12.07.2015 Views

Handleiding - Saint-Roch

Handleiding - Saint-Roch

Handleiding - Saint-Roch

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Gamma ULTRAKoninkrijk BelgiëFOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu,Directoraat-generaal LeefmilieuVerklaring van overeenstemmingen overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 17 juli2009Fabrikant:Naam van de fabrikant <strong>Saint</strong> <strong>Roch</strong> CouvinAdres van de fabrikant Rue de la gare 365660 CouvinNaam van zijn mandataris in de BELGIUMEuropese Unie<strong>Saint</strong> <strong>Roch</strong> CouvinProduct(en):Emissieniveaus:Soort brandstofSoort productGasAardgas gestookte ketel uitgerust metatmosferische brander V =400 kWVermogen 19- 32 KWModel <strong>Saint</strong> <strong>Roch</strong>Type 046 1BQ0799EC-nummer Ultra GELNNOX 35 mg/KWh NBN EN 297CO 2 mg/KWh NBN EN 297Bijkomende gegevens:Naam van de erkende instantieCoördinaten van de persoon die ertoegemachtigd is om de verklaring teondertekenenPlaats en datum van de verklaringNB nr 0461 - TECHNIGAZ A.S.B.L.Didier Bomal05-12-2008 CouvinDidierBomalBdz. 3 / 23


1. Technische kenmerken en afmetingen1.1. Algemene kenmerkenDe Ultra GELN verwarmingsketels hebben volgende algemene kenmerken :Gamma ULTRA- voorzien om te werken met aardgastypes van de tweede familie of met vloeibaar gas - butaan of propaan -(kategorie I 2E+of I 3+in Belgïe, kategorie I 2Ein Luxemburg en kategorie II 2E+3+in Frankrijk)- de verbrandingsgassen worden uitgestoten via een buis met natuurlijke trek (typeB 11BS)- de maximum toegelaten hydraulische druk is 4 bar- de maximumketel-vertrektemperatuuris 95°C- de hydraulische aan- en terugvoeraansluitingen hebben een nominale diameter van (1")- de gas aanvoeraansluiting hebben een nominale diameter van 15mm (1/2")- de voedingsdruk aan de brander is 20 mbar voor G 20 gas (rijk aardgas)- de voedingsdruk aan de brander is 25 mbar voor G 25 gas (arm aardgas)- de voedingsdruk aan de brander is 28 mbar voor butaan- de voedingsdruk aan de brander is 37 mbar voor propaan- elektrische voeding : 230V ac / 50 Hz- automatische ontsteking en toezicht op vlam door ionisatie voeler- moeten volgens de norm van installatie NBN 51.003 geplaatst worden1.2. Technische kenmerken en afmetingenEØ D12A3CBZIJKANTVOORKANT ACHTERKANTHoogte van de asopde grond1 Vertrek verwarming Ø1" F 590 tot 6252 Gas Ø1/2" M 515 tot 5503 Verwarming terugvoer Ø1" F 115 tot 150Bdz. 4 / 23


Ultra GELN Nr 5 6Gamma ULTRANuttig vermogen kW 26,10 32,00Diepte zonder tekonderbreker (B) mm 600 738totaal (E) mm 815 953Regelbare hoogte (A) mm - - - - - - - - 865 tot 900 - - - -Breedte (C) mm 450 450Diameter binnenste buis aansluiting schouw (Ø D) mm 139 139Bruto verzendingsgewicht kg 134 159Aantal gietijzeren elementen 5 6Waterinhoud liter 10 12.1 p hydraulisch ketel aan T 20° mbar 6.7 10.5Klasse NOx 4 4Aardgas:Warmtedebiet(*) kW 28,84 35,39AutomatischontstekingsdispositiefDiametergasvoeding duim 1/2" 1/2"G20/G25:Diameter branderinspuiters mm 2,50 2,75Druk aan de inspuiters G20 mbar 14,4 15,2Druk aan de inspuiters G25 mbar 18,6 19,4G20 - 20 mbar :Volume-debiet m 3 /u 3,05 3,80Massa rookgassen debiet G20 g/s 25 29Rookgastemperatuur °C 108 126G25 - 25 mbar :Volume-debiet m 3 /u 3,50 4,40Optie vloeibaar gasIn onderstaande tabel vindt U de diameters van de injectoren. De te plaatsen ontspanner moet devoedingsgasdruk terug brengen tot 28 mbar voor butaangas en tot 37 mbar voor propaangas.Nr 5 6Warmtedebiet(*) kW 28,84 35,39Automatisch onstekingsdispositief (28/37 mbar)Diameter branderinspuiters mm 1,60 1,80Druk aan de inspuiters G30 (28mbar) mbar 26,5 26Druk aan de inspuiters G31 (37mbar) mbar 35,5 35Propaan-verbruik 37 mbar kg/h 2,21 2,79Butaan-verbruik 28 mbar kg/h 2,25 2,83Massadebiet van de rookgassen g/s 20 24(*) Nominale test voorwaarden (15°C - 1013 mbar)De brandstof propaan vereist een hogere gasdruk en een hogere vlamtemperatuur dan natuurlijk gas,daarom kunnen de pijpen van de brander sneller vernietigd worden. Deze moeten dus tijdens elkonderhoud gecontroleerd en vervangen worden bij het verschijnen van zelfs een gedeeltelijkevernietiging.Bdz. 5 / 23


