In dit nummer oa - NVOS-Orthobanda

In dit nummer oa - NVOS-Orthobanda In dit nummer oa - NVOS-Orthobanda

nvos.orthobanda.nl
from nvos.orthobanda.nl More from this publisher
12.07.2015 Views

“Grote bedrijven hebben de toekomst.”OIM directeur Foeke Kuipergaat met pensioenVanaf 1 juni j.l. is Foeke Kuiper (62) directeur af. De OIM Groep ziet in de heerC.H. Falkenström zijn opvolger. Kuiper, bekend om zijn sterke mening als het gaat omde economische ontwikkelingen binnen de branche, zal op de achtergrond betrokkenblijven bij de OIM Groep. Helemaal afscheid nemen van de orthopedische instrumentmakerijen orthopedische schoenmakerij kan hij nog niet. Zijn hart ligt bij het makenvan een verschil. Tussen overleven en functioneren. Zoals hij zelf stelt: “Ik ben lieverdirecteur van een bedrijf in deze branche dan van een vuurwerkfabriek.”Door: Mariska van VondelenBevlogen idealist, en ook manager.Hart voor mensen en voor de branche, enook ondernemer. Altijd nieuwe ideeën.Zich laten inspireren door deontwikkelingen op de economische enpolitieke markt. Een nooit aflatende drangom efficiënt een product neer te zettenwaar cliënt en werknemer mee aan de slagkunnen. Uitdragen wat hij belangrijk vindt;groei, alerte ondernemers en experimenterendewerknemers. “In deze brancheredden de kleine bedrijven het niet. En welom de alom bekende redenen. Ze hebbente kampen met gebrek aan opvolging en deverzekeraars willen liever niet met ze inonderhandeling omdat ze met minderleveranciers zaken willen doen. Ook detoegenomen administratieve lasten,regelgeving van het Ministerie en dezorgverzekeraars zijn een belemmering.Hoe houdt je al die verzekeringsreglementenbij als kleine ondernemer?Hierdoor verliezen de kleinere bedrijvenmarktaandeel. Dat wil niet zeggen dat hoegroter het bedrijf is, hoe beter de kwaliteitvan het bedrijf is. Maar door de omvang endoor meerdere vestigingen in verschillendedelen van het land kan een bedrijf meerservice bieden.”SamenOIM werd in 1981 opgericht in Haren alsStichting Orthopedisch InstrumentmakerijNoord-Nederland. In 1984 werd devestiging in Leeuwarden geopend. In 1988werd hij directeur van de stichting waar hijnu, na zijn vertrek bij OIM, voorzitter vanhet stichtingsbestuur is. In 1991 voegde hij,als eerste in Nederland, een orthopedischeschoenmakerij aan een orthopedischeinstrumentenmakerij toe. “Een omslag eneen trend is dat achteraf gezien gebleken.Inmiddels hebben meerdere bedrijven dezestap gemaakt en zijn zij uitgegroeid totefficiënte bedrijven die een totaalproductleveren aan cliënten die orthesen enaangepast schoeisel behoeven.” Inmiddelstelt het bedrijf veertien vestigingen,waarvan negen in het Noorden vanNederland (Groningen, Friesland, Drente).In 2002 werden filialen in Haarlem enAmsterdam overgenomen. “Een beslissingdie ook door de verzekeraars werdverwelkomd. De concurrentie onder deorthopedische instrumentmakerijen enorthopedische schoentechnische bedrijvenis in de regio Amsterdam op deze manierweer nieuw leven ingeblazen. Want wat dezorgverzekeraars niet willen is dat bepaaldegrote bedrijven monopolisten worden inbepaalde regio’s. Concurrentie houdt debedrijfstak scherp.”Groei“De groei van een bedrijf is onvermijdelijk.Om het hoofd boven water te houden is hetsamenvoegen van disciplines een goedestap. De twee branches, de orthopedischeinstrumentmakerij en de orthopedischeschoenmakerij hebben veel overeenkomsten,maar net zoveel verschillen.De samenwerking die in de OIM Groep elkedag weer tot stand komt, is het resultaatvan het open staan voor elkaar. Van elkaarwillen leren. En mijn ervaring is dat doorde samenwerking de integratie van dezebedrijven optimaal is.” Toen de tweebranches werden samengevoegd stond hetpersoneel van de orthopedischeinstrumentmakerij hier niet negatieftegenover. “Het waren de orthopedischeschoentechnici die, mijns inziens eenonterecht, negatief zelfbeeld hadden naarde instrumentmakers toe. Onvoorstelbaar,maar waar. Dit is naarmate de tijd verstrijktgelukkig weggenomen. Dat is mede tedanken aan het feit dat de opleiding voorbeide beroepen in Nieuwegein inmiddels issamengevoegd. Waar kunnen contactenmakkelijker gelegd worden dan in een14 orthopedische schoentechniek

