12.07.2015 Views

Maatschappelijke Vraagstukken, Doelgroepen en ... - Prins Alexander

Maatschappelijke Vraagstukken, Doelgroepen en ... - Prins Alexander

Maatschappelijke Vraagstukken, Doelgroepen en ... - Prins Alexander

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1<strong>Maatschappelijke</strong> <strong>Vraagstukk<strong>en</strong></strong>,<strong>Doelgroep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>Maatschappelijke</strong> Effect<strong>en</strong>Beeldverslag van de netwerk- <strong>en</strong> discussiebije<strong>en</strong>komst die in het kader vande visievorming op Zorg, Welzijn <strong>en</strong> Won<strong>en</strong> in de deelgeme<strong>en</strong>te <strong>Prins</strong> <strong>Alexander</strong>op 20 maart 2013 in het deelgeme<strong>en</strong>tehuis heeft plaatsgevond<strong>en</strong>


1. Op<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> InleidingDe heer R<strong>en</strong>é Hoff (voorzitter Discussiegroep Zorg, Welzijn <strong>en</strong>Won<strong>en</strong>) heet al de aanwezig<strong>en</strong> nam<strong>en</strong>s de deelraad van de deel -geme<strong>en</strong>te <strong>Prins</strong> <strong>Alexander</strong> van harte welkom. De netwerk- <strong>en</strong>discussiebije<strong>en</strong>komst van deze avond staat in het tek<strong>en</strong> van deontwikkeling van de deelgeme<strong>en</strong>telijke visie op Zorg, Welzijn <strong>en</strong>Won<strong>en</strong>.2De aanleiding tot de visieDe w<strong>en</strong>s van de deelgeme<strong>en</strong>te om sam<strong>en</strong> met de woon-, zorg- <strong>en</strong>welzijnspartners in de deelgeme<strong>en</strong>te te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> gedeeldevisie op Zorg, Welzijn <strong>en</strong> Won<strong>en</strong>, hangt voor e<strong>en</strong> belangrijk deelsam<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de landelijke ontwikkeling<strong>en</strong>. In dit verbandmoet met name gedacht word<strong>en</strong> aan de op hand<strong>en</strong> zijnde invoeringvan de participatiewet <strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de ontwikkeling<strong>en</strong> die ophet gebied van de Wmo <strong>en</strong> de AWBZ, <strong>en</strong> de jeugdzorg plaatsvind<strong>en</strong>.Zoals m<strong>en</strong> weet is de dec<strong>en</strong>tralisatie van tak<strong>en</strong> naar degeme<strong>en</strong>telijke overhed<strong>en</strong> het belangrijkste k<strong>en</strong>merk van dezelandelijke ontwikkeling<strong>en</strong>. Of de deelgeme<strong>en</strong>te nu wil of niet, zijzal moet<strong>en</strong> inspel<strong>en</strong> op de verschill<strong>en</strong>de ontwikkeling<strong>en</strong>; zij zal zichsam<strong>en</strong> met de betrokk<strong>en</strong> partners moet<strong>en</strong> gaan voorbereid<strong>en</strong> ophet haar in de nabije toekomst toebedeelde nieuwe tak<strong>en</strong>pakket.Het is ge<strong>en</strong> geheim dat de verschill<strong>en</strong>de landelijke ontwikkeling<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke bezuiniging. Ook daarom w<strong>en</strong>stde deelgeme<strong>en</strong>te sam<strong>en</strong> met de woon-, zorg- <strong>en</strong> welzijnspartnersin de deelgeme<strong>en</strong>te te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> gedeelde visie. Want alle<strong>en</strong>met elkaar is het mogelijk om, ondanks de bezuiniging<strong>en</strong>, kwalitatiefgoed werk te blijv<strong>en</strong> lever<strong>en</strong>.Daarnaast is het ook tijd om de verschill<strong>en</strong>de werkgebied<strong>en</strong> ‘up todate’ te mak<strong>en</strong>. Dit is de derde <strong>en</strong> laatste red<strong>en</strong> waarom de deelgeme<strong>en</strong>tesam<strong>en</strong> met de betrokk<strong>en</strong> partners tot e<strong>en</strong> gedeelde visieop Zorg, Welzijn <strong>en</strong> Won<strong>en</strong> w<strong>en</strong>st te kom<strong>en</strong>.