1.3. Internebeschikkingvandeketel1.2.3.4.5.6.7.8.9.Dompelhuls 3/4"Verbindingsstuk gas DIN 15 mm (1/2’’)SightglassOntstekingsrelaisGasklep (achter de de ontstekingstransfo)Gas drukname 1/8"AftapkraanBrandercollectorWaakvlamskit + ontstekingselektrode +ionisatie124539687Gamma ULTRALow NOx gas brander1. Waakvlamskit + ontstekingselektrode + ionisatie voeler + relais aansluitingskabels2. Thermisch isolatie brander3. Aardgas of propaan injector4. Gas drukname 1/8"95. Gaspijp naar boven 1/2"6. HoneywellrelaisS4565BF1179B77. Gaskleppen groep VK 4100T 1018 68. Brander buis109. Bochtflens 1/2"1110. Rechte flens 1/2"1211. Brander steun412. Sightglass158322. VerpakkingVerpakking op houten palette in een stuk.Bdz. 6 / 23


3. Elektrische aansluitingenGamma ULTRA467 3 51 21. Regelthermostaat ketellaat toe de werking te regelen op temperatuur tussen 30° en 90°C.2.Thermometerdie de temperatuur van de verwarmingsketel weergeeft.3.Voedingsschakelaarmogeligheid tot volledig uitschakelen van de ketel (voor een intewentie op de ketel is nochtans noodzakelijk.de hoolfdschakelaar uit te schakelen)Het onder spanning zetten van deze schakelaar laat toe de ketel in werking te zetten.4.Veiligheidaquastaat(overhitting)manueleherbewapeningmeldt het veiligheid stellen van de brander.Voor het heropstarten, het dopje losvijzen en startknop herbewapenen.5.Afgesloten openingvoorzien voor het plaatsen van een schakelaar (2 standen), ingeval een SWW-module wordt gebruikt.6. Plaats voorzieningom regeling in te bouwen (geleverd in optie).7.KnopAls de thermische terugslagbeveiliging (TTB) de ketel uitschakelt, moet u deze knop indrukken om de ketelopnieuw kunnen laten starten (onder de schakelbord).De europese norm voorziet dat alle gastoestellen van dit type worden uitgerust met een TTB (ThermischeTerugslag Beveiliging). Deze TTB moet ten alle tijde functioneren en mag niet vervangen worden door eenander type.Alle niet vooraf toegestane interventies geven aanleiding tot het vernietigen van de garantie.Bij een defecte TTB, mag deze alleen vervangen worden door originele geleverde TTB door de fabrikant.Bij het geregeld uitvallen van de TTB, dient een erkent vakman de oorzaak op te sporen en de nodigemaatregelen te treffen.Na iedere interventie op de TTB, dient men de TTB op zijn werking te controleren.De elektrische aansluiting van het bedieningspaneel van de verwarmingsketel aan het 230 V-net wordt verzekerd doorzekeringen in de schakelkast die aan de buitenkant van de verwarmingsketel worden geplaatst. De elektrischeaansluitingen evenals de aarding moeten conform zijn aan het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties(laatste uitgave) waaraan de elektrische installaties op lage en middelbare spanning moeten voldoen.Bdz. 7 / 23


Brug weg te nemen indien U er eenkamerthermostaatopaansluit(*)Relais S4565 BF 1179 BKabelingsschema vandeketelen deSWW module12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1In geval van gebruik van een GTC0, E9.0300, E9.0631 regelaar, debrug van de kamerthermostaat verwijderen (*).Voor meer inlichtingen, gelieve aan de regelaar handleiding zich12-polige molexconnector230 V - 50 Hz L N C L N L N1 L N 23 4 56 ° 78 910 11 12verwijzen.Gamma ULTRADe4bruggenverwijderenomdeSWW-moduletekunnenaansluitenS.W.W. begrenzer thermostaat(In de fabriek afgesteld op 85°C).Deel uitmakend van de Ventec, devoeler wordt in de dompelhuls vande ketel geplaatst.LNLNThermischeterugslagbeveiliging TTBHoofdschakelaarHet is verboden deTTB te overbruggen21224 1521 2PVeiligsheid aq.SP-051 HEP12RegelaquastaatNT 174 HE/21 2 3 4 5 6 7 8 91 2 3 4 5 6 7 8 9Zomer / winterschakelaar«Ventec»Opletten dat de kapillairen van de ketel-SWW thermostaat niet in kontactkomen met de klemmen van deelektridche aansluitingen als U de voeler in de dompelhuls van de ketel plaatst.2P14 1314 13112912985854141PS.W.W.boilerthermostaat nietmeegeleverd met deVentec en te plaatsen inde boiler SWW - module12AANSLUITINGVANS.W.W.-MODULE"VENTEC"- De schroeven aan de achterkant van het deksel losmaken, deksel afnemen teneinde toegang te hebben tot de klemmenstrookvan het hierloven afgebeeld schakelbord.- De 4 overbruggingen op de 9-polige strook verwijderen en alle schroeven op de SWW-aansluitingstrook zo ver mogelijklosmaken.- De boilercirculatiepomp aan het schakelbord aansluiten en de boilerthermostaat aan de klemmenstrook van de SWWmoduleaansluiten.- De SWW module inpluggen en de vooraf genoemde schroeven terug vastzetten op de plugs.- Met de kruisvormige 8 X 3/8" schroeven, de module aan het bedieningspaneel vast maken.- Het aanwezige afdekplaatje op de voorzijde van het bedieningspaneel wegnemen en op deze plaats, de zomer/winter-schakelaaraanbrengen.- De schakelaar terug aan de twee draden van de module aansluiten.- In de dompelhuls van de ketel moeten de voelers van de twee ketelthermostaten (verwarmings- en boilercircuit), van deveiligheidsthermostaat en van de thermometer worden geplaatst.AansluitingvandeSWW-module"Ventec"Zomer/winterschakelaarAardingThermostaat ketel-SWW circuitBdz. 9 / 23


