12.07.2015 Views

Samen sterk voor openbaar onderwijs - VOS/ABB

Samen sterk voor openbaar onderwijs - VOS/ABB

Samen sterk voor openbaar onderwijs - VOS/ABB

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

JAARGANG 11 | NUMMER 1 | MAART 2009Verzelfstandiging is een goede zaakRekenmodel <strong>voor</strong> vermogenspositie<strong>Samen</strong> <strong>sterk</strong> <strong>voor</strong> <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>


In het kortNieuw jasje <strong>voor</strong> Zaan PrimairZaan Primair is de nieuwe naam van hetverzelfstandigde <strong>openbaar</strong> primair <strong>onderwijs</strong>in Zaanstad. <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> heeft adviesuitgebracht over doelmatige communicatieover de naam en nieuwe huisstijl,het nieuwe bestuursbureau ende verzelfstandiging.Hoe brengen we onze boodschap over,aan wie, met welke intensiteit en viawelke middelen? Dat was de vraagdie adviseur Annelies Schrijver van<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> van het vroegere bestuurOPOZ kreeg. Een actie met eenflitsende poster is een vande middelen waarmee ZaanPrimair aan de leerlingen,ouders en buitenwereldlaat zien dat het <strong>openbaar</strong><strong>onderwijs</strong> nieuw elanheeft. Om de nieuwestart te vieren, riep hetbestuur alle leerlingenop de poster met hetnieuwe logo thuis <strong>voor</strong> hetraam te hangen. “Ouders verteldenmij dat de kinderen daar heel actief meebezig waren”, aldus Schrijver.Clustermanager Hans Lonnee van ZaanPrimair wijst erop dat AnneliesSchrijver meer ‘sprankelendeideeën’ had.“We hebben veelaan haar gehad inde fase waarin onzebestuurscommissiezich ontpopte tot eenzelfstandige stichting.De posteractie is maareen van de succesvolleitems geweest. Met nameop het gebied van communicatieheeft ze veel meerbetekenis gehad, bij<strong>voor</strong>beeld<strong>voor</strong> persberichten, brochuresen website-informatie. Ze heeftook gewoon de handen aan de kargeslagen toen we een theater<strong>voor</strong>stellingorganiseerden. Prima dus!”Heeft ook uw organisatie behoefteaan professioneel communicatieadvies?Neemt u dan contact op met adviseurAnnelies Schrijver:06-22939679,aschrijver@vosabbconsulting.nlExpositie over <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>In Strijen is tot en met april een tentoonstelling overde geschiedenis van het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> in ditZuid-Hollandse dorp. De expositie staat in het tekenvan de nieuwe brede openbare basisschool DeMeerwaarde in Strijen en het nieuwe gebouw vanobs De Hooistoof in het buurtschap Strijensas.Luc van Heeren, algemeen directeur van de HoekscheWaardse Stichting Acis, vertelt dat in Strijen de openbarebasisscholen De Striene en De Patrijspoort samen verdergaanals obs De Meerwaarde. “Die naam wijst erop dat onze openbarebasisschool echt meerwaarde biedt aan het dorp. In hetgebouw zitten ook een peuterspeelzaal en buitenschoolseopvang.” Obs De Hooistoof, met 32 leerlingen de enige basisschoolin Strijensas, heeft sinds januari een nieuw gebouw.De expositie is georganiseerd door de Historische VerenigingHet Land van Strijen. Bij de tentoonstelling hoort een boekje,dat ingaat op de geschiedenis van de openbare scholen in degemeente Strijen en algemene historische ontwikkelingen.“Denk daarbij aan de schoolstrijd, artikel 23 over de vrijheidvan <strong>onderwijs</strong>, maar ook de recente verzelfstandigingvan het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> in de Hoeksche Waard”, aldusverenigingssecretaris Cor in ’t Veld. Hij voegt eraan toe datde gemeente Strijen een belangrijke rol heeft gespeeld in deontwikkeling van het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>, omdat de SDAPpoliticaSuze Groeneweg uit Strijensas kwam. Zij was als eerstevrouwelijke Tweede Kamerlid vurig pleitbezorgster vanhet volks<strong>onderwijs</strong>.Meer informatie over de expositie staat opwww.hetlandvanstrijen.com.over <strong>onderwijs</strong>


Ritske van der Veen nieuwe verenigingssecretaris van <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>‘<strong>Samen</strong> staan we <strong>sterk</strong> <strong>voor</strong> hetEen <strong>sterk</strong>e profilering en positionering van zelfbewuste openbare scholen en besturen. Dat iswaar Ritske van der Veen zich met kracht <strong>voor</strong> inzet als nieuwe verenigingssecretaris van<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>. Hij wijst in dit kader onder meer op het nieuwe netwerk communicatie en marketingvan <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>. Ook legt hij uit waarom de samenwerking met de Vereniging OpenbaarOnderwijs wordt geïntensiveerd.Ritske van der Veen volgt Joop Vlaanderenop, die binnen <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> teammanagerBestuur en Inrichting is geworden. VoordatVan der Veen in het oprichtingsjaar 1998bij <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> kwam, had hij al een carrièrein het <strong>openbaar</strong> <strong>voor</strong>tgezet <strong>onderwijs</strong> inAmersfoort achter de rug. In die stad washij bovendien lang politiek actief geweestals raadslid en wethouder namens de Partijvan de Arbeid.Hij legt uit dat <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> meer beleidsruimteheeft gekregen, nu de algemene belangenbehartiging<strong>voor</strong> de <strong>onderwijs</strong>werkgeversis overgenomen door de PO-Raad enVO-raad. “We houden ons bij<strong>voor</strong>beeldniet meer bezig met de cao-onderhandelingen,dat doen de sectororganisatiesnu. Zoals bekend, zijn die mede op verzoekvan ons en onze collega-organisatiesopgericht om namens de schoolbestureneen <strong>sterk</strong>ere onderhandelingspositie tehebben. De ruimte die hierdoor binnen<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> is ontstaan, willen wij benuttenom het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>, waar wij alskoepelorganisatie per slot van rekening<strong>voor</strong> zijn opgericht, nog beter <strong>voor</strong> hetvoetlicht te brengen. We horen van onzeleden dat ze dit van groot maatschappelijkbelang vinden, omdat openbare scholendoor de algemene toegankelijkheid die zenastreven, bij uitstek ontmoetingsscholenzijn. Leerlingen met verschillende sociale enculturele achtergronden leren op basis vanwederzijds respect met en over elkaar. Het<strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> kan trots zijn op diediversiteit, die vaak een afspiegeling is vande leefomgeving.”Ritske van der Veen: ‘Het is <strong>voor</strong> het <strong>openbaar</strong><strong>onderwijs</strong> van belang dat we samen optrekken.’Stevig op de kaartDe afgelopen jaren heeft <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> veelkennis en ervaring opgedaan, die goedkan worden gebruikt om de positioneringen profilering van het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>te ver<strong>sterk</strong>en. “We hebben bij<strong>voor</strong>beeldin verschillende regio’s gecompliceerdebestuurlijke trajecten begeleid, waarbij hetover <strong>onderwijs</strong>