3KadersEr is e<strong>en</strong> aantal kaders waarbinn<strong>en</strong> de visie tot stand gebracht moet word<strong>en</strong>.Het eerste kader van de visie wordt gevormd door e<strong>en</strong> uitspraak van de deel -raad van de deelgeme<strong>en</strong>te <strong>Prins</strong> <strong>Alexander</strong>. Begin 2012 heeft de deelraad k<strong>en</strong>baargemaakt dat zij de stedelijke uitgangspunt<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van deverschill<strong>en</strong>de dec<strong>en</strong>tralisaties op het gebied van de Wwnv, de Wmo <strong>en</strong> deAwbz, <strong>en</strong> de jeugdzorg kan onderschrijv<strong>en</strong>. De deelraad heeft hierbijaangegev<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> aantal zak<strong>en</strong> in haar og<strong>en</strong> in het bijzonder van belang is<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge veel aandacht moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Deze zak<strong>en</strong> zijn: a) stimuleerde zelfredzaamheid van bewoners; b) geef burgerkracht e<strong>en</strong> zetje; c) investeerin vrijwilligers; d) red<strong>en</strong>eer vanuit het perspectief van de bewoners; e) zorgvoor verbinding<strong>en</strong> met partners op het gebied van zorg, welzijn <strong>en</strong> won<strong>en</strong>;f) richt je op concrete zak<strong>en</strong>; g) houd oog voor de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het vrijwilligers -werk; <strong>en</strong> h) onderk<strong>en</strong> tijdig de noodzaak van de inzet van professionals.Het tweede kader waarbinn<strong>en</strong> de visie tot stand gebracht moet word<strong>en</strong>,wordt gevormd door de drie vrag<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de netwerk- <strong>en</strong> discussie -bije<strong>en</strong>komst op 19 september 2012 zijn geformuleerd. Deze drie vrag<strong>en</strong> zijn:Wat will<strong>en</strong> we met elkaar bereik<strong>en</strong>? Hoe will<strong>en</strong> we dat bereik<strong>en</strong>? En hoevull<strong>en</strong> we de gebiedsgerichte inkoop concreet in?Het derde kader dat gedur<strong>en</strong>de het visievormingstraject van toepassing isverklaard op de visie op Zorg, Welzijn <strong>en</strong> Won<strong>en</strong>, ligt heel nadrukkelijk in hetverl<strong>en</strong>gde van het eerste kader. In het derde kader wordt namelijk heelexpliciet aangegev<strong>en</strong> dat het buit<strong>en</strong>gewoon belangrijk is om met elkaar goed<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong> op te bouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed met elkaar sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. Daarbij isgesteld dat het ess<strong>en</strong>tieel is dat steeds weer wordt gered<strong>en</strong>eerd vanuit deklant.Iedere<strong>en</strong> weet dat het deelgeme<strong>en</strong>telijk bestel in maart 2014 e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijkegedaanteverandering zal ondergaan. Het is daarom van belang dat de nu teontwikkel<strong>en</strong> visie nauw aansluit bij de stedelijke ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> devisievorming die op stedelijk niveau plaatsvindt. Het aansluit<strong>en</strong> bij destedelijke ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de visievorming op stadsniveau vormt het vierdekader waarbinn<strong>en</strong> de deelgeme<strong>en</strong>telijke visie moet word<strong>en</strong> vorm gegev<strong>en</strong>.Het vijfde <strong>en</strong> laatste kader wordt gevormd door de drie verschill<strong>en</strong>deag<strong>en</strong>da’s die in het transitieproces kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Dezeag<strong>en</strong>da’s zijn: a) de maatschappelijke ag<strong>en</strong>da; b) de veranderag<strong>en</strong>da; <strong>en</strong> c) deuitvoeringsag<strong>en</strong>da.


Discussiegroep Zorg, Welzijn <strong>en</strong> Werk<strong>en</strong>Om de visievorming te lat<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> succes te mak<strong>en</strong> heeft dedeelraad van de deelgeme<strong>en</strong>te <strong>Prins</strong> <strong>Alexander</strong> beslot<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamdeDiscussiegroep Zorg, Welzijn <strong>en</strong> Werk<strong>en</strong> op te richt<strong>en</strong>. Dezediscussiegroep functioneert onder toezicht van e<strong>en</strong> stuurgroep, waarin al defracties die in de deelraad actief zijn, zijn verteg<strong>en</strong>woordigd.De discussiegroep, die de voortrekkersrol in het visievormingsproces vervult,bestaat uit de heer R<strong>en</strong>é Hoff (deelraadslid), de heer Lars Sör<strong>en</strong>s<strong>en</strong> (deel -raadslid), de heer Rob Weststrate (griffier), mevrouw Jacomine van der Kooij(medewerker deelgeme<strong>en</strong>te <strong>Prins</strong> <strong>Alexander</strong>), de heer Bern Motta (mede -werker deelgeme<strong>en</strong>te <strong>Prins</strong> <strong>Alexander</strong>) <strong>en</strong> de heer Anton van d<strong>en</strong> Beukel(Concilia), die e<strong>en</strong> proces ondersteun<strong>en</strong>de rol vervult.4Verzamel<strong>en</strong> van gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gedeeld draagvlakTot op hed<strong>en</strong> zijn tijd<strong>en</strong>s de tot nu toe georganiseerde netwerk- <strong>en</strong> discussie -bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> al diverse inhoudelijke onderwerp<strong>en</strong> aan de orde gesteld. In deog<strong>en</strong> van de discussiegroep drag<strong>en</strong> deze netwerk- <strong>en</strong> discussiebije<strong>en</strong> komst<strong>en</strong>niet alle<strong>en</strong> in inhoudelijke zin bij aan de visievorming, maar zorg<strong>en</strong> zij ookvoor het ontstaan van e<strong>en</strong> gedeeld draagvlak. Het is immers van wez<strong>en</strong>lijkbelang dat m<strong>en</strong> met elkaar uitvoering gaat gev<strong>en</strong> aan de diverse tak<strong>en</strong> die ophet gebied van Zorg, Welzijn <strong>en</strong> Won<strong>en</strong> vervuld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Naast de netwerk- <strong>en</strong> discussiebije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> die tot nu toe hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>is aan de verschill<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong> af <strong>en</strong> toe ook gevraagd om e<strong>en</strong>aantal gegev<strong>en</strong>s aan te lever<strong>en</strong>. Zo is aan al de instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisaties diein de deelgeme<strong>en</strong>te actief zijn onder meer gevraagd om gegev<strong>en</strong>s aan telever<strong>en</strong> voor het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde netwerkkaart. Het doel van dez<strong>en</strong>etwerkkaart is om e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> beeld te krijg<strong>en</strong> van wie wat <strong>en</strong> waar doetin de deelgeme<strong>en</strong>te <strong>Prins</strong> <strong>Alexander</strong>. E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d beoogd doel van dez<strong>en</strong>etwerkkaart is dat de verschill<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisaties elkaar into<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate <strong>en</strong> met steeds groter gemak zull<strong>en</strong> gaan wet<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong>.Het mer<strong>en</strong>deel van de gegev<strong>en</strong>s voor de netwerkkaart is nu aangeleverd <strong>en</strong>de verwachting is dat de netwerkkaart binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wek<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerdzal kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.