school waar leerlingen open staan om vanelkaar te leren. Dat maakt het allemaal veeleenvoudiger.”BestuurIn 1997 werd door de inmiddels overledenJo Hansen een dringend beroep gedaan omzitting te nemen in het bestuur van deNVOS. Kuiper is hierop ingegaan en heeftzich twee jaar ingezet als bestuurslid.Hier kwam een eind aan door dat OIMhet bedrijf overnam waar bestuurslidTjerkje Kooistra werkzaam was. Ook zij zatin het bestuur van de NVOS en tweebestuursleden in de NVOS van één bedrijfwas niet wenselijk. Aangezien Kuiper heterg belangrijk vond dat een vrouw in hetbestuur zitting had (“En vooral Tjerkje”)trad hij af. Over zijn tijd als bestuurslid:“De sfeer tegenover grote bedrijven wasvaak aanvallend. Velen waren van meningdat de grote de kleine bedrijven willenopeten. Ze vergaten hierbij dat juist demanagers van grote bedrijven veelonderhandelingen voerden waar juist diekleine bedrijven baat bij hadden. Veelkleine bedrijven maakten en makengebruik van de kennis van de grotebedrijven. Deze managers maken tijd vrijom bijvoorbeeld kwaliteitssystemen teontwikkelen. En geven vaak ruimte aanwerknemers om te experimenteren. Daarhebben de kleinere bedrijven ook baat bij.Kennis wordt immers gedeeld binnen deNVOS.”ToekomstVoor Kuiper is het spel nog nietuitgespeeld. Op de achtergrond, in hetstichtingsbestuur binnen de OIM Groep,blijft hij de branche en het bedrijf volgen.En van raad en daad voorzien.Vol vertrouwen ziet hij de toekomst vanhet bedrijf tegemoet. En ook van debranche in zijn geheel.“De rol van de NVOS zal, nog meer als nu,oplossingsgericht zijn.” Kuiper hamert opeen kwaliteitssysteem en op deondernemersdrift van de orthopedischeschoentechnici zonder hierbij hetvakmanschap geweld aan te doen.“De NVOS kan niet alles regelen. Zij kan deondernemer niet aan het handjemeenemen. Dat moet de ondernemer ookniet willen. Wat de NVOS wel kan doen isproberen een doorbraak in decommunicatie te forceren als het gaat overde toekomstige ontwikkelingen van en inde branche. Breek die discussie maar open.Breng het naar de ondernemers in de regio.Houdt themabijeenkomsten overbijvoorbeeld samenwerken met anderebranches, de prijzendruk en continuïteit.”Kuiper pleit voor kleine bijeenkomsten,zodat de discussie los kan barsten.“In kleine groepen heeft iedereen eenstem. Per regio spelen naast de landelijkeproblematiek als onderhandelingen met deverzekeraars ook de regionale kwesties.Zo blijkt bijvoorbeeld uit onderzoek dat inbepaalde regio’s de verhouding van defabricage van A-schoeisel op 80% tegen50% elders in het land ligt. Hoe komt daten wat doen ondernemers met dezegegevens? Achterover liggen en denkenmijn tijd komt wel of met elkaar deschouders eronder zetten en plannen voorde toekomst maken?”oktober 200415