3.3. Werking van de startrelaisGamma ULTRADe gebruikte startrelais in het gamma Ultra GELN is van het volgende model :- S4565 BF 1179B voor de modellen GELN 5 - GELN 6ThermostaatPVPVOntstekingsvonkWaakvlam gasklepVlamcontroleMVMVHoofdgasklepTc+ Tw Tstab TFR Tc+ Tw TsControle lampje op relaisBij warmte vraag,sluit dethermostaat zich(regelingsaquastaat, veiligheidsheidaquastaat, kamerthermostaat,...). De relais start met een zelfcontrole Tc die +/- 2 sec. duurt waarna een wachttijd in werking treedt tussende 0 en 30 sec.Na de tijd Tc + Tw, de ontstekingstransfo, geïntegreerd in de relais, levert 12 kV aan de ontstekingselektrodeen de gasklep van de waakvlam is onder spanning gezet, levert zodoende gas aan de branderrepen. Hierbijwordt een mengsel van lucht en gas vrij om de waakvlam te ontsteken.Eén maal dat het gebeurd is, wordt deze gecontroleerd door de ionisatiesonde. Na de stabilisatietijd wordt dehoofgasklep onderdruk gezet, zodat de branderbuizen van gas voorzien worden.Bij het uitvallen van de vlam bij normale werking, zal de relais de opstart procedure herhalen.Bij het herhaaldelijk uitvallen, zal de ketel in veiligheid gaan.Startrelais in veiligheidWanneer de vlam niet stabiel is gedurende de tijd Ts, of wanneer de vlam uitvalt bij normale werking, zal derelais in veiligheid gaan en zal het controle lampje oplichten.Het heropstarten kan enkel gebeuren bij het indrukken van de rode knop op de startrelais.Bdz. 10 / 23


3.4. AANSLUITING VAN EEN KLIMAATREGELINGGamma ULTRAHet bedieningsbordvandeUltra GELN ketelis voorzienvan eenbekabelingoméén vandeweersafhankelijkeregelingen te besturen ( regeling in optie - zie blz. 7 punt 3 ). Deze regelingen zijn speciaal ontworpen om eenkring direct aan te sturen en tevens ook een mengkraan circuit en de productie van warmwater.ELEMENTEN VAN DE KLIMAATREGELINGWeersafhankelijkeregeling( optie )E9.0300 E9.0631 GTC0AfstandsbedieningFBR2( optie )Boiler sonde SPFS( geleverd bij regeling )Buitensonde AFS( geleverd bij regeling )Vertrek sonde VFAS( geleverd bij regeling )Ketelvoeler KFS( geleverd bij regeling )Vooraleer de regeling te installeren is het noodzakelijk omtussen het klemmenbord van de ketel en de regelingeen 9-polige connectie stekker te plaatsen. Deze is meegeleverd met de regelaar. De weersafhankelijkeregelingen E9.0300 en E9.0631 kunnen worden bestuurd door een afstandsbediening FBR 2 die wordtaangesloten met behulpvan 3 draden. Is ookbeschikbaar in optie, een kamertermperatuur optimiseur met zelfaanpassingvan de verhittingskromme model BM8 ( code 1-70-820-50220 ).In het geval vanvloerverwarming, moet er een servomotor SM 40 wordenaangesloten ( code 1-70-810-10040)met behulp van 4 draden.Alleelementenvanderegelingzijngemakkelijkbereikbaarenaansluitbaar.Zodoendewintdeinstallateur flinkwat tijd.Bdz. 11 / 23


3.4.1. VerbindingskitvoorGTC0regelingGamma ULTRA10 polige connector( zijde regelaar )GTC 0II1 2 3 4 5 6 7 8 9 10ST 2258136911124710L1N9 polige connector (A)( zijde ketel )AMP connector12 polige (B)- Het is niet meer nodig de volgende schakelaars nog te verbinden : zomer/winter – aquastaat SWW . De GTC0regelaar zal deze functies overnemen.- Het is aan te raden de ketel aquastaat op ongeveer 80° C te plaatsen.- Indien er geen productie van warmwater is voorzien, is het overbodig de sonde SPFS te verbinden met de regelaar.KamerthermostaatAANSLUITING VAN GTC0 REGELAAR MET KETELS ULTRA GELN1. Neem het afdekplaatje van het bedieningsbord weg en stop er de regelaar in.2. Neem de 9 polige connector (vrouwelijk) met de 4 bruggen weg op de achterkant van het bedieningsbord, ofneem de warmwater module weg.3. Sluit de 9 polige connector (A) ( ketel zijde ) aan op het klemmenbord van de ketel.Sluit de 12 polige connector (B) AMP geleverd met de regelaar in de AMP stekker 12 polige van de connector(A).4. Sluit de 10 polige witte connector aan op het klemmenbord II van de regelaar5. Verbind onmiddellijk de volgende sondes aan het klemmenbord I van de regelaar:- KFS : ketelvoeler- SPFS : warmwater sonde6. Sluit de circulator CV aan op de klemmen 8 en 9, sluit ook de circulator SWW aan op de klemmen 11 en 12 vanhet 12 polig klemmenbord van de ketel ( achterkant bedieningsbord)ALGEMENEOPMERKINGENBdz. 12 / 23


