................................................................................564.5 Coördinatie <strong>be</strong>stuur sociale zaken en jeugd ....................................................564.6 Dienstverlening aan het stadspersoneel .........................................................574.7 Conclusie takenpakket sociale dienst ............................................................574.8 Samenwerkingsverbanden..........................................................................574.9 Toegankelijkheid en <strong>be</strong>reikbaarheid .............................................................594.10 Andere locale aktoren ..............................................................................634.11 Diensten Doelgroepen Matrix ......................................................................664.12 SWOT ..................................................................................................694.13 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingen en acties .........................725 Een Sociaal Huis in <strong>Oudenaarde</strong>.........................................................................785.1 Het Vlaams Decreet Lokaal Sociaal Beleid van 3 maart 2004 ................................785.2 Samenwerkingsprotocol Stad en OCMW ..........................................................785.3 Een Sociaal Huis in <strong>Oudenaarde</strong>...................................................................793


Deel 5 - Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.............................................. 801 Inleiding.....................................................................................................801.1 Definitie...............................................................................................801.2 Methodiek.............................................................................................801.3 Lokaal Overleg Kinderopvang: samenstelling en werking .....................................821.3.1 Wie? ............................................................................................821.3.2 Wat? ............................................................................................851.3.3 Waarom? .......................................................................................851.3.4 Wanneer? ......................................................................................851.3.5 Historiek van het <strong>lokaal</strong> overleg (buitenschoolse) kinderopvang .....................851.3.6 Lokaal overleg kinderopvang met ingang van 01/11/2007 ............................881.4 Participatie ...........................................................................................882 Omgevingsanalyse en conclusies ........................................................................892.1 Sociodemografische gegevens .....................................................................892.1.1 Totaal aantal inwoners in <strong>Oudenaarde</strong> op 01/01 .......................................892.1.2 Evolutie van het aantal geboorten in <strong>Oudenaarde</strong>......................................892.1.3 Aantal inwoners volgens leeftijdscategorie op 01/01/06..............................892.1.4 Aantal kinderen en jongeren per leeftijdsklasse op 01/01/07........................902.1.5 Aantal inwoners jonger dan 26 jaar per deelgemeente op 01/01/07................902.1.6 Aantal niet-Belgen jonger dan 26 jaar per deelgemeente op 01/01/07.............912.1.7 Bevolkingsprognose naar leeftijd (0 tot 19 jaar)........................................912.1.8 Besluit..........................................................................................912.2 Maatschappelijke gegevens ........................................................................922.2.1 Aantal gezinnen in <strong>Oudenaarde</strong>............................................................922.2.2 Aantal geboorten in kansarme gezinnen..................................................932.2.3 Familiekernen in 2004 .......................................................................932.2.4 Jongeren in de bijzondere jeugdbijstand op 01/01/2003 .............................942.2.5 Leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs, schooljaar 2004-2005 en 2005-2006 volgens woonplaats van de leerlingen..............................................952.2.6 Leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs, schooljaar 2004-2005 en2005-2006 volgens woonplaats van de leerlingen .......................................952.2.7 Schoolse vertraging ..........................................................................952.2.8 Besluit..........................................................................................962.3 Schoolse situatie.....................................................................................962.3.1 Basisscholen...................................................................................962.3.2 Secundaire scholen...........................................................................982.3.3 Volwassenenonderwijs.......................................................................992.3.4 Besluit..........................................................................................992.4 Kansarmoede en nieuwkomers ....................................................................992.5 Emigratie en immigratie - woon<strong>be</strong>leid / ruimtelijke ordening............................. 1002.6 Tewerkstelling en werkloosheid................................................................. 1013 De maatschappelijke functies van kinderopvang................................................... 1043.1 De economische functie .......................................................................... 1043.2 De sociale functie ................................................................................. 1043.3 De educatieve functie ............................................................................ 1043.4 Lokaal kinderopvangaanbod ..................................................................... 1053.4.1 Minicrèche................................................................................... 1053.4.2 Onthaalouder aangesloten bij een dienst voor opvanggezinnen.................... 1053.4.3 Zelfstandige onthaalouder................................................................ 1053.4.4 Aanbod van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur........................................................... 1063.4.5 Aanbod door particulieren ................................................................ 1183.4.6 Thuisoppas zieke kinderen................................................................ 1293.4.7 Andere diensten en instellingen voor kinderen en jongeren in <strong>Oudenaarde</strong> ..... 1294 Behoeften en verwachtingen op het vlak van kinderopvang ..................................... 1344.1 Wittevlekkenlijst .................................................................................. 1344


4.1.1 Wittevlekkenlijst buitenschoolse kinderopvang 2005 ................................ 1344.1.2 Wittevlekkenlijst voorschoolse kinderopvang 2005 ................................... 1354.2 Bevraging kinderopvanginitiatieven ............................................................ 1364.2.1 Vragenlijst................................................................................... 1374.2.2 Verwerking .................................................................................. 1384.3 Bevraging over de nood aan flexi<strong>be</strong>le en occasionele opvang – vergadering<strong>lokaal</strong> overleg d.d. 18/06/07. ................................................................... 1474.4 Bevraging van de ouders.......................................................................... 1495 Globale kwaliteit van de kinderopvang .............................................................. 1506 Inschatting toekomstige, te verwachten evolutie van vraag en aanbod........................ 1527 Integrale jeugdhulpverlening.......................................................................... 1548 Visie van het <strong>be</strong>leid op kinderopvang in <strong>Oudenaarde</strong> ............................................. 1558.1 Diensten doelgroepen matrix .................................................................... 1558.2 SWOT-analyse (sterktes/zwaktes/opportuniteiten/<strong>be</strong>dreigingen) ........................ 1608.3 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingen en acties ....................... 164Deel 6 - Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling............................................................................1751 Inleiding................................................................................................... 1751.1 Definitie werkgroep tewerkstelling Lokaal Sociaal Beleidsplan............................ 1751.2 Methodiek Werkgroep............................................................................. 1751.3 Participatie ......................................................................................... 1762 Omgevingsanalyse ....................................................................................... 1782.1 Werkloosheidsgraden.............................................................................. 1782.2 Activiteits- en werkgelegenheidsgraad......................................................... 1802.3 Algemene kenmerken Niet-werkende Werkzoekenden ...................................... 1812.4 Kansengroepen ..................................................................................... 1822.5 Jongeren ............................................................................................ 1832.6 Ouderen ............................................................................................. 1852.7 Langdurig werkzoekenden........................................................................ 1872.8 Laaggeschoolde werkzoekenden ................................................................ 1892.9 Ar<strong>be</strong>idsgehandicapten ............................................................................ 1902.10 Conclusies........................................................................................... 1913 Voorstelling diensten ................................................................................... 1933.1 Diensten Stad en OCMW .......................................................................... 1933.1.1 Dienst Weer-Werk .......................................................................... 1933.1.2 Net-Werk .................................................................................... 1943.1.3 PWA........................................................................................... 1943.2 Diensten Lokale Actoren.......................................................................... 1953.2.1 VDAB/ Lokale Werkwinkel ................................................................ 1953.2.2 Vokans........................................................................................ 1953.2.3 Kopa werkwillig............................................................................. 1973.2.4 Grijkoort..................................................................................... 1983.2.5 Groep Intro .................................................................................. 2003.2.6 Kringwinkel Vlaamse Ardennen .......................................................... 2023.2.7 Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen ............................................... 2033.2.8 Beschutte Werkplaats AAROVA........................................................... 2033.2.9 Recypal ...................................................................................... 2043.2.10 De Ent ........................................................................................ 2043.2.11 Bedrijvencentrum Vlaamse Ardennen................................................... 2053.2.12 UNIZO ........................................................................................ 2063.2.13 Vakbonden................................................................................... 2063.2.14 Interimkantoren ............................................................................ 2073.2.15 Jobkanaal.................................................................................... 2074 Diensten Doelgroepen Matrix.......................................................................... 2085 SWOT-analyse ............................................................................................ 2105


6 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingen en acties............................. 212Deel 7 - Personen met een handicap........................................................................2191 Inleiding................................................................................................... 2191.1 Definitie............................................................................................. 2191.2 Methodiek........................................................................................... 2191.3 Participatie ......................................................................................... 2202 Omgevingsanalyse en conclusies ...................................................................... 2212.1 Aantal personen met een handicap in 2006 ................................................... 2212.2 Aantal personen met een handicap volgens leeftijdscategorie in 2006................... 2212.3 Aantal rechtheb<strong>be</strong>nden op een integratietegemoetkoming (IT) of eeninkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) van de FOD Sociale Zekerheid ........... 2212.4 Aantal rechtheb<strong>be</strong>nden op een tegemoetkoming voor hulp aan <strong>be</strong>jaardenvan de FOD Sociale Zekerheid ................................................................... 2222.5 Aantal <strong>be</strong>gunstigden van de zorgverzekering in Oost-<strong>Vlaanderen</strong> – 2003-2004 .......... 2222.6 Aantal <strong>be</strong>gunstigden van de mantelzorgpremie Oost-<strong>Vlaanderen</strong> – 2003-2005 .......... 2222.7 Aantal <strong>be</strong>gunstigden van de mantelzorgpremie van het OCMW – 2006 ................... 2232.8 Onderwijssituatie van kinderen en jongeren met een handicap / Leerlingen in hetbuitengewoon onderwijs, schooljaar 2005-2006.............................................. 2232.9 Participatie van kinderen en jongeren met een handicap aan het jeugdwerk in 2005 2242.10 Aanbod voor personen met een handicap: erkenningen op 31/12/2005.................. 2242.11 Geregistreerde wachtenden op zorg ........................................................... 2242.12 Aantal geregistreerden per zorgvorm op de centrale wachtlijst Oost-<strong>Vlaanderen</strong> op01/01/2005 en 2006............................................................................... 2252.13 Aantal geregistreerden per leeftijdscategorie op de centrale wachtlijst Oost-<strong>Vlaanderen</strong>op 01/01/06 ........................................................................................ 2262.14 Cijfergegevens stedelijke speel-o-theek....................................................... 2272.15 Algemene conclusie vanuit de cijfergegevens ................................................ 2273 Voorstelling dienstverleningsaanbod ................................................................. 2283.1 Stads<strong>be</strong>stuur en OCMW ........................................................................... 2283.1.1 Sociale dienst stad <strong>Oudenaarde</strong> ......................................................... 2283.1.2 Kinderopvang Begijnhof ................................................................... 2293.1.3 Dienst babysitting .......................................................................... 2293.1.4 Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw............................................... 2293.1.5 Speelotheek De Zevensprong............................................................. 2303.1.6 OCMW ........................................................................................ 2313.2 Andere locale actoren ............................................................................ 2323.2.1 Revalidatiecentrum Ter Eecken.......................................................... 2323.2.2 Psychiatrische Thuiszorg Het Akkoord. ................................................. 2323.2.3 TWEB ......................................................................................... 2323.2.4 Heuvelheem – Activiteiten<strong>be</strong>geleiding.................................................. 2323.2.5 Beschutte Werkplaats Aarova ............................................................ 2333.2.6 Wit-Gele Kruis Oost-<strong>Vlaanderen</strong> – afdeling <strong>Oudenaarde</strong> ............................. 2333.2.7 Diensten voor gezinshulp.................................................................. 2333.2.8 Mutualiteiten................................................................................ 2333.2.9 Algemeen Ziekenhuis <strong>Oudenaarde</strong>....................................................... 2344 Toegankelijkheid openbare gebouwen stad en OCMW. ........................................... 2355 Dienstendoelgroepenmatrix ........................................................................... 2376 SWOT-analyse ............................................................................................ 2397 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingen en acties............................. 242Deel 8 - Huisvesting.............................................................................................2481 Inleiding................................................................................................... 2481.1 Definitie............................................................................................. 2481.2 Methodiek........................................................................................... 2496


1.3 Participatie ......................................................................................... 2501.3.1 Behoefteonderzoek <strong>be</strong>volking <strong>Oudenaarde</strong> novem<strong>be</strong>r 2003......................... 2501.3.2 Grondrechtenboom ........................................................................ 2501.3.3 Memorandum seniorenraad ............................................................... 2501.3.4 Project woonzinnig......................................................................... 2512 Cijfergegevens en analyse ............................................................................. 2522.1 Bevolkingscijfers................................................................................... 2522.2 Woningen<strong>be</strong>stand.................................................................................. 2552.3 Comfort in woningen.............................................................................. 2602.4 Betaalbaarheid van de woningen ............................................................... 2652.5 Sociaal patrimonium .............................................................................. 2702.6 Besluit omgevingsanalyse rond huisvesting.................................................... 2743 Voorstelling huidige dienstverlening ................................................................. 2763.1 Dienstverlening OCMW............................................................................ 2763.1.1 Huurservice.................................................................................. 2763.1.2 Trefpunt SVK Zuid Oost-<strong>Vlaanderen</strong>..................................................... 2763.1.3 Crisisopvangnetwerk politiezone Vlaamse Ardennen ................................. 2773.1.4 Crisisopvang OCMW <strong>Oudenaarde</strong>......................................................... 2773.1.5 Samenwerking met Serviceclub Soroptimisten ........................................ 2773.1.6 Ervaring opgebouwd binnen het OCMW rond algemene woonvragen .............. 2773.1.7 Samenwerking huurdersbond ............................................................. 2783.1.8 Tegemoetkoming in de huishuur en in de huurwaarborg ............................ 2783.2 Voorstelling dienstverlening andere huisvestingsactoren ................................... 2783.2.1 Stad <strong>Oudenaarde</strong> ........................................................................... 2783.2.2 Sociale huisvestingsmaatschappij ’Vlaamse Ardennen’ .............................. 2793.2.3 SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> ................................................................ 2803.2.4 TWEB ......................................................................................... 2803.2.5 Beschut Wonen ............................................................................. 2823.2.6 Psychiatrische thuiszorg ‘Het Akkoord’................................................. 2834 Dienstenmatrix........................................................................................... 2845 SWOT-analyse ............................................................................................ 2856 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingen en acties............................. 287Deel 9 - Ouderen-, Thuis- en Gezondheidszorg...........................................................2971 Inleiding................................................................................................... 2971.1 Definitie............................................................................................. 2971.2 methodiek .......................................................................................... 2981.3 Participatie ......................................................................................... 2992 Omgevingsanalyse: cijfergegevens en analyse...................................................... 3012.1 Demografische gegevens en evoluties.......................................................... 3012.2 Indicatoren rond welzijn en gezondheid....................................................... 3033 Voorstelling van de diensten .......................................................................... 3153.1 Voorstelling dienstverlening stad en OCMW ................................................... 3153.2 Voorstelling andere diensten .................................................................... 3164 Diensten- en doelgroepenmatrix...................................................................... 3215 SWOT-analyse ............................................................................................ 3246 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingen en acties............................. 325Deel 10 - Opvolging en evaluatie van het Lokaal Sociaal Beleidsplan ................................3507


InleidingMet het decreet op het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid van 03/03/2004 wil de Vlaamseregering ertoe bijdragen dat de samenwerking tussen de gemeenten en de OCMW’swordt versterkt, zodat er een <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid kan worden gevoerd dat is afgestemdop de noden en wensen van de lokale situatie. Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur, in dit geval degemeente en het OCMW, speelt op deze manier een centrale rol in de coördinatievan het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid.Door middel van het decreet op het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid streeft de overheid ernaarde toegang van elke burger te garanderen tot de sociale, economische en culturelegrondrechten en tot het recht op onderwijs. Ongelijkheid tussen burgers moetworden vermeden en weggewerkt en er moet aandacht zijn voor kwetsbare enkansarme groepen.Daarnaast is het de <strong>be</strong>doeling om de toegankelijkheid en de <strong>be</strong>reikbaarheid van desociale dienst- en hulpverlening voor de burgers te verhogen en het ruime lokaledienstverleningsaanbod <strong>be</strong>ter af te stemmen.De opmaak van het Lokaal Sociaal Beleidsplan vormt hiertoe een <strong>be</strong>langrijkinstrument.Het decreet op het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid legt sterk de nadruk op de participatie vanorganisaties, doelgroepen en burgers.Deze participatie pro<strong>be</strong>ren we in <strong>Oudenaarde</strong> te realiseren door te werken met eenstuurgroep, die de opmaak van het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> helpt coördineren, en metverschillende werkgroepen, die samengesteld zijn uit vertegenwoordigers vanlokale actoren en adviesraden.Het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> is opgemaakt rond 6 thema’s: algemene maatschappelijkedienstverlening, kinderen en jongeren, ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling, personen met eenhandicap, huisvesting, en ouderen-, thuis- en gezondheidszorg.De thema’s kinderen en jongeren, ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling, huisvesting enouderen-, thuis- en gezondheidszorg vloeien voort uit de vroegere knelpunten vanhet Sociaal Impulsfonds.Per thema wordt aandacht <strong>be</strong>steed aan een omgevingsanalyse, hetdienstverleningsaanbod van stad, OCMW en lokale actoren, en de doelstellingen enacties voor de periode <strong>2008</strong> – 2013.Het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> vormt voor stad en OCMW een leidraad voor de werking tijdens dekomende 6 jaar.8


Deel 1 – <strong>Oudenaarde</strong> in <strong>be</strong>eldDeel 1 - <strong>Oudenaarde</strong> in <strong>be</strong>eld 1<strong>Oudenaarde</strong> ligt in het zuidwesten van de provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.<strong>Oudenaarde</strong> kende de eerste stedelijke fusie van België. In 1965 fuseerde de stadmet zeven omliggende gemeenten: Leupegem, Bevere, Ename, Eine, Edelare,Volkegem en Nederename. In 1971 werd de stad verder uitgebreid met degemeenten Mater, Welden, Melden en Heurne. Ten slotte werden in 1977 nog eendeel van Ooike en van Mullem toegevoegd. <strong>Oudenaarde</strong> is dus opgebouwd uit eenveelheid van entiteiten. Samen met het verstedelijkt centrum vormen diverse(kleine) kerndorpen de Oudenaardse fusie.<strong>Oudenaarde</strong> telt vandaag bijna 29 000 inwoners voor een totale oppervlakte vanongeveer 7 000 hectare.In het Ruimtelijk Structuurplan <strong>Vlaanderen</strong> wordt <strong>Oudenaarde</strong> aangeduid alsstructuurondersteunend kleinstedelijk gebied. <strong>Oudenaarde</strong> is een goed uitgerustekleine stad die deze positie dankt aan de aanwezigheid van een grotetewerkstelling, een twintigtal scholen, een goed uitgebouwd handels- endienstencentrum, een ziekenhuis, een breed toeristisch aanbod en een vlottetreinverbinding.<strong>Oudenaarde</strong> ligt enigszins in de schaduw van het stedelijk kerngebied Antwerpen-Brussel-Gent. De stad situeert zich zo’n 25 kilometer ten zuiden van Gent. In ditgebied ten zuiden van Gent vormen <strong>Oudenaarde</strong> en Ronse stedelijke kernen vaneen duidelijk hogere hiërarchische orde dan de omliggende gemeenten.<strong>Oudenaarde</strong> en Ronse liggen tussen de regionale steden Kortrijk en Aalst. Enerzijdsis <strong>Oudenaarde</strong> regionaal sterk gericht op het Gentse, anderzijds vormt <strong>Oudenaarde</strong>een verzorgend centrum voor talloze kleine landelijke dorpjes en buurgemeentenuit de omgeving.<strong>Oudenaarde</strong> heeft een duidelijke centrumfunctie voor onderwijs, tewerkstelling enmedische verzorging ten aanzien van de omliggende gemeenten. De aanwezigheidop het grondgebied van 20 scholen, 7 industrieterreinen, 4 kleinere ambachtelijkezones en het ziekenhuis AZ <strong>Oudenaarde</strong> zijn de <strong>be</strong>langrijkste, maar zeker niet deenige factoren die bijdragen tot het regionaal <strong>be</strong>lang en de regionale uitstralingvan <strong>Oudenaarde</strong>. Ook het handelscentrum oefent een grote aantrekkingskracht uitop de omliggende gemeenten, vooral in het zuiden. Verder draagt deaanwezigheid van bovenlokale overheidsinstellingen bij tot de regionalegerichtheid van de omgeving op <strong>Oudenaarde</strong>. Onder meer de volgende instellingenzijn gehuisvest in de stad: de Ar<strong>be</strong>idsrechtbank, de Jeugdrechtbank, dePolitierechtbank, de Rechtbank van Eerste Aanleg, de Rechtbank van Koophandel,de gevangenis en een afdeling van het Ministerie van Financiën.1 Naar cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> <strong>Oudenaarde</strong>. An Hulsmans.9


Deel 1 – <strong>Oudenaarde</strong> in <strong>be</strong>eldDe ligging van <strong>Oudenaarde</strong> in de regio Vlaamse Ardennen biedt ook heel wattoeristische en recreatieve mogelijkheden. De ‘Vlaamse Ardennen’ is een van de<strong>be</strong>langrijkste traditionele landschappen in <strong>Vlaanderen</strong>.<strong>Oudenaarde</strong> dankt haar regionale uitstraling op cultureel en toeristisch gebied aande unieke combinatie van natuur en cultuur die de stad kenmerkt. <strong>Oudenaarde</strong>heeft een rijke geschiedenis die heel wat sporen heeft nagelaten in het landschapen de monumentale bouwkunst. Al deze elementen dragen bij tot de regionaleuitstraling van <strong>Oudenaarde</strong> als cultuurstad.Tot slot is <strong>Oudenaarde</strong> vlot <strong>be</strong>reikbaar. De stad wordt doorkruist door despoorlijnen Brussel-Kortrijk en Gent-Ronse. <strong>Oudenaarde</strong> heeft twee treinstations,een in het centrum op loopafstand van de Markt en een in Eine. Wat het busvervoer<strong>be</strong>treft wordt <strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>diend door verschillende buslijnen die ervoor zorgendat de stad een goede busverbinding heeft met alle omliggende grote kernen(Ronse, Avelgem, Zottegem, Gent, Deinze, Geraards<strong>be</strong>rgen en Waregem). Wat hetwegennet <strong>be</strong>treft is de N60 van groot <strong>be</strong>lang voor de ontsluiting van de eigen regio.De N60 biedt verder aansluiting op de E17 en de E40.De laatste jaren kent <strong>Oudenaarde</strong> een stijgend inwoneraantal. Deze groei is tewijten aan een positief migratiesaldo. De Oudenaardse <strong>be</strong>volking kent een grotegroep senioren. Anderzijds is er ook een grote groep jongeren. Algemeen kunnenwe stellen dat er in onze regio heel weinig niet-Belgen wonen.De <strong>be</strong>volkingsdichtheid van <strong>Oudenaarde</strong> ligt onder het Oost-Vlaamse en hetVlaamse gemiddelde. Wanneer we de globale <strong>be</strong>volkingsdichtheid van <strong>Oudenaarde</strong>vergelijken met de <strong>be</strong>volkingsdichtheid van de deelgemeenten, dan zien we dat ergrote verschillen zijn. <strong>Oudenaarde</strong> zelf is het dichtst <strong>be</strong>volkt, gevolgd door Ename,Edelare, Nederename, Leupegem, Eine en Bevere. De overige deelgemeenten zijnerg dun <strong>be</strong>volkt. Ooike is het dunst <strong>be</strong>volkt, gevolgd door Melden, Mater, Welden,Mullem, Heurne en Volkegem. Algemeen kunnen we stellen dat de<strong>be</strong>volkingsdichtheid het hoogst is in <strong>Oudenaarde</strong> en de deelgemeenten eromheenen het laagst in de deelgemeenten die in de periferie liggen.Verschillende indicatoren geven aan dat <strong>Oudenaarde</strong> op <strong>sociaal</strong>economisch vlakgoed presteert (voor de concrete cijfergegevens verwijzen we naar deomgevingsanalyse in de verschillende hoofdstukken).Uit de gegevens van het gemiddeld inkomen per inwoner blijkt dat de<strong>Oudenaarde</strong>naar gemiddeld rijker is dan de Belg, de Vlaming, de Oost-Vlaming ende andere inwoners van het arrondissement.<strong>Oudenaarde</strong> vervult een centrumfunctie op het vlak van tewerkstelling. Dat blijktuit de hoge werkgelegenheidsgraad.In de provinciale top tien van de werkgemeenten staat <strong>Oudenaarde</strong> op de derdeplaats, na Sint-Niklaas en Gent. De werkgelegenheidsgraad in <strong>Oudenaarde</strong> ligt verboven het arrondissementeel, provinciaal en Vlaams gemiddelde.De activiteitsgraad in <strong>Oudenaarde</strong> ligt hoger dan de activiteitsgraad in hetarrondissement, de provincie en <strong>Vlaanderen</strong>.De Oudenaardse <strong>be</strong>volking is vooral tewerkgesteld in de secundaire en quartairesector. De secundaire sector in <strong>Oudenaarde</strong> is vooral geconcentreerd langs de N60en de Schelde waar grote industrieterreinen liggen. Daarnaast <strong>be</strong>vinden zich in de10


Deel 1 – <strong>Oudenaarde</strong> in <strong>be</strong>eldstad ook een aantal geïsoleerde <strong>be</strong>drijven. De relatief hoge tewerkstelling in dequartaire sector kan verklaard worden door de aanwezigheid van een twintigtalscholen en een ziekenhuis op Oudenaards grondgebied. In vergelijking met hetarrondissement, de provincie en <strong>Vlaanderen</strong>, werken in <strong>Oudenaarde</strong> relatief gezienminder mensen in de primaire en tertiaire sector. Daar waar de verschillen voor deprimaire sector veeleer gering te noemen zijn, zijn de verschillen voor de tertiairesector wel <strong>be</strong>duidend. De tertiaire sector is in hoofdzaak geconcentreerd in destedelijke kern van <strong>Oudenaarde</strong>. Recentelijk zien we op alle niveaus een dalingvan de werkloosheidgraad.Het aandeel kinderen dat geboren wordt in kansarme gezinnen is in <strong>Oudenaarde</strong>lager dan in het arrondissement, de provincie en <strong>Vlaanderen</strong>.Wat armoede <strong>be</strong>treft zien we dat het aandeel gerechtigden op een GIB en IGO jaarna jaar daalt en dat het aandeel gerechtigden op een leefloon in <strong>Oudenaarde</strong> delaatste jaren stabiel blijft.Samenstelling College van burgemeester en schepenen en Gemeenteraad.De meerderheid wordt gevormd door de coalitie van VLD en CD&V-NVA en deoppositie door de partijen SAMEN, Groen! en Vlaams Belang.Het college van burgemeester en schepenen is samengesteld uit 5 leden van VLD en2 leden van CD&V-NVA.De gemeenteraad is samengesteld uit 12 leden van VLD, 8 leden van CD&V-NVA, 6leden van SAMEN, 2 leden van Vlaams Belang en 1 lid van Groen!.Samenstelling Vast Bureau en OCMW-raadDe meerderheid wordt gevormd door de coalitie VLD en CD&V-NVA en de oppositiedoor SAMEN. Groen! en Vlaams Belang zijn niet vertegenwoordigd in de OCMWraad.Het Vast Bureau is samengesteld uit 1 lid van de CD&V-NVA, 2 leden van VLD en 1lid van SAMEN.De OCMW-raad is samengesteld uit 3 leden van de CD&V-NVA, 3 leden van SAMENen 5 leden van de VLD.11


Deel 2 – Taakverdeling en werkafspraken tussen de Stad en het OCMWDeel 2 - Taakverdeling en werkafspraken tussen deStad en het OCMW1 Bestuursakkoord tussen het stads<strong>be</strong>stuur en het OCMW(2001-2005)Tijdens de legislatuur 2001-2005 sluiten de Stad en het OCMW een <strong>be</strong>stuursakkoordm.b.t. de coördinerende rol van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur en de uitvoering van eenmeerjarenplan.2 Samen werken aan een geïntegreerd <strong>lokaal</strong>welzijns<strong>be</strong>leidDe gemeente en het OCMW van <strong>Oudenaarde</strong> komen overeen om een <strong>lokaal</strong>geïntegreerd welzijns<strong>be</strong>leid te voeren. Daartoe worden volgende afsprakengemaakt.2.1 Samen aan welzijn werkenHet welzijns<strong>be</strong>leid moet worden gedragen door OCMW én stads<strong>be</strong>stuur.Beide <strong>be</strong>sturen engageren zich om gezamenlijk na te denken over het <strong>lokaal</strong>welzijns<strong>be</strong>leid en om samen, en niet naast of tegen elkaar, het lokalewelzijns<strong>be</strong>leid vorm te geven.Beide <strong>be</strong>sturen heb<strong>be</strong>n wettelijke taken inzake welzijn. Door gezamenlijkafspraken te maken en samen te werken, kan overlapping worden voorkomen,afstemming worden gerealiseerd en concurrentie worden tegengegaan.Om de samenwerking concreet gestalte te geven zal het overlegcomité stad-OCMWoptimaal worden gebruikt. Beide <strong>be</strong>sturen zullen zich inzetten voor een zo efficiëntmogelijke werking van het overlegcomité. Het overlegcomité zal minstens 4 maalper jaar samenkomen.OCMW en stads<strong>be</strong>stuur maken afspraken over de organisatie van het ambtelijkoverleg. De verantwoordelijken van de sociale diensten van stad en OCMW zullen 4maal per jaar samen komen inzake voor<strong>be</strong>reiding en uitvoering van het <strong>lokaal</strong>welzijns<strong>be</strong>leid.OCMW en stads<strong>be</strong>stuur maken afspraken over de openbaarheid en de communicatieaan de burger omtrent het <strong>lokaal</strong> welzijns<strong>be</strong>leid. Daarbij scheppen zij een zo grootmogelijke duidelijkheid voor de burgers over de <strong>be</strong>reikbaarheid en deaanspreekbaarheid van <strong>be</strong>ide <strong>be</strong>sturen inzake welzijn.De communicatie aan de burgers zal ge<strong>be</strong>uren via het Infomagazine van de stad, deOCMWeetjes en de websites van <strong>be</strong>ide <strong>be</strong>sturen.Het stads<strong>be</strong>stuur en het OCMW erkennen elkaars taak in het <strong>lokaal</strong> welzijns<strong>be</strong>leid.Het OCMW erkent dat het realiseren van een geïntegreerd <strong>lokaal</strong> welzijns<strong>be</strong>leidenkel lukt wanneer het stads<strong>be</strong>stuur in de gemeentelijke <strong>be</strong>leidsdomeinen de12


Deel 2 – Taakverdeling en werkafspraken tussen de Stad en het OCMWwelzijnseffecten verrekent. Het stads<strong>be</strong>stuur engageert zich om in alle anderegemeentelijke <strong>be</strong>leidsdomeinen rekening te houden met de welzijnsaspecten en –effecten.2.2 TaakverdelingHet stads<strong>be</strong>stuur en het OCMW kiezen samen voor een specifieke taakverdelingtussen stad en OCMW.Het stads<strong>be</strong>stuur en het OCMW nemen elk specifieke welzijnstaken op zich. Detaken zijn complementair aan elkaar en worden in deze overeenkomst duidelijkafgebakend. OCMW en stads<strong>be</strong>stuur blijven gedurende de hele legislatuur overlegplegen. Op het overlegcomité wordt het globale welzijns<strong>be</strong>leid uitgetekend en<strong>be</strong>waakt. De schepen sociale zaken is aanwezig op de OCMW-raad, de voorzittervan het OCMW is aanwezig op het college van burgemeester en schepenen bij<strong>be</strong>sprekingen over welzijn.Het OCMW en het stads<strong>be</strong>stuur zijn <strong>be</strong>ide een aanspreekpunt voor de burger inverband met welzijn, maar verwijzen door naar elkaars diensten voor die domeinendie de andere partner <strong>be</strong>hartigt.De taakverdeling en het loket waar de burger voor welzijnsmateries terecht kan,worden duidelijk gecommuniceerd aan de burgers.Indien op eenzelfde deelterrein <strong>be</strong>ide <strong>be</strong>sturen werkzaam zijn, wordt vastgelegdwelk <strong>be</strong>stuur de eindverantwoordelijkheid heeft voor dat terrein, en wordtgedetailleerd omschreven wie binnen dat terrein welke taken heeft.Op het overlegcomité Stad-OCMW kunnen, indien nodig, nieuwe toewijzingenge<strong>be</strong>uren.AlgemeenKinderopvang <strong>be</strong>hoort tot de <strong>be</strong>voegdheid van het stads<strong>be</strong>stuur en <strong>be</strong>jaardenzorg<strong>be</strong>hoort tot de <strong>be</strong>voegdheid van het OCMW.De eindverantwoordelijkheid voor de mantelzorgpremie ligt bij het OCMW. Dit<strong>be</strong>let niet dat de inwoners van de stad voor de aanvraag van een mantelzorgpremieook terecht kunnen bij de sociale dienst van de stad.SpecifiekDe taakverdeling tussen de sociale dienst van het stads<strong>be</strong>stuur en het OCMW wordt<strong>be</strong>sproken in de verschillende hoofdstukken van het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>2.3 FinanciënHet stads<strong>be</strong>stuur garandeert voldoende middelen voor het uitvoeren van dewelzijnstaken toegewezen aan het OCMW.Het <strong>be</strong>stuursakkoord tussen het stads<strong>be</strong>stuur en het OCMW werd goedgekeurd inhet overlegcomité Stad/OCMW op 06/07/2005, goedgekeurd door de OCMW-raad op12/09/2005 en goedgekeurd door de gemeenteraad op 26/09/200513


Deel 2 – Taakverdeling en werkafspraken tussen de Stad en het OCMW3 Meerjarenplan (<strong>2008</strong>-2011)Het meerjarenplan voor de periode <strong>2008</strong>-2011 werd <strong>be</strong>sproken op hetoverlegcomité Stad/OCMW op 23/11/2007 en vervolgens in decem<strong>be</strong>r 2007 tergoedkeuring voorgelegd aan de OCMW-raad en de gemeenteraad.Na de goedkeuring van het meerjarenplan zal een nieuw <strong>be</strong>stuursakkoord tussen deStad en het OCMW m.b.t. de taakverdeling en de werkafspraken wordenopgemaakt.14


Deel 3 – Geïntegreerde visie op het Lokaal Sociaal BeleidDeel 3 - Geïntegreerde visie op het Lokaal SociaalBeleid1 InleidingIn het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kunnen de plannen worden opgenomen met<strong>be</strong>trekking tot de sectoren die het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur wenst te integreren in het <strong>lokaal</strong><strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>. Dit wordt sectorale planverlichting genoemd, maar in depraktijk niet als planverlichting ervaren.2 KansenpasBinnen het stads<strong>be</strong>stuur worden tegen 31/12/07 verschillende <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nenopgemaakt door verschillende diensten. Het <strong>be</strong>treft naast het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>, het cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>, het sport<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> en het jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.De rode draad doorheen al deze <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen is ‘de kansenpas’.De kansenpas is gegroeid vanuit de werkgroep ‘kansen voor cultuur’. De partnersvan deze werkgroep zijn de stedelijke sociale dienst, de cultuurdienst, debibliotheek, het OCMW, de leden van de cultuurraad, 2 vrijwilligersorganisaties enVormingplus VLAD, die de trekkersrol vervult.De werkgroep stelde zich tot doel drempelverlagende initiatieven te nemen om decultuurparticipatie in de brede zin (cultuur, sport, vrije tijd, …) voorkansengroepen te verhogen. Het OCMW stelde een deel van de middelen van hetcultuurparticipatiefonds ter <strong>be</strong>schikking voor de uitbouw van de kansenpas.Geleidelijk aan werd vanuit deze werkgroep gewerkt naar de invoering van eenkansenpas in <strong>Oudenaarde</strong>, met de oprichting van een stuurgroep kansenpas alsuitvloeisel.De kansenpas werkt rond volgende aandachtspunten: prijs, informatie op maat,toeleiding op maat en een breed en kwalitatief aanbod cultureel en vrijetijdsaanbod voor kansarmen in de brede zin van het woord.Bedoeling is om te starten met de invoering van het kansenpastarief bij devrijetijdsdiensten van het stads<strong>be</strong>stuur (cultuurdienst, bibliotheek, toeristischedienst, sportdienst, jeugddienst, teken- en muziekacademie). Op termijn is het de<strong>be</strong>doeling het kansenpastarief uit te breiden tot de private vrijetijdsinitiatievenzoals sport- en jeugdverenigingen, schoolgebonden activiteiten, …Als kanttekening willen we nog vermelden dat de kansenpas maar degelijk kanworden uitgewerkt en uitgevoerd als de nodige personele middelen ter <strong>be</strong>schikkingworden gesteld.3 Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Op 04/05/07 keurde de Vlaamse Regering het ontwerp van nieuw <strong>be</strong>sluit goedhoudende het <strong>lokaal</strong> overleg omtrent kinderopvang.De Vlaamse Overheid erkent de lokale <strong>be</strong>sturen als partner m.b.t. het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>leidinzake kinderopvang en als lokale regisseur van de kinderopvang.15


Deel 3 – Geïntegreerde visie op het Lokaal Sociaal BeleidDe inwerkingtreding van dit <strong>be</strong>sluit houdt in dat het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvangwordt opgemaakt door het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur en dat dit kan als onderdeel van het<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.<strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>schikte nog niet over een kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>. Hetstads<strong>be</strong>stuur <strong>be</strong>sliste het kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> op te maken als onderdeel vanhet <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> in het kader van deze sectorale planverlichting.4 Jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Los van de kansenpas zijn er nog linken tussen het kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> en hetjeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>, in die zin dat <strong>be</strong>ide <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen <strong>be</strong>trekking heb<strong>be</strong>n opdezelfde doelgroep, nl. kinderen en jongeren.Beide <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen <strong>be</strong>handelen echter wel gescheiden thema’s, nl. kinderopvangenerzijds en de organisatie van vrijetijds<strong>be</strong>steding voor kinderen en jongeren enondersteuning van het jeugdwerk anderzijds.Het thema speelpleinwerking komt in <strong>be</strong>ide <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen aan bod, bij hetkinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> als vorm van kinderopvang en bij het jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> alsvorm van vrijetijds<strong>be</strong>steding.De jeugddienst staat open voor personen met een handicap. Elke aanvraag voordeelname aan vrijetijdsactiviteiten wordt geval per geval <strong>be</strong>keken, maar er wordtdoor de jeugddienst zelf geen specifiek aanbod voor personen met een handicapuitgewerkt.Er is ook een overeenkomst op het vlak van vrijetijds<strong>be</strong>steding voor personen meteen handicap in die zin dat de kermisnamiddag voor personen met een handicapeen gezamenlijk initiatief is van de stedelijke sociale dienst, de speelotheek(<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>), de jeugddienst (jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>) en de dienstfeestelijkheden.Het nieuwe jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> <strong>be</strong>steedt heel wat aandacht aan jeugdinformatie enhet <strong>be</strong>kendmaken van het aanbod vanuit de jeugddienst naar de <strong>be</strong>trokkendoelgroep. Daarnaast is er ook heel wat aandacht voor inspraak en <strong>be</strong>trokkenheidvan kinderen en jongeren bij het jeugd<strong>be</strong>leid van de stad.Deze doelstellingen liggen in de lijn van de doelstellingen van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>, nl. het investeren in <strong>be</strong>kendmaking van het aanbod zodat er meergebruik van gemaakt wordt en de nadruk op de <strong>be</strong>trokkenheid en inspraak van degebruikers.5 Sport<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>In het sport<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> wordt bijzondere aandacht <strong>be</strong>steed aan de doelgroepenjeugd, senioren en personen met een handicap, doelgroepen die ook in het <strong>lokaal</strong><strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> aan bod komen.Er wordt aandacht <strong>be</strong>steed aan jeugdopleidingen binnen sportverenigingen, aan detoegankelijkheid van sport voor kinderen en jongeren, aan een ruim en kwalitatiefaanbod zowel tijdens het schooljaar als tijdens de vakantieperiodes en aan desamenwerking tussen de scholen en de sportdienst/sportclubs.Er zal worden gewerkt aan een <strong>be</strong>tere toegankelijkheid van het sportaanbod voorsenioren en personen met een handicap en een <strong>be</strong>tere toegankelijkheid van desportaccommodatie voor personen met een handicap.16


Deel 3 – Geïntegreerde visie op het Lokaal Sociaal Beleid6 Cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>De dienst Cultuur <strong>be</strong>steedt in het cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> aandacht aan de doelgroepenkinderen en jongeren, personen met een handicap en senioren.Die aandacht richt zich op 2 vlakken, nl. de communicatie van het aanbod aan dedoelgroep en het afstemmen van de programmatie op de doelgroep.17


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningDeel 4 - Algemene Maatschappelijke dienstverlening1 InleidingVertrekkend vanuit de knelpunten van het vroegere Sociaal Impuls Fonds werd<strong>be</strong>slist om in het Lokaal Sociaal Beleidsplan te werken rond de thema’s kinderen enjongeren, personen met een handicap, huisvesting, ouderen en thuiszorg en ar<strong>be</strong>iden tewerkstelling.Daarnaast werd <strong>be</strong>slist eveneens te werken rond het thema ‘algemenemaatschappelijke dienstverlening’, aangezien dit een <strong>be</strong>langrijk werkterrein is vande sociale diensten van stad en OCMW dat kadert binnen het thematoegankelijkheid en <strong>be</strong>reikbaarheid van de sociale dienst- en hulpverlening uit hetdecreet op het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid.1.1 DefinitieDe sociale diensten van het stads<strong>be</strong>stuur en het OCMW willen laagdrempelig zijn enopenstaan voor alle inwoners van <strong>Oudenaarde</strong>.Beide diensten heb<strong>be</strong>n een aantal wettelijke opgelegde en niet-wettelijkeopdrachten t.o.v. de <strong>be</strong>volking, waarbij een kwaliteitsvolle en toegankelijkedienst- en hulpverlening wordt nagestreefd.Beide diensten staan in voor informatieverstrekking en opvolging van decliëntdossiers met de daarbij horende psychosociale ondersteuning, en eencorrecte doorverwijzing naar en samenwerking met andere lokale actoren. Hetstads<strong>be</strong>stuur en OCMW heb<strong>be</strong>n bij de uitvoering van hun taken bijzondere aandachtvoor kansengroepen.Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur heeft tevens een signaalfunctie naar de hogere overheid.1.2 MethodiekIn het kader van de opmaak van dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd <strong>be</strong>slist per thema eenwerkgroep op te richten, die de opmaak van elk deel van het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> mee zouhelpen uitwerken.Voor de opmaak van dit hoofdstuk werd een <strong>be</strong>roep gedaan op de inbreng van deleden van de werkgroep ‘algemene maatschappelijke dienstverlening’. Het <strong>be</strong>trefthier diensten en instellingen die werkzaam zijn op het vlak van algemenemaatschappelijke dienstverlening.De werkgroep ‘algemene maatschappelijke dienstverlening’ is als volgtsamengesteld:- sociale dienst stads<strong>be</strong>stuur- sociale dienst OCMW- Christelijke mutualiteit- Li<strong>be</strong>rale mutualiteit- Socialistische mutualiteit18


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening- Justitieel welzijnswerk- vzw Kansarmen- Regionaal WelzijnsoverlegDe werkgroep kwam samen op volgende momenten: 21/02/06, 30/05/06 (nietdoorgegaan) en 29/06/06.De opkomst voor deze vergaderingen was telkens vrij laag.Op deze vergaderingen werden volgende punten <strong>be</strong>sproken:- de voorstelling van de leden van de werkgroep;- een toelichting bij het decreet en het stappenplan;- een toelichting bij de oprichting van een stuurgroep en de taak en manier vanwerken van de werkgroepen;- de <strong>be</strong>spreking van de dienstverlening van de stad en het OCMW op het vlak vanalgemene maatschappelijke dienstverlening;- de <strong>be</strong>spreking van de positieve en negatieve elementen in de werking van deverschillende diensten en de mogelijkheden tot samenwerking endoorverwijzing;- het Sociaal Huis in <strong>Oudenaarde</strong>;- de sneuvelnota.De opkomst voor deze vergaderingen was elke keer vrij <strong>be</strong>perkt.1.3 ParticipatieHet decreet op het Lokaal Sociaal Beleid van 19/03/2004 omschrijft in art. 3 1° hetLokaal Sociaal Beleid: het geheel van de <strong>be</strong>leids<strong>be</strong>paling en acties van het <strong>lokaal</strong><strong>be</strong>stuur en de acties van lokale actoren, met het oog op het garanderen van detoegang van elke burger tot de rechten, vastgelegd in art. 23 en art. 24 §3 van deGrondwet (de sociale grondrechten).Het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid en het Lokaal Sociaal Beleidsplan omvatten meer dan heteigen <strong>be</strong>leid en de eigen dienstverlening van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur.Het Lokaal Sociaal Beleidsplan omvat ook de <strong>be</strong>trokkenheid van particuliereorganisaties die <strong>lokaal</strong> actief zijn.1.3.1 Participatie van de actoren en adviesradenOm de opmaak van het Lokaal Sociaal Beleidsplan te coördineren werd in 2005<strong>be</strong>slist een stuurgroep op te richten. Deze stuurgroep is samengesteld uit politiekevertegenwoordigers van het stads- en OCMW-<strong>be</strong>stuur en vertegenwoordigers van deadviesraden en de lokale aktoren.Concreet ziet de samenstelling er als volgt uit:- de Schepen van Sociale Zaken en de Voorzitter van het OCMW- de verantwoordelijken van de sociale dienst van de stad en het OCMW19


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening- 1 vertegenwoordiger van de fracties VLD, CD&V-NVA, Samen-GROEN! van deOCMW-raad en de gemeenteraad- 1 vertegenwoordiger van de gezinsraad, de seniorenraad en de jeugdraad- 1 vertegenwoordiger van Centrum Algemeen Welzijnswerk- 1 vertegenwoordiger van Regionaal Welzijnsoverleg- 1 vertegenwoordiger van de Sociale Huisvestingsmaatschappij en het SociaalVerhuurkantoor- 2 vertegenwoordigers per strekking van het Oost-Vlaams Zorgplatform- 1 vertegenwoordiger van de Cel Lokaal Sociaal Beleid per strekking- 1 vertegenwoordiger van de Lokale Werkwinkel- 1 vertegenwoordiger van vzw PISAD- 1 vertegenwoordiger van Kind en Gezin.Begin 2007 werd <strong>be</strong>slist de vertegenwoordigers van OCMW- en gemeenteraad teinformeren via de geëigende kanalen van OCMW- en stads<strong>be</strong>stuur en niet meer te<strong>be</strong>trekken in de stuurgroep.Omwille van de praktische werkbaarheid werd <strong>be</strong>slist om ook per thema (algemenemaatschappelijke dienstverlening, kinderen en jongeren, ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling,personen met een handicap, huisvesting, , ouderen-, thuis- en gezondheidszorg)een werkgroep op te richten. De werkgroepen zijn samengesteld uit lokale actorendie actief zijn op het grondgebied van <strong>Oudenaarde</strong> en binnen het domein van hetwerkthema van die <strong>be</strong>paalde werkgroep.Participatie ge<strong>be</strong>urt ook door overleg en samenwerking met de stedelijkeadviesraden.In <strong>Oudenaarde</strong> zijn heel wat adviesraden actief m.b.t. thema’s die verband houdenmet het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid, nl. de seniorenraad, de gezinsraad, de jeugdraad, desportraad en de cultuurraad. De eerste 3 adviesraden werden expliciet <strong>be</strong>trokkenbij de opmaak van het Lokaal Sociaal Beleidsplan door hun deelname aan destuurgroep en de werkgroepen.In elke adviesraad werden daarnaast de hoofdstukken uit het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> <strong>be</strong>sprokendie hen aan<strong>be</strong>langen.Het pas opgerichte <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang moet verplicht advies geven overhet kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> en de uitwerking en uitvoering van dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.Tegen <strong>be</strong>gin <strong>2008</strong> zal er in <strong>Oudenaarde</strong> ook een adviesraad voor personen met eenhandicap werkzaam zijn. Deze adviesraad zal het luik ‘personen met een handicap’opvolgen.1.3.2 Participatie van specifieke doelgroepenDit Lokaal Sociaal Beleidsplan wil ook bijzondere aandacht <strong>be</strong>steden aan departicipatie van burgers met minder <strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langen in de stad.Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur kon hierbij rekenen op de medewerking van Vormingplus-Vladen Samenlevingsopbouw Oost-<strong>Vlaanderen</strong> die de dialoog heb<strong>be</strong>n aangegaan met degroepen met minder <strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langen.20


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening1.3.3 Vormingplus-VLAD (Volkshogeschool Vlaamse Ardennen-Dender)Begin 2005 organiseerde Vormingplus een enquête in 6 gemeenten in de regio Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong>. In <strong>Oudenaarde</strong> werden een 30-tal mensen uit kansarme gezinnen<strong>be</strong>vraagd. Uit de diverse interviews kwamen onder meer volgende elementen naarvoor :- een aantal <strong>sociaal</strong>-culturele verenigingen geven aan dat kansarmen geenaansluiting vinden bij hun vereniging;- er wordt vastgesteld dat maatschappelijk werkers uit de sociale sector heel watenergie stoppen in pogingen om die kansarmen naar <strong>sociaal</strong>-cultureleactiviteiten te leiden, maar slechts met matig succes;- er wordt vastgesteld dat bij een aantal <strong>sociaal</strong>-culturele organisaties en hetlokale <strong>be</strong>leid (stad en OCMW) de <strong>be</strong>reidheid aanwezig is om inspanningen televeren om de participatie van kansarmen aan het <strong>sociaal</strong>-culturele leven teverhogen.In april 2005 heb<strong>be</strong>n de vzw Kansarmen en Vormingplus met ondersteuning van destad <strong>Oudenaarde</strong> samen een eerste activiteit georganiseerd, nl. een <strong>be</strong>geleid<strong>be</strong>zoek aan de tentoonstelling over Adriaan Brouwer. Een groep van 25volwassenen en 6 kinderen heb<strong>be</strong>n met veel interesse van dit <strong>be</strong>zoek genoten.Naar aanleiding van deze activiteit heb<strong>be</strong>n een aantal kansarmen gevraagd omnogmaals iets te organiseren.Op 7 okto<strong>be</strong>r 2005 werd de werkgroep ‘Kansen voor Cultuur’ opgestart metvolgende partners : de stadsdiensten (Dienst Cultuur, Dienst Sociale Zaken,bibliotheek), de sociale dienst OCMW, leden van de cultuurraad (ACW,Vermeylenfonds), vrijwilligersorganisaties (Gézuar en vzw Kansarmen) enVormingplus-VLAD.De werkgroep ’Kansen voor Cultuur’ formuleerde volgende doelstellingen:- concrete drempelverlagende initiatieven nemen om cultuurparticipatie te<strong>be</strong>vorderen;- kansarmen laten deelnemen aan een aantal socio-culturele ofvormingsactiviteiten;- ervaringen uitwisselen, zoeken naar drempelverlagende initiatieven en eenaantal daarvan uitpro<strong>be</strong>ren.1.3.4 Samenlevingsopbouw Oost-<strong>Vlaanderen</strong>Samenlevingsopbouw Oost-<strong>Vlaanderen</strong> realiseerde in samenwerking met deProvincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong> het project Grondrechtenboom.Grondrechtenboom is een project dat lokale <strong>be</strong>sturen op korte en lange termijneen instrument aanreikt om rekening te houden met de groepen met minder<strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langen (asielzoekers, sociale huurders, kwetsbare jongeren,kansengroepen op de ar<strong>be</strong>idsmarkt, daklozen, OCMW-cliënten).Het OCMW van <strong>Oudenaarde</strong> verleende zijn medewerking aan het projectGrondrechtenboom voor de regio Vlaamse Ardennen. In de Vlaamse Ardennen21


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningwerden in totaal 10 groepsmomenten georganiseerd waarbij 10 doelgroepenwerden <strong>be</strong>vraagd (armen, ouderen, allochtonen en asielzoekers, cliëntenhulpverlening OCMW, kansengroepen tewerkstelling, wonen en woonomgeving,thuislozen, zelfzorggroepen, ouderengroep en kwetsbare jongeren).Op 23 novem<strong>be</strong>r 2006 organiseerde Samenlevingsopbouw Oost-<strong>Vlaanderen</strong> insamenwerking met het OCMW van <strong>Oudenaarde</strong> de <strong>be</strong>vraging over de 10 socialegrondrechten bij cliënten van de hulpverlening in de vergaderzaal van hetadministratief centrum van het OCMW. Op dit ontmoetingsmoment waren 7personen aanwezig: 6 cliënten van het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> en 1 cliënt van hetOCMW Ronse.Op 1 maart 2007 kwam deze groep opnieuw bijeen om de resultaten van hetonderzoek te <strong>be</strong>kijken.Op 16 maart 2007 werden de resultaten van de <strong>be</strong>vraging in de regio VlaamseArdennen over de sociale grondrechten tijdens de Welzijns<strong>be</strong>urs <strong>Oudenaarde</strong>voorgesteld aan de lokale <strong>be</strong>sturen uit de regio Vlaamse Ardennen.Omtrent de maatschappelijke dienstverlening kwamen uit het onderzoek naar desociale grondrechten volgende ervaringen naar voor:culturele en maatschappelijke ontplooiingpositieve ervaringen:- het ruime culturele aanbod, een goed en ruim sportaanbod, goede informatie<strong>be</strong>schikbaarnegatieve ervaringen:- toegankelijkheid: nood aan kinderopvang bij activiteiten, meer gratis socialeactiviteiten, speelpleinwerking stopt ‘s avonds te vroeg, meer informatie nodigover aanbod, meer informatie over vakantieparticipatie verspreiden, meerinformatie over sportactiviteiten verspreiden via OCMW- financieel: cultuur en sport is te duur- <strong>be</strong>eldvorming: negatief <strong>be</strong>eld van armen en profiteurs, nood aan positiever<strong>be</strong>eld van andere culturensuggesties:- nood aan meer sociale activiteiten en ontmoetingsplaatsgrondrecht sociale bijstandpositieve ervaringen:- de dienstverlening van mutualiteiten en Vrolijke Kring Ronsenegatieve ervaringen:- toegankelijkheid: leefloon mag niet afhankelijk zijn van het aantal werkjaren,meer opvanghuizen voor thuislozen nodig, meer informatie over diensten OCMWverspreiden, informatie niet doorzichtig en laagdrempelig, informatie moetrechtstreeks aan de mensen gericht zijn- dienstverlening: <strong>be</strong>tere informatie, <strong>be</strong>ter en vriendelijk onthaal, goededienstverlening nodig (menselijk en zonder vooroordelen en op maat), meer22


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningopeningsuren van stadhuis, post en bank, dienstverlening zou in taal naar keuzemoeten zijn, vriendelijker onthaal, kwaliteit dienstverlening mag niet afhangenvan de dienstverlener, klachten moeten worden opgevolgd- financieel: financiële steun is te <strong>be</strong>perkt, leefloon moet geïndexeerd worden,toelage voor elektriciteit en gas nodigsuggesties:- nood aan <strong>sociaal</strong> restaurant, nood aan centraal informatiepunt voor alle info endienstengrondrecht juridische bijstandpositieve ervaringen:- sociale onderzoeken bij echtscheidingnegatieve ervaringen:- toegankelijkheid: wetten moeten meer aangepast zijn aan het individu, teweinig doorzichtige informatie <strong>be</strong>schikbaar- dienstverlening: te weinig of geen <strong>be</strong>geleiding bij jonge delinquenten, pro-Deoadvocaten zijn niet goed en te traag, gerecht werkt slecht en traag- gelijke kansen: meer doen tegen discriminatie van allochtonenRWO <strong>Oudenaarde</strong>Het Regionaal Welzijnsoverleg arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> pro<strong>be</strong>ert opverschillende terreinen diensten samen te brengen voor overleg en samenwerkingvoor een regio-overschrijdende aanpak van problemen.<strong>be</strong>hoefteonderzoek OCMWHet OCMW <strong>Oudenaarde</strong> heeft in 2003 een <strong>be</strong>hoefteonderzoek uitgevoerd bij de<strong>be</strong>volking van <strong>Oudenaarde</strong>, teneinde een <strong>be</strong>leidsvisie te kunnen uitbouwen diekadert in het zorgstrategisch plan. Dit onderzoek was voornamelijk gericht opouderen<strong>be</strong>leid en daarmee samenhangend het huisvestings<strong>be</strong>leid.De resultaten van deze <strong>be</strong>vraging bij de <strong>be</strong>volking zijn verwerkt in het hoofdstukOuderen-, Thuis- en Gezondheidszorg.23


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening2 Omgevingsanalyse2.1 Totaal aantal inwoners in <strong>Oudenaarde</strong> op 01/01 22004 2005 2006 200728 070 28 299 28 517 28 820Het totaal aantal inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>draagt 28 820 op 01/01/07.Het stijgt geleidelijk aan over de periode 2004-2007.2.2 Profiel van de inwoners volgens geslacht in 2006 32006 Mannen Vrouwen TotaalBelgen 13 911 14 406 28 317Vreemdelingen 260 246 506Totaal 14 171 14 652 28 823De Oudenaardse <strong>be</strong>volking telt ongeveer 50% mannen en vrouwen.Bij de Belgen zijn er iets meer vrouwen en bij de vreemdelingen iets meer mannen.2.3 Aantal inwoners volgens leeftijdscategorie op 1/01/06 4Leeftijd 0 tot 19 jaar 20 tot 64 jaar 65 plusAantal inwoners 6 130 16 804 5 583Deze indeling is gelinkt aan de grote leeftijdsfasen in een mensenleven, nl. deschoolse periode, het werkende leven en de pensioengerechtigde leeftijd.De leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar is de grootste en vertegenwoordigt 51,93% vande totale Oudenaardse <strong>be</strong>volking.Daarna volgt de leeftijdsgroep van 0 tot 19 jaar. Deze vertegenwoordigt 21,50% vanhet totaal aantal inwoners.De 65-plussers vormen de kleinste leeftijdsgroep met 19,58%.2 Gegevens Dienst Bevolking Stad <strong>Oudenaarde</strong>.3 Gegevens Dienst Bevolking Stad <strong>Oudenaarde</strong>.4 Gegevens Dienst Bevolking Stad <strong>Oudenaarde</strong>.24


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening2.4 Profiel van de inwoners volgens nationaliteit 52006 Mannen Vrouwen TotaalBelgen 13 911 14 406 28 317Vreemdelingen 260 246 506Totaal 14 171 14 652 28 823De Belgen vertegenwoordigen 98% van de Oudenaardse <strong>be</strong>volking.De vreemdelingen vormen met 2% slechts een klein deel van de <strong>be</strong>volking.2.5 Samenstelling <strong>be</strong>volking van vreemde nationaliteit 62006 Mannen Vrouwen TotaalEU 143 114 257Niet-EU 123 137 26049% van de vreemdelingen zijn afkomstig van EU landen. 51% is afkomstig van niet-EU landen.2.6 Evolutie van de <strong>be</strong>volking in 20062.6.1 Geboorten en overlijdens in 20062006 Belgen Vreemdelingen TotaalGEBOORTEN M V T M V T M V TIn de gemeente 95 85 180 1 4 5 96 89 185Buiten de gemeente 56 43 99 0 1 1 56 44 100In het buitenland 0 1 1 0 0 0 0 1 1Totaal 151 129 280 1 5 6 152 134 286OVERLIJDENS M V T M V T M V TIn de gemeente 111 100 211 0 0 0 111 100 211Buiten de gemeente 21 22 43 0 0 0 21 22 43In het buitenland 1 0 1 0 0 0 1 0 1Totaal 133 122 255 0 0 0 133 122 255In totaal werden in 2006 286 kinderen geboren en werden er 255 overlijdensgeregistreerd binnen de gemeente. Dit <strong>be</strong>tekent een positief saldo of een aangroeivan 31 personen.5 Gegevens Dienst Bevolking Stad <strong>Oudenaarde</strong>.6 Gegevens Dienst Bevolking Stad <strong>Oudenaarde</strong>.25


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening2.6.2 Aankomsten en vertrekkers in 20062006 Belgen Vreemdelingen TotaalAANKOMSTEN M V T M V T M V TVreemdelingen naar 0 0 0 28 22 50 28 22 50<strong>be</strong>volkingsregisterWerving van andere 7 9 16 0 0 0 7 9 16nationaliteitUit andere Belgische 623 592 1 215 29 20 49 652 612 1 264gemeenteUit het buitenland 13 8 21 23 22 45 36 30 66Totaal 1 396VERTREK M V T M V T M V TNaar andere Belgische 532 477 1.009 13 6 19 545 483 1 028gemeenteNaar het buitenland 20 16 36 1 2 3 21 18 39Ambtshalve afvoering 6 4 10 1 0 1 7 4 11Van0 0 0 28 22 50 28 22 50vreemdelingenregisternr <strong>be</strong>volkingsregisterVerwerving andere 0 0 0 7 9 16 7 9 16nationaliteitTotaal 1.144In 2006 telden we 1 396 aankomsten en 1 144 vertrekken. Dit <strong>be</strong>tekent een positiefsaldo of een aangroei van 252 inwoners.2.7 Bevolking volgens burgerlijke stand in 2005. 7ongehuwd gehuwd gescheiden weduwe/naar<strong>Oudenaarde</strong> 39,04 47,15 6,54 7,27Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 39,29 47,28 5,94 7,50Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 39,82 46,45 6,86 6,87<strong>Vlaanderen</strong> 40,01 46,76 6,65 6,5947,15% van de <strong>be</strong>volking is gehuwd, 39,04% is ongehuwd, 7,27% is weduwnaar en6,54% is gescheiden.Wat de burgerlijke stand <strong>be</strong>treft vertoont <strong>Oudenaarde</strong> dezelfde verdeling als hetarrondissement, Oost-<strong>Vlaanderen</strong> en <strong>Vlaanderen</strong>.2.8 Bevolkingsdichtheid in 2006<strong>Oudenaarde</strong> heeft een oppervlakte van 6 857 ha en een <strong>be</strong>volkingsdichtheid van420 inwoners per km2.2.9 BevolkingscoëfficiëntenDe <strong>be</strong>volkingscoëfficiënten maken het mogelijk om weer te geven hoe deverschillende leeftijdsgroepen zich ten opzichte van elkaar verhouden.7 Sociale situatieschets van Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 2006. Inge Dellaert. p. 16.26


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening2.9.1 Grijze drukDe grijze druk geeft de verhouding weer tussen het aantal 60-plussers en het aantal20 tot 59 jarigen.2005 2015 2025<strong>Oudenaarde</strong> 44,78 49,21 64,20Arr <strong>Oudenaarde</strong> 44,57 51,37 64,98O-<strong>Vlaanderen</strong> 41,35 49,58 63,54De grijze druk vertoont tussen 2005 en 2025 een spectaculaire stijging. Dat<strong>be</strong>tekent dat het aandeel 60-plussers ten opzichte van de actieve <strong>be</strong>volking tussen20 en 59 jaar in de toekomst steeds groter zal worden.In alle steden en gemeenten van Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, dus ook in <strong>Oudenaarde</strong>, stijgt degrijze druk over de jaren heen.2.9.2 Groene drukNaast de grijze druk, die het aantal ouderen plaatst tegenover het aantal actieven,spreekt men ook van groene druk. Hier wordt het aantal jongeren geplaatsttegenover het aantal actieven.2005 2015 2025<strong>Oudenaarde</strong> 39,70 38,22 40,87Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 41,95 40,47 41,78Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 39,40 38,90 40,80De verhouding tussen de jongeren en de actieven blijft dus relatief stabiel.2.10 Bevolkingsprognoses 8Op basis van de <strong>be</strong>volkingsprognoses kunnen we nagaan hoe de <strong>be</strong>volking zalevolueren over de periode 2010 - 2025.Op basis van de <strong>be</strong>volkingsaantallen en rekening houdend met een aantalhypothesen wordt een projectie gedaan van de toekomstige <strong>be</strong>volking.8 Sociale situatieschets van Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 2006. Inge Dellaert. p. 32 tot 39.27


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening2.10.1 Bevolkingsprognose volgens geslacht2010 2015 2020 2025M V M V M V M V<strong>Oudenaarde</strong> 13 876 14 396 13 957 14 416 14 002 14 399 14 037 14 362Arr <strong>Oudenaarde</strong> 56 749 58 776 56 812 58 834 56 707 58 680 56 595 58 539Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 684 627 708 249 688 113 713 097 688 506 714 322 687 399 714 081<strong>Vlaanderen</strong> 3 013 169 3 108 964 3 036 059 3 142 735 3 046 416 3 161 169 3 050 339 3 172 892Het aantal mannen zal stijgen over de periode 2010 tot 2025.Het aantal vrouwen zal stijgen over de periode 2010 tot 2015 en zal daarna een daling kennen rond 2020 tot 2025.Algemeen genomen vertoont de <strong>be</strong>volkingsprognose een stijgende lijn vanaf 2010 en stagneert rond 2025.2.10.2 Bevolkingsprognose volgens leeftijdBij deze prognose wordt rekening gehouden met de 3 grote fasen in een mensenleven, nl. het schools leven, het werkend leven enhet leven na pensionering.Bevolkingsprognose volgens leeftijd: 0 – 19 jaar2010 2015 2020 2025M V M V M V M V<strong>Oudenaarde</strong> 3 066 2 929 2 958 2 832 2 904 2 769 2 888 2 772Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 12 896 12 459 12 444 11 954 12 102 11 541 11 908 11 357Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 151 387 145 615 147 609 141 576 144 637 138 489 142 990 136 819Uit deze ta<strong>be</strong>l kunnen we afleiden dat de leeftijdsgroep van 0 tot 19 jaar in <strong>Oudenaarde</strong> inde toekomst zal verkleinen van 5 995 in2010 naar 5 660 in 2025. Dit geldt eveneens voor het arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> en de provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.28


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningBevolkingsprognose volgens leeftijd: 20 - 64 jaar2010 2015 2020 2025M V M V M V M V<strong>Oudenaarde</strong> 8 566 8 266 8 618 8 457 8 490 8 165 8 176 7 847Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 34 596 33 345 34 335 34 107 33 559 32 847 32 417 31 871Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 1 856 882 1 820 062 1 844 674 1 862 311 1 808 018 1 785 475 1 743 138 1 724 911Uit deze ta<strong>be</strong>l kunnen we afleiden dat de leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar in <strong>Oudenaarde</strong> aanvankelijk zal toenemen, maar zaldalen over de periode 2020 en 2025. Ook voor Oost-<strong>Vlaanderen</strong> zal deze leeftijdsgroep dalen, zij het in iets mindere mate dan de 0tot 19- jarigen. De daling is iets groter voor de mannen dan voor de vrouwen.Bevolkingsprognose volgens leeftijd: 65-plussers2010 2015 2020 2025M V M V M V M V<strong>Oudenaarde</strong> 2 244 3 202 2 376 3 358 2 608 3 464 2 972 3 745Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 9 251 12 974 10 004 13 638 11 058 14 288 12 656 15 311Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 108 552 148 710 120 364 160 521 132 302 171 574 146 973 186 025Het aantal 65-plussers in <strong>Oudenaarde</strong> stijgt over de periode 2010 tot 2025, evenals het aantal 65-plussers in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>. Destijging van het aantal mannen is groter dan de stijging van het aantal vrouwen.29


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening2.11 Verdeling van de huishoudens2.11.1 Aantal gezinnen<strong>Oudenaarde</strong> telde in 2006 11 994 gezinnen.2.11.2 Huishoudens naar grootte in 2004 9Naast cijfers over individuen zijn er ook gegevens die meer informatie geven overde gezinnen. Het gaat hier over de grootte van de huishoudens en de samenstellingvan de familiekernenEen huishouden <strong>be</strong>staat uit 1 persoon die alleen leeft ofwel uit 2 of meer personen,al dan niet aan elkaar verwant, die gewoonlijk in dezelfde woning wonen en ersamenleven. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen particuliere huishoudens encollectieve huishoudens. Bij particuliere huishoudens is er een ‘verwantschap’.Onder collectieve huishoudens verstaan we kloostergemeenschappen, rusthuizen,ziekenhuizen, gevangenissen,…Zowat overal merken we een stijging van het aantal huishoudens.De alleenwonende vrouwen scoren overal hoger dan de alleenwonende mannen.Hierin speelt de grote groep alleenwonende oudere vrouwen (60+) een <strong>be</strong>langrijkerol.De stijging van het aantal huishoudens over de jaren heen is voornamelijk te wijtenaan een stijging van het aantal alleenwonenden t.o.v. het aantal huishoudens met2 of meer personen.Het aantal collectieve huishoudens vertoont niet echt een trend, noch stijgend,noch dalend.9 Sociale situatieschets van Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 2006. Inge Dellaert. p.24.30


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningAlleenwonendPrivate huishoudensman vrouw 2 pers 3 pers 4 pers 5 pers 6 en meercollectievehuishoudenstotaalgemidd.gezinsgrootte<strong>Oudenaarde</strong> 1 326 1 812 4 017 1 987 1 731 502 169 18 11 562 2,39Arr.<strong>Oudenaarde</strong>5 120 6 754 15 613 8 248 7 037 2 262 887 68 45 989 2,46Oost-75 352 90 267 196 335 97 198 78 618 25 312 9 714 774 573 570 2,36<strong>Vlaanderen</strong><strong>Vlaanderen</strong> 325 635 388 163 835 093 409 738 353 930 120 090 47 459 3 354 2 483 462 2,3931


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening2.11.3 Familiekernen in 2004 10Een familiekern verwijst naar wettelijk gehuwde paren, of samenwonenden met ofzonder kinderen, of een vader/moeder met een of meer ongehuwde kinderen. Eenfamiliekern kan dus maar een deel van een huishouden zijn (m.a.w. eenhuishouden kan <strong>be</strong>staan uit 1 of meerdere familiekernen). Alleenstaanden wordenhier dus niet geteld.(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)<strong>Oudenaarde</strong> 2 895 3 533 340 892 65 7 725 4,40 11,55Arr.11 443 14 721 1 498 3 466 359 31 487 4,76 11,01<strong>Oudenaarde</strong>Oost-Vl. 139 558 165 605 17 626 45 265 4 423 372.477 4,73 12,15<strong>Vlaanderen</strong> 603 161 735 596 75 299 192 113 20 183 1 626 352 4,63 11,81(1) echtpaar zonder kinderen(2) echtpaar met ongehuwde kinderen(3) vader met ongehuwde kinderen(4) moeder met ongehuwde kinderen(5) huishoudens met meerdere kernen(6) totaal kernen(7) percentage alleenstaande vaders(8) percentage alleenstaande moedersUit deze ta<strong>be</strong>l kunnen we afleiden dat de meeste kinderen in <strong>Oudenaarde</strong> in eengezin met <strong>be</strong>ide ouders wonen.Wanneer we kijken naar de gezinnen waarbij een kind bij een alleenstaande vaderof moeder woont, dan stellen we vast dat er meer kinderen bij de moeder (11,55%)wonen dan bij de vader (4,40%).Globaal genomen zien we datzelfde patroon ook in het arrondissement<strong>Oudenaarde</strong>, Oost-<strong>Vlaanderen</strong> en <strong>Vlaanderen</strong>.2.12 Huwelijken en echtscheidingen 112.12.1 Huwelijken2004 2005 2006109 100 131Het aantal huwelijken schommelt over de jaren, maar neemt toe in 2006.2.12.2 Echtscheidingen2004 2005 200674 62 6210 Sociale situatieschets van Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 2006. Inge Dellaert. p. 27.11 Cijfers Dienst Bevolking stad <strong>Oudenaarde</strong>.32


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningDe neerwaartse lijn van het aantal huwelijken en de opwaartse lijn van het aantalechtscheidingen wordt sinds 2004 doorbroken op Oost-Vlaams en Vlaams niveau, endit ook in <strong>Oudenaarde</strong>.2.13 Inkomen van de <strong>be</strong>volking 122.13.1 Gemiddeld inkomen per inwonerHet gemiddeld inkomen per inwoner wordt <strong>be</strong>rekend door het totaal netto<strong>be</strong>lastbaar inkomen te delen door de gemiddelde <strong>be</strong>volking (gemiddelde van de<strong>be</strong>volking op 01/01 en op 31/12).2002 2003 2004inkoment.o.v.t.o.v.t.o.v.inkomeninkomen<strong>Vlaanderen</strong><strong>Vlaanderen</strong><strong>Vlaanderen</strong><strong>Oudenaarde</strong> 12 614 100,6 13 068 100,5 13 654 101,3Arrondissement 12 213 97,4 12 700 97,7 13 196 97,9O-<strong>Vlaanderen</strong> 12 611 100,6 13 118 100,9 13 566 100,6Sinds 2002 is het gemiddeld inkomen per inwoner gestegen voor <strong>Oudenaarde</strong> en hetarrondissement. Voor Oost-<strong>Vlaanderen</strong> blijft het gelijkaardig.In <strong>Oudenaarde</strong> ligt het gemiddeld inkomen per inwoner iets hoger dan in hetarrondissement <strong>Oudenaarde</strong> en is het gelijklopend met de provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.2.13.2 Gewaarborgd inkomen en inkomensgarantie voor ouderenPersonen vanaf 65 jaar kunnen een <strong>be</strong>roep doen op een inkomensgarantie voorouderen indien ze zelf niet over voldoende <strong>be</strong>staansmiddelen <strong>be</strong>schikken (inkomenonder het leefloon). In 2001 werd het gewaarborgd inkomen voor ouderenvervangen door de inkomensgarantie voor ouderen.In 2004 genoten in totaal 98 inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> een gewaarborgd inkomenen 223 inwoners een inkomensgarantie voor ouderen. Dit is 1,15% van deOudenaardse <strong>be</strong>volking.2.13.3 Aantal rechtheb<strong>be</strong>nden op een integratietegemoetkoming (IT) ofeen inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) van de FODSociale Zekerheid 132005 2005 2006 2006Gemeente IT IVT IT IVT<strong>Oudenaarde</strong> 276 159 277 183Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 1 203 707 1 228 797Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 13 374 8 141 13 856 9 253<strong>Vlaanderen</strong> 56 608 34 008 58 522 38 61012 Sociale situatieschets van Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 2006. Inge Dellaert. P. 91 tot 106.13 FOD Sociale Zekerheid, dienst personen met een handicap via Lokale Statistieken.33


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningDeze tegemoetkomingen zijn <strong>be</strong>doeld voor personen met een handicap dieblijvende kosten heb<strong>be</strong>n om zich in het maatschappelijk leven aan te passen of dieniet in staat zijn om meer te verdienen dan 1/3 van wat een gezond persoon kanverdienen.Voor <strong>be</strong>ide tegemoetkomingen zit het aantal goedgekeurde aanvragen in stijgendelijn en dit zowel op gemeentelijk, arrondissementeel, provinciaal en Vlaamsniveau.2.13.4 Aantal rechtheb<strong>be</strong>nden op een tegemoetkoming voor hulp aan<strong>be</strong>jaarden van de FOD Sociale Zekerheid 142006GemeenteHulp aan Bejaarden<strong>Oudenaarde</strong> 476De tegemoetkoming voor hulp aan <strong>be</strong>jaarden is een aanvulling op het pensioen voorzorg<strong>be</strong>hoevende personen met een laag inkomen.In 2006 genoten 476 personen effectief een tegemoetkoming.2.14 ConclusieUit deze omgevingsanalyse kunnen we <strong>be</strong>sluiten dat:- het totaal aantal inwoners de laatste jaren geleidelijk aan stijgt en verder zalblijven stijgen tot 2025;- de leeftijdgroep van 20 tot 64 jaar de grootste is, gevolgd door deleeftijdsgroep van 0 tot 19 jaar en de 65-plussers en dat de leeftijdsgroep vande 65-plussers in de toekomst zal stijgen;- de vreemdelingen slechts 2% van de totale <strong>be</strong>volking uitmaken;- de <strong>be</strong>volking een aangroei kent als gevolg van het positief saldo geboortenoverlijdensen aankomsten-vertrekkers;- de grijze druk over de jaren heen zal toenemen;- de groene druk over de jaren heen stabiel zal blijven;- het gemiddeld inkomen van de inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> hoger is dan hetarrondissementeel en Oost-Vlaams gemiddelde;- <strong>Oudenaarde</strong> weinig gezinnen telt met een laag inkomen.14 FOD Sociale Zekerheid. Dienst statistieken.34


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening3 Voorstelling van de maatschappelijke dienstverleningOCMW3.1 Maatschappelijke dienstverlening OCMWDe sociale dienst verzorgt met 16 medewerkers de maatschappelijkedienstverlening van het OCMW in <strong>Oudenaarde</strong>:- 10 maatschappelijk werkers- 2 administratieve medewerkers- 1 klusjesman en 2 hulpwerkkrachten- 1 onderhoudswerkvrouw in de sociale winkel.3.2 Financiële hulpverlening3.2.1 LeefloonTa<strong>be</strong>l evolutie aantal leefloongerechtigden <strong>Oudenaarde</strong>2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006Totaal 83 81 80 81 78 69 74%jongeren< 25 jaar20 % 24,6 % 27,3 % 26,1 % 35,5 % 30,2 % 28,2 %Het aantal leefloongerechtigden is in dalende lijn sedert 2000.Het aantal leefloongerechtigde jongeren


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningHet opstarten van een dienst ar<strong>be</strong>idstraject<strong>be</strong>geleiding in de sociale dienst in 2004heeft ongetwijfeld ook zijn effect gehad op de daling van het aantalleefloongerechtigden.Het aantal vreemdelingen bij de leefloongerechtigden groeit als gevolg van eengroter aantal erkende vluchtelingen en vluchtelingen die een regularisatie heb<strong>be</strong>nverkregen om medische of humanitaire redenen.In decem<strong>be</strong>r 2006 is 22% van de leefloongenieters niet-Belg.Om deze categorie van leefloongenieters naar een tewerkstelling te <strong>be</strong>geleiden ishet <strong>be</strong>langrijk dat zij voldoende kennis heb<strong>be</strong>n van de Nederlandse taal. Vandaarhet <strong>be</strong>lang van een goede samenwerking met het Huis van het Nederland voordoorverwijzingen.3.2.2 Financiële hulp onder andere vorm dan het leefloonfinanciële hulp aan asielzoekersHet OCMW verleent financiële hulp aan asielzoekers die niet over inkomsten<strong>be</strong>schikken en die zich in de stad heb<strong>be</strong>n gevestigd of die aan het OCMW van<strong>Oudenaarde</strong> verplicht werden toegewezen overeenkomstig het spreidingsplan voorasielzoekersEvolutie aantal asielzoekers (gezinnen)die een financiële hulp ontvangen van het OCMW periode 2003-20072003 aantal 2004 aantal 2005 aantal 2006 aantal 2007 aantal1/2003 96 1/2004 79 1/2005 60 1/2006 43 1/2007 492/2003 94 2/2004 76 2/2005 57 2/2006 42 2/2007 463/2003 94 3/2004 79 3/2005 55 3/2006 45 3/2007 474/2003 91 4/2004 78 4/2005 55 4/2006 47 4/2007 435/2003 89 5/2004 77 5/2005 54 5/2006 56 5/2007 456/2003 89 6/2004 72 6/2005 54 6/2006 61 6/2007 417/2003 88 7/2004 71 7/2005 50 7/2006 61 7/2007 358/2003 88 8/2004 70 8/2005 45 8/2006 62 8/2007 329/2003 86 9/2004 69 9/2005 44 9/2006 6010/2003 84 10/2004 68 10/2005 43 10/2006 5811/2003 82 11/2004 64 11/2005 44 11/2006 5412/2003 81 12/2004 62 12/2005 41 12/2006 48Het aantal asielzoekers ten laste van het OCMW daalt sedert 2001 na de invoeringvan de materiële hulpverlening aan nieuwe asielzoekers.Vanaf 01/06/2007 werd de nieuwe asielprocedure ingevoerd.De nieuwe asielprocedure is gekoppeld aan een nieuw systeem van opvang vanasielzoekers: een materiële opvang tijdens de hele duur van de asielprocedure. Inhet nieuwe systeem zullen er in principe geen asielzoekers meer worden36


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningdoorgestuurd naar de OCMW’s voor financiële hulpverlening. De asielzoekersblijven tijdens de hele procedure in de materiële opvang.financiële hulp aan vreemdelingenHet OCMW verleent ook financiële hulp aan vreemdelingen met eenverblijfsvergunning die ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister van de staden die niet over een inkomen <strong>be</strong>schikken.Vreemdelingen ingeschreven in het vreemdelingenregister die een financiële hulp ontvangen2005 Aantal 2006 Aantal 2007 Aantal1/2005 6 1/2006 7 1/2007 112/2005 7 2/2006 9 2/2007 93/2005 8 3/2006 10 3/2007 114/2005 9 4/2006 11 4/2007 105/2005 7 5/2006 10 5/2007 96/2005 6 6/2006 10 6/2007 117/2005 7 7/2006 11 7/2007 118/2005 8 8/2006 10 8/2007 119/2005 8 9/2006 11 9/2007 910/2005 8 10/2006 12 10/2007 811/2005 8 11/2006 1212/2005 8 12/2006 10aanvullende financiële hulpHet OCMW kan aanvullende financiële hulp verstrekken onder diverse vormen.Het recht op deze aanvullende financiële hulp is vervat in een interne regelgevingof is het voorwerp van een individuele <strong>be</strong>slissing.Aanvullende financiële hulp onder de vorm van:- tegemoetkoming in de huishuur- tegemoetkoming in de huurwaarborg- tegemoetkoming in de mutualiteitsbijdragen- tegemoetkoming in de medische kosten- tegemoetkoming in de geneesmiddelen- tegemoetkoming in de hospitalisatiekosten- tegemoetkoming in de verblijfskosten in onthaaltehuizen voor daklozen- tegemoetkoming in de verblijfskosten in een rusthuis- tegemoetkoming in de <strong>be</strong>grafeniskosten- voorschotten op sociale uitkeringen.37


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningHet OCMW verleent voorschotten op sociale uitkeringen waarvan het recht nog inonderzoek is. Het <strong>be</strong>treft hier voorschotten op pensioenen, kinderbijslag,werkloosheidsuitkeringen, ziektevergoedingen, loon.Het OCMW verstrekt ook een aantal bijzondere toelagen aan inwoners van<strong>Oudenaarde</strong>:- verwarmingstoelage: tijdens de wintermaanden krijgen leefloongerechtigden engerechtigden op een financiële hulp van het OCMW automatisch 2verwarmingstoelagen. De toelage <strong>be</strong>draagt momenteel € 65. Gerechtigden opeen inkomengarantie ( gepensioneerden ) kunnen op aanvraag ook 2verwarmingstoelagen <strong>be</strong>komen.- mantelzorgtoelage: het OCMW geeft onder <strong>be</strong>paalde voorwaarden een toelageaan particulieren die thuis een <strong>be</strong>jaarde 75+ verzorgen die hulp<strong>be</strong>hoevend is.(Zie hoofdstuk ouderenzorg, thuiszorg en gezondheidszorg.)- <strong>sociaal</strong>-pedagogische toelage (schooltoelage): in de maatschappelijkedienstverlening wordt vastgesteld dat schoolkosten voor gezinnen met delaagste inkomens een zware <strong>be</strong>lasting vormen op het gezinsbudget. Vanaf 2003voorziet het OCMW een schooltoelage voor kinderen uit gezinnen die hetleefloon of een financiële bijstand genieten en voor kinderen uit gezinnen inbudget<strong>be</strong>heer.- toelage financiële maatschappelijke steunverlening aan de meesthulp<strong>be</strong>hoevenden inzake energielevering: OCMW’s ontvangen sedert 2002 eentoelage voor de <strong>be</strong>geleiding en de financiële maatschappelijke steunverleningaan de meest hulp<strong>be</strong>hoevenden inzake energielevering. Het grootste deel vandeze toelage gaat naar de financiering van de <strong>be</strong>geleiding (3 maatschappelijkwerkers in het team budget<strong>be</strong>heer).Een deel van de toelage kan worden <strong>be</strong>stemd aan financiële hulpverlening(vereffenen van on<strong>be</strong>taalde energiefacturen) en aan preventieve individueleacties. Het OCMW geeft hierbij de voorkeur aan individuele acties die kaderenin een preventief <strong>sociaal</strong> energie<strong>be</strong>leid. Deze individuele acties omvattenherstellings- en ver<strong>be</strong>teringswerken aan de verwarmings- en energietoestellenvan OCMW-cliënten uitgevoerd door de klusjesdienst.- toelage voor de sociale, culturele en sportieve participatie: de OCMW’sontvangen jaarlijks een toelage om de sociale, culturele en sportieveparticipatie en ontplooiing van cliënten te <strong>be</strong>vorderen.Het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>steedt deze toelage aan de kosten van despeelpleinwerking voor kinderen uit kansarme gezinnen tijdens de vakanties enwerkt hiervoor samen met de jeugddienst van de stad <strong>Oudenaarde</strong>.Het grootste deel van de toelage wordt <strong>be</strong>steed aan de ontwikkeling van dekansenpaswerking in <strong>Oudenaarde</strong> en dit in samenwerking met de stad <strong>Oudenaarde</strong>,Vormingplus, … .Het OCMW heeft hiervoor in 2007 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten metVZW Steunpunt Welzijn die het opstarten van de kansenpas wil <strong>be</strong>geleiden.38


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening3.3 Budget<strong>be</strong>geleiding - budget<strong>be</strong>heer - collectieveschuldenregelingIn de sociale dienst vormen 3 maatschappelijk werkers een team budget<strong>be</strong>heer. Ditteam is dagdagelijks <strong>be</strong>zig met budget<strong>be</strong>geleiding en budget<strong>be</strong>heer van cliënten.Daarnaast is het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> aangesloten bij de Regionale Dienst voorSchuld<strong>be</strong>middeling. Deze regionale dienst voor schuld<strong>be</strong>middeling werd op01/1/2002 opgericht vanuit een samenwerkingsverband met 9 OCMW’s uit de regioZuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong>. Momenteel zijn 11 OCMW’s uit de regio Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> erbij aangesloten. De regionale dienst wordt geleid door een juriste enbiedt aan de aangesloten OCMW’s de mogelijkheid om op reglementaire basisprofessionele hulp te verlenen aan cliënten met een overmatige schuldenlastHet OCMW <strong>Oudenaarde</strong> is vanaf 11/09/2002 erkend als instelling voorschuld<strong>be</strong>middeling.Ta<strong>be</strong>llen:evolutie aantal cliënten budget<strong>be</strong>geleiding / budget<strong>be</strong>heer / collectieve schuldenregeling2005 Beheer Begeleiding Totaal08-2005 - - 11809-2005 94 40 13410-2005 86 41 12711-2005 87 43 13012-2005 87 44 1312006 Beheer Begeleiding Totaal01-2006 90 45 13502-2006 88 49 13703-2006 90 46 13604-2006 93 57 15007-2006 89 72 16108-2006 85 75 16009-2006 83 73 15610-2006 84 71 15511-2006 84 79 16312-2006 83 65 1482007 Beheer Begeleiding Totaal01-2007 82 73 15502-2007 81 67 14803-2007 81 69 15004-2007 83 70 15305-2007 85 71 15606-2007 86 71 15707-2007 84 69 15308-2007 86 66 15209-2007 84 66 15010-200711-200712-200739


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningDe sociale dienst wordt de laatste jaren geconfronteerd met een toenemend aantalaanvragen om budget<strong>be</strong>geleiding / budget<strong>be</strong>heer en collectieve schuldenregeling.Door deze sterk stijgende vraag is er een wachtlijst ontstaan met een gemiddeldewachttijd van 2 tot 3 maanden.Algemeen wordt verwacht dat de aanvragen in de toekomst verder sterk zullentoenemen. Er is ook een stijging van het aantal doorverwijzingen van externehulpverleners.De stijging van het aantal aanvragen voor budget<strong>be</strong>heer en budget<strong>be</strong>geleidingwordt veroorzaakt door een groeiend aantal jongeren tussen 18 en 25 jaar. Dezejongeren kunnen vaak ook niet zelfstandig wonen en : of heb<strong>be</strong>n drugsproblemen.Om met de dienstverlening tegemoet te komen aan de toenemendemaatschappelijke problematiek van schuldoverlast moet het team budget<strong>be</strong>heer inde sociale dienst worden versterkt met een voltijds maatschappelijk werker.Budget<strong>be</strong>geleiding, budget<strong>be</strong>heer en schuld<strong>be</strong>middeling <strong>be</strong>horen tot debasisdienstverlening van het OCMW. De OCMW’s en de CAW’s zijn de enige erkendeorganisaties voor schuld<strong>be</strong>middeling. Aangezien het OCMW erkendschuld<strong>be</strong>middelaar is moeten we ervoor zorgen dat we deze dienstverleningvolledig kunnen verzekeren.De Regionale Dienst voor Schuld<strong>be</strong>middeling wordt vanaf 01/07/2007 aangevuldmet een voltijds maatschappelijk werker om tegemoet te komen aan de toenamevan het aantal toewijzingen in het kader van de collectieve schuldenregeling.De personeelskosten (juriste en maatschappelijk werker) en de werkingskostenworden <strong>be</strong>taald door de 11 aangesloten OCMW’s.De Regionale Dienst voor Schuld<strong>be</strong>middeling is momenteel een feitelijke verenigingzonder <strong>be</strong>slissings<strong>be</strong>voegdheid en kan dus in rechte niet autonoom optreden. Dit<strong>be</strong>tekent dat alle <strong>be</strong>slissingen moeten worden genomen door de respectieve radenvan de 11 OCMW’s. Deze regeling is zeer tijdrovend en maakt ook dat een uniform<strong>be</strong>leid op het niveau van schuld<strong>be</strong>middeling in het algemeen en van de collectieveschuldenregeling zeer moeilijk is.De Regionale Dienst voor Schuld<strong>be</strong>middeling wil daarom in de nabije toekomst naareen vereniging gaan in de zin van hoofdstuk XII van de OCMW-wet van 8 juli 1976.Deze vereniging kan dan erkend worden als schuld<strong>be</strong>middelaar en autonoomoptreden. De 11 aangesloten OCMW’s zijn in de vereniging vertegenwoordigd.De budgetmeter elektriciteitHet Vlaams decreet van 20/12/1996 voorziet een minimumlevering vanelektriciteit, gas en water voor elk gezin.De gezinnen die door hun leverancier van gas, elektriciteit en water werdengedropt worden automatisch klant bij de sociale leverancier Eandis, indien zijgeen keuze heb<strong>be</strong>n gemaakt voor een andere leverancier.De gezinnen die klant zijn bij de sociale leverancier Eandis krijgen thuis eenbudgetmeter geplaatst. Zij moeten hun elektriciteit aankopen via eenoplaadterminal waar zij kun budgetkaart kunnen opladen voor het <strong>be</strong>drag van deaangekochte elektriciteit.In 2006 waren er in <strong>Oudenaarde</strong> 90 budgetmeters actief en werden 330 opladingenverricht bij de oplaadterminal in het OCMW.40


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening3.4 Materiële opvang voor asielzoekersAsielzoekers in een asielprocedure worden in het kader van een spreidingsplan aanhet OCMW toegewezen. Volgens de nieuwe asielprocedure die vanaf 1 juni 2007 invoege is getreden, zullen deze toewijzingen voornamelijk ge<strong>be</strong>uren voor materiëleopvang.Het OCMW. organiseert een materiële opvang voor 13 asielzoekers in 2 lokaleopvanginitiatieven in <strong>Oudenaarde</strong>: Bergstraat 30 en Beaucarnestraat 1. Beidelocaties worden gehuurd op de private woninghuurmarkt.Om de materiële opvang van asielzoekers in de toekomst <strong>be</strong>ter te kunnenorganiseren en om de kwaliteit van de materiële opvang overeenkomstig deonderrichtingen van Fedasil te kunnen ver<strong>be</strong>teren, heeft het OCMW in 2007 eenaantal <strong>be</strong>langrijke <strong>be</strong>slissingen genomen:- het OCMW heeft in juni 2007 een appartementsgebouw met 3 appartementenaangekocht om het tijdelijk in te richten als <strong>lokaal</strong> opvanginitiatief;- het LOI Bergstraat 30 wordt per 31/12/2007 opgezegd omdat het niet meer aande kwaliteitsvereisten voldoet die door Fedasil zijn gesteld;- de oude aalmoezenierswoning krijgt een her<strong>be</strong>stemming als LOI en wordtdaartoe gerenoveerd.3.5 KlusjesdienstHet OCMW <strong>be</strong>schikt over een eigen klusjesdienst. Deze klusjesdienst werd in 1990opgericht via een project Vlaams Fonds voor integratie van achtergestelden.De klusjesdienst was in de <strong>be</strong>ginperiode enkel <strong>be</strong>schikbaar voor kleine technischekarweien bij alleenstaande <strong>be</strong>jaarden met een klein inkomen en OCMW-cliënten.Momenteel staat de klusjesdienst ter <strong>be</strong>schikking van inwoners die lichamelijkeen/of psycho-sociale <strong>be</strong>perkingen heb<strong>be</strong>n en niet in staat zijn noodzakelijkekarweien uit te voeren.In de loop van de jaren is de dienstverlening van de klusjesdienst veel ruimergeworden: naast het verrichten van kleine karweien bij particulieren (tuinwerk,herstellingen van sanitair, verven en <strong>be</strong>hangen) wordt de klusjesdienst regelmatigingeschakeld om hulpverlening te bieden bij noodsituaties. De hulpverlening van desociale dienst wordt in toenemende mate aangesproken om noodsituaties in de stadte verhelpen (verwaarloosde thuissituaties bij alleenstaanden en gezinnen,gerechtelijke uithuiszettingen, crisisopvang van daklozen) De hulp van deklusjesdienst is in dergelijke situaties onont<strong>be</strong>erlijk. De klusjesdienst helpt bij deopkuis van verwaarloosde woningen, inrichting van crisisopvang, verhuizingen.De klusjesdienst <strong>be</strong>schikt sedert 03/01/2005 over een Sine-erkenning. Dit <strong>be</strong>tekentdat de klusjesdienst als werkgever in aanmerking komt voor de socialeinschakelingseconomie (de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsenwerklozen).In de klusjesdienst worden onder leiding van de klusjesman langdurige ouderewerklozen en leefloongenieters tewerkgesteld in toepassing van art. 60§7.In de klusjesdienst worden sedert 2005 ook jongeren ( 5-18j) uit het deeltijds lerentewerkgesteld in het kader van een brugproject.41


