Sedatie en/of analgesie (PSA) bij kinderen - Nederlandse ...
Sedatie en/of analgesie (PSA) bij kinderen - Nederlandse ... Sedatie en/of analgesie (PSA) bij kinderen - Nederlandse ...
51015202530354045Een systematische review werd over dit onderwerp gepubliceerd in 2005. Deze review wasgebaseerd op een uitgebreide zoektocht tot november 2003 in medline, PsychInfo, CINAHLen de Cohrane library ( zoektermen: parents, child, pain, presence, procedure, induction entreatment outcome). Dit leverde 71 artikelen op. 28 studies voldeden aan de 3inclusiecriteria van de auteurs: (1) de studies hadden het effect van de aanwezigheid vanouders bestudeerd op het kind, de ouders en/of de professional (2) er was sprake van eencontrolegroep (kinderen die een procedure ondergingen zonder aanwezigheid van deouders en (3) enkel primaire data werden gebruikt.In alle 28 studies samen was sprake van 1256 kinderen met een aanwezige ouder(interventiegroep IG) en 1025 kinderen zonder aanwezige ouder (controlegroep CG). Deleeftijd varieerde van 2 weken tot 18 jaar oud. De grootste groep kinderen betrof kinderendie een inductie tot anesthesie moesten ondergaan (598 kinderen (48%) in deinterventiegroep en 583 (56%) kinderen in de controlegroep). De overige kinderenondergingen een van de volgende medische procedures: vaccinatie (136 IG;90 CG),venapunctie (140 IG;140CG), venapunctie en/of IV toegang en/of urethrale catheterisatie(300 IG;131 CG), tandheelkundige ingreep (16 IG;16 CG), IC procedure (intubatie, plaatsencentrale lijn of throraxdrain; 16 IG;7 CG), lumbaal punctie ((29 IG;28 CG) enbrandwondenzorg (23 IG;30CG).15 studies waren gerandomiseerd, maar slechts 8 daarvan beschrijven de randomisatiemethode. Van de 28 studies hadden slechts 4 voldoende power om een mogelijk effect van30% te vinden. 12 andere hadden voldoende power om een groot effect van 50% te kunnenaantonen.Wat betreft het effect van de ouderlijke aanwezigheid op de distress van het kind waren deresultaten uiteenlopend met zowel studies die een positief effect, negatief of afwezig effectvonden. Studies met een lager niveau van evidence vonden vaker een statistisch significanteffect. In geen enkele van deze studies werd het effect bestudeerd van de aanwezigheid vanouders op de kwaliteit of kwantiteit van de PSA.Wat betreft het effect van de ouderlijke aanwezigheid op de mate van angst en tevredenheidbij de ouders bleek dat ouders die aanwezig waren tijdens de medische procedure van hunkind óf het beter hadden dan de ouders die afwezig waren óf er geen verschil bestond.Diverse studies hebben gerapporteerd dat de ouders zich door hun aanwezigheidbehulpzamer voor hun kind voelden.Wat betreft het effect van de ouderlijke aanwezigheid op de professionals bleek uit geenenkele studie een effect te bestaan op stress of angst bij de professionals of op de incidentievan complicaties. (Piira et al 2005)De systematische review van Piira betrof artikelen die gepubliceerd waren vóór november2003. Daarom werd de literatuur (Medline, Embase) vanaf november 2003 tot en met juli2007 doorzocht op zoek naar recente relevante studies die het effect van aanwezigheid vanouders vergeleken met afwezigheid of met een andere interventie. De volgende zoektermenwerden daarbij in verschillende combinaties gebruikt: parent, parents, presence, parentalpresence, child, procedure en induction. Dit werd ook gecombineerd metprocedurespecifieke zoektermen (bijvoorbeeld endoscopy, lumbar punction,…)De twee volgende artikelen werden gevonden, beide afkomstig van dezelfde researchgroep.Ze hebben betrekking op de angst van kinderen bij de inductie voor anesthesie. Er werdengeen artikelen gevonden die het effect bestudeerden van aanwezigheid van de oudersConceptrichtlijn Sedatie en/of analgesie (PSA)128 bij kinderen op locaties buiten de OK, 2009