3.4..2. VerbindingskitvoorregelingE9.0300/E9.0631Gamma ULTRA10 polige connector( zijde regelaar )E9.0300 / E9.0631GTC 2 / GTC 3II1 2 3 4 5 6 7 8 9 10ST 2258136911124710N PE NL1 PE9 polige connector (A)( zijde ketel )AMP connector12 polige (B)Circuit 2 connectorafgesteld klepAANSLUITING VAN REGELAAR E9.0300 /E9.30631 MET KETELS ULTRA GELN1. Neem het afdekplaatje van het bedieningsbord weg en stop er de regelaar in.2. Neem de 9 polige connector (vrouwelijk) met de 4 bruggen weg op de achterkant van het bedieningsbord, of neem dewarmwatermodule weg.3. Sluit de 9 polige connector (A) ( ketel zijde ) aan op het klemmenbord van de ketel.Sluit de 12 polige connector (B) AMP geleverd met de regelaar in de AMP stekker 12 polige van de connector (A).4. Sluit de 10 polige witte connector aan op het klemmenbord II van de regelaar5. Verbind onmiddellijk de volgende sondes aan het klemmenbord I van de regelaar:- AFS : buitensonde- KFS : ketelvoeler- SPFS : warmwater sonde- VFAS : sonde vertrek temperatuur6. Sluit de circulator CV aan op de klemmen 8 en 9, indien nodig sluit ook de circulator SWW aan op de klemmen 11 en 12van het 12 polig klemmenbord van de ketel (achterkant bedieningsbord)ALGEMENEOPMERKINGEN- Het is niet meer nodig de volgende schakelaars nog te verbinden : zomer/winter – aquastaat SWW . De klimaat regelaarE9.0300/E9.0631zaldezefuncties overnemen.- Het is aan te raden de ketel aquastaat op ongeveer 80° C te plaatsen.- Indien er geen productie van warmwater is voorzien, is het overbodig de sonde SPFS te verbinden met de regelaar.Bdz. 13 / 23


4. De werking van de verwarmingsketel4.1. Beschrijving van de gaskleppen groepGasklep VK 4100 TBranderautomaat(ontstekingsrelais)Fiche voor aansluiting aan het bedieningspanneelGamma ULTRAControlelampje voor inveiligheidstelling van debranderManuele herbewapingsknopvoor het heropstarten na eenin veiligheidstelling van debranderKlem voorontstekingselektrodeKlem voor kabel ionisatieelektrode(vlamdetectie)4.2. Verandering van aardgas in propaanRegeling van de Softlite (snelheid opening)Verzegelde drukregelaar(instelling mag niet worden veranderd)Aanvoer druknippelSoftlite : instelschroef voor druk bij opstartenvan de ketel (op midden-positie ingesteld in defabriek).12 u.-+6 u.2 u.3 u.De zwarte dopafnemen om tekunnen regelenIn geval van ombouw van een ketel die oorspronkelijk op stadsgas werkt naar een alimentatie in vloeibaar gas (propaan [37 mbar]),onderstaande instructie volgen. De werken dienen uitgevoerd te worden door een bekwaam vakman:- Sluit het gas van de ketel af,- Het voorpaneel van de ketel afnemen.- Voorzichtig de kraan van de gastoevoer sluiten.- De ontstekingskabel, de ionisatiekabel en de aarding op de houder van de branderbuizen ontkoppelen.- De injectoren met behulp van een sleutel van 13 losvijzen (1) en vervangen door de geleverde propaan injectoren en hundichtingen.- De waakvlam injector met behulp van een sleutel van 13 losvijzen (2) en vervangen door de geleverde propaan injector Ø0,25 mm.- Een ontspanner plaatsen die de aanvoerdruk aan de brander terugbrengt naar 37 mbar voor propaan en naar 28 mbar voorbutaan.- De brander opnieuw monteren er goed op lettend dat de brander isolatie de luchtingang niet bedekt.- De opening snelheid op het starten op maximale positie 6 u. regelen. In geval van ontploffing deze waarde aanpassen.- Het herkenningsetiket "brander gewijzigd voor vloeibaar gas" op de brandercollector aanbrengen.- De gasvoeding heropenen en de waakvlam ontsteken.- De dichtheid van alle gedemonteerd delen controleren.12 u-3 u6 u+(2)(1)Samenstelling propaan kitBeschrijving 5 6Propaan kit 4-63-000-71905 4-63-000-71906Injectoren Ø (mm) 1,60 1,80Injectoren codes 1-10-290-62160 1-10-290-62180Aantal injectoren 3 3Pakkingen code voor injectoren 1-80-500-71010 1-80-500-71010Aantal pakkingen 3 3Waakvlam injector code 1-10-290-60025 1-10-290-60025Aantal waakvlam injector 1 1Waakvlam injector Ø (mm) 0,25 0,25Etiket "brander gewijzigd voor vloeibaar gas" 1 1Blaadje " Propaan kit Ultra GELN " 1 1Bdz. 14 / 23