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening3.6 Sociale WinkelHet OCMW heeft een sociale winkel waar OCMW-cliënten en kansarme inwonerselke donderdagvoormiddag terecht kunnen voor tweedehandskledij enhuishoudgerief tegen een zeer laag tarief.De sociale winkel biedt regelmatig ondersteuning aan de sociale dienst en deklusjesdienst voor het verhelpen van noodsituaties.De sociale dienst heeft ook een samenwerkingsovereenkomst met de KringwinkelVlaamse Ardennen. OCMW-cliënten en inwoners kunnen tegen een <strong>sociaal</strong> tariefmeubilair en electrotoestellen aankopen in de Kringwinkel.3.7 Juridische bijstandIn uitvoering van art. 508/2 tot art. 508/4 van het Gerechtelijk Wetboek en vanart. 7 tot en met art. 21 van het KB van 20/12/1999 werd in decem<strong>be</strong>r 2000 in hetGerechtelijk Arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> een Commissie voor Juridische Bijstandopgericht.Het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> is in deze Commissie vertegenwoordigd.Het is de taak van deze Commissie om de juridische eerstelijnsbijstand teorganiseren. Dit is een gratis eerste oriënterend juridisch advies dat verleendwordt door advocaten.Elke inwoner van het Gerechtelijk Arrondissement kan voor dit gratis juridischadvies (ook telefonisch) terecht in het Justitiehuis te <strong>Oudenaarde</strong> op elke dinsdagendonderdagvoormiddag van 10.00 tot 12.00 uur.Voor juridische tweedelijnsbijstand ( pro Deo ) kan men terecht in het pro-Deobureau in het Gerechtsgebouw te <strong>Oudenaarde</strong> op elke dinsdag- endonderdagvoormiddag van 10.00 tot 12.00 uur.3.8 Bijzondere opdrachten toegewezen aan het OCMW door deoverheid3.8.1 lokale adviescommissieDe lokale adviescommissies werden door 2 uitvoerings<strong>be</strong>sluiten dd. 16/09/1997 vande Vlaamse Regering ingevoerd. In elke Vlaamse gemeente werd in de zetel vanhet OCMW een lokale adviescommissie opgericht.Deze lokale adviescommissie onderzoekt de aanvragen van de distributeur omafsluiting van water, gas en elektriciteit. Na een <strong>sociaal</strong> onderzoek geeft de lokaleadviescommissie een bindend advies omtrent het verzoek tot afsluiting. Enkel bijklaarblijkelijke onwil of fraude kan er na advies van de lokale adviescommissietoestemming worden gegeven tot afsluiting.In 2006 werden 246 aanvragen om afsluiting ingediend bij de lokaleadviescommissie.Voor elektriciteit werd 1 leveringspunt afgesloten.Voor gas werden 5 leveringspunten afgesloten.42


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening3.8.2 de federale verwarmingstoelageDe OCMW’s heb<strong>be</strong>n vanaf 01/10/2004 de opdracht gekregen om onder <strong>be</strong>paaldevoorwaarden een verwarmingstoelage toe te kennen voor gezinnen met een laaginkomen als tegemoetkoming in de hoge kosten voor aankoop van stookolie enbulkpropaangasTijdens de winter van 2006-2007 werd aan 421 inwoners een verwarmingstoelageuit<strong>be</strong>taald voor in totaal € 37 248,90.3.9 Samenwerking met externe organisatiesSociaal Verhuurkantoor Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong>Het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> is sedert 22/04/1999 met de dienst Huurservicetoegetreden tot het SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.Het SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> is erkend door de Vlaamse Overheid. 17 organisatiesuit de regio zijn toegetreden tot het Sociaal Verhuurkantoor.Met het SVK worden woningen op de private huurwoningmarkt gehuurd, zo nodiggerenoveerd en onderverhuurd aan de gezinnen uit de laagste inkomensgroepen.Regionale Dienst voor Schuld<strong>be</strong>middeling “Vlaamse Ardennen”Op 10/05/2000 werd een Regionale Dienst voor Schuld<strong>be</strong>middeling opgericht. HetOCMW <strong>Oudenaarde</strong> is samen met 10 andere OCMW’s uit de regio tot deze regionaledienst toegetreden.Dit samenwerkingsverband biedt aan elk deelnemend OCMW de gelegenheid om opreglementaire basis professionele hulp te verlenen aan cliënten met eenovermatige schuldenproblematiek.De Regionale Dienst voor Schuld<strong>be</strong>middeling <strong>be</strong>schikt over een juriste en eenmaatschappelijk werker en elk deelnemend OCMW draagt financieel bij in depersoneels- en werkingskosten.Crisisopvangnetwerk voor thuislozen – politiezone Vlaamse ArdennenMet een samenwerkingsovereenkomst tussen de politie Vlaamse Ardennen, deOCMW’s <strong>Oudenaarde</strong>, Kluis<strong>be</strong>rgen, Kruishoutem, Wortegem-Petegem, Zingem enhet CAW Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> wordt vanaf 01/12/2005 een crisisopvangnetwerkvoor daklozen georganiseerd in de politiezone Vlaamse Ardennen.Het crisisopvangnetwerk <strong>be</strong>schikt over 6 crisiswoningen verspreid over de 5gemeenten om daklozen kortstondig op te vangen en heeft permanent een <strong>be</strong>d<strong>be</strong>schikbaar in het opvangcentrum voor volwassenen De Spar in Ronse. Er is hierbijook een overeenkomst afgesloten met de PAAZ-afdeling van het ziekenhuis teRonse voor de opvang van daklozen met een psychiatrische problematiek en eendrugsproblematiek.De coördinatie en de <strong>be</strong>geleiding van het crisisopvangnetwerk wordt door eenmaatschappelijk werker verzekerd.De deelnemende OCMW’s <strong>be</strong>talen een financiële bijdrage in de loon- enwerkingskosten van de coördinator.In het eerste werkjaar (periode van 01/12/2005 tot 30/11/2006) werden 30opnames gedaan in het crisisopvangnetwerk met in totaal 985 verblijfsdagen.43


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningVZW KansarmenHet OCMW <strong>Oudenaarde</strong> heeft sedert juni 2002 een samenwerkingsovereenkomstmet de vzw Kansarmen.De vzw Kansarmen is een vrijwilligersorganisatie die materiële hulp verstrekt aan<strong>be</strong>hoeftige inwoners uit de stad en de omliggende gemeenten. Wekelijks wordt erop woensdagnamiddag in <strong>Oudenaarde</strong>-centrum een voedsel<strong>be</strong>deling georganiseerdmet producten van de voedselbank en plaatselijke handelaars.De samenwerkingsovereenkomst met de vzw Kansarmen houdt in dat inwoners van<strong>Oudenaarde</strong> een toelating moeten aanvragen bij de sociale dienst van het OCMWom een voedselpakket te kunnen krijgen. Er zijn ook afspraken om hulp te verlenenbij noodsituaties. De vzw Kansarmen verleent ook hulp aan vreemdelingen die naeen afgesloten asielprocedure illegaal in <strong>Oudenaarde</strong> verblijven.Jeugddienst – speelpleinwerkingHet OCMW <strong>Oudenaarde</strong> heeft sedert 2003 een overeenkomst met de jeugddienstom de kosten voor de speelpleinwerking van kinderen uit kansarme gezinnen in<strong>Oudenaarde</strong> tijdens de vakanties ten laste te nemen.Tijdens de grote vakantie juli-augustus nemen de vzw Kansarmen en het OCMW elkeen maand de kosten van de speelpleinwerking voor kansarme gezinnen ten laste.Het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>perkt zich tot de gezinnen uit <strong>Oudenaarde</strong>.Het OCMW <strong>be</strong>paalt welke gezinnen in <strong>Oudenaarde</strong> als kansarm kunnen worden<strong>be</strong>schouwd.PISADDe sociale dienst in het OCMW wordt toenemend geconfronteerd met jongeren (18j– 25j) met een drugsproblematiek. Veel van deze jongeren heb<strong>be</strong>n hun studiesvoortijdig stopgezet en kennen problemen met zelfstandig wonen (onderhoudwoning, hygiëne, voeding) en <strong>be</strong>heer van hun inkomsten.Deze jongeren komen terecht bij de hulpverlening inzakebudget<strong>be</strong>geleiding/budget<strong>be</strong>heer.Met een aantal van deze jongeren werd een vertrouwensrelatie opgebouwd waarbijzij <strong>be</strong>reidheid toonden om aan hun drugsproblematiek te werken.In overleg met Pisad werden in decem<strong>be</strong>r 2006 een eerste maal 3 sessiesgeorganiseerd waarbij 3 jongeren via gesprekken werden <strong>be</strong>geleid.Gezien de positieve ervaringen werden in februari 2007 opnieuw 3 sessiesgeorganiseerd met een 2-tal jongeren.vzw Grijkoort – <strong>be</strong>geleid werk ( Kluis<strong>be</strong>rgen – Ronse); groep INTRO <strong>Oudenaarde</strong>;Kringwinkel – vzw ar<strong>be</strong>id en milieu – sociale werkplaats <strong>Oudenaarde</strong>; RegionaalLandschap Vlaamse Ardennen – RonseHet OCMW <strong>Oudenaarde</strong> heeft een samenwerkingsovereenkomst met deze 4 socialeeconomie-initiatieven. Sociaal tewerkgestelden in toepassing van art.60 §7 wordenaan deze werkplaatsen ter <strong>be</strong>schikking gesteld.Zie hoofdstuk Ar<strong>be</strong>id en Tewerkstelling.Sociale Huisvestingsmaatschappij ’De Vlaamse Ardennen’44


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningHet OCMW <strong>Oudenaarde</strong> heeft in 2007 een samenwerkingsovereenkomst afgeslotenmet de Sociale Huisvestingsmaatschappij “De Vlaamse Ardennen” waarin concreteafspraken werden gemaakt rond de <strong>be</strong>geleiding en opvolging van kandidaathuurders,de huurachterstal<strong>be</strong>middeling, de jaarlijkse huurprijsherziening, decrisisopvang en de leefbaarheidsproblemen bij sociale huurders.Zie hoofdstuk Ar<strong>be</strong>id en Tewerkstelling.3.10 Lokaal en regionaal overlegOverleg in de sociale dienst- teamoverleg sociale dienst: het team van de sociale dienst heeft maandelijkseen intern overleg waarop de organisatie van en de noden in demaatschappelijke dienstverlening worden <strong>be</strong>sproken. Op dit overleg worden ookindividuele dossiers inzake maatschappelijke dienstverlening <strong>be</strong>sproken.- team budget<strong>be</strong>heer: het team budget<strong>be</strong>heer heeft maandelijks een overlegwaarop de nieuwe aanvragen budget<strong>be</strong>heer, de wachtlijst en de opstart vannieuwe dossiers worden <strong>be</strong>sproken.Lokaal overleg- de seniorenraad: de sociale dienst heeft een vertegenwoordiger in deseniorenraad van der stad.- de sociale dienst van de stad en het OCMW heb<strong>be</strong>n 4x per jaar een overleg.Regionaal overlegDe sociale dienst is vertegenwoordigd in:- de stuurgroep van het Regionaal Welzijnsoverleg arrondissement <strong>Oudenaarde</strong>(RWO);- de werkgroep Ouderenzorg van het RWO;- het Regionaal Werkoverleg van de maatschappelijk werkers in de regio VlaamseArdennen (2 OCMW’s);- het Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg Vlaamse Ardennen (Sitva);- de Werkwinkel <strong>Oudenaarde</strong>: wekelijkse zitdag en vertegenwoordiging in hetdagelijks <strong>be</strong>stuur en het Forum Lokale werkwinkels uit de regio;het regionaal overleg van de lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers.45


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening3.11 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingen enactiesStrategische doelstelling 1Het OCMW zal bij het vervullen van zijn wettelijke opdracht om maatschappelijkedienstverlening te verzekeren bijzondere aandacht <strong>be</strong>steden aan de participatievan inwoners met minder <strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langen.De sociale dienst van het OCMW heeft een bijzondere ervaring opgebouwd in dehulpverlening met kansarmen. De meest kwetsbare inwonersgroepen van de stadkomen via verschillende invalshoeken in contact met de dienstverlening van hetOCMW.Het is daarom <strong>be</strong>langrijk dat de sociale dienst deze inwoners inspraak verleent omzodoende zijn dienstverlening aan te passen aan de <strong>be</strong>staande noden en ook dekwaliteit van de dienstverlening te verhogen.Operationele doelstelling 1.1De participatie van kansarmen aan het <strong>sociaal</strong>-cultureel leven <strong>be</strong>vorderen.Actie 1.1.1Een werkgroep ‘Kansen voor Cultuur’ heeft een kansenpaswerking opgezet enintroduceert een kansenpas in <strong>Oudenaarde</strong> onder <strong>be</strong>geleiding van vzwWelzijnspunt zodat kansarme inwoners aan een verminderde prijs kunnendeelnemen aan activiteiten op het vlak van cultuur, jeugd en sport.Actie 1.1.2Het OCMW zal in een <strong>lokaal</strong> dienstencentrum in het Meerspoortpark eenlaagdrempelige ontmoetingsplaats creëren waar mensen met een laag inkomenelkaar vrijblijvend kunnen ontmoeten en van waaruit initiatieven en activiteitenvoor deze doelgroep kunnen worden opgezet.Actie 1.1.3Einde 2007 start het OCMW met de inrichting van een <strong>sociaal</strong> restaurant in hetWLZ De Meerspoort. Later zal dit <strong>sociaal</strong> restaurant worden ingeplant in hetLokaal Dienstencentrum.46


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningOperationele doelstelling 1.2Initiatieven nemen om de toegankelijkheid tot de maatschappelijke dienstverleningte verhogen.Actie 1.2.1In het kader van een Sociaal Huis in ontwikkeling voorziet het OCMW in hetadministratief centrum een nieuw onthaal waar <strong>be</strong>zoekers rechtstreeks enduidelijk eerste informatie kunnen krijgen omtrent hun vraag om dienstverlening.Dit nieuw onthaal moet klantvriendelijk en laagdrempelig zijn en gemakkelijktoegankelijk. Er wordt hiertoe in een aangepaste opleiding voorzien voor hetonthaalpersoneel.Actie 1.2.2Het OCMW geeft via zijn nieuwsbrief ‘OCMWeetjes’ en via de website informatieover de maatschappelijke dienstverlening van het OCMW, de stad en de dienstenwaarmee samenwerkingsverbanden werden opgezet. Hierbij wordt ermee rekeninggehouden dat de aangeboden informatie duidelijk verstaanbaar is voor elkeinwoner.47


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningStrategische doelstelling 2De maatschappelijke dienstverlening in het OCMW wordt aangepast aan de evolutievan de noden in de dienstverlening en de problematiek van specifieke doelgroepen.De sociale dienst wordt in de praktijk geconfronteerd met een aantal nodenwaarop de huidige dienstverlening niet voldoende kan inspelen zoals de toenamevan de schuldenlastproblematiek en de drugsproblematiek bij <strong>be</strong>paalde groepenvan inwoners en in het bijzonder bij jongeren.Operationele doelstelling 2.1Uitbreiding en organisatie van de dienstverlening inzakebudget<strong>be</strong>heer/budget<strong>be</strong>geleiding/schuld<strong>be</strong>middeling.Actie 2.1.1In de sociale dienst wordt het team budget<strong>be</strong>heer uitgebreid met een voltijdspersoneelslid om de wachttijd weg te werken.Actie 2.1.2Het team budget<strong>be</strong>heer organiseert in de sociale dienst op vastgesteldetijdstippen een afzonderlijke intake voor het cliënteel in budget<strong>be</strong>heer /budget<strong>be</strong>geleiding / collectieve schuldenregeling.Actie 2.1.3Het team budget<strong>be</strong>heer voorziet in een eenvormige manier van werken in deadministratie van het budget<strong>be</strong>heer.Actie 2.1.4Het team budget<strong>be</strong>heer neemt nieuwe werkopdrachten op inzakehuurachterstal<strong>be</strong>middeling in het kader van een samenwerking met de SocialeHuisvestingsmaatschappij ‘Vlaamse Ardennen’ en de ontwikkeling van een <strong>lokaal</strong>woon<strong>be</strong>leid.Operationele doelstelling 2.2Bijzondere aandacht <strong>be</strong>steden aan de stijging van het aantal jongeren in dehulpverlening (budget<strong>be</strong>heer, leefloon, crisisopvang).Actie 2.2.1Het OCMW voorziet vorming voor de maatschappelijk werkers in de sociale dienstm.b.t. de problematiek van jongeren in de hulpverlening.Actie 2.2.2De sociale dienst zoekt naar samenwerkingsverbanden met organisaties dievoorzien in een deskundige aanpak van de jongerenproblematiek:. samenwerkingmet het CAW Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> en samenwerking met Pisad voor jongeren diehun medewerking willen verlenen aan een <strong>be</strong>geleiding inzake drugsproblematieken zelfstandig wonen.48


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningOperationele doelstelling 2.3Bijzondere aandacht <strong>be</strong>steden aan de toename van vreemdelingen in de groepleefloongenieters.Actie 2.3.1Het OCMW heeft een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met het Huis van hetNederlands en het Onthaal van Nieuwkomers. Beide organiseren een gecombineerdloket in de sociale dienst in het kader van een Sociaal Huis in ontwikkeling.Actie 2.3.2Vreemdelingen in onze stad worden <strong>be</strong>geleid doorverwezen naar het Huis van hetNederlands en het Onthaal van Nieuwkomers om hun integratie in de stad te<strong>be</strong>vorderen.Operationele doelstelling 2.4De kwaliteit van de materiële opvang van asielzoekers in de lokaleopvanginitiatieven ver<strong>be</strong>teren.Actie 2.4.1Het OCMW heeft een appartementsgebouw met 3 appartementen aangekocht. Indeze appartementen wordt tijdelijk een <strong>lokaal</strong> opvanginitiatief voor asielzoekersingerichtActie 2.4.2Het <strong>lokaal</strong> opvanginitiatief Bergstraat 30 wordt per 31/12/2007 opgeheven omdathet niet meer voldoet aan de kwaliteitsvereisten.Actie 2.4.3Het OCMW heeft <strong>be</strong>slist om de oude aalmoezenierswoning te renoveren en in terichten als Lokaal Opvanginitiatief voor asielzoekers. Bij de inrichting van het LOIwordt rekening gehouden met het feit dat de asielzoekers over de nodige privacyen autonomie moeten kunnen <strong>be</strong>schikken.Operationele doelstelling 2.5De activiteiten van de klusjesdienst worden uitgebreid om een <strong>be</strong>teredienstverlening te kunnen verstrekken aan inwoners met een laag inkomen enlichamelijke en/of psycho-sociale <strong>be</strong>perkingen en om karweien te verrichten in degebouwen van het OCMW waarin een dienstverlening wordt verzekerd (<strong>lokaal</strong>opvanginitiatief voor asielzoekers, sociale winkel, crisisopvang).Actie 2.5.1In de klusjesdienst wordt een tweede klusjesman aangeworven in het kader vaneen Sine-tewerkstelling.Actie 2.5.2In de klusjesdienst worden verder personen tewerkgesteld in het kader van desociale tewerkstelling.49


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningActie 2.5.3In de klusjesdienst worden dagelijks 2 ploegen gevormd onder leiding van eenklusjesman.50


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening4 Voorstelling van de maatschappelijke dienstverleningStadDe sociale dienst van het stads<strong>be</strong>stuur is een laagdrempelige eerstelijnsdienst diezich in eerste instantie richt tot alle inwoners van <strong>Oudenaarde</strong>, maar ook openstaatvoor vragen van mensen van andere gemeenten.De sociale dienst heeft t.o.v. de <strong>be</strong>volking een informatieve opdracht m.b.t. dehaar wettelijk opgelegde taken, de sociale en fiscale voordelen en de socialewetgeving. De sociale dienst fungeert als tussenpersoon tussen de hogere overheiden de burger voor de aanvraag van deze dossiers.Daarnaast kan men op de sociale dienst terecht met allerhande vragen enproblemen van uiteenlopende aard, zoals kinderbijslag, huurwetgeving, thuiszorg,<strong>be</strong>lastingen, sociale leningen, openbaar vervoer, zorgverzekering, enz.De sociale dienst pro<strong>be</strong>ert in eerste instantie zelf een antwoord te bieden op en/ofeen oplossing te zoeken voor de gestelde vragen en problemen. Indien dit nietmogelijk is worden de <strong>be</strong>trokkenen gericht doorverwezen naar meergespecialiseerde diensten of instanties.De sociale dienst richt zich specifiek tot 2 <strong>be</strong>paalde doelgroepen als gevolg van dehaar wettelijk opgelegde taken, enerzijds tot personen met een handicap énanderzijds tot personen die de pensioengerechtigde leeftijd bijna heb<strong>be</strong>n <strong>be</strong>reiktof heb<strong>be</strong>n <strong>be</strong>reikt.Op de sociale dienst van het stads<strong>be</strong>stuur kan men terecht voor:- de aanvraag van het pensioen- Het <strong>be</strong>treft hier het pensioen als werknemer, als zelfstandige en deinkomensgarantie voor ouderen.- de aanvraag van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap- Het <strong>be</strong>treft hier de inkomensvervangende en/of integratietegemoetkoming.- de aanvraag van attesten voor het <strong>be</strong>komen van sociale en fiscale voordelen- Het kan gaan om volgende voordelen die, eveneens via de sociale dienst kunnenworden aangevraagd:- het <strong>sociaal</strong> telefoontarief- de fiscale voordelen inzake autovoertuigen- de vermindering van de onroerende voorheffing- de vermindering op het abonnementsgeld voor ka<strong>be</strong>laansluiting.- de aanvraag van de parkeerkaart- de aanvraag van het <strong>sociaal</strong> tarief voor gas en elektriciteit- de aanvraag van de vrijstelling van de saneringsbijdrage opgenomen in dewaterfactuur- de aanvraag van de huursubsidie en installatiepremie- de aanvraag van de provinciale mantelzorgpremie- de aanvraag van de vermindering en/of vrijstelling van de gemeente- enprovincie<strong>be</strong>lasting51


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening- de aanvraag van vermindering op het gemeenschappelijk vervoer- de aanvraag van de renovatiepremie- de aanvraag van de vrijstelling van de draagplicht van de autogordel- de aanvraag van de verzekering gewaarborgd wonen.Bij de sociale dienst kan men zowel terecht voor informatie m.b.t. deze dossiers,als voor de aanvraag en de verdere opvolging ervan. Dit is een dienstverlening diemen in kleinere gemeenten vaak niet kan bieden omdat men zich minder kanspecialiseren in <strong>be</strong>paalde materies door het kleinere personeels<strong>be</strong>stand en hetruimere takenpakket per persoon (bv. samen met <strong>be</strong>volking – burgerlijke stand).Naast de vraag en/of het probleem wordt er aandacht <strong>be</strong>steed aan de psychosocialeopvang en <strong>be</strong>geleiding van de cliënten.Daarnaast kan men op de sociale dienst informatie krijgen met <strong>be</strong>trekking tot:- de toeslag op de <strong>be</strong>lastingsvrije som in de personen<strong>be</strong>lasting- de witte stok voor blinden en slechtzienden- de Vlaamse zorgverzekering- de dienstencheques en PWA-cheques- het (gratis) openbaar vervoer voor 65-plussers- de kinderbijslag- studietoelagen- de huurwetgeving- kinderopvang- thuiszorg- …52


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningCijfers 2005 – 2006:DossierAanvragenOpvolging en infodossiers2006 2005 2006 2005Pensioen 192 141 796 826Tegemoetkomingen aan personen met een handicap 337 331 824 973Vermindering abonnementsgeld ka<strong>be</strong>laansluiting 53 47 31 54Vrijstelling draagplicht autogordel 0 9 1 9Vrijstelling heffing oppervlaktewateren 47 29 55 93Vermindering openbaar vervoer 65-plussers 7 9 7 29Vrijstelling van de taksen op autovoertuigen 2 1 5 23Vermindering van onroerende voorheffing 9 16 13 25Parkeerkaart voor gehandicapten (*) 164 186 149 181Mantelzorgpremies 30 12 69 105Sociaal telefoontarief 17 38 34 53Sociaal tarief gas en elektriciteit 86 92 47 64Premie ter voorkoming van CO-vergiftiging (*) 3 2 2 2Huursubsidie en installatiepremie 12 11 15 30Vermindering gemeentelijke en provinciale heffing 32 30 35 70Forfaitaire premie voor chronisch zieken 19 38 2 7Verzekering gewaarborgd wonen 0 1 3 0Andere informatievragenNVT NVT 463 456Plus 3-pas (*) 171 136 NVT NVTTotaal1 181 1 129 2 551 3 000(*) Parkeerkaarten moeten niet meer verplicht via het gemeente<strong>be</strong>stuur wordenaangevraagd, de premie ter voorkoming van CO-vergiftiging werd afgeschaft enopgenomen in de ver<strong>be</strong>terings- en aanpassingspremie, de Plus3- pas werd afgeschaft inokto<strong>be</strong>r 2006.Bij mensen die door omstandigheden niet zelf naar de dienst kunnen komen éngeen <strong>be</strong>roep kunnen doen op een familielid worden huis<strong>be</strong>zoeken gedaan. Ook ditis een dienstverlening die alleen in grotere steden en gemeenten (met een socialedienst) kan worden aangeboden.In 2006 werden 79 huis<strong>be</strong>zoeken afgelegd, tegenover 103 in 2005.De daling van het aantal informatievragen en opvolgingen van dossiers van 2006t.o.v. 2005 heeft te maken met de afwezigheid van een vast personeelslid wegensziekte en zwangerschapsverlof gedurende een grote periode van 2006, waardooreen aantal vaste cliënten minder vaak langskwamen / huis<strong>be</strong>zoeken aanvroegen eneen verkeerde interpretatie van het registratiesysteem door de vervanger.Hierna volgt een overzicht van de evolutie van de dienstverlening aan de <strong>be</strong>volkingover de periode 2001 – 2006:2001 2002 2003 2004 2005 2006 (4)Aanvragen (1) 862 730 919 925 993 1 181Opvolging (2) 1 734 2 047 2 444 2 619 3 000 2 551Huis<strong>be</strong>zoeken 85 113 115 123 103 79Brieven (3) 715 930 1 260 2 811 2 194 2 95253


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening(1) Alle bovenvermelde aanvragen, premies, tussenkomsten.(2) Informatie voor de aanvraag en opvolging van de dossiers na de aanvraag.(3) Verstuurde brieven in het kader van de <strong>be</strong>handelde dossiers.(4) Zwangerschapsverlof vaste medewerker en inschakeling tijdelijke vervanger leidt tot een‘tijdelijke’ daling van de cijfers.De sociale dienst investeerde de voorbije 10 jaar in het informeren van de<strong>be</strong>volking omtrent de voordelen waarop zij eventueel recht zouden kunnen heb<strong>be</strong>nen dit via verschillende kanalen. Deze investering heeft ertoe geleid dat het aantal<strong>be</strong>zoekers van de sociale dienst toenam over de jaren heen. Evenredig hiermeenam ook de (administratieve) werklast toe.4.1 Sociaal <strong>be</strong>leid: opmaak <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nenDe sociale dienst staat in voor het uitwerken en uitvoeren van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><strong>be</strong>leid in overleg en/of samenwerking met het OCMW, de adviesraden en de lokaleactoren.Voor de periode 1997 – 2002 werd er een SIF-<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> (Sociaal Impulsfonds)opgemaakt, waarin telkens voor een periode van 3 jaar een <strong>be</strong>leid uitgestippeldwerd ter <strong>be</strong>strijding van de kansarmoede. Het SIF hield eind 2002 op te <strong>be</strong>staan.In het kader van het decreet op het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid staat de sociale dienst vande stad, samen met de sociale dienst van het OCMW, in voor de opmaak van hetLokaal Sociaal Beleidsplan, waarbij de doelstellingen inzake het <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid vanhet <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur zullen worden uitgewerkt over een periode van 6 jaar.In het kader van de opmaak van het Lokaal Sociaal Beleidsplan werd eenkinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> opgemaakt, dat een onderdeel zal vormen van het LokaalSociaal Beleidsplan.De opmaak van deze <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen vraagt een grote personele investering, zonderdat hiertegenover extra personele en/of financiële middelen vanuit de overheidstaan. Daarnaast zal ook bijkomende personele investering nodig zijn om alle(nieuwe) doelstellingen uit het Lokaal Sociaal Beleidsplan op een degelijke manierte kunnen uitwerken en uitvoeren.4.2 Ondersteuning adviesradenDe sociale dienst volgt de werking op van 3 adviesraden, nl. de seniorenraad, degezinsraad en de adviesraad voor ontwikkelingssamenwerking. Deze opvolginghoudt een administratieve, logistieke en financiële ondersteuning in.Op korte termijn komen er nog 2 nieuwe adviesraden bij, nl. het <strong>lokaal</strong> overlegkinderopvang, wat een verplichte gemeentelijke adviesraad wordt met ingang van01/11/07, en een adviesraad voor personen met een handicap, die actief zal zijnvanaf 01/01/<strong>2008</strong>.54


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening4.2.1 De SeniorenraadDe Stedelijke Seniorenraad is een adviesraad ter <strong>be</strong>vordering van het <strong>sociaal</strong>,welzijns- en cultureel <strong>be</strong>leid voor senioren. De Seniorenraad houdt zich <strong>be</strong>zig metalle materies die senioren aan<strong>be</strong>langen en kan op eigen initiatief of op verzoek vanhet stads- en OCMW-<strong>be</strong>stuur adviezen geven met <strong>be</strong>trekking tot seniorengebondenaangelegenheden.Het secretariaat van deze adviesraad wordt waargenomen door de sociale dienst.De seniorenraad organiseert jaarlijks 2 activiteiten voor senioren, een in het kadervan de bierfeesten en een in het kader van de week van de senioren.4.2.2 De GezinsraadDe gezinsraad is een adviserend orgaan dat als officieel erkende woordvoerder vande gezins<strong>be</strong>langen <strong>be</strong>raadslaagt over alle kwesties op gemeentelijk vlak, die hetzijrechtstreeks, hetzij onrechtstreeks het gezin aan<strong>be</strong>langen.De raad <strong>be</strong>zit de <strong>be</strong>voegdheid, zowel op eigen initiatief als op verzoek van degemeenteraad, advies te verstrekken over de morele, sociale, economische,hygiënische, culturele, pedagogische en juridische aspecten van problemen opplaatselijk vlak, die de gemeenschap der gezinnen of <strong>be</strong>paalde gevallenaan<strong>be</strong>langen.Het secretariaat van deze adviesraad wordt waargenomen door de sociale dienst.De gezinsraad organiseert jaarlijks een actie rond het geboortebos.4.2.3 De Adviesraad voor OntwikkelingssamenwerkingDe Adviesraad voor Ontwikkelingssamenwerking heeft als doel het overkoepelenden vertegenwoordigend orgaan te zijn van de Oudenaardse organisaties vanverschillende strekkingen die werken rond internationale samenwerking,mensenrechten en de noord-zuidproblematiek.De stedelijke Adviesraad voor Ontwikkelingssamenwerking adviseert hetstads<strong>be</strong>stuur bij het ontwikkelen en uitwerken van een <strong>be</strong>leid op het gebied vaninternationale samenwerking, mensenrechten en de noord-zuidproblematiek. Deadviesraad informeert en sensibiliseert het stads<strong>be</strong>stuur en de <strong>be</strong>volking inzakedeze materies.Het secretariaat van deze adviesraad wordt waargenomen door de sociale dienst.De GROS organiseert elk jaar een informatieavond voor de <strong>be</strong>volking.4.3 Gezondheids<strong>be</strong>leidDe sociale dienst pro<strong>be</strong>ert regelmatig gezondheidsprojecten te organiseren,waarbij de <strong>be</strong>volking gesensibiliseerd wordt omtrent <strong>be</strong>paaldegezondheidsthema’s. In het verleden werden actie gevoerd rond preventie vanhart- en vaatziekten en baarmoederhalskanker. Sinds het <strong>be</strong>staan van Logo Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> worden deze projecten in samenwerking gerealiseerd, zoals hetproject rond preventie van borstkanker.55


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening4.4 Andere takenNaast bovenvermelde taken volgt de sociale dienst nog volgende dossiers op:- subsidieaanvragen sociale zaken, bonden van gepensioneerden,ontwikkelingssamenwerking- <strong>sociaal</strong> luik rampenplan- gemeente<strong>be</strong>stuur gebonden dossiers (dossiers college en gemeenteraad,opmaak <strong>be</strong>groting, houden van functionerings- en evaluatiegesprekken,competentiemanagement, …)Daarnaast volgt de sociale dienst nog volgende vergaderingen op:- de vergaderingen van de sociale commissie (gemeenteraadsleden)- de stuurgroep en werkgroep voor de opstart van de kansenpas- het dagelijks <strong>be</strong>stuur en de algemene vergadering van het <strong>lokaal</strong> overlegkinderopvang- de algemene vergadering van LOGO Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong>- de werkgroep jeugdwelzijnsoverleg- vergaderingen opvoedingscafé- vergaderingen jeugdinformatie<strong>be</strong>leid- de algemene vergadering van het <strong>lokaal</strong> overleg gelijke onderwijskansen (LOP)4.5 Coördinatie <strong>be</strong>stuur sociale zaken en jeugdBinnen het stads<strong>be</strong>stuur van <strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>staat het ‘<strong>be</strong>stuur sociale zaken enjeugd’ uit volgende diensten:- de sociale dienst- kinderopvang ‘Begijnhof’- speelotheek ‘de Zevensprong’- de dienst buitenschoolse kinderopvang- de jeugddienstHet diensthoofd sociale zaken en jeugd is, naast personeelslid van de socialedienst, tevens verantwoordelijk voor de coördinatie van deze andere diensten.Daarnaast is zij, vanuit haar functie binnen het stads<strong>be</strong>stuur, ook lid van hetdagelijks <strong>be</strong>stuur, de raad van <strong>be</strong>stuur en de algemene vergadering van destedelijke vzw Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> en junior vzw.Deze coördinatiefunctie vraagt regelmatig contacten en maandelijkseoverlegvergaderingen met al deze diensten.56


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening4.6 Dienstverlening aan het stadspersoneelDe sociale dienst staat in voor de informatieverstrekking over en de aanvraag vansociale voordelen en premies voor de personeelsleden bij de gemeenschappelijkesociale dienst van de RSZPPO.De sociale dienst fungeert daarnaast vaak als tussenpersoon tussen depersoneelsleden en de vakantiedienst Pollen van de RSZPPO.De sociale dienst staat in voor de administratie <strong>be</strong>treffende de collectievehospitalisatieverzekering voor de personeelsleden en hun familieleden via hetstads<strong>be</strong>stuur.Evolutie aantal aansluitingen hospitalisatieverzekering over de periode 2001 – 2006:Hospitalisatieverzekering2001 2002 2003 2004 2005 200685 215 233 236 231 233Het aantal aansluitingen is in 2002 enorm toegenomen omwille van het feit dat hetstads<strong>be</strong>stuur verplicht werd een gratis verzekering af te sluiten voor zijnpersoneelsleden.4.7 Conclusie takenpakket sociale dienstWanneer we de taken van de sociale dienst evalueren, stellen we vast dat hettakenpakket sinds 1997 steeds toegenomen is (meer cliënten, meer administratie,meer adviesraden, toename andere dossiers, opstart nieuwe diensten), terwijl depersoneelssituatie ongewijzigd bleef. Dit brengt mee dat de taken vandaag nietmeer kunnen worden uitgevoerd zoals zou moeten. De sociale dienst vraagt om diereden dan ook personeelsuitbreiding.4.8 SamenwerkingsverbandenDe sociale dienst heeft weinig formele samenwerkingsverbanden met anderediensten of organisaties, maar werkt wel regelmatig samen met volgende diensten.Er is een samenwerkingsverband met de Huurdersbond in het kader van vragen enproblemen van cliënten omtrent huurwetgeving.INTERN – tussen de stadsdienstenBinnen het stads<strong>be</strong>stuur wordt er samengewerkt met verschillende diensten in hetkader van cliëntdossiers, namelijk:Dienst <strong>be</strong>volkingAflevering van allerhande attesten, wettiging van handtekeningen voor volmachtenen andere documenten, opvraging adresgegevens en <strong>be</strong>standen, doorverwijzingenvoor regeling pensioen en invaliditeit na overlijden en verhuizing, …Dienst OntvangerijDoorverwijzingen voor nagaan voorwaarden en aanvraag vermindering envrijstelling van de gemeente<strong>be</strong>lasting.57


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningWaterdienstDoorverwijzing voor nagaan voorwaarden en aanvraag vrijstelling van desaneringsbijdrage.Dienst communicatieDoorverwijzing voor aanvraag dossiers van mensen die informatie komen vragen bijde communicatieambtenaar.Dienst Ruimtelijke OrdeningDoorverwijzing voor de aanvraag van een parkeerplaats voor personen met eenhandicap, doorverwijzingen voor het onderzoek van de voorwaarden en deaanvraag van de renovatiepremie en de huursubsidie en installatiepremie.We stellen vast dat mensen geregeld <strong>be</strong>zoeken aan verschillende diensten binnenhet administratief centrum combineren.ZitdagenBezoekers van de zitdagen (pensioenen, personen met een handicap,oorlogsslachtoffers) worden rechtstreeks doorverwezen naar de sociale dienst voorde aanvraag van <strong>be</strong>paalde dossiers.EXTERN - met de lokale en bovenlokale actorenIn het kader van de pensioendossiers heeft de sociale dienst frequente contactenmet de Rijksdienst voor Pensioenen en het Rijksinstituut voor de socialeverzekering der zelfstandigen en dit zowel met de hoofdkantoren als met degewestelijke bureaus. Daarnaast zijn er ook contacten met de mutualiteiten, dewerkloosheidskassen en de Rijksdienst voor Ar<strong>be</strong>idsvoorziening in het kader van deafwerking en finalisering van dossiers.In het kader van de aanvraag van de tegemoetkomingen aan personen met eenhandicap, de attesten inzake fiscale en sociale voordelen en de parkeerkaartenneemt de sociale dienst regelmatig contact op met de FOD Sociale Zekerheid, dezitdag van de FOD Sociale Zekerheid in het ACM, de mutualiteiten, de rusthuizen,ziekenhuizen en de diensten voor gezins- en <strong>be</strong>jaardenhulp.Voor de overige dossiers zijn er contacten met:- de FOD Verkeer en de FOD Financiën- de verschillende telefoonmaatschappijen- de verschillende energieleveranciers- de verschillende watermaatschappijen- de ka<strong>be</strong>lmaatschappij- het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, dienst AHROM- de provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, Dienst Welzijn- de Lijn en de NMBS- Ethias- de verschillende kinderbijslagfondsen- de dienst studietoelagen- de sociale huisvestingsmaatschappijen- het justitiehuis58


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening- de diensten voor gezins- en <strong>be</strong>jaardenhulp- de rusthuizen- het PWA en de dienstencheque-ondernemingen- de kassen voor de zorgverzekering- (huis)artsen en ziekenhuizen- het OCMW.ZitdagenIn het Administratief Centrum Maagdendale gaan maandelijks verschillendezitdagen door. Op deze zitdagen kunnen zowel inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> alsinwoners van de omliggende gemeenten terecht.Het <strong>be</strong>treft volgende zitdagen:- Rijksinstituut voor de sociale verzekering der zelfstandigen / sociale inspectie:Elke 1 e donderdag van de maand van 11.00 tot 12.00 uur.- Rijksdienst voor Pensioenen:Elke 2 e dinsdag van de maand van 13.30 tot 15.30 uur.- FOD Sociale Zekerheid:Elke 3 e dinsdag van de maand van 09.00 tot 10.00 uur.- Vlaams Woningfonds:Elke 1 e dinsdag van 09.00 tot 11.00 uur.- Oorlogsslachtoffers:Elke 3 e donderdag van 10.00 tot 12.00 uur.- MilieuAdviesWinkel:Elke 3 e donderdag van 16.00 tot 19.00 uur.Jaarlijks gaat er ook een zitdag studietoelagen door in het ACM tijdens de maandseptem<strong>be</strong>r of okto<strong>be</strong>r.De zitdag van de Huurderbond werd in 2006 afgeschaft, aangezien de maandelijksezitdag niet tegemoet kon komen aan de meeste dringende problemen. Cliëntenmet huurproblemen worden doorverwezen naar de zitdag in Gent of Ronse of desociale dienst neemt als tussenpersoon contact op met de Huurdersbond4.9 Toegankelijkheid en <strong>be</strong>reikbaarheidDe sociale dienst van het stads<strong>be</strong>stuur is inge<strong>be</strong>d in het Administratief CentrumMaagdendale, Tussenmuren 17 te <strong>Oudenaarde</strong> en heeft hierdoor een lage drempel.Mensen combineren <strong>be</strong>zoeken aan verschillende diensten in het gebouw.Het gebouw is aangepast voor personen met een handicap (brede deuren, lift) en isomgeven door een ruime gratis parking, met een parkeerplaats voor personen meteen handicap.De sociale dienst verzorgt de sociale dienstverlening van het stads<strong>be</strong>stuur met 2personeelsleden, maatschappelijk assistenten van opleiding. Eén personeelslid istevens diensthoofd van het Bestuur Sociale Zaken en Jeugd (KinderopvangBegijnhof, speelotheek De Zevensprong, Jeugddienst Jotie, Dienst BuitenschoolseOpvang, Dienst Opvanggezinnen – 17 personeelsleden).59


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningEr is een neutrale wachtruimte. Cliënten worden ontvangen in de privacy van eenafgesloten bureau, wat omwille van de <strong>be</strong>sproken onderwerpen (financiële enmedische gegevens) noodzakelijk is.OpeningsurenDe dienst is elke werkdag open van 08.30 tot 12.00 uur en op maandag- enwoensdagnamiddag van 13.30 tot 17.30 uur.Tijdens de zomer- en kerstvakantie is de dienst gesloten op woensdagnamiddag.De dienst werkt met vrije openingsuren en in uitzonderlijke gevallen op afspraak.Bij mensen die zich niet zelf kunnen verplaatsen en geen familie/vrienden heb<strong>be</strong>ndie dit voor hen kunnen doen worden huis<strong>be</strong>zoeken gedaan. Omwille van de<strong>be</strong>perkte personeels<strong>be</strong>zetting en de tijd die huis<strong>be</strong>zoeken in <strong>be</strong>slag nemen,pro<strong>be</strong>ren we het aantal huis<strong>be</strong>zoeken te <strong>be</strong>perken, wat jammer is in het kader vande problematiek van vereenzaming.ContactgegevensDe dienst is binnen en buiten de openingsuren telefonisch <strong>be</strong>reikbaar op denummers 055/33 51 24 en 055/33 51 04 Bij afwezigheid kan men een <strong>be</strong>richtnalaten bij de receptioniste.De dienst is <strong>be</strong>reikbaar via fax op het nummer 055/30 13 45.De dienst is binnen en buiten de openingsuren <strong>be</strong>reikbaar via e-mail op volgendeadressen:jessy.wandels@oudenaarde.<strong>be</strong>;petra.de.smet@oudenaarde.<strong>be</strong>;sociale.dienst@oudenaarde.<strong>be</strong>.De dienstverlening van de sociale dienst van de stad is na te lezen op de websitevan de stad, www.oudenaarde.<strong>be</strong>, onder het luik ‘welzijn’. Hier vindt meninformatie over de verschillende diensten van het Bestuur Sociale Zaken en Jeugd.Bepaalde documenten (volmachten en aanvraagformulieren) kunnen wordenaangevraagd via het e-loket.Er is een link naar de website van het OCMW.Huidige communicatie over de sociale dienst- en hulpverleningDe sociale dienst moet de <strong>be</strong>volking informeren.Waar mogelijk wordt de <strong>be</strong>volking persoonlijk aangeschreven met <strong>be</strong>trekking tot devoordelen waarop zij recht kunnen heb<strong>be</strong>n. In de praktijk gaat het om:- aanschrijven van de inwoners die de pensioengerechtigde leeftijd heb<strong>be</strong>n<strong>be</strong>reikt;- aanschrijven van de 65-plussers m.b.t. de huursubsidie en installatiepremie;- aanschrijven van de gezinnen met een pasgeboren kind m.b.t. de stedelijkekinderopvanginitiatieven.Vier keer per jaar wordt een artikel opgenomen in het Infomagazine van de stadomtrent een <strong>be</strong>paald <strong>sociaal</strong> of fiscaal voordeel of dossier. Op deze manier wordenalle inwoners uit <strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>reikt. We stellen echter vast dat artikelen maar60


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningworden gelezen wanneer mensen in een <strong>be</strong>paalde probleemsituatie zitten,waardoor de informatie niet altijd iedereen <strong>be</strong>reikt die ze nodig heeft.In 2000 werd in het kader van deze informatieopdracht een infobrochure voor de<strong>be</strong>volking, een ‘Sociale Gids’, opgemaakt met daarin vermeld de voordelen die viade sociale dienst van de stad kunnen worden aangevraagd.Deze brochure ligt ter <strong>be</strong>schikking in de wachtzaal van de sociale dienst, in deinkomsthal van het administratief centrum en in de stedelijke bibliotheek.Deze brochure wordt eveneens verspreid onder de nieuwe inwoners van de stad viade onthaalmap van de Dienst Bevolking en bij de adviesraden.De sociale gids wordt jaarlijks herwerkt n.a.v. wetswijzigingen, wijzigingen enprocedures.In 2004 werd een ‘Gids rond Overlijden’ opgemaakt.Deze gids is niet meer actueel en wordt sinds kort niet meer verspreid. Hij moetworden herwerkt.De sociale dienst pro<strong>be</strong>ert zoveel mogelijk informatie te verspreiden via deverschillende adviesraden die onder haar werkterrein vallen. Het is de <strong>be</strong>doelingdat de leden van de adviesraden deze informatie doorgeven aan hun achterban . Inde praktijk stellen we vast dat dit niet altijd ge<strong>be</strong>urt.Via de adviesraden worden enkel de georganiseerde inwoners <strong>be</strong>reikt, m.a.w.leden van organisaties.Sinds een paar jaar pro<strong>be</strong>ert de stad haar totale dienstverleningspakket voor de<strong>be</strong>volking transparanter te maken door de ter<strong>be</strong>schikkingstelling van heel watinformatie via de website.www.oudenaarde.<strong>be</strong> <strong>be</strong>vat volgende luiken: Bestuur, Diensten, Toerisme, Cultuuren bibliotheek, Vrije tijd en sport, Economie en werk, Wonen en mobiliteit, Milieu,Onderwijs, Openbare werken, en Welzijn; en verder e-loket, wegwijs,evenementen, stadsplan, hulpdiensten en actueel.Er is vanuit het luik Welzijn een link naar de website van het OCMW.In 1998 bracht de stad voor de 1 e keer een papieren ‘administratieve gids’ uit meteen overzicht van de dienstverlening van het stads- en OCMW-<strong>be</strong>stuur. In 2007werd deze administratieve gids vernieuwd. Deze gids <strong>be</strong>vat informatie omtrentcollege en gemeenteraad, de openingsuren en werking van alle stads- en OCMWdiensten,het OCMW-rusthuis, het ziekenhuis, de Oudenaardseonderwijsinstellingen, de adviesraden en de verenigingen. De administratieve gidswerd huis aan huis verspreid.Aangezien het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid tot doel heeft ervoor te zorgen dat mensenduidelijk weten waarop zij recht heb<strong>be</strong>n en waar zij terecht moeten voor deaanvraag van deze rechten, zal de nodige aandacht moeten worden <strong>be</strong>steed aanhet informeren van de <strong>be</strong>volking. Hiervoor zal een communicatieplan wordenopgesteld, met de nodige aandacht voor gerichte doelgroepencommunicatie.Naast de gebruikelijke kanalen (persoonlijk aanschrijven van de burgers,verspreiding van folders naar de verschillende doelgroepen, opname van artikels inde magazines van stad en OCMW, <strong>be</strong>kendmaking via de websites, doorgeven vaninformatie via de adviesraden, verspreiding van pers<strong>be</strong>richten) kan er gebruikworden gemaakt van een instrument dat door minister Vervotte in het leven werd61


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleninggeroepen in het kader van de filosofie van het <strong>sociaal</strong> huis, nl. de rechtenverkenner(www.rechtenverkenner.<strong>be</strong>).Het HIVA-KU Leuven heeft op vraag van Vlaams Minister van Welzijn Inge Vervotteeen website ontwikkeld om rechten te verkennen: www.rechtenverkenner.<strong>be</strong>De rechtenverkenner bundelt alle premies en tegemoetkomingen die verbandhouden met de sociale grondrechten op federaal, Vlaams, provinciaal engemeentelijk niveau. Deze sociale grondrechten omvatten het recht op socialezekerheid, sociale bijstand, <strong>be</strong>scherming van de gezondheid, mobiliteit, ar<strong>be</strong>id,onderwijs, <strong>be</strong>hoorlijke huisvesting, juridische bijstand, culturele enmaatschappelijke ontplooiing en gezond leefmilieu. Ook de federale en Vlaamsepremies en tegemoetkomingen en die van de provincies en gemeenten zijnopgenomen. De rechtenverkenner is zowel <strong>be</strong>doeld voor de burger als voor demedewerkers van diverse sociale diensten (OCMW, gemeente<strong>be</strong>sturen, centra vooralgemeen welzijnswerk en mutualiteiten). De juiste en volledigeinformatieverstrekking en een gerichte doorverwijzing staan hierbij centraal.Hierdoor sluit de website aan bij de filosofie van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid en het<strong>sociaal</strong> huis. De rechtenverkenner bied 5 toegangspoorten tot informatie. Degebruiker kan informatie opzoeken per doelgroep, voor een specifiek <strong>sociaal</strong>grondrecht, via het ingeven van een persoonlijk profiel, in een alfa<strong>be</strong>tische lijstvan voordelen en tegemoetkomingen, en via een lijst met links naar externewebsites. Dit initiatief past in de <strong>be</strong>leidslijn <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid van de VlaamseOverheid.Deze website zal door het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur zelf worden gebruikt als informatiekanaalen zal worden gepromoot bij de <strong>be</strong>volking en de lokale actoren als instrument in deuitbouw van het <strong>sociaal</strong> huisEen effectief <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid vereist samenwerking tussen de lokale <strong>be</strong>sturen(gemeente en OCMW) onderling en tussen het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur en de lokale actoren.Deze samenwerking is noodzakelijk voor de afstemming van de dienstverlening op<strong>be</strong>leids-, voorzieningen-, cliënt- en burgerniveau.In eerste instantie is een goede samenwerking en afstemming vereist tussengemeente en OCMW. Beide <strong>be</strong>sturen heb<strong>be</strong>n wettelijke taken op het vlak vanwelzijn. Door gezamenlijke afspraken te maken en samen te werken kanoverlapping worden voorkomen, leemtes aangepakt en afstemming gerealiseerd.De samenwerking tussen OCMW en gemeente werd in het verleden geformaliseerdin een <strong>be</strong>stuursakkoord, waarbij de taakverdeling gemeente – OCMW werduitgeklaard en afspraken werden gemaakt om overlappingen weg te werken enambtelijk en politiek overleg te stimuleren. Het is de <strong>be</strong>doeling dit<strong>be</strong>stuursakkoord te hernieuwen voor de nieuwe legislatuur.Wat de samenwerking met andere lokale actoren <strong>be</strong>treft is het zo dat de lokaleactoren werden <strong>be</strong>trokken bij de opmaak van het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> via de werkgroepenen de stuurgroep.Daarnaast wordt er gestreefd naar een correcte en gerichte doorverwijzing tussenhet <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur en de lokale actoren, zodat de cliënt met zo weinig mogelijkstappen op de juiste dienst terecht komt. Deze samenwerking kan via formele ofinformele samenwerkingsverbanden. Het OCMW heeft een aantal formelesamenwerkingsverbanden, bij de sociale dienst van de stad gaat het veeleer ominformeel overleg en samenwerking met andere diensten.62


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningSamenwerking met andere lokale actoren en afstemming van hetdienstverleningsaanbod kan maar indien er in eerste instantie kennis is van hetwederzijds aanbod. De provinciale elektronische en andere sociale kaarten vormenhiertoe een eerste aanzet.4.10 Andere locale aktorenCAW ZOVL – KompasSint Walburgastraat 189700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Centrum voor algemeen welzijnswerk. Bijhuis van Kompas Ronse.Centrum Geestelijke Gezondheidszorg ZOVL – De SpiegelTerkerkenlaan 1A9700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Preventie en <strong>be</strong>handeling van psychosociale problemen voor kinderen, jongeren envolwassenen.MutualiteitenChristelijke MutualiteitSint Jozefsplein 7, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Bond MoysonJacob Lacopsstraat 16, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Li<strong>be</strong>rale MutualiteitGentiel Antheunisplein 1, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Onafhankelijk ZiekenfondsWittemolenstraat 64, 8200 BruggeWerking:De mutualiteiten staan in voor informatie en advies, individueel dossier<strong>be</strong>heer,terug<strong>be</strong>taling van de geneeskundige verstrekkingen en de opvang van noden enproblemen van hun leden.Algemeen Ziekenhuis <strong>Oudenaarde</strong>Minderbroederstraat 3, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Algemeen ziekenhuis en spoedopname.63


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningOudenaardse vereniging voor omnipracticiP/a Martijn Van Torhoutstraat 1169700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Erkend als huisartsenkring door het Ministerie van Volksgezondheid.Justitieel WelzijnswerkLappersfort 19700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Uitbouw van een kwalitatief hulp- en dienstverleningsaanbod voor personen diegedetineerd zijn, alsook voor personen die n.a.v. een strafbaar feit in aanrakingdreigen te komen of gekomen zijn met politie of justitie en hun sociale context,zodat de detentieschade zoveel mogelijk wordt <strong>be</strong>perkt en de mogelijkheid wordtgeboden om de schade tegenover zichzelf, het slachtoffer en de maatschappij teherstellen met het oog op het verhogen van de ontplooiingskansen van de cliënt inde samenleving.vzw KansarmenHoogstraat 89700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Materiële hulpverlening via <strong>be</strong>deling van voedsel en kledij voor kansarmen uit deregio <strong>Oudenaarde</strong>.Beschut WonenGaspard heuvickstraat 4B9700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Aanbieden van een <strong>be</strong>schutte woonvorm aan mensen met een gestabiliseerdepsychiatrische problematiek, het <strong>be</strong>ogen van een maximale zelfstandigheid en hetgeven van veiligheid en zekerheid. Bedoeling is te werken aan de integratie vandeze <strong>be</strong>woners in de samenleving. Er is sprake van individuele engroeps<strong>be</strong>geleiding.Diensten voor gezinshulpSolidariteit voor het GezinRemparden 12, bus 96, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>FamiliehulpKoningin Elisa<strong>be</strong>thlaan 3, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Familiezorg O-<strong>Vlaanderen</strong> – regio Vlaamse ArdennenZwartezusterstraat 18, 9000 Gent64


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningThuishulp vzwTramstraat 69, 9052 GentWerking:Deze diensten verstrekken gezins- en <strong>be</strong>jaardenhulp, poetshulp, huishoudhulp,kraamhulp, …Justitiehuis – Dienst slachtofferonthaalLappersfort 1, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Gratis juridisch advies en onthaal van slachtoffers van misdrijven.65


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening4.11 Diensten Doelgroepen MatrixDIENSTENvolwassenen 18 tot Ouderen 60 plus Pers handicap WIGW IGO / GI allochtonen kansarmen60 jraanvraag pensioenen - gemeente - gemeente - gemeente gemeente gemeenteaanvraaginvaliditeitsuitkeringen - gemeente - gemeente - gemeente - gemeente gemeente gemeenteaanvraag sociale en fiscalevoordelen-gemeente-OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteitgemeenteOCMWmutualiteitgemeenteOCMWmutualiteitaanvraagmantelzorgpremiepsycho - sociale<strong>be</strong>geleidingalgemene administratieveondersteuninginformatie en adviesaanvullende financiëlehulp- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- Justitieelwelzijnswerk- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- OCMW- kansarmen- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- OCMW- kansarmen- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- OCMW- kansarmen- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- OCMW- kansarmen- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- OCMW- kansarmen- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- gemeente- OCMW- mutualiteit- CGGZ- CAW- justitieelwelzijnswerk- OCMW- kansarmen66


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningDIENSTENinkomensvervangendefinanciële hulpbudget<strong>be</strong>heer en –<strong>be</strong>geleidingmateriële hulpKlusjesdienstjuridische hulpverleningpreventie en <strong>be</strong>handelingvan psychosocialeproblemen<strong>be</strong>handeling van drug- enalcoholgebruikersalgemeen welzijnswerksociale zekerheidindividueel dossier<strong>be</strong>heernoden en problemen igvziektevolwassenen 18 tot60 jrOuderen 60 plus Pers handicap WIGW IGO / GI allochtonen kansarmen- OCMW - OCMW - OCMW - OCMW - OCMW - OCMW- OCMW- Reg dienstschuld<strong>be</strong>middeling- CAW- OCMW- vzw kansarmen- kringloopwinkel- OCMW- mutualiteit- OCMW- justitiehuis- comm jur bijstand- justitieelwelzijnswerk- CGGZ- CAW- zelfhulpgroepen- CGGZ- zelfhulpgroepen- CAW- mutualiteit- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- OCMW- Reg dienstschuld<strong>be</strong>middeling- CAW- OCMW- vzw kansarmen- kringloopwinkel- OCMW- mutualiteit- OCMW- justitiehuis- comm jurbijstand- justitieelwelzijnswerk- CGGZ- CAWzelfhulpgroepen- CGGZzelfhulpgroepen- CAW- mutualiteit- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- OCMW- Reg dienstschuld<strong>be</strong>middeling- CAW- OCMW- vzw kansarmen- kringloopwinkel- OCMW- mutualiteit- OCMW- justitiehuis- comm jurbijstand- justitieelwelzijnswerk- CGGZ- CAW- zelfhulpgroepen- CGGZ- zelfhulpgroepen- CAW- mutualiteit- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- OCMW- Reg dienstschuld<strong>be</strong>middeling- CAW- OCMW- vzw kansarmen- kringloopwinkel- OCMW- mutualiteit- OCMW- justitiehuis- comm jurbijstand- justitieelwelzijnswerk- CGGZ- CAW- zelfhulpgroepen- CGGZ- zelfhulpgroepen- CAW- mutualiteit- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- OCMW- Reg dienstschuld<strong>be</strong>middeling- CAW- OCMW- vzw kansarmen- kringloopwinkel- OCMW- mutualiteit- OCMW- justitiehuis- comm jurbijstand- justitieelwelzijnswerk- CGGZ- CAW- zelfhulpgroepen- CGGZ- zelfhulpgroepen- CAW- mutualiteit- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- OCMW- Reg dienstschuld<strong>be</strong>middeling- CAW- OCMW- vzw kansarmen- kringloopwinkel- OCMW- mutualiteit- OCMW- justitiehuis- comm jur bijstand- justitieelwelzijnswerk- CGGZ- CAW- zelfhulpgroepen- CGGZ- zelfhulpgroepen- CAW- mutualiteit- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit - mutualiteit - mutualiteit - mutualiteit - mutualiteit - mutualiteit67


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningDIENSTENhulp- en dienstverleningvoor gedetineerdenhulp- en dienstverleningvoor personen die navstrafbaar feit in aanrakingdreigen te komen /gekomen zijn met justitieslachtofferonthaalvolwassenen 18 tot60 jrOuderen 60 plus Pers handicap WIGW IGO / GI allochtonen kansarmen- JWW - JWW - JWW - JWW - JWW - JWW- JWW - JWW - JWW - JWW - JWW - JWW- JWW- CAW- politie- JWW- CAW- politie- JWW- CAW- politie- JWW- CAW- politie- JWW- CAW- politie- JWW- CAW- politiecggz = de spiegelcaw = kompasjww = justitieel welzijnswerk68


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening4.12 SWOTHierna geven we een overzicht van de <strong>be</strong>langrijkste elementen uit de SWOTanalyse:InternPositief:- ruim dienstenaanbod binnen stads- en OCMW-<strong>be</strong>stuur- sociale dienst stad heeft lage drempelNegatief:- te kleine personeels<strong>be</strong>zetting sociale dienst om <strong>be</strong>staande en nieuwe takendegelijk te kunnen uitvoeren- sociale en fiscale voordelen zijn nog te weinig gekend en er is onduidelijkheidbij de <strong>be</strong>volking over de verschillende <strong>be</strong>staande voordelen- er is nog te weinig werking voor kansengroepenExternPositief:- aanwezigheid van een ruim dienstverleningsaanbod als gevolg van decentrumfunctieNegatief:- het aanbod van de lokale actoren is nog te weinig gekend bij de <strong>be</strong>volking- het overleg, de samenwerking en doorverwijzing met en naar de lokale actorenkan nog ver<strong>be</strong>teren- de verschillende wetgevingen en initiatieven op provinciaal, Vlaams en federaalniveau zijn bij de burger niet altijd gekend of het is onduidelijk waar men voorde aanvraag terecht moet69


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningSWOT analyseFACTOREN Intern ExternPositief Sterkten (S) Opportuniteiten (O)- ruim <strong>sociaal</strong> dienstenaanbod bij de gemeente (Sociale dienst,dienst babysitting, kinderopvang, buitenschoolse opvang, dienstopvanggezinnen, jeugddienst, speelotheek) en OCMW- sociale dienst bij de gemeente is een voordeel tov kleinegemeenten, waarbij deze dienstverlening meestal bij dienst<strong>be</strong>volking zit, waardoor minder kennis en specialisatie- privacy van een bureel tov een loket in kleinere gemeenten- in<strong>be</strong>dding in stadsdiensten creëert een lage drempel- toegankelijkheid ACM: ruime gratis parking, platte ingang,aanwezigheid lift, ruime openingsuren, telefonische enschriftelijke <strong>be</strong>reikbaarheid, <strong>be</strong>reikbaarheid via email,…- informeren van de <strong>be</strong>volking: <strong>be</strong>volking wordt aangeschrevenivm <strong>be</strong>staande voordelen (pensioenen, …), publicaties inInfomagazine en stads<strong>be</strong>richten- afspraken rond taakverdeling tussen OCMW en stad- samenwerking met mutualiteiten rond financiële tussenkomstenen sociale voordelen- centrumfunctie (trekt ook inwoners van andere gemeenten aan)- aanwezigheid van gespecialiseerde 1e en 2e lijndiensten- aanwezigheid van juridische diensten (rechtbank) en juridischhulpverleningsaanbod (justitiehuis, gratis juridisch advies,Comité Bijzondere Jeugdzorg, …)- regionale samenwerkingsverbanden tussen OCMW en andereOCMW’s, en de politie en het CAW Z-O-<strong>Vlaanderen</strong>Negatief Zwakten (W) Bedreigingen (T)- personeels<strong>be</strong>zetting sociale diensten stad en OCMW- te hoge werkdruk, waardoor te weinig tijd voor <strong>be</strong>leidswerk ennieuwe projecten- openingsuren soms nog te weinig gekend, ondanksherhaaldelijke publicatie in Infomagazine- dienstverleningsaanbod soms nog te weinig gekend opmomenten dat men het nodig heeft, ondanks publicaties inInfomagazine, oa HAB- onduidelijkheid over de inhoud en voorwaarden van deverschillende financiële tussenkomsten voor zorg<strong>be</strong>hoevenden- bij de <strong>be</strong>volking (zorgverzekering, hulp aan <strong>be</strong>jaarden,mantelzorgpremies)- <strong>be</strong>stuur is soms te weinig <strong>sociaal</strong> ingesteld bij projecten metgrote financiële weerslag- nog te weinig werking naar kansarmen, allochtonen- gebrek aan ontmoetingsruimte ( met <strong>sociaal</strong> restaurant )- afwezigheid <strong>lokaal</strong> dienstencentrum- samenwerking met de mutualiteiten kan nog <strong>be</strong>ter om ervoor tezorgen dat alle burgers maximaal kunnen genieten vanfinanciële en sociale voordelen- weinig kennis van en samenwerking met andere locale actoren,sociale dienst stad is ‘aparte dienst’ met weinig explicietesamenwerkingsverbanden- aanbod locale actoren onvoldoende gekend bij de burgers- werking vzw Kansarmen wordt op <strong>be</strong>paalde vlakken(voedsel<strong>be</strong>deling) in vraag gesteld- er zijn te weinig sociale en <strong>be</strong>taalbare woningen in <strong>Oudenaarde</strong>- er zijn verschillende wetgevingen, <strong>lokaal</strong>, provinciaal, vlaams,federaal, het is voor de burger niet steeds duidelijk wat erallemaal <strong>be</strong>staat- locale actoren kennen elkaar en elkaars werking te weinig- stijging van het aantal gezinnen met financiële problemen,schulden, leninglast- gebrek aan ontmoetingsruimte (met <strong>sociaal</strong> restaurant)70


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening- centrumfunctie trekt ook inwoners van andere gemeenten aan- afwezigheid <strong>lokaal</strong> dienstencentrum- weinig communicatie en samenwerking tussen stad en OCMW- kansarme inwoners zijn niet verenigd en nemen onvoldoendedeel aan het maatschappelijk en cultureel leven71


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening4.13 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingen enactiesStrategische doelstelling 1Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur streeft ernaar de toegankelijkheid en <strong>be</strong>reikbaarheid van hetglobale aanbod aan sociale dienst- en hulpverlening te verhogen bij de inwoners inhet kader van de realisatie van het concept van het <strong>sociaal</strong> huis.Operationele doelstelling 1.1Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur streeft ernaar het globale aanbod aan sociale dienst- enhulpverlening van alle aanbieders <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>kend te maken bij de verschillendedoelgroepen uit <strong>Oudenaarde</strong> en dit tegen 2012.Actie 1.1.1Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur informeert de inwoners op een actieve wijze over het globaleaanbod van sociale dienst- en hulpverlening op federaal, Vlaams, provinciaal en<strong>lokaal</strong> niveau op het grondgebied van <strong>Oudenaarde</strong> en verwijst op een correcte engericht wijze door naar het loket waar men terecht kan voor de aanvraag.Middelen:- de provinciale sociale kaart voor <strong>Oudenaarde</strong> wordt gekoppeld aan de websitesvan stad en OCMW en <strong>be</strong>kendgemaakt aan de <strong>be</strong>volking via eencommunicatieplan;- er wordt een folder opgemaakt met het globaal aanbod aan sociale dienst- enhulpverlening in <strong>Oudenaarde</strong> die wordt verspreid onder de <strong>be</strong>volking via eenhuis-aan-huis<strong>be</strong>deling (doelgroepgericht);- de website www.rechtenverkenner.<strong>be</strong> wordt actueel gehouden met dewelzijnsinformatie van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur en <strong>be</strong>kendgemaakt aan de <strong>be</strong>volking;- in overleg met het RWO en de provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong> wordt nagegaan of ereen keer per legislatuur een Welzijns<strong>be</strong>urs kan worden georganiseerd, naar hetvoor<strong>be</strong>eld van de stedelijke seniorenraad in 2007, maar op kleinere schaal;- <strong>be</strong>kendmaking van de zitdagen die <strong>lokaal</strong> worden georganiseerd door andereoverheden.Dit alles vraagt personele en financiële middelen.Timing:- hele jaar door- periode 2007 - 2012Operationele doelstelling 1.2Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur streeft ernaar het eigen sociale dienst- en hulpverleningsaanbod<strong>be</strong>ter <strong>be</strong>kend te maken bij de verschillende doelgroepen uit <strong>Oudenaarde</strong> en dittegen 2012.72


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningActie 1.2.1Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur informeert op een actieve wijze de inwoners m.b.t. het <strong>sociaal</strong>dienst- en hulpverleningsaanbod en het loket waar men terecht kan voor deaanvraag en de dossieropvolging.Middelen:Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur maakt een communicatieplan op om de <strong>be</strong>volking te informerenover het <strong>sociaal</strong> dienst- en hulpverleningsaanbod.Dit kan o.a. op de volgende manieren:- persoonlijk aanschrijven van de <strong>be</strong>volking rond voordelen;- verspreiden van folders en flyers;- opnemen van artikels in het Infomagazine en de OCMWeetjes (huis aan huis<strong>be</strong>deeld),- de <strong>be</strong>kendmaking van het dienstverleningsaanbod via de websites vanstads<strong>be</strong>stuur en OCMW;- het creëren van een duidelijke link tussen de websites van stad en OCMW;- verspreiding van de Sociale Gids en Gids bij Overlijden via verschillendestadsdiensten, het OCMW, de adviesraden, nieuwe inwoners, de lokale actoren,e.a.;- de <strong>be</strong>kendmaking van het aanbod via overleg en samenwerking met de lokaledoorverwijzers (mutualiteiten, artsen, ziekenhuizen, rusthuizen, vakbonden,e.a.).Dit alles vraagt personele en financiële middelenTiming:- hele jaar door- periode 2007 - 2012Operationele doelstelling 1.3Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur streeft ernaar het sociale dienst- en hulpverleningsaanbod vande lokale actoren <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>kend te maken bij de verschillende doelgroepen uit<strong>Oudenaarde</strong> en dit tegen 2012.Actie 1.3.1Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur informeert op een actieve wijze de inwoners m.b.t. het <strong>sociaal</strong>dienst- en hulpverleningsaanbod van de lokale actoren en verwijst op een gerichtemanier door naar het loket van deze lokale actoren waar men terecht kan voor deaanvraag en de dossieropvolging en dit door overleg en samenwerking met delokale actoren.Middelen:- organisatie van overlegvergaderingen en afspraken met de doorverwijzers- gebruik van de provinciale sociale kaart;- verspreiding folder met het globaal aanbod aan sociale dienst- enhulpverlening in <strong>Oudenaarde</strong>;- gebruik en <strong>be</strong>kendmaking www.rechtenverkenner.<strong>be</strong>;- onderzoek organisatie Welzijns<strong>be</strong>urs met medewerking van de lokale actoren73


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningTiming:- 1 keer per legislatuur74


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningStrategische doelstelling 2Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur streeft ernaar de toegankelijkheid en <strong>be</strong>reikbaarheid van hetculturele en vrijetijdsleven in de brede zin van het woord te verhogen voorkansarme kinderen en volwassenen van <strong>Oudenaarde</strong>.Operationele doelstelling 2.1Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur wil de deelname van kansarmen aan het cultureel- envrijetijdsaanbod van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur, de lokale actoren (privéverenigingen en -organisaties) en de scholen verhogen.Actie 2.1.1Er wordt een kansenpas uitgewerkt en ingevoerd.Middelen:- onderzoek toekenning kansenpas door sociale diensten van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur;- het uitvoeren van deze actie is slechts mogelijk indien er eenkansenpasmedewerker wordt aangeworven die instaat voor de coördinatie, deuitwerking en de contacten met de doelgroep, de doorverwijzers en deaanbieders van cultuur- en vrijetijdsinitiatieven binnen het stads<strong>be</strong>stuur en hetprivaat initiatief;- werkingsbudget kansenpasboekje en activiteiten;- regelmatig overleg tussen de vrijetijdsdiensten van het stads<strong>be</strong>stuur en desociale diensten van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur via de stuurgroep en de werkgroepkansen voor cultuur.Timing:- streefdatum invoering kansenpas: <strong>2008</strong>75


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningStrategische doelstelling 3Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur streeft ernaar de participatie en de inspraak in het <strong>be</strong>leid vande <strong>be</strong>volking te verhogen.Operationele doelstelling 3.1Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur brengt verschillende doelgroepen van georganiseerde en nietgeorganiseerdeinwoners samen in adviesraden om het <strong>be</strong>leid te adviseren op deverschillende domeinen die hen aan<strong>be</strong>langen.Actie 3.1.1De <strong>be</strong>staande adviesraden (seniorenraad, gezinsraad, adviesraad voorontwikkelingssamenwerking, het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang) en de nieuw op terichten adviesraden (personen met een handicap) nemen actief deel aan hetuitwerken, uitvoeren en evalueren van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>leid en worden in hun taakondersteund door de sociale dienst.Middelen:- administratieve, logistieke en financiële ondersteuning door het stads<strong>be</strong>stuur;- voldoende personeels<strong>be</strong>zetting op de sociale dienst.Timing:- hele jaar door- periode <strong>2008</strong> - 201276


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverleningStrategische doelstelling 4Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur streeft naar een kwaliteitsvolle en efficiënte dienstverleningOperationele doelstelling 4.1Het stads<strong>be</strong>stuur streeft naar een kwaliteitsvolle en efficiënte dienstverlening aande <strong>be</strong>volking en de adviesraden en in de dienstgebonden materies, door eenvoldoende personeels<strong>be</strong>zetting op de sociale dienst.Actie 4.1.1De personeels<strong>be</strong>zetting van de sociale dienst wordt uitgebreid met een voltijdsemedewerker in het kader van de organisatie van de zitdagen van de sociale dienst,de administratieve afwerking van dossiers, het uitvoeren van huis<strong>be</strong>zoeken en hetondersteunen van de adviesraden en het sociale luik van de buitenschoolse opvangMiddelen:- wijziging personeelsplan;- aanwervingsprocedure;- <strong>be</strong>groting.Timing:- <strong>2008</strong>77


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening5 Een Sociaal Huis in <strong>Oudenaarde</strong>5.1 Het Vlaams Decreet Lokaal Sociaal Beleid van 3 maart 2004Het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid is gericht op een maximale toegankelijkheid van dedienstverlening voor elke burger en een optimaal <strong>be</strong>reik van de <strong>be</strong>oogde doelgroep.Om deze doelstelling te verwezenlijken, realiseert het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur een SociaalHuis dat minimaal een informatie-, loket- en doorverwijsfunctie heeft.InformatiefunctieHet Sociaal Huis heeft de opdracht zo ruim mogelijk informatie te verstrekkenover onder meer de mogelijke opvang- en hulpvormen en <strong>be</strong>staande voorzieningendie opvang en hulp aanbieden op <strong>lokaal</strong> en regionaal niveau.LoketfunctieDe loketfunctie van het Sociaal Huis wordt gerealiseerd door het minimaal totstand brengen van een gezamenlijk loket dat op een geïntegreerde wijze toegangverschaft tot de sociale dienstverlening van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur.DoorverwijsfunctieDe doorverwijsfunctie van het Sociaal Huis wordt gerealiseerd door het tot standbrengen van een ruime samenwerking met lokale actoren.Art. 18 van het Vlaams Decreet Lokaal Sociaal Beleid <strong>be</strong>paalt dat ieder <strong>lokaal</strong><strong>be</strong>stuur een Sociaal Huis dient te realiseren tegen 1 januari 2007.Voor de realisatie van dit Sociaal Huis kan het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur uitstel krijgen tot 5jaar na de inwerkingtreding van het decreet nl. tot 22/05/2009.Het stads<strong>be</strong>stuur en het OCMW heb<strong>be</strong>n in novem<strong>be</strong>r 2006 samen een aanvraag omuitstel ingediend bij de Vlaamse Minister van Welzijn, Volkgezondheid en Gezin.De minister heeft in een brief van 04/12/2006 uitstel verleend voor de oprichtingvan een Sociaal Huis tot ten laatste 22/05/2009.5.2 Samenwerkingsprotocol Stad en OCMWIn het samenwerkingsprotocol van 11/10/2005 heb<strong>be</strong>n de stad en het OCMWsamenwerkingsafspraken gemaakt voor een geïntegreerd <strong>lokaal</strong> welzijns<strong>be</strong>leid :- Het stads<strong>be</strong>stuur en het OCMW engageren zich om samen het lokalewelzijns<strong>be</strong>leid vorm te geven. Door gezamenlijke afspraken en samenwerkingmoeten overlappingen in de dienstverlening worden voorkomen. Dekinderopvang <strong>be</strong>hoort tot de <strong>be</strong>voegdheid van het stads<strong>be</strong>stuur en ouderenzorg<strong>be</strong>hoort tot de <strong>be</strong>voegdheid van het OCMW. De eindverantwoordelijkheid voorde mantelzorgpremie ligt bij het OCMW. Beide <strong>be</strong>sturen erkennen elkaars<strong>be</strong>voegdheden in de specifieke welzijnstaken.- Het stads<strong>be</strong>stuur en het OCMW heb<strong>be</strong>n afspraken gemaakt over decommunicatie aan de burger over het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid. De communicatiege<strong>be</strong>urt via het Infomagazine van de stad, de OCMWeetjes en de websites van<strong>be</strong>ide <strong>be</strong>sturen.- Het overlegcomité stad en OCMW komt minstens 4 x per jaar samen.78


Deel 4 – Algemene maatschappelijke dienstverlening- De sociale diensten van <strong>be</strong>ide <strong>be</strong>sturen komen 4 x per jaar samen om het <strong>lokaal</strong>welzijns<strong>be</strong>leid voor te <strong>be</strong>reiden en uit te voeren.5.3 Een Sociaal Huis in <strong>Oudenaarde</strong>Het stads<strong>be</strong>stuur en het OCMW heb<strong>be</strong>n en <strong>be</strong>houden volgens desamenwerkingsafspraken momenteel elk hun specifieke taken in demaatschappelijke dienstverlening.Aan de burgers wordt duidelijk gecommuniceerd waar en voor welkemaatschappelijke dienstverlening men terecht kan.Stad en OCMW zullen in gezamenlijk overleg voor 22/05/2009 invulling geven aanhet concept Sociaal Huis in <strong>Oudenaarde</strong>.79


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Deel 5 - Kinderen en jongeren -Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>1 InleidingVertrekkend vanuit de knelpunten van het vroegere Sociaal Impuls Fonds werd<strong>be</strong>slist om in het Lokaal Sociaal Beleidsplan o.a. te werken rond het themakinderen en jongeren. Per werkgroep werd een definitie opgemaakt waarin werd<strong>be</strong>paald waarrond deze werkgroep inhoudelijk zal werken.Tevens werd <strong>be</strong>slist om het kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> op te nemen in het LokaalSociaal Beleidsplan.1.1 DefinitieMet kinderen en jongeren <strong>be</strong>doelen we personen tussen 0 en 18 jaar uit<strong>Oudenaarde</strong> en daarbuiten.Deze werkgroep werkt rond:- het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvang- correcte informatie en doorverwijzing rond kinderopvang voor kinderen enjongeren- kwaliteitsvolle en pedagogisch verantwoorde kinderopvang tegen <strong>be</strong>taalbareprijzen- (integrale) jeugdhulpverlening.Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur heeft tevens een signaalfunctie t.o.v. de hogere overheid.Deze werkgroep werkt niet rond:- tewerkstelling van jongeren (cfr. werkgroep ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling)- de organisatie van vrijetijds<strong>be</strong>steding en vorming voor kinderen en jongeren(cfr. jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>)- financiële, logistieke en materiële ondersteuning van het jeugdwerk (cfr.jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>).1.2 MethodiekIn het kader van de opmaak van dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd <strong>be</strong>slist per werkthema eenwerkgroep op te richten, die de opmaak van dit deel van het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> mee helptuitwerken.De werkgroep is samengesteld uit volgende diensten en instellingen:- Centrum Geestelijke Gezondheidszorg De Spiegel- Centrum Algemeen Welzijnswerk Z-O-<strong>Vlaanderen</strong>80


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>- Centrum voor Levensvorming- Kind en Gezin- Centrum Leerlingen Begeleiding (Gemeenschapsonderwijs / Vrij Onderwijs)- Politie Vlaamse Ardennen- Comité Bijzondere Jeugdzorg- Bemiddelingscommissie Bijzondere Jeugdzorg- Sociale dienst van de Jeugdrechtbank- de mutualiteiten- PISAD gpb- CKG koningin Fabiola- Lokaal Overleg Platform gelijke onderwijskansen- Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw- Stedelijke Jeugddienst- Gezinsraad- Jeugdraad- Regionaal WelzijnsoverlegDe werkgroep kwam samen op volgende momenten: 18/04/06, 22/06/06,12/11/07.Op deze vergaderingen werden volgende punten <strong>be</strong>sproken:- de voorstelling van de leden van de werkgroep- een toelichting bij het decreet en het stappenplan- een toelichting bij de oprichting van een stuurgroep en de taak en manier vanwerken van de werkgroepen- de <strong>be</strong>spreking van de dienstverlening van de stad en het OCMW voor kinderenen jongeren- de <strong>be</strong>spreking van de positieve en negatieve elementen in de werking van deverschillende diensten en de mogelijkheden tot samenwerking endoorverwijzing- de sneuvelnota- advies Lokaal Overleg Kinderopvang m.b.t. het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.Aangezien deze werkgroep voornamelijk zal werken rond hetkinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> dient ook het Lokaal Overleg Kinderopvang <strong>be</strong>trokken teworden.De werkgroep kinderen en jongeren en het Lokaal Overleg Kinderopvang werdendaarom verder samen <strong>be</strong>trokken bij de opmaak van dit hoofdstuk.81


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>1.3 Lokaal Overleg Kinderopvang: samenstelling en werking 15Op 04/05/07 keurde de Vlaamse Regering het ontwerp van nieuw <strong>be</strong>sluit houdendehet Lokaal Overleg Kinderopvang goed. Het <strong>be</strong>sluit treedt in werking op 19/06/07.De Vlaamse Overheid erkent de lokale <strong>be</strong>sturen als partner m.b.t. het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>leidinzake kinderopvang en als lokale regisseur voor de kinderopvang. Het <strong>lokaal</strong><strong>be</strong>stuur oefent zijn regierol uit in samenspraak met Kind & Gezin. Dit <strong>be</strong>tekent datKind & Gezin bij de uitbouw van opvangvoorzieningen binnen de gemeente advieszal vragen aan het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur.Door dit <strong>be</strong>sluit wordt het Lokaal Overleg Kinderopvang een verplichtegemeentelijke adviesraad, die <strong>be</strong>voegd is voor de voorschoolse dagopvang en debuitenschoolse kinderopvang. Deze adviesraad moet samengesteld worden uitvertegenwoordigers van de lokale aanbieders, de gebruikers, het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur enKind & Gezin.De inwerkingtreding van dit <strong>be</strong>sluit houdt in dat:- het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur de verantwoordelijkheid draagt voor de organisatie van hetLokaal Overleg Kinderopvang;- het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvang wordt opgemaakt door het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur, alsonderdeel van het Lokaal Sociaal Beleidsplan, en niet meer door het LokaalOverleg. Het Lokaal Overleg Kinderopvang geeft wel nog verplicht advies aanhet <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur over het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.- het Lokaal Overleg Kinderopvang zijn samenstelling en werking laat vastleggendoor de gemeenteraad.De Vlaamse Regering keurde op 04/05/07 het <strong>be</strong>sluit houdende het Lokaal BeleidKinderopvang goed. Het treedt in werking op 19/06/07.Het <strong>be</strong>sluit <strong>be</strong>paalt dat het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur voor 01/11/07 de samenstelling eninterne werking van het <strong>lokaal</strong> overleg moet laten vastleggen door degemeenteraad.<strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>schikt nog niet over een kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>. Het stads<strong>be</strong>stuur<strong>be</strong>sliste het kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> op te maken als onderdeel van het LokaalSociaal Beleidsplan.Aangezien het nieuw <strong>be</strong>sluit van de Vlaamse Regering oplegt dat het Lokaal OverlegKinderopvang advies dient te geven over dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> blijven we in eersteinstantie even stilstaan bij wat het Lokaal Overleg Kinderopvang is.1.3.1 Wie?Het Lokaal Overleg Kinderopvang brengt iedereen samen die <strong>be</strong>zig is met kinderenen kinderopvang. Het <strong>be</strong>treft alle kinderopvanginitiatieven, scholen, ouders, hetjeugdwerk, het gemeente<strong>be</strong>stuur, het OCMW-<strong>be</strong>stuur,…Het Lokaal Overleg brengt dus zowel de aanbodzijde, de vraagzijde als het <strong>lokaal</strong><strong>be</strong>stuur (<strong>be</strong>leid) samen.Het <strong>lokaal</strong> overleg wordt geleid door een neutrale voorzitter.Het gemeente<strong>be</strong>stuur stelt een secretaris aan.Kind en Gezin stelt een afgevaardigde aan die het overleg opvolgt en <strong>be</strong>geleidt.15 Kind en Gezin, Folder en handleiding Lokaal Overleg Kinderopvang.82


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>De volgende personen moeten in elk geval worden uitgenodigd naar devergaderingen van het <strong>lokaal</strong> overleg:- een afgevaardigde van het organiserend <strong>be</strong>stuur van elke dienst vooronthaalouders en elk kinderdagverblijf werkzaam in de gemeente- een afgevaardigde van de zelfstandige onthaalouders- een afgevaardigde van de minicrèches en zelfstandige kinderdagverblijven- een afgevaardigde van het gemeente- en het OCMW-<strong>be</strong>stuur- een afgevaardigde van het plaatselijk jeugdwerk- een afgevaardigde van het organiserend <strong>be</strong>stuur van elk initiatief voorbuitenschoolse opvang- een afgevaardigde van de gemeentelijke jeugddienst- een afgevaardigde van het organiserend <strong>be</strong>stuur of de directie van elkebasisschool in de gemeente- een vertegenwoordiging van de ouders via de Gezinsbond, de gemeentelijkegezinsraad, de oudervereniging(en) van de scholen,…In <strong>Oudenaarde</strong> is het <strong>lokaal</strong> overleg als volgt samengesteld:- een vertegenwoordiger van Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw- een vertegenwoordiger van Dienst Opvanggezinnen Reddie Teddy- 3 zelfstandige onthaalouders- een vertegenwoordiger van minicrèche De Kapoentjes- een vertegenwoordiger van minicrèche Piepeloentje- een vertegenwoordiger van minicrèche Pagadderke- een vertegenwoordiger van minicrèche De Blokkendoos – De Speelblok- een vertegenwoordiger van minicrèche Kinderopvang Begijnhof- een vertegenwoordiger van minicrèche Zonnestraaltje- een vertegenwoordiger van mini-crèche Pippo- een vertegenwoordiger van mini-crèche Duimelijntje- een vertegenwoordiger van mini-crèche Nijntje- een vertegenwoordiger van mini-crèche Pinkelotje- een vertegenwoordiger van mini-crèche De Vlinder (nieuw)- de schepen van <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid- de verantwoordelijke van de sociale dienst van de gemeente- de verantwoordelijke van de jeugddienst van de gemeente- de directies van 21 basisscholen (vrij, gemeenschaps-, niet- confessioneelonderwijs)- een vertegenwoordiger van de gezinsbond83


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>- de voorzitter van de gezinsraad- een vertegenwoordiger van de jeugdraad- de voorzitters van de ouderraden van 21 basisscholen- een vertegenwoordiger van Kind en Gezin.<strong>Oudenaarde</strong> heeft geen erkend kinderdagverblijf, geen zelfstandigkinderdagverblijf en geen Initiatief Buitenschoolse Opvang.Het plaatselijk jeugdwerk is voorlopig niet <strong>be</strong>trokken bij het <strong>lokaal</strong> overlegkinderopvang.Ook het OCMW is niet <strong>be</strong>trokken bij het <strong>lokaal</strong> overleg, aangezien in desamenwerkingsovereenkomst tussen stad en OCMW werd <strong>be</strong>paald dat het luik‘Kinderen en Jongeren’ tot de <strong>be</strong>voegdheid van de stad <strong>be</strong>hoort.Het voorzitterschap wordt waargenomen door de schepen van <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid.De sociale dienst van de gemeente neemt de taak van secretaris op zich.De erkenning van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang en de samenstelling van dezeadviesraad wordt voorgelegd aan de gemeenteraad van 29/10/07.Vanuit de sociale dienst werd, op basis van het advies van Kind en Gezin volgendesamenstelling vooropgesteld met ingang van 1/11/07:De lokale actoren:- 1 vertegenwoordiger per kinderopvangvoorziening in <strong>Oudenaarde</strong>- 1 vertegenwoordiger per basisschool in <strong>Oudenaarde</strong>- 1 vertegenwoordiger van de jeugdraad (als vertegenwoordiging voor dejeugdwerkinitiatieven)- 1 vertegenwoordiger van de gezinsraad- 1 vertegenwoordiger van de sportdienst of sportraad (nog af te spreken metsportdienst)- 1 vertegenwoordiger van de gezinsbond- 1 vertegenwoordiger per dienst ziekenopvang aan huis van de mutualiteiten.De gebruikers:- 1 vertegenwoordiger per ouderraad van elke basisschool- 1 vertegenwoordiger van de ouders en grootouders van de gezinsbond- 1 vertegenwoordiger van de VDAB- 1 vertegenwoordiger van de individuele ouders en grootouders.Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur:- sociale dienst (coördinatie van het LOKO)- kinderopvanginitiatieven stads<strong>be</strong>stuur: kinderopvang, buitenschoolse opvang84


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>- jeugddienst, dienst opvanggezinnen (vertegenwoordigd door sociale dienst).Kind en Gezin-1.3.2 Wat?Het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang <strong>be</strong>spreekt de kinderopvangsituatie in degemeente. Het <strong>be</strong>treft hier zowel de buitenschoolse opvang, de dagopvang, deopvang buiten de normale werkuren, de dringende opvang, de opvang van ziekekinderen, de opvang van kinderen met een handicap, …Ook andere thema’s kunnen aan bod komen, zoals kinder- en ouderparticipatie,een toegankelijke en <strong>be</strong>taalbare kinderopvang, …Het <strong>lokaal</strong> overleg brengt het kinderopvangaanbod in kaart, zoekt oplossingen vooreventuele kinderopvangtekorten en signaleert die aan de <strong>be</strong>voegde overheid.Het <strong>lokaal</strong> overleg stimuleert de kwaliteit van de opvang in de gemeente eninformeert de ouders over het kinderopvangaanbod.1.3.3 Waarom?Het <strong>lokaal</strong> overleg biedt de mogelijkheid om het <strong>be</strong>leid rond kinderopvang binnende gemeente te optimaliseren.Het overleg biedt eveneens aan alle leden de mogelijkheid om elkaar <strong>be</strong>ter teleren kennen.1.3.4 Wanneer?Het <strong>lokaal</strong> overleg vergadert minstens twee keer per jaar.Deze vergaderfrequentie werd voor <strong>Oudenaarde</strong> in het verleden niet altijd gehaald.De opkomst voor de vergaderingen van het <strong>lokaal</strong> overleg is niet altijd hoog.Afhankelijk van de agendapunten zijn het ofwel vertegenwoordigers van de scholenofwel vertegenwoordigers van de kinderopvanginitiatieven die aanwezig zijn. Het ismoeilijk om <strong>be</strong>ide groepen samen aanwezig te krijgen op een vergadering.De opkomst van de gebruikers, nl. de ouders via de ouderraden en de gezinsbond,is meestal heel klein.In het kader van de opmaak van het kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd een apartevergadering met de kinderopvanginitiatieven georganiseerd.1.3.5 Historiek van het <strong>lokaal</strong> overleg (buitenschoolse) kinderopvangIn 1995 organiseerde het stads<strong>be</strong>stuur een enquête rond het aanbod aankinderopvang in de gemeente, waaruit blijkt dat de stad toen al interesse had voorde problematiek rond kinderopvang.In 1996 liet een wetswijziging toe om buitenschoolse opvang te organiseren in descholen. Het stads<strong>be</strong>stuur werkte een voorstel uit om te starten met opvang op 3locaties (<strong>Oudenaarde</strong> centrum, Bevere en Eine) waar de grootste nood heerste,doch dit voorstel werd niet aanvaard door de gemeentelijke adviesraden enbijgevolg afgevoerd.85


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Het eigenlijke <strong>lokaal</strong> overleg buitenschoolse opvang werd in <strong>Oudenaarde</strong> opgestartin 1998.Er werd een inventaris opgemaakt van het <strong>be</strong>staande aanbod aan (buitenschoolse)kinderopvang en er werden voor<strong>be</strong>reidende stappen gezet voor de opmaak van een<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.Naast het kwantitatief luik werd eveneens aandacht <strong>be</strong>steed aan het kwalitatiefluik. De kwaliteit van de <strong>be</strong>staande voorzieningen werd gemeten in 1999 via een<strong>be</strong>vraging van de kinderen en de ouders. De vragenlijst peilde naar depedagogische werking (groepsindeling, spelaanbod, omgang, ruimte), de<strong>be</strong>geleiding (kwalificaties, vorming), de infrastructuur, de veiligheid en deouderparticipatie.Uit de enquête bleek dat de <strong>be</strong>staande kinderopvangvoorzieningen algemeengenomen vrij goed scoorden op het vlak van de kwalitatieve werking.Daarnaast werd aandacht <strong>be</strong>steed aan de mogelijkheden op het vlak van dealternatieve tewerkstelling in het kader van de buitenschoolse opvang.Het <strong>lokaal</strong> overleg <strong>be</strong>sliste dat er in eerste instantie oplossingen moesten wordengezocht voor opvang tijdens de vakantieperiodes.Mede onder impuls van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang werd doorheen de jareneen aanzet gegeven tot de realisatie van een aantal zaken.In 1999 verklaarde het College van Burgemeester en Schepenen zich akkoord om despeelpleinwerking uit te breiden tot de kleine vakanties. In 2000 werd voor deeerste maal speelpleinwerking georganiseerd tijdens de paasvakantie.In 2004 werd er eveneens voor de eerste keer speelpleinwerking georganiseerdtijdens de krokus- en herfstvakantie.In 2003 werd er overleg georganiseerd met de scholen in het kader van debuitenschoolse kinderopvang.De uitbouw van één centraal Initiatief Buitenschoolse Opvang met busvervoer bleekgeen oplossing te vormen voor <strong>Oudenaarde</strong>, gezien de territoriale spreiding van deverschillende scholen over het grondgebied en het probleem van de afstand en dete lange tijd die de kinderen zouden moeten doorbrengen op de bus. De uitbouwvan meerdere IBO’s in verschillende deelgemeenten was voor de stad een te dureaangelegenheid.Het was bijgevolg voor <strong>Oudenaarde</strong> niet haalbaar om de opvang in de scholen af teschaffen, aangezien er onvoldoende alternatieven waren voor de buitenschoolseopvang tijdens het schooljaar.Het College van Burgemeester en Schepenen pleitte ervoor om de opvang in descholen te <strong>be</strong>houden en <strong>be</strong>sliste om de kleuter- en lagere scholen op hetgrondgebied van <strong>Oudenaarde</strong> die voor- en naopvang organiseerden met ingang vanhet schooljaar 2003-2004 financieel te ondersteunen, zodat zij extern personeelkonden aanwerven om de voor- en naopvang in de scholen te verzorgen en/ofeventueel uit te breiden. Er kon ook (spel)materiaal mee worden aangekocht.Deze ondersteuning kwam neer op 1,97 euro per opvanguur met een maximum van400 opvanguren per schooljaar.Met ingang van 01/09/05 werd de toelage afgeschaft omwille van de organisatievan de buitenschoolse opvang in de scholen.86