tekst en foto: Martin van den Bogaerdt<strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>’erg belangrijk was om het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> de stevigepositie te geven die het vanuit maatschappelijk oogpuntverdient.” Van der Veen begeleidde onder meer dergelijketrajecten in de omgeving van Helmond , rond Meppel enStaphorst en in Noord-Limburg. Hij zette daarbij niet alleende bestuurlijke professionaliteit van <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> in, maar wistals ex-wethouder ook goed om te gaan met lokale politiekegevoeligheden.Van de vele contacten in het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> krijgt<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> geregeld te horen dat positionering en profileringvan openbare scholen gebaat is bij goede communicatieen marketing. Dit is een terrein waarop sommigeIntentieverklaringDe besturen van <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> en de VerenigingOpenbaar Onderwijs (VOO) hebben op donderdag12 februari een intentieverklaring ondertekend <strong>voor</strong>intensieve samenwerking. In de verklaring staat dathet <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> een herkenbaar gezichtnodig heeft. ‘Juist in deze tijd is de krachtige ontwikkelingvan de identiteit van het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>van grote betekenis <strong>voor</strong> de samenleving. Een identiteitdie kinderen onverdeeld <strong>voor</strong>bereidt op volwaardigburgerschap en op een houding van nieuwsgierigheiden respect.’<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> en de VOO geven aan dat samenwerkingeen logische stap is, omdat de ‘belangen van leerlingen,ouders, leerkrachten, schoolleiders, medezeggenschapsradenen schoolbesturen in het <strong>openbaar</strong><strong>onderwijs</strong> steeds meer parallel lopen’. Bovendienis het goed <strong>voor</strong> de belangenbehartiging <strong>voor</strong> het<strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>, zo staat in de verklaring, datbeide organisaties hun kennis en kunde bundelen.Zo worden er gezamenlijke initiatieven ontwikkeld,bij<strong>voor</strong>beeld om de kernwaarden van het <strong>openbaar</strong><strong>onderwijs</strong> meer onder de aandacht te brengen. Ookwillen <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> en de VOO samen de medezeggenschap,ouderbetrokkenheid en governance-praktijkvan de schoolbesturen ver<strong>sterk</strong>en. Andere puntenwaarop de samenwerking gestalte zal krijgen, zijn deontwikkeling van tussen- en buitenschoolse opvang,het onder de aandacht brengen van hernieuwdemogelijkheden <strong>voor</strong> godsdienstig en humanistischvormings<strong>onderwijs</strong> en het opzetten en uitvoeren vaneen imagocampagne <strong>voor</strong> het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>.Het is de bedoeling dat de samenwerking medio2010 wordt geëvalueerd. <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> en de VOO zullendan vervolgconclusies trekken over de uiteindelijkeorganisatorische vormgeving van het proces.De intentieverklaring staat op www.vosabb.nl (zie‘Openbaar <strong>onderwijs</strong>’).besturen al met succes actief zijn, maar dat over het algemeenin het <strong>onderwijs</strong> nog niet <strong>sterk</strong> ontwikkeld is. “Daaromhebben wij recent een netwerk opgericht <strong>voor</strong> bestuurders,managers en communicatiemedewerkers in het <strong>openbaar</strong><strong>onderwijs</strong>. De eerste bijeenkomst is op 21 april in Zwolle. Iknodig ieder lid dat geïnteresseerd is, van harte uit om hierbijaanwezig te zijn! Het is goed om met elkaar van gedachtente wisselen, waarbij we natuurlijk ook als <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> willenlaten zien wat we op gebied van communicatie en marketingkunnen betekenen.”Bredere doelgroepHet is duidelijk dat Van der Veen met de kennis en jarenlangeervaring die binnen <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> aanwezig is, de toegevoegdewaarde van de vereniging verder wil uitbouwen. Daartoeheeft hij onlangs ook samenwerking gezocht met de landelijkeVereniging Openbaar Onderwijs (VOO). “Het is <strong>voor</strong> het<strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> van belang, dat wij waar nodig samenoptrekken. Met de VOO kunnen wij een bredere doelgroepbereiken en bedienen dan alleen bestuurders en managers.De VOO richt zich ook op leerlingen, ouders, medezeggenschapsradenen leerkrachten.” Hij is niet bang dat samenwerkingtot botsingen van belangen zal leiden. Het is juist eenkenmerk van het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>, benadrukt Van derVeen, om alle betrokkenen in gezamenlijkheid actief bij deorganisatie van het <strong>onderwijs</strong> te betrekken.Dit kenmerk past volgens hem bovendien naadloos in deontwikkelingen rond good governance, waarbij ervan uitwordt gegaan dat scholen een brede maatschappelijke functievervullen. Van der Veen verwijst naar een uitspraak van<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>-directeur Theo Hooghiemstra. Die zei op het congresvan de Algemene Vereniging van Medewerkers in hetOnderwijs (AVMO) van de Algemene Onderwijsbond (AOb),op 5 november in de Jaarbeurs in Utrecht, dat bestuurlijkekwaliteit gebaat is bij een <strong>sterk</strong>e invloed van ouders enleerkrachten. “Ik vind dat het van goed bestuur getuigt endat het de kwaliteit ten goede komt als je als bestuurdereen <strong>sterk</strong>e medezeggenschap organiseert en equipeert”, zeiHooghiemstra toen.Alle terreinenDe samenwerking met de VOO zal binnenkortgestalte krijgen, zo licht Van der Veentoe. “We gaan zo snel mogelijk inhoudelijkmet elkaar samenwerken op die puntenwaar dat meerwaarde oplevert, bij<strong>voor</strong>beelddoor onze netwerken aan elkaar tekoppelen en samen trainingen te organiseren.We willen ook gezamenlijke communicatiemiddeleninzetten, zoals een websitedie helemaal op het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> isgericht, gezamenlijke nieuwsbrieven en eenblad waarin we als <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> en VOO allefacetten van het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> kunnenbelichten.”‘Allefacettenvan<strong>openbaar</strong><strong>onderwijs</strong>belichten’over <strong>onderwijs</strong>


Rekenmodel van <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> <strong>voor</strong> bepaling van vermogenspositieGedegen risicoprofiel noodzakelijkSchoolbesturen worden in de media vaak ten onrechte neergezet als organisaties die oneindigveel geld op spaarrekeningen parkeren. Publicaties van de Algemene Onderwijsbond (AOb) zijndebet aan dit negatieve beeld. Onderzoek van PricewaterhouseCoopers (PwC) in opdracht vanhet ministerie van OCW bevestigt wat schoolbesturen en <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> allang weten: het beeld is eenstuk genuanceerder. Op basis van dit onderzoek heeft <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> een rekenmodel ontwikkeld,waarmee besturen kunnen bepalen of ze te weinig, te veel dan wel voldoende vermogen hebben.Naar aanleiding van onder meer de ronkende publicaties inhet Onderwijsblad van de AOb kreeg PwC van het ministerieopdracht om de vermogensposities van schoolbesturenin het primair <strong>onderwijs</strong> in kaart te brengen. Financieeladviseur Reinier Goedhart van <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>, die op de websitewww.vosabb.nl een verhelderende toelichting op dit zeertechnische rapport heeft geschreven, benadrukt dat er eenheel ander beeld uit naar voren komt dan wat de AOb suggereerde.“Natuurlijk, er zijn schoolbesturen waarvan je zoukunnen zeggen dat die te rijk zijn. Die hebben meer vermogendan wat er <strong>voor</strong> een gezonde bedrijfsvoering nodig is.Maar in totaal heeft het primair <strong>onderwijs</strong> circa 100 miljoeneuro meer vermogen dan noodzakelijk, op een totaalbedragvan 2,4 miljard, wat neerkomt op 60 euro per leerling. Alsje het zo bekijkt, valt het dus wel mee. Bovendien vormende rijke besturen met 16 procent slechts een beperkt deelvan het totale aantal. Uit het onderzoek komt ook naarvoren dat het aantal po-besturen met te weinig vermogen27 procent is. Dat zijn er dus meer! In de berichtgeving inde media is dat stelselmatig weggelaten, waardoor er eenzeer onevenwichtig beeld is ontstaan, dat absoluut nietovereenkomt met de werkelijkheid. Het is <strong>voor</strong> die armeschoolbesturen natuurlijk zeer vervelend dat ze over één kamworden geschoren met hun rijke broeders. Het PwC-rapportlaat gelukkig wel nuances zien, waarmee wordt ontkrachtdat bestuurders notoire oppotters zouden zijn en dat het pri-Rekenmodel <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> geeft duidelijkheidover vermogenspositie.