4.3. IndienststellingGamma ULTRA- Controleer of de installatie met water gevuld is en ontlucht de circulatiepomp en de radiatoren.- Voedingskraan openen en gastoevoerbuizen ontluchten. Schroef daarom lichtjes de aanvoer druknippel los aan degasklep tot er geen lucht meer in de kanalisatie is. Schroef de testaansluiting terug dicht en let erop dat het geheelvolkomen luchtdicht is (met zeeps op).- Zet de elekrische voedingsschakelaar van de verwarmingsketel aan (in de buitenste schakelkast).- Zet de algemene schakelaar van het instrumentenbord van de verwarmingsketel aan.- Stel de besturingsapparaten van de verwarmingsketel (schakelaar, aquastaat van de verwarmingsketel,kamerthermostaat of voeler) in op “vraag naar warmte”.- Kijk na via het vlam-kijkglas of er een boog aanwezig is aan de ontstekingselektrode.- Indien de brander niet aanslaat binnen de 55 seconden en het lichtje van de in veiligheidsstelling brandt, na éénminuut de brander opnieuw aanzetten door op de knop van het ontstekingsmechanisme te duwen.- De regeling van het drukniveau bij het opstarten is voorgeregeld in de fabriek op positie 2 u. In geval van ontploffingdeze waarde aanpassen.- Doe beroep op een specialist wanneer de brander niet na enkele pogingen aanslaat.- Controleer de goede werking van de circulatie pomp(en).- Na een werkingsduur van 24 uur, de dichtheid van alle aansluitingen controleren. Indien nodig, de aansluitingenopnieuw aanspannen.Veiligheidsmechanisme- De ketels zijn voorzien van een automatisch veiligheidsaquastaat die de besturing stopzet van hetontstekingssysteem van de brander als de temperatuur van het water de limiet van 110°C overschrijdt.- Controleer na een uitdoving veroorzaakt door de veiligheidsaquastaat, de temperatuur van het water in deinstallatie, de doeltreffenheid van de automatische ontluchters de goede werking van de circulatie pompalvorens U de brander opnieuw.- Wanneer de temperatuur van de ketel onder 90°C gedaald is, de waakvlam terug ontsteken.- In geval de brander opnieuw uitgaat, raadpleeg dan uw installateur.4.4. Instelling van de ketelaquastaatBij een montage met kamerthermostaat moet de aquastaat van de verwarmingsketel beslist op +/- 80° C wordeningesteld.De regeling van de aquastaat van de verwarmingsketel op 80° C (regeling door de kamerthermostaat ) schaadt hetprincipevandeWERKINGOPGLIJDENDETEMPERATUURNIET.Het is inderdaad de kamerthermostaat die de brander en de circulatiepomp van de verwarming controleert en debegintemperatuur van de verwarmingsketel aanpast in functie van de werkelijke vraag van de installatie.Ingeval van radiatorthermostaten en de afwezigheid van een kamerthermostaat wordt de aquastaat van deverwarmingsketel in functie van de seizoenen ingesteld: - tussenseizoen : 60 ° C- winter: 70° tot 75° C-bij-10° :80° C4.5. Terugslag beveiliging voor rookgassenDe verwarmingsketels ULTRA GELN zijn allen uitgerust met een TTB. De TTB zorgt ervoor dat indien er rookgassenzouden terugkeren in het stooklokaal, de ketel automatisch wordt stopgezet.Alle verwarmingsketels van dit type moeten volgens de europese norm voorzien zijn van een TTB.DeTTBiseentemperatuursvoeler diede rookgastemperatuuropmeet.DeTTB wordtgeïnstalleerd inde rookgascollector.De TTB wordt geplaatst op een welbepaalde plaatst en mog onder geen enkel beding verplaatst worden. Ook hetuitschakelen van de TTB mag NIET, dit kan aanleiding geven tot CO vergiftiging.Bij werking van de TTB, zal deze onmiddelijk de gastoevoer afsluiten. Vooraleer opnieuwop te starten, gelieve enige tijdte wachten, zodoende dat de TTB kan afkoelen.Bij het heropstarten moet je de knop onder de afdekkap links onder het bedieningsbord herindrukken.Indien de TTB herhaaldelijk uitvalt, dient men een vakman te raadplegen om dit euvel op te lossen.Bij een defecte TTB mag deze uitsluitend worden vervangen door een TTB van hetzelfde type.!!!Het kanbij levering gebeuren dat de TTB werd uitgeschakeld. Gelieve bij opstart knopin tedrukken aub.Bdz. 15 / 23