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>In 2004 werd de problematiek van de woensdagnamiddagopvang <strong>be</strong>handeld.Er werd gezocht naar een mogelijke samenwerking tussen de scholen en destedelijke kinderopvang Begijnhof.Er werd een enquête uitgevoerd bij de ouders en leerkrachten voor medewerkingaan dit initiatief. Dit voorstel werd later afgevoerd, aangezien het praktisch nietuitvoerbaar was.Eveneens dat jaar werden de tarieven van de stedelijke kinderopvang Begijnhofverlaagd om de toegankelijkheid van de kinderopvang te verhogen. Tevens werdende tarieven van de speelpleinwerking ingevoerd tijdens de schoolvakanties om deconcurrentie met de speelpleinwerking weg te werken.Het <strong>lokaal</strong> overleg <strong>be</strong>sliste in 2004 om prioritair werk te maken van deproblematiek van de opvang in de scholen. De voor<strong>be</strong>elden van de buitenschoolseopvang in Deinze, Evergem, Zingem en De Pinte werden onder de loep genomen.Er werd dat jaar eveneens een nieuwe impuls gegeven op het vlak van de opmaakvan een kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.In 2005 verklaarde het College van Burgemeester en Schepenen zich akkoord metde organisatie van de buitenschoolse opvang in de Oudenaardse basisscholen doorhet stads<strong>be</strong>stuur met ingang van 01/09/05.In 2005 kwam het <strong>lokaal</strong> overleg ook samen om advies te geven aan Kind en Gezinrond de uitbreiding van de buitenschoolse opvang van De Speelblok.In 2006 werd het <strong>lokaal</strong> overleg geïnformeerd omtrent de evaluatie van debuitenschoolse opvang in de scholen, de fiscale aftrekbaarheid van kinderopvang,het nieuwe concept van Centra voor Kinderopvang en de aanzet tot de opmaak vanhet kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> in het kader van de opmaak van het Lokaal SociaalBeleidsplan. Er werd eveneens een advies geformuleerd rond de verruiming van decapaciteit van De Speelblok en een nieuw opgestart kinderopvanginitiatief werdvoorgesteld.In 2007 kwam het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang samen op volgende momenten:21/02/07Deze vergadering werd alleen georganiseerd voor de kinderopvanginitiatieven.Op deze vergadering werd een <strong>be</strong>vraging van de aanbodzijde gedaan in het kadervan de opmaak van het kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.Naast een voorstellingsronde kwamen ‘vraag en aanbod’ in de kinderopvang en het‘werken in de kinderopvangsector’ aan bod.18/06/07Op deze vergadering werd een toelichting gegeven rond de vernieuwing van dekinderopvang en de lancering van het actieplan flexi<strong>be</strong>le en occasionele opvang.Het <strong>lokaal</strong> overleg formuleerde, op vraag van Kind en Gezin, een advies m.b.t. ditactieplan.87


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>1.3.6 Lokaal overleg kinderopvang met ingang van 01/11/2007Met ingang van 01/11/07 zal het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang als erkendegemeentelijke adviesraad werken.Deze adviesraad heeft tot doel het <strong>be</strong>waken van een kwaliteitsvolle, <strong>be</strong>taalbare,toegankelijke en <strong>be</strong>reikbare kinderopvang voor elk kind in <strong>Oudenaarde</strong>.Het <strong>lokaal</strong> overleg heeft, als adviesraad, een aantal wettelijk vastgelegdeopdrachten, namelijk:- het adviseren van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur bij de opmaak van het Lokaal BeleidsplanKinderopvang en de eventuele bijsturingen ervan- het adviseren van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur over de uitvoering van het LokaalBeleidsplan Kinderopvang en de eventuele bijsturingen ervan- het adviseren van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur met <strong>be</strong>trekking tot de uitbouw vanopvangvoorzieningen binnen de gemeente.De adviesraad zal werken met een dagelijks <strong>be</strong>stuur dat instaat voor devoor<strong>be</strong>reiding van de algemene vergadering en een algemene vergadering.Het mandaat van de adviesraad loopt over 6 jaar en is gelijklopend met delegislaturen. Er zal minstens 3 keer per jaar vergaderd worden.1.4 ParticipatieVoor de opmaak van dit hoofdstuk werd een <strong>be</strong>roep gedaan op de inbreng van deleden van de werkgroep kinderen en jongeren. Het <strong>be</strong>treft hier diensten eninstellingen die werkzaam zijn in de sector.Aangezien het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvang wordt opgenomen in het Lokaal SociaalBeleidsplan werd het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang eveneens <strong>be</strong>trokken bij deopmaak van dit hoofdstuk.Beide vergaderingen werden samengesmolten tot één geheel voor hun advies met<strong>be</strong>trekking tot dit hoofdstuk en het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvang.Het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvang werd eveneens <strong>be</strong>sproken op de vergaderingen vande gezinsraad en de sociale commissie.Het Regionaal Welzijnsoverleg organiseerde een regiotafel m.b.t. ‘Integralejeugdhulpverlening’. Ook deze informatie werd verwerkt in dit document.88


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>2 Omgevingsanalyse en conclusies2.1 Sociodemografische gegevens2.1.1 Totaal aantal inwoners in <strong>Oudenaarde</strong> op 01/01 162004 2005 2006 200728 070 28 299 28 517 28 820Het totaal aantal inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>draagt 28 820 op 1/01/07.Het stijgt geleidelijk aan over de periode 2004-2007.2.1.2 Evolutie van het aantal geboorten in <strong>Oudenaarde</strong> 17JaarAantal geboortes2002 2812003 2892004 2732005 2902006 285Het aantal geboorten schommelt jaar per jaar lichtjes, maar blijft over de periode2002-2006 wel in dezelfde lijn liggen, nl. tussen de 270 en de 290 kinderen perjaar.2.1.3 Aantal inwoners volgens leeftijdscategorie op 01/01/06 18Leeftijd 0 tot 19 jaar 20 tot 64 jaar 65-plusAantal inwoners 6 130 16 804 5 583Deze indeling is gelinkt aan de grote leeftijdsfasen in een mensenleven, nl. deschoolse periode, het werkende leven en de pensioengerechtigde leeftijd.De leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar is de grootste en vertegenwoordigt 51,93% vande totale Oudenaardse <strong>be</strong>volking.Daarna volgt de leeftijdsgroep van 0 tot 19 jaar. Deze vertegenwoordigt 21,50% vanhet totaal aantal inwoners.De 65-plussers vormen de kleinste leeftijdsgroep met 19,58%.16 Gegevens Dienst Bevolking Stad <strong>Oudenaarde</strong>.17 Cijfers Dienst Bevolking Stad <strong>Oudenaarde</strong>.18 Gegevens Dienst Bevolking Stad <strong>Oudenaarde</strong>.89


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>2.1.4 Aantal kinderen en jongeren per leeftijdsklasse op 01/01/07 190 tot 3 jaar 4 tot 6 jaar 7 tot 12 jaar 13 tot 19 jaar 20 tot 26 jaar1 126 815 1 899 2 336 2 375Deze indeling is gelinkt aan de grote leeftijdsfasen in een kinderleven, nl.voorschoolse leeftijd, kleutertijd, lagere schooltijd, middelbare schooltijd enhogere schooltijd.De leeftijdsgroep van 0 tot 26 jaar maakt 29,67% uit van de totale Oudenaardse<strong>be</strong>volking. Dit is meer dan ¼ en vormt dus een niet te verwaarlozen groep.De leeftijdsgroep van 0 tot 3 jaar maakt 3,9% uit van de totale Oudenaardse<strong>be</strong>volking.De leeftijdsgroep van 4 tot 12 jaar maakt 9,4% uit van de Oudenaardse <strong>be</strong>volking.Wanneer we de leeftijdsgroep van 0 tot 19 jaar <strong>be</strong>kijken, dan stellen we vast datde leeftijdsgroep van 13 tot 19 jaar de grootste is en 37,82% vertegenwoordigt.Daarna volgen de leeftijdsgroep van 7 tot 12 jaar met 30,75%, de leeftijdsgroep van0 tot 3 jaar met 18,23% en de leeftijdsgroep van 4 tot 6 jaar met 13, 20%.Deze cijfers zijn <strong>be</strong>langrijk in het kader van de analyse van vraag en aanbod vankinderopvang in de gemeente.2.1.5 Aantal inwoners jonger dan 26 jaar per deelgemeente op01/01/07 20Deelgemeente Aantal inwoners < 26 jaar Verhouding aantal inwonersjonger dan 26 t.o.v. het totaalaantal inwoners van dedeelgemeenteBevere 822 27,98Edelare 630 30,61Eine 1 282 28,67Ename 950 31,88Heurne 275 28,77Leupegem 573 28,69Mater 636 30,31Melden 255 28,91Mullem 161 28,65Nederename 722 29,91Ooike 25 27,17<strong>Oudenaarde</strong> 1 213 22,91Volkegem 318 33,51Welden 363 32,15Totaal 8 225 28,54De deelgemeenten met de meeste inwoners jonger dan 26 jaar zijn Volkegem,Welden, Ename, Edelare en Mater.19 Gegevens Dienst Bevolking Stad <strong>Oudenaarde</strong>.20 Gegevens Dienst Bevolking Stad <strong>Oudenaarde</strong>.90


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong><strong>Oudenaarde</strong> centrum telt in verhouding het minst aantal inwoners jonger dan 26jaar, gevolgd door Ooike en Bevere.2.1.6 Aantal niet-Belgen jonger dan 26 jaar per deelgemeente op01/01/07 21Deelgemeente Niet-Belgen % totale <strong>be</strong>volkingBevere 15 0,51Edelare 8 0,39Eine 43 0,96Ename 14 0,47Heurne 0 0Leupegem 10 0,50Mater 2 0,10Melden 0 0Mullem 2 0,36Nederename 16 0,66Ooike 0 0<strong>Oudenaarde</strong> centrum 51 0,96Volkegem 3 0,32Welden 2 0,18Totaal 166 0,58Het aantal niet-Belgen jonger dan 26 jaar maakt 0,58% uit van de totale <strong>be</strong>volkingen 2,02% van de inwoners jonger dan 26 jaar. Zij vormen dus slechts een kleinegroep binnen de totale <strong>be</strong>volking en binnen de groep van kinderen en jongeren.De niet-Belgen jonger dan 26 jaar treffen we vooral aan in <strong>Oudenaarde</strong> centrum enEine.2.1.7 Bevolkingsprognose naar leeftijd (0 tot 19 jaar). 222010 2015 2020 2025Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw<strong>Oudenaarde</strong> 3 066 2 929 2 958 2 832 2 904 2 769 2 888 2 772Arr.12 896 12 459 12 444 11 954 12 102 11 541 11 908 11 357<strong>Oudenaarde</strong>Oost-<strong>Vlaanderen</strong>151 387 145 615 147 609 141 576 144 637 138 489 142 990 136 819Uit deze ta<strong>be</strong>l kunnen we afleiden dat de leeftijdsgroep van 0 tot 19 jaar in<strong>Oudenaarde</strong> in de toekomst zal verkleinen van 5 995 in 2010 tot 5 660 kinderen enjongeren in 2025. Dit geldt ook voor het arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> en deprovincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.2.1.8 BesluitUit deze cijfergegevens kunnen we het volgende <strong>be</strong>sluiten:21 Gegevens Dienst Bevolking Stad <strong>Oudenaarde</strong>.22 Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie.91


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>- Het aantal geboorten blijft de laatste jaren in dezelfde lijn liggen en schommeltrond bijna 300 geboorten per jaar.- Het aantal kinderen en jongeren maakt ongeveer 25% van de Oudenaardse<strong>be</strong>volking uit en vormt bijgevolg een niet te verwaarlozen groep voor het<strong>be</strong>leid.- Het aantal kinderen tussen 0 en 3 jaar maakt ongeveer 4% uit van deOudenaardse <strong>be</strong>volking en dit is een <strong>be</strong>langrijk cijfer in het kader van hetaanbod en de organisatie van kinderopvang.- Het aantal kinderen tussen 4 en 12 jaar maakt ongeveer 10% uit van deOudenaardse <strong>be</strong>volking en dit is een <strong>be</strong>langrijk cijfer in het kader van hetaanbod en de organisatie van de buitenschoolse opvang.- De meeste kinderen en jongeren wonen in Volkegem, Welden, Ename, Edelareen Mater. Dit is <strong>be</strong>langrijk in het kader van het <strong>be</strong>staande aanbod en deoprichting van nieuwe initiatieven.- De meeste opvanginitiatieven <strong>be</strong>vinden zich in <strong>Oudenaarde</strong> centrum en Bevere,terwijl er in die deelgemeenten het minst aantal kinderen en jongeren wonen.- De groep kinderen en jongeren zal in de toekomst afnemen.2.2 Maatschappelijke gegevens2.2.1 Aantal gezinnen in <strong>Oudenaarde</strong> 232007 2006Aantal gezinnen 12 108 11 994In 2007 telt <strong>Oudenaarde</strong> 12 108 gezinnen. Het <strong>be</strong>treft hier zowel alleenstaanden,gehuwden met of zonder kinderen en samenwonenden met of zonder kinderen.60% van de gezinnen heeft geen kinderen.19% van de gezinnen heeft 1 kind, 15% van de gezinnen heeft 2 kinderen, 4% van degezinnen heeft 3 kinderen, 1% van de gezinnen heeft 4 kinderen en minder dan 1%van de gezinnen heeft 5 of 6 kinderen.1 gezin heeft meer dan 10 kinderen.Van deze 12 108 zijn er 165 gezinnen van vreemdelingen.52% van deze gezinnen heeft geen kinderen.18% van de gezinnen heeft 1 kind, 17% van de gezinnen heeft 2 kinderen, 7% van degezinnen heeft 3 kinderen, 5% van de gezinnen heeft 4 kinderen en 1% van degezinnen heeft 5 kinderen.23 Cijfers Dienst Bevolking Stads<strong>be</strong>stuur <strong>Oudenaarde</strong>92


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>2.2.2 Aantal geboorten in kansarme gezinnen 24Kind en Gezin registreert elk jaar gegevens over kansarmoede.6 criteria <strong>be</strong>palen of een gezin al dan niet als kansarm wordt <strong>be</strong>schouwd, nl.:- de opleiding van de ouders- de ar<strong>be</strong>idssituatie van de ouders- het maandinkomen van de ouders- de gezondheid- de huisvesting- de ontwikkeling van de kinderen.Een gezin wordt als kansarm <strong>be</strong>schouwd wanneer het zwak scoort op 3 of meercriteria.2002 2003 2004<strong>Oudenaarde</strong> 12 10 6Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 65 66 72Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 685 685 767<strong>Vlaanderen</strong> 3 378 3 388 3 676Het aantal geboorten in kansarme gezinnen in <strong>Oudenaarde</strong> is gedaald over deperiode 2002-2004, terwijl die in het arrondissement <strong>Oudenaarde</strong>, de provincieOost-<strong>Vlaanderen</strong> en in <strong>Vlaanderen</strong> toegenomen zijn.Het aantal geboorten in kansarme gezinnen <strong>be</strong>draagt 1% van de totale Oudenaardse<strong>be</strong>volking en 2% van het aantal geboorten in <strong>Oudenaarde</strong>.2.2.3 Familiekernen in 2004 25Een familiekern verwijst naar wettelijk gehuwde paren of samenwonenden met ofzonder kinderen of uit een vader/moeder met een of meerdere ongehuwdekinderen. Een familiekern kan dus maar een deel van een huishouden zijn (m.a.w.een huishouden kan <strong>be</strong>staan uit 1 of meerdere familiekernen). Alleenstaandenworden hier dus niet geteld.24 Sociale situatieschets Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 2006, Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, Inge Dellaert, p.125.25 Sociale situatie van Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 2006. Inge Dellaert.93


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)<strong>Oudenaarde</strong> 2 895 3 533 340 892 65 7 725 4,40 11,55Arr.<strong>Oudenaarde</strong> 11 443 14 721 1 498 3 466 359 31 487 4,76 11,01Oost-Vl. 139 558 165 605 17 626 45 265 4 423 372 477 4,73 12,15<strong>Vlaanderen</strong> 603 161 735 596 75 299 192 113 20 183 1 626 352 4,63 11,81(1) echtpaar zonder kinderen(2) echtpaar met ongehuwde kinderen(3) vader met ongehuwde kinderen(4) moeder met ongehuwde kinderen(5) huishoudens met meerdere kernen(6) totaal kernen(7) percentage alleenstaande vaders(8) percentage alleenstaande moedersUit deze ta<strong>be</strong>l kunnen we afleiden dat de meeste kinderen in <strong>Oudenaarde</strong> in eengezin met <strong>be</strong>ide ouders wonen.Wanneer we kijken naar de gezinnen waarbij een kind bij een alleenstaande vaderof moeder woont, dan stellen we vast dat er meer kinderen bij de moeder (11,55%)wonen dan bij de vader (4,40%).Globaal genomen zien we datzelfde patroon ook in het arrondissement<strong>Oudenaarde</strong>, Oost-<strong>Vlaanderen</strong> en <strong>Vlaanderen</strong>.2.2.4 Jongeren in de bijzondere jeugdbijstand op 01/01/2003 262003<strong>Oudenaarde</strong> 47Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 2 687Ten tijde van het Sociaal Impulsfonds scoorde <strong>Oudenaarde</strong> minder goed op het item‘jongeren in de bijzondere jeugdbijstand’.Het aantal jongeren in de bijzondere jeugdbijstand maakt 1,75% uit van het aantaljongeren in de bijzondere jeugdbijstand in de provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.Dit <strong>be</strong>tekent slechts 0,16% van de Oudenaardse <strong>be</strong>volking en 0,76% van het aantalkinderen tussen 0 en 19 jaar.26 www.oost-vlaanderen.<strong>be</strong>/socialeplanning , decem<strong>be</strong>r 2005.94


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>2.2.5 Leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs, schooljaar 2004-2005 en 2005-2006 volgens woonplaats van de leerlingen 27KleuteronderwijsLager onderwijs2004-2005 2005-2006 2004-2005 2005-2006Jongens meisjes jongens meisjes Jongens meisjes jongens meisjes(1) 6 3 5 3 72 37 76 45(2) 294 161 294 151 3 652 2 282 3 715 2.309(3) 1 199 592 1 230 591 16 721 10 047 16 700 10 053(1) <strong>Oudenaarde</strong>(2) Oost-<strong>Vlaanderen</strong>(3) <strong>Vlaanderen</strong>0,98% van de kleuters en 6,37% van de leerlingen in de basisscholen in <strong>Oudenaarde</strong>zitten in het buitengewoon onderwijs.2.2.6 Leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs, schooljaar2004-2005 en 2005-2006 volgens woonplaats van de leerlingen 282004-2005 2005-2006Jongens Meisjes jongens Meisjes<strong>Oudenaarde</strong> 46 23 47 20Oost-Vl. 2 342 1 475 2 425 1 527<strong>Vlaanderen</strong> 10 858 6 535 11 129 6 6722,9% van de Oudenaardse kinderen tussen 13 en 19 jaar zitten in het buitengewoonsecundair onderwijs.2.2.7 Schoolse vertragingEen <strong>be</strong>langrijke indicator is schoolse vertraging.Schoolse vertraging of schoolse achterstand is de vertraging die een leerlingoploopt t.o.v. de groep leerlingen van hetzelfde geboortejaar. Schoolse vertragingis niet noodzakelijk het gevolg van zittenblijven, maar kan ook veroorzaakt wordendoor ziekte, atypische studieovergangen, …Schoolse vertraging in het gewoon lager en secundair onderwijs, schooljaar 2005-2006. 2927 Departement Onderwijs, afdeling <strong>be</strong>groting en gegevens<strong>be</strong>heer via Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.28 Afdeling <strong>be</strong>groting en gegevens<strong>be</strong>heer Departement Onderwijs, via Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.29 Sociale situatieschets van Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 2006. Inge Dellaert. p. 135.95


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>% schoolse vertraging % schoolse vertragingTotaal Man Vrouw totaal Totaal Man Vrouw totaalaantalleerlingenlageraantalleerlingensecundair<strong>Oudenaarde</strong> 1 811 14,2 10,9 12,5 1 930 27 20,6 23,9Arr. Oud. 7 350 16,8 13,7 15,20 7 709 26,9 21,6 24,3Oost-Vl. 87 473 17,8 16 16,9 91 278 31,5 23,5 27,5<strong>Vlaanderen</strong> 388 973 16,2 14,4 15,3 417 679 32,3 24,1 28,3De schoolse vertraging ligt hoger bij jongens dan bij meisjes en dit zowel in hetlager onderwijs als in het secundair onderwijs.De percentages voor <strong>Oudenaarde</strong> liggen lager dan die voor het arrondissement, deprovincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong> en <strong>Vlaanderen</strong>.De schoolse vertraging neemt toe in het secundair onderwijs en vertegenwoordigtongeveer 25% van het aantal leerlingen.2.2.8 BesluitUit deze gegevens kunnen we het volgende <strong>be</strong>sluiten:- Er is weinig kansarmoede bij kinderen en jongeren uit <strong>Oudenaarde</strong>.- Er zitten weinig kinderen en jongeren uit <strong>Oudenaarde</strong> in de bijzonderejeugdbijstand.- Slechts een klein percentage leerlingen zit in het buitengewoon onderwijs.- Ongeveer 25% van de leerlingen in het secundair onderwijs kampt met schoolsevertraging.2.3 Schoolse situatie<strong>Oudenaarde</strong> heeft als centrumstad een groot aanbod aan scholen. Het <strong>be</strong>treftzowel basisscholen, secundaire scholen als volwassenenonderwijs.2.3.1 BasisscholenGemeenschapsonderwijsBasisschool Abraham Hans, Wortegemstraat 14-16, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: BevereAantal leerlingen: 151Basisschool Abraham Hans, Aalststraat 180, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: <strong>Oudenaarde</strong> centrumAantal leerlingen: 320Basisschool Abraham Hans, Serpentsstraat 15, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: EineAantal leerlingen: 1796


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>MPIGO ’t Craeneveld, Serpentsstraat 63, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: EineAantal leerlingen: 207Katholiek onderwijsBLO Levensblij, Galgestraat 2, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: <strong>Oudenaarde</strong> centrumAantal leerlingen: 55De Horizon BO, St Jozefsplein 10, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: <strong>Oudenaarde</strong> centrumAantal leerlingen: 30KBO Bevere, Kortrijkstraat 3, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: BevereAantal leerlingen: 290KBO College, Achter de Wacht 23, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: <strong>Oudenaarde</strong> centrumAantal leerlingen: 213KBO Eine, Nestor de Tièrestraat 102, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: EineAantal leerlingen: 322KBO Ename, Martijn van Torhoutstraat 190, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: EnameAantal leerlingen: 227KBO Leupegem, Vontstraat 53, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: LeupegemAantal leerlingen: 224KBO Mater, Matersplein 15, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: MaterAantal leerlingen: 155KBO Melden, Hevelweg 3, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: MeldenAantal leerlingen: 17KBO Mullem, Mullemplein 2, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: MullemAantal leerlingen: 34KBO Nederename, Pelikaanstraat 2, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: NederenameAantal leerlingen: 199KBO Sint Jozef, <strong>Vlaanderen</strong>straat 4, <strong>Oudenaarde</strong>97


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Deelgemeente: <strong>Oudenaarde</strong> centrumAantal leerlingen: 368KBO Sint Walburga, Smallendam 25, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: <strong>Oudenaarde</strong> centrumAantal leerlingen: 182KBO Volkegem, Volkegem<strong>be</strong>rg 58, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: VolkegemAantal leerlingen: 107KBO Welden, Kouterstraat 3, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: WeldenAantal leerlingen: 118KBO Zwartzusterhuis, Pamelekerkplein 2, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: <strong>Oudenaarde</strong> centrumAantal leerlingen: 21Niet-confessioneel onderwijsFreinetschool De Vier Tuinen, Nederenamestraat 30, <strong>Oudenaarde</strong>Deelgemeente: NederenameAantal leerlingen: 103In bijna alle deelgemeenten is een basisschool aanwezig, met uitzondering vanEdelare, Heurne en Ooike.In totaal lopen 3 360 leerlingen school in een van de Oudenaardse basisscholen.<strong>Oudenaarde</strong> is een centrumstad op het vlak van onderwijs. Dit brengt mee dat nietalleen eigen inwoners, maar ook ouders uit andere (omliggende) gemeenten hunkinderen laten schoollopen in <strong>Oudenaarde</strong>.2.3.2 Secundaire scholenGemeenschapsonderwijs- Koninklijk Atheneum, Fortstraat 47, <strong>Oudenaarde</strong>- Koninklijk Atheneum, Bergstraat 36, <strong>Oudenaarde</strong>- Koninklijk Atheneum, Aalststraat 178, <strong>Oudenaarde</strong>- CDBSO, Bergstraat 36, <strong>Oudenaarde</strong>Katholiek onderwijs- BUSO De Einder, <strong>Vlaanderen</strong>straat 6, <strong>Oudenaarde</strong>- Centrum deeltijds onderwijs Sint-Lucas, Gentstraat 73, <strong>Oudenaarde</strong>- Sint-Bernarduscollege ASO, Hoogstraat 30, <strong>Oudenaarde</strong>- Sint-Elisa<strong>be</strong>thschool Verpleegkunde, Sint Walburgastraat 9, <strong>Oudenaarde</strong>98


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>- Technisch Instituut Onze-Lieve-Vrouw TSO BSO, Hoogstraat 10, <strong>Oudenaarde</strong>- Vrij Instituut Sint-Lucas TSO BSO, Gelukstede 2, <strong>Oudenaarde</strong>- Vrij Landelijk Instituut, Hoogstraat 20, <strong>Oudenaarde</strong><strong>Oudenaarde</strong> heeft een ruim aanbod aan secundaire scholen, die voornamelijk in<strong>Oudenaarde</strong> centrum gelegen zijn.2.3.3 VolwassenenonderwijsGemeenschapsonderwijsCVO De Vlaamse Ardennen, Fortstraat 47, <strong>Oudenaarde</strong>Katholiek onderwijsCVO VH Handelsavondleergangen, Hoogstraat 22, <strong>Oudenaarde</strong>Provinciaal onderwijsPIVA, Provinciaal Centrum Volwassenenonderwijs Dender en Schelde,Minderbroederstraat 6, <strong>Oudenaarde</strong>De onderwijsinstellingen voor volwassenenonderwijs situeren zich voornamelijk in<strong>Oudenaarde</strong> centrum.2.3.4 BesluitUit deze gegevens kunnen we het volgende <strong>be</strong>sluiten:- In bijna alle deelgemeenten is er een basisschool aanwezig.- 3 360 leerlingen uit <strong>Oudenaarde</strong> en daarbuiten lopen school in hetbasisonderwijs.- Naast het basisonderwijs, is er ook een groot aanbod aan secundair envolwassenenonderwijs in <strong>Oudenaarde</strong>.- Het secundair en volwassenenonderwijs situeert zich voornamelijk in<strong>Oudenaarde</strong> centrum.2.4 Kansarmoede en nieuwkomersHet aantal kinderen geboren in kansarme gezinnen is in <strong>Oudenaarde</strong> lager dan inhet arrondissement, de provincie en <strong>Vlaanderen</strong>. (zie hoger)Het aandeel leefloners in <strong>Oudenaarde</strong> bleef de laatste jaren stabiel en <strong>be</strong>droeg 2,8per 1 000 inwoners in 2005. Het aandeel leefloners in de stad is lager dan in hetarrondissement, de provincie en <strong>Vlaanderen</strong>. 30Het gewaarborgd inkomen en de inkomensgarantie voor ouderen zijnbijstandsregelingen van de overheid, te vergelijken met het leefloon, voorpersonen ouder dan 65 jaar.30 Cijfers OCMW <strong>Oudenaarde</strong>.99


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Het aantal gerechtigden daalt jaar na jaar en <strong>be</strong>droeg 49,8 op 1 000 inwoners in2006. Ook dit cijfer situeert zich onder het arrondissementeel, en provinciaalgemiddelde, maar boven het gemiddelde van het Vlaams Gewest. 31Deze cijfers zeggen enkel iets over mensen met een laag inkomen. Kansarmoede isechter meer dan financiële armoede. Het gaat om een algemeen gebrek aankansen op allerlei vlakken.In 2006 was er een instroom van in totaal 85 nieuwkomers. Het <strong>be</strong>treft 59meerderjarigen en 26 minderjarigen.Voor de nieuwkomers zijn er 2 <strong>be</strong>langrijke instanties, namelijk het OnthaalNieuwkomers Oost-<strong>Vlaanderen</strong> en Huis van het Nederlands.Het Huis van het Nederlands heeft een loket in <strong>Oudenaarde</strong>, in de gebouwen vanhet OCMW en dit sinds novem<strong>be</strong>r 2005. Het Huis van het Nederlands is een centraalaanmeldingspunt voor alle anderstalige nieuwkomers, allochtonen en etnischculturele minderheden, die Nederlands willen leren. Zij worden doorverwezen naarhet <strong>be</strong>st passende aanbod van taallessen voor <strong>be</strong>ginners of gevorderden.Het Onthaal Nieuwkomers Oost-<strong>Vlaanderen</strong> vzw is verantwoordelijk voor deinburgering in de provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong> (zonder Gent). Inburgering is <strong>be</strong>doeldvoor de mensen die legaal in België verblijven met de <strong>be</strong>doeling hier te blijvenwonen. Een onthaalbureau heeft als opdracht wie nieuw is in België te ‘onthalen’en wegwijs te maken in de samenleving. Aan de nieuwkomers wordt eeninburgeringsprogramma voorgesteld i.s.m. het Huis van het Nederlands en de VDAB.Het ONOV Vlaamse Ardennen – Leiestreek heeft een vestiging in Ronse en een loketin Deinze. Het loket in <strong>Oudenaarde</strong> is actief sinds 2007. Het loket wordtgecombineerd met het loket van het Huis van het Nederlands in het administratiefcentrum van het OCMW.Het loket van het Huis van het Nederlands/Onthaal Nieuwkomers is elkevrijdagnamiddag toegankelijk en staat open voor inwoners uit <strong>Oudenaarde</strong> en deomliggende gemeenten.2.5 Emigratie en immigratie - woon<strong>be</strong>leid / ruimtelijke ordeningLoop van de <strong>be</strong>volking 322006 2005 2003Geboorten 286 288 265Aankomsten 1 396 1 219 989Overlijdens 255 294 289Vertrekkers 1 144 1 004 932Verschil +283 +199 +3331 Cijfers Rijksdienst voor Pensioenen.32 Jaarverslagen stads<strong>be</strong>stuur <strong>Oudenaarde</strong>.100


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Wanneer we het aantal nieuwe inwoners (geboorten en aankomsten) vergelijkenmet het aantal vertrekkende inwoners (overlijdens en verhuizers) dan stellen wevast dat het aandeel ‘immigranten’ de laatste jaren steeds hoger ligt dan hetaantal ‘emigranten’. Het <strong>be</strong>volkingsaantal neemt op deze manier gestaag toe vanjaar tot jaar.Voor al deze inwoners is er huisvesting nodig.Volgens het goedgekeurd gemeentelijk structuurplan <strong>be</strong>schikt <strong>Oudenaarde</strong> over eenredelijke voorraad aan woongebieden.In het ruimtelijk structuurplan wordt onder andere aandacht <strong>be</strong>steed aan:WoningdifferentiatieEnerzijds maakt het <strong>be</strong>leid de keuze om voldoende grote woonruimtes in de stadtoe te laten, zodat ook gezinnen met kinderen het stadscentrum als woon- enleefplaats kiezen, anderzijds wil het <strong>be</strong>leid inspelen op de trend vanwoonverdunning (alleenwonenden), door een aanbod te creëren dat rekening houdtmet de <strong>be</strong>hoeften van deze groep.Sociale huisvestingMomenteel <strong>be</strong>schikt <strong>Oudenaarde</strong> over 906 sociale woningen, waarvan er 333 socialehuurwoningen zijn. Ten opzichte van het totaal aantal woningen zijn er ongeveer9% sociale woningen. In de praktijk wordt ervan uitgegaan dat het %-aandeelsociale woningen 10% van het totaal aantal woningen moet <strong>be</strong>dragen, waarvan 5%koopwoningen en 5% huurwoningen. Dit cijfer wordt door <strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>naderd,maar het aandeel sociale huurwoningen ligt lager dan 5%.Het <strong>be</strong>leid houdt er rekening mee dat er in de toekomst zeker vraag zal blijvennaar sociale woningen. Er is op dit vlak nog mogelijkheid omwoonuitbreidingsgebieden aan te snijden voor sociale huisvesting engroepswoningbouw.In het stedelijk project De Ham worden ongeveer 220 nieuwe woongelegenhedengepland. Het woonaanbod zal gemengd zijn qua type en qua kostprijs. Eengedeelte van de woningen wordt sociale woningbouw. Er komen ook flats voor(pre)senioren en alternatieven zoals individuele kavels en patiowoningen. Hetstadsontwerp is flexi<strong>be</strong>l opgevat, zodat verscheidene woningtypes mogelijk zijn,naar gelang van de eventueel wijzigende <strong>be</strong>hoeften op de woningmarkt.2.6 Tewerkstelling en werkloosheid<strong>Oudenaarde</strong> vervult een centrumfunctie op het vlak van tewerkstelling.De werkgelegenheidsgraad in <strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>droeg 98,2 in 2004. 33De werkgelegenheidsgraad drukt de <strong>lokaal</strong> aanwezige werkgelegenheid (het aantal<strong>be</strong>schikbare ar<strong>be</strong>idsplaatsen) uit in verhouding tot de <strong>be</strong>volking op actieve leeftijd(20-64 jaar). Deze indicator geeft aan in hoeverre een provincie, arrondissement ofgemeente erin slaagt om werk te verschaffen.33 Cijfers VDAB.101


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>In de provinciale werkgemeenten top tien staat <strong>Oudenaarde</strong> hiermee op de derdeplaats, na Sint-Niklaas en Gent. De werkgelegenheidsvraag in <strong>Oudenaarde</strong> ligt ookboven het arrondissementeel, provinciaal en Vlaams gemiddelde.De activiteitsgraad drukt het <strong>lokaal</strong> aantal <strong>be</strong>roepsactieven uit ten opzichte van de<strong>be</strong>volking op actieve leeftijd, ongeacht de woonplaats. Deze indicator drukt degraad van ar<strong>be</strong>ids<strong>be</strong>reidheid uit van de plaatselijke <strong>be</strong>volking. De activiteitsgraadvoor <strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>droeg 79,2 in 2004 en is hoger dan de activiteitsgraad van hetarrondissement, de provincie en <strong>Vlaanderen</strong>.De Oudenaardse <strong>be</strong>volking is vooral tewerkgesteld in de secundaire en quartairesector. De secundaire sector is vooral geconcentreerd langs de N60 en de Schelde,waar grote industrieterreinen liggen. De relatief hoge tewerkstelling in dequartaire sector kan verklaard worden door de aanwezigheid van de scholen en hetziekenhuis.De werkloosheidsgraad <strong>be</strong>droeg 4,7 in 2002, 4,9 in 2003, 5,4 in 2004 en 6,1 in 2005.In 2006 daalde de werkloosheidsgraad tot 4,6%. Dit cijfer is lager dan hetarrondissementeel, provinciaal en Vlaams gemiddelde.<strong>Oudenaarde</strong> is een centrumstad op het vlak van tewerkstelling. Dit brengt mee dateigen inwoners nood heb<strong>be</strong>n aan opvang en dat ouders uit andere gemeenten hunkinderen meebrengen naar kinderopvanginitiatieven in <strong>Oudenaarde</strong>.In <strong>Oudenaarde</strong> is er een station van waaruit pendelverkeer vertrekt naar Kortrijk,Gent en Brussel. Deze ouders heb<strong>be</strong>n nood aan vroege en late opvanguren om decombinatie ar<strong>be</strong>id en gezin mogelijk te maken.In <strong>Oudenaarde</strong> zijn verschillende <strong>be</strong>drijven gevestigd die werken metploegenstelsels. Het gaat o.a. om Samsonite, Santens, Vande Moortele, AlgemeenZiekenhuis <strong>Oudenaarde</strong>, WLZC De Meerspoort, WZC Heilig Hart, grootwarenhuizen,horecazaken, hotels, …De ouders die in deze <strong>be</strong>drijven en instellingen werken heb<strong>be</strong>n vaak nood aanatypische opvang, dit wil zeggen opvang op (heel) vroege en/of (heel) late uren,weekendopvang, …<strong>Oudenaarde</strong> heeft een centrumfunctie op het vlak van kinderopvang. Nietinwonersdie in <strong>Oudenaarde</strong> werkzaam zijn brengen hun kinderen vaak mee naar dekinderopvang. Het <strong>be</strong>treft vnl. inwoners uit de omliggende gemeenten.Uit een enquête van het <strong>lokaal</strong> overleg blijkt dat verschillende opvanginitiatievenkinderen van buiten <strong>Oudenaarde</strong> opvangen, nl.- Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong>: 30%- minicrèche Kinderopvang Begijnhof: 30%- minicrèche Nijntje: 50%- minicrèches De Blokkendoos en De Kapoentjes: 1/3- minicrèche Zonnestraaltje: 4 op 10.102


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>De laatste tijd stellen we vast dat kinderopvanginitiatieven in de gemeentenrondom <strong>Oudenaarde</strong> volzet geraken, waardoor meer en meer ouders van buiten<strong>Oudenaarde</strong> een <strong>be</strong>roep doen op kinderopvang in <strong>Oudenaarde</strong>. Dit brengt het risicomee dat de opvanginitiatieven in <strong>Oudenaarde</strong> op termijn ook volzet zullen geraken.BesluitUit deze gegevens kunnen we het volgende <strong>be</strong>sluiten:- <strong>Oudenaarde</strong> kent een grote werkgelegenheids- en activiteitsgraad.- <strong>Oudenaarde</strong> heeft een centrumfunctie op het vlak van ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling.Dit heeft consequenties voor de kinderopvang en de scholing.103


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>3 De maatschappelijke functies van kinderopvang 34Kinderopvang vervult drie functies, namelijk een economische, een sociale en eeneducatieve functie. Deze drie vormen samen de maatschappelijke functies vankinderopvang.3.1 De economische functieDit houdt in dat er kinderopvang <strong>be</strong>staat voor werkende ouders.Reeds lange tijd speelt kinderopvang een <strong>be</strong>langrijke rol voor vrouwen. Het biedthen namelijk de mogelijkheid om <strong>be</strong>taald werk te verrichten en hun gezinsleven tecombineren met hun werk.Bij werklozen zorgt kinderopvang ervoor dat zij het volgen van een opleiding of hetsolliciteren kunnen verenigen met hun gezinsleven. Deze laatste twee vormen vanopvang zijn minder gemakkelijk te plannen, omdat ze vaak plots en oponregelmatige tijdstippen nodig zijn.Voor de overheid en de werkgevers is het <strong>be</strong>langrijk dat er voldoende mensenactief zijn op de ar<strong>be</strong>idsmarkt. Dit om de welvaart hoog te houden en om een<strong>be</strong>drijf draaiende te houden. Kinderopvang is dus enerzijds een oplossing voor dewerkende mensen, anderzijds biedt de activiteit ook jobs en dus tewerkstellingaan.Uit onderzoek blijkt dat het gebrek aan toegankelijke kinderopvang vooral delaaggeschoolden treft. De opvang op zelfstandige basis kan gedeeltelijk de vraagopvangen van hooggeschoolden die een groter inkomen heb<strong>be</strong>n.3.2 De sociale functieDe sociale functie heeft vooral aandacht voor toegankelijkheid en participatie. Viakinderopvang wil men de uitsluiting van <strong>sociaal</strong> zwakkere groepen <strong>be</strong>strijden enhun integratie <strong>be</strong>vorderen. De gemakkelijkste slachtoffers zijn allochtonen,werkzoekenden en eenoudergezinnen.Voor sommige ouders is de stap naar kinderopvang te groot, omwille van de taal,de inrichting, de manier van werken, … die niet altijd aansluit bij de leefwereldvan deze gezinnen thuis.Via de sociale functie levert de kinderopvang een bijdrage aan een <strong>sociaal</strong>rechtvaardiger maatschappij.3.3 De educatieve functieKinderen worden geboren in een gezin met de opvoeding en de gewoonten van datgezin. Kinderopvang en opvoeding zijn twee zaken die elkaar aanvullen.Kinderopvang biedt kinderen prikkels aan om hen te helpen bouwen aan een eigenidentiteit. Door kinderopvang wordt de psychische en fysische ontwikkeling vankinderen gestimuleerd.34 Vandenbroeck M, Pedagogisch management in de kinderopvang, Amsterdam, SWP, p. 74-79.104


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Daarnaast brengen ze al vanaf heel jonge leeftijd tijd door in de kinderopvang.Kinderopvang moet aan ieder kind de kans geven om op zijn manier op verkenningte gaan. Het is de plek bij uitstek om anderen te leren kennen, er respectvol meeom te gaan en te experimenteren met het samen zijn (socialisering van kinderen).3.4 Lokaal kinderopvangaanbod 35In <strong>Vlaanderen</strong> vindt men zes soorten kinderopvang. Drie ervan komen in<strong>Oudenaarde</strong> voor, namelijk minicrèches, onthaalouders aangesloten bij een dienstvoor opvanggezinnen en zelfstandige onthaalouders.3.4.1 MinicrècheEen minicrèche <strong>be</strong>staat uit een of meerdere personen, een vereniging of eeninstantie, en zorgt, als zelfstandige, voor de gelijktijdige opvang van 8 tot 12kinderen.Een minicrèche kan zowel voorschoolse als buitenschoolse opvang aanbieden.Kind en Gezin geeft een attest van toezicht.3.4.2 Onthaalouder aangesloten bij een dienst voor opvanggezinnenEen onthaalouder is een persoon die kinderen opvangt bij hem/haar thuis en hierin<strong>be</strong>geleid wordt door een dienst voor opvanggezinnen.Een onthaalouder mag maximum 4 voltijdse kinderen opvangen, en er mogen ernooit meer dan 8 gelijktijdig aanwezig zijn.Een onthaalouder kan zowel voorschoolse als buitenschoolse opvang aanbieden.Kind en Gezin geeft een erkenning en subsidiëring aan de dienst.3.4.3 Zelfstandige onthaalouderEen zelfstandige onthaalouder is een persoon die kinderen opvangt bij hem/haarthuis.Een zelfstandige onthaalouder mag maximum 7 kinderen opvangen.Een onthaalouder kan zowel voorschoolse als buitenschoolse opvang aanbieden.Kind en Gezin geeft een attest van toezicht.Alle opvanginitiatieven moeten voldoen aan de wettelijke voorwaarden inzake deruimte, de inrichting, de <strong>be</strong>geleiding, de veiligheid en gezondheid en de omgangmet ouders en kinderen.De erkende opvang staat open voor alle kinderen, terwijl zelfstandigeopvanginitiatieven zelf hun kinderen mogen kiezen.Bij de erkende opvang is de prijs wettelijk <strong>be</strong>paald en afhankelijk van hetgezinsinkomen, het aantal kinderen en de opvangduur. Een zelfstandige opvang isvrij om zijn prijs zelf te <strong>be</strong>palen.35 Vandenbroeck M, Pedagogisch management in de kinderopvang, Amsterdam, SWP, p. 37-39 enwebsite Kind en Gezin.105


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>De erkende opvang krijgt subsidies van Kind en Gezin, terwijl de zelfstandigeopvang een vorm van financiële ondersteuning krijgt.3.4.4 Aanbod van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuura. Stedelijke Kinderopvang BegijnhofStedelijke Kinderopvang BegijnhofLevietenstraat 5, <strong>Oudenaarde</strong>055/31.74.96.De kinderopvang biedt een pedagogisch verantwoorde opvang en <strong>be</strong>geleiding vankinderen, waarbij gestreefd wordt naar een creatieve en zinvollevrijetijds<strong>be</strong>steding voor de opgevangen kinderen.OpeningsurenDe kinderopvang is het hele jaar door open, met uitzondering van de wettelijkefeestdagen en het verlengd weekend van Hemelvaart.Er is opvang van maandag tot vrijdag van 08.00 tot 18.00 uur en op zaterdag van09.00 tot 18.00 uur.Tijdens de schoolvakanties is er opvang van 07.30 tot 18.00 uur.Bezettingscijfers 2006Gemiddeld aantal kinderen per dag:Januari: 21Februari: 20Maart: 20April: 27Mei: 20Juni: 18Juli: 38Augustus: 45Septem<strong>be</strong>r: 18Okto<strong>be</strong>r: 23Novem<strong>be</strong>r: 22Decem<strong>be</strong>r: 19Minimum aantal opgevangen kinderen per dag: 7Maximum aantal opvangen kinderen per dag: 98In totaal deden 324 gezinnen een <strong>be</strong>roep op de kinderopvang en werden 535verschillende kinderen een of meerdere dagen opgevangen.CapaciteitDe kinderopvang is enkel gemeld bij Kind en Gezin en heeft daardoor geenopgelegde capaciteit. Kinderen moeten niet op voorhand ingeschreven worden ener is geen opname<strong>be</strong>perking.DoelgroepKinderen van 0 tot 12 jaar, ongeacht de woonplaats.106


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>De kinderopvang staat open voor kinderen met een specifieke zorg<strong>be</strong>hoefte enkinderen uit maatschappelijk kwetsbare gezinnen.Tijdens de vakantieperiodes waarin er speelpleinwerking wordt georganiseerd,wordt aan de ouders gevraagd de kinderen van 8 jaar en ouder zoveel mogelijknaar de speelpleinwerking te brengen, omwille van de <strong>be</strong>perkte locatie waaroverde kinderopvang <strong>be</strong>schikt.Soort opvangEr is mogelijkheid tot voorschoolse, buitenschoolse en weekendopvang (zaterdag).Kinderen kunnen er terecht voor een paar uren, een halve dag of een volle dag. Ditkan eenmalig of op meer regelmatige basis zijn.De kinderopvang is ontstaan als kortstondige opvang en wil geen concurrentie zijnvoor het reguliere aanbod, doch door het tekort aan opvanginitiatieven in<strong>Oudenaarde</strong> is de kinderopvang de laatste jaren voor vele ouders meer dan een‘kortstondige’ opvang geworden.De kinderopvang biedt ook ziekenopvang ten huize van zieke en gehandicaptekinderen. Oproepen voor ziekenopvang kunnen echter niet steeds <strong>be</strong>antwoordworden, aangezien er voldoende personeel aanwezig moet zijn in de kinderopvang.Indien een oproep niet kan worden <strong>be</strong>antwoord, dan wordt er doorverwezen naarde dienst ziekenopvang van de verschillende mutualiteiten.PersoneelDe kinderopvang werkt met 5 personeelsleden, die 4,15 fulltime-equivalentvertegenwoordigen.Zij heb<strong>be</strong>n allemaal het diploma van kinderverzorgster.In de vakantieperiodes worden jobstudenten en monitoren mee ingeschakeld, omhet grote aantal kinderen te kunnen opvangen, <strong>be</strong>geleiden en creatief <strong>be</strong>zig tehouden.De jobstudenten worden geselecteerd op basis van volgende criteria: attestanimator in het jeugdwerk, pedagogische opleiding, inwoner van <strong>Oudenaarde</strong> enkind van een personeelslid van het stads<strong>be</strong>stuur.Prijs:- Schooljaar:1 e kind: 1,25 euro per uur, met een maximum van 8 euro/dag2e kind: 1 euro per uur, met een maximum van 15 euro/dag3e kind: 0,75 euro per uur, met een maximum van 20 euro/dag- Vakantieperiodes:Kinderen van <strong>Oudenaarde</strong>Volle dag:1 e en 2 e kind: 3,70 euro3 e en volgende kinderen: 2,50 euroHalve dag:1 e en 2 e kind: 2 euro3 e en volgende kinderen: 2Kinderen van buiten <strong>Oudenaarde</strong>Volle dag:1 e en 2 e kind: 4,50 euro3 e en volgende kinderen: 3,25 euro107


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Halve dag:1 e en 2 e kind: 2,50 euro3 e en volgende kinderen: 2,50 euroBoete bij laattijdigheid:2,50 euro/kind vanaf 18.00 uur6,20 euro/kind vanaf 18.15 uurDe bijdragen zijn fiscaal aftrekbaar.b. Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw (stedelijke vzw)Administratieve zetel: Tussenmuren 17, <strong>Oudenaarde</strong>Burelen: Woeker 22, <strong>Oudenaarde</strong>.055/33.02.35.Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> is opgericht onder de vorm van een stedelijkevzw.Het is een dienst voor onthaalouders erkend door Kind en Gezin en werkzaam overgroot <strong>Oudenaarde</strong>.De onthaalgezinnen staan in voor de opvang van kinderen tussen 0 en 12 jaar vanouders, die door werk-, levens- of materiële omstandigheden niet de mogelijkheidheb<strong>be</strong>n hun kinderen overdag zelf op te voeden.De dienst streeft naar een opvangmilieu dat de vertrouwde familiale sfeer van eengezin zo goed mogelijk <strong>be</strong>nadert.De dienst verzorgt zowel dagopvang als buitenschoolse en vakantieopvang.De onthaalouders worden voortdurend <strong>be</strong>geleid en bijgeschoold door dedienstverantwoordelijken.Dienst Opvanggezinnen <strong>be</strong>schikt over een uitleendienst van aangepastspelmateriaal dat kan gebruikt worden door de onthaalgezinnen. De onthaalouderskunnen basismateriaal (<strong>be</strong>djes en parken) ontlenen via de dienst. Daarnaast<strong>be</strong>schikt de dienst ook over een documentatiecentrum voor de onthaalouders.Naast de Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw werd een dochter vzw, DienstOpvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> junior vzw, opgericht voor het regelen van de RSZverplichtingenvan de onthaalouders. De oprichting van deze nieuwe vzw wasnoodzakelijk door de invoering van het <strong>sociaal</strong> statuut voor onthaaloudersaangesloten bij een dienst met ingang van 01/04/03.OpeningsurenPermanentie dienstverantwoordelijken:Maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagnamiddag van 13.00 tot 17. 00 u.Geen permanentie op feestdagen en brugdagen.Opvanguren onthaaloudersAlgemeen: van 07.30 tot 18.00 uur.Daarnaast staan onthaalouders ook in voor flexi<strong>be</strong>le opvang (aanpassing aan urenploegenstelsels ouders) en occasionele opvang, van ten vroegste 04.00 totmaximum 22.00 uur. Er wordt eveneens voor weekendopvang en nachtopvanggezorgd.108


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Elke onthaalouder heeft recht op 20 dagen verlof (on<strong>be</strong>taald) met sociale rechten,ongeacht het aantal dagen per week dat ze werken en ongeacht de maand waarinze als onthaalouder starten. De onthaalouders kunnen zelf <strong>be</strong>slissen wanneer zesluiten en hoeveel dagen ze sluiten, ze kunnen dus ook minder of meer dagenverlof opnemen.BezettingscijfersEen onthaalouder mag maximum 4 voltijdse kinderen opvangen, en er mogen nooitmeer dan 8 kinderen gelijktijdig aanwezig zijn.In 2006 werden in totaal 677 kinderen minstens één dag opgevangen door eenonthaalouder.In 2006 werden in totaal 46 164 plaatsingsdagen gerealiseerd (algemeen totaal met1/3 ).In totaal deden 513 gezinnen een <strong>be</strong>roep op een onthaalouder.Effectieve <strong>be</strong>zetting onthaalouders - cijfers 2006:Dagopvang Buitenschoolse opvang Algemeen1 1/2 1/3 Totaalzonder1/31 1/2 1/3 Totaalzonder1/3Alg.totaalAlg. totaalzonder1/331 837 6 350 301 38 187 4 353 2 073 4 353 6 426 49 267 44 613CapaciteitDe dienst heeft een erkenning voor 259 opvangplaatsen.DoelgroepNiet-schoolgaande en schoolgaande kinderen tussen 0 en 12 jaar, ongeacht dewoonplaats.Soort opvangOnthaalouders aangesloten bij een dienst voor onthaalouders. Het gaat om opvangin gezinsvorm.Er is mogelijkheid tot dagopvang, buitenschoolse opvang, flexi<strong>be</strong>le en occasioneleopvang.Er is opvang mogelijk voor 1/3 dagen, halve dagen en volle dagen.De dienst heeft onthaalouders in groot <strong>Oudenaarde</strong>.Onthaalouders zijn <strong>be</strong>reid om kinderen op te vangen met een specifiekezorg<strong>be</strong>hoefte (ontwikkelingsvertraging, autisme en aanverwante stoornissen,motorische en mentale handicaps, aandachts- en gedragsstoornissen, …) enkinderen uit maatschappelijk kwetsbare gezinnen.Zieke kinderen kunnen niet bij de onthaalouders terecht wegens<strong>be</strong>smettingsgevaar. Een aantal onthaalouders staan in voor noodopvang van o.a.zieke kinderen.De dienst is erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin.PersoneelEr zijn 5 dienstverantwoordelijken, die samen 2,5 fulltime-equivalentvertegenwoordigen. Zij heb<strong>be</strong>n het diploma van maatschappelijk assistent of<strong>sociaal</strong> verpleegkundige.Er is 1 administratief medewerker, die 0,75 fulltime-equivalent vertegenwoordigt.Zij heeft het diploma van kinderverzorgster.109


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>De dienst telde op 31/12/06 69 werkende onthaalouders.Opleidingsachtergrond onthaaloudersIn 2006 werd door Kind en Gezin aan elke dienst een overzicht gevraagd van debasisopleiding van de onthaalouders, aangezien deze grotendeels de competentiesen de kwaliteit van de kinderopvang <strong>be</strong>paalt.De onthaalouders heb<strong>be</strong>n een heel verscheiden opleidingsachtergrond, nl.kinderzorg, gezondheidswetenschappen, sociale wetenschappen, verpleegkunde, …PrijsHet <strong>be</strong>drag hangt af van het inkomen, de duur van de opvang, het aantal kinderenen uitzonderlijk ook van de moeilijke financiële gezinssituatie. Het minimum<strong>be</strong>draagt 1,35 euro en het maximum 24,07 euro per dag.Luiers en flesvoeding zijn niet in de prijs in<strong>be</strong>grepen.De bijdragen zijn fiscaal aftrekbaar.c. Stedelijke Dienst Babysitting (sociale dienst)Tussenmuren 17, <strong>Oudenaarde</strong>055/33.51.04.De dienst babysitting wil ouders uit groot <strong>Oudenaarde</strong> de mogelijkheid bieden eenavondje uit te gaan of een hobby te <strong>be</strong>oefenen, door een babysit te zoeken die,tegen een vergoeding, instaat voor de opvang van de kinderen.Openingsuren dienst babysitting (sociale dienst)Van maandag tot vrijdag van 08.30 tot 12.00 uur en op maandag- enwoensdagnamiddag van 13.30 tot 17.30 uur.DoelgroepDe dienst babysitting is er voor gezinnen met kinderen uit groot <strong>Oudenaarde</strong>.Soort opvangTijdens het schooljaar gaat het meestal om kinderoppas tijdens de avonduren endit zowel op weekdagen als tijdens het weekend.In vakantieperiodes wordt er regelmatig een <strong>be</strong>roep gedaan op de dienstbabysitting als vorm van kinderopvang aan huis. Dit kan zowel om halve dagen alsom volle dagen gaan. Dit kan eenmalig of op meer regelmatige basis zijn.In principe is dit echter niet de hoofd<strong>be</strong>doeling van de dienst babysitting, dochwegens gebrek aan voldoende alternatieven wordt het eveneens als vorm vankinderopvang gebruikt.PersoneelDe dienst babysitting werkt met een 50-tal babysitters, die minimum 16 jaar oudzijn en vaak tot hun 21 jaar of ouder bij de dienst blijven. Zij volgen verschillenderichtingen in het secundair en hoger onderwijs, maar heb<strong>be</strong>n algemeen interessevoor het omgaan met kinderen.PrijsMinimumprestatie (max. 4 uur): 12,50 euro110


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Bijkomende uren voor 24.00 u.: 2,75 euro per uurBijkomende uren na 24.00 u.: 3,25 euro per uurNachttarief (van 22.00 u tot 08.00 u.): 7,50 euroSpeciaal tarief voor kerst- en oudejaarsavond: normaal tarief plus 15 eurod. Buitenschoolse opvang in de basisscholenTussenmuren 17, <strong>Oudenaarde</strong>055/33.51.24.Met ingang van 01/09/05 staat het stads<strong>be</strong>stuur van <strong>Oudenaarde</strong> in voor deorganisatie van de buitenschoolse opvang in de Oudenaardse basisscholen van hetvrij- en het gemeenschapsonderwijs (netoverschrijdend).Openingsuren dienst buitenschoolse opvangVan maandag tot donderdag van 08.30 tot 12.00 uur.BezettingscijfersIn maart 2007 waren 2 960 kinderen ingeschreven in alle deelnemende scholensamen.1 328 kinderen kwamen in die maand naar de opvang. Dit <strong>be</strong>tekent dat ongeveer45% van alle kinderen een <strong>be</strong>roep doet op de opvang in de scholen.CapaciteitAlle kinderen van elke basisschool kunnen een <strong>be</strong>roep doen op de voor- ennaschoolse opvang in hun school.DoelgroepKleuters en lagere schoolkinderen uit de basisscholen van het vrij- en hetgemeenschapsonderwijs.Het <strong>be</strong>treft 14 scholen van het gewoon vrij onderwijs, 1 school van hetbuitengewoon vrij onderwijs en 3 scholen van het gemeenschapsonderwijs.De Freinetschool De Vier Tuinen <strong>be</strong>sliste niet in te stappen in het systeem.Soort opvangDe voorschoolse opvang gaat door van 07.00 uur tot 15 minuten voor het <strong>be</strong>gin vande lessen.De naschoolse opvang gaat door van 15 minuten na het <strong>be</strong>ëindigen van de lessentot 18.00 uur.De woensdagnamiddagopvang gaat door van 15 minuten na het <strong>be</strong>ëindigen van delessen tot 18.00 uur. De opvang op woensdagnamiddag gaat enkel door indien erminstens 5 kinderen een <strong>be</strong>roep doen op de opvang. In de praktijk komt dit eropneer dat er op woensdagnamiddag wel opvang is in de grotere scholen, maar niet inde meeste kleinere scholen.De opvang gaat enkel door op schooldagen en niet op schoolvrije dagen, feestdagenen schoolvakanties. Voor die momenten verwijzen de scholen door naar deverschillende stadsinitiatieven, nl. Kinderopvang Begijnhof en despeelpleinwerking.Ouders kunnen eenmalig of op meer regelmatige basis een <strong>be</strong>roep doen op dezeopvang.111


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>PersoneelDe voor- en naschoolse opvang werkt vnl. met PWA-krachten, aangevuld metvrijwilligers.Per 20 kinderen wordt één opvangkracht ingeschakeld.Op het einde van het schooljaar 2006-2007 waren 38 PWA-krachten en 7vrijwilligers actief in de scholen.De opleidingsachtergrond van deze opvangkrachten is heel verscheiden(kinderverzorgster, onderwijzeres, boekhouder, huisvrouw, …).Jaarlijks wordt voor de opvangkrachten een opleiding georganiseerd om dekwaliteit van de opvang te verzekeren.De opvangkrachten worden gescreend door het PWA en de sociale dienst van destad.PrijsDe ouderbijdrage werd in alle scholen gelijkgeschakeld en komt neer op 0,63 europer <strong>be</strong>gonnen half uur per kind.Aan ouders die hun kinderen na 18.00 uur komen ophalen wordt eenlaattijdigheidsbijdrage van 2,5 euro per kind per <strong>be</strong>gonnen half uur gevraagd.e. SpeelpleinwerkingJeugddienst Jotie, Hofstraat 14, <strong>Oudenaarde</strong>055/33.44.90.De speelpleinwerking wordt georganiseerd tijdens de vakanties voor kinderen van 5tot 14 jaar van <strong>Oudenaarde</strong> en daarbuiten.OpeningsmomentenDe speelpleinwerking wordt georganiseerd tijdens de krokus-, paas-, zomer- enherfstvakantie.De eigenlijke speelpleinwerking gaat door van 09.30 tot 17.00 uur.Er is opvang voorzien van 07.30 tot 09.30 en van 17.00 tot 18.00 uur.BezettingscijfersIn 2006 heb<strong>be</strong>n in totaal 527 verschillende kinderen deelgenomen aan despeelpleinwerking.Gemiddeld aantal kinderen per dag2005 2006Krokus 58 65Pasen 60 80Zomer 92 103Herfst 69 29Minimum en maximum aantal kinderen per dagMinimumMaximumKrokus 53 77Pasen 39 133Zomer 51 144Herfst 27 36112


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>CapaciteitTijdens de kleine vakanties (krokus en herfst) gaat de speelpleinwerking door in delokalen van de stedelijke jeugddienst, Hofstraat 14, <strong>Oudenaarde</strong>.Omwille van de <strong>be</strong>perkte locatie wordt het aantal kinderen tijdens deze vakanties<strong>be</strong>perkt tot maximum 70.Tijdens de zomer- en paasvakantie gaat de speelpleinwerking door in de lokalenvan de muziekacademie, Gentiel Antheunisplein, <strong>Oudenaarde</strong>.Het <strong>be</strong>treft hier een ruimere locatie, waardoor er tijdens de zomer- enpaasvakantie (nog) geen <strong>be</strong>perking is van het aantal kinderen.Door de geleidelijke stijging van het aantal opgevangen kinderen de laatste jaren iser nood aan bijkomende lokalen.DoelgroepDe speelpleinwerking staat open voor kinderen van 5 tot 14 jaar, ongeacht hunwoonplaats.Soort opvangDe speelpleinwerking wil kinderen een aangename vrijetijds<strong>be</strong>steding aanbieden.Dit kan zowel voor een halve dag (voormiddag of namiddag) als voor een hele dag.Dit kan eenmalig of op meer regelmatige basis zijn.De speelpleinwerking is geen vorm van kinderopvang, doch door gebrek aanalternatieven in de vakantieperiodes wordt dit door heel veel ouders wel als eenvorm van kinderopvang gebruikt.PersoneelDe speelpleinwerking werkt met animatoren, onder de <strong>be</strong>geleiding van eenhoofdanimator en de jeugddienst.De monitoren worden geselecteerd op basis van volgende criteria:- in het <strong>be</strong>zit zijn van een animatorattest (animator, hoofdanimator, instructor,hoofdinstructor)- een pedagogische opleiding volgen- deelnemen aan vorming of groepsvormende activiteiten- ervaring heb<strong>be</strong>n als jeugdwerker- inwoner zijn van <strong>Oudenaarde</strong>.Er wordt 1 monitor per ongeveer 10 kinderen ingeschakeld.PrijsKinderen van <strong>Oudenaarde</strong>Volle dag:1 e en 2 e kind: 3,70 euro3 e en volgende kinderen: 2,50 euroHalve dag:1 e en 2 e kind: 2 euro3 e en volgende kinderen: 2 euro113


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Kinderen van buiten <strong>Oudenaarde</strong>Volle dag:1 e en 2 e kind: 4,50 euro3 e en volgende kinderen: 3,25 euroHalve dag:1 e en 2 e kind: 2,50 euro3 e en volgende kinderen: 2,50 euroBoete bij laattijdigheid2,50 euro/kind per <strong>be</strong>gonnen half uur vanaf 18.00 uur.De bijdragen zijn fiscaal aftrekbaar (boetes niet in<strong>be</strong>grepen).f. Grab<strong>be</strong>lpasJeugddienst Jotie, Hofstraat 14, <strong>Oudenaarde</strong>Tijdens de paas- en zomervakantie wordt een heel gamma aan activiteitenaangeboden voor kinderen van 6 tot 12 jaar. Bijna elke dag worden er minstens 3verschillende activiteiten ingericht. In totaal werden er in 2006 139 activiteitengeorganiseerd.OpeningsmomentenGrab<strong>be</strong>lpas wordt georganiseerd tijdens de paas- en zomervakantie.Bezettingscijfers 2006Er werden 340 Grab<strong>be</strong>lpassen verkocht.Tijdens de paasvakantie namen 636 kinderen gedurende 1 of meerdere dagen deelaan een activiteit van Grab<strong>be</strong>lpas. Tijdens de zomervakantie waren dat 1 791kinderen.Capaciteit 2006Tijdens de paasvakantie waren er 722 plaatsen en een <strong>be</strong>zetting van 89%.Tijdens de zomervakantie waren er 2 350 plaatsen en een <strong>be</strong>zetting van 76%.DoelgroepGrab<strong>be</strong>lpas is er voor kinderen van 6 tot 12 jaar, ongeacht hun woonplaats.Soort opvangGrab<strong>be</strong>lpas is geen vorm van kinderopvang, maar wil een zinvollevrijetijds<strong>be</strong>steding aanbieden aan de kinderen. De jeugddienst wil de kinderenlaten grab<strong>be</strong>len uit een ruim aanbod.De activiteiten kunnen een halve dag of een volle dag duren. Er is geen opvangvoor of na voorzien.PersoneelMonitoren van de jeugddienst in het <strong>be</strong>zit van een attest ‘animator in hetjeugdwerk’ <strong>be</strong>geleiden de verschillende activiteiten.Het aantal monitoren wordt <strong>be</strong>paald afhankelijk van het aantal deelnemers.114


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Prijs:Een Grab<strong>be</strong>lpas kost 2,5 euro per kind per jaar. Voor sommige activiteiten wordtnog een kleine vergoeding gevraagd. Vele activiteiten zijn gratis.g. TienerwerkingJeugddienst Jotie, Hofstraat 14, <strong>Oudenaarde</strong>OpeningsmomentenDe tienerwerking wordt georganiseerd tijdens de krokus-, paas-, zomer- enherfstvakantie voor kinderen van 13 tot 15 jaar.Bezettingscijfers 2006In totaal namen 108 verschillende jongeren deel aan een activiteit van detienerwerking.CapaciteitIn de krokusvakantie werden 2 activiteiten georganiseerd. Er waren 60 plaatsen eneen <strong>be</strong>zetting van 21 kinderen.In de paasvakantie werden 4 activiteiten georganiseerd. Er waren 88 plaatsen eneen <strong>be</strong>zetting van 28 kinderen.In de zomervakantie werden 14 activiteiten georganiseerd. Er waren 297 plaatsenen een <strong>be</strong>zetting van 160 kinderen.In de herfstvakantie werd 1 activiteit georganiseerd. Er waren 49 plaatsen en een<strong>be</strong>zetting van 46 kinderen.DoelgroepKinderen van 13 tot 16 jaar, ongeacht hun woonplaats.Soort opvangDe tienerwerking is geen vorm van kinderopvang, maar wil een zinvollevrijetijds<strong>be</strong>steding aanbieden aan de tieners.PersoneelMonitoren van de jeugddienst ouder dan 18 jaar en bij voorkeur in het <strong>be</strong>zit vaneen attest ‘animator in het jeugdwerk’ <strong>be</strong>geleiden de verschillende activiteiten.Er zijn gemiddeld 2 monitoren per activiteit aanwezig.PrijsDe tieners <strong>be</strong>talen een kleine bijdrage in de onkosten. Het stads<strong>be</strong>stuur komteveneens tussen in de kosten om de prijs zo laag mogelijk te houden.h. KinderatelierJeugddienst Jotie, Hofstraat 14, <strong>Oudenaarde</strong>Het kinderatelier is een wekelijkse knutselnamiddag die op woensdag doorgaat,met uitzondering van de vakanties.115


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>OpeningsmomentenElke woensdagnamiddag van 14.00 tot 16.30 uur.Bezettingscijfers 2006In 2006 namen 77 verschillende kinderen deel aan het kinderatelier.In totaal werden 32 verschillende activiteiten georganiseerd.Gemiddeld kwamen er wekelijks 15 kinderen.CapaciteitWekelijks kunnen 30 kinderen deelnemen aan het kinderatelier.DoelgroepKinderen van 7 tot 12 jaar, ongeacht hun woonplaats.Soort opvangKinderatelier is geen vorm van kinderopvang, maar wil een zinvollevrijetijds<strong>be</strong>steding aanbieden aan de kinderen.PersoneelHet kinderatelier wordt <strong>be</strong>geleid door 3 monitoren.PrijsDe kinderen <strong>be</strong>talen 2,5 euro voor deelname (materiaal en drankje in<strong>be</strong>grepen).i. Sportdienst<strong>Oudenaarde</strong> heeft een centrumfunctie op het vlak van sportaccommodatie en –aanbod.De sportdienst organiseert het hele jaar door allerlei sportcursussen ensportkampen voor jeugd, volwassenen, senioren en andersvaliden.De sportdienst <strong>be</strong>heert de speelpleinen op het grondgebied van <strong>Oudenaarde</strong>. Erzijn speelpleinen in <strong>Oudenaarde</strong>, Eine, Heurne, Nederename, Ename, Volkegem,Leupegem, Melden en Bevere.De sportdienst heeft een sportaanbod voor jongeren tijdens het schooljaar en devakantieperiodes. In 2007 werd het aanbod voor jongeren tijdens deschoolvakanties gevoelig uitgebreid. Voor deelname aan de sportkampen ontvangende deelnemers tot 12 jaar een fiscaal attest. Vaak komen mutualiteiten ook tussenin de kosten voor sportactiviteiten.Tijdens de schoolvakanties gaat het om:- omnisportkampen voor 4-5-jarigen en voor 6-12-jarigen- themakamp extreme games voor 8-14-jarigen- themakamp Amerikaanse sporten voor 6-12-jarigen- wielersportweek voor 10-14-jarigen- basketbalkampen voor 8-12-jarigen en voor 6-14-jarigen- tenniskampen vanaf 5 jaar116


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>- surfkampen voor 10-18-jarigen- zeilkampen voor 7-12-jarigen- play-adventure kampen voor 10-14-jarigen- indianenkamp voor 7-12-jarigen- surf- en playkamp voor 10-14-jarigen- squashkamp voor 9-13-jarigen- turnkamp voor 4-18-jarigen- danskamp dance en break- atletiekkamp voor 6-17-jarigen- fietssportweek- zwemlessen tijdens de paas- en zomervakantie voor 6-12-jarigen- krie<strong>be</strong>lmania voor 10-18-jarigen- jeugdvoetballer voor 6-14-jarigen.Tijdens het schooljaar gaat het om:- dansexpressie break en dance- zwemlessen voor 6-12-jarigen- watergewenning voor 2 tot 5-jarigenDaarnaast organiseert de sportdienst een sportaanbod samen met de scholen.Het gaat om schoolsportklassen voor het 4 e , 5 e en 6 e leerjaar, survivalrun voor 10-12-jarigen en scholenveldloop voor het 2 e , 3 e , 4 e , 5 e en 6 e leerjaar.Daarnaast zijn er nog sportverenigingen die sportkampen organiseren i.s.m. desportdienst. Zij organiseren voetbalkampen voor 6-14-jarigen, tenniskampen vanaf5 jaar, surfkampen voor 10-18-jarigen, zeilkampen voor 7-12-jarigen, playadventurekampen voor 10-14-jarigen, …j. CultuurdienstDe cultuurdienst heeft tot op heden een <strong>be</strong>perkt aanbod voor kinderen enjongeren.Zij programmeren schoolvoorstellingen in De Woeker, per graad, vanaf de 2 ekleuterklas t.e.m. het 6 e leerjaar.Daarnaast programmeren zij een 3-tal familievoorstellingen per jaar.Er wordt ook culturele randanimatie georganiseerd bij o.a. de bierfeesten, de dagvan het park, …In de toekomst zal hieraan meer aandacht worden <strong>be</strong>steed. Aandacht voorcultuuractiviteiten voor jongeren werd opgenomen in het cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.117


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>k. Academie voor Beeldende KunstIn de tekenacademie kunnen kinderen vanaf 6 jaar terecht. Jongeren volgen<strong>be</strong>eldende vorming, allround, in de middelbare graad. Vanaf 18 jaar kunnen zekiezen uit <strong>be</strong>eldhouwkunst, grafiek, schilderkunst, tekenkunst, mixed-media enkeramiek.l. Academie voor Muziek en WoordIn de academie kunnen kinderen vanaf 8 jaar diverse richtingen volgen.In de afdeling Woord zijn dat cursussen algemene verbale vorming, dramatischeexpressie, voordracht, toneel, welsprekendheid en repertoirestudie.In de afdeling Muziek kan men terecht voor notenleer, zang en koor ofinstrumentenleer orgel.Vanaf de leeftijd van 15 jaar kan men cursussen algemene muziekcultuur,kamermuziek, samenspel en <strong>be</strong>geleidingspraktijk volgen.m. BesluitUit deze gegevens kunnen we het volgende <strong>be</strong>sluiten:- De stad pro<strong>be</strong>ert tegemoet te komen aan de problematiek van kinderopvang,via de Dienst Opvanggezinnen en kinderopvang Begijnhof, die instaan voor eengroot aandeel in het aanbod aan voorschoolse en buitenschoolse kinderopvangvoor kinderen van 0 tot 12 jaar in <strong>Oudenaarde</strong> en dit het hele jaar door.- Met de buitenschoolse opvang in de scholen en kinderopvang Begijnhof biedt destad werkende ouders tijdens het schooljaar de mogelijkheid om hun job tecombineren met hun gezinsleven.- Met de speelpleinwerking en kinderopvang Begijnhof biedt de stad werkendeouders de mogelijkheid om tijdens de schoolvakanties hun job te combinerenmet hun gezinsleven.- De stad biedt een ruim aanbod aan vrijetijdsinitiatieven aan voor kinderen enjongeren via de jeugddienst, de sportdienst, de cultuurdienst en de teken- enmuziekacademie.3.4.5 Aanbod door particulierena. Minicrèche De KapoentjesDoornikse Heerweg 160, <strong>Oudenaarde</strong>055/30.28.67.OpeningsmomentenVan maandag tot vrijdag van 07.30 tot 18.00 uur.BezettingscijfersVolzet.118


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Capaciteit21 plaatsen.DoelgroepNiet-schoolgaande en schoolgaande kinderen tussen 0 en 12 jaar, ongeacht dewoonplaats.Soort opvangMinicrèche. Het gaat om opvang in groep.De minicrèche is ook <strong>be</strong>reid om kinderen met een specifieke zorg<strong>be</strong>hoefte op tevangen.Deze opvang heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin.Personeel3 personeelsleden.Opleidingsachtergrond: hoger secundair onderwijs, orthopedagogie,kinderverzorgster.PrijsDe minicrèche <strong>be</strong>paalt zelf het <strong>be</strong>drag.14,50 euro, pampers niet in<strong>be</strong>grepen.Opmerking: stopt in 2009. Vanaf januari 2009 sluit de dagopvang en zal er enkelnog naschoolse opvang worden georganiseerd.b. Minicrèche PiepeloentjeKoestraat 31, <strong>Oudenaarde</strong> (Bevere)0479/89.07.84.OpeningsmomentenMaandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 07.00 tot 18.00 uur.BezettingscijfersVolzet tot en met februari 2009.Capaciteit8 plaatsen.DoelgroepNiet-schoolgaande kinderen tussen 0 tot 3 jaar, ongeacht de woonplaats.Soort opvangMinicrèche. De opvang ge<strong>be</strong>urt in groep.De opvang staat ook open voor dringende opvang en opvang die slechts af en toenodig is.Deze opvang heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin.Personeel1 personeelslid en hulp van stagiaires.Opleiding: verpleegaspirante, kleuteronderwijs.119


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>PrijsDe minicrèche <strong>be</strong>paalt zelf het <strong>be</strong>drag.16 euro voor een volle dag en 12 euro voor een halve dag.c. Minicrèche PagadderkeNestor De Tièrestraat 146, <strong>Oudenaarde</strong> (Eine)055/30.12.94.OpeningsmomentenVan maandag tot vrijdag van 07.00 tot 18.00 uur.Bezettingscijfers14Capaciteit14 plaatsen.DoelgroepNiet-schoolgaande en schoolgaande kinderen tussen 0 en 12 jaar, ongeacht dewoonplaats.Soort opvangMinicrèche. Het gaat om opvang in groep.De minicrèche is ook <strong>be</strong>reid om kinderen met een specifieke zorg<strong>be</strong>hoefte op tevangen.Deze opvang heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin.Personeel2 personeelsleden.Opleiding: verpleegaspirante.PrijsDe minicrèche <strong>be</strong>paalt zelf het <strong>be</strong>drag.17 euro voor een volle dag en 10,50 euro voor een halve dag.Opmerking: stopt in <strong>2008</strong>.d. Minicrèche De BlokkendoosGalgestraat 24, <strong>Oudenaarde</strong>OpeningsmomentenVan maandag tot vrijdag van 07.00 tot 19.00 uur.Bezettingscijfers21120


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Capaciteit21 plaatsen.Vanaf 01/01/<strong>2008</strong> wordt de capaciteit uitgebreid tot 36 plaatsen, omwille van eenuitbreiding van de locatie.DoelgroepHet gaat om niet-schoolgaande kinderen tussen 0 en 3 jaar, ongeacht dewoonplaats.Soort opvangMinicrèche. De opvang ge<strong>be</strong>urt in groep.De Blokkendoos vangt ook kinderen op die specifieke zorgen nodig heb<strong>be</strong>n(motorische handicap, aandachtsstoornissen, gedragsstoornissen, …).De Blokkendoos heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin.Personeel8 personeelsleden.Opleiding: verpleegkundige, kinderverzorgsters, poets- en keukenhulp.PrijsDe minicrèche <strong>be</strong>paalt zelf de prijs.19 euro voor een volle dag en 14,50 euro voor een halve dag, pampers nietin<strong>be</strong>grepen.Opvang van minder dan 2 uur: 2,50 euro per uur.Reductie voor het 2 e en volgende kinderen: 1,25 euro / dag.e. Minicrèche De SpeelblokSint Jozefsplein 10, <strong>Oudenaarde</strong>Openingsmomenten07.00 tot 19.00 uur.Bezettingscijfers18Capaciteit14 plaatsen.DoelgroepKinderen van 3 tot 12 jaar uit het gewoon en buitengewoon onderwijs.Soort opvangDagopvang, voorschoolse- en naschoolse opvang.Personeel1,5 personeelsleden.PrijsVoorschools:aankomst voor 07.30 uur: 4 euro.121


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>aankomst na 07.30 uur: 2 euro.Naschools:Van 15.00 tot 16.00 uur: 2,50 euro.Van 16.00 tot 17.00 uur: 2,50 euro.Van 17.00 tot 18.00 uur: plus 2 euro.Van 18.00 tot 19.00 uur: plus 2 euro.Reductie voor 2 e en volgende kinderen: 1,25 euro per dag.Middagmaal: 4 euro.Opmerking: stopt 30/06/<strong>2008</strong>.f. Minicrèche ZonnestraaltjeGroenstraat 13, <strong>Oudenaarde</strong>OpeningsmomentenVan maandag tot vrijdag van 07.00 tot 18.00 uur.BezettingscijfersVolzet tot en met januari 2009.Capaciteit14 plaatsen.DoelgroepNiet-schoolgaande en schoolgaande kinderen tussen 0 en 12 jaar, ongeacht dewoonplaats.Soort opvangMinicrèche. De opvang ge<strong>be</strong>urt in groepsverband.De opvang is <strong>be</strong>reid om kinderen op te vangen die specifieke zorgen nodig heb<strong>be</strong>n.De opvang heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin.Personeel2 personeelsleden.Opleiding: A2 verpleegaspirante en A2 handel, verkoop en kantoor.PrijsDe minicrèche <strong>be</strong>paalt zelf het <strong>be</strong>drag.14 euro voor een volle dag en 11 euro voor een halve dag, warme maaltijd enverzorgingsproducten in<strong>be</strong>grepen.g. Minicrèche PippoPaardemarktstraat 43, <strong>Oudenaarde</strong> (Ename)OpeningsmomentenVan maandag tot vrijdag van 06.30 tot 19.00 uur.122


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>BezettingscijfersVolzet tot septem<strong>be</strong>r 2009.Capaciteit12 plaatsen.DoelgroepNiet-schoolgaande en schoolgaande kinderen tussen 0 en 3 jaar, ongeacht hunwoonplaats en naschoolse opvang voor kinderen tot 6 jaar.Soort opvangMinicrèche. De opvang ge<strong>be</strong>urt in groep.De opvang is ook <strong>be</strong>reid om kinderen met specifieke zorgen op te vangen.Deze opvang heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin.Personeel2 personen.Geen specifieke opleiding, maar wel vorming en bijscholing in het kader vankinderopvang.PrijsDe minicrèche <strong>be</strong>paalt zelf het <strong>be</strong>drag.18 euro voor een volle dag.15,50 euro voor een halve dag.4 euro/uur voor naschoolse opvang.h. Minicrèche DuimelijntjeWesterring 14, <strong>Oudenaarde</strong> (Eine)Openingsmomenten:Van maandag tot vrijdag van 06.30 tot 19.00 uur.Bezettingscijfers-Capaciteit20 plaatsen.DoelgroepNiet-schoolgaande en schoolgaande kinderen tussen 0 en 12 jaar, ongeacht dewoonplaats.Soort opvangMinicrèche. Het gaat om opvang in groep.Er ge<strong>be</strong>urt ook opvang van zieke kinderen en opvang van kinderen met eenspecifieke zorg<strong>be</strong>hoefte.Deze opvang heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin.Personeel-123


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>PrijsDe minicrèche <strong>be</strong>paalt zelf de prijs.i. Minicrèche (Kon)NijntjeBeverestraat 76, <strong>Oudenaarde</strong> (Bevere)OpeningsmomentenVan maandag tot vrijdag van 06.30 tot 18.30 uur.Bezettingscijfers-Capaciteit17 plaatsen.DoelgroepNiet-schoolgaande kinderen tussen 0 en 3 jaar, ongeacht hun woonplaats.Soort opvangMinicrèche. De opvang ge<strong>be</strong>urt in groep.Nijntje is ook <strong>be</strong>reid kinderen op te vangen die specifieke zorgen nodig heb<strong>be</strong>n.Deze opvang heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin.Personeel2 personeelsleden.PrijsDe minicrèche <strong>be</strong>paalt zelf het <strong>be</strong>drag.14 euro, warme maaltijd en verzorgingsproducten in<strong>be</strong>grepenj. Minicrèche PinkelotjeAbdijstraat 81, <strong>Oudenaarde</strong> (Ename)OpeningsmomentenVan maandag tot vrijdag van 06.30 tot 18.30 uur.Bezettingscijfers26 kinderen ingeschreven.Capaciteit14 plaatsen.DoelgroepNiet-schoolgaande en schoolgaande kinderen tussen 0 en 4 jaar, ongeacht hunwoonplaats.Soort opvangMinicrèche. De opvang ge<strong>be</strong>urt in groep.124


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Deze opvang heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin.Personeel2 personeelsleden.Opleiding: kinderverzorgster.PrijsDe minicrèche <strong>be</strong>paalt zelf het <strong>be</strong>drag.16,50 euro voor een volledige dag.12,50 euro voor een halve dag (max. 5 uur).4 euro/u. voor naschoolse opvang.k. Minicrèche De VlinderFietelstraat 4, <strong>Oudenaarde</strong> (Eine)OpeningsmomentenVan maandag tot vrijdag van 07.00 tot 19.00 uur.Ook open op feestdagen die in de week vallen.Bezettingscijfers-Capaciteit14 plaatsen.DoelgroepNiet schoolgaande kinderen van 0 tot 3 jaar.Soort opvangMinicrèche, opvang in groep.Personeel2 personeelsleden.Opleidingsachtergrond: opvoedster en lasser.PrijsDe opvangvoorziening <strong>be</strong>paalt zelf het <strong>be</strong>drag.Volle dag: 21 euro (6 uur of meer).Halve dag: 10,50 euro (6 uur of minder).l. Zelfstandige onthaalouder Ver<strong>be</strong>urgt LucreceDijkstraat 51, <strong>Oudenaarde</strong>OpeningsmomentenVan maandag tot vrijdag van 07.00 tot 19.00 uur.Bezettingscijfers5125


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Capaciteit5 plaatsen.DoelgroepNiet-schoolgaande kinderen tussen 0 en 3 jaar, ongeacht de woonplaats.Soort opvangZelfstandige onthaalouder. De opvang ge<strong>be</strong>urt in gezinsvorm.Deze opvang heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin.Personeel1 personeelslid.Diploma: kinderverzorgster.PrijsDe zelfstandige onthaalouder <strong>be</strong>paalt vrij het <strong>be</strong>drag.14 euro.m. Zelfstandige onthaalouder Van Huffel AnjaVarent 7, <strong>Oudenaarde</strong>OpeningsmomentenVan maandag tot vrijdag van 07.30 tot 17.30 uur.BezettingscijfersCapaciteit7 plaatsen.DoelgroepNiet-schoolgaande kinderen tussen 0 en 3 jaar, ongeacht de woonplaats.Soort opvangZelfstandige onthaalouder. De opvang ge<strong>be</strong>urt in gezinsvorm.Deze opvang heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin.Personeel-PrijsDe zelfstandige onthaalouder <strong>be</strong>paalt vrij het <strong>be</strong>drag.n. Zelfstandige onthaalouder Sandrie CarineWolven<strong>be</strong>rg 10, <strong>Oudenaarde</strong>OpeningsmomentenMaandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 07.00 tot 18.00 uur.126


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Op woensdag van 07.00 tot 12.30 uur.Bezettingscijfers5 kinderen.Capaciteit7 plaatsen.DoelgroepNiet-schoolgaande en schoolgaande kinderen tussen 0 en 12 jaar, ongeacht dewoonplaats.Soort opvangZelfstandige onthaalouder. De opvang ge<strong>be</strong>urt in gezinsvorm.Deze opvang heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin.PersoneelAlleenwerkende onthaalouder.Diploma: familiale helpster.PrijsDeze onthaalouder <strong>be</strong>paalt vrij het <strong>be</strong>drag.14,60 euro voor een volle dag en 10,40 euro voor een halve dag (warme maaltijdin<strong>be</strong>grepen).Voor- en naschoolse opvang: 4 euro / uur.o. Dienst voor onthaalouders Reddie TeddyTramstraat 69, 9052 ZwijnaardeOpeningsmomentenVan maandag tot vrijdag van 06.30 tot 18.30/19.00 uur.BezettingscijfersEen onthaalouder mag maximum 4 voltijdse kinderen opvangen, en er mogen nooitmeer dan 8 kinderen gelijktijdig aanwezig zijn.De <strong>be</strong>zetting ge<strong>be</strong>urt volgens de wetgeving van Kind en Gezin.CapaciteitDe dienst heeft een capaciteit van 90 plaatsen, waarvan 1 onthaalouder in<strong>Oudenaarde</strong>.DoelgroepNiet-schoolgaande en schoolgaande kinderen tussen 0 en 12 jaar, ongeacht dewoonplaats.Soort opvangOnthaalouders aangesloten bij een dienst voor onthaalouders. Het gaat om opvangin gezinsvorm.Er is mogelijkheid tot dagopvang, buitenschoolse opvang, flexi<strong>be</strong>le en occasioneleopvang.127


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>De dienst heeft onthaalouders in <strong>Oudenaarde</strong> en de omliggende gemeenten.Onthaalouders zijn <strong>be</strong>reid om kinderen op te vangen met een specifiekezorg<strong>be</strong>hoefte (ontwikkelingsvertraging, autisme en aanverwante stoornissen,motorische en mentale handicaps, aandachts- en gedragsstoornissen, …)Zieke kinderen kunnen niet bij de onthaalouders terecht wegens<strong>be</strong>smettingsgevaar.De dienst is erkend door Kind en Gezin.PersoneelDe dienst werkt met onthaalouders.De dienst is zelf verantwoordelijk voor de selectie en <strong>be</strong>geleiding van deopvanggezinnen op het vlak van kwaliteit.De opleidingsachtergrond van de onthaalouders is heel gevarieerd.Prijs:De prijs is afhankelijk van het inkomen, de duur van de opvang, het aantalkinderen in het gezin en uitzonderlijk van de moeilijke financiële situatie van hetgezin.Luiers, flesvoeding en <strong>be</strong>paalde maaltijden zijn niet in<strong>be</strong>grepen in de prijs.De <strong>be</strong>dragen zijn fiscaal aftrekbaar.BesluitUit deze gegevens kunnen we het volgende <strong>be</strong>sluiten:- In <strong>Oudenaarde</strong> zijn er slechts 15 opvanginitiatieven.- Deze opvanginitiatieven vertegenwoordigen een capaciteit van 462 plaatsen. Ditkomt neer op 1 plaats voor 3 kinderen tussen 0 en 3 jaar.- De Dienst Opvanggezinnen verzekert opvang op het vroegste en laatste uur.- 5 initiatieven starten om 06.30 uur.- 6 initiatieven starten om 07.00 uur.- De overige initiatieven starten om 07.30 en 08.00 uur.- 7 initiatieven stoppen om 18.00 uur.- 5 initiatieven stoppen om 19.00 uur.- de overige initiatieven stoppen om 17.30 en 18.30 uur.- 4 van de opvanginitiatieven richten zich tot kinderen tussen 0 en 3 jaar.- 11 van de opvanginitiatieven richten zich tot kinderen tussen 0 en 12 jaar.- Volgens Kind en Gezin vangen 10 van de opvanginitiatieven kinderen op met eenspecifieke zorg<strong>be</strong>hoefte.- Bij de dienst opvanggezinnen wordt de prijs <strong>be</strong>paald door het inkomen.- Bij de zelfstandige opvanginitiatieven ligt de prijs tussen 14 en 19 euro voor eenvolle dag en 10 en 14 euro voor een halve dag.- 1 opvanginitiatief stopt in <strong>2008</strong>.- 1 opvanginitiatief stopt met dagopvang en biedt vanaf 2009 enkel nogbuitenschoolse opvang aan.- 3 nieuwe initiatieven zouden starten in de nabije toekomst.128


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>3.4.6 Thuisoppas zieke kinderenDe diensten thuisoppas van zieke kinderen zijn er voor kinderen die, omwille vanplotse ziekte, niet naar het opvanggezin, het kinderdagverblijf of de school kunnenen waarvan de ouders, door werkomstandigheden, ook niet voor de opvang kunneninstaan. Bij deze dienstverlening komt het erop aan om, van zodra de aanvraaggemeld wordt, onmiddellijk een oplossing aan te reiken.Volgende diensten bieden thuisoppas voor zieke kinderen aan:CM Midden-<strong>Vlaanderen</strong> – Skoebidoe oppas zieke kinderenPeperstraat 69000 Gent24u/24u oproepnummer02/27.208.04.CAW Onafhankelijk ZiekenfondsWittemolenstraat 648200 Brugge050/40.52.09.Reddie Teddy Oost-<strong>Vlaanderen</strong>Tramstraat 699052 Gent24u/24u oproepnummer09/333.57.00.Solidariteit voor het gezin vzwRemparden 12 bus 969700 <strong>Oudenaarde</strong>055/33.44.21.Stad <strong>Oudenaarde</strong> – Ziekenopvang ten huizeLevietenstraat 59700 <strong>Oudenaarde</strong>055/31.74.96.3.4.7 Andere diensten en instellingen voor kinderen en jongeren in<strong>Oudenaarde</strong>a. PISADTussenmuren 17, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/33.51.05.Werking:Drugspreventie voor schoolgaande jongeren en hun directe omgeving.129


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>b. Centrum Geestelijke Gezondheidszorg De SpiegelTerkerkenlaan 1A, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/33.36.36.Werking:Preventie en <strong>be</strong>handeling van psychosociale problemen bij kinderen, jongeren envolwassenen.c. CAW Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> – Kompas - JACSint Walburgastraat 18, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/30.46.32.Werking:Centrum voor Algemeen Welzijnswerk met Jongeren Adviescentrum.d. Kind & Gezin – RegiohuisTer Eecken 4 bus 2, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/30.29.13.Werking:Draaischijf van de regionale preventieve zorgverlening van Kind en Gezin aanouders bij zwangerschap, geboorte en <strong>be</strong>valling en de <strong>be</strong>geleiding van ouders enopvoeders van kinderen van 0 tot 3 jaar (en uitzonderlijk tot 6 jaar).Er wordt permanentie verzekerd waarbij er mogelijkheid is om telefonisch enpersoonlijk vragen te stellen, informatie in te winnen of afspraken te maken vooreen consult of huis<strong>be</strong>zoek.e. Kind en Gezin – ConsultatiebureauHoogstraat 18, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/314.14.47.Burgschelde 7, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/31.94.45.Werking:Preventieve zorg op maat. Jonge kinderen tussen 0 en 3 jaar (uitzonderlijk tot 6jaar) worden gratis onderzocht en gevaccineerd, ouders en opvoeders krijgenpraktisch en professioneel advies. Elk consult staat in het teken van een <strong>be</strong>paaldonderwerp.f. Platform Kind in Nood Vlaamse ArdennenBurgschelde 7, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/31.38.62.130