51015202530354045tijdens PSA. Kain et al. analyseerden door middel van een multiple gematchte analyse vantwee prospectief verzamelde cohorten patiënten het effect van de aanwezigheid van oudersop de mate van stress van hun kind bij de inductie voor anesthesie. Alle kinderen haddeneen ASA classificatie van I of II en ondergingen een electieve procedure via de dagkliniek.Door te matchen voor leeftijd, geslacht, etniciteit, voorafgaande chirurgische ervaring entemperament werd een studie populatie van 568 kinderen (284 paren) (gemiddelde leeftijd5,7 jaar) gevormd: 284 kinderen in de “ouders niet aanwezig-groep” en 284 kinderen in de“ouders aanwezig-groep”. In beide cohorten was door middel van de modified YalePreoperative Anxiety Scale de angst gemeten bij het kind tijdens de inductie. Deze datawerden verder onderverdeeld op basis van de preoperatieve angst bij kind en ouders waarbijonderscheid werd gemaakt tussen 4 groepen: Groep 1:rustig kind + rustige ouder; Groep2:angstig kind + rustige ouder;Groep 3: rustig kind+angstige ouder;Groep 4:angstig kind+angstige ouder. Voor groep 1 en groep 2 bleek de aanwezigheid van de ouder bij de inductiegeen significant effect op de angst bij het kind te hebben. Een rustige ouder bij een angstigkind (Groep 2) bleek wel een significant stressverminderend effect te hebben. Omgekeerdbleek de aanwezigheid van een angstige ouder tot significant meer stress bij het kind teleiden. (Kain 2006)In een prospectief gerandomiseerd onderzoek naar distress bij de inductie voor anesthesiewerden 408 kinderen (2-12 jaar oud) en hun ouders gerandomiseerd voor één van de vierstudiegroepen: (1) een controle groep met een standaard beleid (geen aanwezigheid vanouders en geen premedicatie), (2) een groep met aanwezigheid van de ouders bij deinductie, (3) een groep die 30 minuten voor het afscheid van de ouders 0,5 mg/kgmidazolam oraal kreeg toegediend en (4) een groep waarin een nieuwe interventie werdtoegepast. Deze interventie was een zogenaamde family-centered gedragsgerichtevoorbereiding en bestond uit een uitgebreide voorbereiding met informatie voor de oudersover de inductietechniek hoe ze hun kind daarop het best kunnen voorbereiden, hoe ze hetbest met hun kind kunnen communiceren en omgaan op de dag van de operatie en in deoperatiekamer en welke afleidingstechnieken ze daarbij het best kunnen gebruiken. Deouders kregen ook een instructiesetje met daarin een inductiemasker, haarkapje enmondmasker. Tijdens de twee dagen voorafgaand aan de operatie werden de ouderstelefonisch gecontacteerd om na te gaan of ouders de voorbereiding hadden gevolgd en omte bespreken hoe de ouders zouden proberen hun kind af te leiden. Op de dag van deoperatie kregen de kinderen in de voorbereidingskamer een zak met leeftijdsaangepastspeelgoed en een verrassingsdoosje waarvan werd verteld dat ze het zouden kunnenopenen tijdens de maskerinductie. Ouders werden gestimuleerd om hun eigen“afleidingsplan” toe te passen. Na introductie van het inductiemasker in de operatiekamerwerd het cadeautje binnengebracht en geopend tijdens het opstarten van de inductie. Doorgetrainde observers (onder leiding van een psycholoog) werd door middel van bestaandegevalideerde meetschalen de preoperatieve angst van kind en ouders, de angst tijdens deinductie, de incidentie van delier tijdens de recovery, de nood aan postoperatieve pijnstillingen de tijd tot ontslag van de recovery afdeling gemeten. De preoperatieve angst wassignificant lager in de interventiegroep in vergelijking met de drie andere groepen. De angstbij de inductie was gelijk aan de midazolamgroep maar significant lager dan in de overigetwee groepen. Kinderen uit de interventiegroep hadden een significant lager incidentie vanRichtlijn Sedatie en/of analgesie (PSA)bij kinderen op locaties buiten de OK, 2010 129
- Page 88 and 89: 510In het hoofdstuk over niet-farma
- Page 90 and 91: Niveau 4Bij gebruik van lachgas zij
- Page 92 and 93: sedatieniveau. Een effectief sedati
- Page 94 and 95: 510152025303540457. Dial S, Silver
- Page 96 and 97: Conceptrichtlijn Sedatie en/of anal
- Page 98 and 99: gevolg voor de juridische bevoegdhe
- Page 100 and 101: 51015202530354045zijn dat de opdrac
- Page 102 and 103: 51015202530354045Het is derhalve no
- Page 104 and 105: Post-procedurele faseD Mening van d
- Page 106 and 107: Conceptrichtlijn Sedatie en/of anal
- Page 108 and 109: toedienen van het sedativum tot op
- Page 110 and 111: Niveau 2Met pulse-oximetrie wordt e
- Page 112 and 113: 5standaardbewaking het bewaken van