5. InstallatievoorschriftenULTRAGELNmet staand boiler (BS)Gamma ULTRA1. Positie warm water as / met grond (mm) --> 800 tot 8352. Positie boiler vertrek as / met grond (mm) --> 596 tot 6303. Positie circulatie as / met grond (mm) --> 586 tot 6204. Positie terugvoer ketel as / met grond (mm)--> 236 tot 2705. Positie koud kwater as / met grond (mm) --> 133 tot 1686. Positie ketel vertrek as / met grond (mm) --> 590 tot 6257. Positie gas as / met grond (mm) --> 515 tot 5508. Positie terugvoer verwarming as / met grond (mm)--> 115 tot 150123456786. Hydraulische aansluitingenRaadplaagde, met de S.W.W. hydraulische kit geleverde, handleiding voor de hydraulische aansluiting.Ultra GELN 6 BS links kit : 1-60-390-62111Ultra GELN 6 BS rechts kit :1-60-390-62121BS gemeenschappelijk links en rechts kit voor 5 :1-60-390-62209OpgeletVoor de inox versie, voor een langdurige bescherming van de inox boiler te waarborgen is het aangeraden koud water1 uur te laten stromen na de plaatsing. Het is teven aangeraden veel water in de begin periode te gebruiken.De aansluiting van een boiler aan een koperen leiding moet absoluut gebeuren door middel van een gietijzeren ofstalen mof, of eender welk materiaal dat een galvanische brug vermijdt.Model BS 120 BI 120 BHU 100Vermogen warmte wisselaar SWW, kW temperatuur ketel 90° - émail 30 30 26Vermogen warmte wisselaar SWW, kW temperatuur ketel 90° - inox 29 29 29Boiler waterinhoud, liter 120 120 100Continudebiet Δt=35°, temperatuur ketel 90° inox 714 714 714Continudebiet Δt=35°, temperatuur ketel 90° émail 726 726 644Piekdebiet Δt=35° 1/10 min, temperatuur ketel 90° inox 163 163 163Piekdebiet Δt=35° 1/10 min, temperatuur ketel 90° émail 175 175 145Warmte wisselaar drukverlies, mbar 271 271 271Maximum werkdruk, bar 10 10 10Koud water temperatuur, °C 10 10 10SWW regelingsthermostaat, °C 60 60 60Aansluiting sanitair, Ø mannelijk 3/4" 3/4" 3/4"Aansluiting ketel, Ø mannelijk 3/4" 3/4" 3/4"Aansluiting circulatie, Ø mannelijk 3/4" 3/4" 3/4"Optie geïntegreerd hydraulisch kit•Optie hydraulisch kit rechts•Optie hydraulisch kit links•Buiten Hoogte H 865-900 865-900 650-685afmetingen, Breedte L 600 600 625mm Diepte P 600 600 750Totaal gewicht boiler, kg 88 85 90Bdz. 16 / 23


7. Hydraulische installatie van de verwarmingsketelVOORBEELDVANINSTALLATIEMETBOILERVANSANITAIRWARMWATERPRODUCTIEGamma ULTRASanitairterugloopleidingen(facultatief)ThermostatischemengkraanAutomatischeontluchterSanitairwarmwaterOntluchterSanitairexpansie-BoilerManometerVeiligheidsklepRadiatorenvat(aanbevolen)CirculatiepompvoorAfsluitkraanVerwarmings-boilercircuitVerschildrukregelkraan(*)ketelExp.vatAfsluitkraanVulkraanTerugslagklepCirculatiepompvoorverwarmingscircuitAfloopSanitairveiligheidsgroepNF 7 barDrukverlager(noodzakelijkindienP KOUDWATER>5bar)KoudwaterDisconnectie van het type CA.(*) Indienalleradiatorenzijnuitgerustmetradiatorthermostaten,dienteenoverstortregelaartewordenvoorzientussen deaanvoerenterugvoervandeverwarmingsketel7.1. AlgemeenhedenDe ketelsmogen nooitin natuurlijkecirculatie (zondercirculatiepomp)werken.De installateur moet beslist een veiligheidsklep monteren direkt aan de uitgang van de verwarmingsketel en ditvoorafgaand aan enige verdeling of doorgang van één of ander hydraulisch onderdeel.De installatie moet zo bedacht worden dat het aanvullen met en het aanvoeren van water zo veel mogelijk beperkt wordten steeds gecontroleerd. Elk niet-gecontroleerd automatisch watervullingssysteem is verboden.Indiendeverwarmingsketelaaneenbestaandeverwarmingsinstallatiewordtaangesloten,ishet noodzakelijkdeinstallatiezorgvuldigte reinigenomonzuiverhedenen bezinkselte verwijderen.Onzuiverheden enbezinksel zoudenzich inderdaadkunnen afzetten en zich in de verwarmingsketel ophopen en zo oververhitting, korrosie en lawaaihinder veroorzaken.Om het volledig aflaten van de installatie te vermijden in geval van problemen met de verwarmingsketel of hetverwarmingscircuit, raadt <strong>Saint</strong> <strong>Roch</strong> Couvin u aan om grendelinrichtingen op de vertrekkende en terugkomendewarmwaterleidingen te plaatsen, de circulatiepomp(en) hydraulisch te isoleren en een verbindingsstuk te gebruiken dathet demonteren van het gietijzeren ketelblok toelaat zonder de leidingen te moeten ontkoppelen.Alle noodzakelijke maatregelen moeten genomen worden om de accumulatie van gas in het bovenste gedeelte van deverwarmingsketel te vermijden en het zich afzetten van bezinksel in het onderste gedeelte van de verwarmingsketel tegentegaan.Degarantievan<strong>Saint</strong><strong>Roch</strong>Couvingeldtnietvoorschadedieveroorzaaktwordtdoorinbreukenopdehierbovenvermeldevoorzorgsmaatregelen.7.2. De eigenschappen van het water in het verwarmingscircuitOm alle schadelijke ketelsteenafzetting en korrosie door water te vermijden, dient er rekening te worden gehouden metde eigenschappen van het water dat in het verwarmingscircuit gebruikt wordt.De normale eigenschappen van water dat in een verwarmingscircuit gebruikt wordt, zijn als volgt : hardheid (gehalte aancalciumcarbonaat of kalksteen) lager dan 2,5 mol/m 3 (25 THF) en de weerstand hoger dan 2000 Ohm/cm.Waterontharding is noodzakelijk wanneer de TH van het water van het verwarmingscircuit hoger is dan 2,5 mol/m 3 .Indien de pH lager is dan 7,2 en de weerstand lager dan 2000 Ohm/cm en voor zover de hardheid lager is dan2,5 mol/m 3 (ofwelnatuurlijk, ofnaontharding)moet hetwater ofwelbehandeld wordenomdezewaardentebereiken ofweltot een filmogene behandeling overgegaan worden.Bdz. 17 / 23