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Werking:Het Platform organiseert overleg, advies en ondersteuning voor leerkrachten enhulpverleners bij kindermishandeling, kinderverwaarlozing en staat verder in voorhet uitwerken en coördineren van de hulpverlening aan en sensibilisering van de<strong>be</strong>volking rond deze thema’s.Het Platform werkt voor kinderen tot 18 jaar.g. Geef Borstvoeding een eerlijke kansDorre Wei 19, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/38.75.26.Werking:Zelfhulpgroep voor vragen en problemen i.v.m. borstvoeding.h. Centrum voor Leerlingen<strong>be</strong>geleidingVrij Centrum voor Leerlingen<strong>be</strong>geleidingBurgschelde 7, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/31.38.62.Centrum voor Leerlingen<strong>be</strong>geleiding van het GemeenschapsonderwijsEindrieskaai 11, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/33.74.70.Werking:Het CLB staat in voor leerlingen<strong>be</strong>gleiding op verschillende domeinen (leren enstuderen, schoolloopbaan, <strong>sociaal</strong>-emotionele ontwikkeling en preventievegezondheidszorg), klassikaal of individueel, via leerkrachten of ouders.Het CLB werkt voor kinderen tussen 3 en 18 jaar.i. Comité voor Bijzondere JeugdzorgDoornikse Heerweg 136, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/23.05.20.Werking:Het CBJ staat in voor het organiseren van hulpverlening in problematischeopvoedingssituaties (o.a. thuis<strong>be</strong>geleiding, dagcentrum, onthaal, oriëntatie enobservatie, opvang in pleeggezin, opvang in gezins- en <strong>be</strong>geleidingstehuizen,<strong>be</strong>geleid zelfstandig wonen, opvoedend project, …)Het CBJ werkt voor jongeren tot 18 jaar uit het <strong>be</strong>stuurlijk arrondissement<strong>Oudenaarde</strong>.j. Bemiddelingscommissie voor Bijzondere JeugdbijstandDoornikse Heerweg 136, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/23.05.21.131


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Werking:De Bemiddelingscommissie in de bijzondere jeugdbijstand is de schakel tussen hetComité Bijzondere Jeugdzorg en de Jeugdrechtbank.k. Sociale dienst van de Vlaamse Gemeenschap bij de JeugdrechtbankTussenbruggen 11, bus 4, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/23.77.20Werking:Opgelegde hulpverlening aan jongeren die een als misdrijf omschreven feit heb<strong>be</strong>ngepleegd en aan jongeren die zich in een problematische opvoedingssituatie<strong>be</strong>vinden, waarbij hulpverlening op vrijwillige basis onmogelijk is.l. Vormings- en Behandelingsproject voor Minder- en Meerderjarigen binnen hetgebied van alternatieve gerechtelijke maatregelenTerkerkenlaan 1A, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/33.36.36.Werking:Dit is een ambulant drug- en alcoholproject dat zich profileert als eengeïndividualiseerd vormings- en <strong>be</strong>handelingsproject in het kader van dealternatieve gerechtelijke maatregelen.Het gaat om minder- en meerderjarigen die door een justitiële instantiedoorverwezen worden omwille van drug- of alcoholgebruik en/of drug- ofalcoholgerelateerde feiten.m. MutualiteitenChristelijke MutualiteitSint Jozefsplein 7, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/33.47.21.Bond MoysonJacob Lacopsstraat 16, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/31.14.47.Li<strong>be</strong>rale MutualiteitGentiel Antheunisplein 1, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>055/31.39.00.Onafhankelijk ZiekenfondsWittemolenstraat 64, 8200 Brugge055/40.52.09.Werking:De mutualiteiten staan in voor informatie en advies, individueel dossier<strong>be</strong>heer,terug<strong>be</strong>taling van de geneeskundige verstrekkingen en de opvang van noden enproblemen van hun leden.132


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>n. GezinsbondAfdeling <strong>Oudenaarde</strong>:Katrien De Smet, Martijn Van Torhoutstraat 151, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:De Gezinsbond is pluralistisch en democratisch samengesteld en zet zich in vooralle gezinnen in <strong>Vlaanderen</strong> en Brussel. De Gezinsbond verdedigt de <strong>be</strong>langen vande gezinnen, los van religieuze, ideologische of politieke opvattingen en los van desamenstelling van het gezin. De Gezinsbond ijvert voor blijvende erkenning enwaardering van het gezin als hoeksteen van onze samenleving. Hun werkterreinenzijn: dienstverlening, <strong>sociaal</strong>-cultureel werk en verenigingsleven, gezinspolitiekeacties.De gezinsbond heeft een gezelschapsdienst, een kinderoppasdienst en organiseerttweedehands<strong>be</strong>urzen.BesluitIn <strong>Oudenaarde</strong> zijn, als centrumstad, verschillende hulpverleningsdiensten eninstellingen aanwezig.133


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>4 Behoeften en verwachtingen op het vlak vankinderopvangOm de <strong>be</strong>hoeften en verwachtingen op het vlak van kinderopvang in kaart tebrengen kan er op verschillende manieren worden gewerkt, namelijk:- door een <strong>be</strong>vraging van de aanbodzijde, van de kinderopvanginitiatieven;- door een <strong>be</strong>vraging van de vraagzijde, van de ouders en andere gebruikers;- door het raadplegen van de wittevlekkenlijst van Kind en Gezin.Concreet werd nagegaan hoe <strong>Oudenaarde</strong> scoort op de wittevlekkenlijst van Kinden Gezin. Daarnaast werden de kinderopvanginitiatieven <strong>be</strong>vraagd op eenvergadering van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang. Als laatste werd een vergaderingvan het <strong>lokaal</strong> overleg gewijd aan de nood aan flexi<strong>be</strong>le en occasionele opvang inhet kader van het nieuwe actieplan van Kind en Gezin rond dit thema.4.1 Wittevlekkenlijst 36De wittevlekkenoefening duidt per provincie de gemeenten aan waar deopvangtekorten het grootst zouden kunnen zijn: de wittevlekgemeenten.Voor elke gemeente of elk district werd het aantal (buitenschoolse) opvangplaatsenper 1 000 (schoolgaande) kinderen vergeleken met dat van de provincie. Dewittevlekkenlijst wordt op die manier de rangschikking van degemeenten/districten volgens de plaats die ze <strong>be</strong>halen, gespiegeld aan hetprovinciale cijfer.4.1.1 Wittevlekkenlijst buitenschoolse kinderopvang 2005De wittevlekkenlijst wordt gebruikt bij het toekennen van nieuwe gesubsidieerdeopvangplaatsen. De wittevlekkenlijst als kwantitatief en objectief gegeven is hetgemeenschappelijk vertrekpunt voor de toekenning van nieuwe gesubsidieerdeplaatsen.Deze witte vlekkenlijst gaat over:- formele opvang: opvang met een erkenning of een attest van toezicht van Kinden Gezin en opvang in de scholen;- buitenschoolse opvang: opvang van schoolgaande kinderen.De wittevlekkenlijst is een relatief cijfer dat iets zegt over welke gemeenten <strong>be</strong>terof minder goed voorzien zijn inzake het formele opvangaanbod t.o.v. hetgemiddelde van het arrondissement.De wittevlekkenindex is <strong>be</strong>rekend op basis van het aantal formele opvangplaatsenin verhouding tot:- het aantal kinderen in de basisscholen;- het aantal ar<strong>be</strong>idsplaatsen ingevuld door vrouwen tussen 25 en 35 jaar.36 www.kindengezin.<strong>be</strong>/professionals/<strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>leiden<strong>lokaal</strong>overleg/cijfersenrapporten.134


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Het relatieve cijfer van een gemeente wordt vergeleken met hetarrondissementeel gemiddelde. Gemeenten die onder dit gemiddelde scoren zijnwittevlekkengemeenten.Deze lijst geeft geen absolute informatie over opvangtekorten in de gemeente.Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>GemeenteWitte vlek scoreGavere - 20,62Ronse - 18,44Sint-Lievens-Houtem - 15,96Deinze - 15,66Zottegem - 14,95Geraards<strong>be</strong>rgen - 7,59Zingem - 7,44Maarkedal - 6,58Zwalm - 0,51Kluis<strong>be</strong>rgen - 2,23Arrondissement <strong>Oudenaarde</strong>(1) (2) (3) (4) (5) (6)<strong>Oudenaarde</strong> 3 650 3 731 229,50 80,27 1,19 19,28Arr.<strong>Oudenaarde</strong> 12 332 12 991,97 1 027,48 79,09 0,00 16,85(1) aantal schoolgaande kinderen(2) aantal schoolgaande kinderen, gecorrigeerd voor kansarmoede(3) totaal aantal formele plaatsen(4) aantal formele opvangplaatsen per schoolgaande 1 000 kinderen en wegingkansarmoede(5) verschil tussen de opvangplaatsen per gemeente en het gemiddelde van deopvangplaatsen per arrondissement en weging van kansarmoede(6) aantal formele plaatsen/aantal tewerkgestelde vrouwen4.1.2 Wittevlekkenlijst voorschoolse kinderopvang 2005De wittevlekkenlijst wordt gebruikt bij het toekennen van nieuwe gesubsidieerdeopvangplaatsen. De wittevlekkenlijst als kwantitatief en objectief gegeven is hetgemeenschappelijk vertrekpunt voor de toekenning van nieuwe gesubsidieerdeplaatsen.Deze witte vlekkenlijst gaat over:- formele opvang: opvang met een erkenning of een attest van toezicht van Kinden Gezin en opvang in de scholen;- voorschoolse opvang: van 0 jaar tot het kind naar school gaat.De wittevlekkenlijst is een relatief cijfer dat iets zegt over welke gemeenten <strong>be</strong>terof minder goed voorzien zijn inzake het formele opvangaanbod t.o.v. hetgemiddelde van het arrondissement.De wittevlekkenindex is <strong>be</strong>rekend op basis van het aantal formele opvangplaatsenin verhouding tot:- het aantal kinderen;135


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>- het aantal kinderen in de basisscholen;- het aantal ar<strong>be</strong>idsplaatsen ingevuld door vrouwen tussen 25 en 35 jaar.Het relatieve cijfer van een gemeente wordt vergeleken met hetarrondissementeel gemiddelde. Gemeenten die onder dit gemiddelde scoren zijnwittevlekkengemeenten.De kolom met als titel 1% geeft het aantal kindplaatsen dat in een gemeente nodigis om voor opvang van 1% van de kinderen van 0 tot 3 jaar in die gemeente tezorgen.Deze lijst geeft geen absolute informatie over opvangtekorten in de gemeente.Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>gemeente arrondissement Witte vlek score 1%<strong>Oudenaarde</strong> <strong>Oudenaarde</strong> - 13,21 7,99Zingem <strong>Oudenaarde</strong> - 12,59 2,04Maarkedal <strong>Oudenaarde</strong> - 0,61 1,77Brakel <strong>Oudenaarde</strong> - 0,21 3,59Arrondissement <strong>Oudenaarde</strong>1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<strong>Oudenaarde</strong> 0,02 798,96 7,99 475,59 59,53 132,73 24,79 -3,21 30,61 -13,21Arr.<strong>Oudenaarde</strong>3568,56 35,69 1239,58 34,74 104,73 20,32(1) % kansarmoede(2) 0-3 jaar en weging kansarmoede(3) aantal kindplaatsen voor 1% van de kinderen 0-3 jaar in die gemeente(4) totaal aantal formele plaatsen(5) aantal formele opvangplaatsen per 100 kinderen 0-3 jaar en weging kansarmoede(6) aantal ingeschreven kinderen in de basisschool per 100 kinderen tussen 3-12 jaar(7) verschil tussen de opvangplaatsen per gemeente en het gemiddelde opvangplaatsen perarrondissement en weging kansarmoede(8) verschil kinderopvang en weging kansarmoede en school witte vlek(9) aantal formele plaatsen/aantal tewerkgestelde vrouwen(10) eventuele correctie witte vlek op basis van standaarddeviatie gemeente t.o.v.arrondissement m.b.t. opvangplaats t.o.v. ar<strong>be</strong>idsplaatsen vrouwen 25-35 jaarConclusies voor <strong>Oudenaarde</strong>Uit deze cijfers kunnen we concluderen dat <strong>Oudenaarde</strong> vnl. slecht scoort op hetvlak van het aanbod aan voorschoolse kinderopvang.4.2 Bevraging kinderopvanginitiatievenOp de vergadering van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang van 07/12/06 werd deaanzet gegeven tot de opmaak van het kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> en deomgevingsanalyse.Uit deze <strong>be</strong>perkte omgevingsanalyse blijkt dat kinderen en jongeren tussen 0 en 25jaar ongeveer 28% van de Oudenaardse <strong>be</strong>volking uitmaken, de leeftijdsgroep van 0tot 12 jaar 13% en de leeftijdsgroep van 0 tot 3 jaar bijna 4%.136


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Het geboortecijfer blijft de laatste jaren in dezelfde lijn liggen rond bijna 300geboorten per jaar.Alle opvanginitiatieven samen vertegenwoordigen ongeveer 462 kindplaatsen,terwijl er op 01/01/06 1 068 kinderen waren tussen 0 en 3 jaar. Dit <strong>be</strong>tekent eenverhouding van 1 opvangplaats per 3 kinderen in <strong>Oudenaarde</strong>.Tijdens de vergadering van 07/12/06 werd <strong>be</strong>slist om binnen het <strong>lokaal</strong> overleg een<strong>be</strong>vraging te organiseren van alle Oudenaardse opvanginitiatieven. Dezevergadering ging door op 21/02/07.Aan de vergadering van 21/02/07 namen volgende kinderopvanginitiatieven deel:- Kinderopvang Begijnhof,- Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw,- Nijntje,- De Blokkendoos/De Speelblok,- ’t Zonnestraaltje,- De Kapoentjes,- Piepeloentje,- onthaalouder Carine Sandrie.Het gaat om 9 van de 15 opvanginitiatieven.15 onthaalouders van Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw vulden daarnaastook nog eens het luik in rond ‘werken in de kinderopvang’.De <strong>be</strong>vraging van de kinderopvanginitiatieven omvatte 3 luiken, namelijk een luikrond de voorstelling van elk initiatief, een luik rond ‘vraag en aanbod in dekinderopvang’ en een luik rond ‘werken in de kinderopvang’.4.2.1 VragenlijstConcreet kwamen volgende vragen aan bod.Voorstelling- Wie <strong>be</strong>n je? Waar werk je? Sedert wanneer doe je dit werk?- Wat is jullie doelgroep?- Heb<strong>be</strong>n jullie een specifieke werking, bv opvang van zieke kinderen, opvang vankinderen met een handicap, gebruik van biologische voeding, … ?- Met hoeveel personeelsleden werk je in de opvang?- Wat is jullie capaciteit?- Wat zijn jullie openingsuren?137


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Vraag en aanbod in de kinderopvang- Merken jullie een groeiende vraag naar kinderopvang in vergelijking met xaantal jaren geleden?- Zo ja, wat kan hiervan de oorzaak zijn? Nieuwe wijken? Meer tweeverdieners?Minder opvang in de regio? …- Krijgen jullie vragen voor onmiddellijke opvang? Kunnen jullie deze<strong>be</strong>antwoorden?- Krijgen jullie vragen voor specifieke opvang? Bv. occasionele opvang, vroegeuren, late uren, opvang voor kinderen met een handicap, …? Kunnen jullie deze<strong>be</strong>antwoorden?- Werken jullie met een wachtlijst?- Heb<strong>be</strong>n jullie op dit moment nog vrije opvangplaatsen? Zo niet, vanaf wanneerkunnen nieuwe kinderen worden opgevangen?- Wat is de verhouding tussen het aantal kinderen van <strong>Oudenaarde</strong> en het aantalkinderen van buiten <strong>Oudenaarde</strong> die gebruik maken van de opvang?- Wat zijn volgens jullie veel voorkomende criteria op basis waarvan ouderswel/niet kiezen voor de opvang?Werken in de kinderopvang- Wat maakt werken in de kinderopvang voor jou aantrekkelijk/<strong>be</strong>lastend?- Is de ouderbijdrage en de tegemoetkoming vanuit Kind en Gezin voldoende omfinancieel rond te komen?- Welke noden/<strong>be</strong>hoeften ervaren jullie in de kinderopvang? Bv. nood aan overlegmet collega’s uit de regio, nood aan vorming binnen de regio, nood aanondersteuning vanuit de stad, nood aan samenwerking met andereopvanginitiatieven, nood aan extra/<strong>be</strong>taalbaar personeel, …?- Is de regelgeving vanuit Kind en Gezin voor jullie een haalbare kaart?- Ervaren jullie noden/<strong>be</strong>hoeften waaraan de gemeente kan tegemoetkomen?4.2.2 VerwerkingHierna volgt de verwerking van deze <strong>be</strong>vraging.Vraag en aanbod in de kinderopvangMerken jullie een groeiende vraag naar kinderopvang in vergelijking met x aantaljaren geleden?Alle <strong>be</strong>vraagde kinderopvanginitiatieven ervaren een groeiende vraag naarkinderopvang in vergelijking met een aantal jaren geleden.De meeste mensen gaan op zoek naar kinderopvang vanaf het moment dat devrouw zwanger is. Sommigen informeren zelfs reeds vooraleer ze zwanger zijn.Aan sommige aanvrage kan niet worden voldaan.138


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Wat kunnen de oorzaken zijn van de groeiende vraag naar kinderopvang?Volgende mogelijke oorzaken werden aangehaald:- er zijn (te) weinig kinderopvanginitiatieven in <strong>Oudenaarde</strong>;- er ge<strong>be</strong>urt minder kinderopvang door grootouders, aangezien deze zelf langermoeten werken;- er zijn meer vrouwen die zelf werken, waardoor kinderopvang buitenshuis moetworden gezocht;- veel kinderopvanginitiatieven buiten <strong>Oudenaarde</strong> zijn volzet, waardoor oudersvan buiten <strong>Oudenaarde</strong> opvang in <strong>Oudenaarde</strong> zoeken;- indien onthaalouders of opvanginitiatieven stoppen is er niet altijd onmiddellijkeen nieuwe onthaalouder of een nieuw opvanginitiatief dat de weggevallenplaatsen invult;- het aantal <strong>be</strong>drijven in de gemeente neemt toe.Krijgen jullie vragen voor onmiddellijke opvang en kunnen jullie deze<strong>be</strong>antwoorden?OpvanginitiatiefVraag naar onmiddellijkeopvang?Kan deze vraag worden<strong>be</strong>antwoord?Kinderopvang Begijnhof Ja JaDOG <strong>Oudenaarde</strong> vzw Ja Ja’t Zonnestraaltje Ja NeeDe Kapoentjes Ja SomsDe Blokkendoos Ja NeePiepeloentje Ja NeeNijntje Ja NeeCarine Sandrie Ja JaAlle <strong>be</strong>vraagde opvanginitiatieven krijgen vragen voor onmiddellijke opvang. 3 vande opvanginitiatieven kunnen deze vraag <strong>be</strong>antwoorden, nl. onthaalouder CarineSandrie, kinderopvang Begijnhof en Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw.Mini;-crèche De Kapoentjes kan deze vragen soms wel, soms niet <strong>be</strong>antwoorden.De andere 4 opvanginitiatieven kunnen de vragen voor onmiddellijke opvang niet<strong>be</strong>antwoorden.139


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Krijgen jullie vragen voor specifieke opvang en kunnen jullie deze <strong>be</strong>antwoorden?OpvanginitiatiefKinderopvangBegijnhofDOG <strong>Oudenaarde</strong>vzwVraag naarspecifieke opvang?Kan deze vraag<strong>be</strong>antwoordworden?Welke specifiek opvangJa Ja Occasionele opvang,opvang van zieke kinderenJa Ja Flexi<strong>be</strong>le, occasioneleopvang, kinderen metspecifieke zorg<strong>be</strong>hoefte’t Zonnestraaltje Ja NeeDe Kapoentjes Nee NeeDe Blokkendoos Ja Ja Kinderen met specifiekezorg<strong>be</strong>hoeftePiepeloentje Ja NeeNijntje Nee NeeCarine Sandrie Nee NeeHieruit blijkt dat 5 van de 8 <strong>be</strong>vraagde opvanginitiatieven vraag krijgen naarspecifieke opvang. Slechts 3 van de opvanginitiatieven kunnen deze vragen<strong>be</strong>antwoorden.Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw heeft 3 onthaalouders die instaan voornoodopvang. Daarnaast verzorgen onthaalouders eveneens flexi<strong>be</strong>le en occasioneleopvang en opvang van kinderen met een specifieke zorg<strong>be</strong>hoefte.Kinderopvang Begijnhof staat open voor ouders die occasioneel een <strong>be</strong>roep willendoen op de opvang en voor opvang van zieke kinderen.De Blokkendoos houdt 5 plaatsen vrij voor kinderen met een specifiekeproblematiek.Werken jullie met een wachtlijst?Geen enkel opvanginitiatief werkt met een wachtlijst.Heb<strong>be</strong>n jullie op dit moment vrije plaatsen? Zo niet, vanaf wanneer kunnen jullieweer nieuwe kinderen opvangen?Opvanginitiatief Vrije plaatsen? Vanaf wanneer opnieuw vrijeplaatsen?Kinderopvang Begijnhof Ja OnmiddellijkDOG <strong>Oudenaarde</strong> vzw Ja Onmiddellijk’t Zonnestraaltje Nee Augustus <strong>2008</strong>De KapoentjesNeeDe Blokkendoos Nee Januari <strong>2008</strong>Piepeloentje Nee Februari <strong>2008</strong>Nijntje Nee Novem<strong>be</strong>r <strong>2008</strong>Carine Sandrie Ja OnmiddellijkDrie van de <strong>be</strong>vraagde opvanginitiatieven (Kinderopvang Begijnhof, DienstOpvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw en onthaalouder Carine Sandrie) heb<strong>be</strong>n op ditogenblik nog plaatsen vrij. De andere zijn reeds volzet tot <strong>be</strong>gin of eind <strong>2008</strong>.Kinderopvang Begijnhof heeft geen opgelegde capaciteit en kan daardoor altijdnieuwe kinderen opvangen.140


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Bij Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw zijn de onthaalouders in het centrumvan <strong>Oudenaarde</strong> volzet tot <strong>2008</strong>. Er zijn nog vrije plaatsen bij onthaalouders buitenhet centrum. Voor ouders die niet over eigen vervoer <strong>be</strong>schikken is het somsmoeilijk om zich te verplaatsen tot bij deze onthaalouders. De ligging van eenkinderopvanginitiatief is dus <strong>be</strong>langrijk.De Blokkendoos houdt soms een plaats vrij voor een maand. Op deze manierkunnen ouders een zoekperiode naar een permanente opvang overbruggen.Wat is de verhouding tussen het aantal inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> en van buiten<strong>Oudenaarde</strong>?Bij Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw is ongeveer 32% van de gezinnen vanbuiten <strong>Oudenaarde</strong>. Bij Kinderopvang Begijnhof is dit 70% van <strong>Oudenaarde</strong> en 30%van buiten <strong>Oudenaarde</strong>.Bij De Kapoentjes en De Blokkendoos is ongeveer 1/3 van buiten <strong>Oudenaarde</strong>.Bij Zonnestraaltje zijn 4 op de 10 kinderen van buiten <strong>Oudenaarde</strong>.Bij Nijntje is ongeveer de helft van buiten <strong>Oudenaarde</strong>.Onthaalouder Carine Sandrie heeft soms 1 kindje van buiten <strong>Oudenaarde</strong>, maarmeestal vangt zij allemaal kinderen van <strong>Oudenaarde</strong> op.De meeste initiatieven vangen dus zowel kinderen van <strong>Oudenaarde</strong> als kinderen vandaarbuiten op. Dit heeft te maken met het feit dat <strong>Oudenaarde</strong> eencentrumfunctie heeft op het vlak van onderwijs en tewerkstelling.Daarnaast blijkt dat heel wat opvanginitiatieven van de omliggende gemeentenvolzet zijn, waardoor ouders uitwijken naar <strong>Oudenaarde</strong> op zoek naarkinderopvang.Welke vragen stellen ouders bij een eerste contact?De meest gestelde vragen zijn:- Wat zijn de openingsuren?- Wat is de opvangprijs en wat is in<strong>be</strong>grepen in de prijs?- Is de opvang fiscaal aftrekbaar?- Hoeveel kinderen worden er opgevangen en wordt er gewerkt inleeftijdsgroepen?- Hoeveel <strong>be</strong>geleiders zijn er?- Hoe ziet het dagprogramma eruit?- Vanaf wanneer is er plaats?- Is er dagopvang en buitenschoolse opvang?- Is er een buitenterrein?Op welke criteria baseren ouders zich om een opvang te kiezen?Ouders <strong>be</strong>slissen meestal op basis van volgende criteria:- de prijs en fiscale aftrekbaarheid;- de ligging;- de inrichting ( binnen en buitenruimte);- de <strong>be</strong>geleiding;- de dag<strong>be</strong>steding en manier van werken;- het aantal opgevangen kinderen;141


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>- <strong>be</strong>schikbaarheid;– wel of niet voorafgaandelijk inschrijven.Hoe ervaren ouders de ouderbijdrage van de opvang?Bij alle initiatieven wordt de prijs als ‘goed’ ervaren.Een onderzoek van Kind en Gezin heeft uitgewezen dat er 20 euro/dag nodig is omals kinderopvanginitiatief uit de kosten te kunnen komen.Hierbij kunnen we opmerken dat de meer gegoede ouders voornamelijk een <strong>be</strong>roepdoen op de zelfstandige opvanginitiatieven en de minder gegoede ouders op eeninitiatief waarbij de prijs wordt <strong>be</strong>paald op basis van het inkomen.Besluit ‘vraag en aanbod in de kinderopvang’Uit deze gegevens kunnen we <strong>be</strong>sluiten dat:- de vraag naar kinderopvang stijgt in vergelijking met een aantal jaren geleden;- er te weinig opvanginitiatieven zijn in <strong>Oudenaarde</strong>;- er meer werkende vrouwen zijn en er minder opvang is door familie;- opvang lang op voorhand moet worden gezocht en dat vragen vooronmiddellijke opvang niet altijd kunnen worden <strong>be</strong>antwoord;- er slechts weinig initiatieven instaan voor specifieke opvang, noodopvang,flexi<strong>be</strong>le en occasionele opvang;- de meeste initiatieven zowel kinderen van <strong>Oudenaarde</strong> als van daarbuiten opvangen;- de hogere inkomens een zelfstandige opvang zoeken en de lagere inkomens eenopvang waarbij de prijs wordt <strong>be</strong>paald op basis van het inkomen.Werken in de kinderopvangWat maakt werken in de kinderopvang aantrekkelijk?Uit de <strong>be</strong>vraging blijkt dat volgende redenen het werken in de kinderopvangaantrekkelijk maken:- interesse heb<strong>be</strong>n in het werken met kinderen;- contact heb<strong>be</strong>n met kinderen en hun ouders;- het plezier van de omgang met kinderen en de liefde die je krijgt van kinderen;- de opvang van de eigen kinderen kunnen combineren met het verwerven vaneen inkomen;- je eigen baas zijn;- thuis kunnen werken.Bevraging onthaalouders:- werken met kinderen;- thuis werken en er zijn voor je eigen gezin;- de eigen kinderen kunnen opvangen;- de onafhankelijkheid;- de sociale contacten;- de <strong>be</strong>lastingsvrije onkostenvergoeding;- het zelf <strong>be</strong>palen van de eigen werkuren;142


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>- zelfstandig en onafhankelijk kunnen werken;- het combineren van werk met het eigen huishouden.Wat maakt het werken in de kinderopvang <strong>be</strong>lastend?Uit de <strong>be</strong>vraging blijkt dat volgende redenen het werken in de kinderopvang<strong>be</strong>lastend maken:- lange werkdagen;- financieel niet zo voordelig, laag inkomen;- lichamelijk <strong>be</strong>lastend werk;- ouders houden zich niet altijd aan de afspraken.Bevraging onthaalouders:- financieel, de vergoeding is lager dan een werkloosheidsuitkering;- 10 tot 11 uur per dag werken met zowel vroege als late uren;- de houding van sommige ouders;- sommige ouders komen de gemaakte afspraken niet na;- soms is er weinig scheiding tussen je privéleven en je job;- niet alle kinderen zijn gemakkelijk in de omgang;- de omgang met kinderen en ouders in een moeilijke gezinssituatie;- lichamelijk <strong>be</strong>lastend werk;- weinig vrije tijd;- je staat voor veel zaken alleen;- stress;- onzeker inkomen;- de gebondenheid aan je huis;Wat loopt goed in de kinderopvang?Het is opmerkelijk dat geen enkel opvanginitiatief deze vraag <strong>be</strong>antwoord heeft!Bevraging onthaalouders:- positieve contacten met kinderen en ouders;- <strong>be</strong>reikbaarheid, <strong>be</strong>geleiding, samenwerking en goede communicatie met dedienstverantwoordelijken;- combinatie van werken in de kinderopvang en de opvang van de eigen kinderen;- vorming en opleiding vanuit de dienst;- het gebruik kunnen maken van speelgoed via de speelotheek;- het <strong>sociaal</strong> statuut van de onthaalouders.Wat loopt niet goed in de kinderopvang?Uit de enquête kwamen volgende antwoorden naar voor:- er is te weinig aanbod aan kinderopvang;- er is geen centraal meldpunt voor kinderopvang;- er is weinig opvang voor zieke kinderen;- het vraagt financieel een grote investering voor jonge mensen om eenkinderopvang op te starten;- de regelgeving van Kind en Gezin/de overheid is veeleisend;- er is weinig overleg en samenwerking tussen de opvanginitiatieven.143


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Bevraging onthaalouders:- wanverhouding tussen het aantal kinderen per dag, soms 8, soms 2;- onzeker inkomen;- je mag als onthaalouder zelf geen reclame maken;- onthaalouder zijn wordt niet als een volwaardig <strong>be</strong>roep <strong>be</strong>schouwd;- probleem van het luierafval;- eigen kinderen worden meegerekend bij de <strong>be</strong>zetting waardoor minder kinderenkunnen worden opgevangen;- er is weinig contact met andere onthaalouders;- het statuut is nog steeds niet volwaardig;- onthaalouders krijgen geen uitleg waarom kandidaat-ouders voor een andereonthaalouder kiezen;- het aantal kinderen dat maar mag worden opgevangen;- soms moet men in over<strong>be</strong>zetting gaan;- het zou mogelijk moeten zijn om meer voltijdse kinderen op te vangen;Welke noden en <strong>be</strong>hoeften ervaren jullie in de kinderopvang?Bijna alle opvanginitiatieven ervaren volgende noden en <strong>be</strong>hoeften:- er zijn meer opvanginitiatieven nodig;- er is nood aan meer overleg tussen de opvanginitiatieven;- er is nood aan meer samenwerking tussen de opvanginitiatieven;- er is nood aan meer ondersteuning van de opvanginitiatieven door de overheid;- er is nood aan vorming voor het personeel;- er is nood aan meer gebouwen voor kinderopvang;- er is nood aan meer personeel;- de <strong>be</strong>reikbaarheid van een opvanginitiatief is <strong>be</strong>langrijk om voldoende <strong>be</strong>zettingte heb<strong>be</strong>n;- de <strong>be</strong>kendheid van een opvanginitiatief is <strong>be</strong>langrijk om voldoende <strong>be</strong>zetting teheb<strong>be</strong>n;- er is nood aan een algemene folder rond kinderopvang;- het statuut van de kinderopvanginitiatieven kan nog veel worden ver<strong>be</strong>terd (cfr.ziekte, werkloosheid, pensioen, … ).Bevraging onthaalouders:- probleem van het vervoer van de opvang naar huis en omgekeerd;- er is nood aan flexi<strong>be</strong>le werkuren;- er is nood aan een degelijke financiële vergoeding;- er is nood aan huis-aan-huisluierophaling;- er is nood aan vereenvoudiging van het administratief werk dat bij de opvangkomt kijken.Is de ouderbijdrage en de tegemoetkoming van Kind en Gezin voldoende om uit dekosten te komen?- Kinderopvang Begijnhof krijgt geen tussenkomst van Kind en Gezin. Deouderbijdragen zijn ontoereikend. De stad <strong>be</strong>taalt de kost van gebouwen,personeel, werking, …144


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>- Kapoentjes: het is positief dat Kind en Gezin een tegemoetkoming geeft voor deextra kosten.- Blokkendoos: tussenkomst Kind en Gezin is niet voldoende, gelukkig is erfinanciële steun van het revalidatiecentrum.- Piepeloentje: onvoldoende.- Carine Sandrie ontvangt geen tussenkomst van Kind en Gezin. Komt uit dekosten met de ouderbijdragen.- Dienst Opvanggezinnen komt uit de kosten. Voor de onthaalouders blijft er maarweinig over na aftrek van de onkosten (eten, kosten en verwarming).De initiatieven met een attest van toezicht van Kind en Gezin krijgen 500 euro perjaar per kind. Als zelfstandige onthaalouder krijg je geen tegemoetkoming.Uit de <strong>be</strong>vraging blijkt dat de ouderbijdrage en de tussenkomst van Kind en Gezinmaar net voldoende is om uit te kosten te komen en een klein inkomen teverwerven.Niet alle opvanginitiatieven ontvangen een tussenkomst van Kind en Gezin.Bevraging onthaalouders: is de onkostenvergoeding voldoende om uit de kosten tekomen?12 van de <strong>be</strong>vraagde 15 onthaalouders antwoorden negatief op deze vraag.Hoe ervaren jullie de regelgeving van Kind en Gezin?Voor Carine Sandrie en De Blokkendoos is de regelgeving haalbaar.Andere initiatieven vinden de regelgeving niet altijd haalbaar en te streng endenken dat ze nog strenger wordt. Ook de inspectie is streng, het is bovendienslechts een momentopname.Sommige initiatieven krijgen meer inspectie dan anderen.Kind en gezin spreekt zich over veel dingen niet uitNiet alles is altijd even haalbaar.Kinderopvang Begijnhof is niet gebonden aan de regelgeving van Kind en Gezin.De meeste opvanginitiatieven vinden de regelgeving van Kind en Gezin dus niet zopositief.Bevraging onthaalouders:7 van de 15 <strong>be</strong>vraagde onthaalouders vinden de regelgeving goed, sommigen vindenze soms onduidelijk, ze verandert ook regelmatig.Kind en Gezin is vaak heel theoretisch <strong>be</strong>zig en weinig praktisch ingesteld.De onthaalouders worden geconfronteerd met meer administratief werk invergelijking met vroeger.Sommige onthaalouders vinden dat Kind en Gezin meer <strong>be</strong>voegdheden zou moetendoorgeven aan de dienst.145


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Kan de stad bijdragen tot het tegemoetkomen aan en/of oplossen van <strong>be</strong>paaldenoden en <strong>be</strong>hoeften?Het stads<strong>be</strong>stuur kan volgens de <strong>be</strong>vraagde opvanginitiatieven een bijdrage leverenop volgende manieren:- door het (financieel) ondersteunen van nieuwe initiatieven;- door het organiseren van algemene vorming voor alle Oudenaardsekinderopvanginitiatieven of door het openstellen van de vorming van DienstOpvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw voor alle opvanginitiatieven;- door het organiseren van een (regionaal) overleg op regelmatige basis voor allekinderopvanginitiatieven;- door het stimuleren van een <strong>be</strong>tere afstemming en samenwerking tussen deverschillende kinderopvanginitiatieven;- door het opstarten van een centrum meldpunt kinderopvang;- door het opmaken van een gezamenlijke folder met vermelding van allekinderopvanginitiatieven;- door het gratis <strong>be</strong>delen van pamperzakken voor kinderopvanginitiatieven;- door een financiële ondersteuning voor onthaalouders die vorming volgen;- door het organiseren van luierzakophaling aan huis.Bevraging onthaalouders:- huis-aan-huisophaling van luierzakken;- tussenkomst in de aanschaf van pamperzakken;- vergoeding voor openstaande plaatsen;- vergoeding voor de aanschaf van materiaal;- vernieuwing van het speelgoed van de speelotheek van de dienst;- korting in warenhuizen en winkels in de regio;- premies voor het aanpassen van een woning in functie van de inrichting van eenkinderopvanginitiatief.Besluit ‘werken in de kinderopvangUit deze gegevens kunnen we <strong>be</strong>sluiten dat:- het personeel voor kinderopvang kiest omwille van het ‘graag omgaan metkinderen’;- de investering op verschillende vlakken niet opweegt tegen het inkomen datmen verwerft uit kinderopvang;- er nog verschillende zaken zijn die kunnen ver<strong>be</strong>teren op het vlak vankinderopvang, zoals het aanbod, een centraal meldpunt, de regelgeving vanKind en Gezin, een <strong>be</strong>ter overleg en samenwerking, organisatie van vorming,<strong>be</strong>tere financiële verloning, <strong>be</strong>tere ondersteuning vanuit de overheid;- de stads<strong>be</strong>stuur een bijdrage kan leveren tot het aanpakken van <strong>be</strong>paaldeknelpunten.146


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>4.3 Bevraging over de nood aan flexi<strong>be</strong>le en occasionele opvang –vergadering <strong>lokaal</strong> overleg d.d. 18/06/07.Op het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang van 18/06/07 werd de nood aan flexi<strong>be</strong>le enoccasionele opvang in <strong>Oudenaarde</strong> <strong>be</strong>sproken n.a.v. de vraag tot advies over hetnieuwe actieplan van Kind en Gezin hieromtrent.Met dit actieplan wil Kind en Gezin de kinderopvangsector stimuleren om hetaanbod aan te passen aan de noden op dit vlak, zodat mensen de mogelijkheidkrijgen hun werk <strong>be</strong>ter te combineren met hun gezinsleven (voor ouders diewerken buiten de normale openingsuren en –dagen van de opvang en voorpendelaars die niet in staat zijn hun kinderen tijdig in de opvang af te zetten of afte halen ).Het actieplan wil op deze manier ook de toegankelijkheid van de kinderopvangverhogen voor kansengroepen.Daarnaast is het actieplan ook een tewerkstellingsmaatregel.Ter verduidelijking volgt eerst wat meer uitleg over wat flexi<strong>be</strong>le en occasioneleopvang is.Flexi<strong>be</strong>le opvangFlexi<strong>be</strong>le opvang is opvang buiten de openingstijden van het basisaanbod, dit wilzeggen:- minstens 30 minuten voor 07.00 uur;- minstens 30 minuten na 18.00 uur;- dagen bovenop het minimumaantal opvangdagen per jaar.Flexi<strong>be</strong>le opvang kan voorschools of buitenschools worden georganiseerd.Occasionele opvangOccasionele opvang is opvang om volgende redenen:- een ouder werkt niet en start met een opleiding;- een ouder werkt niet en vindt plots werk;- een ouder neemt deel aan een sollicitatiegesprek;- een gezin wordt geconfronteerd met een acute crisissituatie;- een gezin heeft <strong>be</strong>hoefte aan een korte periode met draaglastvermindering;- het is wenselijk voor een kind om gedurende de dag buiten het gezin teverblijven.Occasionele opvang kan maximaal voor een periode van 6 maanden, ongeacht deintensiteit van het gebruik.Uit een analyse van de <strong>be</strong>staande situatie blijkt dat er in <strong>Oudenaarde</strong> slechts een<strong>be</strong>perkt aanbod aan flexi<strong>be</strong>le opvang is.<strong>Oudenaarde</strong> telt slechts 15 kinderopvanginitiatieven, waarvan de meesteinitiatieven werkzaam zijn tussen 06.00 à 07.00 uur ’s morgens en 18.00 à 19.00uur ’s avonds.147


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Enkel Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw heeft onthaalouders die zichaanpassen aan ouders die in ploegenstelsels werken.Zowel de sociale dienst van de stad, de scholen als de kinderopvanginitiatievenkrijgen vragen voor flexi<strong>be</strong>le opvang, die niet steeds kunnen worden <strong>be</strong>antwoord.Deze vragen komen vooral van ouders die in ploegenstelsel werken eneenoudergezinnen.Uit de <strong>be</strong>vraging van het <strong>lokaal</strong> overleg blijkt dat er algemeen kan worden gestelddat er over het volledige grondgebied van <strong>Oudenaarde</strong> nood is aan bijkomendeflexi<strong>be</strong>le opvang en dit zowel voorschools als buitenschools, op weekdagen en inhet weekend.Deze <strong>be</strong>vinding kan worden gestaafd met volgende argumenten:- De meeste Oudenaardse kinderopvanginitiatieven staan in voor dagopvang vankinderen tussen 0 en 3 jaar.- Er is weinig interesse bij kinderopvanginitiatieven om flexi<strong>be</strong>le en occasioneleopvang aan te bieden omwille van financiële redenen.- Grootouders staan minder in voor de opvang van hun kleinkinderen, aangezienzij zelf langer moeten werken.- Vanuit het station van <strong>Oudenaarde</strong> vertrekt heel wat pendelverkeer naarKortrijk, Gent, Brussel, … Deze ouders heb<strong>be</strong>n nood aan opvang op vroege enlate uren.- In <strong>Oudenaarde</strong> zijn verschillende <strong>be</strong>drijven gevestigd die werken met eenploegenstelsel (Samsonite, Santens, Vande Moortele, Algemeen Ziekenhuis<strong>Oudenaarde</strong>, WLZC De Meerspoort, WZC Heilig Hart, grootwarenhuizen). Dezeouders heb<strong>be</strong>n nood aan opvang die overeenkomt met de uren van hunploegenstelsel.Uit een analyse van de <strong>be</strong>staande situatie blijkt dat er in <strong>Oudenaarde</strong> slechts een<strong>be</strong>perkt aanbod aan occasionele opvang is.De meeste kinderopvanginitiatieven geven de voorkeur aan voltijdse dagopvangomwille van financiële redenen. Vanuit de zelfstandige kinderopvanginitiatieven iser dus weinig interesse om occasionele opvang aan te bieden.Enkel kinderopvang Begijnhof en Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzwverzorgen occasionele opvang.Uit de <strong>be</strong>vraging van het <strong>lokaal</strong> overleg blijkt dat er algemeen kan worden gestelddat er over het volledige grondgebied van <strong>Oudenaarde</strong> nood is aan bijkomendeoccasionele opvang en dit zowel voorschools als buitenschools, op weekdagen en inhet weekend.BesluitWe kunnen dus stellen dat er in <strong>Oudenaarde</strong> nood is aan bijkomende initiatievendie flexi<strong>be</strong>le en occasionele opvang aanbieden en dit zowel voorschools alsbuitenschools, op weekdagen en in het weekend.Het actieplan flexi<strong>be</strong>le en occasionele opvang van Kind en Gezin kan in zekeremate tegemoet komen aan deze problematiek, doch zal geenszins alle vragen enproblemen kunnen oplossen.148


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>4.4 Bevraging van de oudersKind en Gezin ontwikkelde een instrument waarmee ouders kunnen worden<strong>be</strong>vraagd over hun <strong>be</strong>hoeften aan kinderopvang. Het instrument <strong>be</strong>vat eenhandleiding en 4 vragenlijsten met <strong>be</strong>geleidende documenten.De verwerkte antwoorden geven een <strong>be</strong>eld van het gebruik van kinderopvang in degemeente, van de wensen van de huidige gebruikers van kinderopvang en van dewensen van diegenen die momenteel geen gebruik maken van kinderopvang.Er is een vragenlijst voor ouders van niet-schoolgaande kinderen enerzijds enschoolgaande kinderen anderzijds. Voor elk van de doelgroepen is er een lange eneen korte vragenlijst.Waarom de <strong>be</strong>hoeften aan kinderopvang <strong>be</strong>vragen bij de ouders?- Men kan <strong>be</strong>ter inspelen op de <strong>be</strong>hoeften van ouders en van specifiekedoelgroepen in de gemeente.- Het is een manier om ouders te <strong>be</strong>trekken bij het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid.- Het levert <strong>be</strong>leidsmatige informatie op voor het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur enoverleggroepen, waardoor het <strong>be</strong>leid kan worden bijgestuurd of waardoor erkan worden gezocht naar nieuwe samenwerkingsvormen.- Het levert interessante informatie op voor opvangvoorzieningen binnen degemeente die willen samenwerken.Het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang <strong>be</strong>sliste om in de periode van <strong>2008</strong>-2010 te<strong>be</strong>ginnen met de <strong>be</strong>vraging van de niet-schoolgaande kinderen (korte vragenlijst).Er zal worden gewerkt met een willekeurige steekproef, waarbij 168 van de 288gezinnen met kinderen tussen 0 en 3 jaar zullen worden <strong>be</strong>vraagd.Kind en Gezin stelt (tegen <strong>be</strong>taling) tegen het najaar 2007 een instrument ter<strong>be</strong>schikking voor het invoeren en verwerken van de binnengekomen gegevens.Kind en Gezin stelt voor te wachten met het uitvoeren van de enquête tot wanneerhet verwerkingsinstrument ter <strong>be</strong>schikking is.In de periode 2011 – 2013 zal een <strong>be</strong>vraging ge<strong>be</strong>uren van de gezinnen met eenkind tussen de 4 en de 12 jaar.149


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>5 Globale kwaliteit van de kinderopvangWanneer we het heb<strong>be</strong>n over de kwaliteit van de kinderopvang, dan moetenvolgende zaken van naderbij worden <strong>be</strong>keken:- Tot welke kinderen richt de kinderopvang zich?- Hoe worden de ontwikkelingskansen van kinderen gestimuleerd in dekinderopvang?- Hoe wordt de deskundigheid van het opvangpersoneel gestimuleerd enontwikkeld?- Op welke manier heb<strong>be</strong>n ouders en kinderen inspraak in de kinderopvang?Al deze punten moeten worden <strong>be</strong>keken vanuit de huidige situatie en vanuit detoekomstige, te verwachten situatie.Wat <strong>be</strong>treft de kinderen waartoe de kinderopvang zich richt, kunnen we stellen datde meeste (zelfstandige) kinderopvanginitiatieven in eerste instantie dagopvangvan kinderen van werkende ouders verzorgen en dit voornamelijk omwille van definanciële leefbaarheid van hun kinderopvanginitiatief.Enkel de diensten voor onthaalouders en kinderopvang Begijnhof richten zich ooknaar ouders die door levens- of materiële omstandigheden niet de mogelijkheidheb<strong>be</strong>n hun kinderen overdag zelf op te voeden, waarbij het gezin tijdelijk moetworden ontlast of waarbij een ouder een opleiding wil volgen, eensollicitatiegesprek moet doen, …Voor flexi<strong>be</strong>le en occasionele opvang kan men ook in eerste instantie bij dezelaatste diensten terecht.De meeste opvanginitiatieven staan, volgens de website van Kind en Gezin, openvoor de opvang van kinderen met een specifieke zorg<strong>be</strong>hoefte, doch in de praktijkstellen we vast dat er slechts weinig initiatieven kinderen met een specifiekezorg<strong>be</strong>hoefte opvangen.Uit een recent onderzoek blijkt dat slechts 1 op de 3 kinderen tussen 0 en 15 jaarnood heeft aan kinderopvang door externen (heel wat opvang ge<strong>be</strong>urt door ouders,grootouders, …), en dat vooral ouders met een gehandicapt kind moeilijkkinderopvang vinden.Kinderen uit maatschappelijk kwetsbare en kansarme gezinnen en groepen ervarenin de praktijk een drempel om een <strong>be</strong>roep te doen op kinderopvang. Dit kanomwille van culturele, godsdienstige, filosofische en financiële redenen.Wanneer we alleen kijken naar de financiële redenen, dan kunnen we ervanuitgaan dat deze gezinnen en groepen voornamelijk een <strong>be</strong>roep zullen doen opkinderopvang, waarbij de dagprijs wordt <strong>be</strong>paald op basis van het inkomen,aangezien de dagprijs bij zelfstandige opvanginitiatieven vaak te hoog zal zijn. Opdeze manier komen deze gezinnen in eerste instantie bij de diensten vooronthaalouders terecht.150


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Voor het ogenblik kan er nog geen uitspraak worden gedaan over de laatste driepunten: hoe ge<strong>be</strong>urt het stimuleren van de ontwikkeling van de kinderen in deopvang? Hoe zit het met de vorming van het opvangpersoneel? Hoe ge<strong>be</strong>urt deinspraak van ouders en kinderen? Deze punten zullen in de periode <strong>2008</strong>-2013, deperiode van het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>, worden onderzocht in overleg en samenwerking methet <strong>lokaal</strong> overleg.151


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>6 Inschatting toekomstige, te verwachten evolutie vanvraag en aanbodOm zicht te krijgen op de toekomstige en te verwachten evolutie van vraag enaanbod naar kinderopvang moeten we een inschatting maken van volgende zaken:- de evolutie van het geboortecijfer;- de migratie van het aantal jonge gezinnen;- de evolutie van het aantal eenoudergezinnen;- de evolutie van de tewerkstellingssituatie in de gemeente;- de evolutie van het aantal kinderopvanginitiatieven in de gemeente;- de evolutie van de schoolse situatie.Wat de evolutie van het geboortecijfer <strong>be</strong>treft, stellen we vast dat dit cijfer delaatste 5 jaar in dezelfde lijn ligt en neerkomt op een gemiddelde van 284geboorten per jaar.Uit de prognose van de <strong>be</strong>volkingsevolutie van de leeftijdsgroep van 0 tot 19 jaarkunnen we afleiden dat het aantal personen in deze leeftijdsgroep zal afnemenover de periode van 2010 tot 2025.Het aantal inwoners tussen 0 en 19 jaar vormt 21% en het aantal inwoners tussen20 en 64 jaar vormt 58% van de Oudenaardse <strong>be</strong>volking. <strong>Oudenaarde</strong> kent dus eengrote groep kinderen en jongeren en een groot aandeel werkende <strong>be</strong>volking. Er ishierdoor wel degelijk nood aan kinderopvang.Het aantal immigraties is nog steeds hoger dan het aantal emigraties, waardoor deOudenaardse <strong>be</strong>volking jaarlijks wat toeneemt.Wanneer de huidige tendens blijft aanhouden, is het mogelijk dat het aantaleenoudergezinnen in de toekomst verder toeneemt. Vooral eenoudergezinnen endan voornamelijk alleenstaanden die in ploegenstelsels werken, heb<strong>be</strong>n het vaakmoeilijk om kinderopvang te vinden die hen toelaat hun werk en hun gezinsleven tecombineren.Op het vlak van tewerkstelling zijn er niet onmiddellijk signalen waaruit kanworden afgeleid dat <strong>be</strong>staande grote <strong>be</strong>drijven zullen sluiten of dat er nieuwegrote <strong>be</strong>drijven in <strong>Oudenaarde</strong> zullen worden gevestigd. In die zin kunnen we ervanuitgaan dat de werkgelegenheids- en werkloosheidsgraad min of meer op hethuidige niveau zullen <strong>be</strong>houden blijven.Het gevoerde huisvestings<strong>be</strong>leid houdt rekening met de toekomstige tendensen, indie zin dat er zowel aandacht is voor het woningaanbod voor jonge gezinnen metkinderen, als voor ouderen en alleenstaanden.Voor wat de schoolse situatie <strong>be</strong>treft zijn er niet onmiddellijk aanwijzingen om tedenken dat er op korte termijn scholen zullen sluiten of bijkomen.152


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Wat de kinderopvang <strong>be</strong>treft, weten we dat in <strong>2008</strong> en 2009 een aantal <strong>be</strong>staandeopvanginitiatieven volledig zullen stoppen of stoppen met dagopvang.Anderzijds zijn er ook geruchten dat er 2 of 3 nieuwe initiatieven zoudenopstarten. De opstart van deze nieuwe initiatieven zou het wegvallen van de<strong>be</strong>staande compenseren, doch de vaststelling blijft dat er in <strong>Oudenaarde</strong> eentekort is aan kinderopvang.153


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>7 Integrale jeugdhulpverleningDe <strong>be</strong>langrijkste conclusie van de maatschappelijke <strong>be</strong>leidsnota BijzondereJeugdzorg uit 1999 luidde dat de jeugdhulp verkokerd was. Er was te weinigsamenwerking en samenhang tussen de sectoren.De kritische <strong>be</strong>leidsnota gaf aanleiding tot het pleidooi om over de muren heen tekijken, met als gevolg een grondige herstructurering met als doel de IntegraleJeugdhulp. Als resultaat kwam er op 07/05/04 het decreet Integrale Jeugdhulp enhet decreet <strong>be</strong>treffende de rechtspositie van de minderjarige in de IntegraleJeugdhulp.Op verschillende niveaus werden overlegtafels gecreëerd.Op Vlaams niveau is er de Adviesraad Integrale Jeugdhulp. Hierin zetelen devoorzieningen, de ouders en de minderjarigen. Deze raad adviseert de ministers.Ook het Managementcomité Integrale Jeugdhulp werd op Vlaams niveau opgericht.Daarin zetelen de leidende ambtenaren van zes sectoren (centra voorleerlingen<strong>be</strong>geleiding, Kind en Gezin, het algemeen welzijnswerk, de geestelijkegezondheidszorg, de gehandicaptensector en de Bijzondere Jeugdbijstand). Zijsturen de Integrale Jeugdhulp intersectoraal.Er zijn eveneens 6 regionale stuurgroepen, voor elke provincie en voor Brussel. Zijvolgen de regionale aspecten van Integrale Jeugdhulp op.Als laatste zijn er de netwerken met netwerkstuurgroepen, die een 2 e regionaleoverlegstructuur volgen. Zij <strong>be</strong>vinden zich op een niveau waar de voorzieningenrechtstreeks in contact komen met cliënten.De <strong>be</strong>doeling van Integrale Jeugdhulp is om meer en <strong>be</strong>ter samen te werken, om zovlugger de gepaste hulpverlening aan de cliënt te kunnen geven. Er wordt eenintersectorale databank opgemaakt, waardoor het aanbod transparanter wordt enhulpverleners gerichter kunnen doorverwijzen naar een zorgaanbod dat zo goedmogelijk aansluit bij hun vragen en noden.Via de Integrale Jeugdhulp wordt er ook, net als in het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid,gestreefd naar een meer toegankelijke en <strong>be</strong>reikbare dienstverlening voor kinderenen jongeren.154


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>8 Visie van het <strong>be</strong>leid op kinderopvang in <strong>Oudenaarde</strong>8.1 Diensten doelgroepen matrixZie ta<strong>be</strong>l volgende pagina.155


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Doelgroepen 0 tot 3 jr 3 tot 6 jr 6 tot 12 jr 12 tot 18 jr 18 tot 25 jrkinderopvang- gemeente- de kapoentjes- zonnestraaltje- piepeloentje- pagadderke- blokkendoos- pippo- duimelijntje- nijntje- speelblok- zelfstandige OO- DOG gemeente- DOG KAV- DOG Reddy Teddy- gemeente- de kapoentjes- zonnestraaltje- piepeloentje- pagadderke- blokkendoos- pippo- duimelijntje- nijntje- speelblok- zelfstandige OO- DOG gemeente- DOG KAV- DOG Reddy Teddy- gemeente- de kapoentjes- zonnestraaltje- piepeloentje- pagadderke- blokkendoos- pippo- duimelijntje- nijntje- speelblok- zelfstandige OO- DOG gemeente- DOG KAV- DOG Reddy Teddyziekenopvang ten huize- gemeente- mutualiteit- gemeente- mutualiteit- gemeente- mutualiteitbabysitdienst- gemeente- gezinsbond- gemeente- gezinsbond- gemeente- gezinsbond- gemeente- gezinsbondbuitenschoolse opvang- gemeente- scholen- onthaalouders- kinderdagverblijven- gemeente- scholen- onthaalouders- kinderdagverblijven- gemeente- scholen- onthaalouders- kinderdagverblijven156


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>vrijetijdsinitiatieven voor kdn enjongerenfinanciële en logistieke ondersteuningjeugdwerk- gemeente- jeugd<strong>be</strong>wegingen- sportclubs- privé- gemeente- jeugd<strong>be</strong>wegingen- sportclubs- privé- gemeente- jeugd<strong>be</strong>wegingen- sportclubs- privé- gemeente- jeugd<strong>be</strong>wegingen- sportclubs- privé- gemeente- jeugd<strong>be</strong>wegingen- sportclubs- privé- gemeente - gemeente - gemeente - gemeente - gemeenteuitleendienst - gemeente- vzw jotieinformatie en advies- gemeente- pisad- CGGZ- CAW jip jac- kind en gezin- platform kind innood- CLB- CBJZ- <strong>be</strong>middelingscommissie- soc dienst JRB- gemeente- pisad- CGGZ- CAW jip jac- kind en gezin- platform kind innood- CLB- CBJZ- <strong>be</strong>middelingscommissie- soc dienst JRB- gemeente- pisad- CGGZ- CAW jip jac- kind en gezin- platform kind innood- CLB- CBJZ- <strong>be</strong>middelingscommissie- soc dienst JRB- gemeente- vzw jotie- gemeente- pisad- CGGZ- CAW jip jac- kind en gezin- platform kind innood- CLB- CBJZ- <strong>be</strong>middelingscommissie- soc dienst JRB- gemeente- vzw jotie- gemeente- OCMW- pisad- CGGZ- CAW jip jac- kind en gezin- platform kind innood- CLB- CBJZ- <strong>be</strong>middelingscommissie- soc dienst JRBfinanciële hulp OCMW<strong>be</strong>geleiding <strong>be</strong>steding inkomen OCMWdrugspreventie- pisad- CGGZ- CAW jip jac- pisad- CGGZ- CAW jip jac- pisad- CGGZ- CAW jip jac- pisad- CGGZ- CAW jip jac- pisad- CGGZ- CAW jip jacpreventie psychosociale klachten- CGGZ- CAW jip jac- CGGZ- CAW jip jac- CGGZ- CAW jip jac- CGGZ- CAW jip jac- CGGZ- CAW jip jac<strong>be</strong>handeling psychosociale klachten- CGGZ- CAW jip jac- CGGZ- CAW jip jac- CGGZ- CAW jip jac- CGGZ- CAW jip jac- CGGZ- CAW jip jac157


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>algemeen welzijnswerk - CAW jip jac - CAW jip jac - CAW jip jac - CAW jip jac - CAW jip jacpreventieve zorgverlening ikv zwangerschap,geboorte en <strong>be</strong>valling- K&G- CAW- JIP / JAC- K&G- CAW- JIP / JAC- K&G- CAW- JIP / JAC- K&G- CAW- JIP / JAC- K&G- CAW- JIP / JAC<strong>be</strong>geleiding van ouders en opvoeders - K&G - K&Goverleg, advies, ondersteuning igvkinderverwaarloozing, -mishandeling- kind in nood- politie- CBJ- JRB- K&G- kind in nood- politie- CBJ- JRB- K&G- kind in nood- politie- CBJ- JRB- K&G- kind in nood- politie- CBJ- JRB- K&Guitwerking en coördinatie hulpverleningigv verwaarloozing en mishandeling- kind in nood- politie- CBJ- JRB- K&G- kind in nood- politie- CBJ- JRB- K&G- kind in nood- politie- CBJ- JRB- K&G- kind in nood- politie- CBJ- JRB- K&Gleerlingen<strong>be</strong>geleiding - vrij en gemeenschapsCLB- vrij en gemeenschapsCLBhulpverlening in POS - CBJ - CBJ - CBJ - CBJ- vrij en gemeenschaps CLBJeugdbijstand - <strong>be</strong>middcomm - <strong>be</strong>middcomm - <strong>be</strong>middcomm - <strong>be</strong>middcommjeugdzorg - <strong>be</strong>middcomm - <strong>be</strong>middcomm - <strong>be</strong>middcomm - <strong>be</strong>middcommopgelegde hulpverlening bij MOF - JRB - JRB - JRB - JRBopgelegde hulpverlening bij POS - JRB - JRB - JRB - JRB158


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>cggz = de spiegelcaw jip jac = kompasK&G = kind en gezincbj = comite bijzondere jeugdzorgJRB = sociale dienst jeugdrechtbankCLB = centrum voor leerlingen<strong>be</strong>geleidingoo = onthaaloudersDOG = dienst voor opvanggezinnenpisad = provinciaal intergemeentelijk samenwerkingsverband drugspreventieMOF = als misdrijf omschrven feitPOS = problematische opvoedingssituatie159


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>8.2 SWOT-analyse (sterktes/zwaktes/opportuniteiten/<strong>be</strong>dreigingen)Hierna geven we een overzicht van de <strong>be</strong>langrijkste elementen uit de SWOTanalyse.InternPositief:De stad heeft een ruim aanbod aan kinderopvang via eigen dienst of vzw en dit hethele jaar door, tegen <strong>be</strong>taalbare prijzen.Negatief:Kinderopvang Begijnhof is centraal gelegen, maar klein van locatie.De dienst buitenschoolse opvang is onvoldoende <strong>be</strong>mand voor de combinatie<strong>be</strong>geleiding opvangkrachten en facturatie.Er is onduidelijkheid over het feit of het stedelijk aanbod aan kinderopvangvoldoende gekend is.De toekomstige regelgeving van Kind en Gezin rond de vergunningsplicht kan ertoeleiden dat kinderopvang Begijnhof en de buitenschoolse opvang niet verder kunnenblijven <strong>be</strong>staan in hun huidige vorm.De onduidelijkheid over het voor<strong>be</strong>staan van het PWA-systeem vormt een<strong>be</strong>dreiging voor de verder organisatie van de buitenschoolse opvang door de stad.ExternPositief:<strong>Oudenaarde</strong> heeft een centrumfunctie op het vlak van onderwijs en tewerkstelling.<strong>Oudenaarde</strong> heeft een groot aanbod aan sociale hulp- en dienstverlening voorkinderen en volwassenen.Er is weinig kansarmoede in <strong>Oudenaarde</strong>.Negatief:<strong>Oudenaarde</strong> heeft een centrumfunctie op het vlak van onderwijs en tewerkstelling,wat gevolgen heeft voor de vraag naar kinderopvang in <strong>Oudenaarde</strong>.<strong>Oudenaarde</strong> heeft slechts een klein aanbod aan kinderopvang in verhouding tot hetaantal kinderen tussen 0 en 3 en tussen 0 en 12 jaar en de vraag naar kinderopvangstijgt nog in vergelijking met een aantal jaar geleden. Er is nood aan bijkomendeopvangplaatsen.De regelgeving van Kind en Gezin vormt een <strong>be</strong>dreiging voor sommigeopvanginitiatieven en er staan weinig financiële middelen tegenover de opgelegdeeisen.Er is een te klein aanbod aan flexi<strong>be</strong>le en occasionele opvang en opvang voorkinderen met een specifieke zorg<strong>be</strong>hoefte in <strong>Oudenaarde</strong>.Er is geen centraal consultatiepunt kinderopvang voor ouders.Er is te weinig overleg en samenwerking tussen de verschillendekinderopvanginitiatieven.De zelfstandige initiatieven ervaren nood aan vorming.160


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>FACTOREN Intern ExternPositief Sterkten (S) Opportuniteiten (O)- stad heeft verschillende kinderopvanginitiatieven die instaanvoor voorschoolse en buitenschoolse opvang en dit het helejaar door (kinderopvang Begijnhof, dienst babysitting, dienstopvanggezinnen, buitenschoolse kinderopvang,speelpleinwerking)- kinderopvanginitiatieven stad compenseren een deel van denood aan kinderopvang in de streek- goede ligging kinderopvang Begijnhof en speelpleinwerking- kinderopvang Begijnhof en speelpleinwerking: geenvoorafgaandelijke inschrijvingen, geen opgelegde capaciteit,geen opname<strong>be</strong>perking- <strong>be</strong>taalbare ouderbijdragen- opvanginitiatieven zijn fiscaal aftrekbaar- buitenschoolse opvang werd uitgebreid ovv opvanguren tov descholen vroeger, gelijkschakeling uren en tarievennetoverschrijdend- ruim aanbod aan vrijetijdsinitiatieven vanuit de jeugddienst,cultuurdienst, sportdienst en de academies- ondersteuning jeugdwerk vanuit jeugddienst- grote infrastructurele investeringen (jotie, speelotheek,kinderopvang Begijnhof, de Qubus) door de stad- schooltoelage ocmw- centrumfunctie obv onderwijs en tewerkstelling- aanwezigheid van basisscholen in bijna alle deelgemeenten- aanwezigheid van 1 e en 2 e lijnsdiensten ovvjeugdhulpverlening- aanwezigheid van justitiële hulpverleningsdiensten- opstart integrale jeugdhulpverlening als tegemoetkoming aande versnippering- grote groep kinderen en jongeren, die naar de toekomst toezal afnemen- er is weinig kansarmoede in <strong>Oudenaarde</strong>- grote werkgelegenheidsgraad en lage werkloosheidsgraad- er zijn verschillende initiatieven voor ziekenopvang aan huisvia de mutualiteiten en thuiszorgdienstenNegatief Zwakten (W) Bedreigingen (T)- kinderopvang Begijnhof: kleine locatie, vnl invakantieperiodes- ziekenopvang ten huize: moeilijk om oproepen te<strong>be</strong>antwoorden wegens personeels<strong>be</strong>zetting kinderopvang- buitenschoolse opvang: te weinig personeel, zeker miv1/01/07 ikv facturatie- buitenschoolse opvang: geen eigen bureelruimte, geen privacyom scholen en opvangkrachten te ontvangen- de regelgeving van Kind en Gezin rond vergunningsplichtvormt een <strong>be</strong>dreiging voor kinderopvang Begijnhof en debuitenschoolse opvang omwille van de te hoge eisen diegesteld worden, zonder dat daartegenover financiële- centrumfunctie obv onderwijs en tewerkstelling- pendelverkeer vanuit <strong>Oudenaarde</strong> leidt tot nood aan flexi<strong>be</strong>leopvang- grote groep kinderen en jongeren- er zijn slechts 15 opvanginitiatieven in <strong>Oudenaarde</strong>, waarvaner een aantal stoppen in <strong>2008</strong> en 2009- <strong>Oudenaarde</strong> is een wittevlekkengemeente volgens Kind enGezin- de vraag naar kinderopvang stijgt ivm een aantal jaar geleden- er ge<strong>be</strong>urt minder opvang door familieleden- ouders moeten lang op voorhand op zoek naar kinderopvang- vragen voor onmiddellijke opvang kunnen niet altijd161


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>FACTOREN Intern Externtussenkomsten staan- dienst opvanggezinnen: hoge werkdruk sinds invoering <strong>sociaal</strong>statuut onthaalouders- dienst opvanggezinnen: bijna alle onthaalouders zijn volzet,vraag tot onmiddellijke opvang kan niet altijd meer<strong>be</strong>antwoord worden- dienst opvanggezinnen: vnl het aantal gezinnen met laaginkomen neemt toe, meer gezinnen met af<strong>be</strong>talingsproblemen- speelpleinwerking: kleine locatie, soms jonge monitoren metweinig ervaring- is stedelijk aanbod voldoende gekend?- moeilijk om aspecifieke kinderopvang te vinden(onregelmatige uren, kinderen met specifieke zorg<strong>be</strong>hoefte)<strong>be</strong>antwoord worden- de kinderen en jongerenproblematiek is ruimer dan<strong>Oudenaarde</strong> alleen- nood aan bijkomende kinderopvangplaatsen voor kinderen van0 tot 3 jaar, er is slechts 1 plaats voor 3 kinderen- de meeste opvanginitiatieven <strong>be</strong>vinden zich in het centrum,terwijl er daar het minst kinderen en jongeren wonen- toekomstige vergunningsplicht van Kind en Gezin kan een<strong>be</strong>dreiging vormen voor voort<strong>be</strong>staan kinderopvang Begijnhofen buitenschoolse opvang in huidige vorm- onduidelijkheid of er tegenover eisen van Kind en Gezin ikvvergunningsplicht financiële middelen staan- onduidelijkheid over het voor<strong>be</strong>staan van het PWA ikv deorganisatie van de buitenschoolse kinderopvang van de stad- opvangvoorzieningen in omliggende gemeenten zijn volzet,waardoor zij in <strong>Oudenaarde</strong> op zoek gaan naar opvang- de meeste opvanginitiatieven verzorgen opvang tussen 7 en18u- moeilijk om aspecifieke kinderopvang te vinden (flexi<strong>be</strong>l,occasioneel, kinderen met specifieke zorg<strong>be</strong>hoefte)- <strong>be</strong>perkt aanbod zelfstandige kinderopvanginitiatieven- zelfstandige opvangvoorzieningen kiezen eerder voordagopvang ipv buitenschoolse opvang omwille van financieëleredenen- de inkomsten van het organiseren van kinderopvang wegenniet op tegen de kosten- de regelgeving van Kind en Gezin is veeleisend- er is geen centraal meldpunt kinderopvang voor ouders- er is te weinig overleg en samenwerking tussen dekinderopvanginitiatieven- er is te weinig vorming voor kinderopvanginitiatieven- er is te weinig ondersteuning vanuit de overheid tavkinderopvanginitiatieven- geen voorziening voor crisisopvang voor kinderen in<strong>Oudenaarde</strong>- gebrek aan kennis en samenwerking tussenjeugdhulpverleningsinstanties (cfr doelstellingen integrale162


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>FACTOREN Intern Externjeugdhulpverlening)- er is nood aan overleg en aanpak van generatiearmoede,aangezien kan leiden tot criminaliteit, verlast,drugsproblematiek- het kinderdagverblijf van CKG heeft een wachtlijst van meerdan 1 jaar- er is nood aan een centrale wachtlijst kinderopvang zoals inGent en Kortrijk- het recht op studietoelagen is volgens het LOP nog te weiniggekend- CAW – JAW: <strong>be</strong>paalde diensten heb<strong>be</strong>n wachtlijsten van 3maand- problematiek van – 18 jarigen die alleen willen gaan wonenomwille van problemen en conflicten thuis- stijging aantal on<strong>be</strong>taalde schoolfacturen163


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>8.3 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingen enactiesVanuit de analyse van alle voorgaande gegevens willen we een aantaldoelstellingen en acties vooropstellen om tegemoet te komen aan de gesignaleerdeproblemen. Enkel de nieuwe doelstellingen en acties worden hier opgenomen.Strategische doelstelling 1Het stads<strong>be</strong>stuur streeft ernaar de <strong>be</strong>trokkenheid en de inspraak te verhogen vande aanbieders en de gebruikers van kinderopvang bij de <strong>be</strong>leidsvoor<strong>be</strong>reiding, de<strong>be</strong>leidsuitvoering en de evaluatie van het kinderopvang<strong>be</strong>leid van de stad.Operationele doelstelling 1.1Het stads<strong>be</strong>stuur wil de locale aanbieders, de locale gebruikers en Kind en Gezinsamenbrengen om het stads<strong>be</strong>stuur te adviseren met <strong>be</strong>trekking tot het <strong>be</strong>leidinzake kinderopvang.Actie 1.1.1Het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang wordt omgevormd tot een gemeentelijkeadviesraad, die zich tot doel stelt te werken aan en te komen tot eenkwaliteitsvolle, <strong>be</strong>taalbare, toegankelijke en <strong>be</strong>reikbare kinderopvang voor elkkind in de gemeente.• Middelen:-vergaderingen adviesraad;-administratieve, logistieke en financiële ondersteuning door de socialedienst van de stad.• Timing:-okto<strong>be</strong>r 2007: erkenning adviesraad en goedkeuring samenstelling door degemeenteraad;-novem<strong>be</strong>r 2007: operationeel.Operationele doelstelling 1.2Het stads<strong>be</strong>stuur wil de inspraak van gezinnen met kinderen aan hetkinderopvang<strong>be</strong>leid verhogen door het organiseren van een enquête rond de<strong>be</strong>hoeften aan kinderopvang.Actie 1.2.1Er wordt een enquête georganiseerd naar de <strong>be</strong>hoeften aan kinderopvang vanouders met kinderen tussen 0 en 3 jaar.• Middelen:vragenlijst en verwerkingsinstrument ter <strong>be</strong>schikking gesteld door Kind enGezin.• Timing:2009.164


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Actie 1.2.2Er wordt een enquête georganiseerd naar de <strong>be</strong>hoeften aan kinderopvang vanouders met kinderen tussen 4 en 12 jaar.• Middelen:vragenlijst en verwerkingsinstrument ter <strong>be</strong>schikking gesteld door Kind enGezin.• Timing:2010.165


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Strategische doelstelling 2Het stads<strong>be</strong>stuur wil het kinderopvangaanbod in de gemeente <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>kend makenbij haar inwoners en dit tegen 2013.Operationele doelstelling 2.1Het stads<strong>be</strong>stuur informeert de inwoners op een actieve wijze over het globaleaanbod aan kinderopvang in de gemeente.Actie 2.1.1Een centraal meldpunt - consultatiepunt kinderopvang wordt opgestart voorouders in de gemeente.• Middelen:er wordt een informaticapakket aangekocht en <strong>be</strong>heerd door de stad, insamenwerking met de verschillende kinderopvanginitiatieven.• Timing:<strong>2008</strong>.Actie 2.1.2Er wordt een folder opgemaakt met het globale aanbod aan kinderopvang in degemeente en op actieve wijze verspreid onder toekomstige ouders.• Middelen:-een folder wordt opgemaakt in samenwerking met de verschillendekinderopvanginitiatieven;-financiële middelen voor drukwerk en verspreiding• Timing:2009.166


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Strategische doelstelling 3Het stads<strong>be</strong>stuur streeft ernaar het overleg en de samenwerking tussen deaanbieders van kinderopvang te ver<strong>be</strong>teren door het aanbieden van eenoverlegforum.Operationele doelstelling 3.1Het stads<strong>be</strong>stuur wil het overleg en de samenwerking tussen de localekinderopvanginitiatieven stimuleren en <strong>be</strong>vorderen door op regelmatige basisoverleg te organiseren.Actie 3.1.1De algemene vergadering van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang komt minstens 3keer per jaar samen onder impuls van het dagelijks <strong>be</strong>stuur en de sociale dienstvan de stad.• Middelen:-vergaderingen adviesraad;-administratieve, logistieke en financiële ondersteuning door de socialedienst van de stad.• Timing:periode <strong>2008</strong> – 2013.Actie 3.1.2Binnen het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang wordt een deeloverleggroep‘kinderopvanginitiatieven’ opgericht, zodat bijzondere aandacht kan worden<strong>be</strong>steed aan de noden, <strong>be</strong>hoeften en problemen van deze opvanginitiatieven.• Middelen:-vergaderingen adviesraad;-administratieve, logistieke en financiële ondersteuning door de socialedienst van de stad.• Timing:periode <strong>2008</strong> – 2013.167


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Strategische doelstelling 4Het stads<strong>be</strong>stuur streeft naar een aanbod van kwaliteitsvolle, <strong>be</strong>taalbare,toegankelijke en <strong>be</strong>reikbare kinderopvang voor elk kind in de gemeente.Operationele doelstelling 4.1Het stads<strong>be</strong>stuur organiseert, via het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang, een onderzoeknaar de kwaliteit van de werking van de <strong>be</strong>staande opvangvoorzieningen, met hetoog op een <strong>be</strong>tere ondersteuning vanuit het stads<strong>be</strong>stuur en het ver<strong>be</strong>teren van dewerking van de kinderopvanginitiatieven waar mogelijk.Actie 4.1.1In samenwerking met het <strong>lokaal</strong> overleg zal de stad onderzoeken of het mogelijk iseen vormingsaanbod voor opvanginitiatieven te organiseren .• Middelen:vormingsaanbod, financiën.• Timing:2010.Actie 4.1.2In samenwerking met het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang zal het stads<strong>be</strong>stuuronderzoeken hoe de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen kunnen wordengestimuleerd in de <strong>be</strong>staande kinderopvanginitiatieven. Deze zullen wordengeëvalueerd en, indien nodig, zullen voorstellen worden geformuleerd totbijsturing en ver<strong>be</strong>tering.• Middelen:<strong>be</strong>vraging opvanginitiatieven en verwerking.• Timing:2009.Actie 4.1.3Het stads<strong>be</strong>stuur zal, in samenwerking met het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang,onderzoeken hoe de inspraak van ouders en kinderen in de <strong>be</strong>staandekinderopvanginitiatieven wordt georganiseerd, zal deze evalueren en, indiennodig, voorstellen formuleren tot bijsturing en ver<strong>be</strong>tering.• Middelen:<strong>be</strong>vraging opvanginitiatieven en verwerking.• Timing:2011.Operationele doelstelling 4.2Het stads<strong>be</strong>stuur streeft naar een kwaliteitsvolle, <strong>be</strong>taalbare, toegankelijke en<strong>be</strong>reikbare kinderopvang door de organisatie van kinderopvang via KinderopvangBegijnhof.168


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Actie 4.2.1De lokalen van Kinderopvang Begijnhof worden uitgebreid met een 2 e locatie• Middelen:gebouw en inrichting, financiële middelen.• Timing:<strong>2008</strong> – 2009.Actie 4.2.2De lokalen van de huidige kinderopvang worden gerenoveerd en inovereenstemming gebracht met de wettelijke <strong>be</strong>palingen inzakekinderopvanginitiatieven.• Middelen:financieel, personeel.• Timing:2009 – 2010.Actie 4.2.3De ouders worden geïnformeerd over de werking van de kinderopvang via eeninformatiebrochure en een huishoudelijk reglement.• Middelen:budget drukwerk.• Timing:Nieuw vanaf <strong>2008</strong>.• <strong>2008</strong> – 2013Actie 4.2.4Er zal onderzocht worden op welke manier ouders en kinderen inspraak kunnenkrijgen in de werking van de kinderopvang.• Middelen:overleg met de gebruikers.• Timing:2010.Operationele doelstelling 4.3Het stads<strong>be</strong>stuur streeft naar een kwaliteitsvolle, <strong>be</strong>taalbare, toegankelijke en<strong>be</strong>reikbare kinderopvang door de organisatie van kinderopvang via de dienstbuitenschoolse kinderopvang.Actie 4.3.1De ouders worden geïnformeerd over de werking van de buitenschoolse opvang viaeen folder en een huishoudelijk reglement. Ouders heb<strong>be</strong>n de mogelijkheid omklachten te signaleren met de <strong>be</strong>doeling de werking van de dienst, indienmogelijk, te ver<strong>be</strong>teren.169


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>• Middelen:-opmaak en verspreiding folder en huishoudelijk reglement;-klachten<strong>be</strong>handeling.• Timing:Bij het <strong>be</strong>gin van elk schooljaar.Actie 4.3.2Het stads<strong>be</strong>stuur wil kinderen de mogelijkheid bieden hun tijd in debuitenschoolse opvang op een zinvolle en creatieve manier door te brengen door inelke school spelkoffers ter <strong>be</strong>schikking te stellen.• Middelen:financiële middelen voor de aankoop van spelmateriaal.• Timing:Bij het <strong>be</strong>gin van elk schooljaarActie 4.3.3De opvangkrachten worden ondersteund en <strong>be</strong>geleid door de coördinatorbuitenschoolse opvang. Om deze taak ten volle te kunnen opnemen moet eenoplossing worden gezocht voor het vele bijkomende werk veroorzaakt. door defacturatie.• Middelen:informatisering registratie en facturatie of aanwerving bijkomend personeelvoor de facturatie en de <strong>be</strong>geleiding van de opvangkrachten.• Timing:<strong>2008</strong>.Operationele doelstelling 4.4Het stads<strong>be</strong>stuur streeft naar een kwaliteitsvolle, <strong>be</strong>taalbare, toegankelijke en<strong>be</strong>reikbare kinderopvang door de organisatie van kinderopvang via de stedelijkevzw Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong>.Actie 4.4.1De Dienst Opvanggezinnen zorgt voor een bijkomend aanbod aan flexi<strong>be</strong>le enoccasionele opvang, mits erkenning als gemandateerde voorziening en subsidiëringdoor Kind en Gezin.• Middelen:oprichting gemandateerde voorziening, mits erkenning en subsidiëring doorKind en Gezin.• Timing:<strong>2008</strong>.Actie 4.4.2De Dienst Opvanggezinnen organiseert inspraakmomenten voor ouders en kinderen.170


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>• Middelen:-tevredenheidsmeting bij de ouders;-onderzoek naar het wel<strong>be</strong>vinden en de <strong>be</strong>trokkenheid van de kinderen.• Timing:<strong>2008</strong>.Actie 4.4.3De Dienst Opvanggezinnen voert een actief veiligheids<strong>be</strong>leid.• Middelen:nazicht ontleenbaar spelmateriaal, nazicht basismateriaal,veiligheidsnazicht woning onthaalouders, vorming rond burgerlijke enstrafrechterlijke aansprakelijkheid.• Timing:<strong>2008</strong> – 2009.Actie 4.4.4De mogelijkheid wordt onderzocht om, in samenwerking met het stads<strong>be</strong>stuuren/of lokale <strong>be</strong>drijven en/of lokale scholen, lokalen ter <strong>be</strong>schikking te krijgenvoor het installeren van een samenwerkingsverband van onthaalouders.• Middelen:overleg en samenwerking met stads<strong>be</strong>stuur, <strong>be</strong>drijven, scholen.• Timing:<strong>2008</strong> – 2013.171


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Strategische doelstelling 5Het stads<strong>be</strong>stuur streeft ernaar ouders te ondersteunen in hun taak als opvoeder.Operationele doelstelling 5.1Het stads<strong>be</strong>stuur ondersteunt initiatieven die een ontmoetingsruimte creëren waarouders met elkaar kunnen praten en ervaringen kunnen uitwisselen rondopvoedingsgerelateerde vragen en problemen.Actie 5.1.1Het stads<strong>be</strong>stuur verleent via de sociale dienst, de jeugddienst en de bibliotheeklogistieke steun aan het project ‘opvoedingscafé’ dat wordt georganiseerd viaVormingplus.• Middelen:logistieke steun.• Timing:<strong>2008</strong> – 2013.Operationele doelstelling 5.2Het stads<strong>be</strong>stuur streeft naar een kwaliteitsvolle, <strong>be</strong>taalbare, toegankelijke en<strong>be</strong>reikbare kinderopvang door de organisatie van kinderopvang via despeelpleinwerking.Actie 5.2.1Zie Jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.172


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Strategische doelstelling 6Het stads<strong>be</strong>stuur streeft ernaar de <strong>be</strong>staande kinderopvanginitiatieven teondersteunen.Operationele doelstelling 6.1Het stads<strong>be</strong>stuur streeft ernaar de <strong>be</strong>staande kinderopvanginitiatieven teondersteunen op het vlak van vorming.Actie 6.1.1Het stads<strong>be</strong>stuur onderzoekt de mogelijkheid om de <strong>be</strong>staandekinderopvanginitiatieven te ondersteunen op het vlak van vorming door zelf eenvormingaanbod te organiseren of initiatieven om vorming te volgen financieel teondersteunen.• Middelen:onderzoek naar de mogelijkheid tot financiële ondersteuning vanmedewerkers van kinderopvanginitiatieven die vorming volgen of hetaanbod van vorming.• Timing:<strong>2008</strong> – 2013.Operationele doelstelling 6.2Het stads<strong>be</strong>stuur onderzoekt de mogelijkheid om nieuw startendekinderopvanginitiatieven te ondersteunenActie 6.2.1Het stads<strong>be</strong>stuur onderzoekt de mogelijkheid om nieuw startendekinderopvanginitiatieven financieel en/of logistiek te ondersteunen.• Middelen:onderzoek naar de mogelijkheid tot financiële en/of logistiekeondersteuning van nieuw startende kinderopvanginitiatieven in <strong>Oudenaarde</strong>.• Timing:<strong>2008</strong> – 2013.173


Deel 5 – Kinderen en jongeren - Kinderopvang<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>Strategische doelstelling 7Het stads<strong>be</strong>stuur streeft ernaar de toegankelijkheid aan het culturele leven in debrede zin van het woord te verhogen voor kansarme gezinnen met kinderen.Operationele doelstelling 7.1Het stads<strong>be</strong>stuur wil de deelname van kansarmen aan het vrijetijdsaanbod van destad, de locale actoren en de scholen verhogen.Actie 7.1.1Er wordt een kansenpas uitgewerkt en ingevoerd.• Middelen:-personeel;-financieel;-overleg met de culturele, sport- en jeugdverenigingen en de privésector.• Timing:<strong>2008</strong>.174


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingDeel 6 - Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling1 Inleiding1.1 Definitie werkgroep tewerkstelling Lokaal Sociaal BeleidsplanDe werkgroep tewerkstelling binnen het kader van het Lokaal Sociaal Beleidsplanwenst zich te richten op de <strong>be</strong>roepsactieve <strong>be</strong>volking tussen de 18 en 64 jaar.Uitzondering hierop is het <strong>be</strong>staande brugproject binnen het OCMW waarbij aanleerlingen van het deeltijds onderwijs (15- tot 18-jarigen) de kans wordt gebodenervaringen op te doen op het vlak van ar<strong>be</strong>idsattitude.Gezien de tewerkstelling wordt <strong>be</strong>naderd binnen een <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> wordthoofdzakelijk het sociale aspect omtrent tewerkstelling <strong>be</strong>licht en <strong>be</strong>steden wespecifieke aandacht aan tewerkstellingsmogelijkheden voor de kansengroepen.Onder kansengroepen wordt verstaan:- laaggeschoolden- -25 jarigen (jeugdwerkloosheid)- personen met een handicap- langdurige werklozen (langer dan 1 jaar werkloos)- oudere werklozen ( + 50 jarigen).Er wordt geïnventariseerd welke projecten reeds <strong>be</strong>staan omtrent socialetewerkstelling en initiatieven m.b.t. de sociale economie, welkesamenwerkingsverbanden aanwezig zijn en/of welke initiatieven eventueel kunnenworden opgestart.Gezien werkgelegenheid en de <strong>be</strong>ïnvloedende factoren ervangemeentegrensoverschrijdend zijn, moeten we dit pakket ook regionaal <strong>be</strong>naderen.1.2 Methodiek WerkgroepDe werkgroep tewerkstelling kwam twee maal samen in voor<strong>be</strong>reidendevergadering met als doelstelling de lokale actoren te horen en hun inbreng te<strong>be</strong>spreken omtrent noden op <strong>lokaal</strong> gebied <strong>be</strong>treffende tewerkstelling.De werkgroep kwam samen op 22/6/2006 en 19/9/2006 in de gebouwen van hetOCMW.Door een <strong>be</strong>perkte werkgroep <strong>be</strong>staande uit personeelsleden van de socialediensten van het OCMW en de Stad werd nadien, aan de hand van de aangebrachtepunten, een SWOT-analyse gemaakt en werden de <strong>be</strong>staande dienstengeïnventariseerd in een dienstenmatrix (zie bijlage).Deze werkmiddelen werden dan geïntegreerd in een ‘sneuveltekst’.Nadien werd de werkgroep tewerkstelling met de lokale actoren opnieuw samengeroepen op 05/10/2007 voor <strong>be</strong>spreking van de voorgelegde sneuveltekst alsvoor<strong>be</strong>reiding op de definitieve tekst voor het Lokaal Sociaal Beleid.175


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingVolgende actoren waren minstens een maal aanwezig:- Kringwinkel Vlaamse Ardennen Isa<strong>be</strong>lle De Smet- ACLVB Guy De Vos- VDAB Marc Lucas- UNIZO Rudy Van Hecke- ATB Jyoti Hullebus- AAROVA Mieke Tanghe- ACV Jens Van Heuverswijn- Bedrijvencentrum Vlaamse Ardennen Christian Beernaert- Regionaal Welzijnsoverleg Pieter Van Houcke- Kopa Werkwillig Geert Van Wayen<strong>be</strong>rge- De Ent Ro<strong>be</strong>rt Piccart / Elise Van Opstal- Serr Resoc Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> Fons Wauters- Grijkoort Marc Ver<strong>be</strong>eck- OCMW <strong>Oudenaarde</strong> Guido Spanhove / Geert Derlyn1.3 ParticipatieSamenlevingsopbouw Oost-<strong>Vlaanderen</strong> heeft via het project ‘Grondrechtenboom’gepro<strong>be</strong>erd groepen met minder <strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langen te laten participeren aan het<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid. En zodoende <strong>be</strong>oogde men om de lokale <strong>be</strong>sturen op korteen lange termijn een instrument aan te reiken om rekening te houden met degroepen met minder <strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langen.Bepaalde mensen ervaren achterstelling op meerdere <strong>be</strong>leidsdomeinen. Hun stemwordt onvoldoende gehoord, hun <strong>be</strong>langen te weinig verdedigd. Daarom wordtgesproken over groepen met minder <strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langen. Enkele voor<strong>be</strong>eldenzijn: <strong>be</strong>woners van aandachtsbuurten, asielzoekers, sociale huurders, kwetsbarejongeren, zieken, kansengroepen op de ar<strong>be</strong>idsmarkt, ....Zo werd in verschillende Oost-Vlaamse regio’s, waaronder de regio VlaamseArdennen, met medewerking van OCMW <strong>Oudenaarde</strong>, een <strong>be</strong>vraging georganiseerdbij personen uit deze groepen. Deze <strong>be</strong>vraging <strong>be</strong>handelde verschillende socialegrondrechten, waaronder het recht op ar<strong>be</strong>id.Betreffende het grondrecht ar<strong>be</strong>id werden volgende negatieve ervaringen uit de<strong>be</strong>vragingen genoteerd:- Toegankelijkheid:er is te weinig werk en het diploma is daarbij te <strong>be</strong>langrijk. Men moet hetrecht heb<strong>be</strong>n om werk te kiezen. Interimar<strong>be</strong>id leidt tot te veel administratie,werk vinden is moeilijker voor ouderen, er is nood aan een minimum aantalwerkplaatsen voor invaliden, er zijn te veel <strong>be</strong>perkingen om te mogen werken,bij interimwerk is er geen uitzicht op een contract on<strong>be</strong>paalde duur, eenrij<strong>be</strong>wijs als werkvereiste is te duur, het verschil tussen loon enwerkloosheidsuitkeringen is te klein, PWA mag pas na twee jaar werkloosheid,PWA-werkuren zijn te <strong>be</strong>perkt.- Dienstverlening:meer werkmogelijkheden op maat bieden, VDAB moet meer werken op maat176


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingvan het individu, de vacaturewebsite moet steeds aangepast zijn, te hogewerkdruk, onvriendelijkheid, meer voorrang aan gehandicapten, meer werkenaan een mix.- Gelijke kansen:asielzoekers willen ook werken, allochtonen worden gediscrimineerd en krijgenvuil werk. Mogen mensen met een strafblad ook werk krijgen ?- Financiële aspecten:het leven is te duur.- Beeldvorming:schaamte bij invaliden die niet mogen werken.De positieve ervaringen omtrent ar<strong>be</strong>id heb<strong>be</strong>n te maken met de dienstverlening:de VDAB levert goed werk, het <strong>be</strong>staan van art. 60§7 <strong>be</strong>treffende tewerkstelling isgoed. Tevens is er vaak een goede werksfeer. Er wordt ook gesteld dat het <strong>be</strong>teris om werk te heb<strong>be</strong>n dan niets te doen. Vrijwilligerswerk is goed, maar moetmeer worden <strong>be</strong>loond.De vermelde positieve en negatieve ervaringen werden overgenomen uit degrondrechtenboom. De resultaten hiervan dienen met de nodige omzichtigheid teworden <strong>be</strong>keken omdat het soms gaat om individuele uitspraken van personentijdens de <strong>be</strong>vragingen.177


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling2 OmgevingsanalyseWanneer we spreken over armoede en de middelen om daar uit te ontsnappen istewerkstelling veelal de sleutel om de vicieuze cirkel te doorbreken.De tendens om de hulpverlening <strong>be</strong>treffende langdurige werkloosheid vanleefloongenieters te verschuiven van financiële ondersteuning naar activering entewerkstelling, wordt versterkt door een opgelegde federale opdracht (wet opmaatschappelijke integratie) en door de verschillende tewerkstellingsmaatregelendie werden ontwikkeld.Zo ook wordt in de wet op maatschappelijke integratie sterk de nadruk gelegd ophet herintegreren in de maatschappij van mensen in <strong>sociaal</strong> moeilijke situaties endit via de hefboom van de tewerkstelling.Zonder dit als enig redmiddel of oplossing naar voor te willen schuiven, blijkt tochdat tewerkstelling een <strong>be</strong>langrijk hulpmiddel is om in <strong>be</strong>tere socialeomstandigheden te kunnen leven.De tewerkstellingsgraad binnen een <strong>be</strong>paalde regio kan dan ook richtinggevend zijnvoor het <strong>be</strong>eld dat men zich kan vormen over de armoedegraad binnen deze regio.Als we deze cijfers voor <strong>Oudenaarde</strong> analyseren, komen we tot volgendevaststellingen.2.1 WerkloosheidsgradenWERKLOOSHEIDSGRADENArrondissement <strong>Oudenaarde</strong> GEMIDDELD 2006Jaarverschil in procentpuntencol blanco Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen TotaalVLA <strong>Vlaanderen</strong> 6,47% 9,35% 7,75% -0,53 -1,10 -0,77PRO Prov. Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 6,51% 8,85% 7,56% -0,55 -1,05 -0,76ARR Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 5,58% 8,17% 6,74% -0,50 -0,97 -0,70... - - - - - -GEM Brakel 4,50% 6,90% 5,57% -0,29 -0,81 -0,53GEM Hore<strong>be</strong>ke 3,32% 3,87% 3,57% +0,34 -2,04 -0,74GEM Kluis<strong>be</strong>rgen 4,70% 7,13% 5,78% -0,46 -0,72 -0,56GEM Kruishoutem 2,58% 5,53% 3,87% -0,72 -1,36 -0,99GEM Lierde 3,98% 5,90% 4,83% -0,33 -0,87 -0,56GEM Maarkedal 4,38% 7,18% 5,67% -0,01 -0,85 -0,36GMS <strong>Oudenaarde</strong> 4,78% 7,00% 5,79% -0,73 -0,25 -0,51GEM Ronse 11,77% 15,26% 13,32% -0,59 -1,75 -1,11GEM Wortegem-Petegem 2,80% 5,27% 3,90% -0,37 -1,04 -0,64GEM Zingem 3,22% 5,77% 4,38% -0,78 -1,21 -0,95GEM Zwalm 3,46% 6,31% 4,75% -0,41 -0,97 -0,65178