tekst: Martin van den Bogaerdt • foto’s: StockXchng (calculator) en Martin Droog<strong>voor</strong> gezonde bedrijfsvoeringTotaal vertekend beeldDe publicaties in het Onderwijsblad leidden inde media tot veel negatieve berichtgeving overschoolbestuurders. Onder de noemer ‘kampioenoppotten’ suggereerde het blad van de AlgemeneOnderwijsbond in februari 2008 dat het basis- enspeciaal <strong>onderwijs</strong> ‘de welvarendste van alle <strong>onderwijs</strong>sectoren’zouden zijn. In 2007 kwam de AOb almet vergelijkbare berichtgeving over het <strong>voor</strong>tgezet<strong>onderwijs</strong>. De media sprongen hier bovenop,waardoor er een totaal vertekend beeld van dewerkelijkheid ontstond. Persbureau Novum melddebij<strong>voor</strong>beeld dat scholen ‘absurd veel geld op debank hebben staan’. Het bericht werd één op éénovergenomen door de serieuze pers, waaronderhet doorgaans gematigde dagblad Trouw. De ongenuanceerdeberichtgeving leidde bovendien totKamervragen. <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> heeft altijd gewezen op denuances, onder meer door te wijzen op de financiëleverantwoordelijkheid die zelfstandige schoolbesturentegenwoordig hebben. Vlak nadat de kopij <strong>voor</strong>dit blad naar de drukker was gegaan, kwam de AObmet nieuwe berichtgeving over de vermogenspositievan schoolbesturen.schoolorganisatie zijn vertegenwoordigd, stellen we allereerstvast wat de impact van bepaalde risico’s is, door nate gaan in hoeverre risico’s worden beheerst. Vervolgenswordt in overleg met de directeuren vastgesteld wat dekans is dat een risico zich ook daadwerkelijk <strong>voor</strong>doet. Opbasis van het risicoprofiel is het mogelijk om met een speciaaldoor <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> ontwikkeld rekenmodel te bepalen ofde bufferfunctie die het bestuur heeft, te groot, te kleindan wel voldoende is. Daarbij wordt meteen duidelijkwelke beleidsterreinen belangrijk zijn om de schoolorganisatiebeter in control te krijgen.”Governance-gedachteGoedhart benadrukt dat het risicoprofiel dat <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>kan opstellen, niet alleen van belang is <strong>voor</strong> een gezondebedrijfsvoering, maar ook van grote waarde is in het lichtvan de governance-gedachte. “Hoe beter je je risico’s inbeeld hebt en beheerst, des te lager kan de bufferfunctiezijn. Dat betekent dat er minder geld nodig is om te<strong>voor</strong>komen dat de organisatie in on<strong>voor</strong>ziene situatiesin problemen komt. Het geld dat hiermee vrijkomt, kanworden gebruikt in het primaire proces. Je kunt dus alsbestuurder aan je omgeving laten zien dat je met goedfinancieel management een efficiënte schoolorganisatieleidt die doet wat die moet doen, namelijk goed <strong>onderwijs</strong>verzorgen.”maire proces en de leerkrachten er bekaaid vanaf zoudenkomen. De conclusie van de onderzoekers van PwC is zelfsdat het verschil tussen het benodigd en aanwezig vermogengering is.”Veel meer risico’sGoedhart is blij met de onderzoeksresultaten, maar hetPwC-rapport is volgens hem <strong>voor</strong>al bij de bepaling van debufferfunctie niet volledig. Het financiële weerstandsvermogendat schoolbesturen moeten hebben, hangt af vanvele factoren. De onderzoekers van PwC benoemen erslechts vier. “Ze hebben het over de mogelijke daling vanleerlingenaantallen, arbeidsconflicten, risico’s op overigebaten en restrisico’s. Dat vinden we bij <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> echt veelte beperkt. Je kunt de benodigde bufferfunctie pas bepalen,als je een goed risicoprofiel van de totale organisatiehebt. Dan heb je het echt over veel meer zaken. Denk aande kwaliteit van de planning-en-controlcyclus, <strong>onderwijs</strong>kundigerisico’s en personele kwesties, zoals leeftijdsopbouwen al of niet aanwezige bekwaamheden.” Goedharterkent dat het <strong>voor</strong> schoolbesturen een ingewikkelde kluskan zijn om alle risico’s goed in beeld te krijgen. Daarombiedt <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> de mogelijkheid om hierbij te helpen.“Wij kijken naar circa 25 mogelijke risico’s die van belangzijn om een goed beeld te krijgen van de omvang van debuffer die een schoolorganisatie moet hebben. In samenspraakmet een werkgroep waarin alle disciplines van deInformatieDe toelichting die financieel adviseur ReinierGoedhart heeft geschreven op het technische rapportvan PricewaterhouseCoopers en het rekenmodel dat<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> heeft ontwikkeld, staan beide op www.vosabb.nl (zie het bericht van 16 december 2008 inhet dossier Financiën). Het rekenmodel kan gratisworden gedownload. Schoolbesturen die geïnteresseerdzijn in een gedegen risicoprofiel, dat nodig isom het rekenmodel goed te kunnen gebruiken <strong>voor</strong>de bepaling van de benodigde bufferfunctie, kunnencontact opnemen met financieel adviseur ReinierGoedhart, 06-30049660, rgoedhart@vosabb.nl.over <strong>onderwijs</strong>


Onderzoek naar motieven <strong>voor</strong> verzelfstandigingBesturen en gemeenten blij metRob Pranger: ‘Verzelfstandiging van het<strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> is een goede zaak.’De verzelfstandiging van het <strong>openbaar</strong>primair <strong>onderwijs</strong> zet in het hele land flinkdoor, blijkt duidelijk uit de gegevens die<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> hierover heeft. Maar die informatielaat niet zien waarom er<strong>voor</strong> wordtgekozen zelfstandig van de gemeente verderte gaan. Dat was reden <strong>voor</strong> <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>om hiernaar onderzoek te laten uitvoeren.Belangrijkste conclusie is dat gemeenten enhet <strong>onderwijs</strong> verzelfstandiging over hetalgemeen een goede zaak vinden. De resultatenzijn gebundeld in een boekje.IVA beleidsonderzoek en advies, onderdeel van deUniversiteit van Tilburg, heeft het onderzoek op verzoekvan <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> uitgevoerd. Er werd gebruikgemaaktvan geld uit het budget dat het ministerie van OCWbeschikbaar stelt <strong>voor</strong> het zogenoemde KortlopendOnderwijsonderzoek. Centrale vraag was welke motivatiesten grondslag lagen aan het besluit om het <strong>openbaar</strong>primair <strong>onderwijs</strong> onder een zelfstandig bestuurop afstand van de gemeente te zetten. Als afgeleidedaarvan wilden de onderzoekers weten wat er metverzelfstandiging werd beoogd en of de doelen zijnbereikt. Bovendien werd gekeken naar de intensiteitvan het toezicht.Rob Pranger is eerste auteur van het boekje dat in hetkader van het onderzoek is geschreven. Het viel hemop dat de verzelfstandiging van het <strong>openbaar</strong> primair<strong>onderwijs</strong> in veel gemeenten gepaard ging met emoties.“Ik vond het bijna ontroerend om te zien datgemeenteambtenaren die zich jarenlang met het <strong>openbaar</strong><strong>onderwijs</strong> hadden beziggehouden, daar moeilijkvan los konden komen. Ze waren van het <strong>onderwijs</strong>gaan houden en zaten ineens met de handen in hethaar. Hun kind was als het ware de deur uit. Ze haddenmoeite met de emotionele onthechting. Je kunthet misschien wel vergelijken met het empty nestsyndrom. De gemeente bleef goedbedoelde adviezengeven, terwijl de verzelfstandigde besturen in hun rolwilden groeien.” Er was volgens Pranger niet alleensprake van een emotionele onthechting, maar ook vaneen zekere braindrain. Ambtenaren met veel verstandvan <strong>onderwijs</strong> waren ineens niet meer nodig. Bijnanooit werd er<strong>voor</strong> gekozen om de bestaande kennis enervaring te incorporeren in het zelfstandige bestuur.“Je zou je kunnen afvragen waarom je zo iemand nietbinnenhaalt, want waardevolle expertise kun je als10 over <strong>onderwijs</strong>


tekst en foto: Martin van den Bogaerdtzelfstandig <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>Goede ontwikkeling<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> ziet in de onderzoeksresultaten een bevestigingvan het standpunt dat verzelfstandiging vanhet <strong>openbaar</strong> primair <strong>onderwijs</strong> een goede ontwikkelingis. Verenigingssecretaris Ritske van der Veen:“Los van de gemeenten kunnen openbare schoolbesturenhun eigen keuzes maken, onafhankelijkvan de politieke wind die er waait. Dat is principieeleen belangrijke zaak. Het is ook positief <strong>voor</strong> depositionering en herkenbaarheid van het <strong>openbaar</strong><strong>onderwijs</strong>. Bovendien blijkt uit het onderzoek datzelfstandige besturen doelmatiger kunnen werken.Ze hebben in de nieuwe situatie veel minder last vande bureaucratie, die in sommige gemeenten zeerstroperig kan zijn.” Van der Veen beveelt bestuurders,directies en managers die nog in een verzelfstandigingsprocesvan het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> zittenof daar nog aan moeten beginnen, het boekje vanhet IVA van harte aan.Hij wijst er ook op dat verscheidene <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>-adviseursveel kennis ervaring hebben op het gebied vanbestuurlijke verzelfstandiging. Meer informatie daaroverkunt u inwinnen bij Joop Vlaanderen, teammanagerBestuur en Inrichting: 06-22939671,jvlaanderen@vosabb.nlbestuur goed gebruiken. Bovendien weet een ex-ambtenaarheel goed wat er speelt in gemeenteland.”Dubbele pettenBij de vraag naar de motivatie van verzelfstandiging kwamvaak de ‘dubbelepettenproblematiek’ naar voren, oftewel detegengestelde belangen die een wethouder kan hebben alsgemeentebestuurder en bestuurlijk verantwoordelijke <strong>voor</strong>het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>. “Uit de antwoorden die wij binnenkregen,kwam een beeld naar voren dat het met die dubbelepetten wel meeviel. Toch werd het belangrijk geacht teverzelfstandigen om elke schijn van belangenverstrengelingte <strong>voor</strong>komen. Wat we ook tegenkwamen, was dat een wethouderom het beeld van belangenverstrengeling tegen tegaan het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> ten opzichte van het bijzonder<strong>onderwijs</strong> be<strong>voor</strong>deelde of juist achterstelde. Als het bestuurlosstaat van de gemeente, ben je daarvan af.” Het is belangrijk,zegt Pranger, dat de politieke invloed niet alsnog viaeen zijdeur het verzelfstandigde bestuur binnenkomt. “Debenoeming van bestuurders moet een transparante procedurezijn. Zet er bekwame mensen neer die verstand hebbenvan <strong>onderwijs</strong>, dáár gaat het om. Een krachtig bestuur is<strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong> goed <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>!”Een ander <strong>voor</strong>deel van verzelfstandiging is dat het <strong>openbaar</strong><strong>onderwijs</strong> bedrijfsmatiger kan werken. “Zonder datik de gemeenten wil diskwalificeren, is het duidelijke datzelfstandige besturen over het algemeen op een efficiënteremanier met hun geld omgaan. Onder de gemeenten was ermeer bureaucratie. Bovendien was er toen <strong>voor</strong> de scholengeen goed zicht op de hoeveelheid geld die <strong>voor</strong> het <strong>onderwijs</strong>beschikbaar was. Ik heb <strong>voor</strong> het onderzoek bestuurdersgesproken, die zeiden dat er in de nieuwe situatie weliswaarin totaliteit minder geld was, maar dat ze met dat minderegeld meer dingen konden doen.” Een tip die de onderzoekerskregen, was dat het bij de financiële ontvlechting goedis om een externe, onafhankelijke partij in te schakelen.“Dat heeft een hoop gedonder om de poen <strong>voor</strong>komen”, zociteert Pranger een van de respondenten.Op het gebied van het toezicht viel het volgens hem op dater enerzijds wordt aangedrongen op terughoudendheid vande gemeente, maar dat de verzelfstandigde besturen zichanderzijds realiseren dat de gemeente ook in de nieuwe situatiewettelijk medeverantwoordelijk blijft <strong>voor</strong> de instandhoudingvan kwalitatief goed <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> en datgoed toezicht dus van belang blijft.Werk aan de winkelDe belangrijkste conclusie die Pranger uit het onderzoektrekt, is dat verzelfstandiging van het <strong>openbaar</strong> primair<strong>onderwijs</strong> ‘een goede zaak’ is. Tegelijkertijd merkt hij op datnog niet het maximale eruit wordt gehaald. “Bij<strong>voor</strong>beeld intermen van horizontale verantwoording. Tweederde van derespondenten geeft aan dat dit nog onvoldoende is gerealiseerd.Eenderde vindt dus dat dit wel goed is geregeld. Er isdus nog werk aan de winkel, maar aan de andere kant kun jeook zeggen dat er al veel is bereikt.”BestellenHet boekje ‘Verzelfstandiging van het <strong>openbaar</strong> primair<strong>onderwijs</strong>. Een onderzoek naar de motieven endoelen van de verzelfstandiging en de intensiteit vanhet toezicht in de praktijk’ (ISBN 978-90-6835-448-5)is in januari verschenen. Alle bij <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> aangeslotenbesturen hebben een exemplaar ontvangen. Het boekjekan worden (na)besteld via www.vosabb.nl(Publicaties>Brochures>Bestelformulier). Leden van<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> betalen 6,50 euro, niet-leden 8,50 euro perstuk.De (gratis) niet-opgemaakte online versie in pdf-formaatstaat op www.vosabb.nl (Publicaties>Brochures).over <strong>onderwijs</strong>11