5Vervolg van het visietrajectDe discussiegroep is van m<strong>en</strong>ing dat aan de hand van al de tot nu toe verkreg<strong>en</strong>gegev<strong>en</strong>s, sam<strong>en</strong> met de informatie die nog tijd<strong>en</strong>s deze bije<strong>en</strong>komst zalword<strong>en</strong> vergaard, e<strong>en</strong> begin kan word<strong>en</strong> gemaakt met het formuler<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> eerste conceptvisie op Zorg, Welzijn <strong>en</strong> Won<strong>en</strong> in de deelgeme<strong>en</strong>te. Inde kom<strong>en</strong>de wek<strong>en</strong> zal de discussiegroep aan dit concept gaan werk<strong>en</strong>.De discussiegroep acht het raadzaam om de volg<strong>en</strong>de pl<strong>en</strong>aire bije<strong>en</strong>komstte organiser<strong>en</strong> als de conceptvisie af is. De discussiegroep zal in de tuss<strong>en</strong>tijdwel steeds contact blijv<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> met al de instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisaties die inde deelgeme<strong>en</strong>te actief zijn. Indi<strong>en</strong> nodig zull<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van de discussiegroepook opnieuw bezoek<strong>en</strong> gaan aflegg<strong>en</strong> aan de verschill<strong>en</strong>de organisaties<strong>en</strong> instelling<strong>en</strong>. De deelraad, <strong>en</strong> in het verl<strong>en</strong>gde van de deelraad dediscussiegroep, acht het namelijk van groot belang dat de deelgeme<strong>en</strong>telijkevisie e<strong>en</strong> visie wordt die door <strong>en</strong> met de woon-, zorg- <strong>en</strong> welzijnspartners inde deelgeme<strong>en</strong>te is geschrev<strong>en</strong>.De verwachting van de discussiegroep is dat het visievormingstraject zich totover de zomervakantie van 2013 zal uitstrekk<strong>en</strong>. De discussiegroep hoopt deconceptvisie echter nog voor de zomer van 2013 te kunn<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong>.De definitieve visie zal na e<strong>en</strong> uitgebreide consultatie van de woon-, zorg- <strong>en</strong>welzijnspartners vervolg<strong>en</strong>s in oktober 2013 kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd– zo is althans de verwachting. En de aldus voltooide <strong>en</strong> in gezam<strong>en</strong>lijkheidgeformuleerde visie zal dan eind november 2013 of begin december 2013 terbespreking <strong>en</strong> besluitvorming aan de deelraad kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorgelegd.Het is, zo is reeds opgemerkt, van belang dat de visie ook spoort met devisievorming zoals die op stedelijk niveau plaatsvindt. De kom<strong>en</strong>de wek<strong>en</strong>zull<strong>en</strong> mede daarom ook b<strong>en</strong>ut word<strong>en</strong> om op ambtelijk <strong>en</strong> stedelijk niveauover de te formuler<strong>en</strong> visie van gedacht<strong>en</strong> te wissel<strong>en</strong>. De verschill<strong>en</strong>deorganisaties <strong>en</strong> instelling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> van de ontwikkeling<strong>en</strong> die voor de visie -vorming ev<strong>en</strong>tueel van belang zijn als vanzelfsprek<strong>en</strong>d op de hoogte word<strong>en</strong>gehoud<strong>en</strong>.


6Sam<strong>en</strong> op weg naar e<strong>en</strong> adequaat antwoord op de ontwikkeling<strong>en</strong>Het moge duidelijk zijn dat e<strong>en</strong> belangrijk uitgangspunt van de visie is datde visie op interactieve wijze tot stand komt; dat de visie over e<strong>en</strong> grootdraagvlak beschikt; <strong>en</strong> dat zij e<strong>en</strong> adequaat antwoord biedt op de verschill<strong>en</strong>deontwikkeling<strong>en</strong> die nu gaande zijn. Mede daarom zal tijd<strong>en</strong>s d<strong>en</strong>etwerk- <strong>en</strong> discussiebije<strong>en</strong>komst van vanavond met elkaar word<strong>en</strong>gediscussieerd over de maatschappelijke vraagstukk<strong>en</strong> die spel<strong>en</strong> in dedeelgeme<strong>en</strong>te <strong>Prins</strong> <strong>Alexander</strong>. Daarbij zal vanavond ook de vraag word<strong>en</strong>gesteld welke doelgroep<strong>en</strong> bij welk vraagstuk hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat permaatschappelijk vraagstuk, realistisch gezi<strong>en</strong>, de te bereik<strong>en</strong> maatschappelijkeeffect<strong>en</strong> zijn..


Discussieronde 1: E<strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ing van demaatschappelijke vraagstukk<strong>en</strong>Tijd<strong>en</strong>s discussieronde 1 word<strong>en</strong> de aanwezig<strong>en</strong>– verdeeld over 8 groepjes – gevraagd om demaatschappelijke vraagstukk<strong>en</strong>, die op grond vande eerdere bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> consultaties van dewoon-, zorg-, <strong>en</strong> welzijnspartners zijn geïd<strong>en</strong>tificeerd,te ord<strong>en</strong><strong>en</strong> naar mate van belangrijkheid.De tot nu toe geïd<strong>en</strong>tificeerde vraagstukk<strong>en</strong> zijn:7- Het vraagstuk van de sociaal-economischeparticipatie.(Meedo<strong>en</strong> in arbeid <strong>en</strong> onderwijs.)- Het vraagstuk van de sociale participatie.(Meedo<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sociaal netwerk.)- Het vraagstuk van de maatschappelijkeparticipatie.(Actief burgerschap.)- Het vraagstuk van de sociaal-cultureleparticipatie.(Meedo<strong>en</strong> met sport- <strong>en</strong> culturele activiteit<strong>en</strong><strong>en</strong> uitgaan.)- Het vraagstuk van de overlast (in de op<strong>en</strong>bareruimte).(Gedrag dat overlast geeft.)- Het vraagstuk van de geweldspleging.(Met name huiselijk geweld <strong>en</strong> kinder -mishandeling.)Aan het einde van discussieronde 1 verzorgtelke groep e<strong>en</strong> korte pl<strong>en</strong>aire terugkoppelingvan de in de groep gevoerde discussie.


