50kwam vaker voor bij <strong>de</strong> i.m. toedien<strong>in</strong>g (i.m. 24 vs 2%; i.v. 16 vs 2%). Er was we<strong>in</strong>ig verschil tussen <strong>de</strong>toedien<strong>in</strong>gsvormen voor <strong>de</strong> bijwerk<strong>in</strong>g misselijkheid of braken (i.m. 3 vs 0,2%; i.v.: 4 vs 0,5%).Respiratoire <strong>de</strong>pressie kwam we<strong>in</strong>ig voor, maar wel significant vaker <strong>in</strong> <strong>de</strong> magnesiumsulfaat- dan <strong>in</strong> <strong>de</strong>placebogroep (1,0 vs 0,5%; RR 1,98, 95%-BI 1,24-3,15). Magnesiumsulfaat h<strong>in</strong>g samen met een lichteverhog<strong>in</strong>g van het risico op het uitvoeren van een sectio ceasarea (RR 1,05, 95%-BI 1,01-1,10). Ernstigeonverwachte complicaties wer<strong>de</strong>n gerapporteerd bij 6 vrouwen uit <strong>de</strong> magnesiumsulfaatgroep en bij 3vrouwen uit <strong>de</strong> placebogroep. Bij <strong>de</strong> magnesiumsulfaatgroep beston<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze problemen uit lokale irritatiedoor tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> toedien<strong>in</strong>g van magnesiumsulfaat via het <strong>in</strong>fuus (2 vrouwen), foetale hartactie gestopt (1k<strong>in</strong>d), beroerte (1 vrouw), hartstilstand (1 vrouw), en pulmonaal oe<strong>de</strong>em (1 vrouw). Bij <strong>de</strong> placebogroepg<strong>in</strong>g het om anafylactische shock (1 vrouw), hartstilstand (1 vrouw) en beroerte (1 vrouw) (Altman 2002).Uit een vervolgstudie bleek er na twee jaar geen verschil meer <strong>in</strong> ongunstige uitkomsten voor <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rs(Magpie Trial Follow-Up Study Collaborative Group 2007).5.3 Wat is <strong>de</strong> effectiviteit van magnesiumsulfaat voor het k<strong>in</strong>d?Eén grote RCT (Magpie Trial, n = 7927) on<strong>de</strong>rzocht <strong>de</strong> langetermijneffecten van magnesiumsulfaattoedien<strong>in</strong>g bij pre-eclampsie <strong>in</strong> een cohort vrouwen uit <strong>de</strong> oorspronkelijke trial (n = 3375) (follow-up 2jaar) en hun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren (follow-up 18 maan<strong>de</strong>n)( Magpie Trial Follow-Up Study Collaborative Group2007). Er werd geen significant verschil gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> primaire uitkomstmaten (mortaliteit of nietaangeboren neurosensorische handicaps bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van moe<strong>de</strong>rs die met magnesiumsulfaat wer<strong>de</strong>nbehan<strong>de</strong>ld, of met placebo (245/1635 versus 233/1648: RR = 1,10, 95%-BI 0,93-1,29). Eensubgroepanalyse naar <strong>de</strong> ernst van <strong>de</strong> pre-eclampsie toon<strong>de</strong> consistente resultaten voor alle groepen(Magpie Trial Follow-Up Study Collaborative Group 2007). Voor magnesiumsulfaat op foetale <strong>in</strong>dicatie(neuroprotectief effect) bij dreigen<strong>de</strong> vroeggeboorte wordt verwezen naar <strong>de</strong> multidiscipl<strong>in</strong>aire richtlijndreigen<strong>de</strong> vroeggeboorte (<strong>NVOG</strong> 2011, <strong>in</strong> afwacht<strong>in</strong>g van publicatie).5.4 Wat zijn <strong>de</strong> bijwerk<strong>in</strong>gen van magnesiumsulfaat voor het k<strong>in</strong>d?Antenataal kan magnesiumsulfaat lei<strong>de</strong>n tot een lichte dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> basale foetale hartfrequentie en eenverm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> variabiliteit van <strong>de</strong>ze hartfrequentie. Bei<strong>de</strong> zijn echter kl<strong>in</strong>isch niet van betekenis (Atk<strong>in</strong>son1994, Hallak 1999). De gecomb<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> data van <strong>de</strong> vijf genoem<strong>de</strong> RCT’s uit <strong>de</strong> cochranereview naar hetneuroprotectieve effect van magnesiumsulfaat, geven geen aanwijz<strong>in</strong>gen voor een verhoogd risico opfoetale, neonatale mortaliteit. Ook werd er geen significant verschil gezien <strong>in</strong> bei<strong>de</strong> groepen voor watbetreft aanhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> respiratoire on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>traventriculaire bloed<strong>in</strong>gen, periventriculaire