Gamma ULTRA7.3. Het vullen van de installatieVooraleer de installatie definitief te vullen, raadt <strong>Saint</strong> <strong>Roch</strong> Couvin aan de installatie volledig te spoelen (zowel voor eennieuwe als een oude installatie), en de dichtheid van de verschillende toebehoren na te gaan alvorens ze te ledigen(hydraulische aansluitingen, expansievat, veiligheidsklep, manometer).Het is noodzakelijk de werkingsdruk aan te passen in funktie van de kenmerken van de installatie (statische hoogte,manometrische hoogten van de installatie en van de circulatiepomp, druk van het expansievat, ...)aan een waarde die lageris dan de maximale toegelaten hydraulische druk (4 bar - 4kg/cm²). Ter herinnering : de druk van de installatie moet steedshoger zijn dan de stikstofdruk van het expansievat (indien de installatie koud is).Tijdenshetvullenvandeinstallatie,moetdeterugslagklepinopenstandwordengeplaatst(boileropwarmingcircuit)endezemoetinstandautomatischwordengeplaatstnadeeersteopwarming.Ditlaatdevolledigeontluchtingtoevanhetboiler-opwarmingcircuit.Wanneer alle toebehoren geplaatst zijn (expansievat, veiligheidsklep, manometer...), en de hydraulische circuitsgoed gedicht zijn, gaat U als volgt te werk voor het vullen van het sanitair warmwater circuit :a) kijk de goede werking na van de automatische ontluchter die op het hydraulisch circuit van deboiler is geplaatst en controleer de dichtheid van alle aansluitingen.b) vul de boiler door de kraan van de veiligheidsgroep te openen.c) open de warmwaterkraan om de luchtophoping in de boiler te laten ontsnappend) de kraan sluiten van zodra er water uit komt. De dichtheid nagaan van de dekplaat bovenop deboiler.Open stand (Vrije klep)Automatische stand (Aktieve klep)ZZIn elk geval moeten de aanvoerleidingen van het water gecontroleerd worden en de overlopen voor het aflatenperfectzichtbaar zijn.Het is noodzakelijk elke aanvoerleiding van de installatie naar behoren af te laten. Gelijk welk niet-gecontroleerdsysteemdatautomatischwaterbijvultwordttenstelligsteontraden.Het overdreven bijvullen met water kan een vroegtijdige beschadiging van de ketel veroorzaken door de afzetting vanmineraalstoffen die in het water aanwezig zijn. Deze afzettingen veroorzaken abnormale thermische en mechanischebelastingen die kunnen leiden tot het breken van de gietijzeren elementen van de verwarmingsketel.7.4. Ketelsteenafzetting en korrosieDe hierboven aanbevolen maatregelen zijn essentieel maar volstaan op zich niet om in alle gevallen te kunnen garanderendat er geen ketelsteenafzetting of korrosie door het water van de verwarmingsketel kan plaats vinden.7.5. HydraulischedrukverliezenindeverwarmingsketelBij een temperatuurverschil van 20° C (Delta T = 20°) tussen de aanenterugvoer van het water van de verwarmingsketel en eenverliescoëfficiënt van de verwarmingsdruk van 2.5, kunnen dehydraulische drukverliezen van de verwarmingsketel berekendworden:Type Nuttig vermogen DrukverliesNr kW mmWK5 26,12 686 32 107Bdz. 18 / 23


8. WisselstukkenGamma ULTRAGietijzeren blok Ultra GELN98611101210137771234 5Mantel van de Ultra GELN ketel252424'2326222721282029323130Bdz. 19 / 23


Gamma ULTRALow NOx brander Ultra GELN454443464741425150404849Rookkast Ultra GELN51505252Bdz. 20 / 23