8Groep 1Groep 1 wijst erop dat het vraagstuk van de sociale participatie in haar og<strong>en</strong>het allerbelangrijkste vraagstuk is. De participatie in e<strong>en</strong> sociaal netwerkvormt immers de basis voor alles wat m<strong>en</strong> wil ondernem<strong>en</strong> in het lev<strong>en</strong>.Daarbij is het zo dat, als m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal zak<strong>en</strong> niet of niet meer kan ondernem<strong>en</strong>,het er vooral om gaat wie je vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> wie je familie is. Hetantwoord op de vraag wie je vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> wie je familie is, is bepal<strong>en</strong>dvoor het antwoord op de vraag hoe <strong>en</strong> met wie m<strong>en</strong> in kleine kring alsnogiets voor elkaar kan krijg<strong>en</strong>.Het vraagstuk van de sociale participatie raakt naar de m<strong>en</strong>ing van groep 1direct aan het vraagstuk van de maatschappelijke participatie. Actief burgerschap,bijvoorbeeld, kan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> belangrijk onderdeel van hetmeedo<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sociaal netwerk.Na de vraagstukk<strong>en</strong> van de sociale participatie <strong>en</strong> de maatschappelijke participatie– die moeilijk los van elkaar kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> – is het vraagstukvan de sociaal-economische participatie e<strong>en</strong> belangrijk vraagstuk. Het hebb<strong>en</strong>van werk zorgt namelijk voor inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zekere structuur in het lev<strong>en</strong>.Daarnaast doet m<strong>en</strong> via het werk ook gemakkelijk allerlei contact<strong>en</strong> op.Ditzelfde kan word<strong>en</strong> gezegd van het volg<strong>en</strong> van onderwijs.Onderwijs houdt iemand bij de tijd <strong>en</strong> zorgt ervoor dat m<strong>en</strong> mee kan blijv<strong>en</strong>do<strong>en</strong> in de maatschappij. Onderwijs biedt nieuwe kans<strong>en</strong> op nieuw<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> geeft iemand meer kans<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt. Meer kans<strong>en</strong>op de arbeidsmarkt vergroot de kans op e<strong>en</strong> beter inkom<strong>en</strong>. En e<strong>en</strong> beterinkom<strong>en</strong> biedt iemand weer de geleg<strong>en</strong>heid om aan meer ding<strong>en</strong> mee tedo<strong>en</strong>.


9Groep 2Groep 2 heeft met name gediscussieerd over hetbelang van meedo<strong>en</strong> in de maatschappij via hethebb<strong>en</strong> van betaald werk. De idee van meedo<strong>en</strong>via betaald werk lijkt meedo<strong>en</strong> door onbetaaldwerk uit te sluit<strong>en</strong>, daarom heeft groep 2 tochgekoz<strong>en</strong> voor het vraagstuk van de sociale participatieals het allerbelangrijkste maatschappelijkevraagstuk.Sociale participatie ziet groep 2 als het meedo<strong>en</strong>in e<strong>en</strong> sociaal netwerk. Het meedo<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>sociaal netwerk is in de og<strong>en</strong> van groep 2 ookbepal<strong>en</strong>d voor de wijze waarop in de deelgeme<strong>en</strong>teteg<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>leving wordt aangekek<strong>en</strong>.In het verl<strong>en</strong>gde van het vraagstuk van de socialeparticipatie ligt het vraagstuk van de sociaaleconomischeparticipatie. Meedo<strong>en</strong> op de terrein<strong>en</strong>van arbeid <strong>en</strong> onderwijs creëert namelijk allerleikans<strong>en</strong>. Arbeid <strong>en</strong> onderwijs zorg<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>voor e<strong>en</strong> zekere structuur in het lev<strong>en</strong>. Onderwijsis daarbij met name voor de jeugd belangrijk.Na deze vraagstukk<strong>en</strong> is komt het vraagstuk vande maatschappelijke participatie. Actief burgerschapis immers cruciaal als het gaat om zoiets alsprev<strong>en</strong>tie.Groep 2 is van m<strong>en</strong>ing dat e<strong>en</strong> adequaat antwoordop de vraagstukk<strong>en</strong> van de sociale participatie, desociaal-economische participatie <strong>en</strong> de maatschappelijkeparticipatie, kan functioner<strong>en</strong> als de sleuteltot e<strong>en</strong> actieve <strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong>de deel -geme<strong>en</strong>telijke geme<strong>en</strong>schap.


10Groep 3Groep 3 geeft aan dat zij van m<strong>en</strong>ing is dat het vraagstuk van de maatschappelijkeparticipatie het allerbelangrijkste maatschappelijke vraagstuk is. Via ditvraagstuk kunn<strong>en</strong> namelijk allerlei belangrijke onderwerp<strong>en</strong> aan de orde word<strong>en</strong>gesteld. In dit verband kan word<strong>en</strong> gedacht aan het voer<strong>en</strong> van de regie<strong>en</strong> het de ‘eig<strong>en</strong> sores aanpakk<strong>en</strong>’. Ook kan via dit vraagstuk de vraag word<strong>en</strong>gesteld hoe je ervoor kunt zorg<strong>en</strong> dat constructieve vorm<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heidword<strong>en</strong> ontwikkeld <strong>en</strong> er zoiets als e<strong>en</strong> zekere wederkerigheid ontstaat.Groep 4Groep 4 is van m<strong>en</strong>ing dat het vraagstuk van de maatschappelijke participatie<strong>en</strong> dan met name het aspect van het actief burgerschap, het allerbelangrijkstevraagstuk is. Pas als iedere<strong>en</strong> zijn of haar verantwoordelijkheid gaat nem<strong>en</strong>,kan er echt iets moois tot stand kom<strong>en</strong>. Het nem<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> verant -woordelijkheid zal ook leid<strong>en</strong> tot het meedo<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sociaal netwerk.Maar niet alle<strong>en</strong> het nem<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid, ook arbeid <strong>en</strong>onderwijs zull<strong>en</strong> er toe gaan leid<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> gaat participer<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sociaalnetwerk. Mede daarom is het van wez<strong>en</strong>lijk belang dat er sprake is van goedescholing <strong>en</strong> goede werkvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.Om e<strong>en</strong> sociaal netwerk te creër<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t het ook de aanbeveling dat m<strong>en</strong>gaat meedo<strong>en</strong> met sport- <strong>en</strong> culturele activiteit<strong>en</strong>.Door netwerk<strong>en</strong> met elkaar te vorm<strong>en</strong> zal m<strong>en</strong> beter in staat zijn om metelkaar geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong> te formuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>. Hierdoorwordt het uiteindelijk misschi<strong>en</strong> zelfs ook mogelijk om zak<strong>en</strong> als overlast <strong>en</strong>geweldsdelict<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> adequate <strong>en</strong> creatieve manier op te loss<strong>en</strong>.In het kort kan m<strong>en</strong> dus zegg<strong>en</strong> dat het vraagstuk van de maatschappelijkeparticipatie het allerbelangrijkste vraagstuk is <strong>en</strong> dat hierna de vraagstukk<strong>en</strong>van de sociale participatie, de sociaal-economische participatie <strong>en</strong> de sociaal-cultureleparticipatie kom<strong>en</strong>. Uiteindelijk, zo is althans de verwachting, zull<strong>en</strong> hierdoorook de vraagstukk<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de overlast <strong>en</strong> de geweldspleging,beantwoord kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.