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingRegionale Werkloosheidsgraden per GemeenteDe werkloosheidsgraad die hier wordt <strong>be</strong>keken, staat voor het aantal NWWZ (nietwerkendewerkzoekenden) ten opzichte van de volledige <strong>be</strong>roeps<strong>be</strong>volking.Tot de NWWZ <strong>be</strong>horen alle werkzoekenden die als dusdanig bij de VDAB zijningeschreven.De <strong>be</strong>roeps<strong>be</strong>volking wordt gevormd door het totaal aantal werkzoekenden enwerkende inwoners.Wanneer we de werkloosheidsgraad voor <strong>Oudenaarde</strong> analyseren, kunnen wevaststellen dat de cijfers voor het arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> (6,74 %) lager liggendan het Oost-Vlaams (7,56%) en het Vlaams gemiddelde (7,75 %).Het cijfer voor <strong>Oudenaarde</strong> zelf (5,79 %) ligt binnen het arrondissement nog lagergezien de invloed van de werkloosheidsgraad in Ronse op de arrondissementelecijfers.Wel blijkt dat de daling van de werkloosheidsgraad van 2006 ten opzichte van 2005voor <strong>Oudenaarde</strong> (- 0,51 %) het kleinst is binnen het arrondissement en ookminder is dan het Vlaams gemiddelde met – 0,77 %.179


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling2.2 Activiteits- en werkgelegenheidsgraadActiviteits- en werkgelegenheidsgraad per 01/01/2004De activiteitsgraad is het aandeel van de <strong>be</strong>roeps<strong>be</strong>volking ten opzichte van de<strong>be</strong>volking op <strong>be</strong>roepsactieve leeftijd. M.a.w.: de procentuele verhouding tussenhet aantal <strong>be</strong>roepsactieven (werkenden en werkzoekenden) en het aantal inwonerstussen 20 en 64 jaar.De werkgelegenheidsgraad geeft de verhouding weer tussen het aantal jobs en hetaantal inwoners op <strong>be</strong>roepsactieve leeftijd. Dit is dus het aantal <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>schikbarear<strong>be</strong>idsplaatsen gedeeld door het aantal inwoners tussen 20 en 64 jaarPlaats Activiteitsgraad Werkgelegenheidsgraad<strong>Oudenaarde</strong> 79,2 98,2Aalst 77,7 69,2Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 78,4 61,9Arr. Aalst 77,8 48,5Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 77,2 62,8<strong>Vlaanderen</strong> 73,0 100,0Hieruit blijkt duidelijk dat <strong>Oudenaarde</strong> een hoge werkgelegenheidsgraad heeft endat er dus veel tewerkstellingsplaatsen voorhanden zijn.Dit vertaalt zich eveneens in een hoge activiteitsgraad (6% boven het Vlaamsniveau).Ook de sociale economieprojecten binnen het arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> zijnsterk uitgebouwd en bieden opportuniteiten rond tewerkstelling van dekansengroepen.180


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling2.3 Algemene kenmerken Niet-werkende WerkzoekendenKenmerken Niet-Werkende Werkzoekenden (NWWZ) - <strong>Oudenaarde</strong>2006 % 2005 verschil 2004 verschilNWWZ 792 100% 858 -7,6% 737 +7,4%Categorie WZUA 617 77,8% 582 +5,9% 505 +22,1%Schoolverlaters 77 9,6% 108 -29,2% 93 -17,5%Vrij ingeschreven 45 5,7% 97 -53,2% 79 -42,7%Andere 53 6,7% 70 -24,1% 60 -11,1%Geslacht Mannen 362 45,6% 419 -13,6% 352 +2,7%Vrouwen 431 54,3% 439 -1,9% 385 +11,7%Leeftijd < 25 jaar 219 27,6% 284 -23,0% 248 -11,9%25 tot 40 jaar 228 28,7% 256 -10,9% 242 -5,8%>= 40 jaar 345 43,6% 318 +8,7% 247 +39,8%Studieniveau Laaggeschoold 399 50,4% 421 -5,1% 353 +13,1%Middengeschoold 276 34,7% 305 -9,5% 263 +5,0%Hooggeschoold 117 14,7% 132 -11,4% 122 -3,6%Werkloosheidsduur < 1 jaar 442 55,8% 535 -17,3% 492 -10,1%1 tot 2 jaar 168 21,2% 165 +2,0% 123 +36,5%>= 2 jaar 182 22,9% 158 +15,3% 122 +48,5%Nationaliteit Niet-EU 34 4,2% 34 +0,7% 26 +32,4%Etniciteit Etnisch niet-EU 55 6,9% 53 +2,8% 42 +29,1%Beroep Ar<strong>be</strong>iders 450 56,8% 480 -6,2% 393 +14,5%Bedienden 342 43,1% 378 -9,5% 344 -0,6%Ar<strong>be</strong>idsgehandicapten 120 15,0% 105 +13,9% 88 +35,6%In absolute cijfers <strong>be</strong>draagt het aantal niet-werkende werkzoekenden voor het jaar2006 792 personen.Deze groep <strong>be</strong>staat uit 362 mannen en 431 vrouwen.27,6 % van de NWWZ <strong>be</strong>hoort tot de min 25-jarigen.50,4 % is laaggeschoold en 22,9% is 2 jaar of langer werkloos.Het aantal etnisch niet-Europeanen <strong>be</strong>draagt voor 2006 in absolute cijfers 55personen of 6,9 %. Dit is op zich geen groot aantal, maar het aantal stijgt weltijdens 3 opeenvolgende jaren.Er is ook een sterke toename van het aantal vrouwen in dewerkzoekendenpopulatie omdat de PWA-vrijstellingen werden afgebouwd.181


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling2.4 Kansengroepenkansengroepen% verschil met vorig jaarWanneer we de evolutie van de NWWZ <strong>be</strong>kijken en de cijfers voor 2006 vergelijkenmet deze van 2005 zien we dat er een daling is van de werkloosheid met 7,6%.Bij de jongeren blijkt dit een daling van – 23 % en zien we vooral een sterke stijgingvan werkloosheid bij 50-plussers.Ook het aantal langdurig werklozen stijgt.Het aantal laaggeschoolden daalt met 5,1% ten opzichte van vorig jaar, maar dezedaling is lager bij deze groep dan bij de middengeschoolden (- 9,5%) enhooggeschoolden ( - 11,4 %). Het aantal laaggeschoolden vertegenwoordigd 50,4 %van het aantal NWWZ.Het aantal langdurig werklozen stijgt met 8,5 % ten opzichte van 2005 en met +/-42 % ten opzichte van 2004.Bij de etnisch niet-EU werklozen valt er ook een lichte stijging waar te nemen,maar is er in absolute cijfers (55 pers.) nog geen problematische kansengroepbinnen onze stad.Wel zien we ook een sterke stijging van het aantal ar<strong>be</strong>idsgehandicapten met 13,9% ten opzichte van 2005 en met 35,6 % ten opzichte van 2004.Hierna wordt de werkloosheid bij de verschillende kansengroepen meer in detail<strong>be</strong>keken.182


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling2.5 JongerenJONGE WERKZOEKENDEN (= 2 jaar 18 7 25 17 8 25 +5,8% -5,5% +2,3%Gemeente <strong>Oudenaarde</strong> - Jongeren%verschil met vorig jaar183


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingBij de jongeren zien we een algemene daling van de werkloosheidscijfers en ookeen sterkere daling van het aantal jongeren ten opzichte van de algemene cijfersvoor <strong>Oudenaarde</strong>.Toch blijft deze groep nog 27,6 % van het aantal NWWZ uitmaken ten opzichte vande volledige groep werklozen.Ook zien we dat er vooral een probleem is bij de laaggeschoolden die in absolutecijfers de grootste categorie uitmaken, maar waarvan het aantal percentsgewijsminder snel daalt dan in andere categorieën.Wanneer we deze cijfers gaan toetsen aan het aantal jongere leefloongenieters bijhet OCMW <strong>Oudenaarde</strong> kunnen we ook sinds 2004 een daling van het aantal – 25-jarigen vaststellen.1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006< 25 jaar 36 29 35 38 35 51 39 37% 23,4 % 20 % 24,6 % 27,3 % 26,1 % 35,6 % 30,2 % 28,2 %totaal 154 145 142 139 134 143 129 131De kleinere groep jongeren blijken dan wel jongeren te zijn met multi-problemsituaties zoals jongeren uit instellingen, ongeschoolde jongeren of jongeren metbv. een drugsproblematiek.Hierbij kan ook algemeen worden gesteld dat een daling van werkloosheidscijfersen een daling van leefloongenieters uiteindelijk resulteren in een restgroep die nogmoeilijker <strong>be</strong>middelbaar is en bijkomende aandacht en middelen vereist om tekunnen worden <strong>be</strong>geleid naar een activering en/of tewerkstelling.184


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling2.6 OuderenMannenOUDERE WERKZOEKENDEN (>50 JAAR)Gemeente <strong>Oudenaarde</strong> GEMIDDELD 20062006Vrouwen Totaal Mannen2005Vrouwen Totaal MannenVerschilVrouwen TotaalOuderen 63 86 149 50 74 124 +26,9% +16,2% +20,5%63 86 149 50 74 124 - - -Studies - - - - - - - - -Laaggeschoold 40 58 98 32 51 83 +26,9% +14,0% +18,9%Middengeschoold 14 22 35 13 17 30 +3,1% +27,5% +16,8%Hooggeschoold 9 6 16 5 6 11 +91,5% +2,7% +42,7%Werkloosheidsduur - - - - - - - - -< 1 jaar 21 25 46 22 36 58 -4,8% -31,0% -21,0%1 tot 2 jaar 17 28 45 16 18 33 +8,4% +60,1% +35,6%>= 2 jaar 25 33 58 12 21 32 +111,2% +61,3% +79,6%Gemeente <strong>Oudenaarde</strong> - Ouderen%verschil met vorig jaar185


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingBij de oudere NWWZ valt een sterke stijging op, zeker in vergelijking met dealgemene dalende trend van de werkloosheidscijfers.Van de oudere werkzoekenden vinden we ook hier de grootste groep bij decategorie van de laaggeschoolden.De sterke procentuele stijging bij hooggeschoolden moet worden gerelativeerd: inabsolute cijfers gaat het om een stijging van 11 naar 16 NWWZ.Dit geldt ook voor de grote stijging in de staafta<strong>be</strong>l van de etnisch niet-EU burgers:die is volledig verwaarloosbaar omdat het in absolute cijfers een stijging van 1 naar2 NWWZ <strong>be</strong>treft.Wanneer we kijken naar de werkloosheidsduur van de oudere werknemers zien weenkel een stijging bij de werkzoekenden die reeds langer dan 1 jaar werkloos zijn.Ook op Vlaams niveau is er een toename van het aantal oudere werklozen waar tenemen, maar de stijgingspercentages (+ 14,9 %) zijn lager dan deze voor<strong>Oudenaarde</strong>.Bij deze cijfers moet ook wel volgende kanttekening worden gemaakt. Sinds juli2002 moeten werklozen die nog geen 58 jaar zijn in principe ingeschreven blijvenals werkzoekende. Voor juli 2002 kozen de werkzoekenden ouder dan 50 jaarmassaal voor het statuut van oudere niet-werkende werkloze en verschenen ze dusniet in de NWWZ-cijfers. Overgangsmaatregelen <strong>be</strong>palen dat de werkzoekendendie een vrijstelling genoten deze verder kunnen <strong>be</strong>houden. Wanneer dezewerkzoekenden de pensioenleeftijd <strong>be</strong>reiken, is er geen cijfermatig effect op hetNWWZ-cijfer, gewoon omdat ze er niet in opgenomen waren. De werkzoekendendie recent vijftig jaar werden, verschijnen wel integraal in het NWWZ-cijfer. Persaldo zorgt dat dub<strong>be</strong>l mechanisme voor een verdere toename van het aantalgetelde oudere werkzoekenden.186


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling2.7 Langdurig werkzoekendenLANGDURIG WERKZOEKENDEN (>=1 JAAR)Gemeente <strong>Oudenaarde</strong> GEMIDDELD 2006Mannen2006Vrouwen Totaal Mannen2005Vrouwen Totaal MannenVerschilVrouwen TotaalLangdurig WZ 158 192 350 159 163 323 -0,4% +17,2% +8,5%158 192 350 159 163 323 - - -Leeftijd - - - - - - - - -< 25 jaar 39 19 58 49 21 69 -20,4% -7,6% -16,6%25 tot 40 jaar 35 41 76 39 55 94 -9,8% -25,8% -19,2%>= 40 jaar 85 132 216 72 88 159 +18,1% +50,1% +35,7%Studies - - - - - - - - -Laaggeschoold 112 122 234 103 101 205 +8,2% +20,4% +14,3%Middengeschoold 33 53 86 42 47 89 -22,2% +12,8% -3,8%Hooggeschoold 14 17 31 13 16 29 +1,2% +9,1% +5,4%187


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingGemeente <strong>Oudenaarde</strong> - Langdurig werkzoekend%verschil met vorig jaarDe langdurige werklozen (> 1 jaar werkloosheid) zitten voor het overgrote deel bijde categorie van de 40-plussers.Alleen deze categorie groeit, terwijl de jongere categorieën een daling tonen.Hetzelfde geldt voor het studieniveau waarbij de overgrote groep tot delaaggeschoolden <strong>be</strong>hoort en deze groep ook nog verder stijgt t.o.v. het voorgaandejaar en de grootste stijging heeft ten opzichte van de midden- en hooggeschoolden.188


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling2.8 Laaggeschoolde werkzoekendenLAAGGESCHOOLDE WERKZOEKENDENGemeente <strong>Oudenaarde</strong> GEMIDDELD 2006Mannen2006Vrouwen Totaal Mannen2005Vrouwen Totaal MannenVerschilVrouwen TotaalLaaggeschoolden 200 199 399 217 204 421 -7,6% -2,4% -5,0%200 199 399 217 204 421 - - -Leeftijd - - - - - - - - -< 25 jaar 67 29 95 82 34 115 -18,2% -15,3% -17,3%25 tot 40 jaar 44 47 91 48 57 106 -8,2% -18,4% -13,8%>= 40 jaar 89 124 213 87 113 200 +2,6% +9,5% +6,5%Werkloosheidsduur - - - - - - - - -< 1 jaar 89 77 166 114 103 216 -22,0% -25,0% -23,4%1 tot 2 jaar 50 57 107 55 46 101 -8,0% +24,0% +6,5%>= 2 jaar 62 65 127 49 56 104 +26,5% +17,5% +21,7%De laaggeschoolde werkzoekenden <strong>be</strong>vinden zich ook duidelijk in de categorie vanoudere werknemers. Dit valt mede te verklaren door het feit dat deze generatieminder studiekansen had dan de jongeren die nu toetreden tot de ar<strong>be</strong>idsmarkt.Bovendien werd de schoolplicht opgetrokken tot de leeftijd van 18 jaar.Laaggeschooldheid blijft een discriminerende factor op de ar<strong>be</strong>idsmarkt.189


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling2.9 Ar<strong>be</strong>idsgehandicaptenNWWZ naar ARBEIDSGEHANDICAPTENGemeente <strong>Oudenaarde</strong> GEMIDDELD 2006Mannen2006Vrouwen Totaal Mannen2005Vrouwen Totaal MannenVerschilVrouwen TotaalAr<strong>be</strong>idsgehandicapten 38 82 120 34 71 105 +10,0% +15,7% +13,8%38 82 120 34 71 105 - - -Leeftijd - - - - - - - - -< 25 jaar 9 5 14 8 4 12 +23,0% +14,0% +19,8%25 tot 40 jaar 5 19 24 5 20 25 +14,2% -5,3% -1,6%>= 40 jaar 23 58 81 22 47 69 +4,5% +25,0% +18,4%Studies - - - - - - - - -Laaggeschoold 33 65 98 30 56 86 +10,9% +16,8% +14,8%Middengeschoold 4 14 18 4 12 17 - +14,7% +11,1%Hooggeschoold 1 3 3 0 3 3 +40,0% -3,2% +2,7%Werkloosheidsduur - - - - - - - - -< 1 jaar 11 19 31 12 26 39 -5,5% -27,1% -20,3%1 tot 2 jaar 8 25 33 5 16 21 +52,3% +59,6% +57,7%>= 2 jaar 18 38 56 17 29 46 +7,5% +31,3% +22,6%De problematiek van de werkloosheid van personen met een handicap groeit. Ookblijken deze mensen zeer sterk vertegenwoordigd in de categorie vanlaaggeschoolden.190


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling2.10 ConclusiesVoor <strong>Oudenaarde</strong> kunnen we <strong>be</strong>sluiten dat onze gemeente en regio vrij goed scorenop het vlak van tewerkstelling en werkloosheid.De werkloosheidsgraad voor <strong>Oudenaarde</strong> is lager dan het Vlaams gemiddelde en<strong>be</strong>draagt in absolute cijfers 792 werklozen voor 2006, wat neerkomt op 5,79 % vande volledige <strong>be</strong>roeps<strong>be</strong>volking.Gezien de hoge werkgelegenheidsgraad is er een groot aanbod aantewerkstellingsplaatsen.Wanneer we analyseren wie deze werklozen zijn, kunnen we een aantal aspecten<strong>be</strong>lichten.Vooreerst is er een daling van het aantal jonge werklozen. Tochvertegenwoordigen zij goed 27,6 % van het aantal werklozen. Zij blijven dus zekereen te volgen doelgroep, ook al is er ten opzichte van voorgaande jaren een dalingwaar te nemen.Een tweede kansengroep is de stijgende groep van de oudere werklozen. Dezegroep vertegenwoordigt een aanzienlijk deel van de werklozen, wat voor een deelte wijten is aan een aangepaste registratie. Bovendien is het voor iemand op latereleeftijd niet zo evident om opnieuw aan de slag te gaan.Daarnaast komt laaggeschooldheid ook duidelijk naar voor als een grote<strong>be</strong>lemmering om werk te vinden op de reguliere ar<strong>be</strong>idsmarkt. Maar liefst 50 % vande werklozen <strong>be</strong>staat uit laaggeschoolde personen.Ook het aantal ar<strong>be</strong>idsgehandicapten ligt procentueel vrij hoog in onze regio en invergelijking met <strong>Vlaanderen</strong> zelfs boven het Vlaams percentage: <strong>Vlaanderen</strong> 14,3 %- regio 16,8 %.Bovendien heb<strong>be</strong>n we door de relatief lage werkloosheid in onze stad te makenmet een ‘restgroep’ van werklozen die dan ook moeilijker <strong>be</strong>middelbaar zijn. Doorde goede economische conjunctuur raakt wie voldoende kan meedraaien binnen dereguliere ar<strong>be</strong>idsmarkt vrij vlot aan een job. Ook personen die anders moeilijkertewerkstelling vinden.Dit <strong>be</strong>tekent dat wie op dit moment nog geen tewerkstelling heeft, meestalbijkomende ondersteuning nodig heeft om te kunnen doorstromen.Om deze personen te activeren zullen veelal tewerkstellingsmaatregelen nodigzijn, ondersteuning door <strong>be</strong>geleidende diensten, herscholingen, voortrajectenen/of sociale economie-initiatieven, ....Op de algemene economische situatie heb<strong>be</strong>n we met een Lokaal SociaalBeleidsplan uiteraard geen impact. Ook algemene tewerkstellingsmaatregelen zijnmaterie voor hogere overheden. Wanneer we echter zien dat voornamelijk eenrestgroep van moeilijk <strong>be</strong>middelbare personen in de werkloosheid blijft steken,denken we dat we als lokale overheid een taak kunnen opnemen door lokalesociale economie-initiatieven te ondersteunen en voor deze doelgroep opleiding en191


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingvormingsmogelijkheden te voorzien. Ook samenwerking tussen verschillendeomliggende, kleinere gemeenten kan een positieve uitwisseling teweegbrengen.Als centrumgemeente kan <strong>Oudenaarde</strong> hierin een regierol opnemen.192


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling3 Voorstelling diensten3.1 Diensten Stad en OCMW3.1.1 Dienst Weer-WerkBegin 2004 werd in de sociale dienst van het OCMW gestart met de dienstar<strong>be</strong>idstraject<strong>be</strong>geleiding.Het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> gaat bij de uitvoering van de maatschappelijkedienstverlening uit van de visie dat cliënten die een <strong>be</strong>roep doen op onze diensten,recht heb<strong>be</strong>n op werk en maximaal moeten kunnen doorstromen naar een passendeopleiding en/of tewerkstelling.Deze dienstverlening, Weer-Werk genaamd, heeft als doelstelling om personen te<strong>be</strong>geleiden naar een <strong>be</strong>tere inschakeling in de maatschappij door hun kansen op dear<strong>be</strong>idsmarkt te verhogen.De doelgroep <strong>be</strong>treft én de werkzoekende die een leefloon/financiële steunontvangt van het OCMW, én personen in budget<strong>be</strong>heer, én migranten die financiëlesteun ontvangen van het OCMW.Om de kansen op (her-)inschakeling in de ar<strong>be</strong>idsmarkt te verhogen wordt samenmet de cliënt een traject doorlopen om zo te groeien naar werk. Volgende stappenkunnen in dit traject, op maat, worden opgenomen.- IntakeVanuit de persoon en zijn onmiddellijke omgeving wordt gewerkt aan deverheldering van reële perspectieven op het vlak van werk. Het verhaal van dewerkzoekende is hierbij het vertrekpunt.- VoortrajectBeschikt de persoon over te weinig werkervaring of onvoldoende ar<strong>be</strong>idsattitudedan wordt gezocht naar een passende opleiding.- TewerkstellingsmogelijkhedenVerschillende tewerkstellingen in de diensten van het OCMW, bij VZW’swaarmee het OCMW een overeenkomst heeft en privé-ondernemingen.- Begeleiding naar de ar<strong>be</strong>idsmarktOpzoeken en selecteren van vacatures. Hulp bij het schrijven vansollicitatiebrieven en cv’s. Bekijken van randvoorwaarden zoals kinderopvang,vervoer, ….- Begeleiding op de werkvloerTijdens de tewerkstelling kunnen we de cliënt verder <strong>be</strong>geleiden enondersteunen, in samenspraak met de werkgever / tewerkstellingsplaats.193


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingOm deze trajecten te kunnen realiseren zijn samenwerkingsakkoorden opgemaaktmet erkende sociale economie-initiatieven, nl.- Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen- Kringwinkel Vlaamse Ardennen- Vzw Grijkoort- Groep Intro.Hierdoor kunnen individuele en collectieve opleidingen worden georganiseerd enzijn er ar<strong>be</strong>idsplaatsen voor sociale tewerkstellingen (art. 60§7) gecreëerd viater<strong>be</strong>schikkingstelling.Verder is er samenwerking met VDAB, ATB en PWA via de Werkwinkel <strong>Oudenaarde</strong>waarbij vanuit het OCMW wekelijks op dinsdagnamiddag zitdag wordt gehouden inde Werkwinkel.De dienst Weer-Werk staat ook in voor de opvolging van het Brugproject binnen hetOCMW. Hierbij wordt binnen de diensten van het OCMW aan jongeren uit hetdeeltijds onderwijs de kans geboden om eerste werkervaringen op te doen.3.1.2 Net-WerkIn het OCMW werd vanaf 21/11/2005 een dienstenchequeonderneming opgericht.De nieuwe dienstenonderneming werd door de overheid erkend onder het nummer01579 voor de activiteiten huishoudelijke hulp (poetshulp), klein naaiwerk,maaltijden <strong>be</strong>reiden, wassen, strijken en boodschappen doen.Met het systeem van dienstencheques kan het OCMW zijn dienstverlening op hetvlak van thuishulp van huishoudelijke aard uitbreiden en tegemoetkomen aan<strong>be</strong>staande <strong>be</strong>hoeften bij de <strong>be</strong>volking.Tevens wordt hierbij een bijkomende mogelijkheid gecreëerd om langdurigewerklozen en leefloongenieters tewerk te stellen.In de onderneming werden in 2006 4 werkneemsters tewerkgesteld als poetsvrouwvoor 24 gebruikers.De dienstenchequeonderneming heeft vanaf 03/01/2005 een SINE-erkenning omoudere en langdurige werklozen tewerk te stellen. Zodoende wordt getracht viaeen eigen dienstenchequeonderneming OCMW-cliënteel vlotter aan eentewerkstelling te helpen.3.1.3 PWASinds 1996 biedt het PWA met succes huishoudelijke hulp aan voor privé-gebruikersin <strong>Oudenaarde</strong>. Vanaf okto<strong>be</strong>r 2004 werd de dienstverlening nog verder uitgebreidin het kader van de dienstencheques.Volgens de cijfers van 31/12/2006 had PWA <strong>Oudenaarde</strong>, 158 ingeschrevengebruikers waarvan 134 privépersonen en 24 rechtspersonen.In totaal werden reeds 737 gebruikers ingeschreven bij het PWA.137 werklozen werden voor 2006 tewerkgesteld binnen het PWA.194


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling3.2 Diensten Lokale Actoren3.2.1 VDAB/ Lokale WerkwinkelVandaag heb<strong>be</strong>n in <strong>Vlaanderen</strong> een 140-tal werkwinkels hun deuren geopend. Demeeste werkwinkels heb<strong>be</strong>n bovendien zogenaamde antennes, kleinere posten inkleinere gemeenten. De werkwinkels bundelen de dienstverlening van stad ofgemeente, VDAB, OCMW, ATB (<strong>be</strong>geleidingsdienst voor personen met eenhandicap), PWA en verwante organisaties.In elke werkwinkel staan computers klaar voor werkzoekenden. Daarop vinden diealle relevante info over jobs, hoe solliciteren, welke opleidingen je kan volgen,werkloosheidsreglementering en <strong>be</strong>schikbare buurtdiensten. Werkzoekendenkunnen er ook zelf hun dossier invoeren, <strong>be</strong>kijken en wijzigen. En dit onder<strong>be</strong>geleiding.Werkgevers kunnen in de werkwinkel terecht voor assistentie bij het werven vankandidaten voor hun vacatures.Tenslotte fungeert de werkwinkel als aanspreekpunt inzake individuelenabijheidsdiensten zoals huishoudelijke hulp, kleine herstellingswerken,kinderopvang, boodschappendienst, klein tuinierwerk. Concreet wordt dat meestalgerealiseerd in de PWA’s en dienstencheque<strong>be</strong>drijven.De traject<strong>be</strong>geleiding door de VDAB-consulenten helpt mensen die moeilijkhedenondervinden om een job te vinden in hun zoektocht naar werk.Na een screening omtrent de mogelijkheden van de cliënt wordt een passendtrajectplan opgesteld waaraan eventuele passende opleidingen kunnen wordengekoppeld.De VDAB heeft het grootste aanbod aan opleidingen voor werkzoekenden.Een aangepaste opleiding is voor vele werkzoekenden een essentiële stap in hettraject naar werk.Zo worden dan ook een hele waaier aan opleidingsmogelijkheden aangeboden doorde VDAB, gaande van opleidingen in een opleidingscentrum, over persoonsgerichteopleidingen inzake attitudes, tot opleidingen en <strong>be</strong>geleidingen op de werkvloerwaarbij gewerkt wordt met stages en individuele <strong>be</strong>roepsopleidingen.Het volledige gamma van opleidingen is consulteerbaar op de website van de VDAB(www.vdab.<strong>be</strong>) en werkzoekenden kunnen ook steeds terecht in de lokalewerkwinkel voor bijkomende informatie.3.2.2 VokansVzw Vokans is een gesubsidieerde opleidings- en tewerkstellingsorganisatie die alsdoelstelling heeft de tewerkstellingskansen van kortgeschoolde werkzoekenden enkortgeschoolde werknemers te verhogen en te <strong>be</strong>stendigen.De organisatie doet dit door het organiseren en coördineren van acties in het kadervan toeleiding, oriëntatie, vorming en opleiding, <strong>be</strong>middeling, jobcoaching enloopbaandienstverlening. Zie onderstaand traject.195


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingMethodiekenVzw Vokans levert kwaliteit door gebruik te maken van o.a. volgendeinstrumenten:- AssessmentmethodiekAssessment is de <strong>be</strong>oordeling van relevant en concreet waarneembaar gedragvolgens een werkwijze die een zo groot mogelijke garantie biedt voor deobjectiviteit, <strong>be</strong>trouwbaarheid en bruikbaarheid van gegevens. Doel is het inkaart brengen van sterke en zwakke kanten van de werkzoekende en dit inrelatie tot opleiding en werk.- Portfolio<strong>be</strong>geleidingDe methodiek <strong>be</strong>oogt het zelf<strong>be</strong>eld en de persoonlijke impact op dear<strong>be</strong>idsmarkt te vernieuwen, door het <strong>be</strong>noemen van competenties, deze om tezetten naar de ar<strong>be</strong>idsmarkt, en op te nemen in de persoonlijke portfolio.- Criteriumgericht interview- Trajectmatige aanpakVokans stippelt samen met de werkzoekende en andere <strong>be</strong>trokken partners eenefficiënt en zo kort mogelijk traject uit.- Alternerend lerenVzw Vokans voorziet in haar opleidingen zoveel mogelijk ruimte voor on-the-jobtraining. Vokans streeft de juiste verhouding na tussen technische en socialevaardigheden (de juiste ar<strong>be</strong>idsattitudes).- Werkgevers<strong>be</strong>nadering/JobcoachingHet doel van jobcoaching is het <strong>be</strong>houd van tewerkstelling.196


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingActies afdeling Aalst-<strong>Oudenaarde</strong>- Oriëntatie social profit (VDAB)- Call center medewerker (VDAB/ESF)- Home Manager (huishoudhulp) VDAB/ESF/vzw Markant- Sollicitatietrainingen (VDAB)- Vorming op maat van <strong>be</strong>drijven/organisaties (Nederlands op de werkvloer, …)- Nazorgacties en jobcoaching (Deal II/ESF)- Tender<strong>be</strong>geleiding – activerings<strong>be</strong>geleiding van werkzoekenden (VDAB)- Loopbaandienstverlening (ESF/hefboomkrediet)Vzw Vokans is zich steeds <strong>be</strong>wust van een veranderde <strong>sociaal</strong>-economischerealiteit. Onze werking steunt op twee pijlers:- enerzijds hedendaagse thema’s als ar<strong>be</strong>idsdeelname, loopbaan<strong>be</strong>leid, socialeinclusie, focus op mensen, gelijke kansen man/vrouw, diversiteitsmanagementen maatschappelijk verantwoord ondernemen;- anderzijds hefboommodellen voor een “HRM-dienstverlening voorkansengroepen” zoals opleiding, ontwikkeling, <strong>be</strong>geleiding, ar<strong>be</strong>ids<strong>be</strong>middeling,competentiemanagement, jobcoaching en loopbaandienstverlening.3.2.3 Kopa werkwilligIn 1988 startte Kopa als opleidingsproject, dit onder impuls van ministerKelchtermans. Men wou de langdurige en/of laaggeschoolde werkzoekenden kansengeven om opleiding te volgen. De voornaamste <strong>be</strong>doeling was een antwoord tebieden op de problemen die deze werkzoekenden ondervonden bij de <strong>be</strong>staandeopleidingen. Deze opleidingen waren vaak te moeilijk en waren niet aangepast aande noden van langdurig en laaggeschoolde werkzoekenden.In de loop der jaren is het opleidingsproject sterk geëvolueerd.Het blijvende streven naar kwaliteit leidde ertoe dat het opleidingsprojectevolueerde tot een erkend opleidingsproject dat zijn opleidingen in samenwerkingmet de Vlaamse Gemeenschap, de VDAB, de stad Ronse en ESF organiseert.Bij aanvang was de voornaamste doelstelling de cursisten uit hun isolement tehalen en ervoor te zorgen dat ze via de modules een stap zetten naartewerkstelling.Nu is de doelstelling voornamelijk ervoor zorgen dat ze <strong>be</strong>ter voor<strong>be</strong>reid zijn opeen vervolgopleiding of tewerkstelling. Dit is ook een van de criteria die wordengebruikt bij het evalueren van de dagelijkse werking van Kopa.De voornaamste inhoudelijke verandering <strong>be</strong>staat waarschijnlijk in deoverschakeling in 1992 van het aanbieden van verschillende losse modules (naai- enkooklessen, een module Frans, een module computer, …) naar het geven vantotaalopleidingen. In die totaalopleidingen worden zowel vaktechnische197


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling(Nederlands, computer, Frans, verkoop, kantoorvaardigheden, telefonie, ….) alssociale vaardigheden (communicatie, sollicitatietraining, werkhouding, ….)bijgebracht.Anno 2006 bieden zij o.a.: Jobclub, Callcenter, NT2, <strong>be</strong>diendeopleiding,winkelverkoop. Deze opleidingen worden twee maal per jaar georganiseerd(septem<strong>be</strong>r - februari, januari – juni). Naast deze langdurige opleidingen wordennog enkele kortere opleidingen aangeboden op maat, op vraag van derden (OCMW,PWA, …). Kopa <strong>be</strong>schikt over een kwaliteitsla<strong>be</strong>l en is erkend om opleidingen teorganiseren via opleidingscheques (voor werknemers).Ondanks alle veranderingen blijft het opleidingsproject Kopa vzw Werkwillig nogsteeds zijn oorspronkelijke doelstellingen trouw: wie het zwaarst getroffen wordtdoor de structurele werkloosheid bijstaan in de zoektocht naar een passende<strong>be</strong>trekking.Hierbij voorziet KOPA in opleidingen en <strong>be</strong>geleiding voor werkzoekenden en richtzich specifiek naar laaggeschoolden. De cursisten <strong>be</strong>schikken maximaal over eendiploma hoger secundair onderwijs.KOPA omschrijft de doelgroepen als volgt:- Laaggeschoolden (max. A2) en/of langdurige werkzoekenden- OCMW-cliënten- Herintreders- Allochtonen- Anderstaligen- Asielzoekers- Ex-gedetineerden,…3.2.4 GrijkoortGrijkoort omvat een aantal opleidings- en tewerkstellingsprojecten, gesitueerdbinnen 5 hoofdactiviteiten nl. groen<strong>be</strong>heer, strijk, restaurant, renovatie enbiologische groenteteelt.In 1990 neemt vzw Ter Wilgen het initiatief om vzw Begeleid Werk op te richtenmet als doel ‘de opleiding van personen met verminderde kansen op dear<strong>be</strong>idsmarkt’.Vanaf 1991 bouwt de vzw, binnen de regelgeving van de projecten Kansarmoede,een leerwerkplaats uit. Later wijzigt de naam vzw Begeleid Werk in Grijkoort ennog later in vzw Grijkoort-Begeleid Werk. De vzw wordt vanaf novem<strong>be</strong>r 1993erkend als opleidingscentrum voor personen met een lage <strong>be</strong>roepsscholing. Hetcentrum organiseert naast traject<strong>be</strong>geleiding ook de volgende opleidingen:klusjesman, keukenhulp en algemeen onderhoud, polyvalent groenar<strong>be</strong>ider. Dezeopleidingen worden gefinancierd door het Ministerie van de Vlaamse GemeenschapAdministratie Werkgelegenheid, de VDAB en het Europees Sociaal Fonds. Inspelendop de socio-economische situatie van de regio, worden in 1998 in het kader van hetSociaal Impulsfonds o.a. volgende initiatieven ontwikkeld: een <strong>sociaal</strong> restaurant inRonse en strijkwinkels in Ronse en Brakel.198


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingIn mei 1998 wordt de vzw Grijkoort-Werkplaats opgericht. De vzw ontvangtaanvankelijk als sociale werkplaats een erkenning voor tewerkstelling van 16laaggeschoolde ar<strong>be</strong>iders in groenonderhoud en bos- en natuur<strong>be</strong>heer. In eenvolgende uitbreidingsronde wordt eveneens de erkenning verkregen om deactiviteit renovatie op te starten. Vandaag worden 46 doelgroepwerknemers nl.laaggeschoolde langdurig werkzoekenden tewerkgesteld.In de eerste jaren heb<strong>be</strong>n de activiteiten plaats in Kluis<strong>be</strong>rgen. In 1998 krijgt devzw in Ronse een gebouw in erfpacht van de Zusters van Barmhartigheid. Ditgebouw, gelegen in het centrum van de stad, biedt troeven om verschillendeactiviteiten, zoals het <strong>sociaal</strong> restaurant en de strijkwinkel, terdege teontwikkelen. Daarnaast worden ook lokalen verhuurd aan collega’s en socialeorganisaties. In 2002 kon, specifiek voor de groen- en renovatieploegen vanBegeleid Werk en de Werkplaats, een ruim <strong>be</strong>drijfsgebouw worden gehuurd inKluis<strong>be</strong>rgen. Grijkoort ontwikkelt zijn activiteiten op dit ogenblik vanuit 5vestigingsplaatsen binnen de regio Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong>: Ronse, Kluis<strong>be</strong>rgen,Brakel, Geraards<strong>be</strong>rgen, en Gavere.Grijkoort is in de laatste jaren binnen de regio uitgegroeid tot een <strong>be</strong>langrijkepartner op het vlak van <strong>be</strong>geleiding van personen die het moeilijk heb<strong>be</strong>n op dear<strong>be</strong>idsmarkt.De organisatie stelt zich tot doel voor kansarmen en laaggeschoolden op dear<strong>be</strong>idsmarkt sociale integratie te <strong>be</strong>werkstelligen. Hiertoe organiseert deorganisatie opleiding, <strong>be</strong>geleiding, tewerkstelling en ar<strong>be</strong>idsactiviteitenGrijkoort biedt aan werkzoekenden de mogelijkheid tot opleiding, werkervaring entewerkstelling binnen 5 terreinen:- Groen<strong>be</strong>heer- Strijk- Restaurant- Renovatie- Ar<strong>be</strong>idszorgmedewerker.Vanuit deze deelwerkingen worden verschillende activiteiten en dienstenontwikkeld waarop men als klant een <strong>be</strong>roep kan doen:- Tuin-, park-, en plantsoenonderhoud- Bos- en natuur<strong>be</strong>heer- Strijkwinkel- Restaurant en Catering- Renovatie- Biologische groenteteelt.199


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling3.2.5 Groep IntroGroep INTRO is een professionele organisatie voor leerplichtonderwijs, vorming,opleiding, ar<strong>be</strong>idstraject<strong>be</strong>geleiding en werkervaring.Bestaansrecht van Groep INTROHet is voor iedereen een uitdaging een eigen weg te vinden in onze razend snelveranderende maatschappij. Voor sommigen is dat moeilijker dan voor anderen.Groep INTRO wil de kwetsbare groep een stem geven in de samenleving en henondersteunen op drie <strong>be</strong>langrijke domeinen: ar<strong>be</strong>id, vrije tijd en scholing. Ar<strong>be</strong>id<strong>be</strong>tekent zoveel meer dan een inkomen alleen, je maakt ook vrienden en collega’s.Vrije tijd is verrijkend wanneer er zinvol invulling aan gegeven wordt. Het isdaarom <strong>be</strong>langrijk de juiste keuzes te maken in de veelheid aan initiatieven. Onzeleercapaciteiten worden voortdurend aangesproken in de meest verscheidenomstandigheden. Ook onderwijs, opleidingen en vormingen bieden een <strong>be</strong>langrijkebijdrage in het vinden van aansluiting met de samenleving. Ontdekken dat lerenboeiend is, vormt een eerste stap op weg naar ‘levenslang leren’ als voorwaardeom mee te tellen in onze huidige kennismaatschappij.Visie van Groep INTROEmpowerment als doelVanuit de organisatie willen we de deelnemers – vanuit het geloof dat er iniedereen kwaliteiten en capaciteiten aanwezig zijn – krachtiger maken om hunleven zelf in handen te nemen. De <strong>be</strong>geleiders helpen de deelnemers inzicht tekrijgen in hun eigen situatie. Ze leggen de klemtoon op een realistische inschattingvan de deelnemer van zichzelf. Ze verduidelijken de verwachtingen die zich binnende verschillende maatschappelijke contexten stellen. De <strong>be</strong>geleiders ondersteunende deelnemers in het zelf verantwoordelijkheid nemen voor de verschillendelevensdomeinen waar zij een toekomstgerichte keuze kunnen/willen maken.‘Vorming in actie’ als basisEssentieel in de werking van Groep Intro is de groepsdynamische aanpak. De groepis de plaats waar de deelnemer uitdrukkelijke herkenning en erkenning vindt in zijnsituatie. Hij wordt er geconfronteerd en gestimuleerd door mededeelnemers bijhet uitwisselen van faal- en succeservaringen. Hij leert er nieuwe vaardighedenontwikkelen en uitpro<strong>be</strong>ren. Naast de groepsdynamische <strong>be</strong>nadering <strong>be</strong>steden weook aandacht aan de individuele <strong>be</strong>geleiding van de deelnemer. We stellen samenmet de deelnemer een <strong>be</strong>geleidingsplan op van bij de start van het traject van dedeelnemer. Via de informele contacten en formele <strong>be</strong>geleidingsgesprekken bouwtde <strong>be</strong>geleider een vertrouwensrelatie op met de deelnemer.Ervaringsgericht lerenGroep Intro vertrekt in zijn visie op empowerment vanuit de basis van hetervaringsleren. In de programma ’s werken we met eerdere ervaringen of biedenwe nieuwe ervaringen aan. Op deze ervaringen wordt gereflecteerd en waarmogelijk worden linken gelegd met andere situaties. Deelnemers wordengestimuleerd na te denken over hun verworven competenties en hun persoonlijkontwikkelingsplan.200


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingAr<strong>be</strong>idsmarktgerichte componentDe vorming draagt vanuit de missie steeds een ar<strong>be</strong>idsmarktgerichte componentmee. Het gaat hier niet alleen om direct inzetbare competenties zoals zorg voormateriaal, stiptheid, omgang met collega’s … . Het gaat ook over breed inzetbarecompetenties die tevens een troef zijn buiten de werkvloer.Het aanbod van Groep INTROVoor al wie – om welke reden dan ook en ondanks zijn mogelijkheden – moeilijk(er)aansluiting kan vinden bij onze samenleving biedt Groep INTRO eengedifferentieerd en veelzijdig aanbod van activiteiten. Vorming en <strong>be</strong>geleiding zijnvoor Groep INTRO de kernopdrachten. Aansluitend vervullen ze ook een <strong>be</strong>langrijkesignaalfunctie voor situaties van achterstelling en uitsluiting.Groep INTRO gebruikt verschillende werksoorten om zijn opdracht te volbrengen.In de werksoort vorming wil Groep INTRO zeer laagdrempelig een aanboduitwerken voor de doelgroep. Met een vrijetijdsaanbod wil Groep INTRO dedeelnemers motiveren en activeren tot participatie in een groep. Devormingsprojecten van Groep INTRO zijn vooral gericht op jongeren. Het aanbodvan de vormingsprojecten <strong>be</strong>staat uit voortrajecten voor -18-jarigen,themaspecifieke vormingsprogramma’s, grensverleggende vormingsprogramma’sbinnen de vrije tijd en kadervorming.Leerplichtonderwijs is gericht op het aanbieden van levensbreed inzetbarecompetenties en voor de deelnemers bruikbare kennis, vaardigheden en attitudesbinnen de systemen van deeltijds leren en werken. In het kader van het voltijdsengagement heeft Groep INTRO voor haar doelgroep een vormingsaanbod binnen dealgemeen vormende én <strong>be</strong>roepsvormende luiken. Groep INTRO realiseertinitiatieven, de zogenaamde voortrajecten, die de jongere in de ‘vrije’ dagenactiveert en oriënteert. Ook via de brugprojecten <strong>be</strong>reidt Groep INTRO jongerenuit zijn doelgroep voor op hun integratie op de ar<strong>be</strong>idsmarkt.Een derde werksoort is traject<strong>be</strong>geleiding. In iedere werkvorm wordt bijzonder<strong>be</strong>lang gehecht aan het uitzetten en opvolgen van het af te leggen (deel)trajectvan de deelnemers. Bovendien heeft Groep INTRO naast deze ‘ingebouwde’traject<strong>be</strong>geleiding een werksoort ontwikkeld die het ‘individuele traject op wegnaar de ar<strong>be</strong>idsmarkt’ van de deelnemer vooropstelt. Traject<strong>be</strong>geleiding is eengespecialiseerde methodiek om werkzoekenden naar de ar<strong>be</strong>idsmarkt te<strong>be</strong>geleiden. Voor iedere deelnemer wordt een individueel aangepast stappenplanuitgetekend met de hoogst mogelijke jobgarantie.Als vierde werksoort organiseert Groep INTRO ar<strong>be</strong>idsmarktgerichte opleidingen.Via deze werksoort wil Groep INTRO de kansen van haar doelgroep op integratie opde ar<strong>be</strong>idsmarkt, en daardoor ook in de samenleving, doen stijgen. Groep INTROvoorziet zowel <strong>be</strong>roepsgerichte, technische opleidingen als algemeen vormendeopleidingspakketten.De werkervaringsprojecten van Groep INTRO focussen op het aanbieden van eentijdelijke tewerkstelling in functie van doorstroming en het aanbieden vanweldoordachte vormingsinhouden, ontwikkeld in overleg met en op maat van de201


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingdoelgroep. De <strong>be</strong>geleiding van de deelnemer naar meer zelfstandigheid staat indeze projecten centraal.Naast deze vijf grote werksoorten heeft Groep INTRO ook nog een aantal andereprojecten lopen zoals jobcoaching en sociale economieprojecten. De jobcoachingop de werkvloer is de <strong>be</strong>geleiding van de werkgever en de (nieuwe) werknemerdoor een coach, die niet verbonden is aan het <strong>be</strong>drijf. De coaching heeft tot doelde tewerkstelling te <strong>be</strong>houden voor de werknemer die zonder de nodige<strong>be</strong>geleiding weinig kans op slagen heeft. De sociale economieprojecten focussenop het aanbieden van permanente tewerkstelling aan wie zich niet kan inschakelenin het reguliere ar<strong>be</strong>idscircuit. Ze zijn gericht op het aanbieden van levensbreedinzetbare competenties en dus op voor de deelnemers zinvolle en in hetdagdagelijkse leven bruikbare kennis, vaardigheden en attitudes3.2.6 Kringwinkel Vlaamse ArdennenDe Kringwinkel zamelt afgedankte, maar nog herbruikbare goederen in. Dezegoederen worden gesorteerd en eventueel na een herstel- of opknap<strong>be</strong>urt in dewinkel verkocht. Via de Kringwinkels gaan ze een tweede leven tegemoet.De Kringwinkel Vlaamse Ardennen steunt op drie <strong>be</strong>langrijke doelstellingen:> zinvolle tewerkstelling van langdurig werklozenKringwinkels engageren zich van bij hun ontstaan in de sociale tewerkstelling. Zestellen hun ar<strong>be</strong>idsplaatsen open voor mensen die om een of andere reden moeilijkin het regulier ar<strong>be</strong>idscircuit terechtkomen. Er wordt opleiding en werkervaringaangeboden aan laaggeschoolden en langdurig werklozen.> het verkleinen van de afval<strong>be</strong>rgOnze maatschappij is er een geworden van 'wegwerpproducten'. De levensduur vande consumptiegoederen is steeds korter geworden en de afval<strong>be</strong>rg steeds groter.Kringwinkels roeien tegen deze stroom in. Zij pro<strong>be</strong>ren de levenscyclus vangoederen te verlengen. Producthergebruik en levensduurverlenging staan duscentraal. Hoe langer goederen worden gebruikt, hoe meer energie en grondstoffenworden gespaard.> iedereen kan herbruikbare goederen aankopen tegen zeer lage prijzenIedereen die op zoek is naar degelijke, originele en goedkope tweedehandsspullenkan er terecht. Een <strong>be</strong>zoek aan een Kringwinkel is steeds een verrassend <strong>be</strong>zoek,een van de grootste troeven is immers het steeds veranderend assortiment vangoederen.202


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling3.2.7 Regionaal Landschap Vlaamse ArdennenHet Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen is als vzw actief sinds 1992.De Raad van Bestuur <strong>be</strong>staat uit de provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong> en 12 gemeenten:Brakel, Herzele, Hore<strong>be</strong>ke, Kluis<strong>be</strong>rgen, Kruishoutem, Lierde, Maarkedal,<strong>Oudenaarde</strong>, Ronse, Wortegem-Petegem, Zingem en Zottegem.Ook natuur- en milieuverenigingen heb<strong>be</strong>n er hun zitje, naast vertegenwoordigersvan landouw en toerisme. In het regionaal landschap ligt een sterk accent op deondersteuning van natuur- en landschaps<strong>be</strong>heer. Het luik 'natuurgericht toerisme'wordt onder meer ingevuld met stimulering van hoeve- en plattelandstoerisme,onderhoud van toeristische fiets- en wandelpaden, … .Een van de opdrachten van een regionaal landschap is het natuur<strong>be</strong>houd. RLVA wildit concreet en zichtbaar maken met de uitvoering van natuur<strong>be</strong>heerswerken ophet terrein.Hoewel tewerkstelling niet onmiddellijk tot onze hoofdopdracht <strong>be</strong>hoort, koos hetRLVA heel <strong>be</strong>wust om hierrond actief <strong>be</strong>zig te zijn. Niet enkel studies, maar ookhet concreet uitvoeren van een aantal werkzaamheden in en voor de natuur, wasen is nog steeds de drijfveer. Vandaar dat in mei 1997 gestart is met een eersteploeg ar<strong>be</strong>iders. Deze vorm van sociale tewerkstelling is een mooi voor<strong>be</strong>eld vaneen win-win situatie : een goede zaak voor de natuur én een goede zaak voor dewerknemers die al geruime tijd werkzoekend waren en nu zinvol aan het werk zijn.Om de werkzekerheid van de ar<strong>be</strong>iders te vergroten, is sinds 1 januari 2004 gestartmet een invoeg<strong>be</strong>drijf, waar de werknemers een ar<strong>be</strong>idsovereenkomst vanon<strong>be</strong>paalde duur heb<strong>be</strong>n. Ondertussen zijn er een 20-tal ar<strong>be</strong>iders in dienst,verdeeld over 3 ploegen telkens uitgerust met professioneel materiaal en eenvoertuig.3.2.8 Beschutte Werkplaats AAROVAAarova werd opgericht eind 1993. Een aantal individuele initiatiefnemers vondenhet <strong>sociaal</strong> en economisch verantwoord een nieuwe <strong>be</strong>schutte werkplaats in<strong>Oudenaarde</strong> op te richten. Een twintigtal personen, gesteund door het voltalligestads<strong>be</strong>stuur en de Christelijke Mutualiteit, ondertekenden de oprichtingsstatutenop 29 novem<strong>be</strong>r 1993.Op 30 novem<strong>be</strong>r 1993 werd bij de curatoren een bod uitgebracht op de vroegerewerkplaats. Het bod werd aanvaard, en Aarova startte op 1 decem<strong>be</strong>r 1993 met 58personen met een handicap en 5 validen. Het Vlaams Fonds voor Sociale Integratievoor Personen met een Handicap verleende aan Aarova een erkenning voortewerkstelling van 120 personen met een handicap.Het lag in de <strong>be</strong>doeling om voor eind 1995 te groeien naar ongeveer 100 personenmet een handicap. Gepland werd om elke maand 2 mindervalide ar<strong>be</strong>iders aan tewerven. Dit aanwervingschema realiseren was niet eenvoudig, maar het lukte.De eerste uitbreiding dateert van 1998. Aarova werd te klein en bij de buren werd300 m² bijgehuurd voor polyvalente werkzaamheden. Een jaar later volgde Aarova3 (aan de overzijde) voor uitbreiding van de recyclageafdeling. Aarova stelde eind1999 160 personen te werk.Met de nieuwbouw werd gestart eind 1999. De oude burelen, te klein en vervallen,maakten plaats voor een ruimer en moderner gebouw met nieuwe burelen,vergaderzalen en archiefruimte. Ook de productieruimte werd uitgebreid. In juni2000 werd verhuisd.Eind 2001 stelde Aarova 180 personen tewerk. Er kwam een opportuniteit vrij in degebouwen van Vergokan, De Bruwaan 3. Aarova hapte snel toe en huurt er nu nog203


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingsteeds 3 000 m². Het huidige Aarova 2 is een zelfstandig georganiseerde vestigingdie on-line in verbinding staat met de centrale hoofdzetel.In decem<strong>be</strong>r 2002 slaagde Aarova erin om het 200ste personeelslid aan te werven.Op 9 jaar tijd verdrievoudigde Aarova zijn personeels<strong>be</strong>stand.Momenteel zijn er 246 personeelsleden in dienst.De missie van AAROVA <strong>be</strong>staat er dan ook in om tewerkstelling te verschaffen aanpersonen met een handicap in een <strong>be</strong>drijfseconomische realiteit, waar mens entaak in evenwicht zijn.De activiteiten die uitgevoerd worden door AAROVA <strong>be</strong>staan uit de volgendeafdelingen:- Textieldruk- Confectie- Uitwerk: het tewerkstellen van mensen met een handicap in het <strong>be</strong>drijf van deklant.- Tapijtloonwerk- Montage- Gelegenheidswerk, voor het uitvoeren van eenmalige opdrachten- Recyclageafdeling.3.2.9 RecypalRECYPAL evolueerde in ruim 10 jaar van het herstellen en recycleren van diversepaletten tot gespecialiseerd fabrikant van houten verpakkingen op maat: kratten,kisten, grote paletten, … .RECYPAL heeft tevens het statuut van “Invoeg<strong>be</strong>drijf”. Dit wil zeggen dat zij<strong>sociaal</strong> moeilijk te integreren mensen in de maatschappij of licht gehandicaptemensen tewerkstellen.Invoeg<strong>be</strong>drijven zijn ondernemingen die <strong>be</strong>reid zijn kansengroepen een duurzametewerkstelling te garanderen met aandacht voor opleiding en <strong>be</strong>geleiding in eenar<strong>be</strong>idsomgeving waar maatschappelijk verantwoord ondernemen centraal staat.Door het Vlaams Gewest worden zij hiervoor ondersteund met een loonsubsidievoor de tewerkgestelde personen.Hierdoor biedt RECYPAL aan een groep van mensen de kans zich terug helemaal inonze maatschappij in te werken.3.2.10 De EntDe Ent heeft zich tot doel gesteld om in de regio Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> eendynamiek tot stand te brengen rond <strong>sociaal</strong> ondernemen en een brug te slaantussen de reguliere en de sociale economie.Hierdoor wensen zij bij te dragen aan de creatie van ar<strong>be</strong>idsplaatsen voor personenuit kwetsbare groepen op de ar<strong>be</strong>idsmarkt en de ver<strong>be</strong>tering van hunar<strong>be</strong>idsmarktpositie.De Ent wil nieuwe en <strong>be</strong>staande <strong>be</strong>drijven stimuleren om kansen te geven aanpersonen die minder snel toegang vinden tot de ar<strong>be</strong>idsmarkt.Zij <strong>be</strong>geleiden ondernemers en nieuwe initiatieven hierbij om werk te maken vaneen <strong>sociaal</strong> innoverend personeels<strong>be</strong>leid.204


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingDe Ent ondersteunt kandidaat-starters die <strong>be</strong>drijfsactiviteiten wensen teontwikkelen met een sociale <strong>be</strong>kommernis en waarbij personen uit kwetsbaregroepen op de ar<strong>be</strong>idsmarkt worden aangeworven (laaggeschoolden, langdurigwerklozen, mensen met een handicap, allochtonen, 50-plussers, ...).Meer concreet voorziet ‘De Ent’ in volgende <strong>be</strong>geleidingen:- uitwerken van het <strong>be</strong>drijfsidee- marktverkenning- opmaken van een ondernemingsplan/financieel plan- uitwerken van een personeelsplanning- <strong>be</strong>middeling bij kapitaalverschaffers- advies rond het tewerkstellen van "kansengroepen”- de erkenningsprocedure- managementondersteuning, enz.De Ent <strong>be</strong>geleidt startende en <strong>be</strong>staande ondernemingen op weg naar de erkenningals invoeg<strong>be</strong>drijf of bij het opstarten van een invoegafdeling . Het verkrijgen vandergelijke erkenning resulteert in de toekenning van jaarlijks degressieveloonsubsidies bij aanwerving van personen uit de kansengroepen (laaggeschoolden,langdurig werklozen, mensen met een handicap, allochtonen,...).Deze premies geven de werkgever de mogelijkheid om de "invoegwerknemers"intensiever te <strong>be</strong>geleiden en extra aandacht te geven aan attitudevorming enopleiding; kortom, om deze mensen op een duurzame manier te integreren in dear<strong>be</strong>idsmarkt.Voor <strong>be</strong>drijfsleiders die nood heb<strong>be</strong>n aan laaggeschoold personeel, is dit eenuitdagende opportuniteit om werk te maken van een <strong>sociaal</strong> innoverendpersoneels<strong>be</strong>leid.3.2.11 Bedrijvencentrum Vlaamse ArdennenHet <strong>be</strong>drijvencentrum Vlaamse Ardennen werd opgericht in het jaar 1987. Het iseen initiatief van de POM-Oost <strong>Vlaanderen</strong> met medewerking van de Jonge Kamer,het <strong>be</strong>drijfsleven en de stad <strong>Oudenaarde</strong>.De missie van het <strong>be</strong>drijvencentrum is: "Jonge en startende ondernemers denoodzakelijke infrastructuur, diensten en <strong>be</strong>geleiding bieden voor het opstarten enontwikkelen van hun activiteiten in de stimulerende omgeving van een stijlvol enfunctioneel <strong>be</strong>drijvencentrum".Ambitieuze personen die een eigen onderneming willen oprichten, botsen dikwijlsop diverse struikelblokken. Vooral ontbreekt het hen vaak aan kapitaal.Precies daarom werd het <strong>be</strong>drijvencentrum opgericht. Het centrum biedt aanstarters onder meer de kans om op een zeer voordelige manier in de zakenwereldte stappen en biedt de noodzakelijke infrastructuur, dienstverlening en <strong>be</strong>geleidingaan om hun activiteit te ontwikkelen.Volgens het <strong>be</strong>drijvencentrum levert dit volgende voordelen op voor de kandidaatstarters:- je <strong>be</strong>nt er niet alleen, maar omringd door collega-starters- je hebt er alle faciliteiten van een groot <strong>be</strong>drijf – bureel- en/of magazijnruimte- je vestigt je in een goed gelegen complex met standing205


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling- je start je <strong>be</strong>drijf met een minimum aan budget- je krijgt ter plaatse hulp en advies- je hebt er een volledig dienstenpakket ter <strong>be</strong>schikking- je kan er gemakkelijk in en uit met een korte opzegtermijn.3.2.12 UNIZODe Unie van Zelfstandige Ondernemers, <strong>be</strong>ter gekend onder de naam UNIZO, is eenonafhankelijke organisatie in <strong>Vlaanderen</strong> en Brussel. Met meer dan 80 000 leden isUNIZO de grootste organisatie van en voor zelfstandige ondernemers, vaneenpersoonszaak tot groei-KMO, actief in handel, distributie, industrie ofverwerking, in dienstensector of vrij <strong>be</strong>roep. De opdrachten van UNIZO zijn de<strong>be</strong>langen van de zelfstandige ondernemers in de meest ruime zin te <strong>be</strong>hartigen(ook op federaal, Europees en internationaal niveau), een efficiëntedienstverlening uit te bouwen op <strong>sociaal</strong>, <strong>be</strong>drijfseconomisch, juridisch enadministratief vlak, en tot slot vorming en lokale netwerking te ondersteunen.De organisatie telt lokale afdelingen in de meeste gemeenten en steden en<strong>be</strong>schikt over 24 regionale kantoren overal in <strong>Vlaanderen</strong> en Brussel. Bovendienwerken meer dan 70 <strong>be</strong>roepsorganisaties en tal van gespecialiseerde dienstensamen met UNIZO.Zo is er ook een afdeling van UNIZO in <strong>Oudenaarde</strong> gevestigd, waardoor via dezeorganisatie de link naar de werkgevers kan worden gelegd om zo zicht te krijgen opde <strong>be</strong>kommernissen van de <strong>be</strong>drijfswereld.Via contacten met deze organisatie kunnen de reguliere en sociale economiedichter bij elkaar worden gebracht.3.2.13 VakbondenEen vakbond is een organisatie die de individuele en collectieve <strong>be</strong>langen <strong>be</strong>hartigtvan aangesloten werknemers en andere leden.De vakbond onderhandelt namens de leden met de werkgever of daarvooraangewezen partij, zoals de werkgeversvereniging, over collectievear<strong>be</strong>idsvoorwaarden. Dit kunnen bijvoor<strong>be</strong>eld zijn: loon, vergoedingen, werktijdenen rusttijden. Daarnaast kan de vakbond met de (vertegenwoordiger van)werkgevers onderhandelen over de werkomstandigheden en meer in het algemeende rechten en plichten van de werknemers. Ook treedt de vakbond op om de<strong>be</strong>langen van leden te <strong>be</strong>hartigen bij bv. ontslag en reorganisatie, en kunnenvakbonden (ar<strong>be</strong>ids)juridische bijstand en advies geven aan hun leden.Ook komt de vakbond meer in het algemeen op voor de verdediging van degeldende maatschappelijke waarden en normen ten aanzien van mens en ar<strong>be</strong>id.Tevens treden vakbonden op als uit<strong>be</strong>talingsinstellingen in geval van werkloosheid.Hierdoor verkrijgen zij ook een <strong>be</strong>eld op de werkloosheidsproblematiek binnen deregio.In <strong>Oudenaarde</strong> zijn volgende vakbonden aanwezig:- ABVV- ACLVB- ACV.206


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling3.2.14 InterimkantorenInterimkantoren staan in voor het organiseren van uitzendar<strong>be</strong>id en zijn eentussenschakel tussen de werkgevers en de werkzoekenden. Steeds meer wordtdoor de <strong>be</strong>drijfswereld een <strong>be</strong>roep gedaan op uitzendar<strong>be</strong>id.Hierdoor krijgen interim-kantoren een duidelijk zicht op wat leeft op het vlak vantewerkstellingsvraag en -aanbod. Interimkantoren kunnen ook duidelijk zichtkrijgen op de specifieke noden in de regio en kunnen dan ook een <strong>be</strong>langrijkegesprekspartner worden.Volgende interim-kantoren zijn gevestigd in <strong>Oudenaarde</strong>:- Start People- Adecco- Konvert Interim- Randstad- Unique- Vedior Interim- Atoll Interim- Manpower- Accent Select Services- T-Interim.3.2.15 JobkanaalJobkanaal is een initiatief van UNIZO (de Unie van Zelfstandige Ondernemers),Voka (het Vlaams netwerk van ondernemingen) en Verso (Vereniging voor SocialProfit Ondernemingen) met de steun van de Vlaamse Overheid en in samenwerkingmet Gsiw (Gent Stad in Werking), VDAB (Vlaamse Dienst voor Ar<strong>be</strong>ids<strong>be</strong>middeling)en SLN (Steunpunt Lokale Netwerken). De VVSG (Vereniging van Vlaamse Steden enGemeenten) en de Ar<strong>be</strong>idstraject<strong>be</strong>geleiding zijn partners van Jobkanaal.Jobkanaal is een bijkomend wervingskanaal voor werkgevers en voor werknemersdie moeilijker aan werk geraken.Jobkanaal zoekt kwalitatieve medewerkers voor ondernemingen.Dit kanaal tracht openstaande vacatures in te vullen.Het richt zich op:- werkzoekende allochtonen- personen met een ar<strong>be</strong>idshandicap- 45-plussers.207


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling4 Diensten Doelgroepen MatrixDOELGROEPEN18 tot 64 jarigenDIENSTEN 15-18 jarigen - 25 jarigen Personen met eenhandicapVacature databank-VDAB-VDAB-Jobkanaal-Jobkanaal-onderwijs- instellingen -VDAB-VDAB-Groep Intro/deeltijdse-KOPA werkwillig -KOPA werkwilligOpleidingenvorming -Grijkoort-Grijkoort-Groep Intro/voor- -onderwijs--onderwijs- instellingentrajecteninstellingenLaaggeschoolden-VDAB-Jobkanaal-VDAB-KOPA werkwillig-Grijkoort-onderwijs- instellingen+ 50 jarigen-VDAB-Jobkanaal-VDAB-KOPA werkwillig-Grijkoort-onderwijs- instellingenSociale EconomieInitiatieven-Kringwinkel VlaamseArdennen-Regionaal LandschapVlaamse Ardennen-Grijkoort-OCMW-Sociaal VerhuurKantoor-Sociale Huisvestingmaatschappij-Recypal-Groep Intro-Kringwinkel VlaamseArdennen-Regionaal LandschapVlaamse Ardennen-Grijkoort-OCMW-Sociaal Verhuur Kantoor-Sociale Huisvestingmaatschappij-Recypal-Groep Intro-Kringwinkel VlaamseArdennen-Regionaal LandschapVlaamse Ardennen-Grijkoort-OCMW-Sociaal Verhuur Kantoor-Sociale Huisvestingmaatschappij-Recypal-Groep Intro-Kringwinkel VlaamseArdennen-Regionaal LandschapVlaamse Ardennen-Grijkoort-OCMW-Sociaal Verhuur Kantoor-Sociale Huisvestingmaatschappij-Recypal-Groep IntroInvoeg<strong>be</strong>drijf -Recypal -Recypal -Recypal -RecypalSociale werkplaatsen-Grijkoort-Kringwinkel VlaamseArdennen-Grijkoort-Kringwinkel VlaamseArdennen-Grijkoort-Kringwinkel VlaamseArdennenAr<strong>be</strong>idstraject-Begeleiding-VDAB-OCMW-ATB-VDAB-OCMW-Grijkoort-Kringwinkel VlaamseArdennen-VDAB-OCMW208


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingDOELGROEPEN18 tot 64 jarigenDIENSTEN 15-18 jarigen - 25 jarigen Personen met eenhandicapTewerkstelling-AAROVApersonen met eenhandicapInfo tewerkstelling-Maatregelen-VDAB-OCMW-De Ent-ATBLaaggeschoolden-VDAB-OCMW-De Ent+ 50 jarigen-VDAB-OCMW-De EntAr<strong>be</strong>idszorg/Groene zorgBrugprojectenDiensten ChequeOnderneming /PWAActivering uitkeringenUit<strong>be</strong>talingenBelangenverdediging-OCMW-Groep Intro-Grijkoort -Grijkoort -Grijkoort -Grijkoort-OCMW-Stad-privé-initiatief-OCMW-RVA-OCMW-Stad-privé-initiatief-OCMW-RVA-OCMW-Stad-privé-initiatief-OCMW-RVA-OCMW-Stad-privé-initiatief-OCMW-RVA-vakbonden -vakbonden -vakbonden -vakbonden -vakbonden209


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling5 SWOT-analyseFACTOREN Intern ExternPositief Sterkten (S) Opportuniteiten (O)- Ar<strong>be</strong>idstraject<strong>be</strong>geleiding ingericht bij de sociale dienst van hetOCMW maakt expliciet werk van de <strong>be</strong>geleiding van OCMWcliënteelnaar tewerkstelling en de stimulering van de activeringvan cliënten.- Sociale tewerkstellingen die sterk worden nagestreefd, zijn een<strong>be</strong>langrijke hefboom om werklozen te herintegreren.- De SINE-erkenning die OCMW <strong>Oudenaarde</strong> heeft voorklusjesdiensten en dienstenchequeondernemingen biedtbijkomende mogelijkheden om sociale tewerkstellingen te kunnenrealiseren.- De Dienstenchequeonderneming binnen het OCMW werd opgerichtmet als doelstelling bijkomende sociale tewerkstellingen terealiseren.- PWA biedt mogelijkheden tot herintegreren en activeren vanlangdurig, laaggeschoolde werklozen.- De klusjesdienst binnen het OCMW biedt mogelijkheid tot socialetewerkstelling vanuit het OCMW.- De werkgelegenheidsgraad is zeer hoog in <strong>Oudenaarde</strong> watresulteert in een laag werkloosheidscijfer.- De lage werkloosheidsgraad blijkt in <strong>Oudenaarde</strong> onder deregionale gemiddelden te liggen waardoor hetwerkloosheidsprobleem relatief laag is.- Binnen onze regio zijn er hoge tewerkstellingmogelijkheden binnende secundaire sector, die zorgen voor meertewerkstellingsmogelijkheden voor laaggeschoolden.- Mogelijkheden tot sociale tewerkstellingen vanuit het OCMWhelpen reeds om een aantal personen uit de kansengroepen teherintegreren.- Tewerkstellingsplaatsen binnen de sociale economie zorgen vooractiveringskansen van onze doelgroepen.- De centrumfunctie van <strong>Oudenaarde</strong> creëert activiteit entewerkstellingsmogelijkheden.- Ruim aanbod van dienstenchequeondernemingen en PWA zorgenvoor veel tewerkstellingsplaatsen voor vnl. laaggeschooldevrouwen210


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingFACTOREN Intern ExternNegatief Zwakten (W) Bedreigingen (T)- Het aanbieden van permanente opdrachten voor socialewerkplaatsen vanuit het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur zou een duidelijkeopdracht moeten zijn zodat deze werkplaatsen permanent demogelijkheid heb<strong>be</strong>n om laaggeschoolde werklozen eentewerkstellingsplaats aan te bieden.- Klusjesdienst uitbreiden zodat naast extra opdrachten aankunnenook extra tewerkstellingsplaatsen kunnen worden gecreëerd.- Samenwerking die ontbreekt tussen Stad en OCMW omtrentsociale tewerkstellingen zou sterke uitbreiding kunnen <strong>be</strong>tekenenvan tewerkstellingsplaatsen voor laaggeschoolde langdurigwerkloze personen.- Samenwerking tussen verschillende lokale <strong>be</strong>sturen om ookkleinere <strong>be</strong>sturen te kunnen <strong>be</strong>trekken bij socialetewerkstellingen.- Sociale economie is geen finaliteittewerkstelling, maar is voorsommige mensen het hoogst haalbare. Door <strong>be</strong>perking in tijd vandeze sociale tewerkstellingsmaatregelen is dan ook geenpermanente activering voorzien van deze zwakkere personen wantdoorstroming naar de reguliere tewerkstelling blijkt in dergelijkegevallen niet steeds mogelijk.- Het ontbreken van een ombudsfunctie binnen de lokale werkwinkelwaardoor geen centraal aanspreekpunt <strong>be</strong>staat voor alle lokaleactoren zowel op het vlak van vacaturebanken als op vlak vantewerkstellingsmaatregelen en projectondersteuning.- Mobiliteitsprobleem gezien het openbaar vervoer veelal nietaansluit op werkuren van <strong>be</strong>drijven. Vnl. mensen uit dekansengroepen moeten gebruik maken van het openbaar vervoerom hun tewerkstellingsplaats te kunnen <strong>be</strong>reiken.- Verouderende <strong>be</strong>volking binnen onze regio zorgt ervoor dat de<strong>be</strong>roepsactieve <strong>be</strong>volking daalt.- Kinderopvangproblematiek dient aangepakt om zo ookalleenstaanden met kinderen, tewerkstellingskansen te kunnenaanbieden.- Knelpunt<strong>be</strong>roepen raken moeilijk ingevuld.- De tewerkstelling van kansengroepen verloopt moeizamer wanneerna een intensieve activering van de groepen een restgroepoverblijft waarbij meer moet gewerkt via voortrajecten vooraleereen sociale tewerkstelling te kunnen opstarten.211


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling6 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingenen actiesAan de hand van de bijeenkomsten van de werkgroep tewerkstelling werden eenaantal voorstellen en doelstellingen voorgesteld die hieronder geformuleerdworden. Vanuit een algemeen strategische doelstelling (op langere termijn) wordtverder verfijnd naar operationele doelstellingen met hieraan verbonden concreteacties.Strategische doelstelling 1Verhogen van tewerkstellingskansen voor kansengroepen door het voeren vaneen aangepast tewerkstellings<strong>be</strong>leidOperationele doelstelling 1.1Een <strong>be</strong>tere invulling van knelpunt<strong>be</strong>roepen binnen onze regio nastreven.Actie 1.1.1Om te komen tot een <strong>be</strong>tere invulling van knelpunt<strong>be</strong>roepen moeten dezeduidelijk worden geïnventariseerd en moet worden gezorgd voor de nodigeopleidingen en samenwerking met <strong>be</strong>drijven.Naast overleg met VDAB en lokale actoren kan hierrond ook regelmatig overlegmet uitzendkantoren worden gevoerd. Hiervoor moet worden nagegaan hoe eenstructureel werkgelegenheidsforum kan worden gecreëerd waarin de socialepartners daadwerkelijk zoeken naar mogelijkheden om de tewerkstellingsgraad inde gemeente en regio op te drijven en sociale tewerkstellingsinitiatieven teondersteunen.Het forum Werkwinkel Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> en het forumcomité is hiervoor eenperfect overlegorgaan. Vanuit onze lokale diensten zal hierin actief wordengeparticipeerd om de werking te ondersteunen.Operationele doelstelling 1.2Doorstromingen na sociale tewerkstelling optimaliseren.Actie 1.2.1Er moet worden gezocht om de doorstroming van de sociale tewerkstelling naar dereguliere ar<strong>be</strong>idsmarkt vlotter te laten verlopen. Momenteel blijkt dit in velegevallen een te grote stap. Wie over de nodige capaciteiten <strong>be</strong>schikt om door testromen naar een reguliere tewerkstelling moet een tewerkstellingstraject kunnenafleggen waarbij het niveau van tewerkstelling op een progressieve manier wordtopgebouwd zodat hij of zij op het einde van de sociale tewerkstelling kanoverstappen op een reguliere tewerkstelling. Ook hiertoe is samenwerking met deverschillende actoren noodzakelijk om een ruim werkgelegenheidsaanbod ter<strong>be</strong>schikking te heb<strong>be</strong>n zodat een ar<strong>be</strong>idstrajectplan op maat kan wordenaangeboden.212


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingActie 1.2.2Naast de personen die mits een opbouwend ar<strong>be</strong>idstraject kunnen worden klaargestoomd voor de reguliere tewerkstelling zijn er personen die niet over dezecapaciteiten <strong>be</strong>schikken. Voor de werknemers waarbij een reguliere tewerkstellingblijvend onhaalbaar is, moet binnen de sociale economie eenfinaliteittewerkstelling worden nagestreefd .Hiervoor is de hogere overheid <strong>be</strong>voegd om het nodige wettelijke kader tevoorzien. Vanuit de lokale <strong>be</strong>sturen en via het streekoverleg moeten hierrond denodige signalen worden geformuleerd.Operationele doelstelling 1.3Mobiliteit <strong>be</strong>ter afstellen op tewerkstelling.Actie 1.3.1Het mobiliteitsprobleem is veelal een knelpunt bij het vinden van eentewerkstelling voor personen uit de kansengroepen. Zij <strong>be</strong>schikken meestal nietover eigen vervoer en zijn aangewezen op het openbaar vervoer om zich teverplaatsen. Dit openbaar vervoer blijkt veelal niet aangepast aan verplaatsingennaar industriezones en niet aangepast aan de werktijdregeling van de <strong>be</strong>drijven.Binnen het kader van deze verplaatsingsmoeilijkheden moet worden nagegaan ofsamenwerkingsverbanden kunnen worden opgestart tussen verschillende <strong>be</strong>drijvenonderling. Tevens moet worden nagekeken of hierbij mogelijkheden zijn totondersteuning vanuit het provincie<strong>be</strong>stuur dat instaat voor subsidiëring vandergelijke projecten.Operationele doelstelling 1.4Creëren van bijkomende sociale tewerkstelling afgesteld op de noden van onzeregio.Actie 1.4.1De sociale economie moet nog over een groeipotentieel kunnen <strong>be</strong>schikken. Dedienstensector is de sector bij uitstek om duurzame tewerkstelling te kunnencreëren voor kansengroepen.Op deze manier kan tevens een maatschappelijke meerwaarde gegenereerdworden die de leefbaarheid van stad en regio verhogen.Gezien de verouderende <strong>be</strong>volking binnen onze regio en een relatief hoog aantalonaangepaste woningen kan een buurtdienst worden opgestart om onder andere deveiligheid en het primair comfort binnen deze huizen te ver<strong>be</strong>teren. Via eenklusjesdienst, opererend binnen de regio, ingevuld met <strong>sociaal</strong> tewerkgestelden enmits professionele ondersteuning, zouden dergelijke werken kunnen wordenuitgevoerd, waarbij naast sociale tewerkstelling ook het woonpatrimonium binnende regio kan worden ver<strong>be</strong>terd.Samen met plaatselijke actoren die onderlegd zijn op het vlak van renovatie en ophet vlak van omgaan met sociale tewerkstellingen moet worden in hoeverre eendergelijk initiatief haalbaar is en hoe dit kan worden uitgebouwd.213


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingActie 1.4.2Vanuit het OCMW kunnen via de mogelijkheden tot tewerkstelling binnen hetkader van art. 60§7 van de organieke wet verder sociale tewerkstellingen wordenaangeboden aan leefloongenieters en financiële steungenieters.Momenteel wordt dit reeds zo goed mogelijk opgevolgd en lopen hiersamenwerkingsverbanden met de Kringwinkel Vlaamse Ardennen, Groep Intro enGrijkoort waarbij tewerkgestelden binnen het kader van art. 60§7 kunnen wordenter <strong>be</strong>schikking gesteld van de vermelde organisaties. Deze tewerkstellingsvormenmoeten worden <strong>be</strong>houden en indien mogelijk en/of noodzakelijk uitgebreid. Ter<strong>be</strong>schikkingstellingenvan dergelijke tewerkstellingen binnen de stadsdiensten isnog een openstaande mogelijkheid.Om deze werking op te volgen werd reeds binnen de sociale dienst van het OCMWde cel ‘Weer-Werk’ opgericht die zich toespitst op de ar<strong>be</strong>idstraject<strong>be</strong>geleidingvan leefloon- en financiële steungenieters.Operationele doelstelling 1.5Maatschappelijk verantwoord ondernemen promoten.Bij de term ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’ wordt uitgegaan van hetfeit dat <strong>be</strong>drijven niet geïsoleerd werken, maar deel uitmaken van eenmaatschappij en verantwoordelijkheden heb<strong>be</strong>n tegenover de lokale gemeenschap,zakenpartners, leveranciers, consumenten en inzake bv. mensenrechten en milieu.Bedrijven moeten streven naar een dynamisch evenwicht tussen de <strong>be</strong>langen vaneconomisch succes en ecologisch evenwicht, wat leidt tot een duurzaam zakelijksucces.Actie 1.5.1Als <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur het maatschappelijk verantwoord ondernemen zelf invoeren enpromoten.Actie 1.5.2Invoering van sociale clausules bij (grote) aan<strong>be</strong>stedingen.De sociale clausule voorziet in een clausule om <strong>be</strong>paalde doelgroepen(werkzoekenden die een opleiding volgden of werkervaring opdeden) te werk testellen.Actie 1.5.3Voor<strong>be</strong>eldfunctie stad en OCMW door in eigen werkgelegenheids<strong>be</strong>leid prioritairaandacht te schenken aan kansengroepen.Operationele doelstelling 1.6Nederlands voor anderstaligen.Actie 1.6.1Voor anderstaligen in het volgen van Nederlandse lessen een cruciaaluitgangspunt.Samenwerking tussen het Huis van het Nederlands en de sociale dienst van hetOCMW leverde reeds concrete afspraken op zodat het volgen van de lessen en het214


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling<strong>be</strong>reikte niveau van de kennis van de Nederlandse taal kunnen worden opgevolgd.Op deze manier kan sneller een passend ar<strong>be</strong>idstraject worden aangeboden.Bovendien werd met het Huis van het Nederlands en met ONOV, dat instaat voorhet onthaal en de inburgering van nieuwkomers, een samenwerking opgestartwaarbij deze diensten wekelijkse zitdagen organiseren binnen de gebouwen vanhet OCMW. Op deze manier komt men tot een vlottere doorverwijzing vancliënten en een vlottere samenwerking tussen de verschillende diensten.Deze samenwerking moet verder worden <strong>be</strong>houden en uitgediept om tot eenvlottere tewerkstelling van anderstaligen te kunnen komen.Het OCMW zal voor de anderstalige personen die genieten van een financiëlesteunverlening en die financiële lasten moeten dragen wegens het volgen van eenopleiding Nederlands en/of inburgeringscursus, de kosten verbonden aan hetvolgen van deze opleidingen ten laste nemen en zo de <strong>be</strong>trokkenen alle kansen opinburgering bieden.Operationele doelstelling 1.7Preventief werken naar jongeren toe.Actie 1.7.1Jongeren vanuit het deeltijds onderwijs de mogelijkheid aanbieden om binnen hetkader van brugprojecten de nodige ervaringen op te doen en ar<strong>be</strong>idsattitude aante leren om zo meer gewapend op de ar<strong>be</strong>idsmarkt te verschijnen. Het <strong>be</strong>trefthier een groep jongeren met minder mogelijkheden die tewerkstelling moetenzoeken. Via een brugproject met de nodige deskundige ondersteuning van dejongeren en het <strong>be</strong>geleidend personeel kan preventief worden gewerkt met dezejongeren en kunnen hen extra kansen worden aangeboden voor hun toekomst.Hiertoe werd voor de brugprojecten een samenwerkingsverband opgestart enuitgebouwd met Groep Intro, waarbij Groep Intro instaat voor de administratieveomkadering en juridische tewerkstelling. De tewerkstellingsplaatsen wordenaangeboden door het OCMW binnen de eigen diensten. Zodoende wordt door hetOCMW aan 6 leerlingen een tewerkstellingsplaats aangeboden met de nodigeondersteuning op de werkvloer.Gezien de preventieve waarde van een dergelijk project moet dit in de toekomst<strong>be</strong>houden blijven. Indien op vraag van de scholen het aantal ter <strong>be</strong>schikkinggestelde plaatsen binnen de regio zou moeten worden uitgebreid, engageren wijons om bijkomende brugprojectplaatsen te zoeken en te creëren, in samenwerkingmet de huidige actoren.Operationele doelstelling 1.8Uitbouw kinderopvang.Actie 1.8.1Werkzoekenden met kinderen dienen bij het solliciteren veelal rekening te houdenmet de mogelijkheden van de <strong>be</strong>staande kinderopvang. Gezien de flexibiliteit dievanuit de <strong>be</strong>drijfswereld wordt gevraagd aan de werknemers kan dit conflictenopleveren i.v.m. de opvang van de kinderen.215


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingMomenteel worden vanuit de stad reeds verschillende initiatieven genomenomtrent kinderopvang, zoals voor- en naschoolse kinderopvang in de Oudenaardsescholen, opvang in het Begijnhof, de dienst opvanggezinnen, speelpleinwerkingtijdens vakanties, ….Flexi<strong>be</strong>le en occasionele kinderopvang die afgestemd is op varia<strong>be</strong>le tewerkstellingen/of opleidingen blijft een probleemfactor.De stad zal het initiatief nemen voor de oprichting van een <strong>lokaal</strong> overlegkinderopvang waarin vertegenwoordigers van kinderopvangorganisaties zitten enook gebruikers. Tevens zal een vertegenwoordiger vanuit VDAB/Lokale Werkwinkelworden gevraagd om deel te nemen aan dit <strong>lokaal</strong> overleg.Hierdoor zal de link worden gelegd naar tewerkstelling en zal worden gezocht naarpassende oplossingen.Het aspect kinderopvang wordt verder in het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> uitvoerig <strong>be</strong>sproken inhet hoofdstuk omtrent kinderopvang.Operationele doelstelling 1.9Sensibiliseren voor opleiding en studie.Actie 1.9.1Door het volgen van passende opleiding kunnen de kansen op de ar<strong>be</strong>idsmarktworden verhoogd.Naast de VDAB bieden ook verschillende derden interessante opleidingen aan.Personen uit kansengroepen moeten worden <strong>be</strong>geleid naar een passende opleidingen gemotiveerd.Waar vroeger het stempel<strong>lokaal</strong> een ideale locatie was voor de <strong>be</strong>kendmaking van<strong>be</strong>staande opleidingen is dit informatiekanaal voor de derden weggevallen samenmet het wegvallen van de stempelcontrole.Stad en OCMW kunnen via hun <strong>be</strong>staande publicaties voor de <strong>be</strong>volking aan dezederden een mogelijkheid bieden om alle inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> te <strong>be</strong>reiken eninformatie te verschaffen omtrent <strong>be</strong>staande opleidingen. Dit dan <strong>be</strong>st via eengezamenlijk opgesteld overzicht samengesteld door de verschillende lokaleactoren.Actie 1.9.2De wet van 26 mei 2002 <strong>be</strong>treffende het recht op maatschappelijke integratiestreeft er naar om iedereen deelname aan het maatschappelijke leven tegaranderen.Deze integratie kan op verschillende manieren worden nagestreefd, met alseinddoel een passende tewerkstelling. Dit kan via het aanbieden van een eerste<strong>be</strong>roepservaring of via opleiding of zelfs studie met volledig leerplan.Vooral voor jongeren is dit duidelijk omschreven in de wet <strong>be</strong>treffende het rechtop maatschappelijke integratie: wanneer het opleidingsniveau van de jongereonvoldoende is, moet het opleidingsniveau worden verhoogd.Wanneer uit de ar<strong>be</strong>idstraject<strong>be</strong>geleiding blijkt dat via een passende opleiding ofstudie de jongere zijn inschakelingkansen sterk kan ver<strong>be</strong>teren, zal het OCMWhiervoor een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie afsluitenom de jongere te <strong>be</strong>geleiden bij zijn studie.216


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingStrategische doelstelling 2Samenwerking en afstemming van verschillende lokale actoren optimaliseren.Operationele doelstelling 2.1Samenwerking tussen verschillende actoren optimaliseren.Actie 2.1.1Intergemeentelijke samenwerking in de regio Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> opstarten.Samenwerking tussen de verschillende lokale overheden nastreven zodoende datook kleinere lokale <strong>be</strong>sturen <strong>be</strong>ter kunnen <strong>be</strong>trokken worden bij socialetewerkstelling. Als centrumgemeente kan <strong>Oudenaarde</strong> hierin een centrale rolspelen.Op deze manier kan een ruimer aanbod aan tewerkstellingsmogelijkheden voorkansengroepen worden gecreëerd waardoor een meer sluitend ar<strong>be</strong>idstrajectplankan worden aangeboden vanuit de traject<strong>be</strong>geleidingsdiensten.Actie 2.1.2Optimaliseren van de werking van de Lokale Werkwinkel vanuit een actief <strong>lokaal</strong><strong>be</strong>leid met de nodige aandacht voor het actief participeren aan verschillendeoverlegfora die actief zijn binnen het ar<strong>be</strong>idsge<strong>be</strong>uren.Actie 2.1.3Permanent zoeken om de samenwerking tussen lokale derden en het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuuruit te breiden en te optimaliseren, om de opleidingskansen en werkgelegenheidvan kansengroepen te ver<strong>be</strong>teren.Opnieuw moet hiertoe vanuit onze <strong>be</strong>sturen actief worden deelgenomen aan hetstreekoverleg en forum van de Lokale Werkwinkel Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong>. Hierbijworden de spelers van het werkveld verenigd en kan actief worden gezocht naarbijkomende samenwerkingsverbanden die kunnen bijdragen tot extratewerkstellingsmogelijkheden voor de kansengroepen binnen onze regio.Actie 2.1.4Sociale economie-initiatieven vragen om meer doorlopende opdrachten vanwegede lokale <strong>be</strong>sturen.Momenteel <strong>be</strong>staan heel wat samenwerkingsverbanden tussen lokale <strong>be</strong>sturen ensociale werkplaatsen.Maar om tewerkstelling te kunnen aanbieden aan de <strong>sociaal</strong> tewerkgesteldengedurende het volledige jaar wordt gevraagd om (meer) langdurige opdrachtentoegewezen te krijgen, wat nu soms enkel op piekmomenten het geval is.Dit staat reeds vermeld in het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> van de stad <strong>Oudenaarde</strong> (<strong>Oudenaarde</strong>Durft!): “De Stad wil stimulansen geven aan de sector van de socialetewerkstelling via partnership met gespecialiseerde organisaties en zal deovereenkomsten hier uitbreiden”.217


Deel 6 – Ar<strong>be</strong>id en tewerkstellingHet OCMW <strong>Oudenaarde</strong> maakt ook reeds deel uit van samenwerkingsverbandenm.b.t. het onderhoud van bossen en het Meerspoortpark, wat in de toekomst kan<strong>be</strong>houden blijven.Operationele doelstelling 2.2Verwerking en handelbaar maken van overvloed aan informatie.Actie 2.2.1Gezien de overvloed aan tewerkstellingsmaatregelen wordt gepleit voor hetoprichten van een soort ombudsfunctie, een centraal aanspreekpunt, waar dezewijzigende regelgeving kan worden opgezocht, bijgehouden en aangereikt aan delokale <strong>be</strong>sturen en de lokale actoren die actief zijn rond tewerkstelling. Ditaanspreekpunt kan ook instaan voor de communicatie tussen deze lokale <strong>be</strong>sturenen de andere plaatselijke actoren. Deze ombudsfunctie zou kunnen wordenopgericht in de schoot van de lokale werkwinkel.Eén aanspreekfiguur binnen de Lokale Werkwinkel kan als coördinator instaanvoor de opvolging van het werkgelegenheidsge<strong>be</strong>uren, met specifieke aandachtvoor de kansengroepen.218


Deel 7 – Personen met een handicapDeel 7 - Personen met een handicap1 InleidingVertrekkend vanuit de knelpunten van het vroegere Sociaal Impuls Fonds werd<strong>be</strong>slist om in het Lokaal Sociaal Beleidsplan o.a. te werken rond het themapersonen met een handicap.Per werkgroep werd een definitie opgemaakt waarin werd <strong>be</strong>paald waarrond dezewerkgroep zal werken.1.1 DefinitieMet personen met een handicap <strong>be</strong>doelen we personen met een verminderdezelfredzaamheid omwille van een mentale en/of motorische handicap en personenmet psychische en/of <strong>sociaal</strong>emotionele <strong>be</strong>perkingen uit <strong>Oudenaarde</strong> endaarbuiten.Deze werkgroep werkt rond:- opvang en <strong>be</strong>geleiding van personen met een handicap- sociale en fiscale voordelen voor personen met een handicap- toegankelijkheid van openbare gebouwen voor personen met een handicap.Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur heeft tevens een signaalfunctie t.o.v. de hogere overheid voorvragen waaraan het zelf niet tegemoet kan komen.Deze werkgroep werkt niet rond tewerkstelling van personen met een handicap. Ditwordt verder <strong>be</strong>handeld in de werkgroep Ar<strong>be</strong>id en Tewerkstelling.1.2 MethodiekVoor het uitschrijven van dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd <strong>be</strong>slist per werkthema eenwerkgroep op te richten, die het respectieve deel van het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> mee helptuitwerken.De werkgroep is samengesteld uit volgende diensten en instellingen:- Aarova- TWEB- Speelotheek De Zevensprong- Heuvelheem vzw- BLO De Horizon- Regionaal Welzijnsoverleg- MPIGO ’t Craeneveld- Revalidatiecentrum Ter Eecken- Familiehulp- Solidariteit voor het Gezin- Familiezorg219


Deel 7 – Personen met een handicapDe werkgroep kwam samen op volgende momenten:28/03/06, 20/06/06 en 26/06/07.Op deze vergaderingen werden volgende punten <strong>be</strong>sproken:- de voorstelling van de leden van de werkgroep;- een toelichting bij het decreet en het stappenplan;- een toelichting bij de oprichting van een stuurgroep en de taak en manier vanwerken van de werkgroepen;- de <strong>be</strong>spreking van de dienstverlening van de stad en het OCMW voor personenmet een handicap;- de <strong>be</strong>spreking van de positieve en negatieve elementen in de werking van deverschillende diensten en de mogelijkheden tot samenwerking endoorverwijzing;- de sneuvelnota.Voor het maken van het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd per werkgroep een dienstendoelgroepenmatrixopgemaakt en een SWOT-analyse.De dienstendoelgroepenmatrix geeft een overzicht van alle <strong>be</strong>staande diensten in<strong>Oudenaarde</strong>, op basis waarvan kan worden uitgemaakt op welke terreinen er noggeen dienstverlening is en op welke terreinen verschillende diensten overlappendwerken.1.3 ParticipatieVoor de opmaak van dit hoofdstuk werd vnl. een <strong>be</strong>roep gedaan op de inbreng vande leden van de werkgroep personen met een handicap. Het <strong>be</strong>treft hier dienstenen instellingen die werkzaam zijn in de gehandicaptensector.In het kader van het luik toegankelijkheid van openbare gebouwen werd een<strong>be</strong>roep gedaan op de resultaten van het onderzoek dat in 2004 door de stedelijkegezinsraad werd gevoerd naar de toegankelijkheid van openbare gebouwen voorgezinnen met kinderen. Dit kan doorgetrokken worden naar personen die moeilijkte <strong>be</strong>en zijn of zich in een rolstoel verplaatsen.De gezinsraad en de seniorenraad, 2 stedelijke adviesraden, geven soms adviezennaar het stads<strong>be</strong>stuur m.b.t. de situatie van personen met een handicap in hetkader van thema’s die zij <strong>be</strong>handelen.220