Bron primair <strong>onderwijs</strong>BronHet primair <strong>onderwijs</strong>gaat aansluiten op Bron.Start: vanaf april 2009Kijk op www.bron.nl <strong>voor</strong> meer informatie


Iteke Weeda over yin en yang <strong>voor</strong> managerstekst en foto: Martin van den BogaerdtHoofd en hart in balansDe ideale manager heeft zijn of haarmannelijke en vrouwelijke eigenschappen inevenwicht. Met androgyn leiderschap bereikje de meeste successen, zegt sociologe enemeritus hoogleraar emancipatievraagstukkenIteke Weeda.Iteke Weeda: ‘De tweepoligheid van yin en yangvind je overal terug.’<strong>Samen</strong> met algemeen directeur Rob Schippers van deNederlandse Vereniging <strong>voor</strong> Managers (NIVE) schreef Weedahet boek ‘De Yinfactor’. “Evenwicht tussen yin en yang, daargaat het om”, zegt ze. “Sommige managers vinden dat misschienzweverig klinken, maar dat is het niet. De tweepoligheidvind je namelijk overal terug. Het gaat er bij yin en yangom dat je het één met het ander combineert. De directievemanagers, die alleen maar denken vanuit de yangfactor, dusvanuit hun harde, mannelijke kant, hebben gelukkig hunlangste tijd gehad. Die krijgen alleen maar burn-outs om zichheen, zeker in tijden van verdere individualisering.”De twee polen zijn volgens Weeda ‘heel archetypisch’. “Deyinfactor richt zich op het hier en nu, het zijn. In het <strong>onderwijs</strong>bij<strong>voor</strong>beeld, zie je dat vrouwen over het algemeen eenpersoonlijke band willen creëren. De yangfactor richt zichop de toekomst, het doen en het scoren. Je zou dat mannelijkkunnen noemen. Wij leven nu in een heel mannelijkewereld. Dat geldt ook <strong>voor</strong> het <strong>onderwijs</strong>. Dat is nog steedsprestatiegericht door van boven naar beneden kennis over tebrengen. Er zijn tegenwoordig wel leerprojecten, waarin nietzo verticaal wordt gedacht, maar uiteindelijk gaat het tochom het diploma.”Ideale combinatieEr is tegenwoordig volgens Weeda behoefte aan meervrouwelijkheid, aan meer yin in het management. Maar datbetekent volgens haar niet dat de mannelijkheid dan maaroverboord moet worden gegooid. “Als je alleen maar vanuitde harde yangfactor denkt, loopt het mis. Dat zie je nu aande economische crisis. Die is veroorzaakt door de scoringsdriftvan financiële managers. Maar als je je alleen maar richtop de yinfactor, bereik je ook niets. Vandaar dat ik androgynleiderschap zo belangrijk vind. Je moet een ideale combinatievan yin én yang vinden.”In het boek van Weeda en Schippers staat een lijstje meteigenschappen, waarmee de manager zelf kan bepalen hoeyin of yang hij of zij is. Aan de yangkant staan begrippenals natuurlijke autoriteit, visie, doelgerichtheid, feiten, dataen modellen. Aan de yinzijde staan daar gelijkwaardigheid,vertrouwen, procesgericht, intuïtie, gevoel en inspiratietegenover. “Overkoepelend gaat het om open mind & openheart”, aldus Weeda in haar boek. “Een open mind wilzeggen dat er geen <strong>voor</strong>oordelen zijn, geen <strong>sterk</strong>e overtuigingen,‘thinking out of the box’. Met open heart wordtgedoeld op respect en warmte, op empathie en het ‘goedegevoel’ uitstralen. Bij androgyn leiderschap zijn hoofd enhart in balans.”In het boek komen twaalf topmanagers aan het woord.Zij vertellen over hun persoonlijke ervaringen, inzichtenen adviezen. Onder hen is één huidige <strong>onderwijs</strong>manager,namelijk bestuurs<strong>voor</strong>zitter Jos Leenhouts van ROCMondriaan in Den Haag. Zij wordt gekarakteriseerd als ‘deonafhankelijke leider’. Andere managers die door Weeda enSchippers zijn geïnterviewd, zijn de Groningse burgemeesteren oud-staatssecretaris van Onderwijs Jacques Wallage (‘demenselijke leider’) en oud-minister, hoogleraar duurzaamheidsmanagementin Tilburg en WRR-lid Pieter Winsemius(‘de duwende leider’).Iteke Weeda en Rob Schippers, ‘De Yinfactor; managersover de menselijke maat’. Uitgeverij Paradigma,Amsterdam 2008. ISBN 978 90 499 6005 6. Prijs: 22,95 euro.over <strong>onderwijs</strong>21