11Groep 5Groep 5 geeft te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat arbeid <strong>en</strong> scholing erg belangrijk zijn. Arbeid <strong>en</strong>scholing vall<strong>en</strong> onder het vraagstuk van de sociaal-economische participatie.Naast arbeid <strong>en</strong> scholing is ook het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sociaal netwerk vancruciaal belang (dit is het vraagstuk van de sociale participatie). In dit verbandkan word<strong>en</strong> opgemerkt dat het naar de m<strong>en</strong>ing van groep 5 belangrijk is datmet name ouder<strong>en</strong> goed betrokk<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> bij de maatschappij <strong>en</strong> dat e<strong>en</strong>sociaal isolem<strong>en</strong>t van de zwakkere medeburgers waar mogelijk wordtvoorkom<strong>en</strong>.Groep 5 is verder van m<strong>en</strong>ing dat actief burgerschap (het vraagstuk van demaatschappelijke participatie) ook belangrijk is. Het is, als het hierom gaat,van belang dat m<strong>en</strong> vooral de vraag stelt naar wat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wél kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong>niet alle<strong>en</strong> naar wat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet (meer) kunn<strong>en</strong>. Het gaat erom dat de eig<strong>en</strong>kracht van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wordt aangesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt b<strong>en</strong>ut. Het is hierbij zaakdat ook vooral wordt doorgevraagd naar de vraag die (wellicht) achter e<strong>en</strong>probleem schuil gaat.Als het gaat om zak<strong>en</strong> als actief burgerschap <strong>en</strong> het aansprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>van de eig<strong>en</strong> kracht van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, is het wel belangrijk dat m<strong>en</strong> goed de tijdneemt – het liefst e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> – om met elkaar iets goeds op te bouw<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> cultuuromslag, want daar gaat het hier uiteindelijk om, is immers nietbinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal wek<strong>en</strong> of maand<strong>en</strong> gerealiseerd.Groep 6Groep 6 is de m<strong>en</strong>ing toegedaan dat het hebb<strong>en</strong> van werk <strong>en</strong> het volg<strong>en</strong> vangoed onderwijs van cruciaal belang zijn. Het hebb<strong>en</strong> van werk heeft invloedop de eig<strong>en</strong>waarde, de gezondheid <strong>en</strong> de gezondheidsbeleving van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.Hoe groter de eig<strong>en</strong>waarde, hoe beter de gezondheid <strong>en</strong> hoe groter degezondheidsbeleving van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> is, hoe beter m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de maatschappijkunn<strong>en</strong> meekom<strong>en</strong>. Arbeid <strong>en</strong> onderwijs vorm<strong>en</strong> zodo<strong>en</strong>de de voorwaardevoor e<strong>en</strong> goede participatie in de maatschappij. Oftewel, het antwoord op hetvraagstuk van de sociaal-economische participatie is e<strong>en</strong> sleutel tot e<strong>en</strong> antwoordop de vraagstukk<strong>en</strong> van de maatschappelijke participatie (i.e., actief burgerschap)<strong>en</strong> de sociale participatie (i.e., het meedo<strong>en</strong> in sociale netwerk<strong>en</strong>).Groep 6 is verder van m<strong>en</strong>ing dat de kom<strong>en</strong>de tijd e<strong>en</strong> goed antwoord moetword<strong>en</strong> geformuleerd op de gevolg<strong>en</strong> van de op hand<strong>en</strong> zijnde vergaandeextramuralisering. Groep 6 neigt er in dit verband toe om te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat dekom<strong>en</strong>de tijd vooral de verantwoordelijkheidsvraag zal gaan spel<strong>en</strong>. Daarnaastis het de kom<strong>en</strong>de tijd hoogstwaarschijnlijk van groot belang datm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aansluiting gaan vind<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> sociaal netwerk, waardoor zak<strong>en</strong> zoalse<strong>en</strong> sociaal isolem<strong>en</strong>t waar mogelijk kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Tot slot ishet, als het gaat om de extramuralisering, van groot belang dat de woning -voorraad in de deelgeme<strong>en</strong>te <strong>Prins</strong> <strong>Alexander</strong> aansluit bij de op hand<strong>en</strong>zijnde verandering<strong>en</strong>.