- Page 114 and 115: Niveau 4Experts zijn van mening dat
- Page 116 and 117: Niveau 4Experts zijn van mening dat
- Page 118 and 119: 51015en of dit plaatsvindt, is last
- Page 120 and 121: methodes om de terugkeer naar een n
- Page 122 and 123: 3. de noodzakelijke observatietijd
- Page 124 and 125: AanbevelingDe werkgroep is van meni
- Page 126 and 127: 5101520. Powers, EB Nazarian, SA Ta
- Page 128 and 129: 510Overige overwegingenBij deze aan
- Page 130 and 131: 510Overige overwegingenHet kind dat
- Page 132 and 133: 5.3 Welke verslaglegging dient plaa
- Page 134 and 135: Conceptrichtlijn Sedatie en/of anal
- Page 136 and 137: 51015202530354045van een visual ana
- Page 140 and 141: delier tijdens de recovery, hadden
- Page 142 and 143: 51015202530354045anesthesie;N=45) m
- Page 144 and 145: 5Pain Score en aan de hand van de P
- Page 146 and 147: • Speltherapeutische voorbereidin
- Page 148 and 149: Conceptrichtlijn Sedatie en/of anal
- Page 150 and 151: 510152025303540452. Hoe vanzelfspre
- Page 152 and 153: 5101520253035- Er is geen onderzoek
- Page 154 and 155: zoals bijvoorbeeld afleiden te hebb
- Page 156 and 157: Binnen het kader van het verrichten
- Page 158 and 159: Niveau 4Sommige experts menen dat g
- Page 160 and 161: - Een PSA van een kind waarbij teve
- Page 162 and 163: Conceptrichtlijn Sedatie en/of anal
- Page 164 and 165: 51015202530354045de mogelijke compl
- Page 166 and 167: (gemeten aan de hand van de CHEOPS
- Page 168 and 169: Niveau 1Het sederend effect van een
- Page 170 and 171: 516. Terndrup TE,Cantor RM,Madden C
- Page 172 and 173: 51015202530354045ozonlaag. Het gebr
- Page 174 and 175: 51015202530354045toegepast. (Rowlan
- Page 176 and 177: 51015202530354045Patiënten werden
- Page 178 and 179: 51015202530354045mislukte 8%. In be
- Page 180 and 181: ConclusiesNiveau 2Lachgas toegedien
- Page 182 and 183: 510152025303540(een juiste indicati
- Page 184 and 185: 51015202530354045502. Bar-Meir E, Z
- Page 186 and 187: Conceptrichtlijn Sedatie en/of anal
51015202530354045tijd<strong>en</strong>s <strong>PSA</strong>. Kain et al. analyseerd<strong>en</strong> door middel van e<strong>en</strong> multiple gematchte analyse vantwee prospectief verzamelde cohort<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> het effect van de aanwezigheid van oudersop de mate van stress van hun kind <strong>bij</strong> de inductie voor anesthesie. Alle kinder<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>e<strong>en</strong> ASA classificatie van I <strong>of</strong> II <strong>en</strong> onderging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> electieve procedure via de dagkliniek.Door te match<strong>en</strong> voor leeftijd, geslacht, etniciteit, voorafgaande chirurgische ervaring <strong>en</strong>temperam<strong>en</strong>t werd e<strong>en</strong> studie populatie van 568 kinder<strong>en</strong> (284 par<strong>en</strong>) (gemiddelde leeftijd5,7 jaar) gevormd: 284 kinder<strong>en</strong> in de “ouders niet aanwezig-groep” <strong>en</strong> 284 kinder<strong>en</strong> in de“ouders aanwezig-groep”. In beide cohort<strong>en</strong> was door middel van de modified YalePreoperative Anxiety Scale de angst gemet<strong>en</strong> <strong>bij</strong> het kind tijd<strong>en</strong>s de inductie. Deze datawerd<strong>en</strong> verder onderverdeeld op basis van de preoperatieve angst <strong>bij</strong> kind <strong>en</strong> ouders waar<strong>bij</strong>onderscheid werd gemaakt tuss<strong>en</strong> 4 groep<strong>en</strong>: Groep 1:rustig kind + rustige ouder; Groep2:angstig kind + rustige ouder;Groep 3: rustig kind+angstige ouder;Groep 4:angstig kind+angstige ouder. Voor groep 1 <strong>en</strong> groep 2 bleek de aanwezigheid van de ouder <strong>bij</strong> de inductiege<strong>en</strong> significant effect op de angst <strong>bij</strong> het kind te hebb<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> rustige ouder <strong>bij</strong> e<strong>en</strong> angstigkind (Groep 2) bleek wel e<strong>en</strong> significant stressverminder<strong>en</strong>d effect te hebb<strong>en</strong>. Omgekeerdbleek de aanwezigheid van e<strong>en</strong> angstige