Gamma ULTRABedieningsbord Ultra GELN37363338 34 39 35Bdz. 21 / 23


Gamma ULTRAFig Hoev. Benaming Code1 KetelUltraGELN 5(aardgas) 0-63-000-109151 KetelUltraGELN6(aardgas) 0-63-000-109161 GietijzerenblokUltraGELN5 4-60-020-009051 GietijzerenblokUltraGELN6 4-60-020-009061 1 Aftapkraan 1/2" 1-60-700-100042 1 Reductie 4/4" - 1/2" 1-60-645-080043 1 Branderisolatie 1-30-310-600254 1 Dompelhuls 3/4" - 100 + clips 1-70-640-341015 1 Voorste element 2-60-090-000006 1 Reductie 4/4" - 3/4" 1-60-645-080067 3 Tussen element 2-60-090-020008 8 Nipple 3-99-000-000009 4 Inox rookgas brenner 3-63-000-1400010 1 Reductie 5/4" - 4/4" 1-60-645-1000811 1 Achterste element 2-60-090-0100012 1 Achterste isolatie 1-30-310-6002413 1 Achterste gietijze plaat 2-60-020-0600050 1 RookkastUltraGELN5 4-63-000-4300550 1 RookkastUltraGELN6 4-63-000-4300651 1 Zeskant moer DIN 934 M6 1-80-200-1000652 1 Keramische koord 15 * 6 mm 1-30-240-6020620 1 VoorpaneelUltraGELN5 3-63-000-0310020 1 VoorpaneelUltraGELN6 3-63-000-0311621 1 Tussenpaneel Ultra GELN 5 en 6 3-63-000-0300022 1 LinkerzijpaneelUltraGELN5 3-63-000-0000522 1 LinkerzijpaneelUltraGELN6 3-63-000-0000723 2 Kabelgoot 3-63-000-1200424 2 Plastiek scharnier 1-80-150-4002024' 4 Plastiekklinknagel 1-80-471-0410025 1 DekselUltraGELN5 3-63-000-0200525 1 DekselUltraGELN6 3-63-000-0200726 1 Achterpaneel Ultra GELN 5 en 6 3-63-000-0400027 1 RechterzijpaneelUltraGELN5 3-63-000-0100528 1 Condensopvanger Ultra GELN 5 3-63-000-1650528 1 Condensopvanger Ultra GELN 6 3-63-000-1650629 1 Bedieningsbord 3-03-000-1000030 1 Sierplaat 1-70-298-5000231 1 MetaalsokkelUltraGELN5 4-63-000-5600531 1 MetaalsokkelUltraGELN6 4-63-000-5600632 1 Geperforeerde luchtafscheidingsplaat 3-63-000-1401033 Volledig bedieningsbordUltra GELN5 en 6 5-63-000-1109034 1 Hoofdschakelaar aan / uit 1-70-380-2012235 1 Ketelregelthermostaat NT 174 HE/2 1-70-050-0212036 1 VeiligheidsaquastaatSP-051 HE 1-70-050-0132037 1 Rechthoekigthermometer 1-70-880-1012038 1 Thermische terugslag beveiliging LM 7P5100 1-70-880-4031639 1 Zomer/winter schakelaar 1-70-380-30111Bdz. 22 / 23


Fig Hoev. Benaming Code48 3 Brander injectorenUltra GELN5 (aardgas) 1-10-290-6225048 3 Brander injectorenUltra GELN6 (aardgas) 1-10-290-6227548 3 Branderinjectoren UltraGELN 5 (vloeibaar gas) 1-10-290-6216048 3 Branderinjectoren UltraGELN 6 (vloeibaar gas) 1-10-290-621801 Propaanwaakvlaminjector Ø0,25 mm 1-10-290-6002549 1 Thermische brander isolatie 1-30-310-6002550 1 Gas drukname 1/8" 1-10-330-8001851 1 Sightglass + dichtings + bescherming plaat 1-30-380-90220Gamma ULTRA1 BranderUltraGELN5 5-63-360-361051 BranderUltraGELN6 5-63-360-3610640 1 Waakvlamskit + ontstekingselektrode + ionisatie voeler + kabels 1-10-310-4002141 1 Brander buis steun 1-10-360-9005042 1 Rechte flens 1/2" 1-60-150-0001443 1 HoneywellrelaisS4565BF1179B 1-10-350-4003444 1 Gaskleppengroep HoneywellVK 4100 T 1018 1-10-260-6023645 1 Bochtflens 1/2" 1-60-150-1001446 1 Gaspijp naar bovenUltra GELN 5 3-99-004-1073446 1 Gaspijp naar bovenUltra GELN 6 3-99-004-1080447 1 Branderbuis UltraGELN5 1-10-350-2003547 1 Branderbuis UltraGELN6 1-10-350-20036Inlichtingenzonderverbintenis.De technische informaties in deze brochure worden enkel ter informatie gegeven en kunnen op elkogenblikzondervoorafgaandeverwittigingegewijzigdworden.SAINT ROCH COUVINRue de la Gare, 36 - 5660 COUVIN - BelgiqueTel : 060 / 34.56.51 - Fax : 060 / 34.62.28info@saintrochcouvin.comwww.saintrochcouvin.comBdz. 23 / 23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!