40In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> studie (Wapner 2007) on<strong>de</strong>rzocht men <strong>de</strong> langetermijnresultaten van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren uit eengerandomiseer<strong>de</strong> studie die enkele en rout<strong>in</strong>ematig herhaal<strong>de</strong> kuren van antenatale corticosteroï<strong>de</strong>nvergeleken. Vrouwen met een <strong>zwangerschap</strong>sduur van 23 tot 31 weken die 7 dagen na een eerstecorticosteroïdkuur nog niet bevallen waren, wer<strong>de</strong>n gerandomiseerd naar een wekelijkse kuurbetamethason (12 mg i.m. een keer herhaald na 24 uur), of een i<strong>de</strong>ntieke placebo. K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren die na <strong>de</strong>zebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g geboren wer<strong>de</strong>n, wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht toen zij tussen 2 en 3 jaar oud waren (gecorrigeer<strong>de</strong>leeftijd). In totaal waren 556 k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren beschikbaar voor follow-upon<strong>de</strong>rzoek; 486 k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren (87,4%)on<strong>de</strong>rg<strong>in</strong>gen een lichamelijk on<strong>de</strong>rzoek en 465 (83,6%) een Bayley-scoretest. Er wer<strong>de</strong>n geen significanteverschillen gevon<strong>de</strong>n tussen bei<strong>de</strong> groepen <strong>in</strong> Bayley-resultaten of antropometrische on<strong>de</strong>rzoeken. Zesk<strong>in</strong><strong>de</strong>ren (2,9% van alle <strong>zwangerschap</strong>pen) <strong>in</strong> <strong>de</strong> groep met rout<strong>in</strong>ematig herhaal<strong>de</strong> corticosteroï<strong>de</strong>nhad<strong>de</strong>n een cerebrale parese <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g tot één k<strong>in</strong>d (0,5%) <strong>in</strong> <strong>de</strong> placebogroep (RR 5,7; 95%-BI 0,7-46,7; p = 0,12). Hoewel het verschil tussen bei<strong>de</strong> groepen niet significant verschillend was, is het hogereaantal gevallen van cerebrale parese on<strong>de</strong>r k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met rout<strong>in</strong>ematig herhaal<strong>de</strong> kuren corticosteroï<strong>de</strong>nre<strong>de</strong>n voor aanvullend wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek (Wapner 2007).Eenmaal herhaal<strong>de</strong> gerichte kuur corticosteroï<strong>de</strong>nBehalve studies over rout<strong>in</strong>ematig herhaal<strong>de</strong> kuren van antenatale corticosteroï<strong>de</strong>n zijn er ook studies diespecifiek kijken naar het geven van één gerichte ‘rescue’-kuur (bestaan<strong>de</strong> uit 2 giften gegeven met een<strong>in</strong>terval van 24 uur). Deze wordt gegeven als na <strong>de</strong> eerste kuur corticosteroï<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vroeggeboorte nietheeft doorgezet, maar patiënte vervolgens opnieuw symptomatisch wordt en vroeggeboorte dreigt. Erwer<strong>de</strong>n drie studies gevon<strong>de</strong>n.De eerste studie (Garite 2009) betreft een gerandomiseer<strong>de</strong>, dubbelbl<strong>in</strong><strong>de</strong>, placebogecontroleer<strong>de</strong>multicentertrial. Geïnclu<strong>de</strong>erd wer<strong>de</strong>n vrouwen die m<strong>in</strong>imaal 14 dagen eer<strong>de</strong>r een enkele behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g metbetamethason had<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgaan voor 30 weken AD, bij wie opnieuw vermoe<strong>de</strong>n bestond van eendreigen<strong>de</strong> vroeggeboorte <strong>in</strong> <strong>de</strong> aankomen<strong>de</strong> week. Patiënten (n = 437) wer<strong>de</strong>n gerandomiseerd om ééngerichte herhaal<strong>de</strong> kuur betamethason (2 giften van 12 mg, 24 uur na elkaar) te ontvangen of een placebo.Er was een significante reductie <strong>in</strong> neonatale morbiditeit bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> 34 weken <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>terventiegroepversus placebo (42,5 vs. 63,3%, RR 0,67; 95%-BI 0,54-0,83; p < 0,0002) evenals een significant verlaagdrisico op RDS, on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>g, en gebruik van surfactant. Per<strong>in</strong>atale mortaliteit enan<strong>de</strong>re complicaties waren niet significant verschillend <strong>in</strong> bei<strong>de</strong> groepen. Wanneer alle neonaten (n = 578)wer<strong>de</strong>n geïnclu<strong>de</strong>erd <strong>in</strong> <strong>de</strong> analyse (ongeacht <strong>de</strong> AD bij geboorte) was een significante reductie <strong>in</strong>morbiditeit <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>terventiegroep nog steeds aantoonbaar (30,3 vs. 41,7%; RR 0,73; 95%-BI 0,58-0,91; p< 0,0055) evenals een verbeter<strong>in</strong>g <strong>in</strong> overige respiratoire complicaties, maar geen verschil <strong>in</strong> uitkomst
