(Jaarboek Legermuseum 2000-2001) over Prins ... - Boekje Pienter

(Jaarboek Legermuseum 2000-2001) over Prins ... - Boekje Pienter (Jaarboek Legermuseum 2000-2001) over Prins ... - Boekje Pienter

boekje.pienter.nl
from boekje.pienter.nl More from this publisher
12.07.2015 Views

16. Vere, Commentaries, p. 156, 158.17. Volgens Duyck, Journaal, II, p. 678, verloor het leger van de aartshertog ongeveer 3000man, maar vermoedelijk hebben de feitelijke Spaanse verliezen dichter bij 4000 mangelegen. De Staatse troepen hadden ongeveer 1000 man aan gesneuvelden en circa 700zwaargewonden. Telt men de nederlaag bij Leffinghe in de vroege ochtend vóór de slagerbij, dan bedroegen de Staatse verliezen meer dan 2700 aan doden en gewonden.(Aantallen ontleend aan: Oman, Art of War, p. 508-509, en Cox, vanden Tocht, p.115,120-121,128-129)18. Ten Raa & De Bas, Staatsche leger, II, p. 108.19. Oman, Art of War, p. 580.20. Fruin, `Gedenkschrift Joris de Bye', p. 440. Met dank aan Dr P. Knevel voor dezebelangrijke verwijzing.21. De Moor, `Ervaring en experiment' (zie lit.opgave). Dat ik het met zijn belangrijksteconclusies niet eens kan zijn, doet hieraan niets af.

Dr. C.M. Schuiten (1933), oud-hoofd Sectie Militaire Geschiedenis (1974-2000) en ouddirecteurRijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (1990-1995), bestrijdt de wijdverbreide mening datMaurits een groot legerhervormer en vernieuwer van de krijgskunde was. Volgens hem wasMaurits een bekwaam en moedig bevelhebber die een goed gebruik wist te maken van de hem terbeschikking staande middelen en derhalve een trendvolger.Prins Maurits (1567-1625), legerhervormer envernieuwer van de krijgskunde, of trendvolger?Kees SchultenInleidingIn recente publicaties wordt de traditionele visie op Maurits nog steeds bevestigd. Maurits, aldusdie verbreide mening, zag zich voor de noodzaak gesteld het leger om te vormen tot eenstrijdmacht die zich kon meten met het sterke Spaanse leger. Door de invoering van de exercitieen een sterke discipline verhoogde hij de gevechtskracht.De verkleining van de gevechtseenheden - aldus die opvattingen - en de dagelijkse training,stelden hem in staat zijn troepen op beweeglijke wijze het gevecht te laten voeren en zijn troepensalvovuur te laten afgeven. Daarbij liet hij zich inspireren door het krijgswezen van Grieken enRomeinen in de Oudheid. Deze hervormingen en vernieuwingen legden de grondslag voor zijnmilitaire successen.Archer Jones, auteur van het handboek The art of War in the Western World (London, 1987)schreef zonder aarzeling: Maurice's ïnfantry regularly paid and serving year after year, had aproficiency discipline, cokesion, and maneuverability unknown in the West since Roman omes.(p. 222). Ondanks deze ogenschijnlijk onverwoestbare beeldvorming worden tegenwoordig doorsommige historici vraagtekens geplaatst. Uitermate kritisch is David Eltis die in zijn boek TheMilitary Revolution in Sixteenth-Century Europe (London 1995, p. 26) schrijft: He (i.e. Maurits)was not a revolutianary innovator, but a gifted tinkerer. Geen groot vernieuwer, maar eenbegaafd knutselaar!Al met al is er voldoende aanleiding om na te gaan of het aloude beeld van Maurits alslegerhervormer nog wel is te handhaven.De krijgskunst in de zestiende eeuwVanaf het midden van de zestiende eeuw voltrok zich in West-Europa een grondige vernieuwingvan de krijgskunde. Bij de infanterie nam het regiment, te vergelijken met de Spaanse tercio, alstactische eenheid een plaats in die het lang zou behouden, Een regiment telde tien of meercompagnieën waarvan de sterkte in het midden van de eeuw vijfhonderd man bedroeg. Op hetslagveld stonden zij in grote massieve formaties opgesteld. De compagniesstaf bestond uit een

16. Vere, Commentaries, p. 156, 158.17. Volgens Duyck, Journaal, II, p. 678, verloor het leger van de aartshertog ongeveer 3000man, maar vermoedelijk hebben de feitelijke Spaanse verliezen dichter bij 4000 mangelegen. De Staatse troepen hadden ongeveer 1000 man aan gesneuvelden en circa 700zwaargewonden. Telt men de nederlaag bij Leffinghe in de vroege ochtend vóór de slagerbij, dan bedroegen de Staatse verliezen meer dan 2700 aan doden en gewonden.(Aantallen ontleend aan: Oman, Art of War, p. 508-509, en Cox, vanden Tocht, p.115,120-121,128-129)18. Ten Raa & De Bas, Staatsche leger, II, p. 108.19. Oman, Art of War, p. 580.20. Fruin, `Gedenkschrift Joris de Bye', p. 440. Met dank aan Dr P. Knevel voor dezebelangrijke verwijzing.21. De Moor, `Ervaring en experiment' (zie lit.opgave). Dat ik het met zijn belangrijksteconclusies niet eens kan zijn, doet hieraan niets af.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!