tekst en foto: Martin van den BogaerdtScholen binnenkort niet meer onder ActiviteitenbesluitJarenlange juridische proceduresover geluidsoverlastMinister Jacqueline Cramer van VROM en de Tweede Kamer hebben bepaald dat scholenbinnenkort niet meer onder de geluidsregels van het Activiteitenbesluit vallen.Directe aanleiding hier<strong>voor</strong> zijn jarenlange juridische procedures tegen de openbareCrayenesterschool in Heemstede.Vanaf de opening van de Crayenesterschool in 1938 werd erdoor de omwonenden, van wie de tuinen aan het achterterreingrenzen, nooit geklaagd over geluidsoverlast. Die situatieveranderde toen in 1998 nieuwe bewoners in een van deaangrenzende villa’s kwamen wonen. Zij gaven aan dat zeveel last van herrie hadden.Directeur Martin Baas nam in overleg met hen maatregelen.“De kleuters mogen alleen naar buiten tussen halfnegen enkwart <strong>voor</strong> drie, met tussendoor uren van rust. Er mogenhooguit twee groepen tegelijk buiten spelen. Het hogeklimtoestel hebben we weggehaald,want kinderen werdendaar luidruchtig op. We latende conciërge de assen van dekarren smeren, zodat die nietmeer piepen. En de kinderenmogen ook geen fluitjesmeenemen. Maar ja, je hebtkinderen niet aan een touwtje.Kleuters maken nu eenmaalgeluid.”‘Kleutersmaken nueenmaalgeluid’Onaangename situatieDe maatregelen bleken <strong>voor</strong> de nieuwe buren onvoldoende.Er volgden juridische procedures. Algemeen directeur RobPetersen van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland (STOPOZ) wil niet ingaan op details, maar hijvond het een onaangename situatie worden. “Deze mensenwilden per se hun gelijk halen.” Wethouder Sjaak Struijf(PvdA) had nog mediation <strong>voor</strong>gesteld, maar dat hielp niet.In de juridische procedures speelde het Activiteitenbesluiteen grote rol. Volgens dat besluit moeten scholen voldoenaan dezelfde regels rond overlast als bij<strong>voor</strong>beeld de horeca.In mei vorig jaar echter werd in kort geding, waarbij hetschoolbestuur werd bijgestaan door <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>, bepaald datde school de wettelijke geluidsnormen soms overschrijdt,maar dat de omwonenden zich daaraan moeten aanpassen.In december werden ook in hoger beroep de eisen van debewoners afgewezen.Een andere uitspraak van de Raad van State echter was <strong>voor</strong>de school negatief. De raad bevestigde in december dat hetkleuterplein, hoewel er een directe verbinding met de openbareweg is, in wettelijke zin onder de binnenterreinen valt.Daar<strong>voor</strong> gelden strenge normen. Maar wethouder Struijfzegt dat hij niet zonder meer wil overgaan tot handhavingSjaak Struijf, Martin Baas en Rob Petersen (vlnr) bij deCrayenesterschool, waar het schoolplein nu is opgebroken.van die normen. “Als dit al een binnenterrein is, dan kenik er nog wel een paar. Vooral <strong>voor</strong> scholen in grote stedenzou dit tot problemen kunnen leiden.” Algemeen directeurPetersen benadrukt dat de uitspraak van de Raad van Statebetekent dat de wet het <strong>onderwijs</strong> hindert. “Kleuters moetenkunnen buitenspelen. We vinden het toch zo belangrijk datkinderen bewegen?”Tweede KamerIn een eerder stadium nodigde de school Tweede KamerlidJan Boelhouwer (PvdA) uit. Hij zag wat het probleem was endiende een <strong>voor</strong>stel in om scholen uit het Activiteitenbesluitte halen. Dan vallen die onder dezelfde regels als bij<strong>voor</strong>beeldzwembaden, waar<strong>voor</strong> ruimere geluidsnormen gelden.Het <strong>voor</strong>stel is aangenomen door de Tweede Kamer en kreegsteun van minister Jacqueline Cramer van VROM. De wetswijzigingtreedt naar verwachting in augustus in werking, zodatvanaf dan leerlingen overal normaal buiten kunnen spelen.De klagende buren van de Crayenesterschool zijn inmiddelsverhuisd.22 over <strong>onderwijs</strong>


AdviesVerstand van lerenGevoel <strong>voor</strong> mensenOpleiding en trainingCo- en interim-managementOnderzoek en ontwikkelingDe krachtvanverbindenVerbeteren van leren en opleiden,professionalisering, organisatieontwikkeling,bedrijfsvoering enstrategie. Onderwijsorganisatieszetten nieuwe stappen.KPC Groep zet uw vraagstukken in het juisteperspectief en zorgt <strong>voor</strong> verbindingen.Verbindingen tussen mensen en organisatiedoelen,tussen inhoud en proces, tussen beleid en praktijk,tussen uw organisatie en andere spelers in het veld.Vanuit deze benadering creëren we samen metopdrachtgevers echte groei en ontwikkeling.Meer weten over onze expertises en dienstverlening op het gebied van <strong>onderwijs</strong>innovatie, organisatieontwikkeling,professionalisering, strategie en bedrijfsvoering:www.kpcgroep.nl


Consultantten voeten uitDe consultants van <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> helpen scholen bij hun ontwikkeling. Wiezijn die adviseurs? Wat zijn hun drijfveren en hoe werken ze? Dezerubriek laat u kennismaken met onze consultants.Deze keer: Ankie Knijnenburg. Expertise: communicatie en marketing,functiewaardering, coördinatie trainingsaanbod.tekst: Lucy Beker • foto: Martin DroogAnkie Knijnenburg: ‘Zoek de talenten’Ankie Knijnenburg straalt enthousiasme uit alsze over haar werk begint. “Ik laat scholen graagzien hoe ze zich kunnen profileren met hun<strong>sterk</strong>e punten. Openbare scholen hebben een<strong>sterk</strong> merk, maar ze zijn soms te bescheiden.Het is leuk om de trots op het eigen merk naarboven te halen en te zien hoe daar dan succesmee wordt geboekt.”Ankie (44) begon haar carrière in de uitgeverijwereld,waar ze communicatie- en promotiewerkdeed. Haar eigen <strong>voor</strong>malige schoolvroeg of ze tijdelijk communicatie-adviseur enlater – <strong>voor</strong> vast - beleidsmedewerker <strong>voor</strong> hetbestuur wilde worden.“Ik was er actief op verschillende beleidsvlakken.Een leuke tijd. Maar toen ik na zeven jaar dekans kreeg bij <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> te komen, had ik daarzin in, omdat ik mijn opgedane kennis brederwilde inzetten.”“Het leuke van dit vak is dat je in verschillendekeukens kunt kijken. Daar krijg je een bredevisie van. Ik kan nu echt wat betekenen <strong>voor</strong>het <strong>onderwijs</strong> en daar ben ik zelf dan weer trotsop.”Buitenstaander“Als buitenstaander zie ik vaak eerder waarde <strong>sterk</strong>e punten van een school zitten”, zegtAnkie. “De mensen die er dagelijksin zitten, denken vaak dat ze heelgewone dingen doen. Ik laat ze zienwaar ze echt <strong>sterk</strong> in zijn, en hoe zedat kunnen uitbuiten. Juist openbarescholen hebben een unique sellingpoint: ze zijn van en <strong>voor</strong> de maatschappij,ze kijken naar buiten, zehebben betekenis <strong>voor</strong> de wijk.”“Er gebeuren bovendien heel goededingen in het <strong>onderwijs</strong>. Neem hetvmbo. Daar is veel innovatie, erwordt klantgericht en met veel creativiteitgewerkt. Die scholen laten hunleerlingen niet het zoveelste vogelhuisje timmeren,maar een echt product maken. Ik ken eenschool die een woestijnbuggy liet ontwerpenen bouwen. Die is getest bij de landmacht. Dieleerlingen zijn supertrots! Ook de pers kwamerop af.”“Het is echt belangrijk dat scholen aan de bui-‘Openbarescholenhebbenuniquesellingpoint’tenwacht laten zien wat er gebeurt. In bepaaldemedia wordt nog steeds een negatief beeldvan het vmbo geschetst: dat vind ik onterecht.Kennelijk is de innovatieve ontwikkeling binnende scholen daar onbekend.”Creatief werken“Zelf wil ik net zo creatief en klantgerichtwerken als die scholen. Als ik word ingeschakeld,ga ik op zoek naar de talentenbinnen de school. Wie de talenten in zijnteam goed weet in te zetten, merkt alsnel dat de hele sfeer verbetert. En datstraalt de school naar buiten uit.”“Ik doe ook imago-onderzoek <strong>voor</strong>scholen. Dan praat ik met de huidige enpotentiële ouders, maar ik spreek ookpassanten in bij<strong>voor</strong>beeld een nabijgelegenwinkelcentrum aan. Ja, dat doeik zelf, want daar kan waardevolleinformatie uit komen. Stel je <strong>voor</strong>dat er wordt gezegd: ‘O, die school?Daar is het een zooitje’. Dan vraag ikdoor en dan blijkt het bij<strong>voor</strong>beeldom zwerfvuil rondom de school tegaan, wat het beeld beïnvloedt. Of omonveiligheid bij het halen en brengen vankinderen. Dat kan de beeldvorming ook<strong>sterk</strong> beïnvloeden. Het is soms bovendiengemakkelijk op te lossen.Belangrijk dus”.“Imagoverbetering kan opallerlei manieren. Ik wasbij de Stichting OpenbaarOnderwijs West-FrieslandOost, de SOOWFO. Geenmakkelijke naam. We hebbeneen nieuwe naam bedacht:Onderwijsgroep Present. Datappelleert aan cadeau, aanwezigen bij de tijd, en spreektveel meer aan dan zo’n afkorting.Bij een andere opdracht,in Emmen, heb ik ook positieve reacties gekregen.We voeren daar een imago-onderzoekuit <strong>voor</strong> het <strong>openbaar</strong> primair <strong>onderwijs</strong>. Eersthadden we tien scholen, maar na de kick-offdie ik gaf, wilden nog zeven scholen meedoen.Het geeft voldoening als mensen zo enthousiastworden!”over <strong>onderwijs</strong>25


