12.07.2015 Views

Richtlijn 'Antistolling bij tandheelkundige ingrepen' - PAOT

Richtlijn 'Antistolling bij tandheelkundige ingrepen' - PAOT

Richtlijn 'Antistolling bij tandheelkundige ingrepen' - PAOT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Richtlijn</strong> ‘Antistolling <strong>bij</strong> <strong>tandheelkundige</strong> ingrepen’1.3 EpidemiologieHet aantal mensen in Nederland dat orale antistollingsmedicatie gebruikt is een steeds groterwordende groep. Dagelijks gebruiken 299.800 mensen orale antistolling, dit is <strong>bij</strong>na 1 op de 60Nederlanders (6). Hiervan is 165.800 man en 134.000 vrouw. De indicaties variëren vanatriumfibrilleren tot veneuze stoornissen. De grootste groep die deze medicatie gebruikt zijn mensenmet arteriële aandoeningen, een kleinere groep wordt gevormd door mensen met diepe veneuzetrombose. Het risico op bloedingen ligt in deze populatie rond de 0.5%, dit is echter in een klinischesetting. Het werkelijke risico ligt waarschijnlijk hoger (7).Het percentage mensen dan per jaar een tandarts bezoekt is 78.3%. Het percentage mannendat de tandarts bezoekt ligt iets lager dan het percentage vrouwen: 77.6% versus 79.0%. Van alleNederlanders kwam 4.1% voor het trekken van een tand of kies (6). Dit zou dus betekenen dat er <strong>bij</strong>12.300 mensen die orale antistolling gebruiken een tand of kies werd getrokken. Ook zijn er nogmeer invasieve <strong>tandheelkundige</strong> ingrepen die gepaard gaan met een verhoogd bloedingsrisico, maarhierover waren geen cijfers te vinden. Het moge echter duidelijk zijn dat het om een dusdanig grotegroep gaat dat het opstellen van een richtlijn van belang is.1.4 DoelgroepDeze richtlijn is geschreven ten behoeve van zorgverleners die patiënten met antistollingsmedicatieadviseren over maatregelen om een bloeding dan wel trombose te voorkomen <strong>bij</strong> het uitvoeren van<strong>tandheelkundige</strong> ingrepen. Met het ontwikkelen van deze richtlijn wordt voorzien in de behoefte van(tand)artsen aan eenduidigheid over het beleid <strong>bij</strong> deze patiëntgroep en wordt bovendien getrachtdit beleid zoveel mogelijk te baseren op evidence uit de literatuur.1.5 Samenstelling en werkwijze werkgroepVoor het ontwikkelen van de richtlijn is een werkgroep opgesteld, bestaande uit vier derdejaarsstudenten geneeskunde en twee begeleiders. Er werd gewerkt volgens de methodiek van evidencebased-richtlijnontwikkeling,waar<strong>bij</strong> op basis van een aantal uitgangsvragen gezocht wordt naarantwoorden in de literatuur. De vaardigheden voor het uitvoeren van deze methodiek werdenverworven dankzij de hoorcolleges en zelfstudieopdrachten uit het keuzeblok 5KME5 Evidence BasedMedicine. Inhoudsdeskundige begeleiding en advies werd gegeven door een specialist van deafdeling algemene interne geneeskunde van het UMC St Radboud.De aanbevelingen zijn mede tot stand gekomen op basis van meningsvorming en discussiebinnen de werkgroep. Een belangrijk aspect hier<strong>bij</strong> was het onafhankelijk beoordelen van literatuurdoor twee werkgroepleden. Voor een gedetailleerde beschrijving van de geraadpleegde bronnen,- 7 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!