12Groep 7Groep 7 geeft te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat het meedo<strong>en</strong> insociale netwerk<strong>en</strong> (i.e., het vraagstuk van desociale participatie) in combinatie met hetvraagstuk van de maatschappelijke participatie,de allerbelangrijkste vraagstukk<strong>en</strong> zijn. Het isniet nodig om in dit verband in allerlei ingewikkeldeoplossing<strong>en</strong> <strong>en</strong> oplossingsstructur<strong>en</strong>te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Het is gewoonweg zaak datvoor de kwetsbare burger hulp altijd nabij is.Ondanks dat niet in ingewikkelde oplossing<strong>en</strong><strong>en</strong> oplossingsstructur<strong>en</strong> gedacht moet word<strong>en</strong>is het wel e<strong>en</strong> uitdaging om met elkaargoede oplossing<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong>. In de og<strong>en</strong> vangroep 7 is het van belang dat de professio -nals altijd ‘stand by’ moet<strong>en</strong> staan om de verschill<strong>en</strong>d<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> <strong>en</strong>bloei<strong>en</strong>. De professional moet er hierbij welvoor wak<strong>en</strong> niet het werk van de familie <strong>en</strong>de vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> over te nem<strong>en</strong>. De professionalmoet zich dus vooral gaan inspann<strong>en</strong> ome<strong>en</strong> manier te vind<strong>en</strong> waarop de bur<strong>en</strong> <strong>en</strong>de familie de hulp kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> diezij reeds bied<strong>en</strong>.Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>dSam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d kan word<strong>en</strong> gesteld dat deaanwezig<strong>en</strong> de vraagstukk<strong>en</strong> van de sociaaleconomischeparticipatie, de sociale participatie<strong>en</strong> de maatschappelijke participatie,aanmerk<strong>en</strong> als de drie belangrijkstemaatschappelijke vraagstukk<strong>en</strong>.


4. Discussieronde 3: <strong>Maatschappelijke</strong> vraagstukk<strong>en</strong>, dedoelgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> de te bereik<strong>en</strong> maatschappelijke effect<strong>en</strong>.In discussieronde 3 bediscussiër<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de groepjes (6 intotaal) de maatschappelijke effect<strong>en</strong> die realistisch gezi<strong>en</strong> per doelgroep<strong>en</strong> per maatschappelijk vraagstuk, gerealiseerd kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong>. Elk groepje staat stil bij e<strong>en</strong> van de 6 geïd<strong>en</strong>tificeerdemaatschappelijke vraagstukk<strong>en</strong>.13Groep 1: Het maatschappelijk vraagstuk van de sociaaleconomischeparticipatie (meedo<strong>en</strong> in arbeid <strong>en</strong> onderwijs)Groep 1 wijst erop dat t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van dit vraagstuk het terugbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>van het voortijdig schoolverlat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk <strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>maatschappelijk effect is. Het is in dit verband van belang datvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> voor het zog<strong>en</strong>aamde tweede kansonderwijs. Ook is het in dit verband van belang dat er meer leerwerkplekk<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Verder is het van belang dat de doelgroep van deschoolverlaters goed <strong>en</strong> snel in beeld wordt gebracht.Groep 1 wil verder dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking weer mee gaando<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt. Het zou natuurlijk mooi zijn als de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> beperking weer e<strong>en</strong> plek krijg<strong>en</strong> op de reguliere arbeidsmarkt.Maar ook (reeds ontplooide) initiatiev<strong>en</strong> die betrekking hebb<strong>en</strong> opbijvoorbeeld de was- <strong>en</strong> strijkservices, de gro<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> defiets<strong>en</strong>handel, kunn<strong>en</strong> in dit verband g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> derde doelgroep die in relatie tot het maatschappelijk vraagstukvan de sociaal-economische participatie g<strong>en</strong>oemd kan word<strong>en</strong>, is degroep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> uitkering <strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in de loop der tijd ope<strong>en</strong> zekere afstand tot de arbeidsmarkt zijn geraakt. Deze groep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>zal al dan niet met <strong>en</strong>ige dwang weer in de richting van de arbeidsmarktmoet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bewog<strong>en</strong>. Groep 1 acht het desondanks haalbaardat ook deze groep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> weer e<strong>en</strong> plek krijgt op dearbeidsmarkt.


14Groep 2: Het vraagstuk van de sociale participatie (meedo<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>sociaal netwerk)Groep 2 geeft te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat zij in relatie tot het vraagstuk van de socialeparticipatie e<strong>en</strong> aantal doelgroep<strong>en</strong> heeft geïd<strong>en</strong>tificeerd. Deze doelgroep<strong>en</strong>zijn: de mantelzorger; de zorgmijders; de groep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking;<strong>en</strong> de groep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in aanmerking komt voor de schuldhulpverl<strong>en</strong>ing.De mantelzorgers do<strong>en</strong> nu vrijwel alles. Het zou echter goed zijn als zij ookding<strong>en</strong> gaan durv<strong>en</strong> uitbested<strong>en</strong>. Zo wordt het netwerk van de mantelzorgersvergroot <strong>en</strong> wordt aan meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de mogelijkheid gebod<strong>en</strong> om te parti -ciper<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sociaal netwerk.De zorgmijders is e<strong>en</strong> lastige doelgroep. Het is niet duidelijk of iets met dezedoelgroep moet word<strong>en</strong> gedaan. Het is immers niet altijd duidelijk of dezem<strong>en</strong>s<strong>en</strong> al dan niet e<strong>en</strong> gevaar vorm<strong>en</strong> voor zichzelf <strong>en</strong> of voor hun omgeving.Punt is wel dat deze groep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich vaak onttrekt aan het sociale verkeer<strong>en</strong> hulpbehoev<strong>en</strong>d is.De groep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking is eig<strong>en</strong>lijk ge<strong>en</strong> homog<strong>en</strong>e groep. De <strong>en</strong>ebeperking is de andere niet <strong>en</strong> sommige beperking<strong>en</strong> zijn relatief makkelijkweg te nem<strong>en</strong>. Wel is het vaak zo dat e<strong>en</strong> beperking e<strong>en</strong> belemmering kanzijn om in e<strong>en</strong> sociaal netwerk te participer<strong>en</strong>. Per geval zal daarom moet<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> of de belemmering kan word<strong>en</strong> wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> of op e<strong>en</strong>dusdanige manier kan word<strong>en</strong> opgelost dat het (opnieuw) mogelijk wordt omin e<strong>en</strong> sociaal netwerk te participer<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> voor de hand ligg<strong>en</strong>de oplossing van de problem<strong>en</strong> van deze groep ligtvaak (letterlijk) dicht bij huis. Het zou goed zijn als m<strong>en</strong> in de buurt<strong>en</strong> beternaar elkaar begint om te kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> elkaar waar nodig gaat help<strong>en</strong>. Dan valt erveel voor deze groep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>. Daarnaast is het zo dat e<strong>en</strong> van devoornaamste beperking<strong>en</strong> voor de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking wordtgevormd door de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder beper king. De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder beperkinghebb<strong>en</strong> heel vaak ge<strong>en</strong> geduld met de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking. Hier moetverandering in kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> het moet in de og<strong>en</strong> van groep 2 haalbaar zijn omhieromtr<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> zeker bewustwordings proces op gang te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>; waardoordeze beperking (deels) kan word<strong>en</strong> wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.De vierde <strong>en</strong> laatste doelgroep is de groep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in aanmerking komtvoor schuldhulpverl<strong>en</strong>ing. Deze groep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zou beter in staat gesteldmoet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om (opnieuw) te gaan participer<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sociaalnetwerk. Dit zou moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> door bijvoorbeeld meer gebruik te mak<strong>en</strong>van zog<strong>en</strong>aamde schuldhulpmaatjes of door korte, praktische <strong>en</strong> op depersoon toegesned<strong>en</strong> hulpprogramma’s aan te bied<strong>en</strong>.