Doorgaande lijn van vmbo naar mboUdens College enthousiast overSinds september doet een aantal scholen en besturen mee aan het VM2-project. Een van de deelnemersis het Udens College. “Eindelijk krijgen we de kans om een doorgaande lijn te realiserenvan vmbo naar mbo en kunnen kwetsbare leerlingen in een veilige, vertrouwde omgeving hunmbo-opleiding volgen”, aldus Ger de Bruin, sectordirecteur vmbo.Het ministerie van OCW heeft het VM2-project met namegeïnitieerd <strong>voor</strong> bbl-leerlingen, omdat zij een relatief grotekans hebben om de eindstreep van het mbo niet te halen.Het Udens College onderschrijft de kwetsbaarheid van dezeleerlingen. Docent Dirk de Haan: “Voor hen is de omschakelingnaar het mbo erg groot. In het vmbo krijgen ze betrekkelijkveel ondersteuning en begeleiding, in het mbo wordtcompetentiegericht <strong>onderwijs</strong> gegeven en worden zij geachtom heel zelfstandig te werken. Voor deze leerlingen is datextra moeilijk.”Een ander, praktisch punt dat een soepele overstap van vmbonaar mbo bemoeilijkt, is de duur van de zomervakantie.Sectordirecteur De Bruin: “Vmbo-leerlingen doen in april examenen zijn dan tot begin september vrij. Dat is te lang; dedrempel om weer naar een compleet nieuwe school te gaan,is dan heel hoog geworden.”ZakcentjeHet Udens College hoorde daags <strong>voor</strong> de zomervakantiedat het kon deelnemen aan het VM2-project. Leerlingen enouders konden dus pas in september worden geïnformeerd.De Haan: “We hebben twee informatiebijeenkomsten georganiseerd,samen met ROC De Leijgraaf, onze partner in ditproject. Tijdens de eerste informatieavond waren veel ouderswat afwachtend, maar de meesten waren wél direct enthousiastover het feit dat hun kind in een vertrouwde omgeving,tussen bekende gezichten, een mbo-opleiding kon gaan volgen.”Veel leerlingen reageerden aanvankelijk nogal afwijzend.“De meesten willen na hun examen een aantal maandengaan werken en geld verdienen”, aldus De Bruin. Hij legtuit hoe de school dit ondervangt. “Ze kunnen direct na hunvmbo-examen starten met hun mbo-stage van twaalf weken.Daarmee verdienen ze óók een zakcentje. En wat <strong>voor</strong> heninteressant is: die uren hoeven ze dus niet meer in hun eerstembo-jaar te maken.”TwijfelaarsNa de eerste informatieavond stond ongeveer de helft vande ouders positief tegenover het experiment. Een tweedeinformatieavond, die in het najaar plaatsvond, heeft de twijfelaarsover de streep getrokken: van de 16 leerlingen doener 15 mee. Eén leerling heeft de definitieve keuze uitgesteld.De Bruin legt uit dat de leerlingen er nu nog niet zoveel vanmerken dat ze aan het VM2-experiment meedoen. Er vindenweliswaar meer bedrijfsbezoeken plaats, ze gaan vaker opexcursie en er is meer aandacht <strong>voor</strong> loopbaanoriëntatie,maar pas na het behalen van hun vmbo-diploma worden deveranderingen écht merkbaar. Dan starten ze hun mbo-opleiding,in het gebouw waar ze nu ook al les krijgen.Het VM2-project moet zorgen <strong>voor</strong> een doorlopende lijnvan vmbo naar mbo, zowel qua didactiek als curriculum.Interessant punt is dat het Udens College al drie jaar geledeneen aantal ingrijpende didactische vernieuwingen in gangheeft gezet. Sinds 2006 neemt deze school deel aan hetMetalen Scharnierpunt. Dit is een landelijk project, waarinvmbo-scholen, mbo-instellingen en bedrijfsleven een nieuwedidactiek ontwikkelen, die zowel in het vmbo als mbo bruikbaaris en goed aansluit op de eisen van de arbeidsmarkt.De Haan legt uit: “De leerlingen leren om volgens eenbepaalde structuur – bestaande uit zeven stappen - opdrachtenuit te voeren. In het kader van dit project worden ookallerlei nieuwe, aansprekende opdrachten ontwikkeld. Zogaan de leerlingen een terraskachel, een driewieler en eenminibike maken. Dat vinden ze echt helemaal te gek!”“De nieuwe didactiek wérkt”, vult De Bruin aan. “Leerlingenzijn gemotiveerder. Dat komt de resultaten en de sfeer in deklas ten goede.”DubbelingenOok in het curriculum moet een doorgaande lijn wordengecreëerd. Het Udens College en ROC De Leijgraaf zijnbegonnen met het stroomlijnen van de praktijkvakken. Zohalen vmbo- en mbo-docenten er dubbelingen uit. Voor leerlingenkunnen die behoorlijk frustrerend zijn: wat ze op hetvmbo hebben geleerd, doen ze in het mbo nog eensdunnetjes over. Ook kijkt het Udens College hoe het deavo-vakken kan integreren in de vmbo-beroepsvakken en– praktijkopdrachten. Een zinvolle onderneming, wantvakintegratie bevordert dat leerlingen de samenhang tussenvakken beter gaan zien. Daardoor leren ze meer en gemakkelijker.Het Udens College en De Leijgraaf zijn inmiddels met elkaarin gesprek over de manier waarop deze vakintegratie in dembo-opleiding kan worden opgepakt. Over en weer is erveel bereidheid om hierin te investeren, maar de gesprekkenmaken wel duidelijk dat er op dit gebied nog een lange wegte gaan is.26 over <strong>onderwijs</strong>


tekst: Karin van Breugel • foto: Marla Smith StevelsVM2-experimentVakintegratie kan ook zorgen <strong>voor</strong> tijdwinst, en dat is binnenhet VM2-project een belangrijk item. Sommige deelnemendescholen kiezen er zelfs <strong>voor</strong> om het totale programma(bovenbouw vmbo en twee jaar mbo) met één jaar te verkorten.De Bruin ziet daar niet zoveel in. “Wij vinden hetbelangrijk dat de stof goed beklijft. Daar<strong>voor</strong> is het noodzakelijkom zaken te herhalen, om bepaalde onderdelen van destof te verdiepen. Daar is gewoon tijd <strong>voor</strong> nodig.” Hij sluitoverigens niet uit dat er toch een aantal leerlingen is dathet traject versneld gaat doorlopen. “Als zij dat echt willenen de benodigde inzet leveren, moeten ze die kans krijgen.Daar<strong>voor</strong> is het dan wel noodzakelijk dat wij flexibel kunnengaan examineren.”FinanciënOm van het VM2-project een succes te maken, is een forseinvestering nodig. Denk alleen al aan de ontwikkel-uren <strong>voor</strong>docenten. Deelnemende scholen krijgen 50.000 euro plus eenvergoeding per leerling. “Dat bedrag is niet kostendekkend.We vinden dit project echter zo belangrijk, dat we bereid zijner zelf ook in te investeren. ROC De Leijgraaf en onze schoolbetalen beide een evenredig deel”, besluit De Bruin.Experiment VM2Sinds begin van dit schooljaar vinden diverse experimentenplaats met een geïntegreerde vmbo-mboopleiding.In deze experimenten werken vmbo- enmbo-scholen nauw met elkaar samen. Het experimentduurt tot 2013. Op dit moment krijgen 26 projecten(totaal 1139 leerlingen) subsidie van het ministerie vanOCW. Acht projecten worden uitgevoerd door<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>-leden.De VM2-experimenten richten zich op bbl-leerlingen.Met name deze groep heeft grote moeite met de overstapnaar het mbo. Het percentage <strong>voor</strong>tijdige schoolverlatersonder bbl’ers is daardoor groot.Deelnemende scholen krijgen de mogelijkheid om eenmbo-opleiding op niveau 2 aan te bieden op de vmboschool.Leerlingen hoeven dus niet over te stappennaar een nieuwe locatie. De verwachting is dat hierdoormeer leerlingen hun startkwalificatie op niveau 2behalen.Sectordirecteur Ger de Bruin (midden achter), docent Dirk de Haan enleerlingen van het Udens College bij een zelfgemaakte pompwagen.27


SBO Heerenveen: flexibel, transparant en veiligOptimale samenwerking leidt totHoog praktijklokaal met instructieruimte op balkon.Hoge stalen plafonds, bouwlampen, kabelgoten en muren van baksteen. De ruime hal van hetnieuwe gebouw van de Scholengemeenschap <strong>voor</strong> Beroeps<strong>voor</strong>bereidend Onderwijs (SBO) inHeerenveen ziet er uit als een kruising tussen een fabriekshal en een overdekt dorpsplein. Allepraktijklokalen liggen als winkels rond de centrale hal. Een keuze vanuit de visie van de school.Directeur Cees de Boer: “Wij geven degelijk beroeps<strong>voor</strong>bereidend<strong>onderwijs</strong> in verschillende richtingen. Dat zien leerlingenmeteen als ze hier binnenkomen.” Vanuit de centralehal kijk je zo de lokalen in van bij<strong>voor</strong>beeld autotechniek,houtbewerking of uiterlijke verzorging. De afstand tussen deverschillende richtingen is klein. Daardoor is de drempel omin elkaars afdelingen te kijken niet hoog.Leerlingen maken op deze basis- en kaderopleiding <strong>voor</strong>vmbo uitgebreid kennis met acht studierichtingen, <strong>voor</strong>datze een bepaald programma kiezen. De aansluiting met hetmbo is hierdoor beter.Oude ltsHet oude gebouw, een lts met lange gangen, was nietgeschikt <strong>voor</strong> modern <strong>onderwijs</strong>. Er was in de praktijklokalengeen ruimte om als dat nodig was apart te gaan zitten. “Jekon wel lassen, maar daarover niet een kwartiertje wat theoriebehandelen. Dan moest je naar een theorielokaal verhuizen,”vertelt De Boer. In het nieuwe gebouw is dit opgelostdoor in de hoge praktijklokalen balkons te maken. Zo krijgenleerlingen instructie in de professionele timmerwerkplaats ofgarage.Oorspronkelijk wilde de school verbouwen, maar de28over <strong>onderwijs</strong>


