Handleiding installatie, bediening en onderhoud

www.robwink.nl Leggen van slangen en bedrading.Een goede installatie van de watermaker betekent dat het gemakkelijk in hetgebruik en binnen handbereik is voor het uitvoeren van onderhoud enfilterverwisselingen. Alle watermakeronderdelen zijn hiervoor ontworpen. Maakeen schematische tekening van de elektrische en hydraulische verbindingenwanneer de installatie voltooid is en bewaar het bij deze handleiding als naslag.2.2 ComponentenplaatsingPompunitDe pompunit is niet zelfaanzuigend en dient dus onder de zeespiegel geplaatstte worden. De pompunit moet in een geventileerde ruimte geïnstalleerd wordenzodat de pomp voldoende gekoeld wordt en er geen condensatie op kan treden.Vermijd het plaatsen van de pompunit in de nabijheid van ontvlambarevloeistoffen omdat het pompoppervlak warm kan worden.Vermijd het plaatsen van de pompunit op plaatsen waar verlies van water depomp kan beschadigen (of andere apparatuur) of de veiligheid van uw schip ingevaar kan brengen.Zorg dat er genoeg ruimte is om bij de filterhouder te kunnen om het filterte vervangen.De pomp moet horizontaal op een geschikte ondergrond geplaatst worden, sterkgenoeg om het gewicht van de met water gevulde pomp te kunnen dragen.Het kan noodzakelijk zijn een houten of glasvezel bodem voor de pomp temaken, indien er nog geen aanwezig is. De pomp is voorzien vanschokdempende onderdelen, vermijd echter de plaatsing op een vibratiegevoeligebodem.De pomp kan enigszins lawaai maken tijdens het draaien. Enige mogelijkhedenvoor de plaatsing van de pomp zijn: gootsteenkastje, bergruimtes enkledingkasten. De pomp kan op een ondersteunende bodem vastgemaaktworden met de bijgeleverde schroeven of bouten met ringetjes en moeren.WatermakerunitDe watermakerunit kan op elke hoogte binnen het schip geplaatst worden. Deondergrond moet horizontaal zijn. Bouw de unit niet in op plaatsen waar eeneventuele waterlekkage schade aan uw schip of apparatuur kan toebrengen, ofde veiligheid van uw schip in gevaar kan brengen.De hydraulische aanvoer- en afvoeraansluitingen zijn op de standaardversie aande linkerzijde van de unit geplaatst. Het is belangrijk minimaal een ruimte van 20cm voor het aanleggen van de slangen te houden. De pomp moet ookhorizontaal op een geschikte ondergrond geplaatst worden die stevig genoeg isom het gewicht van het apparaat te dragen. Het apparaat is voorzien vanschokdempende onderdelen, vermijd echter de plaatsing op eenvibratiegevoelige bodem.Mogelijke plekken voor het inbouwen van de watermaker en/of de pompunit:motorruimte, onder slaapruimtes, bakskisten. Bouw de unit zo in dat u zichthoudt op de afsluiters en afleesinstrumenten. De watermakerunit kan op eeninfo@robwink.nl 24-6-2008 7