Deel 7 – Personen met een handicap2 Omgevingsanalyse en conclusies2.1 Aantal personen met een handicap in 2006 370 tot 17 jaar 18 tot 64 jaar 65 jaar en ouder Totaal<strong>Oudenaarde</strong> 84 323 49 456Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 313 1 219 286 1.818Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 4 851 15 974 2 571 23 396<strong>Vlaanderen</strong> 20 715 75 615 10 433 106 763Deze cijfers geven een <strong>be</strong>eld van het aantal personen met een handicap die eenPEC-ticket heb<strong>be</strong>n gekregen. De PEC, Provinciale Evaluatiecommissie, gaat na ofiemand in aanmerking komt voor bijstand vanwege het Vlaamse Agentschap en voorwelke bijstand, en <strong>be</strong>zorgt zo een PEC-ticket.In <strong>Oudenaarde</strong> wonen 456 personen met een PEC-ticket. Dit is 1,60 % van deOudenaardse <strong>be</strong>volking.Ten opzichte van het arrondissement is dit 25,08 % en ten opzichte van Oost-<strong>Vlaanderen</strong> is dit 1,95 %.2.2 Aantal personen met een handicap volgens leeftijdscategorie in2006 38 0 tot 17 jaar 18 tot 64 jaar 65 jaar en ouder Totaal<strong>Oudenaarde</strong> 84 323 49 456Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 4 851 15 974 2 571 23 396<strong>Vlaanderen</strong> 20 715 75 615 10 433 106 763De grootste groep personen met een handicap situeert zich in de leeftijdsgroeptussen 18 en 64 jaar.2.3 Aantal rechtheb<strong>be</strong>nden op een integratietegemoetkoming (IT)of een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) van de FODSociale Zekerheid 392005 2005 2006 2006IT IVT IT IVT<strong>Oudenaarde</strong> 276 159 277 183Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 1 203 707 1 228 797Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 13 374 8 141 13 856 9 253<strong>Vlaanderen</strong> 56 608 34 008 58 522 38 61037 Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap uit Sociale Situatieschets Oost-<strong>Vlaanderen</strong>2006 – Inge Dellaert – p. 107.38 Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.39 FOD Sociale Zekerheid, dienst personen met een handicap via Lokale Statistieken.221


Deel 7 – Personen met een handicap2.4 Aantal rechtheb<strong>be</strong>nden op een tegemoetkoming voor hulp aan<strong>be</strong>jaarden van de FOD Sociale Zekerheid 40 2006GemeenteHulp aan Bejaarden<strong>Oudenaarde</strong> 4762.5 Aantal <strong>be</strong>gunstigden op de verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering– 2004 41 2003 2004<strong>Oudenaarde</strong> 448 454Arro <strong>Oudenaarde</strong> 10 836 11 073Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 118 968 118 080<strong>Vlaanderen</strong> 488 381 486 213Ongeveer 1,60% van de Oudenaardse <strong>be</strong>volking geniet van de verhoogdetegemoetkoming in de ziekteverzekering.2.5 Aantal <strong>be</strong>gunstigden van de zorgverzekering in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>– 2003-2004 42 Mantel- enthuiszorg 2003Mantel- enthuiszorg 2004Residentiële zorg2003Residentiële zorg2004<strong>Oudenaarde</strong> 420 413 229 330Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 1 807 1 805 1 099 1 501Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 18 994 19 923 11 545 16 201<strong>Vlaanderen</strong> 80 299 85 262 45 202 61 051Ongeveer 2,64% van de Oudenaardse <strong>be</strong>volking geniet van de zorgverzekering.2.6 Aantal <strong>be</strong>gunstigden van de mantelzorgpremie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>– 2003-2005 43 2003 2004 2005<strong>Oudenaarde</strong> 25 32 44Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 47 65 100Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 241 346 641Slechts 0,16% geniet van de provinciale mantelzorgpremie. Door het verlagen vande leeftijd van de zorg<strong>be</strong>hoevende van 70 jaar naar 21 jaar en het aanpassen vande inkomensgrenzen zullen in de toekomst waarschijnlijk meer mensen kunnengenieten van deze premie.40 FOD Sociale Zekerheid. Dienst statistieken.41 FOD Sociale Zekerheid via Lokale Statistieken en <strong>be</strong>rekeningen Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.42 MVG – Vlaamse Zorgverzekering via Lokale Statistieken.43 Dienst Welzijn Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong> – reglement 2005.222


Deel 7 – Personen met een handicap2.7 Aantal <strong>be</strong>gunstigden van de mantelzorgpremie van het OCMW –2006In 2006 genoten 37 personen een mantelzorgpremie van het OCMW.2.8 Onderwijssituatie van kinderen en jongeren met een handicap 44/ Leerlingen in het buitengewoon onderwijs, schooljaar 2005-2006kleuteronderwijsJongensMeisjes<strong>Oudenaarde</strong> 5 3Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 19 17Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 294 151<strong>Vlaanderen</strong> 1 230 591In het buitengewoon onderwijs daalde het aantal kleuters in het schooljaar 2005-2006 lichtjes t.o.v. het schooljaar 2004-2005.lager onderwijsJongensMeisjes<strong>Oudenaarde</strong> 75 45Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 307 198Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 3 715 2 309<strong>Vlaanderen</strong> 16 700 10 053In het lager onderwijs steeg het aantal leerlingen in het schooljaar 2005-2006 invergelijking met 2004-2005.secundair onderwijsJongensMeisjes<strong>Oudenaarde</strong> 47 20Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 182 77Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 2 425 1 527<strong>Vlaanderen</strong> 11 129 6 672In het schooljaar 2005-2006 steeg het aantal leerlingen t.o.v. 2004-2005 en dit ookop Vlaams niveau.In totaal zaten er in het schooljaar 2005-2006 195 leerlingen uit <strong>Oudenaarde</strong> in hetbuitengewoon onderwijs.Op 01/01/07 telde <strong>Oudenaarde</strong> 5 050 kinderen tussen 3 en 19 jaar. 3,86% van dekinderen tussen 3 en 19 jaar zit in het buitengewoon onderwijs.44 Departement Onderwijs uit Sociale Situatieschets Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 2006 – Inge Dellaert – p. 113.223


Deel 7 – Personen met een handicap2.9 Participatie van kinderen en jongeren met een handicap aanhet jeugdwerk in 2005 45 2005<strong>Oudenaarde</strong> 92Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 140Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 2 264Het aanbod aan jeugdwerk in <strong>Oudenaarde</strong> specifiek voor kinderen met eenhandicap is niet zo groot.Deze 92 jongeren uit <strong>Oudenaarde</strong> nemen deel aan de activiteiten van Aka<strong>be</strong>(Scouts en Gidsen <strong>Vlaanderen</strong>), JOM, Bloemenstad, Oranje vzw, VFG Jong(socialistische mutualiteit) en Kazou (christelijke mutualiteit).2.10 Aanbod voor personen met een handicap: erkenningen op31/12/2005 46 Oost-<strong>Vlaanderen</strong> Oost-<strong>Vlaanderen</strong> <strong>Vlaanderen</strong>Erkenningstype Aantal % AantalInternaat 1 201 24,74 4 855Semi-internaat 901 24,07 3 744Observatiecentrum 35 10,39 337Begeleid wonen 405 17,81 2 274Zelfstandig wonen 55 23,21 237Beschermd wonen 221 22,03 1 003Tehuis werkenden 226 19,47 1 161TNW <strong>be</strong>zigheid 1.009 24,10 4 187TNW nursing 987 22,38 4 410Dagcentrum 772 21,49 3 593Thuis<strong>be</strong>geleiding 1 126 25,47 4 421Kortverblijf 30 22,56 133Plaatsing in gezinnen 137 16,49 831Wonen onder36 20,45 176<strong>be</strong>geleidingTotaal 7 141 22,77 31 362Via de erkenningen kunnen we zicht krijgen op het <strong>be</strong>staande aanbod.Internaat, semi-internaat, tehuizen niet-werkenden en thuis<strong>be</strong>geleiding zijn degrootste zorgvormen in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.Globaal genomen zit het aanbod voor personen met een handicap in de lift. Degrote oorzaak van het toenemend aantal erkenningen is dat de laatste jaren opVlaams niveau telkens opnieuw budgetten werden vrijgemaakt voor uitbreiding vande sector personen met een handicap.2.11 Geregistreerde wachtenden op zorgIn 1994 werd in Oost-<strong>Vlaanderen</strong> de registratie van zorgvragen van personen meteen handicap opgestart.45 Bevraging aanbod door sector Jeugd, dienst Welzijn.46 Ibidem – p 109.224


Deel 7 – Personen met een handicapVanaf 1998 werd per provincie een Centrale Wachtlijst voor personen met eenhandicap bijgehouden. De centrale wachtlijst geeft ons een zicht op het aantalpersonen dat een vraag stelt naar een specifieke zorgvorm.In 2004 stonden 1 944 personen geregistreerd. In 2006 gaat het om 2 612 personen.Ondanks het uitbreidings<strong>be</strong>leid blijft het aantal ingeschrevenen evolueren. Dat kandeels worden verklaard door de grotere <strong>be</strong>kendheid van de wachtlijst, de opnamevan toekomstige vragen, het feit dat handicaps vaker en vroeger wordengedetecteerd en <strong>be</strong>ter geregistreerd en de druk vanuit het Vlaams Agentschap omvoorrang te geven aan mensen op de wachtlijst.2.12 Aantal geregistreerden per zorgvorm op de centrale wachtlijstOost-<strong>Vlaanderen</strong> op 01/01/2005 en 2006 47Zorgvorm 2005 2006Begeleid wonen 336 363Beschermd wonen 128 165Dag<strong>be</strong>steding 2 1Dagcentrum 309 335Dagcentrum / <strong>be</strong>geleid werken 28 36Gezinsplaatsing gewoon stelsel 11 16Gezinsplaatsing wonen onder10 9<strong>be</strong>geleiding particulierInternaat 86 105Semi-internaat 95 126Semi-internaat niet2 7schoolgaandenTehuis niet-werkenden gewoon649 688stelselTehuis niet-werkenden nursing 319 324Tehuis voor kortverblijf 10 16Tehuis werkenden 62 72Thuis<strong>be</strong>geleiding 389 359Woon / <strong>be</strong>geleidingsvorm 0 1Zelfstandig wonen 38 48Andere 2 2Totaal 2 673OpmerkingHet aantal zorgvragen per jaar is groter dan het aantal personen met een handicapper jaar. Dit kan worden verklaard door het feit dat één persoon zich tegelijkertijdinschrijft voor meerdere zorgvormen.Het grootste aantal vragen situeert zich bij tehuis niet-werkenden, <strong>be</strong>zigheid ennursing. Dit heeft te maken met het feit dat er een <strong>be</strong>perkte doorstroming is ophet ogenblik dat een persoon een plaats heeft verworven binnen deze sector.Voor bijna elke zorgvorm is de vraag toegenomen. De grootste toename is er voor<strong>be</strong>schermd wonen, internaat, semi-internaat en thuis<strong>be</strong>geleiding.47 Centrale wachtlijst voor personen met een handicap uit Sociale situatieschets Oost-<strong>Vlaanderen</strong>2006 – Inge Dellaert – p 117.225


Deel 7 – Personen met een handicapDe groei van het aantal vragen naar <strong>be</strong>schermd wonen hangt samen met detoenemende <strong>be</strong>kendheid en populariteit van de deze zorgvorm.Bij thuis<strong>be</strong>geleidingsdiensten is de instroom groter dan de uitstroom, waardoor hetaantal wachtenden toeneemt.De groei van de vragen naar internaat en semi-internaat valt te verklaren door hettoenemend aantal registraties bij minderjarigen.2.13 Aantal geregistreerden per leeftijdscategorie op de centralewachtlijst Oost-<strong>Vlaanderen</strong> op 01/01/06 48Leeftijd 2005 20060 tot 5 160 1656 tot 10 197 20511 tot 15 105 11116 tot 20 320 40321 tot 25 337 32826 tot 30 210 22331 tot 35 212 23236 tot 40 206 22941 tot 45 170 18946 tot 50 172 17751 tot 55 140 14456 tot 60 112 12161 tot 65 61 5866 tot 70 21 2071 tot 75 5 376 tot 80 2 080+ 1 0On<strong>be</strong>kend 0 4Totaal 2 431 2 612Het grootste aantal zorgvragen situeert zich tussen 16 en 20 jaar. Vanaf 35 jaarneemt het aantal vragen af.De groei bij de 16- tot 20-jarigen is het gevolg van een toename van de registratiesbij minderjarigen. De daling vanaf 35 jaar heeft te maken met het feit dat menvanaf die leeftijd meestal een oplossing heeft gevonden.Vanaf de leeftijd van 65 jaar kan men zich niet meer inschrijven bij het VlaamsAgentschap.48 Centrale wachtlijst voor personen met een handicap uit Sociale situatieschets Oost-<strong>Vlaanderen</strong>2006 – Inge Dellaert – p 120.226


Deel 7 – Personen met een handicap2.14 Cijfergegevens stedelijke speel-o-theek 49Aantal ledeninstellingenAantal ledengezinnenBezoekeninstellingenBezoekengezinnenOntleningeninstellingenOntleningengezinnen2002 2003 2004 2005 200632 36 42 42 3746 55 49 40 47195 257 335 331 297284 313 321 260 2171 170 1 542 2 010 1 986 1 782852 939 963 780 6512.15 Algemene conclusie vanuit de cijfergegevensHet aantal cijfergegevens rond personen met een handicap op gemeenteniveau isveeleer <strong>be</strong>perkt.Op basis van de <strong>be</strong>schikbare cijfergegevens kunnen we algemeen genomen stellendat de groep van personen met een handicap niet zo groot is in verhouding tot hettotaal aantal inwoners van <strong>Oudenaarde</strong>.49 Jaarverslagen stads<strong>be</strong>stuur <strong>Oudenaarde</strong>.227


Deel 7 – Personen met een handicap3 Voorstelling dienstverleningsaanbod3.1 Stads<strong>be</strong>stuur en OCMW3.1.1 Sociale dienst stad <strong>Oudenaarde</strong>Sociale dienst, Tussenmuren 17, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Openingsuren:Van maandag tot vrijdag.Alle voormiddagen van 08.30 tot 12.00 uur en op maandag- en woensdagnamiddagvan 13.30 tot 17.30 uur.Bij de sociale dienst van de stad kan met terecht voor aanvragen vaninvaliditeitsuitkeringen bij de FOD Sociale Zekerheid en de aanvraag van sociale enfiscale voordelen.De sociale dienst is een laagdrempelige eerstelijnsdienst die zich in eerste instantiericht naar de volledige Oudenaardse <strong>be</strong>volking. Men kan er terecht met allerhandevragen en problemen van uiteenlopende aard (kinderbijslag, huurwetgeving,thuiszorg, <strong>be</strong>lastingen, sociale leningen, openbaar vervoer, zorgverzekering, …).De sociale dienst pro<strong>be</strong>ert in eerste instantie zelf een antwoord te bieden op dezevragen en/of een oplossing te zoeken voor de gestelde problemen. Indien dit nietmogelijk is worden de <strong>be</strong>trokkenen doorverwezen naar meer gespecialiseerdediensten.De sociale dienst richt zich specifiek naar 2 <strong>be</strong>paalde doelgroepen, namelijk naarpersonen met een handicap én personen die de pensioengerechtigde leeftijd<strong>be</strong>reikt heb<strong>be</strong>n. Zij kunnen hier terecht voor:- aanvragen van tegemoetkomingen aan gehandicapten;- aanvraag van het <strong>sociaal</strong> telefoontarief en het <strong>sociaal</strong> tarief voor gas enelektriciteit;- aanvraag parkeerkaart voor gehandicapten;- aanvraag huursubsidie en installatiepremie;- aanvraag mantelzorgpremies;- aanvraag vrijstelling van de taksen op autovoertuigen;- aanvraag vermindering onroerende voorheffing;- aanvraag vermindering abonnementsgeld voor ka<strong>be</strong>laansluiting;- aanvraag vrijstelling van de saneringsbijdrage opgenomen in dedrinkwaterfactuur;- vrijstelling van de draagplicht van de autogordel.De sociale dienst heeft ook een informatieve opdracht t.o.v. de <strong>be</strong>volking.Daar waar mogelijk wordt de <strong>be</strong>volking aangeschreven omtrent <strong>be</strong>paaldevoordelen. De dienst <strong>be</strong>schikt ook over een infobrochure voor de <strong>be</strong>volking (socialegids), waarin alle voordelen opgenomen zijn, die via de sociale dienst kunnenworden verkregen.228


Deel 7 – Personen met een handicapOm de <strong>be</strong>volking te informeren wordt regelmatig een artikel opgenomen in hetInfomagazine van de stad.Bij mensen die door omstandigheden niet zelf naar de dienst kunnen komenworden huis<strong>be</strong>zoeken gedaan.3.1.2 Kinderopvang BegijnhofKinderopvang Begijnhof, Levietenstraat 5, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Openingsuren:Van maandag tot vrijdag van 08.00 tot 18.00 uur en op zaterdag van 09.00 tot18.00 uur.Tijdens de schoolvakanties van 07.30 tot 18.00 uur.Bij de stedelijke kinderopvang Begijnhof kan men o.a. terecht voor ziekenopvangvan gehandicapte kinderen.Kinderopvang Begijnhof staat in voor de opvang van kinderen tussen 0 en 12 jaar.Naast de opvangfunctie staat de dienst ook in voor ziekenopvang ten huize vanzieke en gehandicapte kinderen op het grondgebied van <strong>Oudenaarde</strong>. De opvangwordt verzorgd van maandag tot vrijdag van 07.00 tot 18.00 uur, met eenmaximum van 10 uur per dag. Tijdens de schoolvakanties wordt er geenziekenopvang gedaan.Indien een oproep niet kan worden <strong>be</strong>antwoord, wordt er doorverwezen naar ensamengewerkt met de verschillende mutualiteiten op het grondgebied van<strong>Oudenaarde</strong>.3.1.3 Dienst babysittingDienst Babysitting, sociale dienst, Tussenmuren 17, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>De stedelijke dienst babysitting staat o.a. in voor het babysitten bij gehandicaptekinderen in het weekend of tijdens vakantieperiodes.3.1.4 Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzwDienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw, Tussenmuren 17, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Dienst Opvanggezinnen <strong>Oudenaarde</strong> vzw, Woeker 22, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Openingsuren:Maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagnamiddag van 13.00 tot 17.00 uur.De stedelijke vzw Dienst Opvanggezinnen verzorgt o.a. opvang van kinderen metspecifieke zorg<strong>be</strong>hoeften.Het is een dienst voor onthaalouders erkend door Kind en Gezin en werkzaam ingroot <strong>Oudenaarde</strong>.De onthaalgezinnen staan in voor de opvang van kinderen tussen 0 en 12 jaar vanouders, die door werk-, levens- of materiële omstandigheden niet de mogelijkheid229


Deel 7 – Personen met een handicapheb<strong>be</strong>n hun kinderen zelf op te voeden. De dienst streeft naar een opvangmilieudat de vertrouwde familiale sfeer van een gezin zo goed mogelijk <strong>be</strong>nadert.De dienst verzorgt zowel dagopvang (volle en halve dagen) als voor- en naschoolseopvang.De onthaalouders worden voortdurend <strong>be</strong>geleid en bijgeschoold door dedienstverantwoordelijken.De dienst onthaalouders <strong>be</strong>schikt over een uitleendienst van aangepastspelmateriaal dat kan worden gebruikt door de onthaalgezinnen. Daarnaast<strong>be</strong>schikt de dienst ook over een documentatiecentrum voor de onthaalmoeders.3.1.5 Speelotheek De ZevensprongStedelijke speelotheek De Zevensprong, Maagdendale 8, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Openingsuren:Maandag en woensdag van 13.30 tot 17.00 uur.Dinsdag, donderdag en vrijdag van 08.30 tot 12.00 uur.De speelotheek richt zich tot kinderen en volwassen gehandicapten, langdurigzieken en moeilijk lerenden en mensen met een psychische problematiek. Dedienst wil ten aanzien van dit doelpubliek het gebruik van aangepast enontwikkelingsgericht spel- en <strong>be</strong>zigheidsmateriaal <strong>be</strong>vorderen. Tevens wil despeelotheek een bijdrage leveren in het zoeken naar <strong>be</strong>zigheden die afgestemd zijnop het ontwikkelingsniveau en de interesses van de gebruikers.Bij de speelotheek kan men terecht voor:Documentatie- en informatiecentrum rond <strong>be</strong>zigheidsactiveringHier kan men terecht voor advies in verband met mogelijke <strong>be</strong>zigheden envrijetijds<strong>be</strong>steding voor gehandicapten, aangepast aan hun vaardigheidsniveau.Men kan er eveneens terecht voor documentatie over spelontwikkeling, aangepast<strong>be</strong>zigheidsmateriaal en dienstverlening in verband met <strong>be</strong>zigheidsactivering.Daarnaast kan men advies krijgen in verband met de kwaliteit en deaankoopmogelijkheden van <strong>be</strong>zigheidsmateriaal met <strong>be</strong>trekking tot het gebruik ende toepassing afgestemd op de specifieke gebruikers.Uitleendienst van aangepast spel- en <strong>be</strong>zigheidsmateriaal met <strong>be</strong>geleidingDe speelotheek verzorgt het uitlenen van aangepast spel- en <strong>be</strong>zigheidsmateriaalen de uitleen van literatuur over <strong>be</strong>zigheidsactivering.Bezigheids- en vormingsactiviteiten expressiegroep De FantastenDe speelotheek staat in voor het inrichten en <strong>be</strong>geleiden van <strong>be</strong>zigheidsactiviteitenvoor gehandicapten, waarbij er specifiek aandacht wordt <strong>be</strong>steed aan deexpressiemogelijkheden van gehandicapten via activering van <strong>sociaal</strong>emotionele,motorische en zintuiglijke vaardigheden.Om de veertien dagen wordt er een zaterdagvoormiddag gewerkt rond muzikaleexpressie en drama voor gehandicapten waarbij wordt gestreefd naar de integratievan validen en mindervaliden.De speelotheek is <strong>be</strong>zig met het opstarten van een knutselwerkgroep, die zalinstaan voor het ontwerp en de constructie van gebruiksvriendelijke230


Deel 7 – Personen met een handicap<strong>be</strong>zigheidsmaterialen en die zal voorzien in de aanpassing van materialen om een<strong>be</strong>ter kwalitatief gebruik ervan te <strong>be</strong>vorderen voor de <strong>be</strong>oogde doelgroep.In de toekomst zal in de speelotheek een snoezelruimte worden ingericht .3.1.6 OCMWOCMW, sociale dienst, Sint Walburgastraat 9, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>OpeningsurenElke werkdag van 08.45 tot 11.45 uur en in de namiddag op afspraak.ThuiszorgpremieHet OCMW verleent een toelage aan personen of gezinnen die bij hen thuis een<strong>be</strong>jaarde verzorgen die hulp<strong>be</strong>hoevend is.Om aanspraak te kunnen maken op deze toelage moeten de <strong>be</strong>jaarde en deaanvrager aan een aantal voorwaarden voldaan inzake leeftijd, medische toestand,inkomen.De toelage <strong>be</strong>draagt € 2,48 per kalenderdag met een maximum van € 619,73 perjaar.De Vlaamse ZorgverzekeringHet OCMW is een partner van de Vlaamse Zorgkas en staat als <strong>lokaal</strong> agent in voorde intake van personen die wensen aan te sluiten en van gebruikers die eenaanvraag willen indienen.De Minder Mobielen CentraleDe Minder Mobielen Centrale is een dienstverlening van het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> enricht zich tot alle inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> met een <strong>be</strong>perkt inkomen dieverplaatsingsmoeilijkheden heb<strong>be</strong>n.Iedereen die wenst een <strong>be</strong>roep te doen op de MMC, dient uiteraard aan devoorwaarden te voldoen en <strong>be</strong>taalt hiervoor een jaarlijks lidgeld van € 7,00.Per rit <strong>be</strong>taalt men € 0,25 per km en € 0,25 administratiekosten.Het personenalarmsysteemHet OCMW <strong>be</strong>schikt over 23 personenalarmtoestellen.Het personenalarmtoestel wordt thuis aan het telefoontoestel verbonden en biedtde gebruiker de mogelijkheid om vanuit zijn woning een noodoproep uit te zenden.Deze noodoproep komt terecht bij een hulpcentrale die telefonisch contact zoektmet een aantal mogelijke hulpverleners (familie, buren, huisarts).Het personenalarmtoestel is <strong>be</strong>stemd voor zelfstandig wonende <strong>be</strong>jaarden, maarkan ook dienen voor bv. gehandicapten of chronische zieken als tijdelijkhulpmiddel gedurende een nazorgperiode ten gevolge van een geneeskundige<strong>be</strong>handeling.Er wordt een vergoeding gevraagd in verhouding met het inkomen.De klusjesdienstEen klusjesdienst staat ter <strong>be</strong>schikking van OCMW–cliënten, <strong>be</strong>jaarden engehandicapten met een klein inkomen.De klusjesdienst biedt hulp bij het onderhoud en het opknappen van de woning.231


Deel 7 – Personen met een handicapHet inkomen is <strong>be</strong>grensd tot 150 % van het barema leefloon volgens degezinssituatie en er wordt een bijdrage gevraagd die in verhouding is met hetinkomen.3.2 Andere locale actoren3.2.1 Revalidatiecentrum Ter Eecken<strong>Vlaanderen</strong>straat 2, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Het revalidatiecentrum heeft een audiologische dienst, een logopedische dienst eneen revalidatiecentrum.De audiologische dienst staat in voor de aanpassing van hoorapparaten.De logopedische dienst <strong>be</strong>handelt stem- en spraakstoornissen bij kinderen envolwassenen.Het revalidatiecentrum staat in voor multidisciplinaire revalidatie bij kinderen(ontwikkelings- en leergestoorde kinderen, stotteren, hyperactiviteit, mentalehandicap, autisme, concentratiestoornissen ).3.2.2 Psychiatrische Thuiszorg Het Akkoord.Terkerkenlaan 1A, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Het Akkoord staat in voor thuiszorg van chronische psychiatrische patiënten,teneinde hen via een ondersteunend netwerk te helpen zo zelfstandig mogelijk tefunctioneren in hun eigen thuismilieu.3.2.3 TWEBLeuzesesteenweg 138, 9600 RonseWerking:Het TWEB staat in voor de <strong>be</strong>geleiding aan huis van volwassenen met een handicapdie zelfstandig wonen of willen wonen met het oog op integratie en participatie inde samenleving.3.2.4 Heuvelheem – Activiteiten<strong>be</strong>geleidingKanunnikenstraat 123, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Via een ruim aanbod aan activiteiten wil men de mogelijkheden van de deelnemersmaximaal verruimen en ontplooien met het oog op een zelfstandiger functionerenbinnen de eigen omgeving.232


Deel 7 – Personen met een handicap3.2.5 Beschutte Werkplaats AarovaDe Bruwaan 45, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Aarova is erkend als <strong>be</strong>schutte werkplaats.3.2.6 Wit-Gele Kruis Oost-<strong>Vlaanderen</strong> – afdeling <strong>Oudenaarde</strong>Louise Mariekaai 9, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Werking:Het Wit-Gele Kruis staat in voor verpleegkundige en hygiënische verzorging aanhuis. Zij heb<strong>be</strong>n een uitleendienst van kleine hulpmiddelen en staan in voorziekenopvang aan huis.3.2.7 Diensten voor gezinshulpSolidariteit voor het GezinRemparden 12, bus 96, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>FamiliehulpKoningin Elisa<strong>be</strong>thlaan 3, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Familiezorg O-<strong>Vlaanderen</strong> – regio Vlaamse ArdennenZwartezusterstraat 18, 9000 GentThuishulp vzwTramstraat 69, 9052 GentWerking:Deze diensten verstrekken gezins- en <strong>be</strong>jaardenhulp, poetshulp, huishoudhulp,kraamhulp, …3.2.8 MutualiteitenChristelijke MutualiteitSint Jozefsplein 7, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Bond MoysonJacob Lacopsstraat 16, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Li<strong>be</strong>rale MutualiteitGentiel Antheunisplein 1, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>Onafhankelijk ZiekenfondsWittemolenstraat 64, 8200 BruggeWerking:233


Deel 7 – Personen met een handicapDe mutualiteiten staan in voor informatie en advies, individueel dossier<strong>be</strong>heer,terug<strong>be</strong>taling van de geneeskundige verstrekkingen en de opvang van noden enproblemen van hun leden.3.2.9 Algemeen Ziekenhuis <strong>Oudenaarde</strong>Minderbroederstraat 3, 9700 <strong>Oudenaarde</strong>234


Deel 7 – Personen met een handicap4 Toegankelijkheid openbare gebouwen stad en OCMW.In 2004 voerde de gezinsraad een onderzoek uit naar de toegankelijkheid van deopenbare gebouwen voor gezinnen met kinderen en personen met een handicap.Het <strong>be</strong>grip toegankelijkheid werd gedefinieerd als:- <strong>be</strong>schikbaar- <strong>be</strong>reikbaar- <strong>be</strong>treedbaar- bruikbaar- <strong>be</strong>grijpbaar.Volgende knelpunten werden gesignaleerd:Administratief Centrum Maagdendale:- de tweede toegangsdeur is moeilijk te openen.Bibliotheek:- de toegangsdeur is moeilijk te openen;- de lift is onvoldoende aangeduid.Abdij Maagdendale (archief, tekenacademie):- er is geen schuine helling aan de ingang van het gebouw;- er is geen trapleuning bij de ingang van het gebouw;- de toegangsdeur is te smal voor een kinderwagen of een rolstoel;- de toegangsdeur is moeilijk te openen;- er is geen lift aanwezig in het gebouw.Stadhuis (officiële ruimtes):- er is geen schuine helling voorzien als toegang van het gebouw;- er is geen trapleuning aanwezig bij de ingang tot het gebouw;- de toegangsdeur is moeilijk te openen;- er is geen lift aanwezig.Stadhuis (Dienst Toerisme en tentoonstellingsruimtes):- de deur is moeilijk te openen;- er is geen lift aanwezig.CC De Woeker en Muziekacademie:- binnen de gebouwen zijn de trappen soms hinderlijk.Stedelijk zwembad:- de tweede toegangsdeur is moeilijk te openen;- de toegang tot de lift is niet gebruiksvriendelijk.Jeugdcentrum Jotie:- de toegangsdeur is vrij zwaar.Huis de Lalaing:235


Deel 7 – Personen met een handicap- de toegang tot het gebouw en de verplaatsing binnenin het gebouw vallenmoeilijk met een kinderwagen of een rolstoel.Kasteel Park Liedts:- er is geen schuine helling;- er is geen trapleuning aanwezig.OCMW gebouw:- de toegangsdeur is moeilijk te openen.236


Deel 7 – Personen met een handicap5 DienstendoelgroepenmatrixDe werkgroep merkt op dat er in <strong>Oudenaarde</strong> een ruim dienstverleningsaanbodaanwezig is voor personen met een handicap.De aanwezigheid van een <strong>be</strong>schutte werkplaats, verschillende instellingen voorpersonen met een handicap en een revalidatiecentrum wordt als positief ervaren.De werkgroep geeft aan dat er nood is aan crisisopvang, een centrum voorkortverblijf, een dagcentrum, aangepaste woningen voor personen met eenhandicap en bijkomende residentiële plaatsen.DIENSTENaanvraaginvaliditeitsuitkeringenaanvraag sociale enfiscale voordelenaanvraagmantelzorgpremieaanvraag ver<strong>be</strong>teringsenaanpassingspremieziekenopvanggehandicapte kinderenopvang kinderen metspecifiekezorg<strong>be</strong>hoefteuitleendienst aangepast<strong>be</strong>zigheids- enspelmateriaalkinderen enjongeren- gemeente- mutualiteit- OCMW- gemeente- mutualiteit- gemeente- zelfstandigekinderopvanginitiatievenVolwassenenOuderen- gemeente - gemeente- gemeente- mutualiteit- OCMW- gemeente- mutualiteit- OCMW- gemeente- mutualiteit- OCMW- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- gemeente - gemeente - gemeenteexpressiegroep defantastenpersonenalarmsysteemvervoerdienstenzorgverzekering<strong>be</strong>schutte werkplaatspsychosociale<strong>be</strong>geleiding<strong>be</strong>geleid zelfstandigwonen<strong>be</strong>schut wonen- OCMW- mutualiteit- gemeente- OCMW- mutualiteit- OCMW- mutualiteit- privé- OCMW- mutualiteit- aarova- TWEB- TWEB- OCMW- mutualiteit- OCMW- mutualiteit- privé- OCMW- mutualiteit- Thuiszorg HetAkkoord- Thuiszorg HetAkkoord<strong>be</strong>schermd wonen - Heuvelheem - Heuvelheemresidentieel wonen - Heuvelheem - Heuvelheemlogeerfunctie - Heuvelheem - Heuvelheemactiviteiten<strong>be</strong>geleidingdagcentrumaudiologische dienst- revalidatiecentrumTer Eecken- privé- heuvelheem- heuvelheem- revalidatiecentrumTer Eecken- privé- revalidatiecentrumTer Eecken- privé237


Deel 7 – Personen met een handicaplogopedische dienst- revalidatiecentrumTer Eecken- privé- revalidatiecentrumTer Eecken- privé- revalidatiecentrumTer Eecken- privérevalidatiecentrumverpleegdienstenondersteuning bij adltakenondersteuning bijhuishoudelijke taken- Ter Eecken- AZ oudenaarde- Ter Eecken- AZ oudenaarde- Ter Eecken- AZ oudenaarde- Wit-Gele Kruis - Wit-Gele Kruis - Wit-Gele Kruis- privé- privé- privé- thuiszorgdiensten - thuiszorgdiensten - thuiszorgdiensten- thuiszorgdiensten - thuiszorgdiensten - thuiszorgdiensten238


Deel 7 – Personen met een handicap6 SWOT-analyseAls <strong>be</strong>langrijkste knelpunten worden aangehaald:Intern- De financiële tussenkomsten en sociale en fiscale voordelen voor personen meteen handicap zijn nog te weinig gekend.- De speelotheek heeft nood aan uitbreiding van zijn locatie om zijn materialennog <strong>be</strong>ter te kunnen etaleren en voor te stellen aan de gebruikers.- Een aantal stads- en OCMW-gebouwen zijn niet gemakkelijk toegankelijk voorpersonen met een handicap.- Er is geen adviesraad voor personen met een handicap.- Er is nood aan bijkomende vrijetijdsinitiatieven voor personen met eenhandicap.Extern- De financiële tussenkomsten en sociale en fiscale voordelen voor personen meteen handicap zijn nog te weinig gekend.- Er is nood aan crisisopvang, centra voor dagopvang, centra voor kortverblijf enresidentiële opvang.- Er is nood aan een laagdrempelige ontmoetingsruimte voor kansengroepen.- Er is nood aan een ruimer overlegforum voor instellingen en diensten in degehandicaptensector.- Aan deze knelpunten kan vanuit het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur weinig worden gedaan. Het<strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur heeft op dit vlak wel een signaalfunctie naar de hogere overheid.239


Deel 7 – Personen met een handicapFactoren INTERN EXTERNPOSITIEF STERKTEN – S OPPORTUNITEITEN – O- aanbod van financiële tussenkomsten, sociale en fiscalevoordelen vanuit verschillende overheden, die via gemeentekunnen aangevraagd worden- er zijn slechts een <strong>be</strong>perkt aantal speelotheken in <strong>Vlaanderen</strong>,waaronder één in <strong>Oudenaarde</strong>- de werking van muziekgroep De Fantasten richt zich op deintegratie van personen met en zonder handicap- aanwezigheid van <strong>be</strong>schutte werkplaats, instellingen voorpersonen met een handicap, revalidatiecentrum- aarova heeft nog ruimte voor uitbreiding van tewerkstelling- er is een groot dienstverleningsaanbod voor personen met eenhandicapNEGATIEF ZWAKTEN – W BEDREIGINGEN – T- dienstverleningsaanbod soms nog te weinig gekend op momentendat men het nodig heeft, ondanks publicaties in Infomagazine,persoonlijk aanschrijven, …- vragen voor ziekenopvang van personen met een handicapkunnen door de stad onvoldoende <strong>be</strong>antwoord worden- werking speelotheek wordt ondergewaardeerd, deel drukkerijmoet nog vrijkomen voor uitbreiding speelotheek, geengescheiden ruimte speelotheek en buitenschoolse opvang- het aantal deelnemers aan expressiegroep De Fantasten is<strong>be</strong>perkt- moeilijk om kinderopvang te vinden voor kinderen met eenspecifieke zorg<strong>be</strong>hoefte- verschillende openbare gebouwen zijn moeilijk toegankelijk voorpersonen met een handicap- er is geen adviesraad voor personen met een handicap- er is geen speelpleinwerking voor personen met een handicap- er is nood aan een toegankelijke vrijetijdswerking voor personenmet een handicap op woensdagnamiddag ( sport, spel, creatief<strong>be</strong>zig zijn, kunstatelier voor muziek en tekenen, … )- personen met een handicap vinden moeilijk de weg naar debibliotheek- geen communicatie<strong>be</strong>leid naar blinden en slechtzienden- moeilijk om vrijwilligers te vinden voor ziekenopvang vankinderen, volwassenen, ouderen, zorg<strong>be</strong>hoevenden- moeilijk om kinderopvang te vinden voor kinderen metspecifieke zorg<strong>be</strong>hoefte- verschillende openbare gebouwen zijn moeilijk toegankelijkvoor personen met een handicap- zorgverzekering is onvoldoende gekend- TWEB: moeilijk om een <strong>be</strong>taalbare bureelruimte te vinden in<strong>Oudenaarde</strong>- personen met een handicap die niet <strong>be</strong>geleid worden vanuit eendienst of instelling vallen soms uit de boot voor wat <strong>be</strong>treft hetaanvragen en genieten van de voordelen waar zij recht opheb<strong>be</strong>n- de cijfers van de wachtlijsten voor opname in een instellingmoeten genuanceerd worden in die zin dat niet iedereen eenaanvraag indient- er is nood aan crisisopvang voor personen met een handicap- TWEB heeft een wachtlijst van 1 jaar- residentieel zijn er plaatsen te kort in de regio- het is moeilijk om aangepaste woningen te vinden voorpersonen met een handicap in de regio- verschillende regelgevingen zijn niet op elkaar afgestemd- er is nood aan ruimte / grond om nieuwe voorzieningen tebouwen (Heuvelheem en Aarova willen uitbreiden)- er is nood aan dagcentra, dienstencentra en kortverblijf- verschillende scholen kampen met huisvestingsproblemen- er is nood aan een laagdrempelige ontmoetingsruimte voorpersonen met een handicap, senioren, kansarmen, … zodat er240


Deel 7 – Personen met een handicapkan gewerkt worden aan integratie- bijna alle problemen van personen met een handicap zijnruimer dan <strong>Oudenaarde</strong>- in het zwembad van <strong>Oudenaarde</strong> is geen zwemuurtje meer<strong>be</strong>schikbaar voor scholen / instellingen voor personen met eenhandicap- het gebruik van het openbaar vervoer in <strong>Oudenaarde</strong> is nietevident voor personen met een handicap (verschillendeoverstappen)- door een wijziging in de wetgeving is de werkgroep personenmet een handicap binnen het RWO niet meer verplicht, hierdoorvalt een <strong>be</strong>langrijk overlegforum weg (signaalfunctie naar deoverheid, <strong>be</strong>spreken van onderwerpen op een ruimer niveau, …)241


Deel 7 – Personen met een handicap7 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingenen actiesStrategische doelstelling 1De <strong>be</strong>kendheid van de dienst- en hulpverlening voor personen met een handicapverhogen.Operationele doelstelling 1.1De <strong>be</strong>staande financiële tegemoetkomingen en sociale en fiscale voordelen voorpersonen met een handicap zullen <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>kend worden gemaakt bij de doelgroeptegen 2011.Actie 1.1.1De sociale dienst staat in voor het persoonlijk aanschrijven van de inwoners voorwat <strong>be</strong>treft voordelen die kunnen verkregen worden op basis van bv. leeftijd,adreswijziging, …Middelen: maandelijkse lijsten van de dienst <strong>be</strong>volking.Timing: maandelijks.Taakverdeling: sociale dienst van de stad.Evaluatie: op het einde van elk werkjaarActie 1.1.2De sociale dienst laat in elk Infomagazine van de stad een artikel opnemen overeen voordeel / tegemoetkoming voor personen met een handicap.Middelen: Infomagazine.Timing: 4 keer per jaar.Taakverdeling: sociale dienst van de stad.Evaluatie: op het einde van elk werkjaar.Actie 1.1.3De sociale dienst verspreidt op een actieve wijze haar sociale gids onder deinwoners van <strong>Oudenaarde</strong>.Middelen: wachtzaal sociale dienst, inkomhal administratief centrum,adviesraden, nieuwe inwoners, bibliotheek, OCMW, mutualiteiten, …Timing: het hele jaar door.Taakverdeling: sociale dienst van de stad.Evaluatie: op het einde van elk werkjaar.Actie 1.1.4De sociale dienst stelt informatie over haar dienstverlening ter <strong>be</strong>schikking van deinwoners van <strong>Oudenaarde</strong> via de website van het stads<strong>be</strong>stuur.Middelen: website stads<strong>be</strong>stuurTiming: het hele jaar doorTaakverdeling: sociale dienst van de stad.Evaluatie: op het einde van elk werkjaar242


Deel 7 – Personen met een handicapOperationele doelstelling 1.2De werking van speelotheek De Zevensprong zal <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>kend worden gemaakt aangezinnen met een persoon met een handicap en instellingen voor personen met eenhandicap van het arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> en dit tegen 2010.Actie 1.2.1De speelotheek publiceert een artikel over haar werking in het Infomagazine vande stad om de Oudenaardse gezinnen te <strong>be</strong>reiken.Middelen: Infomagazine.Timing: 1 keer per jaarTaakverdeling: speelotheekEvaluatie: op het einde van elk werkjaarActie 1.2.2De speelotheek schrijft jaarlijks de instellingen aan voor personen met eenhandicap uit het arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> om haar werking <strong>be</strong>kend te maken.Middelen: schriftelijke communicatieTiming: 1 keer per jaar.Taakverdeling: speelotheek.Evaluatie: op het einde van elk werkjaarActie 1.2.3De speelotheek organiseert een opendeurdag om haar werking <strong>be</strong>kend te makenaan de <strong>be</strong>volking.Middelen: opendeurdag.Timing: 1 keer per 3 jaarTaakverdeling: speelotheekEvaluatie: na elke opendeurdag.243


Deel 7 – Personen met een handicapStrategische doelstelling 2De <strong>be</strong>trokkenheid en inspraak van personen met een handicap bij de voor<strong>be</strong>reiding,uitvoering en evaluatie van het <strong>be</strong>leid van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur verhogen.Operationele doelstelling 2.1Het samenbrengen van personen met een handicap uit gezinnen en instellingen omhet <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur te adviseren met <strong>be</strong>trekking tot het gehandicapten<strong>be</strong>leid vanhet <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur.Actie 2.1.1Oprichting van een adviesraad voor personen met een handicap met goedkeuringvan de gemeenteraad.Middelen: samenbrengen doelgroep, overleg en adviesTiming: de adviesraad moet opgericht zijn tegen eind <strong>2008</strong>.Taakverdeling: speelotheek en sociale dienstEvaluatie: op het einde van elk werkjaarDe adviesraad kan zich o.a. buigen over volgende aandachtspunten:- gebruik van het zwembad voor personen met een handicap;- toegankelijke voetpaden voor rolstoelgebruikers;- vrijwilligers voor ziekenopvang van kinderen en volwassenen;- overleg met kinderopvanginitiatieven rond plaatsen voor kinderen met specifiekezorg<strong>be</strong>hoeften;- impuls voor de <strong>be</strong>kendmaking van de Vlaamse zorgverzekering;- gebrek aan een laagdrempelige ontmoetingsruimte;- problematiek van het openbaar vervoer voor personen met een handicap;- de nood aan dagcentra en dienstencentra;- de nood aan crisisopvang voor personen met een handicap;- het tekort aan residentiële plaatsen in de regio.244


Deel 7 – Personen met een handicapStrategische doelstelling 3Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur voert een lokalen<strong>be</strong>leid met aandacht voor personen met eenhandicap.Operationele doelstelling 3.1De lokalen van de speelotheek worden uitgebreid tegen 2013 zodat de materialenop een overzichtelijke en thematische manier kunnen worden getoond aan de<strong>be</strong>zoekers.Actie 3.1.1De speelotheek wordt uitgebreid met de lokalen van de drukkerij, na verhuis vandeze dienst.Middelen: uitbreiding lokalen, verhuis dienst drukkerij.Timing: tegen 2013.Taakverdeling: speelotheek, dienst infrastructuurEvaluatie: eind 2013.Operationele doelstelling 3.2De openbare gebouwen van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur worden aangepast zodat detoegankelijkheid voor personen met een handicap ver<strong>be</strong>tert tegen 2013.Actie 3.2.1Er wordt een inventaris opgemaakt van de aanpassingen die moeten wordenuitgevoerd aan volgende gebouwen: administratief centrum, bibliotheek, abdijMaagdendale, stadhuis, CC De Woeker, muziekacademie, zwembad, jeugdcentrumJotie, Huis de Lalaing, Kasteel Park Liedts, OCMW.Er wordt een werkplanning opgemaakt en er is <strong>be</strong>gin van uitvoering van dezeplanning.Middelen: bouwtechnische aanpassingen.Timing: jaarlijks wordt 1 gebouw aangepakt.Taakverdeling: speelotheek, dienst infrastructuur.Evaluatie: eind 2013.245


Deel 7 – Personen met een handicapStrategische doelstelling 4Een kwalitatieve vrijetijdswerking uitbouwen voor personen met een handicap.Operationele doelstelling 4.1Via een gezamenlijke activiteit willen we de integratie tussen personen met enzonder handicap verhogen en personen met een handicap een zinvollevrijetijds<strong>be</strong>steding aanbieden en dit tegen <strong>2008</strong>.Actie 4.1.1Er wordt jaarlijks een kermisnamiddag georganiseerd voor kinderen en jongerenmet een handicap.Middelen: overleg en communicatie met de doelgroep.Timing: septem<strong>be</strong>rkermis.Taakverdeling: speelotheek, jeugddienst, sociale dienst, dienst <strong>be</strong>volking.Evaluatie: op het einde van elke activiteit.Operationele doelstelling 4.2We willen personen met een handicap de mogelijkheid bieden in een neutraleomgeving tot rust te komen en te ontspannen en dit tegen <strong>2008</strong>.Actie 4.2.1Er wordt een snoezelruimte ingericht in de lokalen van de speelotheek.Middelen: inrichtingsmaterialen.Timing: de snoezelruimte moet gebruiksklaar zijn tegen eind <strong>2008</strong>.Taakverdeling: speelotheek.Evaluatie: op het einde van elk werkjaarOperationele doelstelling 4.3We willen de toegankelijkheid verhogen van het cultureel leven in de brede zin vanhet woord voor personen met een handicap en dit tegen 2011.Actie 4.3.1Uitwerking en invoering kansenpas.Middelen: personeel, financiën.Timing: uitwerking 2007 – <strong>2008</strong>, functioneel: <strong>2008</strong>.Taakverdeling: sociale diensten stad en OCMW, cultuurdienst, vrijetijdsdiensten.Evaluatie: op het einde van elk werkjaar.246


Deel 7 – Personen met een handicapStrategische doelstelling 5Het stimuleren van de ontwikkelingsmogelijkheden (fysiek en psychisch) vanpersonen met een handicap.Operationele doelstelling 5.1Het aanbieden van ontleenbaar materiaal specifiek aangepast aan demogelijkheden en noden van de leden van de speelotheek en dit tegen 2013.Actie 5.1.1Oprichting werkgroep materialen maken.Middelen: personeel, vrijwilligers, leden.Timing: oprichting werkgroep tegen eind <strong>2008</strong>.Taakverdeling: speelotheek.Evaluatie: op het einde van elk werkjaar.247


Deel 8 – HuisvestingDeel 8 - Huisvesting1 Inleiding1.1 DefinitieIn het Lokaal Sociaal Beleidsplan omvat ‘wonen’ het volgende.Wonen is het huisvesten van alle <strong>be</strong>volkingsgroepen en alle leeftijdscategorieën inverschillende woonvormen.Het wonen wordt <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>keken, met uitzondering van het crisisnetwerk waar deaanpak regionaal (regio Vlaamse Ardennen) is, en omvat meer dan de woning. Erwordt aandacht <strong>be</strong>steed aan de kwaliteit en het comfort van de woning op zich,maar ook de huurprijs, het aanbod, de <strong>be</strong>schikbaarheid, de leefbaarheid en het<strong>be</strong>staan en het kennen van huisvestingspremies worden onder de loep genomen.Het <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werkt specifiek rond kansarmen, allochtonen, daklozen, 65-plussers, mensen uit lagere inkomensgroepen.Verklarende woordenEr zijn verschillende definities van daklozen. We gebruiken deze die van toepassingis binnen de OCMW-wetgeving, tenzij anders vermeld.Dakloze 50 : de persoon die niet over een eigen woongelegenheid <strong>be</strong>schikt, die nietde middelen heeft om daar op eigen krachten voor te zorgen en daardoor geenverblijfplaats heeft, of die tijdelijk in een tehuis verblijft in afwachting dat hemeen eigen woongelegenheid ter <strong>be</strong>schikking wordt gesteld.65-plussers: in tegenstelling tot de werkgroep ouderen wordt de leeftijdsgrens voordie groep binnen de werkgroep huisvesting gelegd op 65 in functie van deregelgeving voor installatiepremie en huursubsidie van de Vlaamse Gemeenschap.50 Koninklijk <strong>be</strong>sluit van 21 septem<strong>be</strong>r 2004 tot toekenning van een installatiepremie door hetopenbaar centrum voor maatschappelijk welzijn aan <strong>be</strong>paalde personen die hun hoedanigheid vandakloze verliezen.248


Deel 8 – Huisvesting1.2 MethodiekOp 3 maart 2004 werd het decreet over het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid (B.S. 12-05-2004)goedgekeurd in het Vlaams parlement. Dit maakt dat gemeente<strong>be</strong>sturen enOCMW’s voor de eerste keer een gezamenlijk Lokaal Sociaal Beleidsplan zullenmoeten opmaken dat vanaf <strong>2008</strong> zal gelden voor zes jaar, dit is tot en met 2013.Het plan moet minstens een omgevingsanalyse, een visie op <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid,een meerjarenplan, een taakverdeling, werkafspraken en een <strong>be</strong>schrijving van departicipatiewijze van <strong>be</strong>volking en lokale initiatiefnemers <strong>be</strong>vatten.Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur coördineert het lokale sociale <strong>be</strong>leid dat gericht moet zijn opeen maximale toegankelijkheid van de dienstverlening en op een optimaal <strong>be</strong>reikvan de doelgroep. Hieraan moet gewerkt worden via een informatie-, loket- endoorverwijsfunctie (‘<strong>sociaal</strong> huis’).Op 21/06/2005 vond de eerste vergadering van de stuurgroep plaats. Tijdens dezevergadering werden de verschillende terreinen afgebakend waarrond het <strong>sociaal</strong><strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> zal worden opgebouwd, namelijk:Algemene maatschappelijke dienstverleningKinderen en jongerenAr<strong>be</strong>id en tewerkstellingPersonen met een handicapHuisvestingOuderen-, thuis- en gezondheidszorgDe werkgroep huisvesting kwam 3 maal samen in voor<strong>be</strong>reidende vergadering metals doelstelling de lokale actoren te horen en hun inbreng te <strong>be</strong>spreken omtrentnoden op <strong>lokaal</strong> gebied <strong>be</strong>treffende huisvesting. De vergaderingen hadden plaatsop 20 april, 16 mei en 21 juni in de gebouwen van het OCMW.Volgende actoren namen minstens deel aan een van deze vergaderingen:- ACW Klaus Van Hoecke- Beschut Wonen Vlaamse Ardennen Ann Artois- CAW Soraya Bellinck- OCMW <strong>Oudenaarde</strong> Guido Spanhove / Hilde Dupont- politie Vlaamse Ardennen Karel Six / Evi Vandendriessche- VMSW Vlaamse Ardennen Gil<strong>be</strong>rt Verleye- Stad <strong>Oudenaarde</strong> Geert De Zaeytydt- SVK ZO-<strong>Vlaanderen</strong> Ann Dupont- TWEB Mieke Van Den HauteDoor een <strong>be</strong>perkte werkgroep <strong>be</strong>staande uit personeelleden van de sociale dienstenvan het OCMW en de stad werd nadien, aan de hand van de aangebrachte punten,een SWOT-analyse gemaakt en werden de <strong>be</strong>staande diensten geïnventariseerd ineen dienstenmatrix.Deze werkmiddelen werden dan geïntegreerd in een ‘sneuvelnota’.Bronnen die daarvoor gehanteerd werden waren de eigen ervaring, andereplannen, gesprekken met collega’s, literatuur en cijfers.249


Deel 8 – HuisvestingNadien werd de werkgroep huisvesting met de lokale actoren opnieuw samengeroepen op 26/09/2007 voor <strong>be</strong>spreking van de voorgelegde sneuvelnota alsvoor<strong>be</strong>reiding op de definitieve tekst voor het Lokaal Sociaal Beleid.1.3 Participatie1.3.1 Behoefteonderzoek <strong>be</strong>volking <strong>Oudenaarde</strong> novem<strong>be</strong>r 2003Op vraag van het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> werd in 2003 een grootscheepse enquêtegeorganiseerd bij de Oudenaardse <strong>be</strong>volking. Er werd geopteerd voor eenschriftelijke <strong>be</strong>vraging, op basis van een representatieve steekproef van alleinwoners van <strong>Oudenaarde</strong> van 25 jaar en meer. Hierbij werd gewaakt over eencorrecte weergave van de realiteit. Zowel geslacht, leeftijd als deelgemeente/wijkkwamen in de steekproef in dezelfde verhouding aan bod als in de <strong>be</strong>volking.De resultaten van deze <strong>be</strong>vraging zijn opgenomen naargelang zij relevant zijn.1.3.2 GrondrechtenboomSamenlevingsopbouw Oost-<strong>Vlaanderen</strong> bracht mensen rond de tafel die in onzemaatschappij erg kwetsbaar zijn via het project “grondrechtenboom: dialoog ennetwerken over 10 sociale grondrechten in Oost-<strong>Vlaanderen</strong> - okto<strong>be</strong>r 2006 totdecem<strong>be</strong>r 2007 en langer!”.Met het project wil samenlevingsopbouw Oost-<strong>Vlaanderen</strong> de ongelijke toegang totsociale grondrechten in kaart brengen en ijveren voor het wegwerken ervan.‘Grondrechtenboom’ is een proces van dialoog en netwerken. Deze dialoog zal deongelijke toegang tot de sociale grondrechten in kaart brengen. Het netwerk zalbanden smeden tussen mensen en organisaties.10 sociale grondrechtenElke burger heeft recht op sociale zekerheid, ar<strong>be</strong>id, gezondheid, sociale enjuridische bijstand, wonen, een gezond leefmilieu, culturele en maatschappelijkeontplooiing en onderwijs.In <strong>Oudenaarde</strong> werden onder meer cliënten aangebracht door het OCMW. Zijkwamen van okto<strong>be</strong>r 2006 tot mei 2007 samen omtrent de ronderechten. Deresultaten werden in de Vlaamse Ardennen voorgesteld op 16 maart 2007 tijdens deWelzijns<strong>be</strong>urs <strong>Oudenaarde</strong> (15-18 mei 2007).De resultaten van deze bijeenkomsten worden verwerkt in het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.1.3.3 Memorandum seniorenraadDe inspraak van ouderen verloopt via de stedelijke seniorenraad. Er is in deze raadnaast een vertegenwoordiging van de seniorenverenigingen eveneens eenvertegenwoordiging van de 2 rusthuizen van <strong>Oudenaarde</strong> en van de sociale dienstenvan stad en OCMW. Bij de opmaak van het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd rekening gehoudenmet het Ouderen<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> 2006-2012 dat werd opgemaakt door de seniorenraad.Dit ouderen<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd niet ter goedkeuring voorgelegd aan degemeenteraad.250


Deel 8 – Huisvesting1.3.4 Project woonzinnigWoonzinnig is een project van de preventiewerking Bijzondere Jeugdbijstand Oost-<strong>Vlaanderen</strong>. Dit project brengt de huisvestingssituatie van jongeren die <strong>be</strong>geleidzelfstandig wonen (BZW) onder de aandacht.251


Deel 8 – Huisvesting2 Cijfergegevens en analyse2.1 BevolkingscijfersWanneer we binnen een <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid huisvesting <strong>be</strong>kijken is het <strong>be</strong>langrijk eerst een zicht te krijgen op de huidigesituatie aan de hand van cijfermateriaal; deze gegevens te analyseren en met elkaar in verband te brengen.Op die manier kunnen conclusies worden getrokken over huidige tekorten of problemen en kunnen verder prognoses en actiesomschreven worden die indien nodig een mogelijke oplossing bieden.We dienen eerst een globaal zicht te krijgen op de totale <strong>be</strong>volking, de samenstelling van gezinnen, het aantal woningen, hetcomfort van deze woningen, … .Bevolkingsaantal, -evolutie en dichtheid, 2003-2006Gemeente Inwoners Dichtheid Oppervlakte2003 2004 2005 2006 Index 2003-2006inwoners/km²<strong>Oudenaarde</strong> 28.041 28.070 28.299 28.517 101,70 419 68,06Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 114.609 114.801 115.379 116.098 101,30 277 418,80Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 1.370.136 1.373.720 1.380.072 1.389.450 101,41 466 2.982,24<strong>Vlaanderen</strong> 5.995.553 6.016.024 6.043.161 6.078.600 101,39 450 13.522,30km²bron : NIS - <strong>be</strong>volkingsstatistiekenindex: 2003 = 100Het <strong>be</strong>volkingsaantal blijft de laatste jaren lichtjes stijgen. Het groeipercentage ligt zelfs iets hoger dan in de provincie en in<strong>Vlaanderen</strong>.Wat <strong>be</strong>treft de <strong>be</strong>volkingsdichtheid scoren we in <strong>Oudenaarde</strong> lager dan in de provincie en in <strong>Vlaanderen</strong>.252


Deel 8 – HuisvestingEvolutie en prognose van de <strong>be</strong>volking:Gemeente/evolutie2015 2020 2025mannen mannen vrouwen vrouwen mannen mannen vrouwen vrouwen mannen mannen vrouwen vrouwenaantal percentage aantal percentageaantal percentage aantal percentageaantal percentage aantal percentage<strong>Oudenaarde</strong> 13 957 49,19% 14 416 50,81% 14 002 49,30% 14 399 50,70% 14 037 49,43% 14 362 50,57%Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 56 812 49,13% 58 834 50,87% 56 707 49,15% 58 680 50,85% 56 595 49,16% 58 539 50,84%Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 688 113 49,11% 713 097 50,89% 688 506 49,08% 714 322 50,92% 687 399 49,05% 714 081 50,95%<strong>Vlaanderen</strong> 3 036 059 49,14% 3 142 735 50,86% 3 046 416 49,08% 3 161 169 50,92% 3 050 339 49,02% 3 172 892 50,98%Bron: Centrum voor Bevolkings- en GezinsstudieënDatum: telkens 1 januariOpmerking: de afwijking van de prognosecijfers 2006 en reële cijfers 2006 voor het arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> is +0,87 % (Brakel +0,72 %, Hore<strong>be</strong>ke+4,34 %, Kluis<strong>be</strong>rgen -0,02 %, Kruishoutem -0,82 %, Lierde –1,06 %, Maarkedal +1,52 %, <strong>Oudenaarde</strong> +1,31 %, Ronse +1,46 %, Wortegem-Petegem +0,05 %,Zingem +1,80 %, Zottegem +0,17, Zwalm +0,09 %)Ouderen, detail leeftijdsklassen, prognose 2015Gemeente 2.015 index 2006-2015mannen vrouwen mannen vrouwen65-74 75-84 85+ 65-74 75-84 85+ 65-74 75-84 85+ 65-74 75-84 85+<strong>Oudenaarde</strong> 1280 858 238 1470 1331 557 96,53 102,88 138,37 92,74 105,55 137,53Arr. Aalst 13.163 8.193 2.062 14.142 12.190 5.386 107,92 117,11 160,72 97,02 108,32 171,53Arr. Dendermonde 9.569 5.670 1.465 10.059 8.259 3.651 112,74 121,44 181,54 102,65 115,20 174,86Arr. Eeklo 4.197 2.683 684 4.316 3.671 1.621 105,56 116,15 135,71 97,40 110,94 150,09Arr. Gent 23.704 14.845 3.857 26.317 21.471 9.721 106,59 113,87 147,83 102,23 108,05 145,92Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 5.450 3.578 976 5.903 5.216 2.519 102,58 108,99 147,21 96,31 102,35 146,62Arr. Sint-Niklaas 11.849 6.704 1.715 12.664 9.406 4.009 116,77 118,61 158,50 111,42 116,12 146,90Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 67.932 41.673 10.759 73.401 60.213 26.907 108,94 115,93 154,85 101,88 109,88 154,49% tov totaal 65 24,18 14,84 3,83 26,13 21,44 9,58<strong>Vlaanderen</strong> 304.103 183.649 48.140 325.701 258.780 115.551 110,41 114,44 162,86 104,83 109,95 158,85% tov totaal 65 24,61 14,86 3,90 26,35 20,94 9,35253


Deel 8 – HuisvestingOost-Vlaamse huishoudens naar grootte, 2004, absolute aantallen en index 2002-2004GemeenteMannenalleenwonendVrouwenalleenwonendPrivatehuishoudensvan 2personenPrivatehuishoudensvan 3personenPrivatehuishoudensvan 4personenPrivatehuishoudensvan 5personenPrivatehuishoudensvan 6personen enmeerCollectievehuishoudensTotaalhuishoudenstotaalhuishoudensindex 2002-2004Gemiddeldegezinsgrootte<strong>Oudenaarde</strong> 1326 1812 4017 1987 1731 502 169 18 11562 101,86 2,39Arr.<strong>Oudenaarde</strong> 5.120 6.754 15.613 8.248 7.037 2.262 887 68 45.989 101,62 2,46Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 75.352 90.267 196.335 97.198 78.618 25.312 9.714 774 573.570 101,90 2,36<strong>Vlaanderen</strong> 325635 388163 835093 409738 353930 120090 47459 3354 2483462 101,88 2,39bron : NIS - <strong>be</strong>volkingsstatistieken, EcodataHet huishouden <strong>be</strong>staat uit een persoon die gewoonlijk alleen leeft, ofwel uit twee of meer personen, al dan niet met elkaarverwant, die gewoonlijk in dezelfde woning wonen en er samenleven. (bron: lokale statistiek).Onder collectief huishouden verstaat men: kloostergemeenschappen, rusthuizen, weeshuizen, studenten- of ar<strong>be</strong>idershomes,verplegingsinrichtingen en gevangenissen (def. NIS) .Om de gemiddelde gezinsgrootte te <strong>be</strong>rekenen heb<strong>be</strong>n we eerst de som van het aantal huishoudens X het aantal personen in dathuishouden nodig. Er zit een kleine afwijking op omdat huishoudens van 8 personen en meer worden gerekend voor 8 personen.Daarna delen we dat aantal totale personen door het totaal aantal particuliere huishoudens.Als we de absolute cijfers <strong>be</strong>kijken valt op dat het aantal alleenwonende vrouwen hoger ligt dan alleenstaande mannen. Degroep alleenstaanden maakt 27,14 % uit van de totale huishoudens of bijna 1/3 van de totale huishoudens.Samen met de huishoudens <strong>be</strong>staande uit 2 personen maken zij in <strong>Oudenaarde</strong> 61,88 % van het totaal aantal huishoudens uit.Het aantal neemt een flinke duik vanaf de categorie ‘huishoudens van 5 personen’ (4,34%).Wanneer we de gemiddelde gezinsgrootte <strong>be</strong>kijken zien we dat <strong>Oudenaarde</strong> gelijk scoort als het Vlaams gemiddelde (2,39)terwijl de gemiddelde gezinsgrootte in Oost-<strong>Vlaanderen</strong> iets lager ligt nl 2,36.254


Deel 8 – Huisvesting2.2 Woningen<strong>be</strong>standTotale woningen<strong>be</strong>standBron: GemeentelijkWoondossier 1991gemeente arrondiss. provincie <strong>Vlaanderen</strong>10.044 40.826 498.127 2.141.557200110.970 43.327 545.921 2.297.915Verschil in % + 9,21 + 6,13 +9,57 +7,08Aan de hand van deze ta<strong>be</strong>l stellen we vast dat het aantal woningen op elk niveauin <strong>Vlaanderen</strong> stijgt. De stijging op gemeentelijk vlak ligt meer dan 2% hoger danop het niveau van <strong>Vlaanderen</strong>.Totaal aantal huurwoningen 1991Bron: GemeentelijkWoondossiergemeente arrondiss. provincie <strong>Vlaanderen</strong>absoluut 2.857 9.302 158.156 650.346percentages 28,40 22,80 31,80 30,402001absoluut 2.614 8.122 145.546 590.566percentages 23,80 18,70 26,70 25,70Uit deze ta<strong>be</strong>l blijkt dat het aandeel huurwoningen daalt. In <strong>Oudenaarde</strong> is hetpercentage huurwoningen in 2001 ten opzichte van 1991 gedaald met 4,60 %. Dezetrend is op alle niveaus merkbaar en verloopt op alle niveaus quasi parallel.255


Deel 8 – HuisvestingDe verhouding eigenaars en huurders in de Oost-Vlaamse arrondissementen.Bron: provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>: focus op wonen 2We zien in deze ta<strong>be</strong>l dat het arrondissement Aalst samen met het arrondissement<strong>Oudenaarde</strong> het hoogste aantal eigenaars en bijgevolg het laagst aantal huurderstelt.In principe gaat men ervan uit dat een hoog percentage huurwoningen een negatiefaspect is voor een gemeente en een laag percentage huurwoningen een positiefaspect.Binnen een <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid rond huisvesting kunnen we dit echter niet stellen.Financieel zwakkeren heb<strong>be</strong>n quasi niet de mogelijkheid om een eigen woning teverwerven. Zij dienen zich allen te <strong>be</strong>geven op het segment van de huurwoningen.Het dalend aantal huurwoningen <strong>be</strong>tekent voor hen een steeds kleiner patrimoniumwaarin kan worden gezocht.256


Deel 8 – HuisvestingAantal woningen naartypologie 1991Bron: GemeentelijkWoondossiergemeente arrondiss. provincie <strong>Vlaanderen</strong>eengezinswoningen 9.045 37.644 423.984 1.680.534appartementen 981 3.093 73.183 457.183andere 18 89 960 3.8402001eengezinswoningen 9.657 40.058 452.394 1.831.179appartementen 1.301 3.193 81.822 457.524andere 12 76 715 9.212We zien in deze ta<strong>be</strong>l dat op alle niveaus het grootste gedeelte van de woningeneengezinswoningen zijn. De groei eengezinswoningen is op gemeentelijk vlakprocentueel nog iets hoger dan op provinciaal vlak (6,76 % tegenover 6,67 %).Wanneer we de stijging van het aantal appartementen in <strong>Oudenaarde</strong> vergelijkenop provinciaal niveau en op niveau <strong>Vlaanderen</strong> zien we dat er in <strong>Oudenaarde</strong> eenduidelijke explosie is.Procentueel is het aantal appartementen in <strong>Oudenaarde</strong> tussen 1991 en 2001 met32,62 % gestegen terwijl dit in de provincie slechts 11,80 % is. Op het niveau van<strong>Vlaanderen</strong> is er geen stijging waar te nemen ( 0,06 %).257


Deel 8 – HuisvestingBouwjaar en verbouwingen van de <strong>be</strong>woonde particuliere woningenabsolute cijfers 2001Bron: NIS, SEE 2001gemeente arrondiss. provincie vlaanderenvoor 1919 1.267 6.292 51.225 175.6391919-1945 1.464 6.529 68.426 283.5821946-1960 1.429 5.197 66.430 305.0331961-1970 1.400 4.664 62.287 294.2141971-1980 1.351 5.057 69.833 322.9021981-1990 796 3.144 44.824 210.8241991-1995 606 2.218 32.638 147.7851996 of later 694 2.299 32.945 140.671bouwjaar on<strong>be</strong>kend, maar20 jaar geleden of langergebouwd 1.693 7.106 20.227 361.568bouwjaar on<strong>be</strong>kend, maarminder dan 20 jaar geledengebouwd 168 460 8.666 40.537verbouwd sinds 1991 1.052 4.090 49.528 201.171totaal 11.158 44.282 545.348 2.352.314Bouwjaar en verbouwingen van de <strong>be</strong>woonde particuliere woningenpercentages 2001Bron: NIS, SEE 2001gemeente arrondiss. provincie vlaanderenvoor 1919 11,35 14,21 9,39 7,471919-1945 13,12 14,74 12,55 12,061946-1960 12,80 13,99 12,18 12,971961-1970 12,54 10,53 11,42 12,511971-1980 12,10 11,42 12,81 13,731981-1990 7,13 7,10 8,22 8,961991-1995 5,43 5,01 5,98 6,281996 of later 6,22 5,19 6,04 5,98bouwjaar on<strong>be</strong>kend, maar20 jaar geleden of langergebouwd 15,17 16,05 3,71 15,37bouwjaar on<strong>be</strong>kend, maarminder dan 20 jaar geledengebouwd 1,51 1,04 1,89 1,72verbouwd sinds 1991 9,43 9,23 9,08 8,55De provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong> heeft relatief gezien een groot aandeel oudewoningen die gebouwd zijn voor 1919 (9,39% t.o.v. 7,47 % in <strong>Vlaanderen</strong>) met alsopvallende uitschieter het arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> (14,21 %).258


Deel 8 – HuisvestingTa<strong>be</strong>l: bouwperiode van de woningen volgens ouderengeneratie in <strong>Vlaanderen</strong>1994 (%)Er <strong>be</strong>staat een sterk verband tussen de (hoge) ouderdom van een woning en deleeftijd van haar <strong>be</strong>woner. Tot vandaag blijken oudere mensen veelal in eenoudere woning te huizen. Zo woont de helft van de Vlaamse 75-plussers (N=237) en29 % van de 65- tot 74-jarigen (N=340) in 1994 in een woning die dateert van voor1945, d.w.z. van tenminste 50 jaar oud.259


Deel 8 – Huisvesting2.3 Comfort in woningenComfort van de woningen: absolute cijfers 2001Bron: NIS, SEE 2001gemeente arrondiss. provincie <strong>Vlaanderen</strong>geen centrale verwarming 3.891 16.892 193.443 610.446geen badkamer 604 2.820 24.543 81.822geen toilet 304 1.591 15.049 55.470Comfort van de woningen: percentages 2001Bron: NIS, SEE 2001gemeente arrondiss. provincie <strong>Vlaanderen</strong>geen centrale verwarming 37,00 39,76 36,94 26,84geen badkamer 6,10 6,64 4,69 3,59geen toilet 3,30 3,70 2,83 2,42De kwaliteit van de woningen in Oost-<strong>Vlaanderen</strong> is niet schitterend.Wat de drie comfortelementen verbonden aan de woning <strong>be</strong>treft, zien we dat <strong>Oudenaarde</strong> en ook Oost-<strong>Vlaanderen</strong> overal onderhet Vlaams gemiddelde scoren. Zo heeft 37 % van de Oudenaardisten geen centrale verwarming (tgov. 26,84% in <strong>Vlaanderen</strong>),6,10 % heeft geen badkamer (tgov 3,59 % in <strong>Vlaanderen</strong>) en 3,30 % heeft geen toilet (tgov. 2,42 % in <strong>Vlaanderen</strong>).Gezien <strong>Oudenaarde</strong> eveneens hoger scoort wat <strong>be</strong>treft de ouderdom van de woningen kunnen we ervan uitgaan dat de oudstewoningen ook dikwijls het minste comfort heb<strong>be</strong>n.260


Deel 8 – HuisvestingComfort van de woningen naar leeftijdscategorie:percentages 2001Bron: NIS, SEE 2001Op basis van een 10% steekproef door het NISgemeente provincie <strong>Vlaanderen</strong>geen centrale verwarmingLeeftijd referentiepersoon: 30jaar en jonger 37,40 37,40 29,9031 tot 40 jaar 27,10 32,50 23,7041 tot 50 jaar 34,20 36,30 25,3051 tot 60 jaar 32,30 31,60 23,0061 tot 70 jaar 37,90 38,50 26,7071 tot 80 jaar 50,30 43,70 32,0080 jaar en ouder 57,60 50,90 38,40geen badkamer30 jaar en jonger 3,30 2,40 1,9031 tot 40 jaar 0,40 1,70 1,4041 tot 50 jaar 2,70 2,10 1,6051 tot 60 jaar 2,50 2,40 2,2061 tot 70 jaar 6,70 5,00 3,6071 tot 80 jaar 11,20 10,00 7,7080 jaar en ouder 33,80 20,50 16,20geen toilet30 jaar en jonger 3,30 2,00 1,7031 tot 40 jaar 0,50 1,30 1,1041 tot 50 jaar 1,40 1,50 1,4051 tot 60 jaar 1,90 2,10 1,8061 tot 70 jaar 3,20 4,10 3,2071 tot 80 jaar 9,00 6,10 4,6080 jaar en ouder 8,80 8,10 6,10Aan de hand van deze ta<strong>be</strong>l zien we inderdaad dat het percentage oudere <strong>be</strong>volking dat in een woning woont zonder het nodigebasiscomfort merkelijk hoger is dan de categorie van 31 tot 60 jaar, waarbij dit vanaf 71 jaar fors toeneemt.261


Deel 8 – HuisvestingTa<strong>be</strong>l: Evolutie van de leegstand in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, per arrondissement, 1996 tot 2002(31/12)Arrondissement Jaartal woningen op 1/10/20011996 1997 1998 1999 2000 2001 2002Aalst 3 665 814 923 1122 1154 1408 105659 1,09Dendermonde 29 456 612 607 539 600 631 73222 0,82Eeklo 6 110 220 252 302 318 351 31830 1,00Gent 42 332 793 1077 1047 1017 1247 203265 0,50<strong>Oudenaarde</strong> 25 240 411 475 522 468 512 44282 1,06Sint-Niklaas 22 166 670 745 726 658 723 87090 0,76Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 127 1969 3520 4079 4258 4215 4872 545348 0,77Bron: AROHM Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, cel huisvestingTa<strong>be</strong>l: Evolutie van verwaarlozing in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, per arrondissement, 1997 tot 2002 (31/12)WoningenArrondissement Jaartal1/10/20011997 1998 1999 2000 2001 2002Aalst 169 226 223 239 243 236 105659 0,23Dendermonde 35 101 106 105 99 99 73222 0,14Eeklo 34 74 99 81 80 75 31830 0,25Gent 45 294 372 373 349 355 203265 0,17<strong>Oudenaarde</strong> 51 102 116 112 105 98 44282 0,24Sint-Niklaas 45 154 173 182 166 156 87090 0,19opOost-<strong>Vlaanderen</strong> 379 951 1089 1092 1042 1019 545348 0,19Bron: AROHM Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, cel huisvesting262


Deel 8 – HuisvestingTa<strong>be</strong>l: Evolutie van ongeschiktheid in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, per arrondissement, 1996 tot 2002 (31/12)woningen opArrondissement Jaartal1/10/2001 %1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002Aalst 83 92 103 134 150 179 186 105659 0,17Dendermonde 54 75 71 61 82 102 114 73222 0,14Eeklo 1 4 8 11 17 19 20 31830 0,06Gent 63 83 100 179 279 412 424 203265 0,20<strong>Oudenaarde</strong> 79 69 63 66 78 87 85 44282 0,20Sint-Niklaas 87 94 105 103 128 141 171 87090 0,16Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 367 417 450 554 734 940 1000 545348 0,17Bron: AROHM Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, cel huisvestingDeze cijfers geven een <strong>be</strong>eld van de leegstand, ongeschiktheid en verwaarlozing van woningen in de arrondissementen. Gezienhet arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> uit 11 gemeenten <strong>be</strong>staat ( Brakel, Hore<strong>be</strong>ke, Kluis<strong>be</strong>rgen, Kruishoutem, Lierde, Maarkedal,<strong>Oudenaarde</strong>, Ronse, Wortegem-Petegem, Zingem en Zwalm) is het onmogelijk om hieruit de situatie voor <strong>Oudenaarde</strong> tedistilleren.263


Deel 8 – Huisvesting264


Deel 8 – Huisvesting2.4 Betaalbaarheid van de woningenAantal woningen volgens maandelijkse huur in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>absolute cijfers (zonder bijkomende kosten) 2001Bron: NIS, SEE 2001gemeente arrondiss. provincie vlaanderenminder dan 247,89 EUR 630 2.395 42.848 163.643247,89 tot 495,78 EUR 1.644 4.650 82.623 336.232495,79 tot 743,67 EUR 221 652 12.824 58.599743,68 tot 991,56 EUR 23 65 1.661 9.184991,57 of meer 18 61 930 7.585niet ingevuld 81 313 4.660 18.364totaal 2.617 8.136 145.546 593.607Aantal woningen volgens maandelijkse huur in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>percentages (zonder bijkomende kosten) 2001Bron: NIS, SEE 2001gemeente arrondiss. provincie vlaanderenminder dan 247,89 EUR 24,07 29,44 29,44 27,57247,89 tot 495,78 EUR 62,82 57,15 56,76 56,62495,79 tot 743,67 EUR 8,44 8,01 8,81 9,87743,68 tot 991,56 EUR 0,88 0,80 1,14 1,55991,57 of meer 0,61 1,75 0,64 1,28niet ingevuld 3,09 3,85 3,20 3,09Bron: statistisch profiel van de provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>Wanneer we de huurprijzen uit bovenstaande ta<strong>be</strong>l indexeren krijgen we voor 2007volgende huurprijzen:2001 2007Minder dan 247,89 Minder dan 277247,89 tot 495,78 277 tot 553,99495,79 tot 743,67 554 tot 830,99743,68 tot 991,56 831 tot 1107,99991,57 en meer 1108 en meerMeer dan 1 op 2 huurders (62,82 %) <strong>be</strong>taalt een gemiddelde maandelijkse huurprijsdie tussen 277 en 554 EUR (prijzen 2007) ligt. Rekenen we daarbij het percentagedat maximum 277 EUR <strong>be</strong>taalt (24,07 %) dan <strong>be</strong>tekent dit dat bijna 9 op 10huurders in <strong>Oudenaarde</strong> een maandelijkse huurprijs <strong>be</strong>talen van minder dan 554EUR.Humanisering uithuiszettingIngevolge de toepassing van de wet van 30/11/1998, meer <strong>be</strong>paald art. 1344 §2 vanhet Gerechtelijk Wetboek, moeten de gerechtelijke instanties 4 dagen na eenvordering tot uithuiszetting het OCMW hiervan schriftelijk op de hoogte brengen.265


Deel 8 – HuisvestingDeze wettelijke regeling moet het OCMW toelaten om preventief te <strong>be</strong>middelen enoplossingen te zoeken om te vermijden dat huurders plots met hun huishouden opstraat worden gezet.Jaartal Aantal kennisgevingen2006 272005 452004 392003 28266


Deel 8 – HuisvestingGemiddelde verkoopprijzen van de bouwgronden en de woningen naar type, 1995 -2005Gemeente Appartement Grote woning Kleine en middelgrote woning per m² perceel bouwgrond1995 2000 2005 1995 2000 2005 1995 2000 2005 1995 2000 2005133.765,6 116.226,3 226.837,0 390.893,6115.498,1<strong>Oudenaarde</strong> 93.892,73 93.176,93 1 2 4 8 59.095,01 76.044,78 0 31,21 41,86 79,03Arr. Aalst 74.813,45 91.719,46Arr. Dendermonde 74.031,56 72.839,99Arr. Eeklo 60.197,94 81.829,79Arr.Gent 66.906,37 85.092,59Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 80.251,23 87.416,22Arr. Sint-Niklaas 68.774,90 82.142,2069.206,4 84.683,2Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 0 249.170,9 92.981,7<strong>Vlaanderen</strong>4 7130.118,86114.229,94111.371,00133.710,15116.818,68128.240,54129.375,08147.550,80163.544,84161.590,98153.788,02174.972,38126.762,11164.220,16163.017,05206.396,97222.308,37244.361,66214.035,30271.075,51220.286,56225.494,08246.997,07262.733,80217.128,30 60.567,00 77.018,10226.423,37 59.479,96 79.481,98211.211,31 53.804,03 75.750,87258.669,53 27.451,15 82.885,90244.820,60 54.847,49 70.649,86225.107,98 60.261,27 75.636,38238.207, 46.757,5 78.599,279 5 7272.315, 57.076,1 84.771,836 4 6118.595,27 29,06 48,12 85,73121.098,25 33,36 55,19 113,86112.534,37 25,46 49,27 80,17143.933,51 34,22 64,85 141,79102.750,63 22,54 33,80 83,32123.903,17 35,11 60,55 118,78127.100,12 31,55 55,29 111,61139.614,30 32,00 55,06 117,43bron : Lokale statistiekGemiddelde verkoopprijs in euro van een perceel bouwgrond per m²Grote woningen = Herenhuizen, villa's, bungalows, landhuizen en landbouwerswoningenKleine of middelgrote woning = Ar<strong>be</strong>iders- of werkmanswoningen, <strong>be</strong>diendewoningen, renteniers- en burgerhuizenBij deze ta<strong>be</strong>l is enige voorzichtigheid geboden:- de gemiddelde prijzen zijn sterk afhankelijk van het aantal verkopen. Heb je toevallig een laag aantal verkopen met heel hogeprijzen in een specifiek jaar dan weerspiegelt zich dat in een hoge gemiddelde prijs;- de cijfers voor 2005 heb<strong>be</strong>n <strong>be</strong>trekking op 90% van alle verkopen.267


Deel 8 – HuisvestingUit deze cijfers blijkt dat Oost-<strong>Vlaanderen</strong> een goedkope provincie is om een woning aan te schaffen. In 2005 <strong>be</strong>taalde je gemiddeld129 375,08 EUR voor een appartement, en dat is ruim 18 000 EUR minder dan het gemiddelde voor <strong>Vlaanderen</strong> (147 550,8). Voor eenkleine en middelgrote woning is het verschil tussen Oost-<strong>Vlaanderen</strong> en <strong>Vlaanderen</strong> meer dan 12 500 EUR.Als we de cijfers voor <strong>Oudenaarde</strong> vergelijken met de verschillende arrondissementen van Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, dan blijkt dat<strong>Oudenaarde</strong> voor de aankoop van een appartement of grote woning duurder is dan de gemiddelden voor de arrondissementen.De prijzen voor een kleine of middelgrote woning liggen dan weer lager dan in de meeste arrondissementen.268


Deel 8 – HuisvestingGemiddelde verkoopprijzen van de bouwgronden en de woningen naar type, evolutie 1995 -2005, indexenkleine en middelgroteappartementen grote woningwoningenper m² bouwgrond1995- 2000-2005 1995- 2000-2005 1995-2005 2000-2005 1995-2005 2000-200520052005<strong>Oudenaarde</strong> 142,47 143,56 336,32 172,32 195,44 151,88 253,22 188,80Arr. Aalst 173,92 141,87 132,76 97,67 195,81 153,98 295,00 178,16Arr. Dendermonde 154,30 156,82 140,12 92,66 203,60 152,36 341,35 206,31Arr. Eeklo 185,01 136,10 137,34 98,68 209,16 148,56 314,96 162,73Arr. Gent 199,85 157,13 147,83 95,42 524,33 173,65 414,32 218,66Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 145,57 133,64 193,13 111,14 187,34 145,44 369,65 246,54Arr. Sint-Niklaas 186,46 156,12 137,08 99,83 205,61 163,81 338,34 196,17Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 186,94 152,78 146,12 96,44 271,83 161,71 353,76 201,87<strong>Vlaanderen</strong> 300,08 158,69 131,94 103,65 244,61 164,69 367,01 213,28bron : Lokale statistiekDe evolutie van de verkoopprijzen kan <strong>be</strong>st worden weergegeven van de hand van een index. We brengen de evolutie op 10 jaar(index 1995-2005) en op 5 jaar (index 2000-2005) in <strong>be</strong>eld.De gemiddelde prijs van een appartement in Oost-<strong>Vlaanderen</strong> is op 10 jaar tijd gestegen met 86 %, op 5 jaar tijd is de stijging 52 %.Wat <strong>be</strong>tekent dat de stijging van de prijzen sterker was tijdens de laatste 5 jaar.De prijsstijging voor de grote woningen <strong>be</strong>draagt op 10 jaar 46 %. Opvallend is dat er de laatste 5 jaar een stagnatie is van degemiddelde prijs. Hier is de stijging van de prijs dus vooral een fenomeen van de jaren 1995 tot 2000.De kleine en middelgrote woningen kenden de laatste 10 jaar van de drie typewoningen de grootste stijging (index 271). Die stijgingzwakt tussen 2000 en 2005 af tot 61 %, wat meer in de buurt ligt van de appartementen.De bouwgrondprijzen (uitgedrukt in m²) kenden de meest spectaculaire stijging van alle verkopen de laatste 10 jaar. Die stijgingzwakt af in de laatste 5 jaar maar blijft aanzienlijk met 101% (index 353).De prijsstijgingen van de laatste 5 jaar, uitgedrukt in indexen 2000-2005, liggen in dezelfde lijn voor <strong>Vlaanderen</strong>, zij het dat ze eenpaar procenten hoger liggen dan in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.269


Deel 8 – Huisvesting2.5 Sociaal patrimoniumOm een zicht te krijgen op het totale sociale patrimonium moeten we drie<strong>be</strong>trokken partijen <strong>be</strong>kijken: de sociale huisvestingsmaatschappijen, de socialeverhuurkantoren en de OCMW’s/gemeente<strong>be</strong>sturen.Ta<strong>be</strong>l : Patrimonium van de Sociale huisvestingsmaatschappijen in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, 2003-2005Gemeente Sociale appartementen Sociale huurwoningen % socialewoningen(app. enhuizen)20062003 2004 2005 2006 2003 2004 2005 2006<strong>Oudenaarde</strong> 175 177 194 218 243 246 246 246 4,13Arr. Aalst 1158 1230 1281 1354 2130 2130 2126 2141 3,27Arr. Dendermonde 1470 1531 1593 1656 3026 3060 3125 3111 6,43Arr. Eeklo 245 312 319 351 1306 1434 1432 1434 5,54Arr. Gent 8967 9174 9224 9233 5617 5760 5788 5774 7,21Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 638 684 706 730 820 824 823 827 3,47Arr.Sint-Niklaas 2767 2786 2862 2902 3407 3482 3540 3548 7,30Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 15245 15717 15985 16226 16306 16690 16834 16835 5,9664.31<strong>Vlaanderen</strong>1 65.938 67.025 67.665 66.609 67.409 67.797 67.743 5,64bron: VHMIn <strong>Oudenaarde</strong> scoren we wat <strong>be</strong>treft het aantal sociale woningen 0.66 % hoger danhet arrondissement <strong>Oudenaarde</strong>.Op het niveau van Oost-<strong>Vlaanderen</strong> scoren we dan opnieuw 1,83 % lager en op hetniveau van <strong>Vlaanderen</strong> is dit 1,51 %.Bron: provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>: focus op wonen 2270


Deel 8 – HuisvestingSamen met het arrondissement Aalst scoort het arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> hetlaagst wat <strong>be</strong>treft de verhouding sociale woningen t.o.v. het totaalwoning<strong>be</strong>stand. Hierbij werd echter geen rekening gehouden met het patrimoniumvan het SVK.Kandidaat-huurders zijn personen die zich bij een sociale huisvestingsmaatschappijkandidaat heb<strong>be</strong>n gesteld voor een sociale huurwoning en ingeschreven zijn alswachtenden in het register van de kandidaat-huurders. De kandidaat-huurdersworden geregistreerd volgens domicilie.Deze cijfers kunnen een indicatie geven voor het tekort aan sociale woningen.Ta<strong>be</strong>l Kandidaat-huurders (telkens 31/12 van het jaar)AantalGemeentekandidaten % * 20042003 2004 2005<strong>Oudenaarde</strong> 238 183 151 1,31Arr. Aalst 1324 1416 1232 1,99Arr. Dendermonde 2309 2308 1880 2,82Arr. Eeklo 970 1176 1067 1,90Arr. Gent 4485 4323 3623 3,48Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 6524 8444 7743 1,33Arr. Sint-Niklaas 1385 1298 1027 3,77Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 16997 18965 16572 2,89<strong>Vlaanderen</strong> 71414 86887 75946 3,06bron : VlaamseHuisvestingsmaatschappij*tov totaal aantal gezinnen in 2004, 2005 nog niet<strong>be</strong>schikbaarOp 31 decem<strong>be</strong>r 2005 staan in Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 16 997 personen geregistreerd alskandidaat-huurder. Dit is 2,89 % van de gezinnen. Hiermee ligt het aandeelwachtenden in Oost-<strong>Vlaanderen</strong> iets lager dan in <strong>Vlaanderen</strong>.271


Deel 8 – HuisvestingLijst kandidaat-huurders VMSW uit <strong>Oudenaarde</strong> en wachttijdenDe kandidaat-huurder 2003Bron: VHM/SHMgemeente arrondiss. provincie <strong>Vlaanderen</strong>aantal 238aantal toegewezen dossiers 45gemiddelde wachttijden vanactieve dossiersgemiddelde wachttijden vandossiers, toegewezen in 2003513 dagen554 dagengemiddelde wachttijden perVMSW , dossiers toegewezen in2003gemiddeldewachttijdSHM Vlaamse Ardennen 535 dagen 97aantaldossiersTa<strong>be</strong>l : Patrimonium van de erkende en gesubsidieerde <strong>sociaal</strong> verhuurkantoren in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, 2004-2005Gemeente2004 2005privéverhuurderandereeigenaarprivéverhuurder<strong>Oudenaarde</strong> 9 9andereeigenaarArr. Aalst 65 0 64 0Arr. Dendermonde 144 7 144 7Arr. Eeklo 58 7 59 7Arr. Gent 218 18 239 15Arr. <strong>Oudenaarde</strong> 38 0 39 0Arr. Sint-Niklaas 78 6 92 6Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 601 38 637 35<strong>Vlaanderen</strong> 2373 418 2.623 409<strong>Oudenaarde</strong> maakt deel uit van het SVK ZO-<strong>Vlaanderen</strong>. Het aantal woningen datdoor het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> werd ingebracht in het SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> istussen 2004 en 2005 cijfermatig niet gewijzigd.Door uitvoering van het <strong>be</strong>sluit van de Vlaamse Regering wordt de juridischeverantwoordelijkheid over de huurovereenkomsten gelegd bij de SVK’s.In 2005 zijn bijgevolg verschillende contracten overgeheveld naar het patrimoniumvan het SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> en zijn er nieuwe woningen ingehuurd door hetSVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> terwijl andere woningen onder het <strong>be</strong>heer van hetOCMW zijn gebleven.272


Deel 8 – HuisvestingNaast het patrimonium van de VMSW ‘Vlaamse Ardennen’ en het SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> heeft het OCMW ook een klein patrimonium dat <strong>sociaal</strong> wordt verhuurd.Het <strong>be</strong>treft hier woningen uit eigen patrimonium en woningen ingehuurd uit deprivé-markt, stad en VMSW.2003 2004 2005 2006Soort woningEigen patrimonium 5 5 5 5Privé-markt 3 3 3 5Stad/VMSW 3 3 3 3Toegekende premies in functie van wonenZowel op provinciaal niveau als op Vlaams niveau worden tegemoetkomingentoegekend die op een of andere manier een impact willen heb<strong>be</strong>n op dewoonsituatie.De aantallen effectief toegekende tegemoetkomingen geven een indicatie van de<strong>be</strong>kendheid enerzijds en van de evolutie van het ‘gebruik’ anderzijds.Ta<strong>be</strong>l: individuele tegemoetkomingen: provinciaal en Vlaams (telkens 31/12 vanhet jaar).Deze cijfers krijgen pas een <strong>be</strong>tekenis als je ze in verhouding brengt tot het aantalwoningen. Gezien we geen exacte cijfers heb<strong>be</strong>n van het aantal woningen voor delaatste jaren is dit onmogelijk.273