51leukomalacie, apgarscore 5 m<strong>in</strong>uten postpartum on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 7, neonatale <strong>in</strong>sulten, hypotonie, ofzuurstofbehoefte bij een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leeftijd van 28 dagen en een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>zwangerschap</strong>sduur van 36weken (Doyle 2009).Inci<strong>de</strong>nteel wor<strong>de</strong>n bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van moe<strong>de</strong>rs die met magnesiumsulfaat behan<strong>de</strong>ld zijn mogelijk tekenenvan hypermagnesiëmie (Mg > 1,2 mmol/l) gezien. De symptomen tre<strong>de</strong>n meestal pas op bij Mgserumwaar<strong>de</strong>n> 2,5 mmol/l. Symptomen kunnen zijn: spierzwakte en daardoor m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goed doora<strong>de</strong>men,sloomheid, flush<strong>in</strong>g en daarbij hypotensie, voed<strong>in</strong>gsproblemen. Meestal zijn <strong>de</strong>ze symptomen ger<strong>in</strong>g,zel<strong>de</strong>n ernstig.In <strong>de</strong> normale <strong>zwangerschap</strong> wordt tegen het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>zwangerschap</strong> 4,5-6 mg magnesium per dagover <strong>de</strong> placenta getransporteerd door een actief transportmechanisme. Bij iatrogene hypermagnesiëmie is<strong>de</strong> foetus onbeschermd en kan zijn spiegel dus fl<strong>in</strong>k stijgen, hetgeen eventueel gevolgen kan hebben voorhet calcium- en parathormoonmetabolisme, met soms een op rachitis gelijkend beeld tot gevolg. Daar staattegenover dat magnesiumsulfaat neuroprotectief zou kunnen zijn voor m.n. ‘very low birth weight’(VLBW)-prematuren en er zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> ruim 25 jaar dat dit mid<strong>de</strong>l gebruikt wordt we<strong>in</strong>ig bijwerk<strong>in</strong>gengerapporteerd (hoofdstuk 11).Tot voor kort wer<strong>de</strong>n doser<strong>in</strong>gen gebruikt van 6 g als oplaaddosis, gevolgd door 2 g/uur als cont<strong>in</strong>u<strong>in</strong>fuus;het huidige beleid is 4 g oplaaddosis gevolgd door 1 g/uur. Bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g wer<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong>moe<strong>de</strong>r spiegels rond <strong>de</strong> 2,5-2,6 mmol/l verkregen. Bij een aantal k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren geboren <strong>in</strong> <strong>de</strong> Isala kl<strong>in</strong>iekenbleek bij controle van hun spiegel een een-op-eenrelatie te bestaan vlak na <strong>de</strong> geboorte waardoor spiegelsvan 2,6 mmol/l wer<strong>de</strong>n gemeten. De k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren waren verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd actief c.q. reactief met m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goeddoora<strong>de</strong>men, maar had<strong>de</strong>n geen tensieproblemen. In <strong>de</strong> we<strong>in</strong>ige artikelen die er over gebruik bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>renzijn (Groenendaal 2002, Levene 1995) wordt gestreefd naar een spiegel van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> or<strong>de</strong> van grootte(2,4-2,5 mmol/l) <strong>in</strong> een pog<strong>in</strong>g om verbeter<strong>in</strong>g te bewerkstelligen bij hypoxisch ischemischeencefalopathie. In <strong>de</strong> studie van Levene werd bij een hoge doser<strong>in</strong>g hypotensie waargenomen, (400 mg/kgeenmalig) en er werd ook respiratoire <strong>de</strong>pressie gemeld.In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> na <strong>de</strong> geboorte wordt voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met persisteren<strong>de</strong> pulmonale hypertensie van <strong>de</strong>pasgeborene (PPHN) ook het gebruik van MgSO 4 beschreven <strong>in</strong> doser<strong>in</strong>gen van 200 mg/kg alsoplaaddosis, gevolgd door 50-150 mg/kg/uur met als gewenste spiegels 5-7 mmol/l, maar hier is het effectvan verlag<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> (pulmonale) bloeddruk juist gewenst.Conclusie: met <strong>de</strong> huidige doser<strong>in</strong>gen bij <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rs lijken er geen aanwijz<strong>in</strong>gen voor risico’s bij het k<strong>in</strong>dte zijn, an<strong>de</strong>rs dan een voorbijgaan<strong>de</strong> respiratoire <strong>de</strong>pressie.