15Groep 3: Het vraagstuk van de maatschappelijkeparticipatie (actief burgerschap)Groep 3 geeft te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat zij, in relatie tot ditvraagstuk, de doelgroep van de ouder<strong>en</strong> met tijd alse<strong>en</strong> belangrijke doelgroep beschouwt. Veel van deouder<strong>en</strong> met tijd zoud<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> proactieve manier<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> geheel eig<strong>en</strong> wijze invulling kunn<strong>en</strong> gaangev<strong>en</strong> aan het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> actief burgerschap.De vraag die groep 3 zichzelf heeft gesteld is welwat nu precies moet word<strong>en</strong> verstaan onder actiefburgerschap. Iedere<strong>en</strong> is in principe burger, maarwanneer is iemand nu echt e<strong>en</strong> actieve burger?Groep 3 ziet, in antwoord op deze vraag, de burgerdie in zijn buurt betrokk<strong>en</strong> is bij de vraagstukk<strong>en</strong> diein zijn buurt spel<strong>en</strong>, als e<strong>en</strong> actieve burger. Het ishierbij goed dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vooral vanuit hun persoonlijkeinteresse betrokk<strong>en</strong> rak<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> vraagstuk datleeft in de buurt. In dit verband kan bijvoorbeeldgedacht word<strong>en</strong> aan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die van voetbal houd<strong>en</strong><strong>en</strong> op zaterdagocht<strong>en</strong>d daarom voetbaltraining<strong>en</strong>gev<strong>en</strong> aan de kinder<strong>en</strong> in de buurt.Groep 3 heeft als groep ook stilgestaan bij de roldie de professional heeft te spel<strong>en</strong> in de kwestie vanhet actieve burgerschap. Groep 3 is de m<strong>en</strong>ingtoegedaan dat de professional vooral e<strong>en</strong> faciliter<strong>en</strong>derol te spel<strong>en</strong> heeft. In dit verband moetvoornamelijk gedacht word<strong>en</strong> aan het help<strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong>van de netwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aanbor<strong>en</strong> <strong>en</strong>optuig<strong>en</strong> van nieuwe netwerk<strong>en</strong>. De kunst is hierbijwel om op e<strong>en</strong> dusdanige manier te operer<strong>en</strong> dathet netwerk niet afhankelijk wordt van de hetnetwerk faciliter<strong>en</strong>de professional.


16Groep 4: Het vraagstuk van de sociaal-culturele participatie (meedo<strong>en</strong>met sport- <strong>en</strong> culturele activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgaan)Groep 4 heeft in de bespreking van het vraagstuk van de sociaal-cultureleparticipatie geme<strong>en</strong>d vier doelgroep<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. Deze doelgroep<strong>en</strong>zijn: jonger<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kleine portemonnee, m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> beperking <strong>en</strong> ouder<strong>en</strong>.Het maatschappelijke effect dat in relatie tot de doelgroep jonger<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>bereikt is e<strong>en</strong> gezonde lev<strong>en</strong>sstijl <strong>en</strong> meer sociale ontmoeting<strong>en</strong>. Dit zoumoet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> door middel van meer beweg<strong>en</strong> op school <strong>en</strong> doorver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> meer de buurt<strong>en</strong> in te lat<strong>en</strong> gaan om daar sport- <strong>en</strong> cultureleactiviteit<strong>en</strong> aan te bied<strong>en</strong>.Met betrekking tot de doelgroep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kleine portemonnee kan minof meer hetzelfde word<strong>en</strong> gezegd als met betrekking tot de doelgroep jong -er<strong>en</strong>. Ook voor deze doelgroep geldt dat e<strong>en</strong> gezondere lev<strong>en</strong>sstijl <strong>en</strong> meersociale ontmoeting<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong> maatschappelijk effect zijn. Dit effectkan word<strong>en</strong> bereikt door sponsors <strong>en</strong> fonds<strong>en</strong> aan te schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan tebor<strong>en</strong> – <strong>en</strong> door in afnem<strong>en</strong>de mate gebruik te mak<strong>en</strong> van subsidies – voorhet aanbied<strong>en</strong> van sport <strong>en</strong> cultuur. Daarnaast zoud<strong>en</strong> ook m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>hobby of met k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> kunde op het terrein van sport <strong>en</strong> cultuur ingezetkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om deze doelgroep te bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>.In relatie tot de doelgroep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking <strong>en</strong> de doelgroep ouder<strong>en</strong>kan ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> opgemerkt dat het goed is te strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> gezondelev<strong>en</strong>sstijl <strong>en</strong> meer <strong>en</strong> betere sociale contact<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> gezondere lev<strong>en</strong>sstijl <strong>en</strong>goede sociale contact<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in beide doelgroep<strong>en</strong> – zo schat groep 4 in –leid<strong>en</strong> tot meer zelfvertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge mate van zelfredzaamheid.