Deel 8 – Huisvesting2.6 Besluit omgevingsanalyse rond huisvestingBij deze <strong>be</strong>sluitvorming moet er eerst en vooral op worden gewezen dat veel cijfersrond huisvesting dateren van de laatste volkstelling in 2001. Dit <strong>be</strong>tekent concreetdat evoluties van de laatste 5 jaar niet altijd via cijfers kunnen wordenaangetoond.<strong>Oudenaarde</strong> is een provinciestad met een <strong>be</strong>volking van ongeveer 28 000 personenof 11 562 huishoudens. De groep alleenstaanden samen met de huishoudens<strong>be</strong>staande uit 2 personen maken 61,88 % uit van het totaal aantal huishoudens. Degemiddelde gezinsgrootte ligt dan ook op 2,39 personen.Tussen 1991 en 2001 is er een duidelijke groei te merken in het totalewoning<strong>be</strong>stand, nl 9,21 % voor <strong>Oudenaarde</strong> terwijl het voor <strong>Vlaanderen</strong> slechts 7,08% is. Het aantal huurwoningen in <strong>Oudenaarde</strong> is over dezelfde periode echtergedaald met 4,60 %. Hoewel men vanuit economisch perspectief stelt dat een laagaantal huurwoningen een positief aspect is, wordt dit vanuit <strong>sociaal</strong> standpuntanders geïnterpreteerd. Financieel zwakkeren die niet over de middelen<strong>be</strong>schikken om zelf een woning te verwerven heb<strong>be</strong>n immers een steeds kleinerwordend patrimonium waarin kan worden gezocht.De groei in het woning<strong>be</strong>stand is in <strong>Oudenaarde</strong> vooral merkbaar in het segmentappartementen. De stijging tussen de 2 volkstellingen is maar liefst 32,62 % terwijldit op Vlaams niveau slechts 0,06 % <strong>be</strong>draagt.Hoewel er veel wordt gebouwd in <strong>Oudenaarde</strong> zitten we nog steeds met een oudwoningpatrimonium. Bijna 25 % van de woningen dateert van voor 1945. Dit oudepatrimonium <strong>be</strong>schikt daarenboven niet altijd over het nodige basiscomfort zoalseen toilet met stromend water, badkamer of centrale verwarming. Voor bijna35,50 % van het totale woning<strong>be</strong>stand in <strong>Oudenaarde</strong> ontbreekt minstens een vande genoemde elementen van basiscomfort.Er <strong>be</strong>staat ook een sterk verband tussen de hoge ouderdom van de woning en deleeftijd van de <strong>be</strong>woner. Uit de cijfers blijkt duidelijk dat het aanwezigebasiscomfort in de woning daalt naarmate de leeftijd van de referentiepersoonstijgt.Zoals reeds hoger gesteld is er een laag percentage huurwoningen in <strong>Oudenaarde</strong>.Volgens geïndexeerde huurprijzen voor 2007 <strong>be</strong>talen 62,82 % van de huurderstussen de 277 en 553,99 EUR per maand.Voor mensen met <strong>be</strong>perkte financiële middelen <strong>be</strong>tekent dit dat een financieelhaalbare woning vaak niet <strong>be</strong>schikbaar is op de private huurmarkt. Zij doen danook een <strong>be</strong>roep op het <strong>sociaal</strong> woningpatrimonium aanwezig in de stad. In<strong>Oudenaarde</strong> is er in 2006 in totaal een <strong>sociaal</strong> patrimonium van 460 woningen.Hiermee worden zowel woningen van de sociale huisvestingsmaatschappij ‘VlaamseArdennen’, het SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> als van het OCMW <strong>be</strong>doeldUit gesprekken met collega’s en uit ervaring leren we dat we de laatste jaren meeren meer geconfronteerd worden met huisvestingsproblemen voor verslaafden enmensen met psychiatrische problemen. Er is tevens een groeiende problematiekvoor huisvesting van jongeren onder de 25 jaar.274


Deel 8 – HuisvestingBinnen de werking van het OCMW is er momenteel geen werking en/of <strong>be</strong>geleidingvoor deze groep. Ook bij acute problemen is er geen oplossing binnen de werkingvan het OCMW gezien deze mensen niet worden opgenomen in hetcrisisopvangnetwerk Vlaamse Ardennen .Rekening houdend met het specifieke karakter van <strong>be</strong>geleiding voor deze mensenwordt deze problematiek in het Lokaal Sociaal Beleidsplan verder niet opgenomen.275


Deel 8 – Huisvesting3 Voorstelling huidige dienstverlening3.1 Dienstverlening OCMW3.1.1 HuurserviceDe sociale dienst van het OCMW wordt zeer regelmatig geconfronteerd met de<strong>be</strong>hoefte aan degelijke en <strong>be</strong>taalbare woningen voor alleenstaanden en gezinnenuit de lagere inkomensgroepen.Om aan deze problematiek tegemoet te komen startte op 01/03/95 in het OCMW<strong>Oudenaarde</strong> het project Huurservice. Dit project, dat 3 jaar gesubsidieerd werddoor de provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong> als ’Pilootproject Huisvesting Kansarmen‘ heeftals doelstelling de huurmarkt toegankelijker maken voor kansarmen.Om dit te realiseren werden woningen ingehuurd die dreigden langdurig leeg testaan. Deze woningen werden - indien nodig - gerenoveerd en op hun <strong>be</strong>urtonderverhuurd aan mensen die op de gewone huurmarkt uit de boot vallen.De renovatie van woningen ge<strong>be</strong>urde met personen die door het OCMW werdentewerkgesteld in het kader van een sociale tewerkstelling en jongeren die op hetwerkterrein een opleiding volgen. Voor het uitvoeren van deze opdracht had hetOCMW een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met het CVL (Centrum voorLevensvorming) .Hoewel de doelstelling niet is veranderd, is de werking van de dienst huurservice inde loop der jaren gewijzigd.Er worden sedert 2004 geen woningen meer ingehuurd die moeten wordengerenoveerd. Dit heeft voor gevolg dat de samenwerking tussen de diensthuurservice en het CVL (nu Intro) werd stopgezet.3.1.2 Trefpunt SVK Zuid Oost-<strong>Vlaanderen</strong>In een poging om een <strong>sociaal</strong> verhuurkantoor in de regio op te richten heeft dedienst ’Huurservice‘ mee een voortrekkersrol gespeeld. De gezamenlijkeinspanningen resulteerden in de oprichting op 18 mei 1999 van het SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> waarvan de statuten op 21 decem<strong>be</strong>r 1999 in het Belgisch Staatsbladzijn gepubliceerd.Het <strong>sociaal</strong> verhuurkantoor, waarbij de dienst ’Huurservice‘ van het OCMW<strong>Oudenaarde</strong> is aangesloten, heeft een werkingsgebied verspreid over Brakel,Herzele, Kluis<strong>be</strong>rgen, Lierde, Maarkedal, Ninove, Oosterzele, <strong>Oudenaarde</strong>, Ronse,Sint-Lievens-Houtem, Zingem, Zottegem en Zwalm.Vanaf 1999 worden woningen, ingehuurd door het OCMW, ingebracht in hetpatrimonium van het SVK. Vanaf 1 juni 2005 werd ook de financiële en juridischeverantwoordelijkheid voor verschillende van deze woningen overgedragen naar hetSVK.276


Deel 8 – Huisvesting3.1.3 Crisisopvangnetwerk politiezone Vlaamse ArdennenVanaf 01/12/2005 is het crisisopvangnetwerk voor thuislozen van start gegaan in depolitiezone Vlaamse Ardennen.Via een samenwerkingsovereenkomst tussen de Politie Vlaamse Ardennen, deOCMW’s <strong>Oudenaarde</strong>, Kluis<strong>be</strong>rgen, Kruishoutem, Wortegem-Petegem, Zingem enhet CAW Zuid – Oost –<strong>Vlaanderen</strong> wordt een crisisopvangnetwerk voor daklozengeorganiseerd in de politiezone Vlaamse Ardennen.Het crisisopvangnetwerk <strong>be</strong>schikt over 6 woningen om daklozen kortstondig op tevangen. De <strong>be</strong>geleiding van de <strong>be</strong>woners van de crisisopvang en de coördinatie vanhet netwerk wordt door een medewerkster van het CAW verzekerd.In het eerste werkjaar van 01/12/2005 tot 30/11/2006 werden 30 opnamesgerealiseerd in het crisisopvangnetwerk met in totaal 985 verblijfsdagen.Het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> realiseerde 17 van de 30 opnames in het eerste werkjaar.Alle deelnemende OCMW’s leveren een financiële bijdrage van 0,25 EUR perinwoner. Met deze financiële bijdrage worden de loonkosten en werkingskosten vande coördinator <strong>be</strong>taald.3.1.4 Crisisopvang OCMW <strong>Oudenaarde</strong>Naast het crisisopvangnetwerk Vlaamse Ardennen heeft het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> nogeen paar woningen waar sedert 2004 tijdelijke opvang van personen wordtgeorganiseerd.JAARTAL20042005200630/06/2007VERBLIJFSDAGEN1526499233393.1.5 Samenwerking met Serviceclub SoroptimistenVanaf 01/12/2005 wordt via een samenwerkingsovereenkomst met de serviceclub’De Soroptimisten‘ een crisisopvang voor vrouwen ter <strong>be</strong>schikking gesteld in het<strong>be</strong>gijnhof.Deze crisisopvang is mee opgenomen in het crisisopvangnetwerk ‘VlaamseArdennen’.3.1.6 Ervaring opgebouwd binnen het OCMW rond algemene woonvragenSedert 1995 wordt er in het OCMW, via de dienst huurservice, gewerkt rondhuisvesting. Kennis van huurwetgeving en premies heb<strong>be</strong>n ertoe bijgedragen dat erdoor de jaren veel kennis is opgebouwd rond huisvesting. Daarom kunnen collega’sof cliënten die vragen heb<strong>be</strong>n rond bv. huisvesting, huurwetgeving of premies hieraltijd terecht.277


Deel 8 – Huisvesting3.1.7 Samenwerking huurdersbondGezien er geen juriste gespecialiseerd rond huisvesting binnen het OCMWwerkzaam is, is het OCMW reeds jaren lid van de huurdersbond. Op die manierkunnen cliënten met specifieke vragen terecht bij de huurdersbond. Zij wordenvanuit de huurdersbond, indien dit nodig is, verder <strong>be</strong>geleid.3.1.8 Tegemoetkoming in de huishuur en in de huurwaarborgTegemoetkoming in de huishuurHet OCMW verleent, volgens een intern reglement, een tegemoetkoming in dehuishuur aan leefloongenieters en inwoners met een inkomen dat het leefloon<strong>be</strong>nadert.Tegemoetkoming in de huurwaarborgHet OCMW wordt steeds meer aangesproken om te helpen bij het vinden van eenwoning. De hulpverlening van het OCMW omvat in veel van deze situaties eentussenkomst in de huurwaarborg omdat men niet over de vereiste financiëlemiddelen <strong>be</strong>schikt om een borg te <strong>be</strong>talen.Het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> verleent een tussenkomst in de huurwaarborg aan deinwoners uit de laagste inkomensgroepen. De huurwaarborg is <strong>be</strong>grensd tot € 1 125en wordt bij Dexia op een geblokkeerde rekening geplaatst of wordt verstrekt viaeen bankwaarborg.In 2006 heeft het OCMW 43 waarborgen verleend.Omschrijvinguitgaven2003EURUitgaven2004EURUitgaven2005EURUitgaven2006EURtegemoetkoming in de huishuur enhuurwaarborg 73 794,71 76 254,81 73 981,70 62 593,473.2 Voorstelling dienstverlening andere huisvestingsactoren3.2.1 Stad <strong>Oudenaarde</strong><strong>Oudenaarde</strong> heeft niet alleen een kwantitatieve maar evenzeer een kwalitatievewoon<strong>be</strong>hoefte. Het woningpatrimonium van <strong>Oudenaarde</strong> omvat een hoog aantaloude woningen met een laag wooncomfort. Deze woningen voldoen niet meer aande vereisten van vandaag. Er kan dus worden gesteld dat het noodzakelijk is in detoekomst de nadruk te leggen op een huisvestings<strong>be</strong>leid gericht op het verhogenvan de woonkwaliteit en leefomgeving. Het woon<strong>be</strong>leid moet dan ook gericht zijnop kernversterking en geconcentreerde woonuitbreiding.Om tegemoet te komen aan bovengenoemde doelstellingen is het streven naarwoningdifferentiatie een van de ruimtelijke <strong>be</strong>leidselementen.278


Deel 8 – HuisvestingDe doelstelling voor woningdifferentiatie zal in <strong>be</strong>langrijke mate <strong>be</strong>trekking heb<strong>be</strong>nop de dichtheid en het onderscheid in woninggrootte. Dit houdt dan verband meteen <strong>be</strong>leidskeuze die:- enerzijds voldoende grote woonruimtes in de stad toelaat zodat ook gezinnenmet kinderen het stadscentrum als woon- en leefplaats kiezen, onder de vormvan koopwoningen;- en anderzijds inspeelt op de trend van gezinsverdunning (alleenwonenden),door een aanbod te creëren dat rekening houdt met de <strong>be</strong>hoeften van dezegroep (kleinere maar comforta<strong>be</strong>le wooneenheden).Het stadsvernieuwingsproject De Ham is een voor<strong>be</strong>eld van een aanbod aanwoonmogelijkheden voor minder gegoeden. Het project <strong>be</strong>stemt een gedeelte vande woningen voor sociale huisvesting, zoals aangegeven in het GRS (GemeentelijkRuimtelijk Structuurplan). Het project voor de Ham houdt rekening met dewoningvraag zoals die zich vandaag in <strong>Oudenaarde</strong> laat voelen (bijv. socialehuisvesting, flats voor (pre)senioren,…). Daarnaast zijn er ook alternatievenvoorzien (bijv. individuele kavels, patiowoningen). Het stadsontwerp is flexi<strong>be</strong>lopgevat zodat een verscheidenheid van woningtypes mogelijk is, naargelang vaneventueel wijzigende <strong>be</strong>hoeften op de woningmarkt. De <strong>be</strong>doeling van ditvernieuwingsproject is dat een marktcorrectie kan worden doorgevoerd voorminstens 30 % van de gecreëerde woongelegenheden. Deze kunnen wordengerealiseerd door zowel de sociale woningbouwmaatschappijen als door de stad<strong>Oudenaarde</strong> zelf. De ontwikkeling kan slaan op sociale kavels, socialehuurwoningen of koopwoningen.Dergelijke projecten kunnen ook in andere zones binnen het stedelijk gebiedworden toegepast.3.2.2 Sociale huisvestingsmaatschappij ’Vlaamse Ardennen’De Sociale Huisvestingsmaatschappij Vlaamse Ardennen (SHM) is een door deVlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) erkende bouwmaatschappij.De VMSW heeft de opdracht om in de regio Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> in te staan vooreen comforta<strong>be</strong>le en <strong>be</strong>taalbare huisvesting voor personen en gezinnen die daar<strong>be</strong>hoefte aan heb<strong>be</strong>n.De bouwmaatschappij realiseert die opdracht door het:- <strong>be</strong>heren en verhuren van een duizendtal sociale woongelegenheden;- verkopen van sociale woningen en sociale kavels;- verstrekken van goedkope leningen.Het werkingsgebied omvat 15 steden en gemeenten, met name: <strong>Oudenaarde</strong>,Ronse, Geraards<strong>be</strong>rgen, Lierde, Zottegem, Brakel, Zwalm, Hore<strong>be</strong>ke, Kluis<strong>be</strong>rgen,Maarkedal, Wortegem-Petegem, Kruishoutem, Zingem, Gavere en Nazareth.Om in aanmerking te komen voor een sociale woning (zowel voor huur als koop)moet u meerderjarig zijn en uw <strong>be</strong>lastbaar inkomen moet lager liggen dan hetwettelijk toegelaten maximum<strong>be</strong>drag.De kantoren zijn geopend elke werkdag van 09.00 tot 12.00 uur.279


Deel 8 – HuisvestingTelefoon : 055/31.62.14Fax: 055/31.39.15Email: info@SHMVlaamseArdennen.<strong>be</strong>3.2.3 SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong>Het <strong>sociaal</strong> verhuurkantoor Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> vzw (SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong>)is een organisatie die woningen inhuurt op de private huurmarkt om ze vervolgensonder te verhuren aan woon<strong>be</strong>hoeftige gezinnen en alleenstaanden. Dezeorganisatie heeft een samenwerking met 12 OCMW’s (lokale <strong>be</strong>sturen). Het SVKZuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> <strong>be</strong>zit de juridische verantwoordelijkheid van de hoofd- enonderhuurcontracten. De samenwerking met de lokale <strong>be</strong>sturen vertaalt zich in descheiding van de kerntaken.De lokale <strong>be</strong>sturen zijn verantwoordelijk voor:- de eerste contacten met de eigenaar- de woningprospectie van de aangeboden woningen- de intake van de kandidaat-huurders- de huurder<strong>be</strong>geleiding van de zittende huurders.Het SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> staat in voor:- de <strong>be</strong>slissing om een hoofdhuurcontract af te sluiten- de afwerking van het dossier hoofdhuurcontract- de input van de inschrijving kandidaat-huurder in het registratieprogramma- het controleren van huurderving en eventueel ondernemen van juridischestappen- de opvolging van de regelgeving- de boekhoudkundige verwerking van huur, indexatie, …- het toezicht op de correcte toepassing van de wetgeving door de trefpunten- de communicatie tussen het <strong>be</strong>stuur, de lokale <strong>be</strong>sturen en de hogereoverheden.Het SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> leidt een renovatieploeg en een klusjesman. Derenovatieploeg staat in voor grotere renovatiewerken terwijl de klusjesman kanworden ingeroepen voor kleinere herstellingswerken.Binnen dit concept zijn nauwe samenwerking en regelmatig overleg tussen het SVKZuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> en de lokale <strong>be</strong>sturen van uiterst <strong>be</strong>lang.3.2.4 TWEBVZW Dienst <strong>be</strong>geleid wonen TWEB biedt <strong>be</strong>geleiding aan huis aan volwassenen meteen handicap die zelfstandig wonen of willen gaan wonen in de regio VlaamseArdennen. We <strong>be</strong>geleiden zowel alleenstaanden en koppels als gezinnen metkinderen.We vertrekken steeds van de hulpvraag van de cliënt. De ondersteuningsvragenverschillen van cliënt tot cliënt en worden vastgelegd in een ondersteuningsplandat regelmatig wordt geëvalueerd en bijgestuurd.Even de mogelijke <strong>be</strong>geleidingsvlakken op een rijtje:280


Deel 8 – HuisvestingZorgen voor materieel welzijn wonen- zoeken naar een kwaliteitsvolle woning- advies bij huren en kopen- ondersteuning bij het inrichten van hun woning dag<strong>be</strong>steding- zoeken naar aangepaste dag<strong>be</strong>steding- overleg werkwinkel, opleidingscentra, dagcentra,... omgaan met papieren omgaan met geld- leren rondkomen met het maandelijks budget- regelen af<strong>be</strong>talingsplan- omgaan met bankfaciliteiten huishouden en klusjes- via de vrijwilligerswerking 'Graag gedaan' mobiliteitZorgen voor emotioneel welzijn stress verleden en toekomst vrije tijd zowel individuele planning als via de vrijetijdswerking 'Naast deblomme'Zorgen voor <strong>sociaal</strong> welzijn relaties, partner, netwerk- ondersteunen of <strong>be</strong>middelen bij conflicten- werken aan uitbreiding van het netwerk verzorging en opvoeding van de kinderen- oefenen van opvoedingsvaardigheden- ontwikkeling- en spelstimulatie- samen met het netwerk het gezin ondersteunen bij het vervullen van hunouderrolgezondheid en veiligheid- verslaving- stimuleren tot gezonde leefgewoonten- juist gebruik van medicatie281


Deel 8 – HuisvestingZorgen voor persoonlijk welzijn opleiding zelf<strong>be</strong>paling oefenen weerbaarheid ...Wie ondersteuning wenst heeft een attest nodig van het Vlaams Agentschap voorpersonen met een handicap.Het aantal contacten per maand, of week wordt eveneens bij aanvang van de<strong>be</strong>geleiding vastgelegd en is individueel verschillend.De <strong>be</strong>geleiding is vrijwillig en gratis. We vinden het <strong>be</strong>langrijk dat de cliënt zoveelmogelijk zelf opneemt. We zoeken naar een goed evenwicht tussen enerzijds eenzo groot mogelijke zelfstandigheid en anderzijds de grenzen van wat de cliëntaankan. Zijn eigen wel<strong>be</strong>vinden staat voorop.3.2.5 Beschut WonenHet project Beschut Wonen ‘De Vlaamse Ardennen’- Is een realisatie van het samenwerkingsverband tussen het PsychiatrischZiekenhuis Sint-Franciscus te Velzeke en de Centra Geestelijke Gezondheidszorgte Geraards<strong>be</strong>rgen en te <strong>Oudenaarde</strong>.- Situeert zich in Zottegem, Geraards<strong>be</strong>rgen en <strong>Oudenaarde</strong>.- Heeft een erkende opvangcapaciteit van 30 personen.BegeleidingHet <strong>be</strong>geleidingsteam is multidisciplinair samengesteld: psychiater, psychiatrischeverpleegkundigen, maatschappelijk werkers, <strong>sociaal</strong> verpleegkundige enverpleegassistente.De <strong>be</strong>geleiding wil aan iedere <strong>be</strong>woner maximale ontplooiingskansen bieden: hulpop maat!Begeleiding houdt in:- Individuele <strong>be</strong>geleiding- Groeps<strong>be</strong>geleiding• Organisatie van huishouden• Aanleren van ADL activiteiten• Psychosociale <strong>be</strong>geleiding• Zoeken naar ar<strong>be</strong>id op maat en/of zinvolle tijds<strong>be</strong>steding• Bespreekbaar stellen van het samenlevenDoelHet project biedt een <strong>be</strong>schutte woonvorm aan voor mensen met eenpsychiatrische problematiek.Beschut Wonen heeft als doel de maatschappelijke integratie van <strong>be</strong>woners.282


Deel 8 – HuisvestingBeschut Wonen <strong>be</strong>oogt een maximale zelfstandigheid en geeft de veiligheid enzekerheid van een thuis.DoelgroepBeschut Wonen richt zich tot personen die om psychische redenen ondersteuningnodig heb<strong>be</strong>n in hun leef- en woonmilieu.Van de kandidaat-<strong>be</strong>woner wordt verwacht dat hij of zij over voldoendevaardigheden <strong>be</strong>schikt om in groep te functioneren en een zekere mate vanverantwoordelijkheid kan dragen.IntakeprocedureDe kandidaat-<strong>be</strong>woner, de familie en/of de verwijzer kunnen contact opnemen methet team.Tijdens de voor<strong>be</strong>reidende gesprekken komen de wederzijdse verwachtingen aanbod.Het multidisciplinair team <strong>be</strong>spreekt de kandidatuur.Bij opname wordt samen met de <strong>be</strong>woner een <strong>be</strong>geleidingsplan opgesteld.3.2.6 Psychiatrische thuiszorg ‘Het Akkoord’Algemene doelstellingVanuit een multidisciplinaire zorgequipe ‘psychiatrische zorg in de thuissituatie’(PZT) de specifieke zorg en de <strong>be</strong>geleiding aan huis bieden die personen met eenpsychiatrische problematiek nodig heb<strong>be</strong>n.Deze <strong>be</strong>geleiding is tijdelijk. Op psychiatrisch vlak wordt het reeds <strong>be</strong>staandehulpverlenend netwerk ondersteund. De cliënt wordt in contact gebracht met denodige zorg, hulpverlening en <strong>be</strong>handeling die hem in staat stellen om optimaal inzijn eigen thuismilieu te functioneren.DoelgroepHet project richt zich tot personen met een psychiatrische problematiek diezelfstandig of in gezinsverband wonen en hierbij ondersteuning nodig heb<strong>be</strong>n.Hierbij wordt ernaar gestreefd om de andere zorgverstrekkers, demantelzorg/familie zoveel mogelijk bij de zorgverlening te <strong>be</strong>trekken.Aan welke doelstellingen wordt er gewerkt?Het hoofddoel van de zorgverlening is dat de cliënt zelfstandig of met deondersteuning van andere zorgverlening optimaal kan functioneren in zijnthuismilieu.283


Deel 8 – Huisvesting4 DienstenmatrixDIENSTENHuisvesting algemeenHuisvestingcrisissituaties/noodwoningenWoonkwaliteitonderzoekAangepastewoonvormen (=serviceflats,aanleunwoningen)Info en ondersteuningHuisvestingspremies/toelagen18-25 jarigen 26-64 jarigen 65-plussersOCMWSHMSVKImmo/eigenaarsOCMWcrisisopvangnetwerkstadAROHMCAWBegeleid zelfstandigwonenOCMWStadMutualiteitThuiszorgAROHMprovincieOCMWSHMSVKImmo/eigenaarsOCMWcrisisopvangnetwerkStadAROHMBeschut wonenOCMWStadMutualiteitThuiszorgAROHMprovincieOCMWSHMSVKImmo/eigenaarsOCMWcrisisopvangnetwerkstadAROHMSHMOCMWPrivéOCMWStadMutualiteitThuiszorgAROHMprovinciePersonen met eenhandicapSHMOCMWcrisisopvangnetwerkstadAROHMSHMPrivéOCMWStadMutualiteitThuiszorgAROHMVlaams FondsprovincieDaklozen Asielzoekers kansarmenOCMWcrisisnetwerkOCMWCrisisopvangnetwerkOCMWcrisisopvangnetwerkOCMWStadMutualiteitThuiszorgOCMWAROHMOCMWSHMSVKImmo/eigenaarsOCMWcrisisopvangnetwerkStadAROHMOCMWOCMWStadMutualiteitThuiszorgAROHMprovincieFinanciële steun OCMW OCMW OCMW OCMW OCMW OCMW OCMWOCMWSHMSVKImmo/eigenaarsOCMWcrisisopvangnetwerkStadAROHMOCMWSVKOCMWStadMutualiteitThuiszorgAROHMwoon<strong>be</strong>geleiding OCMWCrisisopvangnetwerkOCMWCrisisopvangnetwerkOCMW TWEB OCMWCrisisopvangnetwerkOCMWCrisisopvangnetwerkOCMWCrisisopvangnetwerkleefbaarheidPolitieSHMPolitieSHMPolitieSHMPolitieSHMPolitiePolitieSHMPolitieSHMPreventieOCMW OCMW OCMW OCMW OCMW OCMW OCMWuithuiszettingReferentieadres OCMW284


Deel 8 – Huisvesting5 SWOT-analysefactoren intern externpositief Sterktes (S) Opportuniteiten (O)- opstarten crisisopvangnetwerk is grote vooruitgang- aanwezigheid van SVK en SHM- voorschotten van OCMW in huurwaarborg- klusjesdienst OCMW- eigen reglement huurtoelage OCMW- samenwerkingsverbanden met huurdersbond, SVK, VMSW- sociale dienst OCMW heeft ervaring opgebouwd metalgemene woonvragen- budget<strong>be</strong>heer, budget<strong>be</strong>geleiding- klusjesdienst mutualiteiten levert een bijdrage in de kwaliteit vanwoningen door kleine renovatiewerken- centrumfunctie <strong>Oudenaarde</strong> biedt kansen voor nieuwe initiatieven- <strong>be</strong>staande premies en subsidies rond renovatie, huursubsidie,installatiepremie,...- door LSB-plan kan de samenwerking tussen de woonactorenwordenverhoogd- intergemeentelijke samenwerking door crisisopvangnetwerknegatief Zwaktes (W) Bedreigingen (T)- wijziging in regie grond<strong>be</strong>leid stads<strong>be</strong>stuur (vroegerwerden percelen onder de markprijs verkocht omrealiseren eigen woning voor minder kapitaalkrachtigemensen mogelijk te maken)- netwerking rond huisvesting- zicht op communicatie tussen de verschillende diensten- gebrek aan structureel overleg tussen alle partners actiefop het terrein van de huisvesting in het algemeen en desociale huisvesting (OCMW, gemeente, SHM, SVK,...) inhet bijzonder- gebrek aan 1 duidelijk aanspreekpunt voor huisvestingbinnen de lokale <strong>be</strong>sturen- geen uitgewerkte dienst huisvesting binnen het OCMW- te weinig mankracht voor huisvesting- verouderd cijfermateriaal rond wonen- centrumfunctie <strong>Oudenaarde</strong> brengt een toestroom mee vanprobleemgezinnen- te weinig kwalitatief goede en <strong>be</strong>taalbare woningen binnen de sociale enprivé-huurmarkt- info over huisvesting en/of diensten die rond huisvesting werken is teweinig gekend zowel bij de <strong>be</strong>volking als bij diensten- wijkinspecteurs zijn niet opgeleid om te werken aan achteruitgangbuurtkwaliteit- veiligheidgevoel van de burger- werking binnen VMSW rond integratie en <strong>be</strong>geleiding van mensen- realisatie grote renovatiewerken <strong>be</strong>staand patrimonium VMSW en nieuwesociale projecten duurt lang- geen voorrangsregeling voor kandidaat huurders bij de VMSW die inwoner285


Deel 8 – Huisvestingnegatief Zwaktes (W) Bedreigingen (T)- toekenning tegemoetkoming huur is niet gekoppeld aan dekwaliteit van de woning- toekenning huurwaarborg is niet gekoppeld aan dekwaliteit van de woning- door de steeds stijgende werkdruk daalt het aantalhuis<strong>be</strong>zoekenzijn binnen het werkingsgebied van de VMSW- te weinig inzicht bij huisvestingsactoren rond grond<strong>be</strong>leid stad (bv. waarworden sociale kavels voorzien?)- ontbreken van een meldpunt problematische woonsituaties- ontbreken van coördinatie, structureel overleg en samenwerking vanverschillende diensten die werken rond huisvesting- hulpverleners heb<strong>be</strong>n te weinig zicht op / aandacht voorhuisvestingsproblemen en hun oplossingen- groei SVK wordt <strong>be</strong>lemmerd door te hoge inhuurprijzen- vergrijzing van de <strong>be</strong>volking waardoor nieuwe huisvestingsnoden ontstaan- wooncomfort van o.a. Senioren met gevolgen voor de werkomstandighedenvoor thuiszorgdiensten- verzuring van verschillende wijken (valt dikwijls samen met woningenVMSW)- mobiliteit (sociale woningen blijven leeg omwille van gebrek openbaarvervoer)- netheid rond scholen en openbare gebouwen- eigenaars willen geen samenwerking indien huurwaarborg van OCMW- stijging van uithuiszettingen- verhouding inkomen / huur- problemen inkomensgrens: loon te hoog voor sociale huurwoning, maar telaag om eigen woning te verwerven- stijging van het aantal echtscheidingen waardoor een van de twee partnersop zoek moet naar een nieuwe woonst- <strong>be</strong>stedingspatroon inkomen- verwaarlozing van woning en persoon286


Deel 8 – Huisvesting6 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingenen actiesVanuit de werkgroep huisvesting werden er tijdens de 3 vergaderingen heel watzaken aangebracht. Iedere dienst heeft spontaan heel wat knelpunten aangekaartwaarmee zij dagdagelijks te maken heb<strong>be</strong>n. Tezelfdertijd werden voor sommigeproblemen eveneens mogelijke oplossingen voorgesteld.Deze items, die onder verschillende grote thema’s kunnen worden ondergebracht,vormen de basis voor de strategische en operationele doelstellingen.Op voorstel van Vlaams minister van Wonen Marino Keulen heeft de Vlaamseregering op 19 juli 2007 een nieuw subsidiekader voor projecten in verband met<strong>lokaal</strong> woon<strong>be</strong>leid principieel goedgekeurd. Het subsidie<strong>be</strong>sluit is, na het adviesvan de Raad van State, op 21 septem<strong>be</strong>r 2007 door de Vlaamse Regering definitiefgoedgekeurd.Vanuit het OCMW wordt dit subsidie<strong>be</strong>sluit als een <strong>be</strong>langrijk werkinstrumentgezien om een werking rond huisvesting met OCMW, stad en anderehuisvestingsactoren uit te werken .Verschillende van de hieronder vermelde acties binnen de werking van het OCMWstaan in functie van dit subsidie<strong>be</strong>sluit op voorwaarde dat er een project ‘<strong>lokaal</strong>woon<strong>be</strong>leid’ wordt ingediend door de stad <strong>Oudenaarde</strong> en op voorwaarde dat hetOCMW als woonactor wordt opgenomen in de uitwerking van dit project.287


Deel 8 – HuisvestingStrategische doelstelling 1De burger <strong>be</strong>ter informeren en <strong>be</strong>geleidenVooraleer werk kan worden gemaakt van een <strong>be</strong>tere doorstroming van <strong>be</strong>schikbareinformatie naar de burger moet in eerste instantie de informatiestroom tussen deverschillende actoren en diensten worden ver<strong>be</strong>terd.Operationele doelstelling 1.1De doorstroming van informatie tussen verschillende actoren/diensten ver<strong>be</strong>teren.Actie 1.1.1De mogelijkheid onderzoeken om één <strong>be</strong>leidscoördinator voor huisvesting aan testellen.Stad en OCMW heb<strong>be</strong>n <strong>be</strong>ide de initiële opdracht het welzijn van de burgers te<strong>be</strong>waren en waar nodig te verhogen.Vanuit de sociale dienst van het OCMW ervaren wij dat op verschillende vlakken,en ook zeker op het vlak van huisvesting de samenwerking kan worden ver<strong>be</strong>terd.Binnen de wooncode wordt de stad gezien als de organisatie die de regie omtrentwoon<strong>be</strong>leid op zich neemt.In het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> ‘<strong>Oudenaarde</strong> durft’ wordt vanuit de stad eveneens gesteld datzij de regisseur wil zijn van een aangename woonstad.De uiteindelijke doelstelling is te komen tot een integraal woon<strong>be</strong>leid met alleactoren voor alle inwoners met een bijzondere aandacht voor de doelgroepen.Actie 1.1.2Regelmatig overleg organiseren tussen de verschillende woonactoren werkzaam ophet grondgebied.Om als hulpverlener duidelijk geïnformeerd te zijn over de werking van andereactoren is het wenselijk om regelmatig met deze diensten rond de tafel te zitten.Door zicht te krijgen op de werking van de anderen kan ook de eigen werkingver<strong>be</strong>teren.Overlappingen op <strong>be</strong>paalde vlakken komen aan het licht, hiaten kunnen worden<strong>be</strong>sproken, concrete dossiers kunnen door overleg tot een oplossing of tot eenéénduidig duidelijk standpunt komen.Actie 1.1.3De mogelijkheid onderzoeken om regelmatig cursussen voor veldwerkers teorganiseren om de kennis en werking van de verschillende huisvestingsactoren oppeil te houden.Poetsdiensten, thuiszorgdiensten, … komen dagelijks bij mensen over de vloer enkomen in allerlei situaties terecht. Als zij zicht en weet heb<strong>be</strong>n van bv.aanpassingspremies kunnen zij hun cliënten daarop attent maken en kunnen zijeen contactadres of –persoon doorgeven.Het is daarom niet nodig dat zij zelf kennis heb<strong>be</strong>n van de voorwaarden e.d..Het opnemen van deze signaalfunctie kan enkel lukken als zij regelmatig hieroverworden gesensibiliseerd en bijgeschoold.288


Deel 8 – HuisvestingActie 1.1.4De oprichting van een stedelijke woonraad onderzoeken om de werking van destadsdiensten, het OCMW en andere actoren <strong>be</strong>ter op elkaar af te stemmen .Een degelijk woon<strong>be</strong>leid voeren impliceert dat er <strong>be</strong>leidsmatig moet wordengepraat en gewerkt met alle partners die rond wonen en huisvesting actief zijn.Op verschillende vlakken ge<strong>be</strong>urt er momenteel iets, maar een totaalvisieontbreekt.Een stedelijke woonraad is een instrument om deze totaalvisie uit te werken ente realiseren.Actie 1.1.5Onderzoeken of de stedelijke woonraad intergemeentelijk of regionaal kanwerken.Werken aan een woon<strong>be</strong>leid doe je als stad of gemeente niet alleen.Wanneer een woonraad en woon<strong>be</strong>leid vorm krijgen in <strong>Oudenaarde</strong> is hetraadzaam te onderzoeken of deze werking en visie kunnen worden opengetrokkennaar de regio. Verschillende aspecten heb<strong>be</strong>n immers hun invloed in deomliggende gemeenten.Actie 1.1.6De oprichting van een woonwinkel of gemeentelijk informatiepunt ’Wonen‘onderzoeken en het initiatief uitbouwen.Het werkveld huisvesting is momenteel over verschillende diensten binnen hetstad<strong>be</strong>stuur verspreid, terwijl financiële tegemoetkomingen vanuit het OCMWworden verstrekt.In functie van de oprichting van een ‘Sociaal Huis’ binnen het OCMW zal deuitwerking van een informatiepunt ’Wonen‘ worden <strong>be</strong>keken.De stad <strong>be</strong>schouwt de noodzaak tot het centraal aanbieden van informatie, adviesen <strong>be</strong>geleiding of het doorverwijzen naar <strong>be</strong>voegde instanties alstoekomstperspectief dat moet worden uitgewerkt (zie ‘<strong>Oudenaarde</strong> durft’).In een ‘Sociaal Huis’ kan een centraal aanspreekpunt worden georganiseerd waarinwoners terecht kunnen voor alles wat met huisvesting te maken heeft.Rekening houdend met de opdracht van een <strong>be</strong>leidscoördinator voor huisvestingwordt deze functie gekoppeld aan de uitbouw van een woonwinkel of eeninformatiepunt ’Wonen’.Operationele doelstelling 1.2De burger <strong>be</strong>ter informeren over het <strong>be</strong>staan en de werking van de verschillendediensten op het vlak van huisvesting en voorzien in een <strong>be</strong>tere <strong>be</strong>geleiding vanburgers bij de aanvraag van premies.De acties vermeld in de eerste operationele doelstelling zijn ook van toepassing omde informatiestroom naar de burger te ver<strong>be</strong>teren.289


Deel 8 – HuisvestingActie 1.2.1Een <strong>be</strong>tere <strong>be</strong>geleiding voorzien bij het aanvragen van premies.Kennis heb<strong>be</strong>n van het <strong>be</strong>staan van premies is één zaak, een dossier samenstellenen in orde brengen is een andere zaak.Personen of gezinnen die aanspraak kunnen maken op een premie of die rechtheb<strong>be</strong>n op een goedkope of aanvullende lening <strong>be</strong>schikken niet altijd over denodige vaardigheden om die aanvragen te doen en de nodige stukken teverzamelen.Voor die mensen zou moeten worden voorzien in een <strong>be</strong>geleiding van bij deaanvraag van het dossier, over de uitvoering en <strong>be</strong>geleiding van de werken tot deuit<strong>be</strong>taling van de premie.Actie 1.2.2De input van gegevens op <strong>be</strong>schikbare instrumenten vervolledigen en regelmatigbijwerken.De intrede van het internet heeft gezorgd voor een wereldwijde informatieexplosie.Het is echter niet altijd even gemakkelijk om in deze nieuwe wereld deweg te vinden.Vanuit verschillende overheden worden sites gemaakt zoals premiezoeker waaralle mogelijke tegemoetkomingen geldig voor een gemeente kunnen wordenteruggevonden.Deze sites heb<strong>be</strong>n evenwel maar hun nut als de plaatselijke <strong>be</strong>sturen gegevensdaaromtrent doorsturen en zorgen dat ze actueel worden gehouden.290


Deel 8 – HuisvestingStrategische doelstelling 2Het aanbod van gezonde, aangepaste en <strong>be</strong>taalbare woningen verhogen en de<strong>be</strong>woning van deze woningen door mensen met <strong>be</strong>perkte financiële middelen<strong>be</strong>stendigenOperationele doelstelling 2.1Het aanbod van gezonde en <strong>be</strong>taalbare woningen verhogen.Actie 2.1.1Inhuren van woningen uit de privé-markt verhogen teneinde het patrimonium voorhet SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> te verhogen.Actie 2.1.2Samenwerking met de immobiliënkantoren ver<strong>be</strong>teren.Het vinden van een gezonde, <strong>be</strong>taalbare woning is niet gemakkelijk. De privatehuurmarkt wordt bijna volledig <strong>be</strong>heerst door immobiliënkantoren.Cliënten van het OCMW en/of kansarmen ondervinden dikwijls moeilijkheden omvia dit kanaal een woning te huren.Een <strong>be</strong>tere relatie tussen het OCMW en de immobiliënkantoren kan inspelen opvooroordelen ten aanzien van kandidaat-huurders.Actie 2.1.3De mogelijkheid onderzoeken om als OCMW/stad zelf in meer woningen tevoorzien.Het marktaandeel van de sociale bouwmaatschappij en het SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> is momenteel nog altijd te klein om een voldoende antwoord te biedenop de huisvestingsnood voor mensen met <strong>be</strong>perkte financiële middelen.Het OCMW doet op dit vlak zelf ook inspanningen door het <strong>be</strong>schikbarepatrimonium <strong>sociaal</strong> te verhuren.Het verwerven van nieuwe woningen voor sociale verhuring kan het aanbodverhogen.Actie 2.1.4Bij uithuiszettingen door de rechtbank: eigenaars contacteren zodat de woning viaOCMW/SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> kan worden ingehuurd.Problemen tussen huurder en eigenaar komen niet altijd tot een oplossing enkunnen bijgevolg tot een uithuiszetting leiden.Eigenaars die op dat moment worden gecontacteerd kunnen de voordelen van hetverhuren aan het OCMW of SVK Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> leren kennen.Een opvolging van dergelijke dossiers kan leiden tot het inhuren van dezewoningen.Actie 2.1.5Opmaken van een meldingsfiche voor hulpverleners om zichtbare gebreken aan eenwoning te melden.291


Deel 8 – HuisvestingHulpdiensten en hulpverleners kunnen een <strong>be</strong>langrijke partner zijn in hetsignaleren van gebreken aan een woning. Door het contact met <strong>be</strong>woners en hunwoning zijn zij dikwijls de eerste en de enige die zichtbare gebreken kunnenvaststellen.Een eenvoudige meldingsfiche voor hulpverleners kan ertoe leiden dat gebreken inkaart worden gebracht en dat informatie en <strong>be</strong>geleiding bij deze mensenterechtkomt.Operationele doelstelling 2.2Acties ondernemen om de <strong>be</strong>woning in een gezonde en <strong>be</strong>taalbare woning doormensen met <strong>be</strong>perkte financiële middelen te <strong>be</strong>stendigen.Actie 2.2.1De samenwerking met het vredegerecht uitwerken.De mogelijkheid wordt onderzocht om een project in te dienen waarbij detussenkomst van het OCMW bij huurproblemen aanhangig gemaakt bij hetvredegerecht wordt vervroegd.In het kader van de humanisering van de uithuiszettingen wordt het OCMW als<strong>be</strong>middelaar ingeschakeld wanneer een procedure tot uithuiszetting is gestart. Deervaring leert dat de verstandhouding tussen de eigenaar en de huurder op datmoment reeds zodanig verzuurd is dat er bijna geen <strong>be</strong>middeling meer mogelijk is.De <strong>be</strong>doeling is om, in samenspraak met de vrederechter, de <strong>be</strong>middelendeopdracht van het OCMW uit te breiden tot het moment dat de eigenaar en dehuurder in verzoening worden opgeroepen.Actie 2.2.2De samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappij ‘Vlaamse Ardennen’optimaliseren omtrent de <strong>be</strong>geleiding bij huurachterstal.De sociale huurwet <strong>be</strong>paalt dat een sociale huisvestingsmaatschappij slechts eenopzeg kan <strong>be</strong>tekenen aan huurders onder een <strong>be</strong>paalde inkomensgrens,nadat eerst het OCMW is ingeschakeld om te <strong>be</strong>middelen, zodat de opzeg eneventuele uithuiszetting kunnen worden vermeden.De samenwerking tussen het OCMW en de sociale huisvestingsmaatschappij‘Vlaamse Ardennen’ gaat een stuk verder.In alle dossiers waar de huurachterstal groter is dan 2 maanden huur, wordt ervanuit het OCMW een <strong>be</strong>middeling en/of <strong>be</strong>geleiding aangeboden aan de huurder.De samenwerkingsovereenkomst <strong>be</strong>paalt ook afspraken rond de inschrijving vankandidaat-huurders, de actualisatie van de gegevens omtrent de kandidaathuurdersen de jaarlijkse huurprijsher<strong>be</strong>rekeningActie 2.2.3Onderzoeken of er een mogelijkheid <strong>be</strong>staat in samenwerking met het CAW een<strong>be</strong>geleiding op te starten voor huurders met woonproblemen.Wonen in een woning zorgt soms voor problemen. Deze problemen zijn soms tewijten aan de staat van de woning. Soms zijn de problemen echter te wijten aande houding van de huurder. Mensen die om een of andere reden geen wooncultuur292


Deel 8 – Huisvesting(meer) heb<strong>be</strong>n of die het wonen een <strong>be</strong>etje verleerd zijn, heb<strong>be</strong>n nood aan<strong>be</strong>geleiding om die woonattitudes (opnieuw) aan te leren.Operationele doelstelling 2.3Via samenwerking met andere woonactoren de kwaliteit van de woonomgeving<strong>be</strong>stendigen en waar nodig ver<strong>be</strong>teren.Actie 2.3.1Via samenwerking met de sociale bouwmaatschappij ‘Vlaamse Ardennen' en depolitie Vlaamse Ardennen een <strong>be</strong>geleiding op starten bij cliënten waar zichproblemen voordoen i.v.m. woonomgeving of leefbaarheid.Wonen is meer, ruimer dan de woning op zich. De woonomgeving, de buurt maaktook deel uit van ’het wonen’.Uit de ervaringen van de sociale huisvestingsmaatschappij blijkt dat problemenmet huurders niet altijd te maken heb<strong>be</strong>n met huurachterstal. Het samenwonenmet mensen in een appartementsblok of in een buurt levert ook problemen op.Vanuit de sociale huisvestingsmaatschappij ‘Vlaamse Ardennen’ is er om die redenregelmatig overleg met de politie.In de toekomst zal het OCMW op dat overleg worden uitgenodigd.Operationele doelstelling 2.4Het aanbieden van aangepaste woonvormen voor ouderen.Actie 2.4.1De genomen <strong>be</strong>slissing om serviceflats te bouwen, uitvoeren.Het OCMW heeft <strong>be</strong>slist om serviceflats te bouwen in Leupegem (lokatie oudrusthuis). Het OCMW voorziet de bouw van 24 flats. De aanvang van de bouw isvoorzien in de nabije toekomst.Actie 2.4.2De mogelijkheid onderzoeken om aanleunwoningen te bouwen.Uit het <strong>be</strong>hoefteonderzoek dat door het OCMW in 2003 werd georganiseerd, kwamnaar voor dat de <strong>be</strong>volking nood heeft aan aangepaste woonvormen voor<strong>be</strong>jaarden.Het OCMW onderzoekt de mogelijkheid om in totaal 40 tot 50 aangepastewoonvormen zoals <strong>be</strong>jaardenwoningen, aanleunwoningen, serviceflats en anderete realiseren in Eine en in het Meerspoortpark.Actie 2.4.3Renovatie en/of bouwen van rusthuis<strong>be</strong>dden.Het OCMW <strong>be</strong>schikt momenteel over 163 rusthuis<strong>be</strong>dden. Het <strong>be</strong>stuur wil zichblijvend engageren om dit huidig aanbod kwalitatief hoog te houden en daar waarnodig aan te passen of te vernieuwen volgens de geldende normen enregelgeving..293


Deel 8 – HuisvestingStrategische doelstelling 3De hulpverlening aan de burger optimaliseren.Operationele doelstelling 3.1De dienst huisvesting binnen het OCMW uitwerken tot een volwaardigdienstverleningspakket.Actie 3.1.1Een preventieve werking rond uithuiszetting uitwerken en opstarten.Het OCMW heeft een wettelijke opdracht in het kader van de humanisering van deuithuiszettingen (wet van 30/11/1998).Tot op vandaag wordt die opdracht door het OCMW minimaal ingevuld en blijftdeze <strong>be</strong>perkt tot het sturen van een brief naar de huurder.We stellen vast dat er weinig of geen reactie komt op het schrijven dat vanuit hetOCMW wordt gestuurd. Er wordt ook ervaren dat sommige huurders pas contactopnemen met het OCMW op het moment dat de uithuiszetting definitief is.Vanuit de sociale dienst wordt ervaren dat het opstarten van een hulpverlening ophet moment dat de verhuurder een vordering tot uithuiszetting heeft opgestartweinig kans heeft op slagen. Immers, de relatie tussen de eigenaar en huurder isop dat moment reeds volledig verzuurd zodat <strong>be</strong>middelingsgesprekken geenresultaat opleveren.Vanuit deze kennis wordt er binnen de sociale dienst van het OCMW aan gedachtom een preventieve actie op te starten van het moment dat eenverzoeningsdossier bij het vredegerecht aanhangig wordt gemaakt.Actie 3.1.2De huurmap (realisatie van het provincie<strong>be</strong>stuur Oost-<strong>Vlaanderen</strong>) als vastonderdeel in het <strong>sociaal</strong> onderzoek inbouwen.Het provincie<strong>be</strong>stuur Oost –<strong>Vlaanderen</strong> heeft <strong>be</strong>gin dit jaar de ‘huurmap‘voorgesteld en ter <strong>be</strong>schikking gesteld van lokale woonactoren.De huurmap is een stevige kaft voorzien van tabbladen. Per tabblad worden eenaantal heel praktische tips gegeven over een specifiek thema zoals deplaats<strong>be</strong>schrijving, de huurwaarborg, het contract, … . Deze tabbladen bieden ookde mogelijkheid om per thema documenten te klasseren .Bij de uitwerking van de dienst huisvesting binnen het OCMW zal de huurmap eenvast onderdeel worden binnen het <strong>sociaal</strong> onderzoek.Actie 3.1.3De checklist ‘wonen’ inbouwen als standaardonderdeel van het <strong>sociaal</strong> onderzoek.De checklist wonen is door het VVSG uitgewerkt en heeft een preventieve functie.Actie 3.1.4Systematisch nagaan of een cliënt bij verhuis aanspraak kan maken op de Vlaamsehuurtoelage en installatiepremie.294


Deel 8 – HuisvestingVanuit de sociale dienst wordt hier reeds veel aandacht aan <strong>be</strong>steed. Het isechter de <strong>be</strong>doeling om dit systematisch bij elke verhuis van cliënten na te gaanen zo nodig hen bij de aanvraag te <strong>be</strong>geleiden.Actie 3.1.5Nagaan of cliënten aanspraak maken op de vermindering van de onroerendevoorheffing.Huurders met twee of meer kinderbijslaggerechtigde kinderen, een gehandicaptgezinslid of een oorlogsinvalide in het gezin, kunnen aanspraak maken op eenvermindering van de onroerende voorheffing.Deze vermindering moet echter worden aangevraagd.Bij de uitwerking van de dienst huisvesting binnen het OCMW zal dit systematischvoor iedere cliënt worden nagegaan en aangevraagd.Operationele doelstelling 3.2De samenwerking met alle huisvestingsactoren opstarten en/of ver<strong>be</strong>teren.Actie 3.2.1Mogelijkheden onderzoeken om een <strong>be</strong>tere samenwerking met de stadsdiensten terealiseren rond onderzoeken van woningen naar kwaliteit.Vanuit het OCMW zal via de werking van de dienst huisvesting veel kennis rond dekwaliteit van de woningen worden verzameld via contacten met cliënten.Een <strong>be</strong>tere doorstroming van deze gegevens kan leiden tot meer officiëleonderzoeken in het kader van ongeschiktheidverklaring en on<strong>be</strong>woonbaarheid.Actie 3.2.2De samenwerking binnen het crisisopvangnetwerk voor thuislozen van depolitiezone Vlaamse Ardennen ver<strong>be</strong>teren en verder uitbreiden.Het crisisopvangnetwerk is sedert decem<strong>be</strong>r 2005 actief. De huidige werking isgericht op het aanbieden van een opvang bij een crisissituatie en het <strong>be</strong>geleiden inde zoektocht naar een nieuwe woning.Er wordt gedacht om een werking rond nazorg uit te werken waarbij de cliënt, nahet <strong>be</strong>trekken van een nieuwe woning, nog een <strong>be</strong>paalde periode verder wordt<strong>be</strong>geleid.Uit de opgedane ervaringen weten we dat een percentage van de opnames ge<strong>be</strong>urtna een gerechtelijke uithuiszetting.Momenteel is er een project ter goedkeuring ingediend bij de provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong> waarbij, in een preventieve werking, <strong>be</strong>middeling en <strong>be</strong>geleidingworden aangeboden om een uithuiszetting te voorkomen.Actie 3.2.3Onderzoeken of er een samenwerking kan worden opgestart om een regionaalwoon<strong>be</strong>leid uit te werken.Er zal worden onderzocht of de gemeenten en OCMW’s uit de politiezoneVlaamse Ardennen een project rond <strong>lokaal</strong> woon<strong>be</strong>leid kunnen indienen bij deVlaamse regering.295


Deel 8 – HuisvestingActie 3.2.4Onderzoeken of er cursussen/opleidingen kunnen worden georganiseerd voor dewijkagenten die bij een adreswijziging een huis<strong>be</strong>zoek verrichten.Als mensen een woning huren komt de wijkagent voor de inschrijving controlerenof en door wie de woning effectief wordt <strong>be</strong>woond.Zij zijn momenteel niet opgeleid om bij hun <strong>be</strong>zoek na te gaan of de inschrijvingproblemen stelt m.b.t. de over<strong>be</strong>volking van de woning, of de woning gezond is….296


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgDeel 9 - Ouderen-, Thuis- en Gezondheidszorg1 Inleiding1.1 DefinitieOuderen-, thuis- en gezondheidszorg richten zich tot alle hulp- enzorg<strong>be</strong>hoevenden uit de regio.Er wordt geen specifieke leeftijdsgrens <strong>be</strong>paald, toch worden vooral de ouderenaangesproken. In het decreet 51 worden hiermee de 60-plussers <strong>be</strong>doeld.Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg richten zich naast de ouderen tot personendie zich niet goed voelen op <strong>sociaal</strong>, geestelijk en/of lichamelijk vlak.Gezondheidszorg heeft als doel de gezondheid van de mensen te verhogen. Degeboden hulp- en dienstverlening kan preventief en curatief zijn.Thuiszorg is “de hulp- en dienstverlening die er specifiek op gericht is de gebruikerte handhaven in zijn natuurlijke thuismilieu” 52 .Het accent ligt op het <strong>be</strong>houd, de ondersteuning en/of het herstel van de zelfzorgen/of de mantelzorg, door het aanbieden en realiseren van zorg op maat.Overleg en samenwerking, naadloze zorg, communicatie, signaleren endoorverwijzen zijn kernwoorden/kernopdrachten.Uitleg bij de definitie- Het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> wordt regionaal <strong>be</strong>keken, omdat we afhankelijk zijn vanprogrammatiecijfers die regionaal worden <strong>be</strong>paald.- Betreffende de leeftijdsgrens moet worden opgemerkt dat een aantaltegemoetkomingen pas vanaf 65 jaar kan worden aangevraagd.- Gezondheid <strong>be</strong>treft zowel objectief ‘niet gezond’ zijn, als subjectief‘aanvoelen’.- Onder ‘zorg op maat’ verstaan we onder meer de financiële mogelijkheid ommenswaardig te leven, persoonsverzorging, huishoudelijke hulp,vrijetijds<strong>be</strong>steding, vervoer, opvang en ondersteuning thuis en residentieel.- Natuurlijk thuismilieu 52 : de plaats waar de gebruiker effectief woont ofinwoont, met uitsluiting van de collectieve woonvormen waar personen op eenduurzame wijze verblijven en gehuisvest zijn en waar geheel of gedeeltelijk, degebruikelijke huishoudelijke dienstverlening en gezinshulp wordt geboden.51 Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderen<strong>be</strong>leid en de<strong>be</strong>leidsparticipatie van ouderen.52 Decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen enwelzijnsvoorzieningen in de thuiszorg.297


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg- Zelfzorg 52 : de <strong>be</strong>slissingen en de acties van een natuurlijke persoon in hetdagelijkse leven met het oog op het voorzien in de eigen basis<strong>be</strong>hoeften.- Mantelzorg 52 : thuiszorg die geboden wordt door de mantelzorgers.- Mantelzorger 52 : elke natuurlijke persoon die op een niet-professionele basis enin een niet-georganiseerd verband hulp en bijstand biedt aan een gebruiker.1.2 methodiekDe werkgroep Ouderen-, Thuis- en Gezondheidszorg kwam in eerste instantiedrie keer samen.De <strong>be</strong>doeling was de partners werkzaam in de Ouderen-, Thuis-, enGezondheidszorg te horen.Deze bijeenkomsten vonden plaats op 28/03/2006, 18/05/2006 en 14/09/2006.De volgende personen waren minimum één keer aanwezig:- Algemeen Christelijk Werknemersverbond (Dhr. Klaus Van Hoecke)- Bond Moyson (Mevr. Mia Vansteenbrugge)- Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) (Dhr. Marc Baele)- Centrum Geestelijke Gezondheidszorg De Spiegel (Dhr. Yvan De Groote)- Directeur Woon-, Leef- en Zorgcentrum de Meerspoort (Dhr. Bertrand Vivez)- Directeur Woon- en Zorgcentrum H. Hart (Dhr. Marc Vander<strong>be</strong>ken)- Familiehulp (Mevr. Sylvia Bauwens)- Familiezorg (Mevr. Hilde Baekelandt)- Li<strong>be</strong>rale mutualiteit (Dhr. Marc Janssens)- OCMW Sociale Dienst – Hoofdmaatschappelijk werker (Dhr. Guido Spanhove)- OCMW Sociale Dienst – Maatschappelijk werker (Mevr. Johanna Vande Populiere)- Ontslagmanager Algemeen Ziekenhuis <strong>Oudenaarde</strong> (Dhr. Dirk Eggermont)- Psychiatrische Thuiszorg Het Akkoord (Mevr. Ann Artois)- Regionaal Welzijnsoverleg (Dhr. Pieter Van Houcke)- Seniorenraad (Mevr. Rosette Delacauw-Truyen)- Solidariteit voor het Gezin (Dhr. Vincent Bauwens)- Thuiszorgcentrum CM (Dhr. Johan Rotsaert)- Wit-Gele Kruis (Dhr. Jan Devogelaere)Op de derde bijeenkomst werd mevr. Anne Kriauciaunas van het MeldpuntOuderenmis(<strong>be</strong>)handeling uitgenodigd.Dezelfde methodiek werd gebruikt als bij de opmaak van het Regionaal Beleidsplanvoor Ouderen.- Het doel van de methodiek is het formuleren van doelstellingen, die realistischzijn op het vlak van uitvoering, tijd en financiering.- Het verloop:1. Vertrekken vanuit een omgevingsanalyse, afbakenen van de doelgroep enformuleren van lange termijnevoluties en ontwikkelingen binnen de sector.2. Sterkte-zwakte-analyse: brainstormen.3. Sterktes en zwaktes filteren: wat houden we over? / wat vinden we<strong>be</strong>langrijk? / wat is SMART? / waarmee kan de komende jaren wordengewerkt? / vaststellen van prioriteiten.298


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg4. Concreet: wat doen we in <strong>Oudenaarde</strong>? / welke accenten leggen we? / watnemen we op, wie en op welke termijn?Door een <strong>be</strong>perkte werkgroep <strong>be</strong>staande uit personeelsleden van de socialediensten van het OCMW en de Stad werd na de bijeenkomsten, aan de hand van deaangebrachte punten, een SWOT-analyse (zie punt SWOT-analyse) opgemaakt enwerden de <strong>be</strong>staande diensten geïnventariseerd in een dienstenmatrix (als bijlagetoegevoegd).Deze werkmiddelen werden dan geïntegreerd in een ‘sneuvelnota’.Voor de cijfergegevens baseren we ons voornamelijk op gegevens die ons werden<strong>be</strong>zorgd door de Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong> (www.desocialekaart.<strong>be</strong> en www.oostvlaanderen.<strong>be</strong>)en cijfers die we vonden op de website van de Vlaamse Overheidwww.vlaanderen.<strong>be</strong>/aps.De werkgroep Ouderen-, Thuis- en Gezondheidszorg wordt op 11/09/2007 nog eenssamengeroepen om de sneuvelnota door te nemen.De Stedelijke Seniorenraad krijgt op 20/09/2007 een voorstelling van desneuvelnota en de mogelijkheid om aanvullingen te maken.1.3 ParticipatieOm participatie van de lokale actoren van bij de aanvang van de opmaak van hetLokaal Sociaal Beleidsplan te realiseren, werden alle sociale organisaties (dienstenhulpverlening) en de stedelijke adviesraad (senioren) uitgenodigd. (Zie ook‘Methodiek’)Het Regionaal Welzijnsoverleg Arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> bracht eveneens hetwerkveld samen omtrent het thema ‘Ouderen’. De resultaten van deze werkgroepwerden opgenomen in een Regionaal Ouderen<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> 2003-2005. De 4doelstellingen die daarin geformuleerd werden, worden ook verwerkt in het<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.Samenlevingsopbouw Oost-<strong>Vlaanderen</strong> vzw 53 bracht mensen rond de tafel die inonze maatschappij erg kwetsbaar zijn via het project “Grondrechtenboom: Dialoogen netwerken over 10 sociale grondrechten in Oost-<strong>Vlaanderen</strong> - Okto<strong>be</strong>r 2006 totdecem<strong>be</strong>r 2007 en langer!”.Met het project wil Samenlevingsopbouw Oost-<strong>Vlaanderen</strong> de ongelijke toegang totsociale grondrechten in kaart brengen en ijveren voor het wegwerken ervan.‘Grondrechtenboom’ is een proces van dialoog en netwerken. Deze dialoog zal deongelijke toegang tot de sociale grondrechten in kaart brengen. Het netwerk zalbanden smeden tussen mensen en organisaties.10 sociale grondrechtenElke burger heeft recht op sociale zekerheid, ar<strong>be</strong>id, gezondheid, sociale enjuridische bijstand, wonen, een gezond leefmilieu, culturele en maatschappelijkeontplooiing en onderwijs.53 www.samenlevingsopbouw.<strong>be</strong>299


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgGroepen met minder <strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langenBepaalde mensen ervaren achterstelling op meerdere <strong>be</strong>leidsdomeinen. Hun stemwordt onvoldoende gehoord. Hun <strong>be</strong>langen te weinig verdedigd. Daarom sprekenwe van mensen of groepen met minder <strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langen. Enkele voor<strong>be</strong>elden:<strong>be</strong>woners van aandachtsbuurten, allochtonen, sociale huurders, kwetsbarejongeren, zieken, kansengroepen op de ar<strong>be</strong>idsmarkt, thuislozen, ouderen, ... .In <strong>Oudenaarde</strong> werden onder meer cliënten aangebracht door het OCMW. Zijkwamen van okto<strong>be</strong>r 2006 tot mei 2007 samen omtrent de grondrechten. Deresultaten werden in de Vlaamse Ardennen voorgesteld op 16 maart 2007 tijdens deWelzijns<strong>be</strong>urs <strong>Oudenaarde</strong> (15 - 18 maart 2007).De resultaten van deze bijeenkomsten worden verwerkt in het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.De <strong>be</strong>volking van <strong>Oudenaarde</strong> werd <strong>be</strong>vraagd via een ‘Behoefteonderzoek’ in 2003.Het onderzoek werd geleid door Bureau Vandorpe bvba (Oostkamp). De <strong>be</strong>vragingge<strong>be</strong>urde aan de hand van een schriftelijke enquête, op basis van eenrepresentatieve steekproef van alle inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> van 25 jaar en meer.De resultaten van dit onderzoek worden opgenomen naargelang deze relevant zijn.De inspraak van ouderen verloopt via de stedelijke seniorenraad. Er is in deze raadnaast een vertegenwoordiging van de seniorenverenigingen eveneens eenvertegenwoordiging vanuit de twee rusthuizen van <strong>Oudenaarde</strong> en vanuit de socialediensten van Stad en OCMW. Bij de opmaak van het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd rekeninggehouden met het Ouderen<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> 2006-2012 dat opgemaakt werd door deseniorenraad. Dit Ouderen<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd niet ter goedkeuring voorgelegd aan degemeenteraad.300


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg2 Omgevingsanalyse: cijfergegevens en analyse2.1 Demografische gegevens en evolutiesDe levensverwachting bij de geboorte <strong>be</strong>droeg in 2004 voor vrouwen 82,36 jaar envoor mannen 76,47 jaar. Voorspeld wordt dat de levensverwachting nog zal blijventoenemen.Bevolkingsprognose naar leeftijd, 65+ jaar, 2010-2025, index 2006-20252010 2015 2020 2025 2006-2025index index IndexM V M V M V M V M V Totaal<strong>Oudenaarde</strong> 2.244 3.202 2.376 3.358 2.608 3.464 2.972 3.745 127,44 115,20 120,31Arr.<strong>Oudenaarde</strong> 9251 12.974 10.004 13.638 11.058 14.288 12.265 15.311 132,47 118,30 124,25Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 108.552 148.710 120.364 160.521 132.302 171.574 146.973 186.025 139,64 128,95 133,46<strong>Vlaanderen</strong> 483.126 643.949 535.892 700.032 591.695 757.384 662.064 830.944 142,24 134,29 137,70bron: CBGS - Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie (via Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>)Tegen 2010 zullen 5 446 inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> meer dan 65 jaar zijn. In 2015zullen dat er 5 734 zijn, 6 072 in 2020 en 6 717 in 2025. Dat is een toename met23,34%.In Oost-<strong>Vlaanderen</strong> telt deze <strong>be</strong>volkingsgroep 257 262 mannen en vrouwen in 2010en in 2025 332 998, een toename met 29,44%.In <strong>Vlaanderen</strong> zal het aantal 65-plussers 1 127 075 <strong>be</strong>dragen in 2010 en 1 493 008 in2025, een toename met 32,47%.In <strong>Oudenaarde</strong> is er dus een lichtere stijging dan in <strong>Vlaanderen</strong>.Tegen 2025 zal 23,65% van de totale <strong>be</strong>volking van <strong>Oudenaarde</strong> ouder zijn dan 65jaar, in <strong>Vlaanderen</strong> is dit 23,99%.Bevolkingscoëfficiënten: interne vergrijzing, familiale zorgindex, grijze druk enverouderingscoëfficiënt, 2005, 2015, 2025.- Interne vergrijzing (<strong>be</strong>volking 80 en ouder t.o.v. <strong>be</strong>volking 60 en ouder)- Familiale zorgindex (<strong>be</strong>volking 80 en ouder t.o.v. <strong>be</strong>volking 50-59)- Grijze druk (<strong>be</strong>volking 60 en ouder t.o.v. <strong>be</strong>volking 20-59)- Verouderingscoëfficiënt (<strong>be</strong>volking 60 en ouder t.o.v. jongeren -20)Interne vergrijzingFamilialezorgindex Grijze druk Verouderingscoëfficiënt2005 2015 2025 2005 2015 2025 2005 2015 2025 2005 2015 2025<strong>Oudenaarde</strong> 21,05 24,02 20,54 41,86 41,45 45,36 44,78 49,21 64,20 112,79 128,74 157,08Arro<strong>Oudenaarde</strong> 20,68 24,43 21,25 38,92 44,42 47,17 44,57 51,37 64,98 106,24 126,94 155,53Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 18,65 22,53 21,12 33,25 40,37 47,32 41,35 49,58 63,54 104,93 127,46 155,75<strong>Vlaanderen</strong> 18,49 21,98 20,78 32,08 38,65 48,25 41,46 49,90 65,17 102,59 127,28 155,09bron: Lokale Statistieken (via Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>)301


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgDe interne vergrijzing is het aandeel van de <strong>be</strong>volking van 80 jaar of ouder in de<strong>be</strong>volking van 60 jaar of ouder. Een grote interne vergrijzing geeft weer dat deoudere <strong>be</strong>volking uit veel hoog<strong>be</strong>jaarden <strong>be</strong>staat.In <strong>Oudenaarde</strong> neemt vooral de leeftijdsgroep van 80-plussers toe. Deze internevergrijzing wordt in <strong>Oudenaarde</strong> in 2015 (24,02%) nog sterker verwacht dan in<strong>Vlaanderen</strong> (21,98%). Nadien zal het aandeel 80-plussers in <strong>Oudenaarde</strong> lichtjesdalen (20,54%) en daardoor ongeveer gelijk zijn aan het aandeel in <strong>Vlaanderen</strong>(20,78%).De familiale zorgindex wordt <strong>be</strong>rekend tussen de <strong>be</strong>volking van 80+ en 50-59 jaar.Het is de verhouding tussen het aantal hoog<strong>be</strong>jaarden en de <strong>be</strong>volking die normaalde zorg opneemt (= 50-plussers die voor hun hoog<strong>be</strong>jaarde ouders of familiezorgen).De groep 80-plussers zal nog groter worden t.a.v. de <strong>be</strong>volking van 50-59 jaar. In<strong>Vlaanderen</strong> zijn er momenteel per 100 personen van 50-59 jaar 32,08 personen dieouder zijn dan 80 (in <strong>Oudenaarde</strong>: 41,86). In 2025 zullen dat er 48,25 zijn in<strong>Vlaanderen</strong> en 45,36 in <strong>Oudenaarde</strong>, wat <strong>be</strong>tekent dat de zorglast voor deleeftijdsgroep van vijftigers toeneemt. (Dit wil niet zeggen dat deze zorglasteffectief wordt opgenomen.)De grijze druk is de verhouding tussen de leeftijdsgroep van ouderen (+ 60 jaar) ende <strong>be</strong>volking op <strong>be</strong>roepsactieve leeftijd (20 - 59 jaar). De grijze druk evolueert in<strong>Vlaanderen</strong> van 100 personen tussen 20 en 59 jaar t.a.v. 41,46 personen van 60+ in2005, naar 100 t.a.v. 65,17 personen in 2025. Ook in <strong>Oudenaarde</strong> neemt de grijzedruk sterk toe (van 44,78 naar 64,20).Ouderen gaan steeds zwaarder doorwegen in relatie tot de <strong>be</strong>volking opar<strong>be</strong>idsleeftijd.De verouderingscoëfficiënt (<strong>be</strong>volking 60 en ouder t.a.v. jongeren -20) evolueertin <strong>Vlaanderen</strong> van 100 personen -20 jaar t.a.v. 102,59 personen van 60+, naar 100t.o.v. 155,09 personen in 2025. <strong>Oudenaarde</strong> volgt deze tendens (van 112,79 naar157,08).Oost-<strong>Vlaanderen</strong> telt zeer weinig inwoners die geregistreerd zijn als buitenlander.Met slechts 2,7% zit de provincie duidelijk onder het Vlaamse gemiddelde van 4,9%.Oost-<strong>Vlaanderen</strong> her<strong>be</strong>rgt daarmee slechts 12,8% van alle niet-Belgen in<strong>Vlaanderen</strong>. Ten opzichte van tien jaar geleden daalde het aantal vreemdelingenin de provincie met 6,1%, terwijl er in <strong>Vlaanderen</strong> toch een stijgende trend is (+5,7% sinds 1994). 54<strong>Vlaanderen</strong> telt steeds meer alleenstaanden 54 . Er treedt een toenemendegezinsverdunning op: in 1990 telde een privaat huishouden nog 2,59 personen, in2002 is dit gedaald tot 2,42.Het aandeel alleenstaanden in <strong>Vlaanderen</strong> (11,4% totale <strong>be</strong>volking) ligt lager dan inde overige gewesten.Het zijn hoofdzakelijk vrouwen, hoewel het aandeel van alleenstaande mannenstijgt.Het aandeel alleenstaanden neemt fors toe op oudere leeftijd. In leeftijdsgroepenvoor 60 jaar zijn er verhoudingsgewijs meer alleenstaanden onder de mannen, bij54Statistisch profiel van Oost-<strong>Vlaanderen</strong> – aps – Studiedienst Vlaamse Regering.302


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgzestigplussers meer vrouwen. Bij vrouwen van 80 jaar en ouder is omzeggens eenop de twee alleenstaand. Het is redelijk om aan te nemen dat het hogere aandeelalleenstaanden bij vrouwen op oudere leeftijd in hoofdzaak te maken heeft met deweduwstaat, die duidelijk meer vrouwen dan mannen treft ingevolge de hogerelevensverwachting bij vrouwen.<strong>Oudenaarde</strong> volgt deze trend van gezinsverdunning.Uit deze cijfergegevens blijkt dat <strong>Oudenaarde</strong> momenteel meer ouderen heeftdan gemiddeld in <strong>Vlaanderen</strong>. Omdat het aantal 60-plussers iets minder stijgt danin <strong>Vlaanderen</strong>, zal tegen 2025 het aandeel 60-plussers in <strong>Oudenaarde</strong> ongeveereven hoog liggen als in <strong>Vlaanderen</strong>. We evolueren dus ook in <strong>Oudenaarde</strong> naar eenveroudering van de <strong>be</strong>volking; het is dus zeer <strong>be</strong>langrijk aandacht te heb<strong>be</strong>n voordeze heterogene <strong>be</strong>volkingsgroep met zijn specifieke noden.Hierbij mogen de andere <strong>be</strong>volkingsgroepen niet uit het oog worden verloren,omdat de zorglast voor hen zal toenemen. Ontwikkelingen binnen deze<strong>be</strong>volkingsgroepen (zoals wisselende gezinssamenstellingen, tweeverdieners, …)heb<strong>be</strong>n hun invloed op de <strong>be</strong>schikbaarheid van de mantelzorg en de vraag naarformele zorg.Uit de cijfers blijkt ook dat weinig vreemdelingen in <strong>Oudenaarde</strong> wonen, om diereden wordt deze groep niet afzonderlijk <strong>be</strong>sproken in het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.Het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> moet oog heb<strong>be</strong>n voor de groep van de alleenstaande ouderen,omdat zij meer dan anderen een kwetsbare groep binnen onze samenleving kunnenzijn, zeker als ze zorg<strong>be</strong>hoevend zijn.2.2 Indicatoren rond welzijn en gezondheidZorg<strong>be</strong>hoevendheidNiettegenstaande steeds meer mensen gezond oud worden en tot op hoge leeftijdactief deelnemen aan de samenleving, zal met de vergrijzing en de internevergrijzing de zorg<strong>be</strong>hoevendheid op lichamelijk en geestelijk vlak toenemen.<strong>Oudenaarde</strong> heeft meer zorg<strong>be</strong>hoevenden dan <strong>Vlaanderen</strong>, zo blijkt uit cijfers vande zorgverzekering en de tegemoetkomingen aan gehandicapten.Aantal <strong>be</strong>gunstigden van de zorgverzekering, 2003-2004Aantal <strong>be</strong>gunstigden –Zorgverzekering - mantel & thuiszorg2003 2004 2004per 1000inwonersAantal <strong>be</strong>gunstigden –Zorgverzekering - residentiële zorg2003 2004 2004per 1000inwoners<strong>Oudenaarde</strong> 420 413 14,71 229 330 11,76Arro <strong>Oudenaarde</strong> 1.807 1805 15,72 1099 1501 13,07Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 18.994 19923 14,50 11545 16201 11,79<strong>Vlaanderen</strong> 80.299 85262 14,17 45202 61051 10,15Bron: MVG - Vlaamse Zorgverzekering via Lokale Statistieken (via Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>)303


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgAantal rechtheb<strong>be</strong>nden op een integratietegemoetkoming (IT) of een inkomensvervangendetegemoetkoming (IVT) , 2004-2006, index2006 per 1000 Index 2004-2004 2005 2006inwoners2006IT IVT IT IVT IT IVT IT IVT IT IVT<strong>Oudenaarde</strong> 260 159 276 159 277 183 9,7 6,4 106,54 115,09Arro <strong>Oudenaarde</strong> 1.172 707 1.203 707 1.228 797 10,6 6,9 104,78 112,73Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 13.023 8.141 13.374 8.141 13.856 9.253 10,0 6,7 106,40 113,66<strong>Vlaanderen</strong> 55.559 34.008 56.608 34.008 58.522 38.610 9,6 6,4 105,33 113,53bron: FOD Sociale zekerheid, dienst personen met een handicap via Lokale Statistieken (viaProvincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>)Aandeel gerechtigden op een tegemoetkoming voor hulp aan <strong>be</strong>jaarden(per 1000 inwoners vanaf 65 jaar)2002 2003 2004 2005 2006<strong>Oudenaarde</strong> 71,7 67,6 70,9 86,6 83,3Arro <strong>Oudenaarde</strong> 76,2 77,5 82,7 96,8 95,2Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 56,7 58,2 63,3 76,7 78,0<strong>Vlaanderen</strong> 53,3 53,7 58,2 69,7 71,6bron: Lokale StatistiekenMantelzorgVele ouderen verlenen mantelzorg aan hun kinderen of kleinkinderen, maar ookomgekeerd zorgen vele kinderen of kleinkinderen voor hun ouders of grootouders.Door diverse sociale en familiale veranderende omstandigheden, zoals detoenemende participatiegraad van de vrouw en wisselende gezinssamenstellingen,wordt verwacht dat de <strong>be</strong>schikbaarheid van de mantelzorg in de toekomst ergonder druk zal staan en de vraag naar formele zorg zal toenemen.Mantelzorgpremie Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>Mantelzorgers zijn personen of gezinnen die een zwaar zorg<strong>be</strong>hoevende verzorgendie bij hen thuis inwoont. Mantelzorgers kunnen, mits zij aan <strong>be</strong>paaldevoorwaarden voldoen, een premie van de Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong> ontvangen.Het aantal volledig goedgekeurde aanvragen valt af te lezen uit onderstaandeta<strong>be</strong>l.Omdat het reglement ter toekenning van de mantelzorgpremie in 2005 veranderdeen er niet enkel meer naar de doelgroep ouderen wordt gewerkt, zijn de cijfersniet vergelijkbaar doorheen de tijd.304


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgAantal <strong>be</strong>gunstigden van de mantelzorgpremie in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>, 2003-2005*Aantal volledige goedgekeurde aanvragen2003 2004 2005Brakel 2 11 14Gavere 0 0 3Gent 34 24 56Hore<strong>be</strong>ke 0 0 0Kluis<strong>be</strong>rgen 3 4 5Kruishoutem 1 2 2Lierde 1 3 6Maarkedal 0 2 4<strong>Oudenaarde</strong> 25 32 44Ronse 5 3 13Wortegem-Petegem 3 2 3Zingem 5 4 6Zottegem 2 9 26Zwalm 2 2 3Arro Aalst 22 33 84Arro Dendermonde 18 38 91Arro Eeklo 17 34 56Arro Gent 115 119 188Arro <strong>Oudenaarde</strong> 47 65 100Arro Sint-Niklaas 22 57 122Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 241 346 641Bron: Dienst welzijn, provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>* reglementswijziging in 2005Mantelzorgpremie OCMW <strong>Oudenaarde</strong>Het OCMW verleent een mantelzorgtoelage aan personen of gezinnen die bij henthuis een <strong>be</strong>jaarde van meer dan 75 jaar verzorgen die hulp<strong>be</strong>hoevend is.Om aanspraak te kunnen maken op deze toelage moeten de <strong>be</strong>jaarde en deaanvrager aan een aantal voorwaarden voldoen:- de <strong>be</strong>jaarde:* minstens 75 jaar oud zijn* in rechte lijn of zijlijn een bloed- of aanverwant zijn van de aanvrager in deeerste of tweede graad* aangewezen zijn op verzorging en hulp bij normale dagelijkse handelingen- de aanvrager:* in de stad <strong>Oudenaarde</strong> gedomicilieerd zijn en er ook effectief woonachtigzijn* een <strong>be</strong>perkt gezamenlijk <strong>be</strong>lastbaar inkomen (aanvrager + <strong>be</strong>jaarde) heb<strong>be</strong>nDe toelage <strong>be</strong>draagt 2,48 EUR per kalenderdag met een maximum van 619,73 EURper jaar.305


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgIn 2000 heb<strong>be</strong>n 61 particulieren een toelage genoten.In 2001 heb<strong>be</strong>n 68 particulieren een toelage genoten.In 2002 heb<strong>be</strong>n 67 particulieren een toelage genoten.In 2003 heb<strong>be</strong>n 62 particulieren een toelage genoten.In 2004 heb<strong>be</strong>n 50 particulieren een toelage genoten.In 2005 heb<strong>be</strong>n 48 particulieren een toelage genoten.In 2006 heb<strong>be</strong>n 37 particulieren een toelage genoten.In 2007 heb<strong>be</strong>n 50 particulieren een toelage genoten.Financiële situatieOok de financiële situatie en het <strong>be</strong>stedingspatroon van ouderen evolueren. Het is<strong>be</strong>kend dat een minder goede of slechte financiële toestand kan leiden totgezondheidsstoornissen (bijv. door een gebrek aan een evenwichtige voeding enadequate huisvesting), of tot depressie en isolatie (bijv. door een gebrek aanmiddelen om aan vrijetijdsactiviteiten deel te nemen of om zich te verplaatsen)(Dooghe, et al., 1998). Traditioneel <strong>be</strong>hoorden de <strong>be</strong>jaarden tot de categorie vande armen. Dit zou de laatste jaren zijn veranderd. Deleeck (2000) stelde zelfs dat –globaal <strong>be</strong>schouwd – het welvaartspeil van de ouderen dicht is genaderd tot dat vande actieven.Dit <strong>be</strong>tekent evenwel niet dat er geen financiële problemen onder de ouderenzouden <strong>be</strong>staan. De armoede bij de ouderen is immers nog steeds hoger dan bij deactieven. Volgens de cijfers van 1998 is in België 22,6% van de 65-plussers arm. Bijpersonen jonger dan 65 jaar is dit 13,8%. Het gemiddelde armoederisico van deBelgische <strong>be</strong>volking ligt op 15,2%. 55In <strong>Oudenaarde</strong> zijn er meer lage inkomens dan in <strong>Vlaanderen</strong>, dat blijkt uit hetaantal gerechtigden op een Inkomensgarantie voor Ouderen of GewaarborgdInkomen voor Bejaarden, het aantal gerechtigden op een verhoogdetegemoetkoming van de ziekteverzekering en het aantal WIGW’s (weduwen,invaliden, gepensioneerden en wezen).55Ouderen<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> 2006-2007 Antwerpen.306


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg2002 2003 2004 2005 2006Aandeel rechtheb<strong>be</strong>nden op een<strong>Oudenaarde</strong> 66,5 65,0 58,7 54,6 49,8Inkomensgarantie voor Ouderen en Arro <strong>Oudenaarde</strong> 67,7 64,9 61,4 55,2 51,4Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 65,6 63,3 59,3 54,6 51,4(per 1000 inwoners vanaf 65 jaar) <strong>Vlaanderen</strong> 58,7 57,0 53,5 49,6 47,0Aandeel rechtheb<strong>be</strong>nden metvoorkeursregeling in deziekteverzekering (per 1000 inwoners)Aandeel titularissen metvoorkeursregeling in deziekteverzekering (per 1000 inwoners)Aandeel traditionele WIGW(per 1000 inwoners)bron: Lokale Statistieken<strong>Oudenaarde</strong> 89,3 88,9 90,8 123,5 119,4Arro <strong>Oudenaarde</strong> 95,5 94,5 96,5 130,0 127,1Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 89,4 86,8 86,0 117,1 117,7<strong>Vlaanderen</strong> 82,9 81,5 80,8 112,1 112,8<strong>Oudenaarde</strong> 89,3 88,9 90,8 93,6 89,0Arro <strong>Oudenaarde</strong> 95,5 94,5 96,5 97,3 93,9Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 89,4 86,8 86,0 86,3 84,4<strong>Vlaanderen</strong> 82,9 81,5 80,8 81,0 79,6<strong>Oudenaarde</strong> 59,0 57,8 56,9 54,3 51,8Arro <strong>Oudenaarde</strong> 65,6 63,0 60,8 57,7 55,3Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 58,2 54,6 52,8 49,8 47,5<strong>Vlaanderen</strong> 54,6 52,1 50,2 47,9 45,2Lichamelijke gezondheid 5644% van de ouderen geeft aan niet tevreden te zijn over hun gezondheidstoestanden dit percentage neemt toe naarmate de leeftijd toeneemt. Bij oudere mannenvinden we een hogere prevalentie van chronische bronchitis en hartinfarct of eenander ernstig hartlijden. Bij oudere vrouwen zijn hoge bloeddruk, gewrichtsslijtageen osteoporose frequenter.6% van de ouderen geeft aan het slachtoffer geweest te zijn van een ongeval in hetafgelopen jaar. Bij vrouwen komt dit dub<strong>be</strong>l zoveel voor als bij mannen. De kansop een ongeval neemt toe met de leeftijd.De letsels die voorkomen bij personen van 65 jaar en ouder zijn, in dalendefrequentie: breuken (42%), wonden (26%), kneuzingen (25%) en verstuikingen (15%).Dit zijn proporties t.a.v. de personen die een letsel opliepen als gevolg van eenongeval. Breuken komen dub<strong>be</strong>l zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen.Verstuikingen zijn minder frequent naarmate de leeftijd stijgt. Ouderen die metmeerdere personen samenleven of in een instelling verblijven rapporteren mindervaak kneuzingen. Breuken en verstuikingen worden vaker vastgesteld op hetplatteland dan in de stad.Bij personen van 65 jaar en ouder geeft 24% aan ernstig <strong>be</strong>perkt te zijn in hetuitvoeren van dagelijkse activiteiten, 29% geeft aan matig <strong>be</strong>perkt te zijn, terwijl47% aangeeft helemaal niet <strong>be</strong>perkt te zijn. Lager opgeleiden en personen die ineen instelling zijn opgenomen rapporteren meer <strong>be</strong>perkingen.19% van de ouderen is (matig of ernstig) <strong>be</strong>perkt in het uitvoeren van instrumenteleactiviteiten zoals boodschappen doen, maaltijden <strong>be</strong>reiden, lichte huishoudelijketaken verrichten. Ook hier vinden we hogere percentages bij vrouwen en stijgt hetpercentage personen met <strong>be</strong>perkingen sterk bij toenemende leeftijd en dalendopleidingsniveau.56Gezondheidsenquête België 2004 – Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.307


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg13% van de ouderen met ernstige <strong>be</strong>perkingen kan op geen enkele hulp rekenen bijhet uitvoeren van dergelijke activiteiten. Oudere personen met ernstige<strong>be</strong>perkingen lijken vooral te kunnen rekenen op formele hulp (49%). Nietteminmoet worden vastgesteld dat 23% enkel kan rekenen op informele hulpverlening.Mentale gezondheid22% van de ouderen <strong>be</strong>vindt zich in een toestand van “psychisch onwel<strong>be</strong>vinden”.Bij vrouwen van ouder dan 85 jaar is dit 32%. Bij mannen vinden we het hoogstepercentage (29%) in de leeftijdsgroep 75-79 jaar. Psychisch onwel<strong>be</strong>vinden komtminder voor in de hogere inkomensklassen.De subjectieve gezondheid van de Oost-Vlamingen kende ooit <strong>be</strong>tere tijden. Hetaantal zelfgerapporteerde depressies steeg tussen 1997 en 2004 met net geen 30%,terwijl op Vlaams niveau een lichte daling was waar te nemen. Bij vrouwen is dithoger dan bij mannen en we vinden ook een toename in functie van de leeftijd.Hoe lager het inkomen en hoe lager de opleiding, hoe meer depressieve problemenvoorkomen.Dementie is een hersenaandoening waarin het gehele geestelijke functionerensteeds verder achteruit gaat, zodat het normaal zelfstandig leven uiteindelijk nietmeer mogelijk is.De kans op dementie is groter naarmate de leeftijd vordert. Een hoge leeftijd is de<strong>be</strong>langrijkste <strong>be</strong>kende risicofactor voor Alzheimer dementie en voor de meesteandere vormen van dementie (Nederlandse Gezondheidsraad, 2002).BevolkingsgegevensPrevalentie DementieBrussels HGBrussels HGMannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal %40-44 23.744 23.966 47.710 40-44 33 31 64 0,1345-49 21.909 23.751 45.660 45-49 44 43 87 0,1950-54 20.812 22.748 43.560 50-54 58 59 117 0,2755-59 18.934 21.476 40.410 55-59 89 92 181 0,4560-64 14.512 16.958 31.470 60-64 155 170 325 1,0365-69 13.634 16.938 30.572 65-69 202 261 463 1,5170-74 12.835 18.962 31.797 70-74 349 576 926 2,9175-79 11.245 19.157 30.402 75-79 685 1234 1919 6,3180-84 8.166 16.971 25.137 80-84 946 2863 3809 15,1585-89 2.644 7.655 10.299 85-89 637 2168 2805 27,2490-94 1.214 4.620 5.834 90-94 379 1733 2111 36,1995+ 211 1.363 1.574 95+ 84 591 675 42,85149.860 194.565 344.425 3.661 9.820 13.481 3,91Waals gewestWaals gewestMannen Vrouwen Mannen Vrouwen Totaal %40-44 111.917 114.676 226.593 40-44 157 149 306 0,1345-49 106.961 112.008 218.969 45-49 214 202 416 0,1950-54 101.937 106.017 207.954 50-54 285 276 561 0,2755-59 90.975 96.685 187.660 55-59 428 416 843 0,45308


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg60-64 62.033 69.410 131.443 60-64 664 694 1358 1,0365-69 61.071 73.321 134.392 65-69 904 1129 2033 1,5170-74 58.364 78.101 136.465 70-74 1588 2374 3962 2,9075-79 44.707 71.402 116.109 75-79 2723 4598 7321 6,3180-84 27.165 54.928 82.093 80-84 3146 9266 12412 15,1285-89 7.742 21.543 29.285 85-89 1867 6101 7968 27,2190-94 2.968 11.625 14.593 90-94 926 4359 5285 36,2295+ 427 2.965 3.392 95+ 169 1285 1455 42,88676.267 812.681 1.488.948 13.069 30.850 43.919 2,95VlaamsVlaams GewestGewestMannen Vrouwen Mannen Vrouwen Totaal %40-44 229.734 225.143 454.877 40-44 322 293 614 0,1445-49 215.405 211.767 427.172 45-49 431 381 812 0,1950-54 194.638 190.821 385.459 50-54 545 496 1041 0,2755-59 180.141 179.674 359.815 55-59 847 773 1619 0,4560-64 140.263 146.108 286.371 60-64 1501 1461 2962 1,0365-69 140.792 154.824 295.616 65-69 2084 2384 4468 1,5170-74 125.327 151.972 277.299 70-74 3409 4620 8029 2,9075-79 90.771 126.678 217.449 75-79 5528 8158 13686 6,2980-84 55.125 93.012 148.137 80-84 6383 15691 22075 14,9085-89 16.817 38.443 55.260 85-89 4055 10887 14942 27,0490-94 6.803 21.861 28.664 90-94 2123 8198 10320 36,0095+ 1.118 5.503 6.621 95+ 443 2386 2829 42,731.396.934 1.545.806 2.942.740 27.669 55.728 83.397 2,83Oost-<strong>Vlaanderen</strong>Oost-<strong>Vlaanderen</strong>Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Totaal %40-44 53.268 51.725 104.993 40-44 75 67 142 0,1445-49 49.694 48.114 97.808 45-49 99 87 186 0,1950-54 45.425 43.970 89.395 50-54 127 114 242 0,2755-59 42.424 42.184 84.608 55-59 199 181 381 0,4560-64 32.022 33.405 65.427 60-64 343 334 677 1,0365-69 32.620 36.504 69.124 65-69 483 562 1045 1,5170-74 29.142 35.990 65.132 70-74 793 1094 1887 2,9075-79 20.527 29.754 50.281 75-79 1250 1916 3166 6,3080-84 12.908 22.431 35.339 80-84 1495 3784 5279 14,9485-89 3.987 9.179 13.166 85-89 961 2599 3561 27,0590-94 1.723 5.310 7.033 90-94 538 1991 2529 35,9695+ 293 1.388 1.681 95+ 116 602 718 42,71324.033 359.954 683.987 6.478 13.333 19.811 2,90Aangezien de <strong>be</strong>volking ouder wordt, lijden steeds meer mensen aan dementie.Cijfers van Oost-<strong>Vlaanderen</strong> zijn vrij gelijklopend met die van België. Opvallend isde grote toename van het aantal dementerenden vanaf 80 jaar.Sociale gezondheidVan de ouderen is 8% ontevreden over de sociale contacten die ze erop nahouden.Bij vrouwen is dit meer het geval dan bij mannen. De ontevredenheid stijgt met deleeftijd en is lager bij laag opgeleiden.309


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg10% geeft aan minder dan eens per week sociale contacten te heb<strong>be</strong>n. Ook ditpercentage stijgt met de leeftijd en met het inkomen. Ook het verblijf in eeninstelling en het wonen in een stad hangen samen met minder frequente socialecontacten.48% neemt nooit deel aan het verenigingsleven. De regelmatige deelname aan hetverenigingsleven vermindert vanaf 70 jaar.Gebruik van sociale voorzieningen 57Van de ouderen die niet in een rusthuis verblijven, rapporteert 4,3% een contactmet een OCMW in het afgelopen jaar (9% van de 85-plussers). 65-plussers zonderdiploma of enkel een diploma lager onderwijs (7,4%) heb<strong>be</strong>n veel vaker eencontact met een OCMW dan diegenen met een diploma hoger onderwijs (1,1%).4% van die ouderen die niet in een rusthuis verblijven, deed in het afgelopen jaareen <strong>be</strong>roep op een dienst warme maaltijden aan huis (12% van de 85-plussers).Het OCMW van <strong>Oudenaarde</strong> voorziet in een <strong>be</strong>deling van warme maaltijden aanhuis en werkt hiervoor samen met diverse traiteurdiensten uit de regio.Van die ouderen die niet in een rusthuis verblijven, rapporteert 9% een contactmet een dienst voor thuishulp in het afgelopen jaar. Dit percentage stijgt van 1,9%bij de 65 tot 69-jarigen tot 25% bij de 85-plussers.Gepresteerde uren Poetshulp en GezinszorgPoetshulpGezinszorgOCMW Andere Totaal Gemiddelduren perinwonerOCMW Andere Totaal Gemiddelduren perinwoner<strong>Oudenaarde</strong> 0 58.604 58.604 2,09 0 125.740 125.740 4,4861.030 179.080 240.110 2,10 4.292 428.381 432.673 3,78Arr.<strong>Oudenaarde</strong>Oost-1.129.597 1.250 812 2.380.409 1,74 467.321 2.845.923 3.313.244 2,42<strong>Vlaanderen</strong><strong>Vlaanderen</strong> 4.369.433 4.204.593 8.574.026 1,44 2.325.234 11.256.835 13.582.069 2,27Bron: WVC - Datum: 2002 - Omgevingsanalyse regio <strong>Oudenaarde</strong> in het kader van <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><strong>be</strong>leid opgemaakt door het steunpunt sociale planning provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>Het OCMW van <strong>Oudenaarde</strong> organiseert zelf geen gezinszorg. Uit de cijfers blijktdat in <strong>Oudenaarde</strong> goed gebruik wordt gemaakt van de diensten Poetshulp enGezinszorg. Tot zelfs bij dub<strong>be</strong>l zoveel uren Gezinszorg per inwoner in vergelijkingmet <strong>Vlaanderen</strong>.Het OCMW van <strong>Oudenaarde</strong> heeft sinds 21/11/2005 een dienstenchequeonderneming.De cijfers uit de ta<strong>be</strong>l houden hiermee geen rekening. Het OCMWkreeg een erkenning voor de activiteiten huishoudelijke hulp (poetshulp), kleinnaaiwerk, maaltijden <strong>be</strong>reiden, wassen, strijken en boodschappen doen. In de57 Gezondheidsenquête België 2004 – Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid én JaarverslagSociale Dienst OCMW <strong>Oudenaarde</strong>.310