41voor wat betreft hoofdomtrek en geboortegewicht. Dit on<strong>de</strong>rzoek toont aan dat behan<strong>de</strong>len met eeneenmaal herhaal<strong>de</strong> gerichte kuur antenatale corticosteroï<strong>de</strong>n voor 33 weken <strong>zwangerschap</strong> <strong>de</strong> neonataleuikomst verbetert zon<strong>de</strong>r dat er dui<strong>de</strong>lijk sprake is van toegenomen risico op complicaties (Garite 2009).An<strong>de</strong>re studies die specifiek een eenmaal herhaal<strong>de</strong> gerichte kuur van corticosteroï<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzochten, zijndie van Peltoniemi et al uit 2007, en van McEvoy uit 2010. Deze laatste is een gerandomiseer<strong>de</strong> endubbelgebl<strong>in</strong><strong>de</strong>er<strong>de</strong> studie waar<strong>in</strong> 85 zwangere vrouwen m<strong>in</strong>imaal 14 dagen na <strong>de</strong> eerste kuurcorticosteroï<strong>de</strong>n gerandomiseerd wer<strong>de</strong>n naar een eenmaal herhaal<strong>de</strong> gerichte kuur of placebo. K<strong>in</strong><strong>de</strong>renuit <strong>de</strong> groep van <strong>de</strong> eenmaal herhaal<strong>de</strong> gerichte kuur corticosteroï<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n een betere longcompliantiedan k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren uit <strong>de</strong> placebogroep (1,21 vs 1,01 ml/cmH 2 O/kg; gecorrigeerd 95%-BI 0,01-0,49; p =0,0433). K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren uit <strong>de</strong> groep met <strong>de</strong> eenmaal herhaal<strong>de</strong> gerichte kuur had<strong>de</strong>n m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vaak eenzuurstofbehoefte van 30% of meer (13% <strong>in</strong> <strong>de</strong> rescue- vs 29% <strong>in</strong> <strong>de</strong> placebogroep; p < 0,05)(McEvoy2010).De studie van Peltoniemi <strong>in</strong>clu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> vrouwen met een dreigen<strong>de</strong> vroeggeboorte voor 34 weken AD die 7dagen na <strong>de</strong> eerste kuur corticosteroï<strong>de</strong>n nog niet bevallen waren en randomiseer<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze naar een eenmaalherhaal<strong>de</strong> gerichte kuur betamethason (12 mg) of placebo (249 vrouwen). Het merkwaardige van <strong>de</strong>zestudie was dat alle 326 k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren voor 36 weken AD geboren wer<strong>de</strong>n, wat <strong>de</strong> werkgroep aan <strong>de</strong> resultaten<strong>de</strong>ed twijfelen (Peltoniemi 2007).Voor het effect van corticosteroï<strong>de</strong>n bene<strong>de</strong>n een <strong>zwangerschap</strong>sduur van 26 0/7 weken wordt verwezennaar <strong>de</strong> richtlijn ‘Per<strong>in</strong>ataal beleid bij extreme vroeggeboorte’ (<strong>NVOG</strong> & NVK 2010)In <strong>de</strong> hier gepresenteer<strong>de</strong> studies zijn vrouwen met een hypertensieve aandoen<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rvertegenwoordigd.Er zijn echter geen re<strong>de</strong>nen om aan te nemen dat <strong>de</strong> conclusie an<strong>de</strong>rs is voor vrouwen met iatrogeneversus spontane vroeggeboorte.Wel is bij vrouwen met hypertensieve <strong>aandoen<strong>in</strong>gen</strong> het achtergrondrisico op groeivertraag<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>renverhoogd. Het aantal k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren dat small for gestational age (SGA) is <strong>in</strong> <strong>de</strong> groep die meer<strong>de</strong>re kurenkreeg, is hoger dan dat van <strong>de</strong> groep waarvan <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r een enkele kuur kreeg. Deze data zijn echtergebaseerd op twee studies, waarvan er een maar 6 k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> elke groep had, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re rond <strong>de</strong> 300(Crowther 2007, Wapner 2007, Aghajafari 2001). Het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> geboortegewicht ligt hoger <strong>in</strong> <strong>de</strong> groepwaarvan <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r een enkele kuur kreeg, maar het verschil is niet significant (Crowther 2007).4.3 Wat is <strong>de</strong> kans dat <strong>de</strong> foetus na 14 dagen een twee<strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g CCS nodig heeft?