17Groep 5: Het vraagstuk van de overlast (in deop<strong>en</strong>bare ruimte) (gedrag dat overlast geeft)Groep 5 merkt op dat er in de deelgeme<strong>en</strong>teeig<strong>en</strong>lijk weinig sprake is van overlast als gevolg vanoverlast gev<strong>en</strong>d gedrag. Als m<strong>en</strong> per se wil kan m<strong>en</strong>in relatie tot dit vraagstuk wel 3 in het oog spring<strong>en</strong>dedoelgroep<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Dit zijn de doelgroep<strong>en</strong>jeugd, s<strong>en</strong>ior<strong>en</strong> (hangouder<strong>en</strong>) <strong>en</strong> verslaafd<strong>en</strong>.Echter, als het gaat om overlast dan gaat het veelalom e<strong>en</strong> gevoel van onveiligheid <strong>en</strong> niet om daad -werkelijke vorm<strong>en</strong> van overlast.Naar de m<strong>en</strong>ing van groep 5 speelt het vraagstukvan de overlast ge<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>te rol in de deel -geme<strong>en</strong>te.Groep 6: Het vraagstuk van de geweldspleging(kindermishandeling <strong>en</strong> huiselijk geweld).Groep 6 geeft te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat als het gaat om hetvraagstuk van de geweldspleging er eig<strong>en</strong>lijk ge<strong>en</strong>andere doelgroep bestaat dan de 2 doelgroep<strong>en</strong>van slachtoffer <strong>en</strong> dader. Want het antwoord op devraag of het slachtoffer of de dader e<strong>en</strong> kind, e<strong>en</strong>vrouw of e<strong>en</strong> man op leeftijd is, di<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> verschilte mak<strong>en</strong>.In geval van geweldspleging is het in de og<strong>en</strong> vangroep 6 belangrijk dat wordt gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong>‘bottom up’ b<strong>en</strong>adering. Dit betek<strong>en</strong>t dat m<strong>en</strong>steeds weer moet beginn<strong>en</strong> bij het slachtoffer <strong>en</strong>al red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>d vanuit het slachtoffer moet prober<strong>en</strong>de problem<strong>en</strong> aan te pakk<strong>en</strong>. Op die manier is hetin bepaalde gevall<strong>en</strong> mogelijk om de geweldscycluste doorbrek<strong>en</strong>.


185. SluitingDe heer R<strong>en</strong>é Hoff (voorzitter Discussiegroep Zorg, Welzijn<strong>en</strong> Won<strong>en</strong>) wijst de aanwezig<strong>en</strong> erop dat in de kom<strong>en</strong>de dag<strong>en</strong> devanavond geleverde bijdrag<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geanalyseerd. Waarmogelijk zull<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de bijdrag<strong>en</strong> in de conceptvisie, die inde kom<strong>en</strong>de wek<strong>en</strong> zal word<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> verwerkt.De heer R<strong>en</strong>é Hoff deelt verder mee dat de aanwezig<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>afzi<strong>en</strong>bare tijd e<strong>en</strong> nieuw overzicht zull<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> van de belangrijkedata in het vervolg van het visietraject.De heer R<strong>en</strong>é Hoff (voorzitter Discussiegroep Zorg, Welzijn<strong>en</strong> Won<strong>en</strong>) dankt hierop al de aanwezig<strong>en</strong> voor hun bijdrage <strong>en</strong>nodigt h<strong>en</strong> uit om onder het g<strong>en</strong>ot van e<strong>en</strong> hapje <strong>en</strong> e<strong>en</strong> drankj<strong>en</strong>og ev<strong>en</strong> na te prat<strong>en</strong> over het onderwerp van deze avond.


19Aanwezig:Led<strong>en</strong> discussiegroep:Gespreksleider:Beeldverslag:Ingrid van d<strong>en</strong> Berg (Woonbron), H<strong>en</strong>k d<strong>en</strong> Boer (Aafje), Carlo Breikers(Buurtwerk), Daloesingh (Stichting Bewonersorganisatie <strong>Prins</strong><strong>en</strong>land), TanjaDemper (Stichting KSA), Edwin Dortland (Woonstad Rotterdam), Mariskavan der Geld (Pameijer), Anton van G<strong>en</strong>abeek (Sonor), Mieke van Gorcom(Laur<strong>en</strong>s), Eric Gronert (Bouman GGZ), Marti<strong>en</strong> Heeffer (Humanitas),Karin van der Heijd<strong>en</strong> (Middin), Hans Hegi (Middin), Fia van Hout<strong>en</strong>(Raadslid, Leefbaar Rotterdam), Ell<strong>en</strong> van der Jagt (Aafje), Aart Martin deJong (Sonor), Claudia Karels (ASVZ), Marion Kramer (MDA), Ell<strong>en</strong> Lam(Gemiva-SVG), Simone de Lange (Raadslid, VVD), Dirk-Jan van Lottum(Raadslid, CDA), Fred Lijflander (SBO), Bert Mos (Thuiszorg Rotterdam),Nel Nowee (ASVZ), Leona Ouwehand (Laur<strong>en</strong>s Nijeveld), Dick van Pelt(Stichting bewoners organisatie <strong>Prins</strong><strong>en</strong>land), Mirande van de Peppel(Buurtwerk), Sabrina Rahmawan (Middin), Jaap Rozema (SBO), Annie vanSant<strong>en</strong> (Platform Gehandicapt<strong>en</strong> PA), Tino Simons (ASVZ), Edwin Spee(Raadslid, D66), Karin van Wijk (Buurtwerk), Mia Wilsterman (Steun -fractielid, CU/SGP), Theo Zierikzee (Bouman GGZ)R<strong>en</strong>é Hoff (voorzitter), Lars Sör<strong>en</strong>s<strong>en</strong> (voorzitter), Jacomine van der Kooij(deelgeme<strong>en</strong>te <strong>Prins</strong> <strong>Alexander</strong>), Rob Weststrate (griffier)Anton van d<strong>en</strong> Beukel (Concilia)Concilia Communicatie <strong>en</strong> Verslaglegging

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!