ouder tot significant meer stress <strong>bij</strong> het kind teleid<strong>en</strong>. (Kain 2006)In e<strong>en</strong> prospectief gerandomiseerd onderzoek naar distress <strong>bij</strong> de inductie voor anesthesiewerd<strong>en</strong> 408 kinder<strong>en</strong> (2-12 jaar oud) <strong>en</strong> hun ouders gerandomiseerd voor één van de vierstudiegroep<strong>en</strong>: (1) e<strong>en</strong> controle groep met e<strong>en</strong> standaard beleid (ge<strong>en</strong> aanwezigheid vanouders <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> premedicatie), (2) e<strong>en</strong> groep met aanwezigheid van de ouders <strong>bij</strong> deinductie, (3) e<strong>en</strong> groep die 30 minut<strong>en</strong> voor het afscheid van de ouders 0,5 mg/kgmidazolam oraal kreeg toegedi<strong>en</strong>d <strong>en</strong> (4) e<strong>en</strong> groep waarin e<strong>en</strong> nieuwe interv<strong>en</strong>tie werdtoegepast. Deze interv<strong>en</strong>tie was e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde family-c<strong>en</strong>tered gedragsgerichtevoorbereiding <strong>en</strong> bestond uit e<strong>en</strong> uitgebreide voorbereiding met informatie voor de oudersover de inductietechniek hoe ze hun kind daarop het best kunn<strong>en</strong> voorbereid<strong>en</strong>, hoe ze hetbest met hun kind kunn<strong>en</strong> communicer<strong>en</strong> <strong>en</strong> omgaan op de dag van de operatie <strong>en</strong> in deoperatiekamer <strong>en</strong> welke afleidingstechniek<strong>en</strong> ze daar<strong>bij</strong> het best kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. Deouders kreg<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> instructiesetje met daarin e<strong>en</strong> inductiemasker, haarkapje <strong>en</strong>mondmasker. Tijd<strong>en</strong>s de twee dag<strong>en</strong> voorafgaand aan de operatie werd<strong>en</strong> de ouderstelefonisch gecontacteerd om na te gaan <strong>of</strong> ouders de voorbereiding hadd<strong>en</strong> gevolgd <strong>en</strong> omte besprek<strong>en</strong> hoe de ouders zoud<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> hun kind af te leid<strong>en</strong>. Op de dag van deoperatie kreg<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> in de voorbereidingskamer e<strong>en</strong> zak met leeftijdsaangepastspeelgoed <strong>en</strong> e<strong>en</strong> verrassingsdoosje waarvan werd verteld dat ze het zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>op<strong>en</strong><strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de maskerinductie. Ouders werd<strong>en</strong> gestimuleerd om hun eig<strong>en</strong>“afleidingsplan” toe te pass<strong>en</strong>. Na introductie van het inductiemasker in de operatiekamerwerd het cadeautje binn<strong>en</strong>gebracht <strong>en</strong> geop<strong>en</strong>d tijd<strong>en</strong>s het opstart<strong>en</strong> van de inductie. Doorgetrainde observers (onder leiding van e<strong>en</strong> psycholoog) werd door middel van bestaandegevalideerde meetschal<strong>en</strong> de preoperatieve angst van kind <strong>en</strong> ouders, de angst tijd<strong>en</strong>s deinductie, de incid<strong>en</strong>tie van delier tijd<strong>en</strong>s de recovery, de nood aan postoperatieve pijnstilling<strong>en</strong> de tijd tot ontslag van de recovery afdeling gemet<strong>en</strong>. De preoperatieve angst wassignificant lager in de interv<strong>en</strong>tiegroep in vergelijking met de drie andere groep<strong>en</strong>. De angst<strong>bij</strong> de inductie was gelijk aan de midazolamgroep maar significant lager dan in de overigetwee groep<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> uit de interv<strong>en</strong>tiegroep hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> significant lager incid<strong>en</strong>tie vanRichtlijn <strong>Sedatie</strong> <strong>en</strong>/<strong>of</strong> <strong>analgesie</strong> (<strong>PSA</strong>)<strong>bij</strong> kinder<strong>en</strong> op locaties buit<strong>en</strong> de OK, 2010 129