- Page 1 and 2: Hypertensieve aandoeningenin de zwa
- Page 3 and 4: Samenstelling van de werkgroepProf.
- Page 5 and 6: 5Aanbevelingen voor gebruik van cor
- Page 7 and 8: 7INHOUDSAMENVATTING VAN DE AANBEVEL
- Page 9 and 10: 9HOOFDSTUK 1Algemene inleidingAanle
- Page 11 and 12: 11RichtlijngebruikersDeze richtlijn
- Page 13 and 14: 13verschillende teksten terug onder
- Page 15 and 16: 15HerzieningUiterlijk in 2014 bepaa
- Page 17 and 18: 17Matige pre-eclampsie: systolische
- Page 19 and 20: 19HOOFDSTUK 3AntihypertensivaBehand
- Page 21 and 22: 21voor de uitkomstmaten ernstige hy
- Page 23 and 24: 230,89-1,16), 14 studies, n = 1992)
- Page 25 and 26: 253.6 Welke bloeddrukwaarde kan het
- Page 27 and 28: 27gemiddeld 9 weken langer duurde d
- Page 29 and 30: 29eclampsie.Bewijskrachtniveau A1 (
- Page 31 and 32: 31vooral ook over de bijwerkingen.
- Page 33 and 34: 33Lip GY, Beevers M, Churchill D, S
- Page 35 and 36: 35HOOFDSTUK 4Antenatale corticoster
- Page 37 and 38: 37Een in Nederland uitgevoerde stud
- Page 39: 39Er werden nog 2 relevante RCT’s
- Page 43 and 44: 43ConclusiesNiveau 3Er bestaat geen
- Page 45 and 46: 45aanwezig zijn van ernstige pre-ec
- Page 47 and 48: 47Thangaratinam S, Coomarasamy A, O
- Page 49 and 50: 49Een goed uitgevoerde economische
- Page 51 and 52: 51leukomalacie, apgarscore 5 minute
- Page 53 and 54: 53Het number needed tot treat om 1
- Page 55 and 56: 55LiteratuurACOG. ACOG practice bul
- Page 57 and 58: 57HOOFDSTUK 6UitgangsvragenCounsele
- Page 59 and 60: 59voorspeller voor mortaliteit. Stu
- Page 61 and 62: 61Voor beleid ten aanzien van extre
- Page 63 and 64: 63De mogelijkheid om uitkomsten van
- Page 65 and 66: 65De werkgroep is van mening dat de
- Page 67 and 68: 67Bijlage 1Figuren en tabellen uit
- Page 69 and 70: 69In principe kan na 24 uur de toed
- Page 71 and 72: 71b. Deelnemers geven aan dat zij v
- Page 73 and 74: 73b. De patiënt zou in ieder geval
- Page 75 and 76: 75Bijlage 3Verslag patiëntenfocusg
- Page 77 and 78: 77Na de bevalling/kraamperiodeHet w
- Page 79 and 80: Bijlage 4EvidencetabellenHoofdstuk
- Page 81 and 82: 81geboortegewicht (n= 2305, 27 stud
- Page 83 and 84: ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 85 and 86: ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 87 and 88: ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 89 and 90: ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 91 and 92:
ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 93 and 94:
ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 95 and 96:
ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 97 and 98:
ReferentieType studieIn- enexclusie
- Page 99 and 100:
ReferentieType studieIn- en exclusi
- Page 101 and 102:
ReferentieType studieIn- en exclusi
- Page 103:
103Formulier belangenverklaringHeef