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgonderneming werden in 2006 4 werkneemsters tewerkgesteld als poetsvrouw voor24 gebruikers.Het OCMW verleent op basis van een overeenkomst een toelage van 0,74 EUR peruur in de geleverde prestaties thuishulp op het grondgebied <strong>Oudenaarde</strong> aanFamiliehulp, Familiezorg, Thuishulp Bond Moyson, Solidariteit voor het Gezin,Onafhankelijke Dienst voor Gezinszorg.Uitgaven Totaal gepresteerdeuren2003 86 736,05 EUR 117.547,93 u2004 88 212,77 EUR 118 801,51 u2005 84 635,11 EUR 114 165 u2006 86 131,86 EUR 115 995,09 uOpname in instelling voor ouderen 58De planning van zorgvoorzieningen wordt vooral gebaseerd op programmatiecijfers(in functie van de demografische evolutie).In het voorzieningenaanbod stellen we vast dat er een krap aanbod is aanintramurale opvangplaatsen (rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen en geplandeserviceflats) in <strong>Oudenaarde</strong> en een bijna on<strong>be</strong>staand transmuraal aanbod(nachtopvang wordt niet georganiseerd in de regio, een <strong>be</strong>perkt aantal plaatsendagopvang en kortverblijf zijn gepland, maar nog niet gerealiseerd in <strong>Oudenaarde</strong>,en in de regio is er een zeer <strong>be</strong>perkt aanbod).<strong>Oudenaarde</strong>2003 2004 2005 2006 2007Aantal erkende plaatsen rusthuizen 307,0 307,0 307,0 307,0 307,0Capaciteit rusthuizen - Programmacijfers 344,0 353,0 361,0 383,0 395,0Aantal erkende plaatsen serviceflats 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Capaciteit serviceflats - Programmacijfers 137,0 138,0 139,0 144,0 145,0Programmatiecijfer Centra voor kortverblijf N/A N/A 12,0 N/A N/AAantal plaatsen erkende Centra voor kortverblijf N/A N/A 0,0 N/A N/AAantal plaatsen voorafgaand vergund Centra voorkortverblijfN/A N/A 6,0 N/A N/AAantal plaatsen aanvraag Centra voor kortverblijf N/A N/A 0,0 N/A N/AProgrammatiecijfer Dagverzorgingscentra N/A N/A 12,0 N/A N/AAantal plaatsen erkende Dagverzorgingscentra N/A N/A 0,0 N/A N/AAantal plaatsen erkend met opschortingDagverzorgingscentraN/A N/A 10,0 N/A N/AProgrammatiecijfer Lokale dienstencentra N/A N/A 2,0 N/A N/AAantal plaatsen erkende voorzieningen LokaledienstencentraN/A N/A 0,0 N/A N/A58 Sociale situatieschets Oost-<strong>Vlaanderen</strong> – 2006.311


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgArr. <strong>Oudenaarde</strong>2003 2004 2005 2006 2007Aantal erkende plaatsen rusthuizen 1.546,0 1.611,0 1.611,0 1.611,0 1.611,0Capaciteit rusthuizen - Programmacijfers 1.502,0 1.533,0 1.563,0 1.606,0 1.660,0Aantal erkende plaatsen serviceflats 162,0 170,0 170,0 170,0 171,0Capaciteit serviceflats - Programmacijfers 564,0 571,0 578,0 589,0 597,0Programmatiecijfer Centra voor kortverblijf N/A N/A 51,0 N/A N/AAantal plaatsen erkende Centra voor kortverblijf N/A N/A 17,0 N/A N/AAantal plaatsen voorafgaand vergund Centra voorkortverblijfN/A N/A 28,0 N/A N/AAantal plaatsen aanvraag Centra voor kortverblijf N/A N/A 0,0 N/A N/AProgrammatiecijfer Dagverzorgingscentra N/A N/A 51,0 N/A N/AAantal plaatsen erkende Dagverzorgingscentra N/A N/A 0,0 N/A N/AAantal plaatsen erkend met opschortingDagverzorgingscentraN/A N/A 50,0 N/A N/AProgrammatiecijfer Lokale dienstencentra N/A N/A 13,0 N/A N/AAantal plaatsen erkende voorzieningen LokaledienstencentraN/A N/A 2,0 N/A N/AProv. Oost-<strong>Vlaanderen</strong>2003 2004 2005 2006 2007Aantal erkende plaatsen rusthuizen 16.046,0 16.389,0 16.529,0 16.228,0 16.200,0Capaciteit rusthuizen - Programmacijfers 16.428,0 16.879,0 17.375,0 17.686,0 18.277,0Aantal erkende plaatsen serviceflats 2.784,0 2.944,0 3.096,0 3.216,0 3.254,0Capaciteit serviceflats - Programmacijfers 6.662,0 6.765,0 6.871,0 6.953,0 7.051,0Programmatiecijfer Centra voor kortverblijf N/A N/A 566,0 N/A N/AAantal plaatsen erkende Centra voor kortverblijf N/A N/A 156,0 N/A N/AAantal plaatsen voorafgaand vergund Centra voorkortverblijfN/A N/A 282,0 N/A N/AAantal plaatsen aanvraag Centra voor kortverblijf N/A N/A 37,0 N/A N/AProgrammatiecijfer Dagverzorgingscentra N/A N/A 566,0 N/A N/AAantal plaatsen erkende Dagverzorgingscentra N/A N/A 213,0 N/A N/AAantal plaatsen erkend met opschortingDagverzorgingscentraN/A N/A 304,0 N/A N/AProgrammatiecijfer Lokale dienstencentra N/A N/A 125,0 N/A N/AAantal plaatsen erkende voorzieningen LokaledienstencentraN/A N/A 33,0 N/A N/A312


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgVlaams Gewest2003 2004 2005 2006 2007Aantal erkende plaatsen rusthuizen 59.738,0 60.892,0 61.431,0 62.031,0 62.647,0Capaciteit rusthuizen - Programmacijfers 70.006,0 72.099,0 74.408,0 76.470,0 79.042,0Aantal erkende plaatsen serviceflats 10.799,0 11.175,0 11.716,0 12.258,0 12.505,0Capaciteit serviceflats - Programmacijfers 28.917,0 29.402,0 29.892,0 30.517,0 30.996,0Programmatiecijfer Centra voor kortverblijf N/A N/A 2.429,0 N/A N/AAantal plaatsen erkende Centra voor kortverblijf N/A N/A 576,0 N/A N/AAantal plaatsen voorafgaand vergund Centra voorkortverblijfN/A N/A 1.135,0 N/A N/AAantal plaatsen aanvraag Centra voor kortverblijf N/A N/A 187,0 N/A N/AProgrammatiecijfer Dagverzorgingscentra N/A N/A 2.429,0 N/A N/AAantal plaatsen erkende Dagverzorgingscentra N/A N/A 1.205,0 N/A N/AAantal plaatsen erkend met opschortingDagverzorgingscentraN/A N/A 798,0 N/A N/AProgrammatiecijfer Lokale dienstencentra N/A N/A 551,0 N/A N/AAantal plaatsen erkende voorzieningen LokaledienstencentraN/A N/A 205,0 N/A N/ARusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen en serviceflatsDe grootste (woon)voorzieningen voor ouderen zijn de rusthuizen (ROB) en rust- enverzorgingstehuizen (RVT) in <strong>Oudenaarde</strong>. Daarnaast zijn er ook serviceflats inaanbouw.Het aantal woonvoorzieningen voor ouderen en het totale aantal erkende <strong>be</strong>ddenervan geven op zich niet altijd aan of dat aanbod voor de <strong>be</strong>trokken gemeente“groot” of “klein” is. Het aanbod moet immers afgewogen worden tegenover bv.het aantal 65-plussers in die gemeente.Het aantal rusthuis<strong>be</strong>dden en serviceflats per 1 000 inwoners van 65 jaar en ouderligt nergens hoger dan in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>. De provincie lijkt als een van deweinige te anticiperen op de toenemende grijze druk.In relatieve cijfers uitgedrukt spant Maarkedal de kroon, met 177,9 rob-/rvt<strong>be</strong>ddenper 1 000 65-plussers. Daarna volgt Hore<strong>be</strong>ke (175,1). <strong>Oudenaarde</strong> telt 44,3rob-/rvt-<strong>be</strong>dden per 1 000 65-plussers.Het aantal <strong>be</strong>dden in <strong>Oudenaarde</strong> ligt daarmee lager dan in het arrondissement(57,9), dan in Oost-<strong>Vlaanderen</strong> (50,8) en dan in <strong>Vlaanderen</strong> (45,2).Wat serviceflats <strong>be</strong>treft, is er in Oost-<strong>Vlaanderen</strong> (10,1) een groter aanbod aanerkende plaatsen per 1 000 65-plussers dan in <strong>Vlaanderen</strong> (9,4).Het arrondissement <strong>Oudenaarde</strong> biedt slechts 6,1 erkende plaatsen in serviceflatsper 1 000 65-plussers. Dit cijfer wordt voornamelijk <strong>be</strong>komen door de plaatsen inBrakel (15,7), Gavere (14,5), Kruishoutem (10,5) en Ronse (16,0).In <strong>Oudenaarde</strong> worden voorlopig geen serviceflats aangeboden.313


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgDagverzorgingscentra en Centra voor kortverblijf:In 2005 <strong>be</strong>schikken 32 van de 65 Oost-Vlaamse gemeenten niet over een erkenddagverzorgingscentrum. Gent biedt, als grote stad, met 80 erkende plaatsen hetgrootste aanbod.In <strong>Oudenaarde</strong> is de capaciteit 6 (waarvan 6 plaatsen vooraf vergund) en <strong>be</strong>draagthet programmatiecijfer 12. In het arrondissement is de capaciteit 45 (waarvan 28plaatsen vooraf vergund) en <strong>be</strong>draagt het programmatiecijfer 51.In 10 Oost-Vlaamse gemeenten is er in 2005 geen centrum voor kortverblijfgevestigd. Ook bij de centra voor kortverblijven <strong>be</strong>schikt Gent over de grootsecapaciteit met 73 erkende plaatsen.In <strong>Oudenaarde</strong> worden binnenkort plaatsen in kortverblijf aangeboden.314


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg3 Voorstelling van de diensten3.1 Voorstelling dienstverlening stad en OCMWSociale Dienst Stad en OCMWDe <strong>be</strong>volking van <strong>Oudenaarde</strong> en andere geïnteresseerden kunnen voor informatieterecht bij de sociale dienst van de stad en het OCMW. Zij heb<strong>be</strong>n <strong>be</strong>ide een aantalwettelijk opgelegde taken, die zij aanvullen met taken die tegemoetkomen aan delokale noden.Dienstverlening Stad en OCMW- KlusjesdienstHet OCMW <strong>be</strong>schikt sedert 1990 over een klusjesdienst. De klusjesdienst staatonder meer ter <strong>be</strong>schikking van <strong>be</strong>jaarden en gehandicapten met een kleininkomen, die financieel niet in de mogelijkheid zijn om kleine karweien te latenverrichten in hun woning.Deze dienst speelt een <strong>be</strong>langrijke rol bij de optimalisering van de thuiszorg.Met de hulp van de klusjesdienst kan de zorg<strong>be</strong>hoevende <strong>be</strong>jaarde zolangmogelijk in zijn thuissituatie blijven wonen.- Warme maaltijd<strong>be</strong>delingHet OCMW werkt samen met verschillende traiteurs voor de <strong>be</strong>deling van warmemaaltijden aan huis.- PersonenalarmsysteemSedert 01/04/1995 heeft het OCMW het <strong>be</strong>staande personenalarmsysteem met 9toestellen van de stadsdiensten overgenomen. Momenteel <strong>be</strong>schikt het OCMWover 25 personenalarmtoestellen. Het alarmtoestel wordt thuis aan de telefoonverbonden en biedt de gebruiker de mogelijkheid om vanuit eender welkeruimte in zijn woning een noodoproep uit te zenden. Deze noodoproep komtterecht bij een hulpcentrale die telefonisch contact zoekt met een aantalmogelijke hulpverleners (familie, buren, huisarts).- Sociale winkelHet OCMW <strong>be</strong>schikt over een tweedehandswinkel met tweedehandskledij,huishoudgerief, verwarmingstoestellen, … . De sociale winkel kan worden<strong>be</strong>zocht door inwoners die worden doorverwezen door de medewerkers van desociale dienst. Het OCMW kan, in samenwerking met de Kringwinkel te<strong>Oudenaarde</strong>, ook meu<strong>be</strong>len ter <strong>be</strong>schikking stellen in geval van noodsituaties(brand, overstroming) of het <strong>be</strong>slag van roerende goederen, en aan kansarmeinwoners die het <strong>be</strong>hoeven.- Minder Mobielen CentraleDe Minder Mobielen Centrale is een dienstverlening van het OCMW die zich richttot alle inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> met een <strong>be</strong>perkt inkomen dieverplaatsingsmoeilijkheden heb<strong>be</strong>n. Deze dienstverlening wordt ookaangeboden door verschillende mutualiteiten.315


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg- Seniorenraad.De seniorenraad is de adviesraad ter <strong>be</strong>vordering van het <strong>sociaal</strong>, welzijns- encultureel <strong>be</strong>leid voor senioren. De raad overkoepelt en vertegenwoordigt zowelde georganiseerde als de niet-georganiseerde ouderen. Het secretariaat wordtwaargenomen door de sociale dienst van het stads<strong>be</strong>stuur.3.2 Voorstelling andere dienstenCAW / Sociale dienst / Dienst maatschappelijk werk van het ziekenfondsIedereen die problemen ondervindt door ziekte, handicap of ouderdom kan bij dezedienst terecht. Maatschappelijk werk omvat een ruime dienstverlening. Iedereendie een vraag of een probleem heeft, kan bij een maatschappelijk werker terecht.Deze zal afhankelijk van de hulpvraag informatie en advies verstrekken,<strong>be</strong>middelen bij andere diensten, administratieve ondersteuning bieden of een meeractieve <strong>be</strong>geleiding opzetten. Indien nodig wordt er ook juridisch advies enrechtbijstand verleend.De maatschappelijk werker kan vooral helpen op de volgende terreinen:- ziekteverzekering, sociale wetgeving en ziekenfondswerking;- gehandicaptenzorg met <strong>be</strong>trekking tot tegemoetkomingen, vrijstellingen,verminderingen en dossieropmaak voor het Vlaams Fonds;- thuiszorg: dienst- en hulpverlening en zorg<strong>be</strong>middeling;- informatie en advies binnen een autonoom Centrum voor AlgemeenWelzijnswerk (CAW) <strong>be</strong>treffende ondersteuning, psychosociale hulpverlening,vragen rond inkomen, rechten, huisvesting, seksualiteit en relatieproblemen;- <strong>be</strong>middeling, verwijzing, crisisinterventie en budget<strong>be</strong>geleiding en –<strong>be</strong>heer dooreen CAW.In onze regio wordt dergelijke dienstverlening op 2 manieren georganiseerd.Enerzijds vanuit autonome Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) enanderzijds ingebouwd in de ziekenfondsen.Regionaal dienstencentrum / Thuiszorgcentrum van het ziekenfondsHet Regionaal Dienstencentrum <strong>be</strong>antwoordt alle vragen over thuiszorg. Men biedtinformatie en documentatie aan en/of verwijst door.In samenwerking met andere diensten organiseert het centrum ook informatie- envormingscursussen voor zowel gebruikers als zorgverleners.ThuisverplegingVoor medisch-verpleegkundige zorgen (op voorschrift van de <strong>be</strong>handelendegeneesheer) en hygiënische verzorging aan <strong>be</strong>dlegerige of langdurige zieken en<strong>be</strong>jaarden kan een <strong>be</strong>roep worden gedaan op thuisverpleegkundigen. Ook nazorgbij ontslag uit het ziekenhuis wordt aangeboden.Sommige thuisverpleegkundigen zijn verbonden aan een <strong>be</strong>paalde dienst enanderen werken op zelfstandige basis.316


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgDienst voor GezinszorgGezinszorg kan zowel hulp in het huishouden <strong>be</strong>tekenen als hulp in depersoonsverzorging. De verzorgende kan instaan voor de <strong>be</strong>reiding van maaltijden,het onderhoud, de was en strijk, de boodschappen, de hygiënische verzorging, delichaamsverzorging, het onderhoud van de woning, … .In dit verband wordt ook psychosociale en pedagogische ondersteuningaangeboden.PoetsdienstWie zelf niet meer kan instaan voor het regelmatig onderhoud van de woning, kaneen <strong>be</strong>roep doen op poetshulp. Indien nodig kan de poetshulp naast het onderhoudook <strong>be</strong>dden opmaken, verschonen, de afwas van 1 dag doen, … .OppashulpZorg<strong>be</strong>hoevende personen die oppas of assistentie nodig heb<strong>be</strong>n, kunnen een<strong>be</strong>roep doen op oppasdiensten (vrijwilligers). Dit houdt in dat ze een oogje in hetzeil houden wanneer de mantelzorger afwezig is en zeer eenvoudige zorgtakenovernemen zoals eten geven, helpen bij het naar toilet gaan, in en uit de zetelhelpen, … .DagverzorgingscentraIn een dagverzorgingscentrum kan men overdag terecht wanneer men geenintensieve medische <strong>be</strong>handeling en/of toezicht nodig heeft, maar wel <strong>be</strong>hoefteaan opvang, voeding, verpleging, verzorging en hulp bij activiteiten van hetdagelijkse leven, kinesitherapie, ergotherapie, enz.In een dagverzorgingscentrum wordt de zelfzorg gestimuleerd. De zorg<strong>be</strong>hoevendepersoon heeft er kans tot sociale contacten en kan deelnemen aan allerleiactiviteiten. Overnachting is niet mogelijk.Personen kunnen door de dienst worden afgehaald en terug thuis gebracht.In <strong>Oudenaarde</strong> is momenteel nog geen dagverzorgingscentrum.KortverblijfEnkele tehuizen bieden de mogelijkheid om een zieke enkele dagen of weken op tevangen. Zo wordt voor een <strong>be</strong>perkte periode een overbrugging gemaakt alvorensmen naar zijn/haar vertrouwde omgeving terug kan keren.Om verschillende redenen kan kortverblijf nodig zijn:- een adempauze bieden aan de thuisverzorger door een tijdelijke opvangbuitenshuis van de te verzorgen persoon;- tijd creëren voor de revalidatie na een ingreep;- hulp bieden in een crisissituatie waardoor de thuisverzorger de hulp tijdelijkniet kan bieden;- palliatief kortverblijf.317


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgRusthuizenEen rusthuis, rust- en verzorgingstehuis of een woon- en zorgcentrum is eenerkende voorziening voor ouderen waar mensen komen wonen, die vaak een<strong>be</strong>paalde zorgvraag heb<strong>be</strong>n. Aan de woon- en leefomgeving wordt veel aandacht<strong>be</strong>steed. De <strong>be</strong>woners kunnen er meestal ongehinderd <strong>be</strong>zoek ontvangen en hunsociale contacten verder onderhouden.Het rusthuis heeft ook personeel in dienst dat als taak heeft voor een zinvolledag<strong>be</strong>steding te zorgen.In <strong>Oudenaarde</strong> is naast het OCMW-Woon-, Leef- en Zorgcentrum 'de Meerspoort'eveneens het Woon- en Zorgcentrum ‘H.Hart’ gevestigd.ServiceflatsIn deze woonvorm kunnen ouderen zelfstandig wonen en tevens een <strong>be</strong>roep doenop allerlei dienstverlening. Men <strong>be</strong>paalt zelf welke diensten men nodig acht.Het serviceflatgebouw heeft een <strong>be</strong>schermde woonomgeving, zo <strong>be</strong>schikt menbijvoor<strong>be</strong>eld over een oproepsysteem waarbij er dag en nacht hulp kan wordenopgeroepen.Praatcafé DementieMantelzorger zijn van een persoon met dementie verandert het dagelijkse leveningrijpend.Naast toezicht, aandacht en verzorging leven er vele vragen, is er minder enminder ruimte voor vrije tijd en hobby’s, is er nood aan praten, ... .Het Praatcafé Dementie is een tweemaandelijkse bijeenkomst voor iedereen diemet dementie wordt geconfronteerd: personen met dementie, mantelzorgers,familieleden, kennissen, vrijwilligers, … .Elke bijeenkomst van het praatcafé heeft een <strong>be</strong>paald aspect van dementie alscentraal thema. Voor de toelichtingen wordt er regelmatig een <strong>be</strong>roep gedaan opeen gastdeskundige. Via een gespreksleider wordt de bijeenkomst in goede banengeleid.Het Praatcafé Dementie is een gezamenlijk initiatief van 17 zorgorganisaties in deregio.De werking wordt mogelijk gemaakt met steun van SITVA (hetsamenwerkingsplatform in de thuiszorg voor de regio Vlaamse Ardennen) en ECDParadox, het Expertisecentrum Dementie.Psychiatrische thuiszorgDankzij de psychiatrische thuiszorg kunnen mensen met ernstige en langdurigepsychiatrische problemen (opnieuw) deel uitmaken van de samenleving. Vaakkunnen zij zich handhaven in een thuissituatie met een grotere levenskwaliteit entevredenheid zolang ze voldoende ondersteuning krijgen door mantelzorg,reguliere thuiszorg en geestelijke gezondheidszorg.318


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgCentrum voor Geestelijke GezondheidszorgIn een centrum voor geestelijke gezondheidszorg kunnen mensen terecht vooradvies, diagnose en <strong>be</strong>handeling bij geestelijke gezondheidsproblemen. Er wordtambulant gewerkt, de cliënt blijft gewoon in zijn eigen omgeving wonen enwerken.Palliatieve thuiszorgPalliatieve thuisverzorging is het geheel van de zorgverlening aan palliatievepatiënten die hun laatste dagen, weken of maanden thuis wensen door te brengen.Het <strong>be</strong>langrijkste doel van de palliatieve verzorging is de zieke en zijn familie eenzo groot mogelijke levenskwaliteit en maximale zelfstandigheid te bieden.Er wordt aandacht geschonken aan lichamelijk, emotioneel/psychologisch evenals<strong>sociaal</strong>/relationeel en spiritueel comfort.Er wordt – waar nodig – ondersteuning gegeven aan de zorgverleners van de eerstelijn zoals de huisarts of de thuisverpleging en ook wordt ook ondersteuning gegevenaan de mantelzorgers.Het contact met de familie in rouw wordt na het overlijden nog even <strong>be</strong>houden.Palliatieve eenheidAan sommige ziekenhuizen is een palliatieve eenheid verbonden voor de opvang enverzorging van palliatieve patiënten. Alles wordt in het werk gesteld om hetmaximale comfort van de patiënt en zijn familie te verzekeren. De sfeer is erhuiselijk en de regels flexi<strong>be</strong>l.Steunpunt Ouderenmis(<strong>be</strong>)handeling Oost-<strong>Vlaanderen</strong>Het steunpunt is er voor mensen die slachtoffer zijn van, <strong>be</strong>trokken zijn bij of weetheb<strong>be</strong>n van ouderenmis(<strong>be</strong>)handeling.Hulpverleners binnen Oost-<strong>Vlaanderen</strong> kunnen een en ander rechtstreeks meldenaan het Steunpunt Ouderenmis(<strong>be</strong>)handeling Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.Mensen die weet heb<strong>be</strong>n of <strong>be</strong>trokken zijn bij een situatie vanouderenmis(<strong>be</strong>)handeling melden zich eerst aan bij het Vlaams MeldpuntOuderenmis(<strong>be</strong>)handeling op het nummer 078/ 15 15 70. Dat Vlaams Meldpuntschakelt daarna het Steunpunt in. Zij brengen diensten die reeds bij demis(<strong>be</strong>)handelde oudere <strong>be</strong>trokken zijn samen met het slachtoffer en pro<strong>be</strong>ren zoom de situatie te ver<strong>be</strong>teren. Wanneer er nog geen diensten zijn ingeschakeld,trachten ze toch mensen samen te krijgen om met het slachtoffer de situatie tever<strong>be</strong>teren.Regionaal Welzijnsoverleg Arrondissement <strong>Oudenaarde</strong>Bij de opmaak van de Sterkte-Zwakte-Analyse voor Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> werdenbinnen de vzw Strategisch Plan Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> diverse werkgroepenopgericht, waaronder de werkgroep Sociale Ontwikkeling. Vanuit deze werkgroep,waarin alle sectoren en subsectoren van het welzijnsveld zijn vertegenwoordigd,werd de nood aan samenwerking over gemeente- en zuilgrenzen heen sterkaangevoeld. De ver<strong>be</strong>tering van het welzijnsaanbod, zowel kwalitatief als319


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgkwantitatief, werd als strategische hefboom in de Streekvisie voor Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> ingeschreven.Het Strategisch Plan Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> vzw nam het voortouw om het regionaalwelzijnsoverleg te trekken en de werkgroep Sociale Ontwikkeling werd alsregionaal ankerpunt erkend door de Provincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>.De raad van <strong>be</strong>heer <strong>be</strong>sliste tot oprichting van een afzonderlijke vzw die eenalgemene opdracht inzake sociale ontwikkeling voor heel Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> opzich zou nemen. Een van de opdrachten van de vzw Welzijnsoverleg en -initiatiefZuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> was om het Regionaal Welzijnsoverleg (RWO) voor hetarrondissement <strong>Oudenaarde</strong> op te richten. De eerste vergadering van het RWO vondplaats op 06/12/1999.Lokaal Samenwerkingsinitiatief Inzake Thuisverzorging Vlaamse Ardennen - SITVAVoor de regio Vlaamse Ardennen werd een overlegplatform gecreëerd, waarin dedisciplines en organisaties vertegenwoordigd zijn die actief zijn in de thuiszorg in<strong>Oudenaarde</strong>, Wortegem-Petegem, Kruishoutem, Zingem, Brakel, Zwalm, Lierde,Hore<strong>be</strong>ke, Ronse, Kluis<strong>be</strong>rgen en Maarkedal.De Lokale SIT Vlaamse Ardennen maakt deel uit van de vzw OVOSIT (Oost-VlaamsOverleg Samenwerkingsinitiatieven Inzake Thuisverzorging). Dit is eenoverkoepelende organisatie van alle lokale samenwerkingsinitiatieven in deprovincie Oost-<strong>Vlaanderen</strong>. In totaal telt Oost-<strong>Vlaanderen</strong> 27 lokalesamenwerkingsinitiatieven.De lokale SIT Vlaamse Ardennen heeft als <strong>be</strong>langrijkste opdracht enerzijdsthuiszorg <strong>be</strong>kend te maken en anderzijds de samenwerking tussen alle <strong>be</strong>trokkenpartners te <strong>be</strong>vorderen en te stimuleren.De lokale SIT werkt niet rechtstreeks met patiënten/cliënten. Zij kunnen via deleden van de lokale SIT hulp vragen.320


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg4 Diensten- en doelgroepenmatrixDIENSTENInfo/AdviesFinanciële hulp:inkomen(svervangend)Financiële hulp:aanvullendSociale en fiscalevoordelenMateriële ondersteuningHulpmiddelenHuishoudelijke hulp60+ 80+- mutualiteit- CAW- OCMW- stad- huisarts- mutualiteit- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- OCMW- kringwinkel- vzw Kansarmen- mediotheek- OCMW- mutualiteit- thuiszorgwinkel- thuiszorgcentrum- netwerkpalliatievezorg- dienstenchequeonderneming- OCMW- thuiszorg-- mutualiteit- CAW- OCMW- stad- huisarts- mutualiteit- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- OCMW- kringwinkel- vzw Kansarmen- mediotheek- OCMW- mutualiteit- thuiszorgwinkel- thuiszorgcentrum- netwerkpalliatieve zorg- dienstenchequeonderneming- OCMW- thuiszorgdienstenDOELGROEPENZelfredzaamheid (ongeacht de leeftijd)Lichamelijk Geestelijk Sociaal- mutualiteit - mutualiteit- CAW- CAW- OCMW- OCMW- stad- stad- huisarts- huisarts- huisarts- mutualiteit- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- OCMW- kringwinkel- vzw Kansarmen- mediotheek- OCMW- mutualiteit- thuiszorgwinkel- thuiszorgcentrum- netwerkpalliatieve zorg- dienstenchequeondernemingen- OCMW- thuiszorgdiensten- mutualiteit- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- OCMW- kringwinkel- vzw Kansarmen- mediotheek- OCMW- mutualiteit- thuiszorgwinkel- thuiszorgcentrum- netwerkpalliatieve zorg- dienstenchequeondernemingen- OCMW- thuiszorgdiensten- mutualiteit- CAW- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- OCMW- kringwinkel- vzw Kansarmen- mediotheek- OCMW- mutualiteit- thuiszorgwinkel- thuiszorgcentrum- netwerkpalliatieve zorg- dienstenchequeondernemingen- OCMW- thuiszorgdienstenIGO / GIB / WIGW- mutualiteit- CAW- OCMW- stad- huisarts- mutualiteit- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- mutualiteit- OCMW- stad- OCMW- kringwinkel- vzw Kansarmen- mediotheek- OCMW- mutualiteit- thuiszorgwinkel- thuiszorgcentrum- netwerkpalliatieve zorg- dienstenchequeondernemingen- OCMW- thuiszorgdiensten321


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgDIENSTENPersoonsverzorgingVervoerPsychosociale<strong>be</strong>geleidingGezondheidszorg:Preventie60+ 80+diensten- thuiszorgdiensten- stad(Parkeerkaart)- vervoer 65plus- MMC- OCMW- mutualiteit- huisarts- CGGZ- CAW- OCMW- thuiszorgdiensten- psychiatrischethuiszorg- SteunpuntOudermis<strong>be</strong>handeling- AZ <strong>Oudenaarde</strong>- PraatcaféDementie- AZO PalliatiefSupportteam- netwerkpalliatievezorg- LOGO- SITVA- mutualiteit- thuiszorgdiensten- Provincie Oost-Vl.DOELGROEPENZelfredzaamheid (ongeacht de leeftijd)Lichamelijk Geestelijk SociaalIGO / GIB / WIGW- thuiszorgdiensten - thuiszorgdiensten - thuiszorgdiensten - thuiszorgdiensten - thuiszorgdiensten- stad(Parkeerkaart)- vervoer 65plus- MMC- OCMW- mutualiteit- huisarts- CGGZ- CAW- OCMW- thuiszorgdiensten- psychiatrischethuiszorg- SteunpuntOudermis<strong>be</strong>handeling- AZ <strong>Oudenaarde</strong>- PraatcaféDementie- AZO PalliatiefSupportteam- netwerkpalliatieve zorg- LOGO- SITVA- mutualiteit- thuiszorgdiensten- Provincie Oost-Vl.- stad(Parkeerkaart)- vervoer 65plus- MMC- OCMW- mutualiteit- huisarts- CGGZ- CAW- OCMW- thuiszorgdiensten- psychiatrischethuiszorg- SteunpuntOudermis<strong>be</strong>handeling- AZ <strong>Oudenaarde</strong>- PraatcaféDementie- AZO PalliatiefSupportteam- netwerkpalliatieve zorg- LOGO- SITVA- mutualiteit- thuiszorgdiensten- Provincie Oost-Vl.- stad(Parkeerkaart)- vervoer 65plus- MMC- OCMW- mutualiteit- huisarts- CGGZ- CAW- OCMW- thuiszorgdiensten- psychiatrischethuiszorg- SteunpuntOudermis<strong>be</strong>handeling- AZ <strong>Oudenaarde</strong>- PraatcaféDementie- AZO PalliatiefSupportteam- netwerkpalliatieve zorg- LOGO- SITVA- mutualiteit- thuiszorgdiensten- Provincie Oost-Vl.- stad(Parkeerkaart)- vervoer 65plus- MMC- OCMW- mutualiteit- huisarts- CGGZ- CAW- OCMW- thuiszorgdiensten- psychiatrischethuiszorg- SteunpuntOudermis<strong>be</strong>handeling- AZ <strong>Oudenaarde</strong>- PraatcaféDementie- AZO PalliatiefSupportteam- netwerkpalliatieve zorg- LOGO- SITVA- mutualiteit- thuiszorgdiensten- Provincie Oost-Vl.- stad(Parkeerkaart)- vervoer 65plus- MMC- OCMW- mutualiteit- huisarts- CGGZ- CAW- OCMW- thuiszorgdiensten- psychiatrischethuiszorg- SteunpuntOudermis<strong>be</strong>handeling- AZ <strong>Oudenaarde</strong>- PraatcaféDementie- AZO PalliatiefSupportteam- netwerkpalliatieve zorg- LOGO- SITVA- mutualiteit- thuiszorgdiensten- Provincie Oost-Vl.322


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgDIENSTENGezondheidszorg:Curatieve hulpOpvang enondersteuning:Thuis60+ 80+- huisarts- AZ <strong>Oudenaarde</strong>- thuiszorgdiensten- netwerkpalliatievezorg- huisarts- AZ <strong>Oudenaarde</strong>- thuiszorgdiensten- netwerkpalliatieve zorgDOELGROEPENZelfredzaamheid (ongeacht de leeftijd)Lichamelijk Geestelijk Sociaal- huisarts- huisarts- huisarts- AZ <strong>Oudenaarde</strong> - AZ <strong>Oudenaarde</strong> - AZ <strong>Oudenaarde</strong>- thuiszorgdiensten - thuiszorgdiensten - thuiszorgdiensten- netwerk- netwerk- netwerkpalliatieve zorg palliatieve zorg palliatieve zorgIGO / GIB / WIGW- huisarts- AZ <strong>Oudenaarde</strong>- thuiszorgdiensten- netwerkpalliatieve zorgAangepast wonenTransmurale zorgResidentiële zorg - rusthuizen - rusthuizen - rusthuizen - rusthuizen - rusthuizen - rusthuizenGerichte doorverwijzingVrijetijds<strong>be</strong>steding- werkgroepnaadloze zorg- OCMW- mutualiteit- CAW- stad- huisarts- seniorenbonden- sportverenigingen- Ziekenzorg- werkgroepnaadloze zorg- OCMW- mutualiteit- CAW- stad- huisarts- seniorenbonden- sportverenigingen- Ziekenzorg- werkgroepnaadloze zorg- OCMW- mutualiteit- CAW- stad- huisarts- seniorenbonden- sportverenigingen- Ziekenzorg- werkgroepnaadloze zorg- OCMW- mutualiteit- CAW- stad- huisarts- seniorenbonden- sportverenigingen- ZiekenzorgFinanciële hulp: inkomensvervangend (Pensioen, Invaliditeit) - aanvullend (mantelzorgpremie, zorgverzekering)Curatief = genezendTransmuraal: bijvoor<strong>be</strong>eld dag- en nachtopvangLOGO = Lokaal Gezondheidsoverleg Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong>SITVA = Lokaal Samenwerkingsinitiatief inzake Thuisverzorging Vlaamse Ardennen- werkgroepnaadloze zorg- OCMW- mutualiteit- CAW- stad- huisarts- seniorenbonden- sportverenigingen- Ziekenzorg- werkgroepnaadloze zorg- OCMW- mutualiteit- CAW- stad- huisarts- seniorenbonden- sportverenigingen- Ziekenzorg323


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg5 SWOT-analyseFACTOREN Intern ExternPositief Sterkten (S) Opportuniteiten (O)- mantelzorgpremie- MMC- OCMWeetjes / Infomagazine Stad- financiële ondersteuning thuiszorg- verwarmingstoelage- goede samenwerking en overleg + werkgroep naadloze zorg(thuiszorg - ziekenhuis - rusthuizen) alsook weinig concurrentie &verzuiling- goede communicatie tussen verschillende huisartsen, goederegeling wachtdienst- ruim aanbod thuiszorgdiensten- aanwezigheid van Steunpunt Oudermis<strong>be</strong>handeling- aanwezigheid van Praatcafé Dementie- oppashulp- valpreventie- aanwezigheid van Netwerk Palliatieve Zorg- energiefondsNegatief Zwakten (W) Bedreigingen (T)- <strong>be</strong>kendmaking dienstverlening- <strong>be</strong>eldvorming ouderen- wachtlijst WLZ- hoge drempel OCMW- geen dienstencentrum of trefpunt voor vragen i.v.m.zorg<strong>be</strong>hoevendheid- geen aangepaste woonvormen- <strong>be</strong>eldvorming ouderen- gebrek aan informatie- samenwerking MMC’s- samenwerking hulpmiddelen (zoals personenalarm)- sensibilisering <strong>be</strong>lang van thuiszorg- weinig comfort in de woningen- wachtlijsten rustoorden- weinig medewerking van huisartsen aan structurele problemen- semi-ambulante opvangmogelijkheden zijn te <strong>be</strong>perkt- <strong>be</strong>moeizorg: OCMW staat vaak alleen in ernstige situaties vanverwaarlozing- <strong>be</strong>kendmaking dienstverlening- geen dienstencentrum of trefpunt voor vragen i.v.m.zorg<strong>be</strong>hoevendheid- geen aangepaste woonvormen zoals serviceflats,aanleunwoningen, <strong>be</strong>jaardenwoningen, …324


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg6 Strategische doelstellingen, operationele doelstellingenen actiesAlgemene opmerkingen- Uit het verzamelen van cijfergegevens blijkt dat de regio soms groter moetgenomen worden dan de stad <strong>Oudenaarde</strong>, omdat vele organisaties niet strikt<strong>lokaal</strong> werken en omdat programmatiecijfers regionaal worden <strong>be</strong>paald.- Leeftijdsgrens van 60 jaar (zoals in het decreet) is soms jong om over ouderente spreken. Er zijn verschillende problematieken in verschillendeleeftijdsklassen.- Vreemdelingen. Deze <strong>be</strong>volkingsgroep wordt niet als specifieke doelgroep<strong>be</strong>handeld in het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>, omdat er weinig vreemdelingen verblijven in<strong>Oudenaarde</strong>.Strategische doelstelling 1Er moet voldoende, duidelijke en toegankelijke informatie te vinden zijn over dediensten en voorzieningen <strong>be</strong>treffende ouderen-, thuis- en gezondheidszorg.In het project “Grondrechtenboom: dialoog en netwerken over 10 socialegrondrechten in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>” van Samenlevingsopbouw Oost-<strong>Vlaanderen</strong> vzwwerd het gebrek aan informatie als knelpunt aangehaald. Ook het<strong>be</strong>hoefteonderzoek van het OCMW (2003) geeft een gebrek aan informatie aan.Operationele doelstelling 1.1Ruime en objectieve informatie aanbieden over alle vormen van hulp- endienstverlening die verband houden met ouderen-, thuis- en gezondheidszorg.Actie 1.1.1De sociale diensten van de Stad en het OCMW bieden informatie aan en heb<strong>be</strong>neen ruime kennis van het aanbod van andere diensten.Operationele doelstelling 1.2De verschillende vormen van hulp- en dienstverlening <strong>be</strong>kend maken die verbandhouden met ouderen-, thuis- en gezondheidszorg.Actie 1.2.1Een bladzijde in het infomagazine van de Stad is voor<strong>be</strong>houden voor senioren.Actie 1.2.2Het OCMW <strong>be</strong>zorgt 3-maandelijks zijn nieuwsbrief ‘OCMWeetjes’ aan huis in<strong>Oudenaarde</strong>. Met deze nieuwsbrief wil het OCMW de <strong>be</strong>volking <strong>be</strong>ter informerenover de maatschappelijke dienstverlening die vanuit het OCMW wordt verstrekt.325


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgActie 1.2.3Het OCMW stelt de OCMWeetjes ook open voor andere organisaties die (nieuwe)initiatieven kenbaar willen maken, die het gevolg zijn van samenwerking tussenverschillende diensten en dus niet zuilgebonden. Andere initiatiefnemers kunneneen schriftelijke vraag richten aan de OCMW-raad om de OCMWeetjes te gebruikenvoor <strong>be</strong>kendmaking.Actie 1.2.4In de wachtzalen van de sociale dienst van het OCMW en de Stad worden brochuresen folders aangeboden <strong>be</strong>treffende gezondheid, thuiszorg en ouderen.Actie 1.2.5Er werd door de sociale dienst van het OCMW - in samenwerking met SITVA – eenthuiszorgbrochure opgemaakt. Deze werd aangekondigd met een folder die werd<strong>be</strong>zorgt in alle brievenbussen van de Vlaamse Ardennen. Het OCMW maakt deel uitvan de werkgroep van SITVA die de gegevens van de brochure zal actualiseren. Dethuiszorgbrochure is ter <strong>be</strong>schikking bij de diensten die vermeld staan in debrochure, kan worden opgevraagd op het secretariaat van SITVA en werd <strong>be</strong>deeldop de Welzijns<strong>be</strong>urs te <strong>Oudenaarde</strong> (15-18 maart 2007).Actie 1.2.6Stad en OCMW <strong>be</strong>schikken over een website.Actie 1.2.7De <strong>be</strong>ide sociale diensten informeren via de seniorenraad, eventueel wordenandere organisaties uitgenodigd om hun dienstverlening voor te stellen.Actie 1.2.8De seniorenraad van <strong>Oudenaarde</strong> organiseerde een Welzijns<strong>be</strong>urs, waar dienstenzich konden voorstellen aan de Oudenaardse <strong>be</strong>volking.Operationele doelstelling 1.3De informatie toegankelijk maken, zowel in tijd (openingsuren) als in ruimte(toegankelijk voor mensen met een fysieke <strong>be</strong>perking).Actie 1.3.1De dienstverlening van de Stad en het OCMW moet toegankelijk zijn voor deOudenaardse <strong>be</strong>volking. De sociale dienst van het OCMW is elke voormiddag openen in de namiddag wordt een permanentie voorzien voor dringende vragen. Desociale dienst van de Stad is open in de voormiddag en op maandag en woensdag inde namiddag (<strong>be</strong>halve in vakantieperiodes).Actie 1.3.2Bewegwijzering lokaliseert de diensten van de Stad en het OCMW.Actie 1.3.3De dienstverlening van de Stad en het OCMW is eveneens toegankelijk voor mensenmet een <strong>be</strong>perkte mobiliteit.326


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgOperationele doelstelling 1.4Bijkomend advies en <strong>be</strong>geleiding geven indien daarom wordt gevraagd.327


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgStrategische doelstelling 2Elke inwoner moet in staat zijn, ondanks ouderdom of gezondheidsproblemen, eenmenswaardig leven te leiden (financiële hulp en ondersteuning).Operationele doelstelling 2.1Het OCMW wil waar nodig aanvullende financiële bijstand voorzien voor wie,omwille van ouderdom of gezondheidsproblemen, bijkomende kosten heeft die tezwaar doorwegen op de uitgaven.Actie 2.1.1Het OCMW kent – na <strong>sociaal</strong> onderzoek en mits te voldoen aan de voorwaarden –financiële hulp toe onder de vorm van o.m. een tegemoetkoming in de medischekosten en de kosten voor geneesmiddelen, een tegemoetkoming in de bijdragenvoor gezins- en <strong>be</strong>jaardenhulp, een tegemoetkoming in de kosten van warmemaaltijd<strong>be</strong>deling of een verwarmingstoelage.Operationele doelstelling 2.2Het OCMW wil door middel van budget<strong>be</strong>geleiding of -<strong>be</strong>heer (administratieve)ondersteuning bieden aan inwoners die moeite heb<strong>be</strong>n bij de <strong>be</strong>steding of het<strong>be</strong>heer van hun budget, dit omwille van ouderdom of van psychische problemenzoals depressie, <strong>be</strong>ginnende dementie, … .Actie 2.2.1Budget<strong>be</strong>geleiding: <strong>be</strong>geleiding bij het <strong>be</strong>steden van het inkomen, het<strong>be</strong>middelen met schuldeisers en het opmaken van <strong>be</strong>talingsplannen.Actie 2.2.2Budget<strong>be</strong>heer: naast <strong>be</strong>geleiding is er het volledig <strong>be</strong>heer van het inkomen meteen volmacht aan de sociale dienst.Budget<strong>be</strong>geleiding en budget<strong>be</strong>heer ge<strong>be</strong>uren steeds op vrijwillige basis, eengoede motivatie van de hulpvrager is noodzakelijk voor het welslagen.Waar nodig zal het OCMW, in naam van de cliënt, de aanstelling van een voorlopig<strong>be</strong>windvoerder aanvragen bij de vrederechter.328


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgStrategische doelstelling 3De Oudenaardse <strong>be</strong>volking moet voldoende in de mogelijkheid zijn om zich teverplaatsen, zelfs als de persoonlijke mobiliteit <strong>be</strong>perkt is.Operationele doelstelling 3.1Het OCMW wil met de werking van zijn Minder Mobielen Centrale op hetzelfde elanverder gaan en deze dienst verder <strong>be</strong>kend maken.Actie 3.1.1Door het aanbieden van een MMC voorziet het OCMW <strong>be</strong>taalbaar vervoer, voorwie ten gevolge van ziekte, leeftijd of handicap vervoersproblemen heeft. Alleinwoners krijgen zo opnieuw de kans om deel te nemen aan het maatschappelijkleven en mogelijk kan de eenzaamheid worden tegengegaan.Actie 3.1.2De MMC kent een groei, zowel qua leden als chauffeurs. Op 01/09/2007 zijn er 64leden aangesloten en staan er 13 vrijwillige chauffeurs ter <strong>be</strong>schikking. Destijgende lijn is vooral te merken bij het medisch vervoer, waar een aantal rittenop dagelijkse basis worden georganiseerd.Operationele doelstelling 3.2Het OCMW wil verder samenwerken met de Minder Mobielen Centrales uit de regio.Actie 3.2.1De verschillende Minder Mobielen Centrales (van Taxistop) uit de regio werkensamen en nemen eventueel ritten over van elkaar.Actie 3.2.2Met andere diensten die vrijwilligersvervoer organiseren (niet erkend doorTaxistop) ligt deze samenwerking moeilijker. Alleen aangesloten leden zijnverzekerd binnen de organisatie. Om ritten te kunnen overnemen van elkaar, moeter dus bij <strong>be</strong>ide organisaties lidgeld worden <strong>be</strong>taald en dit kan oplopen tot 50,00EUR per jaar.Operationele doelstelling 3.3OCMW en Stad willen zich engageren om een maximale toegankelijkheid van hundiensten te garanderen voor mensen met een <strong>be</strong>perkte mobiliteit. De stad wilveilige, onderhouden voetpaden en wegen.Actie 3.3.1Maximale toegankelijkheid van de diensten van Stad en OCMW.Actie 3.3.2Maximale toegankelijkheid van de openbare weg (goed <strong>be</strong>gaanbare voetpaden,inplanting van voldoende zitbanken, … ).329


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgActie 3.3.3Oog voor veiligheid (straatverlichting, zwakke positie van de oudere voetganger inhet verkeer, de dikwijls nog erg onveilige fietspaden, goede signalisatie, … ). Deseniorenraad vraagt bijzondere aandacht voor het herstel van voetpaden nawerken aan nutsvoorzieningen.Actie 3.3.4De inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> kunnen problemen <strong>be</strong>treffende veiligheid melden bijde Stad aan de hand van een meldingskaart.Actie 3.3.5In enkele naburige gemeenten signaleert de wijkpolitie rechtstreeks aan detechnische dienst van de gemeente/stad waar zich onveiligheden op straatvoordoen (slechte staat van voetpaden, …). Kan voor de stad <strong>Oudenaarde</strong> eendergelijk overleg tussen de stad en wijkpolitie worden georganiseerd? De politie isvragende partij. Dit vraagt wel de nodige praktische afspraken. In het verledenwerden problemen rechtstreeks aan de technische dienst gemeld, maar dit verliepchaotisch. De technische dienst van de stad kan ook niet steeds de planningwijzigen. Mogelijk kan er bij de politie een aanspreekpunt worden voorzien waarde wijkpolitie kan melden. Deze persoon zou dan met de technische dienst kunnenoverleggen.330


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgStrategische doelstelling 4Er moet een aanspreekpunt zijn voor on<strong>be</strong>antwoorde noden en vragen <strong>be</strong>treffendeouderen-, thuis- en gezondheidszorg. Dit aanspreekpunt moet oplossingen zoekendoor deze zelf aan te brengen en te realiseren, door samenwerking, doordoorverwijzing of door de problematiek te signaleren aan de<strong>be</strong>leidsverantwoordelijken (Dienst Ouderenzorg).In het project “Grondrechtenboom: Dialoog en netwerken over 10 socialegrondrechten in Oost-<strong>Vlaanderen</strong>” van Samenlevingsopbouw Oost-<strong>Vlaanderen</strong> vzwwerd de nood aan een centraal informatiepunt voor alle info en dienstengeformuleerd. Deze nood werd eveneens aangegeven in het Behoefteonderzoek vanhet OCMW en door de Seniorenraad.Operationele doelstelling 4.1Het OCMW wil, in het kader van de realisatie van een <strong>sociaal</strong> huis, fungeren alscentraal en neutraal aanspreekpunt bij moeilijke en complexe situaties en actiefhelpen om oplossingen te zoeken.Actie 4.1.1Het OCMW profileert zich als centraal en neutraal aanspreekpunt voor vrageni.v.m. ouderen-, thuis- en gezondheidszorg, wil optreden als zorgcoördinator,tracht een oplossing vinden voor de problemen en verleent advies.Actie 4.1.2Bij moeilijke en complexe situaties, zoals verwaarlozing dringt ‘<strong>be</strong>moeizorg’ zichop. Er kan een gezamenlijk cliëntoverleg worden georganiseerd. Dankzij hetcliëntenoverleg leren de <strong>be</strong>trokken hulpverleners elkaar <strong>be</strong>ter kennen, kunnen zeelkaar ondersteunen en raad geven. Het OCMW vraagt aan alle <strong>be</strong>trokken diensteneen totale ondersteuning bij deze <strong>be</strong>moeizorg en vraagt om allen achter degemaakte afspraken te staan. Het OCMW staat soms alleen, omdat anderediensten soms teveel meegaan in het verhaal van de cliënt. Het OCMW ziet danenkel een oplossing in ‘<strong>be</strong>moeizorg’. Daarbij grijpen hulpverleners drastisch in inde organisatie van het dagelijks leven. Dit is soms nodig om de leefbaarheid thuis(zeker waar kinderen zijn) te waarborgen.Actie 4.1.3Het OCMW heeft een dienst Ouderenzorg die momenteel <strong>be</strong>mand wordt met eenhalftijds maatschappelijk werker. Deze dienst wordt uitgebreid met een halftijdsmaatschappelijk werker. Een dienst met een uitgebreid aanbod, waar ouderen metal hun vragen over aangepast wonen, zorg, woningaanpassingen, hulpmiddelen,thuiszorg, zinvolle tijds<strong>be</strong>steding, mobiliteit, socioculturele activiteiten,vrijwilligerswerk, … terechtkunnen. Deze dienst zal ondermeer instaan voor deverhuring van personenalarmsystemen, de aansluiting en indicatiestelling in hetkader van de zorgverzekering, het al dan niet toekennen van de thuiszorgpremieen het al dan niet toekennen van een tegemoetkoming in de verblijfs- enonderhoudskosten in rusthuizen. De dienst Ouderenzorg zal de verhuring van deserviceflats opvolgen. De oprichting en realisatie ge<strong>be</strong>urt door de dienstHuisvesting. De dienst Ouderenzorg zal eveneens instaan voor de voor<strong>be</strong>reiding331


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgvan de oprichting van het dienstencentrum. Van zodra het centrum in gebruikwordt genomen, wordt er een centrumleider aangesteld die zal instaan voor deuitbating van het centrum.Operationele doelstelling 4.2OCMW en Stad willen zelf oplossingen aanbrengen en indien nodig het aanboduitbreiden om een passend antwoord te bieden op alle vragen <strong>be</strong>treffendeouderen-, thuis- en gezondheidszorg. Zij verwijzen - waar nodig - <strong>be</strong>geleid door ensignaleren aan de hogere overheid.Actie 4.2.1Op basis van individuele dossiers kunnen er tendensen worden vastgesteld engesignaleerd aan de hogere overheid.Operationele doelstelling 4.3Het OCMW wil samenwerking realiseren om een passend antwoord te bieden op allevragen <strong>be</strong>treffende ouderen-, thuis- en gezondheidszorg.Actie 4.3.1Het OCMW en de Stad werken samen met verschillende diensten van degezondheids-, thuis- en ouderenzorg (zowel met professionele organisaties als metvrijwilligers). Deze samenwerking heeft tot doel knelpunten, hiaten enoverlappingen sneller te detecteren en waar mogelijk weg te werken.Operationele doelstelling 4.4De Stad wil een personeelslid specifiek ter <strong>be</strong>schikking te stellen voor al watsenioren<strong>be</strong>leid <strong>be</strong>treft. 59Actie 4.4.1Om specifiek aan de noden en opportuniteiten van de ouderen tegemoet te komen,wil de Stad zich engageren om een personeelslid specifiek ter <strong>be</strong>schikking testellen voor al wat senioren<strong>be</strong>leid <strong>be</strong>treft en ook om de oprichting van eendienstencentrum voor senioren op te starten in samenwerking met deseniorenraad, ouderenverenigingen, het professioneel welzijnsveld en het OCMW.De seniorenraad vraagt dat dit personeelslid meer inhoudelijke en materiële steunbiedt aan zijn werking.59 “<strong>Oudenaarde</strong> durft”: <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> voor 2007-2012332


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgStrategische doelstelling 5Positieve <strong>be</strong>eldvorming nastreven over ouderen en over wie werkzaam is in deouderenzorg.Operationele doelstelling 5.1Het OCMW wil mee streven naar een positieve <strong>be</strong>eldvorming over ouderen.Actie 5.1.1De neiging <strong>be</strong>staat om ouderdom en vergrijzing te problematiseren. Zo lijkt het ofouderen allemaal ziek of eenzaam zijn en een te klein inkomen heb<strong>be</strong>n. Maar nietsis minder waar. De meeste ouderen zijn gezond, actief en mobiel, en verwachtennog veel van het leven. Slechts een <strong>be</strong>perkte groep is afhankelijk van zorg. Om diereden wil het OCMW er over waken dat bij <strong>be</strong>richtgeving aan en over ouderen eenpositief <strong>be</strong>eld wordt geschetst van de ouderen.Actie 5.1.2Het OCMW stelt zijn OCMWeetjes open voor organisaties die een artikel willenpubliceren dat een positieve <strong>be</strong>eldvorming <strong>be</strong>vordert.Actie 5.1.3In het Regionaal Ouderen<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> 2003-2005 wordt eveneens veel <strong>be</strong>langgehecht aan <strong>be</strong>eldvorming ‘Van passief naar <strong>be</strong>tekenisvol ouder worden en oudzijn’.Operationele doelstelling 5.2Het OCMW wil meehelpen aan een positieve <strong>be</strong>eldvorming over wie werkt in deouderensector.Actie 5.2.1In een interview met het magazine ‘Weliswaar’ (artikel: ‘Oud zeer’) somtprofessor Jozef Pacolet, hoofd van de sector <strong>sociaal</strong> en economisch <strong>be</strong>leid aan hetHoger Instituut voor de Ar<strong>be</strong>id (HIVA), enkele bijkomende kosten op voor deoverheid die allemaal met de vergrijzing te maken heb<strong>be</strong>n. 60 Binnen 20 jaar zijn in<strong>Vlaanderen</strong> 60% meer ouderen in de residentiële zorgvoorzieningen. In 2020 zijn erin de rusthuizen 20 000 bijkomende personeelsleden met een zorg<strong>be</strong>roep nodig enook meer administratief- en onderhoudspersoneel.Gezien de toenemende vergrijzing zou het aantal studenten in dezelfde matemoeten toenemen, wat niet het geval is. De instroom moet dringend verhogen ende uitstroom moet worden <strong>be</strong>perkt. In de regio is er een grote vraag naarafgestudeerden voor het werkveld ouderenzorg.De instroom verhogen, maar hoe?- Een positiever imago. Tewerkgestelden in de ouderen- en ziekenzorg heb<strong>be</strong>n<strong>be</strong>hoefte aan waardering en een positiever zelf<strong>be</strong>eld. Ondanks het feit dat dejob voldoet aan hun verwachtingen, denkt deze <strong>be</strong>roepsgroep dat demaatschappij hen weinig op prijs stelt; een enquête over de waardering doorde maatschappij zou een psychologische opkikker kunnen <strong>be</strong>tekenen. De sector60 NIEUWSBRIEF 10 - www.streekplatformzov.<strong>be</strong>333


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgzou zichzelf <strong>be</strong>ter moeten verkopen met marketingstrategieën en eenpromotie<strong>be</strong>leid (affiches, videoclips..) met nadruk op de positieve aspectenvan het <strong>be</strong>roep (zinvol <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>roep, verantwoordelijkheid, werk in eigenstreek),- Vroege studiekeuze. De zorgsector moet leerlingen al van in het secundaironderwijs aanspreken. De <strong>be</strong>langstelling kan worden aangewakkerd met o.m.<strong>be</strong>zoeken aan instellingen en scholen, een positievere <strong>be</strong>eldvorming vanouderen, contactmomenten, doedagen, stages en projecten.Actie 5.2.2Het OCMW wil, waar het kan, meewerken aan het realiseren van een positiefimago van de sector, zodat meer jongeren zich geroepen voelen om in de sectoraan de slag te gaan. Zo stelt het Woon-, Leef- en Zorgcentrum 'de Meerspoort'stageplaatsen open en krijgen de stagiaires een nauwe <strong>be</strong>geleiding op dewerkvloer.334


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgStrategische doelstelling 6Door preventie en met extra aandacht voor specifieke doelgroepen degezondheidstoestand van de Oudenaardse <strong>be</strong>volking zo goed mogelijk houden enwaar nodig ver<strong>be</strong>teren.Operationele doelstelling 6.1Preventie en gezondheidsinformatie dienen te ge<strong>be</strong>uren op een laagdrempeligemanier.Gezond zijn en blijven is een <strong>be</strong>langrijke voorwaarde om deel te nemen aan desamenleving. Een goed preventie<strong>be</strong>leid (voeding, <strong>be</strong>weging…) is cruciaal.Depressie 61Statistieken zijn cijfers en kunnen nooit een volledig <strong>be</strong>eld geven van dewerkelijkheid. Toch kunnen ze een indicatie geven van het aantal gevallen vandepressie bij ouderen.- 15 tot 30% van de vijfenzestigplussers heb<strong>be</strong>n last van depressieve symptomen.Dit is niet hetzelfde als een depressie.- 5% van de ouderen heb<strong>be</strong>n een ernstige depressie.- 21% van de rusthuis<strong>be</strong>woners heeft depressieve symptomen.- 10% van de rusthuis<strong>be</strong>woners maakt een ernstige depressie door.- Bij 50% van de dementerenden zijn depressieve symptomen aanwezig.- 30 tot 60% van de depressieve ouderen is niet of slechts gedeeltelijktherapietrouw.- 15% van de patiënten met een ernstige depressie pleegt zelfmoord. Het risicoop zelfmoord is dertig keer groter dan bij niet-depressieven.- 70% van de ouderen die zelfmoord plegen heb<strong>be</strong>n in de maand voor hun doodnog contact gehad met een hulpverlener.Actie 6.1.1De <strong>be</strong>volking informeren omtrent depressies (voornamelijk bij ouderen) en waarmogelijk signaleren.Actie 6.1.2Hulpverleners informeren: hoe meer hulpverleners weten over depressies bijouderen, hoe makkelijker de ziekte kan worden herkend, vastgesteld en<strong>be</strong>handeld.Het is <strong>be</strong>langrijk dat we er voldoende aandacht aan <strong>be</strong>steden, want vaak wordteen depressie bij een <strong>be</strong>jaarde moeilijk herkend, omdat een depressie op latereleeftijd wordt overschaduwd door lichamelijke klachten, zoals pijn op de borst,buikklachten, <strong>be</strong>nauwdheid, duizeligheid en slaapproblemen. Soms wordt eendepressie ook verward met dementie, omdat ze gepaard gaat metconcentratiestoornissen en stoornissen in de oriëntatie en het geheugen.61 Weliswaar - Lies<strong>be</strong>th Van Braeckel335


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgBij preventie gaat het erom de depressie zo vroeg mogelijk te herkennen en dekop in te drukken, of toch minstens te voorkomen dat het erger wordt. Dit kandoor voorlichting te geven over depressie, door klachten te signaleren en dedoorverwijzing van patiënten te ver<strong>be</strong>teren. Het Centrum voor GeestelijkeGezondheidszorg geeft vorming aan hulpverleners die werkzaam zijn in deouderenzorg.De jaarlijkse infoavond georganiseerd door SITVA voor eerstelijnwerkers <strong>be</strong>handeltin decem<strong>be</strong>r 2007 het thema depressie bij ouderen.Actie 6.1.3Het OCMW stelt zijn OCMWeetjes open voor organisaties die omtrent depressie bijouderen een artikel publiceren.Valpreventie: 62Bij thuiswonende ouderen:- 28% tot 35% van 65-plussers valt minstens 1 keer per jaar.- 15% tot 50% van de slachtoffers valt 2 of meer keren per jaar.Bij patiënten opgenomen in het ziekenhuis:- 2,9 tot 13 valincidenten per 1000 verpleegdagen.- 2% tot 15% valt minstens 1 keer tijdens de opname.- 8% tot 44% van de slachtoffers valt meerdere keren tijdens een opname in hetziekenhuis.Bij <strong>be</strong>woners in rusthuizen, RVT’s en woon- en zorgcentra:- 30% tot 70% valt ten minste eenmaal per jaar.- 15% tot 40% valt tweemaal of vaker.Valincidenten kunnen gevolgen heb<strong>be</strong>n op fysiek, psycho<strong>sociaal</strong> en financieel vlak.Hoe ouder, hoe groter de kans op een valpartij. Vermijden dat je valt, <strong>be</strong>tekent deoorzaken van een val opsporen. De top vijf van risicovolle activiteiten bij seniorenzijn: opstaan uit <strong>be</strong>d, stoel of bad, fietsen, wandelen op een oneffen oppervlakte,de uitvoering van huishoudelijke taken en werken in de tuin.Tal van factoren kunnen bijdragen tot een valincident: chronische aandoeningen,mobiliteitsproblemen, slaapproblemen, medicatie, aspecten van de woonomgeving,zichtcondities en het eigen gedrag.Preventie <strong>be</strong>tekent in samenwerking met alle actoren potentiële “valouderen”opsporen. De verschillende partijen in de gezondheidszorg (huisarts, geriater,apotheker, thuisverpleegkundige, kinesitherapeut en ergotherapeut) enwelzijnszorg moeten hun rol optimaal op elkaar afstemmen om een <strong>be</strong>langrijkebijdrage te leveren aan valpreventie. Dit hoeft niet spectaculair te zijn. Misschienhelpen een andere bril, <strong>be</strong>tere sloffen, een veiligere inrichting van het huis of eenaanpassing van de medicatie.62 www.valpreventie.<strong>be</strong>.336


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgActie 6.1.4De <strong>be</strong>volking informeren omtrent valpreventie bij ouderen. Het OCMW stelt zijnOCMWeetjes open voor organisaties die omtrent valpreventie een artikelpubliceren.Actie 6.1.5Het OCMW kan helpen de thuisomgeving veiliger te maken door kleinewoningaanpassingen die de klusjesdienst uitvoert.Actie 6.1.6Stad en OCMW willen de publieke omgeving veilig maken.Operationele doelstelling 6.2De hulpverlening heeft oog voor de psychiatrische patiënt.Actie 6.2.1Het OCMW stelt zijn dienstverlening (zoals budget<strong>be</strong>heer) open voor mensen meteen psychische aandoening.Actie 6.2.2OCMW en Stad zijn <strong>be</strong>reid, op concrete vraag, initiatieven in het kader vanpsychiatrische thuiszorg te helpen <strong>be</strong>kend maken.Actie 6.2.3Het project Psychiatrische Zorg in de Thuissituatie ‘Het Akkoord’ en hetTherapeutisch Project voor volwassenen met een langdurig depressief lijdenvragen ondersteuning bij de <strong>be</strong>kendmaking van hun project, dit via deOCMWeetjes, alsook via folders die zij zullen aanbieden. Het OCMW is <strong>be</strong>reid, opconcrete vraag, ondersteuning te bieden bij de <strong>be</strong>kendmaking van deze projecten.Actie 6.2.4Het project Psychiatrische Thuiszorg ‘Het Akkoord’ is steeds <strong>be</strong>reid omondersteuning, advies, coaching en vorming te bieden aan hulpverleners van deeerste lijn (thuiszorgactoren) die vragen heb<strong>be</strong>n omtrent het omgaan met mensenmet een psychiatrische problematiek.Actie 6.2.5Patiënten die in een Psychiatrisch Verzorgingstehuis zouden moeten verblijven,verblijven nu vaak in rusthuizen. Het rusthuispersoneel is niet vertrouwd met deomgang met deze mensen en ook mede<strong>be</strong>woners kunnen niet goed om met dezespecifieke problematiek. Het Woon-, Leef- en Zorgcentrum 'de Meerspoort' streeftnaar een kwalitatieve zorg voor alle <strong>be</strong>woners. Waar nodig worden depersoneelsleden van het Woon-, Leef- en Zorgcentrum 'de Meerspoort' ondersteunddoor de sociale dienst van het WLZ met bijkomende informatie of met vormingomtrent de psychiatrische aandoening. Hiervoor doet het WLZ ondermeer <strong>be</strong>roepop de deskundigheid van het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> De Spiegel.337


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgOperationele doelstelling 6.3Bekendmaken van de ziekte dementie en initiatieven die daaromtrent wordengenomen.Actie 6.3.1Het Praatcafé Dementie wil op hetzelfde elan verdergaan. Er kan ondersteuninggeboden worden op vlak van <strong>be</strong>kendmaking. Zo kan OCMWeetjes worden gebruiktom samenwerkingsinitiatieven, zoals het Praatcafé, voor te stellen.Operationele doelstelling 6.4Strijden tegen alle vormen van mis(<strong>be</strong>)handeling.De jongste jaren worden geregeld gevallen van agressie op en mis(<strong>be</strong>)handeling vanouderen vastgesteld. Niet alleen ouderen in een residentiële omgeving, maarvooral ouderen in hun thuissituatie zijn hiervan vaak het slachtoffer. Demis(<strong>be</strong>)handeling is hier ook ‘niets doen’.Actie 6.4.1Er werden tijdens de vergadering van 14/09/2006 van de werkgroep Ouderen-,Thuis- en Gezondheidszorg wederzijdse afspraken gemaakt:- Vanuit de verschillende diensten en voorzieningen worden situaties vanoudermis(<strong>be</strong>)handeling geregistreerd en doorgegeven aan het steunpunt, ookals zij niet moeten tussenkomen.- Organisaties die dit wensen, kunnen een <strong>be</strong>roep doen op het steunpunt voorvorming.- Het steunpunt wil ondersteuning bieden in geval van twijfel, bijv. meegaan ophuis<strong>be</strong>zoek.- Professionele hulpverleners kunnen op het telefoonnummer (09/3603366)onmiddellijk een gesprek vragen met een casemanager.Operationele doelstelling 6.5Bekendmaken van initiatieven die worden genomen in het kader van palliatievezorg.Actie 6.5.1Het Netwerk ‘Het leven helpen’ werkt goed en is gekend bij de meestehulpverleners. Het Netwerk vraagt ondersteuning bij <strong>be</strong>kendmaking ensensibilisering van zorgverleners en <strong>be</strong>volking. CMWeetjes staat open voor hetNetwerk om initiatieven <strong>be</strong>kend te maken.Actie 6.5.2Het OCMW stelt zijn gebouwen (bureauruimte) open voor het Netwerk PalliatieveZorg.338


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgStrategische doelstelling 7Met de uitbouw van een <strong>lokaal</strong> dienstencentrum de <strong>be</strong>volking eenontmoetingsplaats aanreiken in verband met zorg, wonen en welzijn.De <strong>be</strong>volking van <strong>Oudenaarde</strong> werd <strong>be</strong>vraagd via een ‘Behoefteonderzoek’ in 2003.Het onderzoek werd geleid door Bureau Vandorpe bvba (Oostkamp). Bij hetonderzoek werd de nood aan een <strong>lokaal</strong> dienstencentrum vastgesteld.In het Ouderen<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> 2006-2012 van de Oudenaardse seniorenraad wordteveneens gevraagd om de oprichting van een <strong>lokaal</strong> dienstencentrum.Een Lokaal Dienstencentrum is een ontmoetingsplaats, waar men terecht kan voorinformatie, recreatie, vorming en dienstverlening.Het <strong>lokaal</strong> dienstencentrum is een centrale ankerplaats in de buurt die <strong>be</strong>zoekersinformeert en leidt naar gepaste, <strong>be</strong>staande zorg- en dienstverlening.De uiteindelijke <strong>be</strong>doeling is het <strong>sociaal</strong> netwerk van de gebruiker uit te bouwenom mensen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving te laten wonen.Een <strong>lokaal</strong> dienstencentrum biedt een geïntegreerd aanbod van hulpverlening,<strong>sociaal</strong>-cultureel vormingswerk, advies en informatie, ondersteuning envrijwilligerswerk, coördinatie en ontwikkeling van diensten. Zo kan men erbijvoor<strong>be</strong>eld terecht voor een warme maaltijd, pedicure, hulp bij huishoudelijkeklussen, een informatienamiddag, vrijetijdsactiviteiten, … .Het centrum werkt voornamelijk met vrijwilligers en kan zelf accenten leggen,afhankelijk van de specifieke plaatselijke noden. Dat houdt ook in dat erverschillen <strong>be</strong>staan tussen de verschillende dienstencentra in het aanbod vandienstverlening.Operationele doelstelling 7.1Uitbouwen van een <strong>lokaal</strong> dienstencentrum.Actie 7.1.1Principieel akkoord tot oprichting van een <strong>lokaal</strong> dienstencentrum in hetMeerspoortpark werd gegeven in het overleg Stad/OCMW van 15 maart 2004 en 30maart 2005. In de programmatie wordt sinds 2005 een dienstencentrumgereserveerd voor het OCMW van <strong>Oudenaarde</strong>. Deze reservatie wordt voorziengedurende 5 jaar.Actie 7.1.2Het dienstencentrum is een centraal aanspreekpunt waar men voor letterlijk allesterecht kan. Elke vraag krijgt er een antwoord, soms binnen het eigen aanbod,soms via doorverwijzing naar een meer gepaste dienst.De sociale dienst van het OCMW zal de ondersteuning van hulp- en zorgvragen opzich nemen.Actie 7.1.3Het LDC is er niet alleen voor mensen die mobiel genoeg zijn om naar hetdienstencentrum te komen, maar het centrum kan de MMC inschakelen ominwoners met een <strong>be</strong>perkte mobiliteit naar het dienstencentrum te brengen.339


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgActie 7.1.4Het decreet van 14 juli 1998 laat een brede taakinvulling van het dienstencentrumtoe, als bv. ontmoetingsruimte voor kansengroepen. Het OCMW van <strong>Oudenaarde</strong>kiest voor zo’n brede invulling van een dienstencentrum en wil zijn activiteiten endienstverlening ook openstellen voor kansengroepen en niet alleen voor ouderen.Actie 7.1.5De voor<strong>be</strong>reiding tot oprichting van het dienstencentrum zal worden opgenomendoor de dienst Ouderenzorg.Actie 7.1.6Voor de uitbating wordt een voltijds centrumleider aangesteld.Actie 7.1.7Vanaf heden wordt gestart met de oprichting van het dienstencentrum. In eersteinstantie zal een <strong>sociaal</strong> restaurant worden ingeplant in het Woon-, Leef- enZorgcentrum 'de Meerspoort'.340


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgStrategische doelstelling 8Ouderen zo lang mogelijk thuis laten wonen door het aanbieden van eenaangepaste dienstverlening.Zelfs bij toenemende zorg<strong>be</strong>hoefte verkiezen de meeste ouderen om thuis teblijven wonen (zie Behoefteonderzoek - 2003).Naast de residentiële ouderenzorg <strong>be</strong>steedt het OCMW <strong>Oudenaarde</strong> al enige jarenactief aandacht aan de zorg voor de thuiswonende ouderen om hen de mogelijkheidte bieden zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving te blijven. Eenoptimalisering van de thuiszorg voorkomt dat een <strong>be</strong>jaarde vroegtijdig hetthuismilieu moet verlaten. Het OCMW biedt zelf geen thuiszorgdiensten aan, maarziet erop toe dat er kwalitatieve thuiszorg geleverd wordt en biedt een aantalthuiszorgondersteunende diensten aan, zoals de klusjesdienst, het verhuur vanpersonenalarmtoestellen, de mantelzorgtoelage en de dienstenchequeonderneming.Operationele doelstelling 8.1Er moet kwalitatieve en <strong>be</strong>taalbare thuiszorg worden geleverd, d.w.z. zorg opmaat van de gebruiker en onderlinge afstemming van de zorgverleners, zodat demogelijkheden om zo lang mogelijk thuis te wonen, verhogen.Uit het Behoefteonderzoek blijkt dat er een wil is om de zorg voor eenzorg<strong>be</strong>hoevende op te nemen. Uit dit onderzoek blijkt ook dat 73% van de<strong>be</strong>jaarden in de buurt van hun kinderen woont. Ondersteuning in de thuiszorg is duszeker wenselijk.Opmerking: het OCMW biedt zelf geen thuiszorgdiensten aan, maar ziet erop toedat er kwalitatieve thuiszorg wordt geleverd en vraagt deze diensten zoveelmogelijk zorg op maat aan te bieden.Actie 8.1.1De sociale dienst van het OCMW wordt in de Raad van Beheer van het SITVAvertegenwoordigd.Actie 8.1.2Het OCMW voorziet een financiële ondersteuning van de thuiszorgdiensten: HetOCMW verleent, op basis van een overeenkomst, een toelage van € 0,74/u in degeleverde prestaties thuishulp op het grondgebied <strong>Oudenaarde</strong> aan Familiehulp,Familiezorg, Thuishulp Bond Moyson, Solidariteit voor het Gezin, OnafhankelijkeDienst voor Gezinszorg.UitgavenTotaalgepresteerde uren2003 86 736,05 EUR 117 547,93 u2004 88 212,77 EUR 118 801,51 u2005 84 635,11 EUR 114 165,00 u2006 86 131,86 EUR 115 995,09 u341


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgActie 8.1.3Het OCMW vraagt cliëntgebonden overleg en actief <strong>be</strong>trokken te worden bijmoeilijke en complexe situaties en biedt waar nodig ondersteuning.Operationele doelstelling 8.2Mantelzorg moet worden gestimuleerd en er moet voldoende ondersteuning zijnvan de mantelzorg.Actie 8.2.1Het OCMW en de Stad helpen de aanvragers van een provinciale mantelzorgpremiebij het invullen van het aanvraagformulier en maken deze premie <strong>be</strong>kend o.m.door rechtstreeks contact met mogelijke rechtheb<strong>be</strong>nden en via hun magazines.Actie 8.2.2Het OCMW kent een jaarlijkse mantelzorgpremie toe als financiële ondersteuningvan de mantelzorger. Het OCMW verleent een mantelzorgtoelage aan personen ofgezinnen die bij hen thuis een <strong>be</strong>jaarde van meer dan 75 jaar verzorgen diehulp<strong>be</strong>hoevend is. Om aanspraak te kunnen maken op deze toelage moeten de<strong>be</strong>jaarde en de aanvrager aan een aantal voorwaarden voldoen:- de <strong>be</strong>jaarde:* minstens 75 jaar oud zijn* in rechte lijn of zijlijn een bloed- of aanverwant zijn van de aanvrager inde eerste of tweede graad* aangewezen zijn op verzorging en hulp bij normale dagelijksehandelingen* een <strong>be</strong>perkt gezamenlijk <strong>be</strong>lastbaar inkomen heb<strong>be</strong>n- de aanvrager:* in de stad <strong>Oudenaarde</strong> gedomicilieerd zijn en er ook effectiefwoonachtig zijn* een <strong>be</strong>perkt gezamenlijk <strong>be</strong>lastbaar inkomen heb<strong>be</strong>nDe toelage <strong>be</strong>draagt 2,48 EUR per kalenderdag met een maximum van 619,73EUR per jaar.Aantal gerechtigden2000 612001 682002 672003 622004 502005 482006 372007 50Actie 8.2.3Deelname aan het Praatcafé Dementie vanuit het WLZ ‘de Meerspoort’ (door dedirectie) en ondersteuning bij de <strong>be</strong>kendmaking (openstellen van OCMWeetjes enverspreiden van programmafolders en affiches in wachtzaal OCMW en in WLZ).342


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgActie 8.2.4Het OCMW is partner van de Vlaamse Zorgkas en staat als <strong>lokaal</strong> agent in voor deintake van personen die wensen aan te sluiten en van leden die een aanvraagwillen indienen:- Aansluiten:* Aansluiten van leden aan de hand van het inlichtingsblad* Innen van de ledenbijdragen van de aangeslotenen- Behandelen aanvraagdossiers:* Behandelen van de aanvraag tenlasteneming en controleren van devoorwaarden* Indicatiestellingen- Registreren van de mantelzorgers op basis van een activiteitenplan- Doorsturen van gegevens naar de <strong>be</strong>trokken zorgkassen.Operationele doelstelling 8.3Verhogen van de mogelijkheden om thuis te blijven wonen door het stimuleren vanaanpassingswerken aan woningen zonder comfort, al dan niet door samen tewerken.Zuid-Oost-<strong>Vlaanderen</strong> telt veel verouderde woningen, vaak met een minimum aancomfort. Een <strong>be</strong>langrijk deel van deze woningen wordt <strong>be</strong>woond door ouderen.Het Ouderen<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> van de Seniorenraad vraagt eveneens aandacht voor hetprobleem van de woningen zonder comfort.Het OCMW wil aanpassingswerken in woningen zonder comfort stimuleren doordeze zelf uit te voeren of door samenwerking met de klusjesdiensten van demutualiteit en of met Ons Zorgnetwerk.Actie 8.3.1Door <strong>be</strong>kendmaking kan er meer informatie worden gegeven <strong>be</strong>treffende demogelijkheden inzake kleine woonaanpassingen, hulpmiddelen, valpreventie, enz..Het OCMW vraagt hierbij de medewerking van de huisartsen en dethuiszorgdiensten om situaties van verwaarlozing te signaleren, omdat zij vaak alseersten binnenkomen in de woningen zonder comfort.Actie 8.3.2Het OCMW <strong>be</strong>schikt over een Energiefonds waarmee kleine aanpassingen aanverwarmingstoestellen kunnen worden <strong>be</strong>taald (mits goedkeuring van de OCMW-Raad).Actie 8.3.3De klusjesdienst van het OCMW biedt hulp bij het opknappen van de woning en bijhet onderhouden van de staat van de woning. Dit <strong>be</strong>tekent allerlei karweitjes diedoor de cliënt zelf niet meer kunnen worden verricht. Deze dienst is voor<strong>be</strong>houdenaan inwoners met een klein inkomen die geen <strong>be</strong>roep kunnen doen op een vakman.Actie 8.3.4Samenwerking en overleg tussen de verschillende (klusjes)diensten is <strong>be</strong>langrijk.343


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg- Zo kan er een <strong>be</strong>roep worden gedaan op de ‘adviseurs hulpmiddelen’ van dethuiszorgdiensten en mutualiteiten bij het aanpassen van de woning, alsookop de dienst AROHM van het Vlaams Gewest.- Er kan ook worden samengewerkt met de Dienst Woningaanpassing, eenproject van ‘Ons Zorgnetwerk en Landelijke Thuiszorg’- Denen 157 - 9080Lochristi. Deze dienst wil door het aanbieden van een totaalpakket aan<strong>be</strong>geleiding noodzakelijke aanpassingen aan de woning realiseren zodat de<strong>be</strong>woner langer in de eigen woning kan blijven wonen op een veilige encomforta<strong>be</strong>le manier, door bijvoor<strong>be</strong>eld een toilet binnenshuis te plaatsen,een badkamer te installeren, niveauverschillen weg te werken, hulpmiddelente installeren.De gratis <strong>be</strong>geleiding <strong>be</strong>staat uit advies over de noodzakelijke aanpassingen,de technische haalbaarheid, de geschikte uitvoerders, de kostprijs, de premieaanvragen, de administratieve ondersteuning, de planning en de opvolgingvan de werken. Aanvullend bieden zij een klusjesdienst aan voor kleinerekarweien.- De mogelijkheid om samen te werken met de klusjesdiensten van dethuiszorgdiensten en de <strong>sociaal</strong>economische initiatieven zou wenselijk zijn,maar de haalbaarheid moet nog worden onderzocht.Operationele doelstelling 8.4Verhogen van de mogelijkheden om thuis te blijven wonen door het aanbieden vanthuiszorgondersteunende diensten, al dan niet door samenwerking.Actie 8.4.1Het OCMW biedt verschillende thuiszorgondersteunende diensten aan.:- Warme maaltijd<strong>be</strong>deling: het OCMW voorziet zelf niet in een <strong>be</strong>deling vanwarme maaltijden aan huis, maar verwijst door naar traiteurdiensten uit<strong>Oudenaarde</strong> en omstreken. De haalbaarheid om warme maaltijden te <strong>be</strong>delendoor het OCMW wordt onderzocht. Deze dienstverlening kan wordengekoppeld aan het Dienstencentrum.- Sociaal Restaurant: het OCMW nam een principe<strong>be</strong>slissing tot investering inde realisatie van een <strong>sociaal</strong> restaurant (ingeplant in het Woon-, Leef- enZorgcentrum 'de Meerspoort').- Personenalarmsysteem: het OCMW <strong>be</strong>schikt over 25 personenalarmtoestellen.Het toestel wordt thuis aan het telefoontoestel verbonden en biedt degebruiker de mogelijkheid om vanuit zijn woning een noodoproep uit tezenden. Deze noodoproep komt terecht bij een hulpcentrale die telefonischcontact zoekt met een aantal mogelijke hulpverleners (familie, buren,huisarts).Het alarmtoestel is <strong>be</strong>stemd voor zelfstandig wonende ouderen, maar kan ookdienen voor bv. gehandicapten en chronische zieken als tijdelijk hulpmiddelgedurende een nazorgperiode ten gevolge van een geneeskundige<strong>be</strong>handeling.Er wordt een vergoeding gevraagd in verhouding met het inkomen.344


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorg- Dienstencheque-onderneming: deze dienstverlening van het OCMW richt zichtot alle inwoners van <strong>Oudenaarde</strong> die hulp wensen van huishoudelijke aard,nl. het wassen en strijken van huishoudlinnen en boodschappen doen.Iedereen die op deze dienst een <strong>be</strong>roep wenst te doen, schaft zichdienstencheques aan als <strong>be</strong>taalmiddel.Actie 8.4.2Het OCMW kan ook doorverwijzen naar andere organisaties:- Oppashulp: soms is het onverantwoord om ouderen of zieken alleen thuis telaten. In dergelijke situaties kan de oppashulp (vrijwilligers) een uitkomstbieden. Deze hulp <strong>be</strong>staat uit het bieden van gezelschap en toezicht bijafwezigheid van mantelzorg. De oppasser helpt onder meer bij het toedienenvan klaargezette medicatie en voedsel, zorgt voor hygiëne en orde in dekamer en houdt gezelschap. De oppashulp mag geen onderhoud van de woningdoen en ook geen verpleegkundige handelingen stellen. Oppashulp is nietaltijd voldoende gekend bij professionelen en hulpvragers, zo blijkt ook uithet Behoefteonderzoek van het OCMW. Het OCMW kan helpen bij de verdere<strong>be</strong>kendmaking van deze dienst en stelt hiervoor de OCMWeetjes ter<strong>be</strong>schikking.Operationele doelstelling 8.5Tijdelijke opvangmogelijkheden creëren, zelf of door samenwerking.Velen kiezen ervoor om de opname in een residentiële voorziening te vermijden ofminstens zo lang mogelijk uit te stellen. In het Behoefteonderzoek van 2003 werdde wens om een rusthuisopname zolang mogelijk uit te stellen eveneensgeformuleerd.Maar de mantelzorg, vrijwilligers en ambulante professionele thuiszorgdiensten zijnniet altijd in staat alle zorg 24 uur per dag en zeven dagen per week op te nemen.Tijdelijke opvangmogelijkheden kunnen een antwoord bieden, zoals centra voorkortverblijf, dagverzorgingscentra, nachtopvang, … .Actie 8.5.1Nachtopvang wordt in <strong>Oudenaarde</strong> en de regio niet voorzien. De residentiëlevoorzieningen vinden dat de wetgever achterwege blijft, omdat er geen financiëleondersteuning voorzien is. Er is wel nood aan nachtopvang, dit ter ondersteuningvan de mantelzorger. Momenteel is het zo dat, als de oudere of zieke de nachtniet kan overbruggen en dus ’s nachts hulp nodig heeft, een rusthuisopname zichopdringt.Actie 8.5.2Kortverblijf kan een goede ondersteuning bieden aan de mantelzorgers. Toch is ermomenteel geen kortverblijf in <strong>Oudenaarde</strong>. Daarom worden aanvragersdoorverwezen naar centra voor kortverblijf in de regio. Het OCMW wou drieeenheden kortverblijf aanvragen, maar deze zijn momenteel niet meer<strong>be</strong>schikbaar. Mocht het aantal eenheden uitbreiden (ingevolge de demografischeontwikkeling), dan kan het OCMW alsnog een erkenning aanvragen. Het OCMWvoorziet ruimtelijk de mogelijkheid om 3 kamers voor kortverblijf in te richten.345


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgVoorlopig worden aanvragers doorverwezen naar centra voor kortverblijf in deregio. Er zijn 6 <strong>be</strong>dden kortverblijf gepland in het Woon- en Zorgcentrum ‘H.Hart’.Actie 8.5.3Crisisopvang: voor crisisopvang is momenteel het ziekenhuis vaak de enigeoplossing en ook de goede, hoewel een ziekenhuisopname geen oplossing is oplangere termijn (bijv. na een brand of mishandeling). Er is dus een alternatiefnodig. Ook voor ‘sociale opnames in ziekenhuizen’ moet er een oplossing komen.Dit zijn opnames van <strong>be</strong>ide partners in het ziekenhuis omdat de ene, als de anderewordt opgenomen, niet alleen thuis kan blijven. Voor ziekenhuizen is dit eenzware financiële kost. Zij heb<strong>be</strong>n geen alternatief voor een opname, omdat zijniet terecht kunnen in de rusthuizen. Er zal regionaal <strong>be</strong>keken worden of de<strong>be</strong>zettingsgraad kan worden doorgegeven aan elkaar en aan het ziekenhuis.Blijkbaar staan soms rusthuis<strong>be</strong>dden vrij in de regio. Het maken van een centralewachtlijst lijkt geen goede oplossing omdat het de keuzevrijheid van kandidaat<strong>be</strong>woners<strong>be</strong>perkt. Het vrij houden van 1 rusthuis- of kortverblijf<strong>be</strong>d is financieelniet haalbaar. De overheid zal hier over de brug moeten komen, om totoplossingen te komen. Het Woon- en Zorgcentrum ’H.Hart‘ wil de haalbaarheidvan crisis<strong>be</strong>dden <strong>be</strong>kijken, maar neemt hierin (nog) geen engagement. Vanuit deseniorenraad wordt een ‘brainstormvergadering’ georganiseerd met allerusthuizen uit de regio omtrent <strong>be</strong>zetting en wachtlijst.Actie 8.5.4Dagopvang: er is geen dagverzorgingscentrum voorzien in <strong>Oudenaarde</strong>.Het OCMW wou 5 eenheden dagverzorging aanvragen, maar om een vergunning teontvangen moeten minimaal 7 eenheden worden opgenomen en momenteel zijn ermaar 5 <strong>be</strong>schikbaar. Mocht het aantal eenheden uitbreiden (ingevolge dedemografische ontwikkeling), dan kan het OCMW alsnog deze plaatsen aanvragen.Voorlopig moeten aanvragers worden doorverwezen naar dagverzorgingscentra inde regio. Er zijn 10 plaatsen gepland in het Woon- en Zorgcentrum ‘H.Hart’. Dehaalbaarheid van de organisatie van vervoer naar het dagverzorgingscentrum metde Minder Mobielen Centrale van het OCMW wordt onderzocht.346


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgStrategische doelstelling 9Ouderen en mensen met een <strong>be</strong>perking helpen een aangepaste, veilige en<strong>be</strong>taalbare woongelegenheid te vinden om zo lang mogelijk in de eigen stad tekunnen blijven wonen.Operationele doelstelling 9.1De genomen <strong>be</strong>slissing om serviceflats te bouwen, uitvoeren.Actie 9.1.1Het OCMW <strong>be</strong>sliste om serviceflats te bouwen in Leupegem (lokatie: het vroegererusthuis). Het OCMW voorziet de bouw van 24 flats. De aanvang van de bouw isvoorzien in de nabije toekomst.Het OCMW onderzoekt de mogelijkheid om aangepaste woonvormen zoals<strong>be</strong>jaardenwoningen, aanleunwoningen, serviceflats en andere te bouwen inBevere, Eine en op het Meerspoortpark.Het OCMW wil in totaal een 40 à 50-tal aangepaste woonvormen realiseren.Het Woon- en Zorgcentrum ’H.Hart‘ voorziet eind 2007 de opening van 19serviceflats en er zijn er nog 5 gepland.347


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgStrategische doelstelling 10Het aanbieden van kwalitatieve ouderenzorg in een zorgcentrum tegen eenverantwoorde kostprijs aan ouderen voor wie de thuiszorg onmogelijk is gewordenen zorgen voor een naadloze overgang naar een woon- en zorgcentrum.Operationele doelstelling 10.1Het OCMW wil kwalitatieve ouderenzorg aanbieden in het Woon-, Leef- enZorgcentrum 'de Meerspoort' tegen een verantwoorde kost en dit aan ouderenwaarvoor de thuiszorg onmogelijk is geworden.Actie 10.1.1Het OCMW kan tussenkomen in de verblijfs- en onderhoudskosten van <strong>be</strong>hoeftigeinwoners van <strong>Oudenaarde</strong>, die verblijven in het eigen Woon-, Leef- enZorgcentrum ’de Meerspoort‘ of in een ander rusthuis. Het rusthuis int alleinkomsten van de <strong>be</strong>jaarde en factureert het tekort aan het OCMW. De ouderekrijgt een maandelijks zakgeld. Deze tegemoetkoming in de verblijfs- enonderhoudskosten kan worden gerecupereerd via een wettelijke hypotheek op dewoning van de <strong>be</strong>jaarde of via de onderhoudsbijdrage van de kinderen.Het OCMW staat nog altijd achter het principe van onderhoudsplicht, maar wil deconcrete toepassing ervan herzien (onder meer de billijkheidsredenen).Actie 10.1.2Het OCMW zal zich in de toekomst meer en meer toespitsen op de ouderen meteen zware zorg<strong>be</strong>hoefte, zowel fysiek als psychisch.Actie 10.1.3Het Woon-, Leef- en Zorgcentrum 'de Meerspoort' zal via de kwaliteitswerkingblijvend waken over de dienstverlening die het WLZ biedt.Actie 10.1.4Het huidige aanbod van het WLZ wordt, waar nodig, aangepast volgens degeldende normen en wetgeving.Operationele doelstelling 10.2Het OCMW wil meehelpen om een naadloze overgang te realiseren naar het Woon-,Leef- en Zorgcentrum 'de Meerspoort' of een ander thuisvervangend zorgsysteemzowel van thuis als vanuit ziekenhuis.Actie 10.2.1Het Woon-, Leef- en Zorgcentrum 'de Meerspoort' en het OCMW zullen bij deovergang van thuis of van het ziekenhuis naar het WLZ of een anderthuisvervangend zorgsysteem steeds toezien en actief helpen aan het realiserenvan een naadloze overgang.Actie 10.2.2Een personeelslid van het WLZ maakt deel uit van de werkgroep ‘Naadloze zorg’van het SITVA.348


Deel 9 – Ouderen-, thuis- en gezondheidszorgActie 10.2.3Een personeelslid en de directeur van het WLZ nemen deel aan debrainstormvergadering met alle rusthuizen uit de regio omtrent <strong>be</strong>zetting enwachtlijst, georganiseerd door de seniorenraad. De seniorenraad wil een centralewachtlijst realiseren in de regio. Het maken van een centrale wachtlijst lijkt hetOCMW geen goede oplossing omdat het de keuzevrijheid van kandidaat-<strong>be</strong>woners<strong>be</strong>perkt. Het samenstellen van zo’n wachtlijst lijkt het OCMW ook weinig haalbaarin de realiteit. Het OCMW is wel voorstander van een open communicatie tussende rusthuizen omtrent openstaande <strong>be</strong>dden.349


Deel 10 – Opvolging en evaluatie van het Lokaal Sociaal BeleidsplanDeel 10 - Opvolging en evaluatie van het LokaalSociaal BeleidsplanHet Lokaal Sociaal Beleidsplan geldt na goedkeuring voor een periode van 6 jaar(<strong>2008</strong> – 2013).Na 3 jaar wordt een tussentijdse evaluatie gemaakt waarbij het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>eventueel kan worden bijgestuurd.De tussentijdse evaluatie ge<strong>be</strong>urt aan de hand van de socialeconjunctuurbarometer.De opmaak van het Lokaal Sociaal Beleidsplan vormde in de praktijk een bijzondere<strong>be</strong>lasting voor het personeel van de sociale diensten van stad en OCMW en dit hadzijn invloed op de dagelijkse werking van de diensten. We <strong>be</strong>treuren het dat deoverheid geen middelen heeft voorzien om deze bijkomende opdracht teondersteunen.Ten slotte willen wij erop wijzen dat dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> enkel kan worden uitgewerkten uitgevoerd indien er voldoende personeel en financiële middelen ter <strong>be</strong>schikkingworden gesteld van de sociale dienstverlening in de stad en het OCMW.350

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!