“Grote bedrijven hebben de toekomst.”OIM directeur Foeke Kuipergaat met pensioenVanaf 1 juni j.l. is Foeke Kuiper (62) directeur af. De OIM Groep ziet in de heerC.H. Falkenström zijn opvolger. Kuiper, bekend om zijn sterke mening als het gaat omde economische ontwikkelingen binnen de branche, zal op de achtergrond betrokkenblijven bij de OIM Groep. Helemaal afscheid nemen van de orthopedische instrumentmakerijen orthopedische schoenmakerij kan hij nog niet. Zijn hart ligt bij het makenvan een verschil. Tussen overleven en functioneren. Z<strong>oa</strong>ls hij zelf stelt: “Ik ben lieverdirecteur van een bedrijf in deze branche dan van een vuurwerkfabriek.”Door: Mariska van VondelenBevlogen idealist, en ook manager.Hart voor mensen en voor de branche, enook ondernemer. Altijd nieuwe ideeën.Zich laten inspireren door deontwikkelingen op de economische enpolitieke markt. Een nooit aflatende drangom efficiënt een product neer te zettenwaar cliënt en werknemer mee aan de slagkunnen. Uitdragen wat hij belangrijk vindt;groei, alerte ondernemers en experimenterendewerknemers. “<strong>In</strong> deze brancheredden de kleine bedrijven het niet. En welom de alom bekende redenen. Ze hebbente kampen met gebrek aan opvolging en deverzekeraars willen liever niet met ze inonderhandeling omdat ze met minderleveranciers zaken willen doen. Ook detoegenomen administratieve lasten,regelgeving van het Ministerie en dezorgverzekeraars zijn een belemmering.Hoe houdt je al die verzekeringsreglementenbij als kleine ondernemer?Hierdoor verliezen de kleinere bedrijvenmarktaandeel. Dat wil niet zeggen dat hoegroter het bedrijf is, hoe beter de kwaliteitvan het bedrijf is. Maar door de omvang endoor meerdere vestigingen in verschillendedelen van het land kan een bedrijf meerservice bieden.”SamenOIM werd in 1981 opgericht in Haren alsStichting Orthopedisch <strong>In</strong>strumentmakerijNoord-Nederland. <strong>In</strong> 1984 werd devestiging in Leeuwarden geopend. <strong>In</strong> 1988werd hij directeur van de stichting waar hijnu, na zijn vertrek bij OIM, voorzitter vanhet stichtingsbestuur is. <strong>In</strong> 1991 voegde hij,als eerste in Nederland, een orthopedischeschoenmakerij aan een orthopedischeinstrumentenmakerij toe. “Een omslag eneen trend is dat achteraf gezien gebleken.<strong>In</strong>middels hebben meerdere bedrijven dezestap gemaakt en zijn zij uitgegroeid totefficiënte bedrijven die een totaalproductleveren aan cliënten die orthesen enaangepast schoeisel behoeven.” <strong>In</strong>middelstelt het bedrijf veertien vestigingen,waarvan negen in het Noorden vanNederland (Groningen, Friesland, Drente).<strong>In</strong> 2002 werden filialen in Haarlem enAmsterdam overgenomen. “Een beslissingdie ook door de verzekeraars werdverwelkomd. De concurrentie onder deorthopedische instrumentmakerijen enorthopedische schoentechnische bedrijvenis in de regio Amsterdam op deze manierweer nieuw leven ingeblazen. Want wat dezorgverzekeraars niet willen is dat bepaaldegrote bedrijven monopolisten worden inbepaalde regio’s. Concurrentie houdt debedrijfstak scherp.”Groei“De groei van een bedrijf is onvermijdelijk.Om het hoofd boven water te houden is hetsamenvoegen van disciplines een goedestap. De twee branches, de orthopedischeinstrumentmakerij en de orthopedischeschoenmakerij hebben veel overeenkomsten,maar net zoveel verschillen.De samenwerking die in de OIM Groep elkedag weer tot stand komt, is het resultaatvan het open staan voor elkaar. Van elkaarwillen leren. En mijn ervaring is dat doorde samenwerking de integratie van dezebedrijven optimaal is.” Toen de tweebranches werden samengevoegd stond hetpersoneel van de orthopedischeinstrumentmakerij hier niet negatieftegenover. “Het waren de orthopedischeschoentechnici die, mijns inziens eenonterecht, negatief zelfbeeld hadden naarde instrumentmakers toe. Onvoorstelbaar,maar waar. Dit is naarmate de tijd verstrijktgelukkig weggenomen. Dat is mede tedanken aan het feit dat de opleiding voorbeide beroepen in Nieuwegein inmiddels issamengevoegd. Waar kunnen contactenmakkelijker gelegd worden dan in een14 orthopedische schoentechniek

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!