tekst: Inge Klijn • foto: Fonger de Vlasprachtig gebouwgemeente kwam met het <strong>voor</strong>stel om een nieuw gebouwneer te zetten, net buiten het centrum van Heerenveen.De Boer spreekt van ‘een buitenkans’, omdat de OpenbareScholengemeenschap Sevenwolden ook een nieuw gebouwnodig had <strong>voor</strong> haar vmbo-tl-afdeling. Met twee vmboscholennaast elkaar kreeg Heerenveen een ‘vmbo-plein’.“We kunnen nu gebruikmaken van elkaars opleidingen.”Gemeenschappelijke sport<strong>voor</strong>zieningen maken het geheelgoedkoper.Garanties“Een nieuwe school neerzetten is een te grote klus om alleente klaren”, zegt De Boer. De school ging daarom samenwerkenmet Hevo, een bureau <strong>voor</strong> integraal projectmanagement.De keuze was snel gemaakt. “Hevo stelde zich garant<strong>voor</strong> zowel de opleverdatum als het niet uit de hand latenlopen van de kosten. Dat was belangrijk, want we haddeneen bepaald bedrag en echt geen cent meer. We sprakenaf dat we op 5 januari in het gebouw aan het werk zoudenkunnen. En die datum hebben we ook gehaald. Heel bijzonderbij dit soort bouw. Een compliment <strong>voor</strong> Hevo en de aannemers.”Peter Huys en Linda Kröse waren de vaste contactpersonenvan Hevo. Ze bespraken met de school elke stap in het bouwproces.De Boer: “We maakten steeds een pas op de plaatsom rustig te bekijken of we de goede keuzes maakten.“ Zo isde school na verloop van tijd vanwege duurzaamheid teruggekomenop de keuze <strong>voor</strong> hardhouten kozijnen en werder in plaats daarvan gekozen <strong>voor</strong> aluminium. “Als we ietsbedachten dat niet in het plan stond, ging Hevo uitzoeken ofhet toch mogelijk was, heel plezierig!”DigibordenOok het team werd bij de nieuwbouw betrokken.Vakdocenten hadden een grote stem bij de inrichting van depraktijklokalen. De docenten hechtten ook veel waarde aaneen goede akoestiek, om <strong>voor</strong> de leerlingen verstaanbaar teblijven. Zo is in de hoge hal een gaatjesplafond aangebracht,dat geluid absorbeert. In alle theorielokalen staan digiborden,zodat niets multimediaal lesgeven nog in de weg staat.Leerlingen kunnen zelfstandig werken aan computers in hetstudiecentrum of in een van de werknissen, die uitkijken opde centrale hal.Het personeel is trots op het gebouw, zegt De Boer. “Het isflexibel, transparant en veilig. Flexibel doordat zowat allewanden eruit kunnen. Transparant doordat je van de lokalenzicht houdt op de algemene ruimtes. Die doorkijkjes zien erniet alleen leuk uit, maar geven docenten ook de gelegenheidom toezicht te houden. Dat geeft veiligheid en <strong>voor</strong>komtnarigheid.” De leraren zijn ook razend enthousiast, netals de leerlingen, die hun gebouw ‘cool’ vinden.Hevo is partner van <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>. Leden kunnen bij dit bureauprojectmanagement inhuren. Zie www.hevo.nl.‘Wij zijn pas tevredenals de school dat is’Linda Kröse en Peter Huys van Hevo hebben de nieuwbouwvan SBO Heerenveen begeleid. Huys onderhieldhet contact met de school, terwijl Kröse het bouwteamaanstuurde. Kröse is er trots op dat het is gelukt hetuitgangspunt van de school overeind te houden. “Decentrale hal, als een soort dorpsplein waar de praktijklokalenals winkels omheen liggen, heeft de gewensteluxe uitstraling gekregen.” Voor Huys telt <strong>voor</strong>al datde school tevreden is. “De mensen die het gebouwgebruiken, hebben de uiteindelijke stem. Het is húngebouw!”Taal van het <strong>voor</strong>tgezet <strong>onderwijs</strong>Kröse en Huys spreken de taal van het <strong>voor</strong>tgezet<strong>onderwijs</strong>. “Als het over het nieuwe leren gaat, wetenwij welke eisen die <strong>onderwijs</strong>vorm aan de ruimte stelt.Wij weten ook wat de financiële mogelijkheden zijn,omdat we de kostennormering kennen”, aldus Kröse.Toen directeur Cees de Boer van SBO Heerenveentwee jaar geleden Hevo benaderde, wist de school alaan welke eisen het nieuwe gebouw moest voldoen.Kröse en Huys stelden direct een ontwerpteam samen,bestaande uit een architect, constructeur, bouwfysischadviseur en installatiekundige. Architect Jan Trompheeft de wensen van de school vertaald in het ontwerp.De installatieadviseur kwam met het idee om gebruikte maken van warmte- en koude-opslag. Overtolligeenergie wordt 200 meter diep in de grond opgeslagen,zodat de school daarmee in de winter kan wordenverwarmd. In de zomer kan dit systeem worden benutom het gebouw te koelen. Een andere slimme vondstis de afwerking van de muren in de theorielokalen.Die wanden worden snel vies. Daarom is er een kunststoflaagop aangebracht, die gemakkelijk kan wordengereinigd.Tijdige opleveringHevo garandeert dat een gebouw op de afgesprokendatum wordt opgeleverd. Bij scholen luister dat nauw.“De school in Heerenveen verhuisde in de kerstvakantie.Dan kan het niet een weekje later worden, wanthet volgende geschikte moment <strong>voor</strong> een verhuizing ispas in de zomervakantie.” Het geheim van tijdige opleveringzit volgens Kröse in een goede <strong>voor</strong>bereiding.Hevo garandeert bovendien dat schoolgebouwen nietmeer gaan kosten dan afgesproken.over <strong>onderwijs</strong> 29


tekst: Jurgen van Dijk • foto: Harry Tielman<strong>Samen</strong>werking in krimpende marktSchoolbesturen in Drenthe slaanDe bovenschoolse directeuren van twaalf besturen met daarbij aangesloten 180 scholen in het<strong>openbaar</strong> primair <strong>onderwijs</strong> in Drenthe werken sinds enkele maanden samen in de verenigingPrisma-Drenthe. Ze zijn <strong>voor</strong>al uit op belangenbehartiging en verbetering van de kwaliteit vanhet <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> in de provincie. De samenwerking komt mede <strong>voor</strong>t uit de verwachte dalingvan het aantal leerlingen in het Drentse primair <strong>onderwijs</strong>. De komende jaren wordt rekeninggehouden met 25 procent afname.Saakje Berkenbosch is algemeen directeur van het OpenbaarPrimair Onderwijs in de gemeente Aa en Hunze en tevenssecretaris van de nieuwe vereniging Prisma-Drenthe. Dezevereniging is opgericht om de gezamenlijke belangen van deafzonderlijke bovenschools directeuren te behartigen. Prismais aanspreekpunt <strong>voor</strong> het Rijk, de provincie, de <strong>onderwijs</strong>inspectie,de hogescholen, opleidingen en kenniscentra.OndertekeningOp 24 november was de officiële oprichting. Twaalf algemeendirecteuren ondertekenden een verklaring van lidmaatschap.Sinds twee jaar bestond al het Bovenschools OverlegOpenbaar Onderwijs Drenthe (BOOOD). Daar stonden actuelezaken op de agenda. Ook werd binnen dit overleg kennisuitgewisseld, zodat niet meer alle besturen los van elkaarhet wiel hoefden uit te vinden. Ondanks de goede bedoelingenliep de inzet van de deelnemers in de loop van de tijdterug. Daarom kwam een aantal bovenschoolse directeurenmet een nieuw initiatief: de vereniging Prisma-Drenthe. Eenvan de doelstellingen van de vereniging is om een jaarlijkseconferentie te organiseren. Voor de startconferentie werdingezet op 120 deelnemers van de 180 aangesloten po-scholen.De delegaties zouden in elk geval moeten bestaan uitde directeur en een lid van de medezeggenschapsraad perschool. Er was uiteindelijk met 250 deelnemers meer belangstellingdan verwacht. “Daarwaren we dus heel tevredenover”, aldus Berkenbosch.Er waren workshops overonderwerpen als identiteit,profilering, kwaliteitsverbetering,kernwaarden engoed schoolbestuur.ImagoDe startconferentie gingook over het imago vanhet <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>in Drenthe. Dit komt er inonderzoeken niet altijd evengoed van af. Met name hettaal- en reken<strong>onderwijs</strong>zouden in Drenthe onderde maat zijn. Volgens deverenigingssecretaris ishier echter sprake van eenvertekend beeld. Basisscholen in Drenthe houden over hetalgemeen zorgkinderen zo lang mogelijk vast en verwijzenhen pas naar het speciaal <strong>onderwijs</strong> als het echt niet anderskan. Het verwijzingspercentage bedraagt slechts 1,5 procent,tegen het landelijke gemiddelde van ongeveer 3 procent. Hetverwijzingsbeleid in Drenthe komt <strong>voor</strong>t uit de gedachte dathet goed is dat kinderen op hun eigen school blijven en buitenschooltijd dicht bij huis met hun eigen vriendjes kunnenspelen. Maar deze sociale gedachte drukt wel de gemiddelderesultaten van de Drentse scholen. “Dit is een strijdpunt tussenons en de inspectie”, zegt Berkenbosch. Het <strong>openbaar</strong><strong>onderwijs</strong> in Coevorden heeftin verband met het vertekende‘Meerbelangstellingdanverwacht’Verenigingssecretaris Saakje Berkenbosch van Prisma-Drenthe:‘Als je zaken samen aanpakt, heb je minder neiging tot fuseren.’beeld van de <strong>onderwijs</strong>resultaten,de toestemming aande inspectie ingetrokken omde Cito-gegevens te gebruiken.Voorlopig blijft het bijCoevorden, want het is volgenshaar niet noodzakelijk dat allebij Prisma-Drenthe aangeslotenschoolbesturen altijd een gezamenlijk standpunt innemen.“Maar het mag duidelijk zijn, dat dit punt wel een probleemis.”30over <strong>onderwijs</strong>