- Page 1 and 2: Hypertensieve aandoeningenin de zwa
- Page 3 and 4: Samenstelling van de werkgroepProf.
- Page 5 and 6: 5Aanbevelingen voor gebruik van cor
- Page 7 and 8: 7INHOUDSAMENVATTING VAN DE AANBEVEL
- Page 9 and 10: 9HOOFDSTUK 1Algemene inleidingAanle
- Page 11 and 12: 11RichtlijngebruikersDeze richtlijn
- Page 13 and 14: 13verschillende teksten terug onder
- Page 15 and 16: 15HerzieningUiterlijk in 2014 bepaa
- Page 17 and 18: 17Matige pre-eclampsie: systolische
- Page 19 and 20: 19HOOFDSTUK 3AntihypertensivaBehand
- Page 21 and 22: 21voor de uitkomstmaten ernstige hy
- Page 23 and 24: 230,89-1,16), 14 studies, n = 1992)
- Page 25 and 26: 253.6 Welke bloeddrukwaarde kan het
- Page 27 and 28: 27gemiddeld 9 weken langer duurde d
- Page 29 and 30: 29eclampsie.Bewijskrachtniveau A1 (
- Page 31 and 32: 31vooral ook over de bijwerkingen.
- Page 33 and 34: 33Lip GY, Beevers M, Churchill D, S
- Page 35 and 36: 35HOOFDSTUK 4Antenatale corticoster
- Page 37 and 38: 37Een in Nederland uitgevoerde stud
- Page 39 and 40: 39Er werden nog 2 relevante RCT’s
- Page 41 and 42: 41voor wat betreft hoofdomtrek en g
- Page 43 and 44: 43ConclusiesNiveau 3Er bestaat geen
- Page 45 and 46: 45aanwezig zijn van ernstige pre-ec
- Page 47 and 48: 47Thangaratinam S, Coomarasamy A, O
- Page 49: 49Een goed uitgevoerde economische
- Page 53 and 54: 53Het number needed tot treat om 1
- Page 55 and 56: 55LiteratuurACOG. ACOG practice bul
- Page 57 and 58: 57HOOFDSTUK 6UitgangsvragenCounsele
- Page 59 and 60: 59voorspeller voor mortaliteit. Stu
- Page 61 and 62: 61Voor beleid ten aanzien van extre
- Page 63 and 64: 63De mogelijkheid om uitkomsten van
- Page 65 and 66: 65De werkgroep is van mening dat de
- Page 67 and 68: 67Bijlage 1Figuren en tabellen uit
- Page 69 and 70: 69In principe kan na 24 uur de toed
- Page 71 and 72: 71b. Deelnemers geven aan dat zij v
- Page 73 and 74: 73b. De patiënt zou in ieder geval
- Page 75 and 76: 75Bijlage 3Verslag patiëntenfocusg
- Page 77 and 78: 77Na de bevalling/kraamperiodeHet w
- Page 79 and 80: Bijlage 4EvidencetabellenHoofdstuk
- Page 81 and 82: 81geboortegewicht (n= 2305, 27 stud
- Page 83 and 84: ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 85 and 86: ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 87 and 88: ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 89 and 90: ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 91 and 92: ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 93 and 94: ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 95 and 96: ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 97 and 98: ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 99 and 100: ReferentieType studieIn- en exclusi
- Page 101 and 102:
ReferentieType studieIn- en exclusi
- Page 103:
103Formulier belangenverklaringHeef