Figuur Hypnogram : weergave van de slaapcycli gedurende één nachtelijke slaapperiode*JongvolwassenenWakkerREM1slaapstadia2341 2 3 4 5 6 7uren*De zwarte blokjes geven de REM-slaap aan.Bron : Visser P, Hofman WF. Slapen en dromen: theorie en klinische praktijk. Alphen a/d Rijn: Samson Stafleu, 1986.- Belang van de eerste 4 uren slaap, gezien deslaaparchitectuur.- Invloed van leeftijd op de slaapstructuur(baby’s slapen het grootste deel van de dag,bij ouderen verandert het slaappatroon).- Aantal uren essentiële slaap en de individueleverschillen (fenomeen kort- en langslapers,misvattingen omtrent aantal uren benodigdeslaap).- De slaap is een spiegel van de toestandoverdag : Wie tot ’s avonds laat druk bezig is,mag niet verwachten dat hij onmiddellijk kanslapen. Iemand die de hele dag piekert en totniet veel komt, zal dat waarschijnlijk ook in zijnslaap ervaren.- Slapen is een normale overgang naontspanning. Belangrijk hierbij is op te merkendat het belangrijk is voor de patiënt om zichte leren ontspannen, slapen volgt daar vanzelfop, het komt er dus op neer ontspanning(fysiologisch en psychologisch) te initiëren.- Plaats van medicatie in behandelingslapeloosheid en effect van medicatie ofalcohol op de slaap (bij alcohol : inslaaptijdverkort maar duur slaap vermindert).- Prevalentie van slapeloosheid (het komt vaakvoor).b. Belang van de conditionering die zich na 2 à3 weken al ontwikkelt. Dit is het mechanismewaarbij het bed steeds meer de betekenis krijgtvan “de plaats waar ik wakker lig”. Het steedsmoeilijker inslapen zorgt ervoor dat de patiënt veelaandacht zal schenken aan allerlei signalen dieer volgens hem op wijzen dat hij vannacht weerlang wakker zal liggen. Deze dynamiek leidt danweer tot de anticipatie van de angst dat hij nietzal slapen. Beide mechanismen induceren eenvicieuze cirkel van angstig makende gedachtenen spanning, met wakker liggen tot gevolg.- 36 -
2. Slaaphygiëne met stimuluscontroleGa na wat de patiënt zelf al van anderen gehoorden uitgeprobeerd heeft. Zaken suggereren die depatiënt al eerder vruchteloos uitgeprobeerd heeft,versterkt de negatieve manier van denken enondergraaft verdere suggesties. Wel is het belangrijkom na te gaan of de patiënt zijn of haar inspanningenvoldoende lang volgehouden heeft, omdat dit eenreden van falen kan zijn.Afhankelijk van de info die de patiënt aanbrengt,kunnen volgende adviezen aangegeven worden :a. Inspanning en ontspanning :- Probeer overdag zo actief mogelijk te zijn.Regelmatige lichaamsbeweging verbetert deslaap. Vermijd echter zware inspanningenenkele uren voor het slapengaan. Vrijen isgeen probleem, omdat de meeste mensenzich nadien ontspannen voelen.- Gebruik het laatste half uur van de dag omje geleidelijk voor te bereiden op het slapen.Doe iets dat voor jou ontspannend is.b. Eten, drinken, slaapomgeving :- Vermijd zware maaltijden, roken, alcoholen dranken die cafeïne bevatten (koffie,cola, thee) voor het slapengaan. Alcoholvergemakkelijkt het inslapen, maar maaktdat je minder diep slaapt en vaker wakkerwordt.- Zorg voor een aangename temperatuurin de slaapkamer, voldoende verluchting enverduistering.c. Goede slaapgewoontes- Blijf niet te lang wakker in bed liggen. Dit leidtimmers tot een onderbroken en oppervlakkigeslaap.- Probeer iedere dag op hetzelfde tijdstip opte staan. Op regelmatige tijdstippen wakkerworden, geeft automatisch aanleiding totregelmaat bij het inslapen.- Vermijd slapen overdag. Probeer je tekortaan slaap niet overdag in te halen. Als je datwel doet, zal dit een weerslag hebben op jenachtelijke slaap.Als je houdt aan een middagdutje, probeerdit dan te beperken tot 15 minuten. Heb je ’savonds inslaapproblemen, kijk dan eens of hetweglaten van je middagdutje gedurende drieweken enig effect heeft.- Als je na 20 minuten in bed nog niet bentingeslapen, sta dan op en doe een nuttigemaar eerder vervelende bezigheid in eenandere kamer. Ga pas weer naar bed als jeweer moe wordt. Als je weer niet kan inslapenna 20 minuten, sta dan opnieuw op enherhaal de procedure.Voor een schematisch overzicht van de tips omtrentslaaphygiëne, zie de patiëntenfolder (bijlage 1c).3. Opvolging :a. Om therapietrouw te verhogen wordt een followupconsultatie voorzien na een drietal weken (inde tussenperiode test de patiënt de afgesprokeninterventies uit).b. Er kan aan de patiënt gevraagd wordeneen slaapwaakdagboek bij te houden. (vooreen voorbeeld van slaapwaakdagboek ziebijlage 4).4. Verwijzing :a. Indien er na 5 à 10 weken geen veranderingwaar te nemen is, kan in overleg met de patiëntgedacht worden aan verwijzing (eventueelslaaplabo, gespecialiseerde aanpak,…).b. Naar wie doorverwijzen : cognitievegedragstherapie, relaxatie,… (zie modulealternatieven).> Stap 3 : de medicamenteuze aanpak- De medicatieOf al dan niet medicatie gekozen wordt, is afhankelijkvan :> De ernst van de slapeloosheid :indien de patiënt door zijn slapeloosheid onderextreme druk (distress) komt te staan, kan medicatieoverwogen worden.> De duur van de slapeloosheid :a. Acuut (minder dan 3 weken) : enkel medicatie inacute situaties en tijdelijk (plots overlijden,…).- 37 -