Colofonhanden ineenBelangenbehartigingBelangenbehartiging van het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> in Drenthe bij de inspectie,de provincie en de gemeenten behoort ook tot de doelstellingen van de nieuwevereniging. Dit heeft volgens Berkenbosch overigens niet tot doel om het <strong>openbaar</strong><strong>onderwijs</strong> getalsmatig te ver<strong>sterk</strong>en. Het is volgens haar niet de bedoelingvan Prisma om leerlingen weg te halen bij het protestants-christelijke <strong>onderwijs</strong>.Bewaking van de <strong>onderwijs</strong>kwaliteit is een ander belangrijk punt. Daarbij speeltde problematiek van de kleine basisscholen mee. De Drentse besturen <strong>voor</strong><strong>openbaar</strong> primair <strong>onderwijs</strong> streven ernaar ook de kleine schooltjes in stand tehouden, zolang ze maar niet onder de wettelijke opheffingsnorm van 23 leerlingenkomen. “We doen dit heel bewust om er<strong>voor</strong> te zorgen dat plattelandsdorpenhier in de provincie niet zonder basis<strong>onderwijs</strong> komen te zitten”, aldusBerkenbosch.De samenwerking in de vereniging Prisma is heel watanders dan een fusie van de openbare scholen in Drenthe,‘Heel watandersdan eenfusie’benadrukt ze, maar de samenwerking heeft wel een aantaldezelfde <strong>voor</strong>delen. “Je kunt denken aan een invallerspool,een interim-directeur die op verschillende scholen inzetbaaris en een kennispool. Verder kun je gebruikmaken vanelkaars documenten. Denk aan de uitwisseling van jaarverslagen,dat is <strong>voor</strong> ons een heel praktisch punt. Als je dezezaken samen aanpakt, heb je minder de neiging tot fuseren.Dat mensen elkaar via de vereniging Prisma kennen, isnatuurlijk ook een groot <strong>voor</strong>deel.”Toenemende drukMet een fusie zou er een overkoepelend bestuur <strong>voor</strong> <strong>openbaar</strong> primair <strong>onderwijs</strong>in Drenthe kunnen ontstaan, maar volgens Berkenbosch kan dat in de huidigesituatie (nog) niet. Ze wijst erop dat de meeste schoolbesturen in deze provincienog niet zijn verzelfstandigd, wat <strong>voor</strong>waarde is om te kunnen fuseren. Tochzal er door de verwachte afname van het aantal leerlingen in Drenthe – <strong>voor</strong> dekomende jaren wordt een daling van 25 procent berekend – in combinatie metde eveneens krimpende inwonersaantallen van de gemeenten, de druk toenemenom meer samen te gaan doen. Prisma-Drenthe wordt daarom gezien als hetbegin van groeiende samenwerking. “We hebben in elk geval ideeën genoeg”,aldus Berkenbosch.Krachtenbundeling heeft<strong>voor</strong>delenTwaalf openbare schoolbesturen die hun krachten bundelen, adviseur Klaaste Bos ziet er de <strong>voor</strong>delen van in. Hij is jurist en bestuurskundige bij<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> en gaf op de startconferentie van de vereniging Prisma-Drentheeen workshop over de identiteit van het <strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong>. “Het grote<strong>voor</strong>deel is dat dit samenwerkingsverband helemaal op de positie van<strong>openbaar</strong> <strong>onderwijs</strong> is gericht”, aldus Te Bos. “Ze kunnen de <strong>voor</strong>delen vanschaalvergroting benutten, zonder dat ze tot een fusie over hoeven te gaan.Zo behoudt ieder bestuur zijn autonomie. De schoolbesturen <strong>voor</strong> <strong>openbaar</strong>primair <strong>onderwijs</strong> hebben binnen Prisma-Drenthe dan niet te maken meteen fusietoets en goedkeuringsprocedure, zoals de regering die beoogt in tevoeren.”Informatie: Klaas te Bos, 0348-405227, ntebos@vosabb.nlOver Onderwijs is het relatieblad van<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>, de vereniging van openbareen algemeen toegankelijke scholenen een van de grootste werkgeversorganisatiesin het <strong>onderwijs</strong>. Bijna 400besturen met circa 2800 scholen en ruim850.000 leerlingen zijn aangesloten.Het blad verschijnt zeven keer per jaar.Redactie-adres:Over OnderwijsPostbus 162, 3440 AD Woerdenover<strong>onderwijs</strong>@vosabb.nltel: 0348 - 405 270Redactie:Lucy BekerMartin van den Bogaerdt (eindredactie)Medewerkers aan dit nummer:Joline Auw Yang-van der Veer, Karinvan Breugel, Jurgen van Dijk, Inge Klijn,Luutje NiemantsverdrietFotografie:Martin van den Bogaerdt, Peter ArnoBroer, Martin Droog, Willem Mieras,Marla Smith Stevels, Martine Sprangers,StockXchng, Harry Tielman,Fonger de VlasFoto omslag:RSG Slingerbos|Levant in HarderwijkFoto: Martine SprangersOntwerp en lay-out:Afdeling Vormgeving, BussumDruk:Giethoorn ten Brink, MeppelAdvertentiebureau:Recent, Amsterdam020 - 330 89 98info@recent.nlContactpersoon: Ray ArondsAbonnementen:Leden van <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> ontvangen eenexemplaar per bestuur en per schoolgratis.Extra abonnementen mogelijk(zie www.vosabb.nl).Abonnement niet-leden:63 euro per jaar.Opgeven als abonnee bij:<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>, t.a.v. Irene Smit,tel: 0348 - 405 203; e-mail:ismit@vosabb.nlCopyright:Alle rechten <strong>voor</strong>behouden.over <strong>onderwijs</strong>31


De hardlopervan de NOT!Veilig leren lezen geeft hetbeste door aan Estafette NieuwUitdagendeleesmoeilijk -heden op hetjuiste niveauEstafette Nieuw isde eerste methodedie de nieuwe AVIniveausécht toepasten bovendien optimaalaansluit bij de CitoLeestempotoets.Doorgaande leerlijn De combinatie van Veilig leren lezen enEstafette Nieuw zorgt <strong>voor</strong> een doorgaande leerlijn van AVI-starttot en met AVI-Plus. Mét uitdagende materialen in groep 7 en 8.Praktische organisatie Estafette Nieuw en Veilig leren lezenwerken met een uiterst hanteerbaar differentiatiemodel waardooru de lessen eenvoudiger organiseert.Toetssite leesontwikkeling De bewezen toetssite vanVeilig leren lezen wordt doorgetrokken in Estafette Nieuw.U kunt meteen aan de slag.Vliegende start in groep vier Estafette Nieuw begint waarVeilig leren lezen eindigt. Estafette Nieuw legt de lat hoog <strong>voor</strong>elke leerling en biedt zowel uitdaging als leesplezier.Succesvolle Leerkrachtassistent Estafette en Veilig leren lezengebruiken vergelijkbare software <strong>voor</strong> uw digitale schoolbord.Gebruiksvriendelijk, herkenbaar en vertrouwd!Differentiatie in drie aanpakken Net als Veilig leren lezengebruikt Estafette Nieuw bewezen succesvolle benaderingen<strong>voor</strong> risicolezers (ster), methodevolgers (maan) en snelle lezers (zon).Doorgaande lijn in materialen De materialen van Estafette Nieuwen Veilig leren lezen zijn nauw verwant. Leerlingen profi teren vaneen herkenbare aanpak en vormgeving.Blijf op de hoogteWilt u meer weten over Estafette Nieuw?Ga meteen naar www.estafette-lezen.nl<strong>voor</strong> meer informatie en een gratis abonnementop de maandelijkse nieuwsbrief.Breng leren tot leven32 over <strong>onderwijs</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!